Ik moest door m'n ziekte afhaken Leeftijd: 12-16 Soort bijeenkomst: club Soort werkvorm: heel programma Thema: Leefwereld en ontwikkeling jeugd, Samenleven, Overig Tijdsduur: 1 uur 30 min. Artikel, verkennend gesprek, binnenkomers & uitsmijters, stellingenspel, verhaaltje schrijven en inleefopdracht. Het kan ons allemaal overkomen: ziek worden. Niet zomaar een griepje, maar iets waardoor je -tijdelijk of voorgoed- uit de roulatie raakt. Het gebeurde bij Charlotte. Hoe zij dat ervaart kun je hieronder lezen. Het interview wordt gevolgd door een aantal werkvormen die jongeren in de gelegenheid stellen zich in te leven in ziek-zijn. Charlotte is een jonge vrouw Var! halverwege de twintig. Ze woont in een Noord-Hollandse stad. Zo op het oog gaat het haar goed en loopt haar leven op rolletjes. Ze deelt met een goede vriendin een huurwoning in een oer-Hollandse nieuwbouwwijk, heeft een goede baar! als medewerkster Personeel & Organisatie en een leuke vriend. Ze sport, heeft veel contacten in haar kerk en er staat een auto voor de deur. Toch ontbreekt er iets essentieels, onzichtbaar voor de buitenwereld: een goede gezondheid. Wat is er precies met jou aan de hand? Ik ben erg depressief geweest en lijd nog steeds aar! depressies. Dit komt onder meer door moeilijkheden in mijn vorige baan. Nu gaat het beter, maar wel met ups en downs. Sinds een half jaar gebruik ik anti-depressiva en bezoek ik regelmatig een psycholoog. Hoe ervaar je je depressiviteit? Het is heel lastig en vervelend. Ik ervaar het als een mankement, als iets heel negatiefs aar! mezelf. Het is alsof . ik faal. Ik durf het niet goed aan de buitenwereld te vertellen, omdat ik rne ervoor schaam. Ik vind het heel moeilijk om te accepteren. M'n depressiviteit beperkt me in mijn dagelijkse doen en laten. Ik kan niet de dingen doen die ik zou willen. Zo heb ik nog altijd te weinig energie om in mijn vrije tijd dingen op te pakken, zoals cursussen en dergelijke. Ik ben heel onzeker: ik durf bijvoorbeeld contacten met mensen niet uit te. diepen, omdat ik bang ben dat het fout zal gaan. Ik ben bang dat mensen erachter komen dat ik depressief ben en mij daardoor niet leuk meer zullen vinden of anders gaan behandelen. Ik ben bang om teleurgesteld of gekwetst te worden door mensen. Wanneer begon je depressief te worden? Het is een heel langzaam proces geweest. Ik heb het heel lang niet toegegeven voor mezelf. Heel vaak was het ook tijdelijk en ging het vanzelf weer over. Sinds een jaar heb ik het voor mezelf benoemd, toegegeven en aanvaard dat ik depressief ben. Het is eigenlijk al begonnen tijdens mijn beroepsopleiding. Aanleidingen waren teleurstellingen, tegenslagen in schoolprestaties en een ruzie met mijn beste vriendin die daarna nooit meer goed gekomen is. Verder werkte ik te hard en eiste ik te veel van mezelf, waardoor ik op een gegeven moment heel erg moe werd. Je kunt gewoon niet alles goed doen. Tijdens school had ik een duidelijk doel voor ogen, zoals goede cijfers halen en presteren. Als je gaat werken, is het doel minder duidelijk en lijkt het alsof je minder waardering krijgt.
Hoe uit je depressiviteit zich? Ik heb vaak nergens meer zin in, beleef geen plezier meer. Ik sluit me in mezelf op, heb steeds minder contact met andere mensen. Ik huil veel, raak snel overstuur en heb soms het idee dat niemand meer van me houdt. Doe je iets om je problemen proberen op te lossen? Toen ik voelde aankomen dat ik ziek was, probeerde ik nog zoveel mogelijk te redden. Ik heb geprobeerd - zo goed en zo kwaad als dat ging - mijn eigen leven te blijven leiden. Ik heb op m'n werk aangegeven dat dingen anders moesten, en een gesprek aangevraagd met de personeelsfunctionaris. Toen ik eenmaal echt depressief was geworden, was ik niet meer in staat om zelf actie te ondernemen en dingen te veranderen. Ik heb een half jaar thuis gezeten en haast niets gedaan. Alleen heel veel geslapen. Met behulp van m'n psycholoog ben ik heel langzaam aan weer begonnen om kleine dingetjes op te pakken die ik leuk vind, zoals winkelen, een goed boek lezen, een fotografiecursus volgen en sporten. Pas toen het een stuk beter met me ging, ben ik weer aan het werk gegaan, bij een ander bedrijf. Hoe reageert je omgeving op jou sinds je ziek-zijn zich openbaarde? Mijn ouders vonden het heel erg. Ik denk wel dat ze het voor een gedeelte snapten, maar ze wisten niet hoe ze er mee moesten omgaan, erop moesten reageren. Ze proberen mij wel tot steun te zijn. Ik kon en kan altijd bij ze aankloppen en dat geeft een fijn gevoel. Een vriendin snapte het wel, en vond het ook minder erg dan ik in eerste instantie had gedacht. Maar na verloop van tijd merkte ik toch dat zij minder interesse kon opbrengen en had ik het gevoel dat ze mij gewoon vond zeuren. Misschien komt dat wel omdat het zo lang ging duren; herstel van depressiviteit is een langdurig proces. Op m'n vorige werk waren collega's gewoon heel teleurgesteld in mij. Ze hadden hoge verwachtingen van me qua werkprestaties en toen ik ziek werd, kon ik die doelen niet meer halen. Ik moest door m'n ziekte afhaken. Ze baalden er van dat ik ziek was. Verder weet niemand in mijn omgeving dat ik depressief ben: andere vrienden en bekenden, familie en m'n huidige collega's ook, niet. I Heeft God of geloof een plek in de manier waarop jij met je gezondheid te kampen hebt? Als ik heel depressief ben, vind ik het. heel moeilijk om te geloven en twijfel ik aan het bestaan van God. Dan voel ik me heel erg eenzaam en kan ik geen steun vinden in het geloof. Hoe ontwikkelt je gezondheid zich nu? Met ups en downs. Soms gaat het goed, soms heb ik een terugval. Ik probeer er zoveel mogelijk over praten, met name met m'n vriend. En vaak helpt me dat wel. Hoe belangrijk is gezondheid voor je? Heel belangrijk. Je hebt een lichamelijke en geestelijke gezondheid. Lichamelijk ben ik gewoon gezond en ik denk er eigenlijk niet zo over na of dat nu zo belangrijk is. Maar ik zou het toch wel erg vinden als ik lichamelijk niet gezond zou zijn. Geestelijke gezondheid ligt veel gecompliceerder. Aan de ene kant is depressiviteit iets dat je overkomt door een bepaalde stofwisseling in je hersenen die uit balans is en te herstellen is met medicijnen. Aan de andere kant heb je er zelf ook heel veel invloed op of je zelf lekker in je vel zit, plezier beleeft aan dingen. Dus kun je ook zelf invloed uitoefenen op je geestelijk welzijn. Soms heb je daarbij hulp van anderen nodig om in te zien wat je moet veranderen in je leven om geestelijk gezond te worden, te zijn en te blijven. Ken je zelf mensen die net als jij depressief zijn? Van veel mensen in m'n omgeving hoor ik wel dat ze ook iets dergelijks hebben meegemaakt: overspannenheid, het even niet meer zien zitten. Maar ik heb het gevoel dat ik de 'enige ben met wie het zo ontzettend lang duurt met zoveel terugslagen. In die zin ken ik niemand die hetzelfde als ik heeft of heeft meegemaakt. Zoek jij contact met andere mensen die depressief zijn?
Nee, ik zoek geen contact. Op dit moment denk ik niet dat ik er iets aan zou hebben. Ik zie het nut er niet van in. Ik heb wel het idee dat ik bij stukjes en beetjes leer, sterker word, er beter uitkom en dan kan ik later misschien nog wel van betekenis zijn van mensen die ziek zijn. Dan zou ik hulp kunnen verlenen aan andere mensen. Aan dit moment heb ik daar echter geen behoefte aan. Zouden anderen misschien behoefte aan jouw aandacht kunnen hebben? Geen idee. Ik had en heb er zelf in ieder geval geen behoefte aan. Misschien dat het me wel geholpen zou hebben. Maar depressiviteit is iets dat je uiteindelijk zelf moet opknappen, zelf moet uitzoeken. Hoe begin je een gesprek met iemand met wiens gezondheid het helemaal niet goed gaat? Belangrijk is dat er eerst een basis van vertrouwen is tussen jou en die persoon. Belangrijk is om iets van jezelf te vertellen, en die persoon het vertrouwen te geven dat als hij of zij iets vertelt, het tussen jullie tweeën blijft. Een goed begin kan zijn dat je zegt dat je het moeilijk vindt om naar het ziekenhuis te komen, of iemand te bellen als die persoon depressief is. Daarmee geef je iets van je eigen onzekerheid of emotie bloot. Verder moet het een wederzijds gesprek zijn, geen vraaggesprek. Als je vragen afvuurt en de ander moet iets heel intiems, privé blootgeven, dan werkt dat niet. Het is belangrijk goed te reageren op wat iemand vertelt: het serieus te nemen. Vaak kan een arm om iemand heenslaan en iets zeggen als 'ik vind het heel erg rot voor je' voldoende zijn. Of eerlijk toegeven dat je eigenlijk niet weet hoe je iemand moet steunen, wat je moet zeggen. En vragen wat de zieke persoon van jou verwacht. Zoiets als 'Vind je het fijn als ik langskom bij je? Vind je het leuk als ik iets vertel of heb je liever dat ik even m'n mond hou?' Om privacyredenen is de echte naam van de geïnterviewde vervangen door een verzonnen naam.
Verkennend gesprek Nodig: - kopie van het artikel voor iedereen Lees eerst met elkaar het verhaal van Charlotte. Lees voor, of maak voldoende kopieën zodat het individueel gelezen kan worden. Veel ziektes en aandoeningen zijn niet in eerste instantie aan iemands uiterlijk afte meten, zoals M.E. (chronische vermoeidheid), ziekte van Pfeiffer: schizofrenie, overspannenheid, eetstoornissen, anorexia nervosa, boulimia nervosa) of depressiviteit. Begin een gesprek waarin de volgende vragen aan de orde kunnen komen: - Noem eens een aantal ziektes of aan-doeningen die niet aan iemands uiterlijk zijn afte lezen? - Welke verschijnselen horen daar bij? - Ken je iemand die het heeft? - Hoe ontstaat het en wat kun je er aandoen? - Hoe kun je er als buitenstaander mee omgaan? - Hoe benader je iemand die het heeft? 'Binnenkomers & uitsmijters' Nodig: - flappen - stiften Op een flapover of ander groot beschrijfbaar vel maak je een verdeling tussen links en rechts. Op de linkerhelft komt
'binnenkomers' te staan, op de rechterhelft 'uitsmijters'. Met elkaar wordt een top 5 gemaakt van enerzijds dingen die erg positief zijn bij het bezoeken van een ziek iemand (bijvoorbeeld goed luisteren in plaats van zelf veel praten): de 'binnenkomers' en anderzijds juist dingen die absoluut verkeerd zijn bij het bezoeken van een ziek iemand (bijvoorbeeld "je moet niet zo zeuren, jij bent tenminste elke dag vrij van school"): de 'uitsmijters'. Aan de hand van deze tops 5 kun je een gesprek op gang brengen over hoe je je het beste kunt opstellen bij een ziekenbezoek. Stellingenspel Nodig: - A4-tje met de tekst: mee eens - A4-tje met de tekst: niet mee eens Verdeel de zaal in twee gedeelten: een ja/mee eens-vak en een nee/niet mee eens-vak. Spreek als discussieleider een aantal stellingen uit. De deelnemende jongeren gaan in het vak staan dat bij hun antwoord past. De discussieleider probeert discussie uit te lokken door mensen uit de verschillende vakken tegen elkaar uit te spelen. - Als ik een verstandelijk gehandicapte in een rolstoel en diens begeleider wil aanspreken, spreek ik eerst de gehandicapte aan. - Anorexia of boulima nervosa (ernstige eetstoornissen) ligt aan je zelf. - Iemand in een rolstoel moet altijd en overal aan iets mee kunnen doen als hij/zij dat wil. - Iemand die depressief is, is te veel met zichzelf bezig. - Als je schizofreen bent, ben je gek. - Pedofilie (seksuele voorkeur van een volwassene voor kinderen) is een ziekte. - Een drugs-, drank- of nicotineverslaafde moet bij operaties waarvoor ook mensen zonder verslaving in aanmerking komen, worden achtergesteld. - Ik blijf de beste vriend(in) voor mijn beste vriend(in), ookals hij/zij langdurig ziek zou zijn. - Een ernstig depressief iemand heeft het recht om zelfmoord te plegen. - Het feit dat iemand in de klas gezondheidsproblemen heeft, mag geen belemmering voor de rest van de klas zijn. - God heeft invloed op het ontstaan en het doen verdwijnen van ziekte. - Gezondheid is een voorwaarde om gelukkig te zijn. - Mijn geestelijke gezondheid bepaal ik zelf. Verhaaltje Schrijf twee keer een kort dagboekfragment (beide keren een half kantje) waarin in principe dezelfde gebeurtenissen voorkomen, maar de ene keer is de ik-persoon psychisch gezond in het andere geval niet. Je kunt denken aan een fobie (claustrofobie, pleinvrees, schoolvrees), aan een ziekte, handicap. Wat zijn de verschillen volgens jou? De verhaaltjes kunnen aan elkaar worden voorgelezen en worden besproken. Als je dit doet binnen een groepsactiviteit, is het handig als voor hetzelfde gezondheidsprobleem wordt gekozen omdat anders in de discussie appels en peren worden vergeleken. Stoel Kies een bijbelverhaal waarin het gaat om iemand die ziek is. Bijvoorbeeld Naäman die melaats is, Bartimeus die blind is, de zieke uit Bethesda die al 38 jaar ligt te wachten of Legio die geesten in zijn hoofd heeft (we zouden dat nu omschrijven als MPS, Multiple Personality Syndrome). Lees het gekozen verhaal eerst met elkaar. Iemand neemt plaats op een stoel en speelt de persoon uit het bijbelverhaal. De andere deelnemers zitten om de stoel heen en
stellen allerlei vraqen, De geïnterviewde probeert deze te beantwoorden vanuit de rol van het gekozen personage.