Gemeente van de Here Jezus,
HC, zondag 38 Lezen : - HC, zondag 38 - Deuteronomium 15:1-8
1
Wat gaat u vandaag doen? Vandaag op deze ‘rustdag’. Het gaat in het 4e gebod over de sabbat, maar we denken automatisch aan de zondag in onze tijd. Een heilige dag, gewijd aan de Heer, onze God. Hoe vult u deze heilige dag in? Wat gaat u vandaag doen? Misschien lekker thuis blijven of familie opzoeken. Of op bezoek bij broeders en zusters? En hoe beleef je dan de zondag? Is dat voor jou echt een feestdag?! Iets heel aparts, waar je echt van kan genieten en je hart ophalen? Of is het eigenlijk meer een ‘baaldag’. Saai. Je mag ook niks op zondag. Gelukkig als het weer maandag is. Hoe beleef je de zondag? Het zal vast wat kort door de bocht zijn. Maar ik heb een beetje het beeld dat er vroeger heel precies over de zondag werd gedacht. En eigenlijk vooral werd bedacht wat je allemaal níet mocht. Je mocht geen tv kijken, je mocht niet met het openbaar vervoer reizen, geen ijsje kopen, je mocht niet sporten. Ik geef het gelijk toe, dit is erg kort door de bocht gezegd! Het was niet alleen maar wat níet mocht. Er werd heel bewust over de invulling van de zondag nagedacht. Maar dat toontje is wel een beetje blijven hangen: wat je allemaal niet mocht. En zo’n dag kan je dan zomaar vooral als een ‘baaldag’ beleven. Je mag ook niks op zondag. Wat is daar nou feestelijk aan?! Goed, beetje een kort-door-de-bocht-plaatje van vroeger. Maar hoe is dat vandaag, dan? Hoe vullen we vandaag de zondag, deze heilige dag, in? Zit ik er erg veel naast, als ik de indruk heb, dat we vandaag helemaal naar de andere kant zijn doorgeschoten: het maakt allemaal niks meer uit wat je op zondag doet. Denk je nog bewust na over wel of niet werken op zondag? Of is dat geen punt meer, en ga je dan maar gewoon een keertje minder naar de kerk op zondag? Och, als mijn vakantiereis op zondag begint, doe ik dat gewoon. Geen punt. Tvkijken op zondag, is dat nog een gesprekspunt? Is er nog verschil tussen hoe je de zondag invult en hoe je de andere dagen van de week invult? Wat betekent nog het ‘apart-gezette’ van deze bijzondere dag? Zijn we daar nog mee bezig? Vragen wij ons nog af, waarom God ons opdraagt om deze dag apart in te vullen? Ik wil met u gaan zoeken naar Gods bedoeling met het vierde gebod: Neem de sabbat in acht. En ik vat dat samen met het thema: “God gunt je zijn rust.” Twee punten daarbij: a. Daarvoor heeft God ons bevrijdt b. God wil dat je uit die rust leeft.
1. God gunt je zijn rust. Daarvoor heeft Hij ons bevrijdt. 1.1 In het vierde gebod klinkt ook direct de reden, waarom het volk Israël de sabbat in acht moest nemen. Deut. 5:15: “Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en ogpeheven arm bevrijdde.” Het valt op, dat als je het vierde gebod leest in Exodus – dat is 40 jaar eerder bij de berg Sinaï door Mozes aan het volk verteld – dat er dan een ándere reden klinkt voor het in acht nemen van de sabbat. In Ex. 20:11 staat: “Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Dáárom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaart.”
HC, zondag 38
2
Hé, dat lijkt een hele andere reden, die de Here voor de sabbat geeft. Hier wijst God terug naar de schepping, naar de zevende dag van de schepping van hemel en aarde. Maar in Deuteronomium wijst Mozes op de bevrijding uit Egypte. Zijn dat nou twee heel verschillende redenen? Laten we ze ’s even langs gaan. 1.2 Bij de berg Sinaï verwees God terug naar de schepping van hemel en aarde. Zes dagen lang had God een prachtige wereld in het leven geroepen met de mens als hoogtepunt om die schepping te beheren met God. En op de zevende dag “had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.” (Gen. 2:1-3) Het scheppingswerk van God eindigt met volle rust, waarin God intens genoot van wat Hij gemaakt had. Adam en Eva, op de zesde dag geschapen, mochten in die schepping beginnen met rusten op de zevende dag. Niet eerst hard werken en dan rusten. Nee, eerst rusten in de omgang met God op de zevende dag. Daarna begon het werk. Vanuit die rust. Als dan de slang op het toneel verschijnt en Adam en Eva tot zonde verleid, tegen God in, is gelijk ook de hele rust weg. Ze willen vluchten, ze schamen zich, ze zijn bang. Onrustig. Die diepe fijne rust vanwaaruit Gods prachtige schepping ademde was verdwenen! Weg. Hoe nu verder? God komt met een reddingsplan, om die rust weer terug te brengen. Die ‘eeuwige sabbat’ van de zevende dag. Daar gaat God nu helemaal naar toe werken! Daarom roept Hij Abraham weg naar het ‘beloofde land’. Het is lang wachten, vertrouwen en uitzien voor Abraham en zijn nageslacht. Maar dan ineens staat daar bij de Sinaï, middenin de woestijn dat volk van God. Dat volk dat God in het leven geroepen heeft. Een schepping van God. Eigenlijk begint daar bij de Sinaï, in de woestijn, na die uittocht uit Egypte, een nieuwe schepping: een nieuw volk, wat God nu naar dat beloofde land brengt – en daar zullen ze het met elkaar gaan meemaken: leven dat goed is, waar de rust weer terug is. 1.3 Kijk, zo ligt die reden, die Mozes in Deuteronomium noemt, geen eens zo heel ver weg van de verwijzing naar de zevende dag van de schepping. God zet duidelijk een stap verder op die weg om de rust weer terug te brengen. Die hadden ze enorm gemist in Egypte. Dat was zeven dagen lang keihard werken. Geen adempauzes, geen vrije dagen. Afgebeuld als slaven. En nou, onder dat regime van die Farao weg, staan ze daar in de woestijn en zegt God: En nou één dag apart houden voor de rust met Mij. Dat moet verademend zijn geweest. Als muziek in de oren geklonken hebben, dit vierde gebod! Een dag om stil te staan, te bedenken, dat ze slaven waren, kansloos. Maar dat Gód ze vrijgemaakt heeft. Eén dag vrij om je helemaal op je Redder te richten! Dit was echt uniek. Geen enkel volk kende zo’n vrije dag. God maakt die zevende dag tot het geraamte van zijn volk. Want het gaat nog verder dan alleen maar een van de zeven dagen vrij hebben. Nee, God bouwt die zevende dag in het leven van het als een geraamte. Naast elke zevende dag vrij, moesten ze ook elk zevende jaar vrij nemen – en dan niet alleen de rijken, die genoeg geld hadden, nee iedereen, zelfs de dieren. En het land moest dat zevende jaar rusten. En dan na het 7x7e jaar, na het 49e jaar, het vijftigste jaar ook weer een jaar waar alles om ‘rust’ draaide. Was dat niet geweldig? Ga ’s even in de schoenen van dat volk Israël staan. Jaren afgebeuld in Egypte. Gestresd, gejaagd, vermoeid. En nu… straks een land dat als basis ‘rust’ heeft?! De zevende dag, het zevende jaar en na 7x7 jaren. Ongelofelijk?! Het hele leven beheerst, leu-
HC, zondag 38
3
nend, op die rust van God. Om niet te vergeten dat de Here God hun Bevrijder. Met een sterke hand en opgeheven arm. God had ze niet uit Egypte weggehaald om nu ergens anders slaafje te worden. Nee, leven in Gods vrijheid. Op weg naar die ‘eeuwige sabbat’. Terug naar die zevende scheppingsdag: rusten en genieten van Gods werk. 1.4 En we kunnen er nu nog een schepje boven op doen, als we Jezus Christus kennen. Zijn bevrijdingswerk is zo groot, dat die indrukwekkende bevrijding van het volk Israël uit Egypte erbij verbleekt. Jezus Christus, die de macht, de klem van de dood is open gebroken. De macht van de zonde overwonnen. Opgestaan uit de dood! Om ons in dat nieuwe leven, vrede met God, rusten bij Hem, te gunnen. Te geven! En daarom klinkt dat vierde gebod nog net zo goed voor ons: Zet die zevende dag apart. Om je bevrijding weer te beseffen en te vieren met Gods bevrijde volk. Bouw die zevende dag, die rust, die heilig is voor God, in in je leven. God gunt je zijn rust. Daarvoor heeft Hij ons bevrijdt. Bedenkt dat! Bouw daarom die rustdag in je leven.
2. God gunt je zijn rust. Hij wil dat je uit die rust leeft. 2.1 Hoe vul je dat nou in? (Tweede punt.) Hoe bouw je nou die rustdag in in je leven? Daarvoor geeft Mozes dus hele concrete instructies in Deuteronomium 15 en 16. En wij kijken vanmorgen alleen naar Deuteronomium 15:1-18. Alles draait daar om dat zevende jaar. Het gaat dus niet alleen om de sabbatdag, elke week, maar om het sabbatsjaar. Elk zevende jaar moet u algemene kwijtschelding verlenen. Wanneer iemand wat van je geleend heeft, moet je het in het zevende jaar hem kwijtschelden. Dat hij weer met een schone lei kan beginnen. Is dat niet ongelofelijk? We kennen ook wel verhalen over mensen die vast zitten in de schulden. En dat wordt zomaar een negatieve spiraal. Je zakt er steeds verder in weg en komt er steeds moeilijker meer uit. En dan het idee, dat er een zevende jaar is ingebouwd, waarin je het allemaal kwijtgescholden krijgt?! Schone lei. Weer kansen om wat van je leven te maken?! Zó zal er geen armoede onder jullie zijn, zegt Mozes erbij! Voelt u aan, hoe met deze ingebouwde regel, het volk elke keer weer de bevrijding ervaarde?! God had hen diep uit de put in Egypte weggevist en bevrijdt. Daarom bestonden ze. Zó nu ook omzien naar broeders en zusters in hun volk. Als ze klem kwamen te zitten, was er altijd die uitweg in het zevende jaar. En ga nou niet allemaal slim zitten rekenen, zegt Mozes erbij. Want hij wist ook wel hoe we in elkaar zitten. U zit misschien ook al te rekenen: nou, stel dat het binnenkort weer het zevende jaar is. Als ik nu wat uitleen, kan ik in dat zevende jaar naar m’n geld fluiten. Dus ik ga nu niet lenen. Nee, zegt Mozes: “U mag uw hand niet op de zak houden, maar u moet diep in de buidel tasten en hem lenen zo veel als hij nodig heeft. Wees niet zo berekenend om bij uzelf te denken: Het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, komt eraan – waardoor uz ich afsluit voor de ellen van uw volksgenoot en hem met lege handen laat gaan… Dat zal u als zonde worden aangerekend.” 2.2 Dat vierde gebod, de sabbat houden, om stil te staan bij Gods bevrijding, waar we alles aan te danken hebben, dat ook naar elkaar uitleven. Kwijtschelding! En dan noemt Mozes nog een voorbeeld. Het kan voorkomen dat een mede-Israëliet helemaal vast komt te zitten en om uit de schulden te komen, kan hij zichzelf verkopen als slaaf om in jouw dienst te werken. Ook
HC, zondag 38
4
dan weer: er was altijd die uitkomst in het zevende jaar, het sabbatsjaar. “In het zevende jaar moet u hem of haar de vrijheid teruggeven…. En zelfs met gulle hand laten gaan!” Daarbij klinkt dan ook weer dat argument uit het vierde gebod: “Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u bevrijdde.” Leef die rust, die vrijheid van God gekregen, nu ook uit naar elkaar toe! Ok, als die slaaf het goed bevallen is bij je en hij wil bij je blijven is dat prima, zijn eigen vrije keus. Maar het draait allemaal om rust en vrijheid voor iedereen te regelen vanaf elk zevende jaar, het sabbatsjaar. 2.3 Rust voor iedereen in Gods volk. Adem-ruimte. Vanuit de sabbat. Zo proef je achter dat sabbatsgebod weer die weg terug, die God wil gaan, naar het heerlijke leef- en werkklimaat van het paradijs. God gunt zijn volk zijn rust. En wil dat je die rust uitleeft. Bouw daarom die sabbatdag in!
3. En nu? 3.1 Goed, dat was vroeger. Dat was het volk Israël. Dat was de sabbat. En vandaag, de zondag? Ja, er is wat verschoven. Als je door het Nieuwe Testament heen leest, valt op dat ze in de christelijke gemeente samen kwamen op de eerste dag van de week. Op de zondag in plaats van de sabbat op zaterdag. En daar lees je dan ook bij dat die eerste dag van de week ‘de dag des Heren’ is. Een verwijzing naar de dag dat Jezus Christus is opgestaan! De dag, dat dat onmogelijke gebeurde: Jezus Christus opgestaan uit de dood als de weg van het nieuwe leven voor ons! Op die dag gingen de christenen samenkomen. Om dat feest in het midden te zetten. De zondag was bevrijdingsdag. Glorie voor de opgestane Heer! Gods grote reddingswerk komt tot rust in Jezus Christus. In Hem is de nieuwe schepping begonnen. Die schepping liep uit op de zevende dag, de rustdag. In Jezus Christus, de nieuwe schepping, ontvangen we weer vrede met God. Leven in de omgang met God. Rust bij Hem. En van daaruit bezig gaan en je leven invullen. Daarom denken we vandaag bij het vierde gebod aan de zondag. “Vier deze dag van Jezus’ opstanding als de dag van verlossing en blijdschap.” 3.2 Zo weer de vraag aan ons: hoe beleef jij de zondag? Is het een saaie duffe dag, waarom je ook niks mag? Of is het een feestdag, die je ook bewust zo passend invult? Hoe vul jij de zondag in? Midden in onze tijd. Alles draait om economie, lijkt het wel. Werken, verdienen, hoger op komen, er proberen wat van te maken in je leven. Alles is gericht op presteren. Druk, jagen, stress. En zomaar gaat dat ook in onze zondag zitten. Dan klinkt Gods Woord: “hohoho, wacht ’s even. Even rust. Ík ben je Bevrijder. Je ontvangt het leven van Mij. Vergeet dat nou niet. En durf je leven nou aan Mij op te hangen. Laat dat maar zien op die ene dag, de zondag. Die heb ik apart gezet voor je. Ik gun je mijn rust. Dat is goed voor je. Laat even de boel de boel, en gebruik deze ene dag om jezelf mijn bevrijdingswerk in te drinken.”
HC, zondag 38
5
Als je de zondag kwijtraakt, ga je ook het besef van God als Bevrijder kwijtraken. Als je dan de zondag nodig hebt om maar door te jagen en te presteren, dan demonstreer je ook dat je God niet als je Bevrijder erkent. 3.3 We hebben in onze samenleving zo’n prachtige kans om ons met de zondag positief te onderscheiden van de wereld om ons heen. We hoeven niet 7 dagen lang, het liefst 24 uur per dag door te jagen. Nee, wij vieren rust en bevrijding op één hele dag! Een dag dat ik niet slaaf ben van m’n agenda. Een dag dat ik m’n bedrijfsmobieltje een hele dag durf uit te zetten. Dat komt maandag weer. Ik hoef niet zo nodig, want ik ben van Jezus Christus, mijn grote Bevrijder. Ik durf die rust die God mij gunt in te bouwen midden in mijn drukbezette leven. 3.4 Ik rond af met de vraag van het begin: wat gaat u vandaag doen? Zijn wij nog bewust bezig met de zondag als een heilige dag? Om Gods rust te ontvangen? Als voorproefje van die ‘eeuwige sabbat’, waar God naar toe werkt? Drie elementen zijn daarin belangrijk: a. De zondag is bedoeld om te bedenken hoe God je bevrijd heeft. Dus een dag om je op je Bevrijder te richten. Die dingen die de catechismus noemt: trouw tot Gods gemeente komen om Gods Woord te horen, sacramenten te gebruiken – volgende week weer – God de Here publiek aan te roepen en de armen christelijke barmhartigheid te bewijzen. Dit is het allereerste van de zondag: dus maar niet een rustdag om maar te kunnen doen wat je wil. Maar om je op je Bevrijder te richten. En niet alleen in de kerkdiensten. Hoe vult u dat thuis in? Wees daarin maar creatief! - Zet ’s op de zondag lofpijzingsmuziek tot God op, bijvoorbeeld. - Of pak zondag een boekje waarin je gericht leest over het leven met God. - Of als je niet van lezen houdt, bekijk een mooie dvd van het Johannes-evangelie, ofzo. Wees daarin creatief! Om de zondag te wijden aan God. Laten we niet bij gesprekken over de zondag beginnen over of je nou wel of niet mag werken enzo. Die vragen komen wel. Maar begin ’s met de vraag: hoe vul ik die zondag als heilige dag in en zorg ik dat dat niet onder druk komt te staan, door werken ofzo. b. Tweede element van de zondag als heilige dag: een dag van ‘samen’. Kijk ’s hoe Mozes rond dat sabbatsgebod regels gaf om elkaar te helpen. Christelijke barmhartigheid bewijzen.” In de collecte of in het omzien naar elkaar. c. En het derde element van de zondag als heilige dag: “dat ik al de dagen van mijn leven de Here door zijn Geest in mij laat werken, en zo de eeuwige sabbat in dit leven begin.” De zondag als heilige dag voor God invullen, heeft een reinigende werking naar je leven door de week. Al de dagen van mijn leven, leven op de basis van die rust die God inbouwt. Ik ben van Hem. Broeders en zusters, zit ik er erg veel naast, als ik de indruk heb, dat het vandaag allemaal niet meer zoveel uitmaakt wat je op zondag doet? Laten we bewust nadenken over de invulling van onze zondag. Laten we er elkaar op durven bevragen. Uit eerbied voor onze God. God gunt je zijn rust. Durf jij die rust te nemen? Amen