Beeldend • Kunst • Tekenen
Groep 4-6
2 Mensfiguren
Ik en mijn vrienden
Mensfiguren spelen een belangrijke rol in kunst en kunstonderwijs. In deze serie van drie artikelen worden kinderen vertrouwd gemaakt met het tekenen van en werken met mensfiguren.
Bij kunstonderwijs is het belangrijk dat kinderen (leren) kijken. Door veel te kijken en te oefenen maken ze zich het werken met papieren mensfiguren steeds meer eigen. De basis van mensfiguren tekenen is in de onderbouw gelegd. Kinderen leerden daar grondvormen zien. De stappen die daar gemaakt zijn, moeten doorlopen zijn voordat de volgende lessen voor de middenbouw aanvangen. Als de stappen niet gemaakt zijn, dan is de enige optie die stappen alsnog uit te voeren. Grondvormen zien is niet iets wat kinderen van nature doen en vanuit zichzelf kunnen. Kinderen moeten dit ‘zien in grondvormen’ leren.
Betekenisvolle context Als in de buurt van de school een galerie staat waar kinderen welkom zijn, een museum waar kinderen zonder al te strenge suppoosten op onderzoek uit kunnen gaan, een kunstmanifestatie gehouden wordt of andere kunstzinnige uitingen te zien of te bezoeken zijn, maak daar dan dankbaar gebruik van. Er zijn genoeg aanleidingen om voorafgaand, tijdens of na een bezoek aan zo’n kunstinstelling beeldend aan het werk te gaan. Heeft u deze mogelijkheden niet voorhanden, bouw dan zelf een context. Leid de les in met Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 2 • oktober 2014
mooie, sterke en waargebeurde verhalen. Een verhaal kan namelijk goed voor een context zorgen. Zeker als het een beeldend verhaal is dat aansluit bij de belevingswereld van leerlingen in de middenbouw. Kinderen in de middenbouw waarderen figuratieve kunst. Het zijn beelden die min of meer weergegeven zijn in schema’s: zo tekenen ze zelf ook. In het filmpje Ik en papa, dat hoort bij dit artikel, zijn tekeningen vol schema’s te zien. Het is een verhaal met tekeningen om het mensfiguur centraal te zetten. Bekijk samen met de kinderen het verhaal Ik en papa. U vindt het filmpje op praxisbulletin.nl.
Ino de Groot Ino de Groot is opleidingsdocent beeldende vakken en teamleider deeltijdopleidingen aan de Marnix Academie in Utrecht.
23
Uitspelen De houding van een mens
zegt iets over zijn stemming
De houding van een mens(figuur) zegt iets over zijn stemming. Oefen samen door verdrietig te gaan lopen en de kinderen zich bewust te laten worden van hun lichaamshouding. Kinderen kunnen bewust (leren) voelen hoe ‘staan wachten’, ‘staan kijken’ en ‘laten we gaan’ eruitzien. Dit soort oefeningen kan helpen om straks die houding te treffen met en op papier. Speel met de klas het spel lopend in de gymzaal of tussen de tafels slalommend: loop droef, wacht, kijk en sta op het punt te gaan. En geef dan ineens het commando ‘stop en sta stil’. Bevries de houdingen. Laat de kinderen zich steeds bewust worden van hoe ze staan. Om zichzelf straks in grondvormen te kunnen leggen, moeten de kinderen zich als het ware ‘platslaan’: ze stellen zichzelf als ‘plat’ voor en passen hun houding zo aan, dat ze de grondvormen voor zich zien.
Ervaren brengt begrip De truc is om op 101 manieren het mensfiguur aan te bieden en op 101 manieren de kinderen te laten ervaren hoe dat mensfiguur nu in elkaar zit, steeds in wisselende houdingen. Het draait om hetzelfde grondpatroon, met steeds weer een ander effect: mensfiguren die op elkaar reageren, mensfiguren die met elkaar zijn, die samen iets doen. Samen sporten is natuurlijk een geliefd onderwerp, maar samen naar kunst kijken kan
24
Ik en mijn vrienden • Beeldend • Kunst • Tekenen
ook, net als samen dansen, samen werken of samen iets anders doen. Door veel ervaringen op te doen, komt het mensfiguur als het ware als een ‘vast’ schema in het hoofd te zitten. Een schema dat zo bewegelijk is als de mens zelf. En dat is precies de bedoeling. Straks wordt het tekenen van mensen, zo uit de losse hand, een fluitje van een cent. Nu investeren is straks tekenen. Startpunt: het uitgeknipte mensfiguur Het uitgeknipte mensfiguur vormt de basis van heel veel werk. Op praxisbulletin.nl vindt u een knipplaat met het mensfiguur. Print of kopieer het en laat de kinderen de onderdelen uitknippen. Het spelen kan beginnen. Ze leggen het mensfiguur op een mooi vel papier. Omtrekken en omtrekken De kinderen kunnen het uitgeknipte figuur omtrekken, omdraaien en weer omtrekken; dan krijgen ze een spiegelbeeld. Ze kunnen het figuurtje herhalen door de eerste lijntekening heen, of het figuurtje van een klasgenootje lenen en gebruiken. Er zijn eindeloos veel mogelijkheden. Kaarten Maak van postkaarten (uit eigen verzameling, meegebracht door kinderen of uit schoolvoorraad) schilderijen door ze op een papier te plakken. De kinderen plaatsen er mensfiguren
bij. De kaarten hangen als schilderijen aan de wand, terwijl de mensfiguren er samen naar staan te kijken. De kinderen trekken de figuren en de kaarten om, zodat een concreet beeld, een weergave met lijnen ontstaat. Een fraai resultaat. De kinderen zullen verrukt zijn; dit ziet er goed uit! Keith Haring Als de kinderen de mensfiguurtjes inkleuren, krijg je werk dat verwant is aan het werk van de kunstenaar Keith Haring. Het tonen en bespreken van zijn werk ligt helemaal in de lijn van de kerndoelen: kinderen maken kennis met kunst en ze reflecteren op werk van anderen. Handig knipwerk Handig knippen zorgt ervoor dat er in één knipronde meerdere figuurtjes ontstaan. Daartoe leggen de kinderen drie of vier velletjes papier op elkaar. Ze trekken het mensfiguur om op het bovenste vel. Goed vasthouden en knippen maar. Knijpers zijn handig als de kinderen meer velletjes papier tegelijkertijd willen knippen, dan blijven de velletjes beter op hun plaats. Laat de kinderen elkaars mensfiguren en elkaars knipsels gebruiken: dat levert een mooie samenwerking op!
Omtrekken en omtrekken
Handig knipwerk
Lastig knipwerk
Lastig knipwerk Om het knippen een niveau hoger te tillen, kunt u de volgende opdracht geven: Een groepje danst hand in hand. Dan stoppen ze: knip de dansende sliert mensen. Zo’n mensfiguur uitknippen is een lastig werkje, zeker als de kinderen ook nog meerdere velletjes tegelijk willen knippen in verschillende kleuren – zodat ze straks kunnen experimenteren met kleuren.
Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 2 • oktober 2014
25
Door niet eerst de mensfiguur te tekenen en wel de kleren te maken, kun je met de kleren de houding van de mensfiguren nog beïnvloeden; de kinderen kunnen dan grappige toevallig ontstane knipresultaten gebruiken.
gevonden wordt demotiveert. Potlood is een optie, al zijn de lijnen daarvan op een kaart slecht zichtbaar. De kaarten omdraaien en aan de achterkant de lijnen zetten is geen optie; juist het uitmikken van het patroon in de kleding is zo aardig om te doen. Het is dus aan de kinderen; bespreek het dilemma met ze en laat ze kiezen welke methode voor hen acceptabel is.
Begeleiding
Bibliografie • I. de Groot & L. van der Leij, Kunstmeester! Beeldende vorming: over kinderkunst en meester (m/v) werk, Thieme Meulenhoff, Amersfoort, 2013. • I. de Groot, ‘Teken ik dat lukt altijd…’, in: Praxisbulletin, Malmberg, ’s Hertogenbosch, 2011. • J. van Leeuwen, Een halve hond heel kijken. Een boek over kijken, Querido, Amsterdam/ Antwerpen, 2008. • P. H. Reynolds, De stip, Lemniscaat, Rotterdam, 2008.
26
Kleren maken de man Laat de kinderen het mensfiguur omtrekken en aankleden. De ansichtkaarten komen weer van pas; nu zijn ze een basis voor de kleding. Uit de kaarten knippen de kinderen de kleding. Ze trekken een deel van het mensfiguur op de kaart om, knippen het uit en plakken het op. Ze zoeken steeds naar een mooi patroon of een mooie kleur. Het voordeel van omtrekken met stift is dat de lijnen gezien worden, maar het nadeel is dat er na het knippen restrandjes overblijven die niet zo mooi zijn. Kinderen zien die randjes ook en vinden die niet mooi. Iets dat niet mooi Ik en mijn vrienden • Beeldend • Kunst • Tekenen
• Mopper niet als het knipwerk niet zo vloeiend gaat; het heeft geen zin te hameren op ‘netjes’ werken! Kinderen kunnen het daardoor niet ineens beter. Door veel te doen, ontwikkelt (ook) deze vaardigheid zich. Ervaring doet leren. • Bouw de hele serie rustig op. Spring niet meteen naar het spectaculairste. Gun de kinderen de tijd om het mensfiguur in de vingers te krijgen. Geef stap voor stap de instructie en laat al werkend veel mogelijkheden zien. Je kunt niet te veel voordoen: voed de verbeelding! • Laat tussendoor mooie vondsten van kinderen zien, dit werkt stimulerend. Een goed voorbeeld van de één zet andere kinderen op een spoor. Zo gebruiken ze elkaars ervaring en vondsten. Afkijken wordt leren.
• Technische instructie, verbeeldende instructie en opdrachten lopen in dit artikel door elkaar. Uit het een volgt het ander. Hoe het een en ander precies loopt, kun je niet van tevoren voorspellen; laat u ook als leerkracht verrassen! • Gebruik voor deze lessen de filmpjes die netjes gerangschikt staan op inodegroot.nl. Ook op praxisbulletin.nl zijn deze filmpjes te vinden.
Evaluatie Vraag de kinderen te vertellen. Laat ze vertellen over hun eigen werk, laat ze vertellen over het werk van anderen en laat ze aanwijzen: ‘Kijk daar zie je dit en daar dat en...’ Deel het plezier, deel de verwondering, deel!
Praxisbulletin.nl Dit artikel heeft een uitbreiding op praxisbulletin.nl. Daar zijn opgenomen: • Filmpjes • Knipplaat Praxisbulletin jaargang 32 • nummer 2 • oktober 2014
27