p . 0 8 m o d u l e 1 K e n n i s m a k e n m e t h e t vo r m i n g st r a j e c t | I k , d e a n d e r e n
C.
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Ongeacht de context waarbinnen het vormingstraject zich ontwikkeld is het de groep zelf die – vanuit haar ruime belevingswereld - betekenis geeft aan het eigen traject. Het leerproces zal bijgevolg niet noodzakelijk beperkt blijven tot de specifieke doelstellingen van de organisatie waarin het zich afspeelt. Het gaat om een initiatief van een aantal burgers die samen iets aan hun situatie willen veranderen, en dit kan gevolgen hebben voor de organisatie. Afhankelijk van de context waarin een begeleider zich bevindt (sollicitatietraining, taalcursus, vrouwengroep…) zal hij bijgevolg zelf voortdurend vorm moeten geven aan de eigen begeleiderrol.
1
module
Kennismaken met het vormingstraject
Ik, de anderen
Het traject heeft ons wakker geschud, onze aandacht was gewekt! ••• Ik heb geleerd om te tonen wat ik in mij heb en te luisteren naar wat anderen voelen.
2. Hoewel we er ons van bewust zijn dat het nemen van nota’s tijdens de vorming sommige groepsleden kan helpen om aandachtig te blijven en zich de ‘leerstof’ eigen te maken, stellen we voor dat de begeleider de verslagen maakt. Schrijven kan immers de groepsdynamiek hinderen en het participatieve traject afremmen. In functie van de noden en verwachtingen van de groep en/of van het statuut van de vorming kan het verslag verschillende vormen aannemen. Foto’s vormen een belangrijke geheugensteun bij het terugblikken op de inhoud van de modules. Groepsleden zelf foto’s laten trekken, geeft hen niet alleen verantwoordelijkheid, maar ook een gelegenheid om zich (anders) uit te drukken. Het is ook een manier om de diversiteit aan invalshoeken zichtbaar te maken. Echter bij het uitvoeren van concrete taken of het werken in kleine groep, kan het fotograferen het werk verstoren of vertragen. Op deze momenten is het bij voorkeur de begeleider die deze taak op zich neemt! 3. De aanwezigheid van een grote verscheidenheid aan knutsel- en expressiemateriaal stimuleert de creativiteit van de groepsleden. Echter, door hun plaats en visuele aantrekkingskracht dreigen de beeldende materialen soms de andere expressiemogelijkheden zoals het woord (dictafoon), de fotografie (fototoestel) of het schrift (pen en papier, laptop) te verdringen. Het verdient aandacht om als begeleider tijdens de presentatie van het materiaal aan elke materiaalsoort evenveel aandacht en plaats te geven. 4. Sommige groepen in opleiding hebben moeite om zich vrij en creatief uit te drukken, omdat ze dit niet gewoon zijn. Het is dan de taak van de begeleider om het statuut van het vormingstraject nog eens expliciet uit te leggen: verruiming van professionele naar maatschappelijke vorming en creëren van een ‘zuurstofbel’ binnen de opleiding of vorming. De expressieoefening biedt de groepsleden en de begeleider ook de gelegenheid om zich op gelijke voet te zetten, en geeft nieuw samengestelde groepen de kans om elkaar op een andere manier te leren kennen. 5. In een context van vrijwillige groepen- waar er vaak via de groep aan het individu wordt gewerkt is het aan de begeleider om in te schatten of en op welk moment de creatieve expressieoefening het beste plaatsvindt. Kan er reeds bij aanvang van het traject – voorbij het collectieve – aan het individuele worden geraakt of wordt er beter gewacht op een moment waarop er (plots) een zekere nieuwsgierigheid voor de (individuele) ander wordt gewekt?
De groep vat het vormingstraject rond burgerparticipatie aan met het uitwisselen van hun ideeën over participatie. Nadien volgt een moment van vrije expressie, waarbij de groepsleden mogen kiezen op welke manier ze zich het liefst uitdrukken. In de confrontatie met elkaars expressieve creaties leren de groepsleden elkaar niet alleen beter kennen, maar worden ze zich ook bewust van de diversiteit in de groep en van de verschillende manieren waarop mensen zich uitdrukken. Verhalen of getuigenissen van groepen die zich het vormingstraject reeds eigen maakten, inspireren de groep om een eigen traject te ontwerpen. Wat weten wij over participatie, wat weten we van elkaar, en waartoe engageren wij ons? De groepsleden kennen elkaars ideeën over participatie. Ze hebben een concreet en duidelijk beeld van het vormingstraject en begrijpen dat ze zelf mee invulling zullen geven aan de inhoud en het verloop van het traject. De groepsleden en de begeleider kennen en begrijpen elkaar beter. Burgerparticipatie | Breinleren | 5-TWIN Energizers | Trajectenkaart | Trajectverhalen | Tijdsvoorstellingen | Verslag | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 1 K e n n i s m a k e n m e t h e t vo r m i n g st r a j e c t | I k , d e a n d e r e n
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. Kennismaken en zich engageren voor een traject Energizer en inleiding • • • •
Onthalen van de groep Informeren over het thema en doel van het vormingstraject Informeren over de inhoud van de vormingsmodule Verbinden van het thema participatie met de leefwereld van de groep
2. Opwekken van ideeën over participatie Groepsdiscussie • Betrekken en valoriseren van de groep • Sensibiliseren m.b.t. het participatiethema 3. Zich vrij uitdrukken Individuele opdracht • Ontwikkelen van zelfexpressie en fantasie • Stimuleren van creativiteit • Ruimte creëren voor welzijn en plezier 4. Zich ontspannen en opnieuw in beweging komen Pauze en energizer • Ruimte creëren voor rust • Aanzetten tot luisterbereidheid • Laten ervaren van de groepsdynamiek 5. Bespreken van de creaties Groepsdiscussie • • • • • • •
Erkennen van de waarde van ieders creatie Benoemen van en plaats geven aan gevoelens en emoties Aanzetten tot luisterbereidheid en aandachtige observatie Stimuleren tot openheid voor verbeelding en interpretatie Leren openstaan voor de reacties van anderen Werken aan het loslaten van waarde- en vooroordelen Wijzen op diversiteit en verschillen in de manieren waarop mensen zich uitdrukken
6. Kennismaken met het vormingstraject Informatie in woord en beeld • Helpen inschrijven in een collectief vormingstraject • Vertellen van concrete verhalen over de trajecten van anderen • Situeren van de groep in een netwerk 7. Zich het traject eigen maken Groepsdiscussie • Helpen voorstellen van de tijd (en zich in de tijd situeren) • Sensibiliseren rond verschillen in betekenisgeving • Bewust maken van de actieve bijdrage van de groep en haar invloed op het traject 8. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • Ruimte maken voor en zichtbaar maken van onenigheden en conflicten • In groep verder uitwerken van het vormingstraject
p . 0 4 m o d u l e 1 K e n n i s m a k e n m e t h e t vo r m i n g st r a j e c t | I k , d e a n d e r e n
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
aan, bijvoorbeeld het volgen van een opleiding of van voorliggend vormingstraject, het uitvoeren van een job, het nemen van beslissingen in het gezin, de organisatie van een (trouw)feest, enz. De begeleider noteert en groepeert alle ideeën op het bord en wijst op de diversiteit van deze ideeën. Hij vermeldt dat nog op deze ideeën zal worden teruggekomen. Zie Breinleren.
Kennismaken met het vormingstraject
• “Al doende leert men. Het vormingstraject dat vandaag wordt voorgesteld, wil jullie laten voelen en ervaren wat het is om in groep (aan de samenleving) te participeren. Jullie bijdrage aan dit traject is cruciaal: jullie zullen mee bepalen hoe jullie vormingstraject er zal uitzien!”
Benodigdheden Flipchart | Markeer- en alcoholstiften | Post-its | CD en muziekinstallatie | Een grote verscheidenheid aan expressie- en knutselmateriaal (dictafoon, fototoestel, verf, textiel, pen en papier, klei…) | Powerpointpresentatie of foto’s (A4) van andere Van Ik naar Wij-trajecten | Fototoestel Inrichting van de ruimte Een stoelenkring | Verschillende werkhoeken die naargelang het expressiemateriaal anders worden ingericht (op de grond, op stoelen en/of rond een tafel) 1.
Kennismaken en zich engageren voor een traject Energizer en inleiding 1 + 2
animator / instructeur | [15’] |
• De begeleider onthaalt de groep en animeert een energizer
3.
3 + 4 + 5
• De begeleider informeert “Dit vormingstraject gaat over participatie aan de samenleving of meer specifiek over hoe jullie als groep een plaats kunnen innemen in de samenleving. Door bij ons een opleiding te volgen of te werken, nemen jullie reeds een plaats in deze samenleving in, maar dit van ook nog op andere manieren. Het maakt deel uit van de missie van onze organisatie om jullie dit te leren.”
• De begeleider kondigt aan dat de creaties beurtelings door de groep zullen worden besproken (zonder oordeel) en telkens door de ontwerper zullen worden toegelicht. • Tijdens de vrije expressie wordt muziek gespeeld. 4.
• De begeleider verduidelijkt dat hij van elke module een verslag zal maken (met o.a. de foto’s van de groep als geheugensteun) en vertrouwd het fototoestel toe aan een vrijwilliger. Indien nodig, gaat de begeleider na of iedereen akkoord is om gefotografeerd te worden
2.
Opwekken van ideeën over participatie Groepsdiscussie
Zich ontspannen en opnieuw in beweging komen Pauze en energizer
• Na de pauze animeert de begeleider een energizer 5.
Bespreken van de creaties Groepsdiscussie
gespreksleider / verslagnemer | [15’] |
0:15
• De begeleider gaat na wat de groepsleden weten over participatie: “Wat betekent participeren voor jullie?” Om de groep op weg te helpen, haalt de begeleider een aantal concrete situaties
0:30
• De begeleider maakt de groep attent op de grote variatie aan expressief- en knutsel materiaal en legt uit dat iedereen zich vrij mag uitdrukken (vrij onderwerp en expressievorm naar keuze). Een creatie kan verschillende vormen aannemen: woorden, verhalen, tekeningen, schilderijen, foto’s, kleibeelden, teksten, textielcreaties, plastische beelden…
[Balvolgspel].
• De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Participatie, Individuele expressie en Ontmoeting de vormingsmodule in en beantwoordt eventuele vragen.
animator / deelnemer | [30’] |
• Door samen te werken leer je elkaar beter kennen, tenminste als je een aantal regels in acht neemt. Samenwerking – d.i. samen leven en werken – veronderstelt bepaalde vaardigheden. We proberen deze vaardigheden te ontdekken via een expressieve oefening waaraan iedereen meedoet.
0:00
• De begeleider licht het bijzondere statuut van het vormingstraject toe: de groepsleden hoeven geen nota’s te nemen tijdens het traject, maar worden gevraagd om beurtelings foto’s te maken. Na het voltooien van het traject dient geen examen of test te worden afgelegd. Wel wordt aan het eind van elke module (en het traject) een collectief evaluatiemoment voorzien.
Zich vrij uitdrukken Individuele opdracht
animator / deelnemer | [15’] |
1:00
[Ritme klappen].
gespreksleider / deelnemer | [30’] |
1:15
• De groep verzamelt zich rond een tafel en de groepsleden plaatsen ieder om beurt hun creatie op tafel. • De groep krijgt voldoende tijd om elke creatie in zich op te nemen. De begeleider vraagt hen te vertellen wat ze bij de creatie voelen of denken: “Wat stelt deze creatie volgens jou voor en wat
p . 0 6 m o d u l e 1 K e n n i s m a k e n m e t h e t vo r m i n g st r a j e c t | I k , d e a n d e r e n
p. 07
roept ze bij je op?” Bij het beantwoorden van de vragen verzoekt de begeleider de groep om geen oordeel uit te spreken over de creaties van de anderen. Tegelijk wordt van de ontwerper verwacht dat hij zonder oordeel naar de commentaren van de anderen luistert
dat zij zich de tijd kunnen voorstellen. Rekening houdend met de verschillende voorstellingen van tijd, brengt de begeleider zelf twee mogelijke tijdsvoorstellingen[zie ] aan of gaat hij samen met de groepsleden op zoek naar de manier(en) waarop zij tijd afbeelden. De groep kiest één (of meerdere) tijdsvoorstelling(en) waarin iedereen zich kan herkennen.
• Na de bespreking van elke creatie legt de ontwerper uit wat hij heeft gemaakt, wat hij hierbij voelde en waarom hij voor een bepaald materiaal koos. De creatie die door de begeleider werd gemaakt, wordt als laatste besproken.
• De begeleider brengt de vastgelegde data op de gekozen tijdsvoorstelling aan en plakt hierbij telkens een post-it en/of beeld dat weergeeft welke module(s) en/of inhoud(en) op deze momenten ‘kunnen’ worden behandeld; ‘kunnen’ omdat de groep uiteindelijk zal bepalen welke richting het traject volgt. Bij wisselende groepen schrijven de deelnemers hun namen naast elke bijeenkomst waaraan ze deelnemen. Wanneer het vormingstraject plaats vindt in verschillende opleidingen of cursussen, noteren de betrokken begeleiders ook telkens hun naam bij de module die zij zullen begeleiden.
• Nadat alle creaties zijn besproken, vraagt de begeleider naar wat de groepsleden voelden toen de eigen creatie werd besproken. • De begeleider besluit de oefening met een verwijzing naar vaardigheden die bijdragen tot kwaliteitsvol groepswerk, d.i. aandachtig zijn, luisteren, niet onmiddellijk oordelen, de eigen mening durven geven, bewust zijn van verschillen in uitdrukken en interpreteren, elkaar als gelijken benaderen, enz. 6.
Kennismaken met het vormingstraject Informatie in woord en beeld
instructeur / gespreksleider | [30’] |
• Na het invullen van de tijdvoorstelling(en) vraagt de begeleider elk groepslid wat hij van het vormingstraject vindt. • In het geval van vrijwillige groepen is het interessant om stil te staan bij de motivatie om met het vormingstraject aan de slag te gaan: “Heeft iedereen er zin in?”. Zo ja, dan stelt de begeleider een engagementsverklaring op (waartoe engageren we ons?) waarin o.a. kan worden verwezen naar de leefregels van de groep (welke regels volgen?). Zo nee, dan wordt met de groep besproken hoe het verder moet. Als er nog geen leefregels zijn, dan legt de begeleider uit dat deze in module 2 zullen worden opgesteld. De engagementsverklaring wordt zowel door de begeleider als de groepsleden ondertekend.
1:45
• De begeleider legt de link met de vorige oefening:‘Jullie zagen bij de vrije expressie dat uit hetzelfde basismateriaal heel diverse creaties kunnen ontstaan. Het vormingstraject dat nu voor ons ligt, werd al door andere groepen afgelegd. Dit leidde telkens tot erg diverse verhalen en resultaten.’ • Aan de hand van foto’s of een powerpointpresentatie vertelt de begeleider twee verschillende trajectverhalen : hoe gaven de groepen vorm aan hun traject en wat leerden ze eruit? • Na elk verhaal krijgt de groep voldoende tijd om vragen te stellen. • Om af te sluiten, stelt de begeleider de vzw Flora voor, een netwerk van organisaties actief in het brede landschap van socio-professionele inschakeling. Flora ontwikkelde samen met verschillende groepen vrouwen het vormingstraject rond burgerparticipatie. Hun ervaringen vind je terug op: www.florainfo.be. Trajecten uitwisselen, versterkt het eigen netwerk en schrijft de groep in een groter maatschappelijk verband in. 7.
Zich het traject eigen maken Groepsdiscussie
instructeur / gespreksleider | [30’] |
2:15
• De begeleider deelt de data mee waarop aan het vormingstraject zal worden gewerkt en legt uit dat het traject een gezamenlijk initiatief inhoudt. Hij maakt duidelijk dat de groep zal bepalen welke richting het traject uitgaat en welk initiatief hierbij wordt beoogd [trajectenkaart]. Opdat de groep zich een idee kan vormen van de duur en inhoud van het traject, is het belangrijk
8.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / facilitator / verslagnemer / deelnemer | [15’] |
2:45
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen en legt uit wat ‘evaluatie’ in de context van het traject betekent. Zie [Evaluatiemethoden]. • De begeleider leidt de evaluatie in [Tabel] Te bevragen: Begrip van het vormingstraject en van de notie participatie I De gevoelens bij het participatief werken (zelf invulling geven) I De methodiek (energizer, expressieve creatie, foto’s, evaluatie…) • De begeleider bespreekt met de groep welke vorm (foto’s, tekst, sleutelwoorden, schema’s…) en inhoud (samenvatting, verklaring theorie, inspirerende ideeën…) ze voor het verslag wensen. • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • De begeleider vertelt wat er tijdens de volgende bijeenkomst zal gebeuren en verwijst hierbij naar de tijdsvoorstelling(en). De groep mag reageren.
2
p. 08 module 2 Samenwerken i n groep | I k en de an deren
C.
module
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. In het geval van vrijwillige groepen is het nuttig om de discussie rond leefregels te voeren op het moment van hun engagementsverklaring (zie module 1). Op deze manier wordt niet alleen duidelijk op welke dagen, uren enz. zal worden gewerkt (praktische afspraken), maar ook in welke geest zal worden samengewerkt (leefregels). 2. Ook als er in de organisatie al leefregels bestaan, is het toch interessant om deze oefening te doen. Zo worden de bestaande leefregels nog eens besproken en eventueel aangevuld en/of gewijzigd.
Samenwerken in groep
Ik en de anderen
Dit is de eerste keer dat wij samen aan een project werken. ••• Wij kunnen ook verantwoordelijkheden nemen, maar hebben nood aan ondersteuning, aanmoediging en veiligheid.
3. Eens de leefregels door de groep worden goedgekeurd, is het belangrijk deze regels levend te houden door ze regelmatig te bevragen. Dit kan onder andere door bij de start van elke bijeenkomst of bij het verwelkomen van een nieuw groepslid even stil te staan bij de leefregels, door deze voor te lezen en – indien de groep dit wenst – te becommentariëren of aan te passen. Bij voorkeur wordt het groepscontract (leefregels) niet enkel ondertekend door de bij het traject betrokken begeleider, maar ook door de andere begeleiders waarmee de groep (buiten het traject) in contact komt. Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
Het uitvoeren van een aantal energizers met groepsvormend karakter legt de persoonlijke noden van de groepsleden bloot; ze ontdekken wat ze nodig hebben om in groep te functioneren. De individuele noden worden eerst in kleine groep besproken. Deze reflectie vormt nadien de basis voor een gezamenlijke reflectie over groepsnoden en leefregels, dat zijn afspraken die het samenwerken in groep regelen. De leefregels worden vastgelegd in een groepscontract dat door iedereen – dus ook door de begeleider – wordt ondertekend. Welke regels helpen ons om beter te kunnen samenwerken? De groepsleden ervaren een gevoel van verbondenheid en kennen elkaars noden om veilig met elkaar in interactie te treden. Tijdens het samenwerken respecteren ze de leefregels die zijn vastgelegd in een groepscontract. Werken met groepen Verslag | Energizers | Leefregels | Ontspanningsoefeningen | Evaluatiemethoden
p. 01
p. 02 module 2 Samenwerken i n groep | I k en de an deren
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. In beweging komen Energizer • Stimuleren van plezier en ontspanning • Creëren van een aangename sfeer • Creëren van vertrouwen, verbondenheid en interactie 2. Kennismaken met de module Inleiding • Informeren over de inhoud van de vormingsmodule • Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject • Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject 3. Bewust worden van de noden m.b.t. het werken in groep Inleefoefening • • • •
Helpen zoeken naar individuele en groepsnoden m.b.t. samenwerken Ruimte creëren voor ontspanning en plezierig samenzijn Stimuleren van wederzijds vertrouwen Versterken van de groepscohesie
4. Bespreken van ieders noden en gevoelens Groepswerk • Ondersteunen van het (leren) werken in kleine groep • Stimuleren van wederzijdse interactie 5. Zich ontspannen en aandacht richten op het hier en nu Pauze en ontspanningsoefening • Ruimte creëren voor rust • Oproepen van nieuwe noden
6. Opstellen van leefregels en een groepscontract Groepsdiscussie • • • •
Stimuleren van een reflectie rond regels en afspraken voor goed groepswerk (leefregels) Creëren van een veilig en positief groepsklimaat Stimuleren van inbreng en betrokkenheid Waarderen van ieders bijdrage aan het groepscontract
7. Huldigen van het groepscontract Groepsdiscussie • ‘Vieren’ van de leefregels en het groepscontract • Valoriseren van persoonlijk en groepswelzijn • Aanzetten tot gezamenlijk engagement 8. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • In groep verder uitwerken van het vormingstraject
p. 04 module 2 Samenwerken i n groep | I k en de an deren
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
3.
Samenwerken in groep
Bewust worden van de noden m.b.t. het werken in groep Inleefoefening
animator / deelnemer | [30] |
• De begeleider beschrijft en animeert 3 energizers die de groep zullen helpen om hun persoonlijke noden met het oog op het werken in groep te ontdekken. Hij vraagt de groepsleden tijdens het uitvoeren van de energizers goed te letten op wat ze voelen, meer specifiek wat betreft: 1. het effect van de energizer (op zichzelf en de groep); 2. moeilijke aspecten (voor zichzelf en de groep); 3. gemakkelijke aspecten (voor zichzelf en de groep).
Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Flipchart | Alcoholstiften | Grote post-its | Fototoestel Inrichting van de ruimte Eén vrije ruimte | Een stoelenkring | Drie werkhoeken
• Elke energizer beoogt verschillende doelen, d.i. Zich concentreren menwerken [Joe Egg] en (drie) groepen vormen [Fruitsalade]. 1.
In beweging komen en verhogen van de concentratie Energizer
animator / deelnemer | [5’] |
• De begeleider animeert een energizer
4.
2.
[Energie doorgeven].
Kennismaken met de module Inleiding 1
[Zo dans je de rumba], Sa-
• De begeleider duidt: “De antwoorden op bovenstaande vragen zullen respectievelijk in kleine en grote groep worden besproken. Op basis van de elementen uit deze besprekingen zullen we samen leefregels opstellen”. Zie [Leefregels].
0:00
• De begeleider onthaalt de groep.
0:15
Bespreken van ieders noden en gevoelens Groepswerk
animator / facilitator | [30’] |
0:45
• De drie groepen die via de energizer uit punt 3 werden samengesteld, nemen elk plaats aan een aparte tafel. instructeur | [10’] |
0:05
• De begeleider deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit. • De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Leefregels en Groepscontract de vormingsmodule in en licht toe welke aanpassingen gebeurden op basis van de vorige evaluatie. • De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe.
• De begeleider introduceert de notie ‘leefregels’ en legt uit hoe de reflectie rond persoonlijke en groepsnoden kan helpen bij het uitwerken van leefregels: Om goed te kunnen samenwerken moeten er duidelijke afspraken en begrijpelijke regels worden vastgelegd. Heel vaak worden deze afspraken en regels echter niet uitgesproken en zijn ze niet noodzakelijk door iedereen gekend. Dit kan het (goed of beter) functioneren van een groep in de weg staan. Opdat iedereen zich herkent in de leefregels en er zich goed bij voelt, is het erg belangrijk dat er samen over deze regels wordt nagedacht. Het bespreken van onze persoonlijke en groepsnoden kan ons helpen bij deze reflectie. • De drie werkgroepen bespreken elk een andere energizer. Ze baseren hun bespreking op de drie vragen die reeds in punt 3 werden meegegeven. • Elke groep noteert haar antwoorden, samen met de naam van de besproken energizer, op een flap. • Tijdens het groepswerk observeert de begeleider de verschillende groepsdynamieken.
p. 06 module 2 Samenwerken i n groep | I k en de an deren
5.
p. 07
Zich ontspannen en aandacht richten op het hier en nu Pauze en ontspanningsoefening
animator / deelnemer | [15’] |
• Na de pauze leidt de begeleider een ontspanningsoefening 6.
1:15
gespreksleider / deelnemer / verslagnemer | [50’] |
Huldigen van het groepscontract Groepsdiscussie 3
[Buikademhaling].
Opstellen van leefregels en een groepscontract Groepsdiscussie 2
7.
facilitator / deelnemer | [15’] |
2:20
• De goedgekeurde leefregels worden overgebracht op een grote affiche (collage van de post-its of keurig overschrijven van de regels) en worden in een groepscontract gegoten. • Zowel de groep als de begeleider ondertekenen het groepscontract. • De begeleider wijst erop dat leefregels leven en het soms nodig is om bepaalde regels te veranderen of aan te passen, of om nieuwe leefregels te formuleren. Dit kan gebeuren op vraag van de groep of de begeleider.
1:30
• De verschillende werkgroepen nemen plaats in de (stoelen)kring en presenteren beurtelings de resultaten van hun groepswerk. Indien dit niet duidelijk is, geeft de begeleider aan welke persoonlijke en/of groepsnoden in deze resultaten naar voor komen. • Na elke presentatie mogen de andere groepen en de begeleider reageren; de verschillende reacties worden door een groepslid of de begeleider genoteerd op de betreffende flap. • De begeleider staat nadien stil bij de andere energizer(s) uit de module (hier: energie doorgeven): ‘Aan welke noden komt deze energizer tegemoet? Hebben we deze noden al genoteerd of zijn ze nieuw?’ • Ook de ontspanningsoefening (hier: buikademhaling) wordt in groep besproken. • De begeleider staat eveneens stil bij het werken in kleine groepen en identificeert samen met de groep welke noden tijdens dit groepswerk werden blootgelegd. • De begeleider vat nog eens alle aangehaalde noden samen en nodigt de groep uit om te zoeken naar leefregels die aan deze noden tegemoet komen. • Alle leefregels worden duidelijk op grote post-its genoteerd en besproken door de groep. Regels die in de ogen van de groepsleden onduidelijk, overlappend, verkeerd of onvoldoende gegrond zijn, mogen steeds door hen – in samenspraak met de groep – worden aangepast of verwijderd.
8.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [25’] |
2:35
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de valuatie in [Gespreksronde en pose]. Te bevragen: De werkvormen (energizers, werken in kleine en grote groep) | Het resultaat (de leefregels, het groepscontact) | Inhoud en vorm verslag • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • De begeleider vertelt wat er tijdens de volgende bijeenkomst zal gebeuren en verwijst hierbij naar de tijdsvoorstelling(en). Het staat de groepsleden vrij om hierop te reageren. • Als werd gekozen [zie trajectenkaart] om verder te gaan met module 3 dan vraagt de begeleider de groep om volgende keer voorwerpen van één of meerdere burgerinitiatieven mee te brengen.
3
p . 0 8 m o d u l e 3 Zo e k e n n a a r ov e r e e n ko m st e n | W i j
C.
module
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Via voorwerpen komen tot een uitwisseling rond de begrippen ‘burgerinitiatief’ en ‘burgerparticipatie’ is niet evident, maar zeker haalbaar. Vaak zijn begeleiders zelfs verrast over de acties die hun groepsleden kennen. Het kan daarom interessant zijn om de groep vooraf te vragen om zelf voorwerpen mee te brengen. 2. De inleefoefening met ballonnen lijkt in eerste instantie kinderachtig en kunstmatig, maar heeft tot nu toe in elke groep al een grote impact gehad…een aanrader dus! Bij deze oefening is het belangrijk helder uiteen te zetten op welke manier het stemmen zal verlopen; de meeste groepsleden zijn dit immers niet gewoon. Als begeleider moet je tijdens de ‘stemoefening’ ook rekening houden met verschillende scenario’s. Wanneer je met één van volgende scenario’s geconfronteerd wordt, is het interessant om deze nadien met de groep te bespreken (bijvoorbeeld onder punt 6): • De kans bestaat dat een groepslid ‘tegen’ stemt en dit niet noodzakelijk doet omdat hij niet rond het gemeenschappelijk element wil werken, maar wel omdat hij zich wil afzetten tegen de groep, om te voelen dat hij bestaat (en eindelijk ook eens macht heeft). • Soms luisteren groepsleden niet aandachtig naar de instructies of doen ze alsof ze de opdracht hebben begrepen… dit kan boeiende gevolgen hebben voor de oefening, maar ook in het dagelijkse leven: als je afgeleid bent of niet veel energie hebt, lopen er soms dingen aan je neus voorbij of mist je groep kansen. • Sommige groepsleden zijn er zich niet altijd van bewust dat ‘zwijgen’ of ‘niet stemmen’ ook een stem betekent, namelijk een negatieve stem. Het is uiteindelijk de groep die beslist wat er met deze oefening wordt gedaan, zij beslissen of het bij een oefening blijft of dat de resultaten een eerste aanzet vormen om na te denken over mogelijke groepsinitiatieven. 3. Het zoeken naar een gezamenlijke definitie van burgerparticipatie en de uitdaging om dit in één zin neer te schrijven, zet de groepsleden aan om even stil te staan en diepgaand na te denken over wat het begrip burgerparticipatie voor hen betekent. Het samen formuleren van een definitie vormt een meerwaarde binnen het project, er wordt dan ook geregeld op deze definitie teruggekomen. Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
Zoeken naar overeenkomsten
Wij
Het is belangrijk dat iedereen betrokken wordt bij het project en er zich goed voelt. ••• Ik schrok toen het thema werd verworpen omdat ik mijn vinger niet in de lucht stak.
Via het zoeken naar overeenkomsten leren de groepsleden elkaar beter kennen. Een inleefoefening confronteert hen met een belangrijk element van het groepsproces, namelijk het nemen van gezamenlijke beslissingen. Het praten over voorbeelden van burgerinitiatieven – dichtbij of soms wat verder van het eigen bed – geeft de groep de kans om hun eigen definitie van burgerparticipatie verder uit te werken. Wat bindt ons, hoe nemen we samen beslissingen en wat is burgerparticipatie voor ons? De groepsleden voelen dat ze deel uitmaken van een groep. Ze kennen verschillende manieren om in groep te beslissen en ervaren welke invloed het kan hebben om de eigen stem te laten horen. De groepsleden weten wat burgerparticipatie kan inhouden en hebben hiervoor een eigen gemeenschappelijke definitie. Burgerparticipatie Verslag | Energizers | Burgerinitiatieven | Besluitvorming | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 3 Zo e k e n n a a r ov e r e e n ko m st e n | W i j
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. Kennismaken met de module Inleiding • Informeren over de inhoud van de vormingsmodule • Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject • Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject 2. Samen creëren Energizer • Opwekken van enthousiasme • Aanwakkeren van expressie en creativiteit • Stimuleren van respectvolle samenwerking 3. Zoeken naar overeenkomsten Individuele opdracht en groepsdiscussie • Samen zoeken naar overeenkomsten • Bewust maken van mogelijke verschillen in betekenisgeving en achtergrond • Bevorderen van het groepsgevoel 4. Zich ontspannen en ervaren van een groepsgevoel Pauze en energizer • • • •
Ruimte creëren voor rust Creëren van een positief groepsklimaat Stimuleren van de groepsgeest Opwekken van nieuwe energie
5. Kiezen van gemeenschappelijke thema’s Inleefoefening • Aanreiken van een voorbeeld van collectieve besluitvorming • Expliciet laten ervaren van de eigen impact en de impact van anderen • Prikkelen en uitlokken van ideeën rond besluitvorming
6. Kennismaken met collectieve besluitvormen Feedback op de inleefoefening • Aantonen hoe belangrijk het is om deel te nemen aan besluitvorming • Aanreiken en bespreken van verschillende manieren van besluitvorming • Helpen kiezen van een wijze van besluitvorming die zal worden gebruikt bij het kiezen van een gezamenlijk project (module 5) 7. Ontsluieren van burgerparticipatie Ervaringsuitwisseling • • • •
Inventariseren van reeds gekende burgerinitiatieven Waarderen van de reeds aanwezige kennis m.b.t. burgerinitiatieven Verruimen van de kijk op burgerinitiatieven Verschaffen van (meer) inzicht in het begrip burgerparticipatie
8. Samen definiëren van burgerparticipatie Groepsdiscussie • Waarderen van ieders kennis m.b.t. burgerparticipatie • Confronteren en bevragen van de verschillende visies op burgerparticipatie • Helpen zoeken naar een gemeenschappelijke visie op burgerparticipatie 9. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • In groep verder uitwerken van het vormingstraject
p . 0 4 m o d u l e 3 Zo e k e n n a a r ov e r e e n ko m st e n | W i j
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
• Na het uitkiezen van de foto’s nemen de groepsleden opnieuw plaats in de kring. Elke foto of kaartje wordt beurtelings door iedereen besproken: welk(e) element(en) op de foto of het kaartje verbinden ons met elkaar? De antwoorden worden door de begeleider samengevat in één woord en op een post-it genoteerd. De post-it wordt op de foto of het kaartje gekleefd (één foto kan meerdere betekenissen oproepen).
Zoeken naar overeenkomsten Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Reeks themafoto’s die aansluiten bij de leefwereld en interesses van de groep | Alcoholstiften | Kartonnen kaartjes | Post-its | Scharen | Lijm | Flipchart | Buddies of plakband | Burgerinitiatieven: informatie en voorwerpen | Ballonnen | Naald | Schema besluitvorming | Fototoestel | Muziekinstallatie en CD
• Wanneer iedereen zijn mening heeft gegeven, beslist de begeleider samen met de groep welk(e) element(en) op de post-its de groep binden. Elementen (post-its) die niet door iedereen worden goedgekeurd, worden verwijderd. • De overgebleven foto’s en kaartjes (met post-it) worden samengebracht in één grote collage. De begeleider noteert (eventueel tijdens de pauze) de sleutelwoorden op ballonnen: één sleutelwoord per ballon.
Inrichting van de ruimte Stoelenkring | Eén tafel (themafoto’s of voorwerpen van burgerinitiatieven) 1.
Kennismaken met de module Inleiding
4.
1
instructeur | [10’] |
0h00
• De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe. 2.
Samen creëren Energizer
animator / deelnemer | [10’] |
0h10
• De begeleider animeert een energizer [Besmettelijke ziekte]. 3.
Zoeken naar overeenkomsten Individuele opdracht en groepsdiscussie
facilitator | [35’] |
0h20
• De groepsleden verzamelen zich rond de met foto’s bedekte tafel. De begeleider geeft hen de opdracht om te zoeken naar foto’s waarop elementen staan die de groep binden. Elementen die op geen enkele foto worden terug gevonden, worden op een kartonnen kaartje geschreven (één element per kaartje).
animator/ deelnemer | [15’] |
• De begeleider onthaalt de groepsleden en deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit. • De begeleider leidt aan de hand van het sleutelwoord Burgerparticipatie de vormingsmodule in en licht toe welke aanpassingen gebeurden zijn op basis van de vorige evaluatie. Indien de groepsleden zelf voorwerpen meebrachten, verzamelt de begeleider deze met het oog op punt 7.
Zich ontspannen en ervaren van een groepsgevoel Pauze en energizer
0h55
• De begeleider daagt de groep na de pauze uit om alle ballonnen (zie punt 3) die hij geleidelijk in het spel brengt, in de lucht te houden. Tijdens het spel wordt er muziek gespeeld. 5.
Kiezen van gemeenschappelijke thema’s Inleefoefening 2
facilitator / animator | [20’] |
1h10
• De begeleider legt het doel en verloop van de oefening uit: “we zullen anoniem en unaniem beslissen welke gemeenschappelijke elementen ons voldoende boeien om rond verder te werken. Het is immers niet omdat we iets gemeenschappelijk hebben, dat we noodzakelijk dezelfde energie of zin hebben om hier ook daadwerkelijk iets rond te doen”. • Om de anonimiteit te waarborgen, stellen de groepsleden zich op in een cirkel met hun ruggen naar elkaar. • De begeleider leidt de stemming. Hij neemt de ballonnen waarop de gemeenschappelijkheden werden genoteerd beurtelings in de hand en leest telkens luidop het opschrift van de ballon. Er wordt bij elke ballon – en dus voor elk gemeenschappelijk element – gestemd, d.w.z. dat er meerdere stemrondes zijn. Per stemronde mag elk groepslid opnieuw zijn hand omhoog steken. • Als de groepsleden een element interessant genoeg vinden om rond verder te werken, moeten ze hun rechterhand in de lucht steken. Als niet alle handen de lucht in gaan, prikt de begeleider de ballon kapot en gaat hij over naar een andere ballon.
p . 0 6 m o d u l e 3 Zo e k e n n a a r ov e r e e n ko m st e n | W i j
p. 07
• Aan het einde van de verschillende stemrondes worden de gemeenschappelijke elementen, genoteerd op de overgebleven ballonnen, omcirkeld op de collage (zie punt 3). Blijft er geen enkele ballon over, dan wordt met de groep nagedacht over andere elementen waarrond een initiatief kan worden opgezet (brainstorm). 6.
Kennismaken met collectieve besluitvormen Feedback op de inleefoefening
instructeur / gespreksleider | [35’] |
• Om de oefening af te sluiten, vertellen de groepsleden of ze ooit zelf aan een groeps- of burgerinitiatief hebben deelgenomen. Indien dat het geval is, vraagt de begeleider hen of ze hierover wat meer kunnen vertellen. 8.
3
1h30
• De begeleider vat de reacties van de groepsleden samen en legt uit dat er verschillende manieren zijn om in groep een beslissing te nemen. Zie [Besluitvorming].
instructeur / gespreksleider / facilitator / deelnemer | [25’] |
• Indien nodig kan de begeleider nog enkele ideeën of sleutelwoorden toevoegen. 9.
2h05
• De groep neemt plaats rond de tafel vol voorwerpen. De begeleider legt uit dat alle voorwerpen (eventueel meegebracht door de groepsleden) werden ontworpen in het kader van bestaande burgerinitiatieven en dat ze de groep kunnen inspireren bij het zoeken naar een eigen definitie van ‘burgerparticipatie’. • De begeleider geeft de groepsleden voldoende tijd om alle voorwerpen in stilte te bekijken. Hij vraagt de groep om na te gaan of zij iets kunnen vertellen over één (of meerdere) voorwerp(en)… op basis van wat ze al weten of van wat ze nu zien.
2h30
• De begeleider stelt voor om een zin te maken waarin wordt omschreven wat burgerparticipatie voor de groep is. Hij noteert op het bord: Voor ons is burgerparticipatie… De groep vult aan.
• De groep beslist welke wijze van besluitvorming ze wil gebruiken om te beslissen welk initiatief de groep zal nemen (zie module 5). Ontsluieren van burgerparticipatie Ervaringsuitwisseling
gespreksleider / facilitator | [15’] |
• De begeleider moedigt de groepsleden aan om te zoeken naar een eigen definitie van burgerparticipatie. Om de groep op weg te helpen, kan hij verwijzen naar de sleutelwoorden die in module 1 over participatie werden geformuleerd: Zijn er elementen die anders moeten worden geformuleerd en/of worden toegevoegd?
• De begeleider bespreekt met de groepsleden wat ze voelden bij het geven van hun stem, het anoniem stemmen en het unaniem beslissen.
7.
Samen definiëren van burgerparticipatie Groepsgesprek
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [15’] |
2h45
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de evaluatie in [Gezicht]. Te bevragen: Overeenkomsten | Definitie van burgerparticipatie | Stemming | Het uitbrengen van een eigen stem | Inzicht in nieuwe begrippen | Duidelijkheid van de opdrachten | Groepsdynamiek | Luisterbereidheid | Ritme van de vorming | Kwaliteit van het visueel materiaal • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast.
• De groepsleden die uitleg willen geven bij een voorwerp, nemen dit voorwerp ter hand. De begeleider geeft duidelijk aan dat het niet verplicht is om een voorwerp te kiezen.
• De begeleider vertelt wat er tijdens de volgende bijeenkomst zal gebeuren en verwijst hierbij naar de tijdsvoorstelling(en). Het staat de groepsleden vrij om hierop te reageren.
• Elke groepslid toont zijn voorwerp en vertelt wat hij hiervan weet: In het kader van welke actie werd het voorwerp ontworpen? Wat wil of wilde men met deze actie bereiken? Op welk publiek richt de actie zich? Indien nodig, vult de begeleider de informatie aan.
• Indien de begeleider voelt dat de groepsleden staan te popelen om een initiatief te kiezen, is het belangrijk dat hij nu al meegeeft dat dit initiatief niet onmiddellijk (maar pas in module 5) zal worden gekozen! (Tenzij werd gekozen om module 4 over te slaan: zie trajectenkaart)
• De voorwerpen die niet worden gekozen, worden door de groepsleden en/of de begeleider toegelicht.
4
p . 0 8 m o d u l e 4 Zo e k e n n a a r i n i t i at i e v e n | O n z e i d e e ë n
C.
module
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF
Zoeken naar initiatieven
Onze ideeën
1. Als begeleider mag je niet onderschatten welk effecten een brainstorm en een eliminatie van initiatieven (aan de hand van keuzecriteria) kunnen hebben. Beide processen vragen immers een zeker loslaten van de eigen ideeën in functie van de groep. 2. Om grote teleurstellingen en ontgoochelingen achteraf te vermijden, is het goed om in deze oefening extra aandacht te besteden aan de mogelijke invloed die externe betrokkenen kunnen hebben op de eigen actie: • vertraging van het proces is mogelijk, want er is eveneens tijd en ruimte nodig om hun participatie voor te bereiden (en dus zijn er meer werksessies nodig) • ook externen hebben het recht om ‘neen’ te zeggen, waardoor de actie misschien plots een andere wending krijgt.
Het werken rond concrete acties bracht het project tot leven… er werd veel onder elkaar besproken! ••• We moesten een evenwicht zoeken tussen onze eigen noden en de noden van de anderen.
3. Sommige initiatieven lijken in eerste instantie niet realistisch, maar kunnen dit door een kleine aanpassing wel worden. Het loont de moeite deze aanpassingen samen met de groep door te voeren. 4. Bij erg kwetsbare groepen die weinig of geen ervaring hebben met groeps- of burgerinitiatieven, wordt bij voorkeur gekozen voor acties die met grote zekerheid zullen slagen en waarvan het resultaat niet afhangt van externe beslissingen, partners of personen. 5. Sommige groepen vragen om de beslissing uit te stellen, anderen popelen om eraan te beginnen. Het is als begeleider belangrijk om te weerstaan aan de druk van de groep om zo snel mogelijk te beslissen en tot actie over te gaan. Het is beter om in het begin van het project de grenzen af te tasten, zo verkleint de kans dat men later in het project tegen een muur aanloopt! Je kan de parallel trekken met een democratisch proces waar men zich eerst goed informeert over alle mogelijkheden (de initiatieven), de tijd neemt om een eigen mening te vormen en pas dan tot een beslissing overgaat. Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
Een brainstorm over gedroomde initiatieven doet het innerlijke vuur bij de groepsleden opflakkeren en geeft hen energie om verder te gaan. Hoewel ze hunkeren naar concrete beslissingen en daden, gaat de groep niet onmiddellijk over tot het (impulsief) kiezen van een initiatief. Ze denken eerst na over de verschillende criteria die kunnen bijdragen tot het welslagen van een initiatief en leggen deze criteria naast hun lijst van gedroomde initiatieven. De initiatieven die op deze manier worden geselecteerd, mogen nog even bezinken en zullen in de volgende module meer diepgaand op hun haalbaarheid worden getest. Rond welk(e) thema(’s) willen wij initiatief nemen en ligt dit binnen onze mogelijkheden? De groepsleden hebben een zicht op wat het traject concreet voor hen kan betekenen en voelen zich sterk betrokken. Ze (er)kennen de eigen, maar ook elkaars vaardigheden en talenten en zijn zich bewust van de grenzen die de context met zich meebrengt. De groepsleden begrijpen het belang van een doordachte aanpak bij het zoeken naar geschikte initiatieven en kennen de risico’s die elk initiatief met zich meebrengt. Burgerparticipatie Verslag | Energizers | Trajectenkaart | Analyseraam | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 4 Zo e k e n n a a r i n i t i at i e v e n | O n z e i d e e ë n
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. Kennismaken met de module Inleiding • • • • •
Informeren over de inhoud van de vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject Oproepen en waarderen van de inbreng van de groep Versterken van samenhorigheid
2. Indelen in groepen Energizer • Bewegen van de groep • Stimuleren van samenwerking en creativiteit 3. Dromen van initiatieven Brainstorm in kleine groep • • • • •
Verzamelen van een groot aantal ideeën Aanmoedigen van expressie, creativiteit en diversiteit Stimuleren van het zoeken naar nieuwe en/of originele ideeën Richten van aandacht op de (nabije) toekomst Stilstaan bij het belang van het uitstellen van een oordeel
4. Samen initiatieven bedenken Brainstorm in groep • Ondersteunen van ideeënuitwisseling in grote groep • Creëren van ruimte voor het bedenken van nieuwe ideeën • Motiveren om zich open te stellen voor de ideeën van de anderen en dieper te graven in de eigen ideeën • Helpen omgaan met het opofferen van de eigen ideeën voor de deze van de groep 5. Zich ontspannen Pauze • Creëren van ruimte voor rust
6. In kaart brengen van de sterktes, talenten en grenzen van de groep Groepsdiscussie • • • •
Bewust maken van de groepscontext en de grenzen van het traject/project Valoriseren van de sterktes van de groep (talenten, kennis, vaardigheden) Verduidelijken van de rol van de begeleider en de organisatie Vastleggen van keuzecriteria
7. in beweging komen Energizer • Creëren van een positief en ontspannen groepsklimaat • Stimuleren van samenwerking 8. Zoeken naar realistische en haalbare initiatieven Groepsdiscussie • • • •
Terugbrengen van de aandacht naar de praktijk en de realiteit Selecteren van een eerste lijst initiatieven Ruimte geven aan en bespreken van ieders mening over de geselecteerde initiatieven Helpen omgaan met het opofferen van de eigen ideeën voor deze van de groep
9. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • In groep verder uitwerken van het vormingstraject • Voorbereiden van de groepsleden op het kiezen van een initiatief
p . 0 4 m o d u l e 4 Zo e k e n n a a r i n i t i at i e v e n | O n z e i d e e ë n
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
2.
zoeken naar initiatieven
Indelen in groepen Energizer
deelnemer / animator | [10’] |
0:10
animator / facilitator | [15’] |
0:20
• De begeleider animeert een energizer [Puzzel]. Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Flipchart | Alcoholstiften | Schema analyseraam | Trajectenkaart | Schaar | Plakband | Fototoestel
3.
Inrichting van de ruimte Stoelenkring | Werkhoeken voor de kleine groepen
Dromen van initiatieven Brainstorm in kleine groepen
• De groep verdeelt zich in kleine groepjes (zie energizer, punt 2), en laten hun gedachten de vrije loop. Iedere groep probeert zoveel mogelijk ideeën voor initiatieven te verzamelen. 1.
Kennismaken met de module Inleiding
• De begeleider legt uit dat het belangrijk is dat alle ideeën ruimte krijgen, ook de ideeën die in eerste instantie niet realistisch lijken (geen oordeel). instructeur / animator | [10’] |
• Met het oog op de groepsbespreking wordt in elke groep aan een vrijwilliger gevraagd om alle ideeën op een flap te noteren (sleutelwoorden).
0:00
• De begeleider onthaalt de groep en deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit. • De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Ideeën en Hoe beslissen? de vormingsmodule in en wijst op de aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie. • De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe. • Indien de groep reeds nadacht over de begrippen ‘participatie’ (module 1) en/of ‘burgerparticipatie’ (module 3) verbindt de begeleider de resultaten van deze reflecties met de inhoud van de huidige module: “Er zijn verschillende manieren om als burger te participeren, gaande van zich informeren over bepaalde zaken tot zelf iets ondernemen. Beide participatievormen zijn noodzakelijk en dus evenveel waard. In dit traject kan de groep daarom kiezen tussen het verzamelen van informatie m.b.t. een bepaald burgerinitiatief of zelf een nieuw initiatief opzetten of – indien er voldoende tijd is – een combinatie van beiden.” • Het is belangrijk dat de begeleider op dit moment expliciet aangeeft dat er nog geen definitieve keuze zal worden gemaakt m.b.t. het (soort) initiatief dat zal worden genomen. De begeleider legt uit dat het belangrijk is om voldoende tijd te nemen om de verschillende ideeën rustig te laten doorsijpelen en rijpen tegen de volgende bijeenkomst: niet gedwongen of impulsief kiezen, tijd nemen om een eigen mening te vormen, zich niet laten beïnvloeden door anderen, ruimte laten voor nieuwe invallen…
4.
Samen initiatieven bedenken Brainstorm in groep 1
animator / facilitator | [30’] |
0:35
• De begeleider brengt de flappen uit de vorige oefening samen en leest alle ideeën hardop voor. Bij elk voorgelezen idee, mag de groep nieuwe associaties toevoegen. De begeleider noteert de nieuwe ideeën. • In een eerste ronde krijgen de groepsleden de opdracht om de ideeën waarover ze meer willen weten of die ze niet goed begrijpen, te onderstrepen. • Alle onderstreepte initiatieven en ideeën worden beurtelings toegelicht en besproken. • In een tweede ronde vraagt de begeleider de groep om de ideeën die ze leuk vinden, te omcirkelen. De eigen ideeën mogen niet worden omcirkeld. • De omcirkelde ideeën worden opnieuw in groep besproken en indien nodig verder uitgewerkt of geherformuleerd in termen van een mogelijk initiatief. Het resultaat is een lijst van ‘leuke’ initiatieven.
p . 0 6 m o d u l e 4 Zo e k e n n a a r i n i t i at i e v e n | O n z e i d e e ë n
5.
p. 07
Zich ontspannen Pauze
| [10’] |
6.
In kaart brengen van de sterktes, talenten en grenzen van de groep Groepsdiscussie 2 + 3
animator / gespreksleider / facilitator | [40’] |
1:05
1:15
• De begeleider brengt de groep terug naar de realiteit. Hij legt uit dat de groep bij het zoeken naar haalbare initiatieven niet alleen dient stil te staan bij de eigen sterktes en grenzen, maar ook aandacht moet hebben voor de mogelijkheden en beperkingen van de situatie waarin de groep zich bevindt evenals van de personen (collega’s, directie, externe partners…) die eventueel bij het initiatief zullen worden betrokken. Er moeten dus heel wat criteria in rekening worden gebracht. • Vooraleer de groep deze criteria in kaart brengt, licht de begeleider nog eens expliciet zijn eigen rol (animator, facilitator…), de rol van zijn organisatie (facilitator, budget, klankbord, netwerk) en de rol van vzw Flora (netwerk, klankbord, contacten) toe. • Het oplijsten en invullen van keuzecriteria gebeurt op basis van het analyseraam. De begeleider verduidelijkt de werking van het analyseraam en leidt de oefening in [Analyseraam]. 7.
in beweging komen Energizer
animator / deelnemer| [10] |
• De begeleider animeert een energizer 8.
4 + 5
1:55
[Big fat poney].
Zoeken naar realistische en haalbare initiatieven Groepsdiscussie
gespreksleider / deelnemer| [40’] |
• Elk initiatief wordt naast de door de groep bepaalde keuzecriteria gelegd. De begeleider helpt de groep om te komen tot een eerste lijst van haalbare en realistische initiatieven
2:05
• De begeleider herinnert de groep er nog eens aan dat er verschillende manieren van participeren zijn (zie punt 1). In het kader van dit vormingstraject kan de groep kiezen uit drie pistes, namelijk zich grondig informeren over een bepaald initiatief,zelf een initiatief opzetten of een combinatie van beiden [zie Trajectenkaart]. Maar eerst moet er een initiatief worden gekozen… • De begeleider verwijst naar de omcirkelde ideeën uit punt 4 (lijst ‘leuke’ initiatieven) en vraagt de groep om – op basis van het analyseraam – na te gaan of deze initiatieven realistisch zijn.
• Op dit moment wordt nog niet beslist rond welk initiatief de groep uiteindelijk zal werken, dit wordt uitgesteld tot de volgende bijeenkomst. 9.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [15’] |
2h45
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de evaluatie in [Positionering in de ruimte]. Te bevragen: Plezier | Brainstormsessies | Werken in kleine groep | Omcirkelen leuke ideeën | analyseraam | Eerste lijst van initiatieven. • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • De begeleider blikt terug op de lijst met realistische initiatieven en legt deze naast de trajectenkaart. Hij verduidelijkt dat volgende keer samen zal worden beslist rond welk initiatief zal worden gewerkt en welk traject (keuze uit verschillende pistes) hierbij zal worden afgelegd.
p . 0 8 m o d u l e 5 K i e z e n e n p l a n n e n va n e e n i n i t i at i e f | O n s i n i t i at i e f
C.
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Tijdens de reflectie rond realistische initiatieven raden we de begeleider aan aandachtig te luisteren naar de argumenten die de groepsleden aandragen, vaak schuilen hierin heel wat mogelijke criteria. Het is de taak van de begeleider om deze criteria te verwoorden en zichtbaar te maken. 2. Bij het zoeken naar een geschikt initiatief bestaat het risico dat de begeleider de groep gaat overbeschermen. Het is belangrijk een evenwicht te vinden tussen initiatieven die de groep uitdagen (en misschien niet altijd even controleerbaar zijn) en initiatieven die met zekerheid zullen slagen. Soms loont het de moeite wat risico te nemen…en indien nodig, een eventuele mislukking grondig met de groep te bespreken, ook dit kan een interessant leerproces zijn.
5
module
Kiezen en plannen van een initiatief
Ons initiatief
Tijdens de pauzes praten we niet meer over koetjes en kalfjes, maar over ons project. ••• Samenwerken aan een project laat ons elkaars capaciteiten ontdekken en onderlinge verschillen waarderen en laat ook toe om onze krachten te bundelen.
3. Als er meerdere initiatieven overblijven, kan de begeleider de groepsleden vragen om hun persoonlijke top 3 op te schrijven (eerste keuze = 3 punten). Aangezien het in principe om initiatieven gaat waarin iedereen zich kan vinden, hoeft er immers niet meer gestemd te worden. Het initiatief met de meeste punten haalt het! 4. Het teruggrijpen naar de groepsdefinitie van burgerparticipatie laat de groep toe om zichzelf te situeren ten aanzien van participatie: waar bevinden wij ons als groep? Hoe voelen we ons hierbij? Waar willen we ooit graag geraken? 5. Werken met meerdere (deel)doelen kan in een later stadium de teleurstelling bij het eventueel niet halen van bepaalde van deze (deel)doelen verzachten. We raden aan om ten minste één doel te bedenken dat zeker haalbaar is. Van de doelen waarover de groep zelf geen (volledige) controle heeft, moet het risico goed gekend zijn en moet worden nagedacht over wat wordt gedaan als dit doel niet haalbaar blijkt. Als we als groep bijvoorbeeld weten dat we voor ons initiatief goedkeuring moeten krijgen, kunnen we al van tevoren nadenken wat we zullen doen als we deze goedkeuring niet krijgen. 6. Ook bij groepen die nog niet klaar zijn om als groep naar buiten te treden – omdat ze liever eerst nog willen werken aan de versterking van het ‘ik’ of het ‘wij’ – loont het de moeite om wat zij als initiatief voorstellen (denk bijvoorbeeld aan een teambuilding) te bevragen op duurzaamheid. Mogelijke vragen zijn: welke elementen van onze activiteit vinden we belangrijk en hoe kunnen we ervoor zorgen dat wij, maar ook anderen hier na de activiteit nog van kunnen genieten? 7. Het doorschuifsysteem zorgt ervoor dat alle groepsleden meedenken en –werken aan alle pistes. Op deze manier krijgen zij een eerste idee van wat deze pistes zoal inhouden. 8. Sommige groepen zijn van mening dat het werken aan concrete taken voldoende energie en beweging geeft, zij vragen geen energizers meer. Het werken aan taken brengt daarentegen wel extra spanning met zich mee, waardoor de vraag naar ontspanningsoefeningen stijgt.
Om met kennis van zaken één initiatief te kiezen, worden de realistische initiatieven uit de vorige module nog een laatste keer naast de lijst van reeds afgesproken en nieuwe keuzecriteria gelegd. Nadien wordt volgens de in module 3 gekozen beslissingsvorm over deze initiatieven gestemd. Eens een initiatief wordt gekozen en duidelijk is welke (deel)doelen de groep hiermee wil bereiken, wordt in werkgroepen beurtelings nagedacht over de organisatie, de planning en de verwachte effecten (duurzaamheid) van het initiatief. Welk initiatief nemen we en welk traject kiezen we? De groepsleden weten welk initiatief ze zullen nemen en welk traject ze zullen afleggen. Ze zijn zich bewust van de grenzen van hun keuze, weten welke doelen ze willen bereiken en hebben een eerste zicht op de uit te voeren taken. De groepsleden hebben ook ideeën over welke (blijvende) effecten ze van het initiatief verwachten. Burgerparticipatie | Werken met groepen | Duurzaamheid Verslag | Energizers | Analyseraam | Gesprek- en reflectievormen | Trajectenkaart | Besluitvorming | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 5 K i e z e n e n p l a n n e n va n e e n i n i t i at i e f | O n s i n i t i at i e f
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. verhogen van de concentratie Energizer • Stimuleren van contact en afstemming • Aanzetten tot oplettendheid 2. Kennismaken met de module Inleiding • • • • •
Informeren over de inhoud van de vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject Oproepen en waarderen van de inbreng van de groep Voorbereiden op het kiezen van een initiatief
3. Herhalen en uitdiepen van de geselecteerde initiatieven Groepsdiscussie • • • • •
Verdiepen van de inhoud van de initiatieven Verbreden en actualiseren van de oorspronkelijke keuzecriteria Opvangen van mogelijke drempels en grenzen Verhogen van de slaagkans en verminderen van de kans op teleurstelling Verzamelen van noodzakelijke informatie voor het maken van een doordachte keuze
4. Zich ontspannen en afvoeren van spanning Pauze en ontspanningsoefening • Creëren van ruimte voor rust • Zich samen goed voelen • Betrekken van de groep op het hier en nu 5. Kiezen voor een specifiek initiatief en traject Groepsbeslissing • Verbinden van het initiatief met de groepsdefinitie van burgerparticipatie • Formuleren van de (deel)doelstellingen van het initiatief • Zoeken naar doelen waarop de groep zelf greep heeft
6. stilstaan bij de organisatie, planning en duurzaamheid van het initiatief Werkgroepen • • • • • •
Gevolg geven aan de energie die vrijkomt bij het kiezen van een initiatief Stimuleren van betrokkenheid en verbondenheid Motiveren om vol te houden en door te gaan Helpen zich de organisatie van de taken in te beelden Stimuleren van een reflectie over welke effecten van het initiatief moeten worden behouden Aanzetten tot op het maken van een planning
7. Bespreken van de organisatie en de wenselijke effecten van het initiatief Feedback van de werkgroepen • Helpen definiëren van concrete taken • Leren plannen van taken • Aanzetten tot een reflectie over duurzame effecten van het initiatief 8. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • In groep verder uitwerken van het vormingstraject
p . 0 4 m o d u l e 5 K i e z e n e n p l a n n e n va n e e n i n i t i at i e f | O n s i n i t i at i e f
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
3.
Kiezen en plannen van een initiatief
1 + 2
• De begeleider stelt een tabel op waarin de verschillende initiatieven (rijen) gekruist worden met de keuzecriteria die in module 4 (zie punt 6) werden geformuleerd (kolommen). Tijdens de bespreking van de initiatieven kunnen nieuwe criteria opduiken, deze worden mee opgenomen in de tabel. animator / deelnemer | [5’] |
• Op basis van bovenstaande selectietabel en de trajectenkaart wordt ook besproken welk traject haalbaar is voor de groep: informatie, actie of beiden?
0:00
• De begeleider animeert een energizer [Petra zoekt een plekje]. 2.
Kennismaken met de module Inleiding
0:15
• De haalbaarheid van de initiatieven werd al een eerste keer afgetoetst aan een aantal criteria (zie module 4, punt 8), maar het is goed om dit nog eens te herhalen, zodat zeker niets over het hoofd wordt gezien.
Inrichting van de ruimte Drie werkhoeken voor de kleine groepen | één centrale tafel (of bord) waarrond stoelen staan | Een vrije ruimte
verhogen van de concentratie Energizer
gespreksleider / facilitator / deelnemer | [30’] |
• Opdat de groep een doordachte keuze kan maken – en dus achteraf niet voor verrassingen komt te staan – en elk initiatief evenveel kansen krijgt, deelt de begeleider mee dat het belangrijk is om alle initiatieven even grondig uit te werken.
Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Analyseraam (module 4) | Flipchart | Alcoholstiften | Plakband | Schaar | Trajectenkaart | Fototoestel
1.
Herhalen en uitdiepen van de geselecteerde initiatieven Groepsgesprek
• Aan het einde van de denkoefening worden de haalbare initiatieven en trajecten op het bord geschreven.
instructeur | [10’] |
0:05
4.
• De begeleider onthaalt de groepsleden en deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit.
• De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Groepsbeslissing en Planning de vormingsmodule in en wijst op aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie. • De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe. • De begeleider legt uit dat de groep tijdens deze bijeenkomst op zoek gaat naar een – op korte termijn – haalbare actie (grenzen) waarover de groep het eens is (besluitvorming), waaraan iedereen kan en wil meedoen (definitie van participatie) en waarvan de effecten niet alleen voelbaar zijn binnen dit traject, maar ook daarbuiten (duurzaamheid). Indien de begeleider dit nodig acht, blikt hij terug op de vorige modules.
Zich ontspannen en afvoeren van spanning Pauze en ontspanningsoefening
animator / deelnemer | [15’] |
• Na de pauze leidt de begeleider een ontspanningsoefening 5.
Kiezen voor een specifiek initiatief en traject Groepsbeslissing
0:45
[Massage met tennisbal].
3 + 4 + 5 gespreksleider / facilitator | [30’] |
1:00
• De begeleider overloopt de overgebleven initiatieven en haalbare trajecten en gaat na of alles voor iedereen duidelijk is. • De begeleider herinnert de groep aan de wijze van besluitvorming die in module 3 (punt 6) werd gekozen en past deze toe. Tijdens de stemronde wordt voor elk initiatief apart gestemd, de resultaten worden genoteerd door de begeleider.
p . 0 6 m o d u l e 5 K i e z e n e n p l a n n e n va n e e n i n i t i at i e f | O n s i n i t i at i e f
p. 07
• Nadat de resultaten van de stemming bekend zijn, organiseert de begeleider – indien nodig – nog een gespreksronde, waarin de groep beslist welk traject ze zal volgen, namelijk zelf een initiatief opzetten, kijken hoe anderen (vroeger en nu) initiatieven opzetten rond het gekozen thema of beiden [zie trajectenkaart].
7.
stilstaan bij de organisatie, planning en duurzaamheid van het initiatief Werkgroepen 6 + 7
animator / facilitator | [50’] |
1:30
• De begeleider bouwt voort op de energie die vrijkomt na de stemming en zet de groep aan het werk. Hij stelt volgende werkpunten voor: 1. de organisatie van het initiatief; 2. de voorbereiding van een alternatieve piste (indien nodig); 3. een reflectie over de wenselijke, blijvende effecten van het initiatief (duurzaamheid). • De groep deelt zich (eventueel via een energizer) op in 3 groepen. Elke groep zal gedurende een bepaalde tijd (15’) aan de verschillende werkpunten werken. Ze stellen zich hierbij volgende vragen: – Wat zijn onze verwachtingen? – Wat hebben we nodig om ons project te realiseren? – Waaraan werken we vandaag (prioriteiten, planning)? • Voor een verdere uitwerking van de oefening. Zie systeem].
[Gespreks- en reflectievormen, doorschuif-
2:20
• De uitwerking van elk werkpunt wordt in grote groep grondig besproken: vragen, verduidelijking, reacties… • Samen met de groep wordt een eerste, algemene planning voor de volgende bijeenkomsten opgesteld en worden de prioritaire werkpunten genoteerd.
• Nadat het initiatief en het definitieve traject gekend zijn, schrijft de begeleider deze op het bord en hangt er de groepsdefinitie van burgerparticipatie (module 3, punt 8) naast: “Zijn er overeenkomsten of parallellen en zo niet, wat betekent dit voor ons?”
6.
animator / facilitator / verslagnemer | [30’] |
• De groep krijgt nog een laatste kans om te reageren of te overleggen: “Willen we nog wat aanpassen?”
• Om mogelijke teleurstellingen op te vangen, gaat de begeleider met de groep na welke doelen ze met hun initiatief willen bereiken. – Het is goed om meerdere doelen te definiëren, zo hangt het slagen van het initiatief niet af van het bereiken van één algemeen doel. – Het is ook belangrijk om met de groep na te gaan over welke doelen ze zelf controle hebben en welke doelen afhangen van beslissingen of acties van andere personen. In het laatste geval denkt de groep na over wat ze zullen doen wanneer deze externe personen niet (voldoende) kunnen of willen meewerken.
Bespreken van de organisatie en de wenselijke effecten van het initiatief Feedback van de werkgroepen
• De begeleider maakt een verslag en noteert alle elementen die aan bod komen,zij zullen in de volgende bijeenkomst (module 6) gebruikt worden als basis voor de werkverdeling. 8.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik 8
gesprekleider / verslagnemer / deelnemer | [10’] |
2:50
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de evaluatie in [De balans]. Te bevragen: Samenwerking in kleine groep | Doorschuifsysteem | Uitwisseling in grote groep | Tevredenheid over resultaten | Mening over eigen bijdrage aan de groep | Mening over de begeleiding | Al dan niet behouden van energizers bij het werken aan concrete taken • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • Op basis van de feedback van de werkgroepen wordt beslist waaraan tijdens de volgende bijeenkomst zal worden gewerkt en wat hiervoor nodig is.
p . 0 8 m o d u l e 6 R e a l i s e r e n va n e e n i n i t i at i e | W i j i n a c t i e !
C.
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Wat het werkschema betreft, werkt het erg valoriserend en motiverend als zichtbaarheid wordt gegeven aan de behaalde (tussentijdse) resultaten. Het is dan ook goed om volgende elementen in het schema op te nemen: welke taken worden door wie wanneer uitgevoerd en wat is het uiteindelijke resultaat? 2. Het uitvoeren van taken ter voorbereiding van een initiatief brengt vaak stress en tijdsdruk met zich mee. Als begeleider mag je niet in de val trappen om onder deze tijdsdruk taken van de groep over te nemen en/of beslissingen in hun plaats te nemen… zelfs al vraagt de groep hier soms zelf naar. Op dezelfde manier dient de begeleider erover te waken dat de sterkere figuren uit de groep geen extra taken op zich nemen. Het is goed om een ruimte te creëren waarin mogelijke spanningen en onevenwichten in de groep kunnen worden besproken.
6
module
opmerking! d.i. de voorBelangrijke at uit 2 luiken, emodule besta e nd tiatief. Afhank ini t Voorligge he n va re de realisatie de beschikba en bereiding en tie ac n ze eeroep, de geko over één of m lijk van de gr ule od m ze gstijd zal de spreid. voorbereidin ten worden ge omsten moe dere bijeenk
Realiseren van een initiatief
Wij in actie!
Ook al kozen we niet zelf voor dit traject, toch hebben we het zelf in handen kunnen nemen. ••• Alleen was dit nooit gelukt!
3. De werkgroepen hebben soms de neiging om na elke afgeronde taak verslag uit te brengen bij de begeleider. Het is belangrijk om tussentijdse feedback aan de begeleider af te remmen en uit te stellen tot de collectieve momenten. 4. Hoewel de begeleider zich tijdens het vormingstraject bewust op de achtergrond houdt, blijft hij wel de coach van de groep en helpt hij hen mogelijke teleurstellingen op te vangen, zodat deze de evolutie van de groep niet overschaduwen. Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
Om tijdens de voorbereiding van het initiatief niets over het hoofd te zien, stelt de groep een gedetailleerd werkschema op: de reeds besproken taken en planning uit module 5 worden aangepast, verfijnd en in kleine werkgroepen uitgevoerd. Naast een regelmatige terugkoppeling van de resultaten naar de ganse groep, worden ook geregeld pauzes ingelast waarin de groep even op adem kan komen. Wanneer alle taken zijn vervuld, wordt de actie uitgevoerd en eventueel opengesteld voor een ruimer publiek (inhuldiging, artikel, affiche, theater…). Hoe brengen we ons initiatief in de praktijk? De groepsleden weten welke taken moeten worden volbracht en voeren deze uit. Ze zijn in staat een planning op te stellen en te volgen, en kennen het belang van samenwerking en informatie-uitwisseling. De groepsleden nemen verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van hun actie. Ze voelen zich sterk met elkaar verbonden en hun zelfvertrouwen groeit. Ze stellen zich open voor de wereld buiten de eigen groep. Burgerparticipatie | Werken met groepen | Naar buiten treden Verslag | Energizers | Werkplan | Besluitvorming | Ontspanningsoefeningen | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 6 R e a l i s e r e n va n e e n i n i t i at i e | W i j i n a c t i e !
A.
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN VOORBEREIDen VAN HET INITIATIEF 1. Kennismaken met de module Inleiding • • •
Informeren over de inhoud van de vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject
p. 03
6. Zich ontspannen Pauze •
Ruimte creëren voor rust
7. Uitvoeren van de taken Vervolg werkgroepen Zie doelen bij punt 4 8. Luisteren naar zichzelf en elkaar Ontspanningsoefening • •
Controleren van de spanning verbonden aan het uitvoeren van taken Richten van de aandacht op het hier en nu
2. Samenwerken Energizer
9. Uitwisselen van informatie Feedback
• •
• • •
Opwekken van enthousiasme Aanmoedigen tot aandachtig luisteren en observeren
3. Opstellen van een werkplan Groepsdiscussie • • • • •
Opsplitsen van het project in taken en fases Herhalen en waarderen van de vorige reflectie over taken en planning Helpen verfijnen van de taken en actualiseren van de planning Ondersteunen van de groep bij het aanpassen van hun actie en het stellen van prioriteiten Stimuleren tot het openstellen van het initiatief voor mensen buiten de groep
4. Verdelen en uitvoeren van de taken Werkgroepen • • • •
Bewaren van het overzicht Aanmoedigen van informatie-uitwisseling Bewaken van de planning en uitvoeren van de taken Aandacht hebben voor ieders werkritme en rol(len)
5. Stilstaan bij het functioneren van de werkgroepen Feedback • • • •
Creëren van ruimte voor overleg Polsen naar de gevoelens m.b.t. het werken in kleine groep Beter op elkaar afstemmen van de (noden van de) groepsleden Indien nodig, aanpassen of verbeteren van de werkwijze
Creëren van een omgeving van vertrouwen, openheid en respect Controleren of de groep een volledig beeld heeft van de (organisatie van de) taken Creëren van een oefenruimte voor kennis en vaardigheden verbonden met het delen van informatie; dit omvat onder andere samenvatten, spreken voor een groep, het woord voeren, helder uiteenzetten van ideeën, beantwoorden van vragen, aangaan van discussie…
10. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • • • • •
Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module In groep verder uitwerken van het vormingstraject Voorbereiden van de volgende module, d.i. werksessie of uitvoeren van het initiatief
UITVOEREN VAN HET INITIATIEF 11. Realiseren en openstellen van het initiatief Groepsopdracht • • •
Ondersteunen van de groep in het nemen van verantwoordelijkheid Waarderen van het initiatief van de groep Samenbrengen van de externe reacties op het initiatief
p . 0 4 m o d u l e 6 R e a l i s e r e n va n e e n i n i t i at i e | W i j i n a c t i e !
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
3.
Realiseren van een initiatief
1
• Tijdens de discussie over de taken brengt de begeleider – indien dit idee nog niet geopperd werd – het idee van verruiming aan: “Willen en kunnen we ons initiatief open stellen naar externe personen en zo ja, hoe? Hoe geven we zichtbaarheid aan ons initiatief?” De taken verbonden aan het openstellen van het initiatief, worden mee opgenomen in het werkschema.
VOORBEREIDen VAN HET INITIATIEF Kennismaken met de module Inleiding
instructeur | [5’] |
• Tot slot bepaalt de groep aan welke taken ze tijdens deze bijeenkomst zal werken.
0:00
• De begeleider onthaalt de groepsleden en deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit.
4.
• De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Werkorganisatie en Realisatie initiatief de vormingsmodule in en wijst op de aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie.
animator / deelnemer | [5’] |
[Het orkest].
0:05
0:40
• De begeleider deelt de taken uit en de werkgroepen gaan aan het werk. 5.
facilitator | [40’] |
• De begeleider roept de groep samen rond het werkschema en stelt voor zich in kleine werkgroepen te verdelen. Hij verduidelijkt zijn eigen rol, namelijk afstemmen van het werk, bewaken van de taakverdeling en -uitvoering, en ondersteunen van de werkgroepen. Bij het indelen in werkgroepen wijst de begeleider erop dat de samenstelling van de groepen zal wijzigen naargelang de uit te voeren taken. Hij legt uit dat elke werkgroep later verslag dient uit te brengen van haar resultaten en beslissingen, via het invullen van het gezamenlijk gekozen werkschema.
• De begeleider vertrouwt het fototoestel toe aan een groepslid of maakt zelf foto’s wanneer de taakuitvoering een actieve inbreng van het groepslid vraagt. Samenwerken Energizer
Verdelen en uitvoeren van de taken Werkgroepen 2 + 3
• De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, namen) op de tijdsvoorstelling en herhaalt de taakafspraken die in de vorige module werden gemaakt. Indien er informatie diende te worden opgezocht, gaat hij na of dit gelukt is en geeft hij aan wanneer dit zal worden gebruikt.
• De begeleider animeert een energizer
0:10
• De groep krijgt ruimte om extra vragen te stellen en bespreekt grondig de inhoud van het werkschema: Werden alle taken opgenomen? Is onze planning realistisch? Kloppen onze prioriteiten? Zijn we niets vergeten?
Inrichting van de ruimte Verschillende werkhoeken voor de werkgroepen | Eén centraal bord
2.
instructeur / gespreksleider / deelnemer | [30’] |
• De begeleider legt de groep verschillende soorten werkschema’s voor waarin hij de reeds besproken taken en planning uit module 5 (punt 7) overbracht. Hij legt de werking en doel van een werkschema uit en de groep beslist welk(e) schema(s) ze zal gebruiken. Zie [Werkplan].
Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Nota’s van de werkgroepen uit module 5 (punt 7) | Werkschema’s in groot formaat | Flipchart | Alcoholstiften | Plakband | Actiespecifiek materiaal | Fototoestel
1.
Opstellen van een werkschema Groepsdiscussie
Stilstaan bij het functioneren van de werkgroepen Feedback
gespreksleider / deelnemer | [15’] |
1:20
• De verschillende werkgroepen verzamelen zich rond het werkschema en geven hun eerste reacties en indrukken m.b.t. het functioneren van de werkgroepen. De groep zoekt oplossingen voor eventuele moeilijkheden die zich reeds stellen of die dreigen te ontstaan.
p . 0 6 m o d u l e 6 R e a l i s e r e n va n e e n i n i t i at i e | W i j i n a c t i e !
6.
p. 07
Zich ontspannen Pauze
10. deelnemer | [10’] |
1:35
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [10’] |
2:50
• De begeleider vat de doelstellingen van de voorbije module samen. 7.
Uitvoeren van de taken Vervolg werkgroepen
facilitator | [40’] |
• De begeleider leidt de evaluatie in [Post it!]. Te bevragen: Wat hebben we vandaag geleerd? | Wat deden we voor de eerste keer | Wat was nieuw voor ons?
1:45
• De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast.
• De werkgroepen gaan opnieuw aan de slag; ze werken hun taken verder af of vatten een nieuwe taak aan.
• De groep blikt samen met de begeleider vooruit naar de volgende bijeenkomst die ofwel zal bestaan uit een verdere voorbereiding ofwel uit de realisatie van het initiatief.
• De begeleider waakt erover dat de resultaten van elke taak worden ingevuld op het werkschema. 8.
Luisteren naar zichzelf en elkaar Ontspanningsoefening
• De begeleider leidt een ontspanningsoefening 9.
Uitwisselen van informatie Feedback
UITVOEREN VAN HET INITIATIEF animator / deelnemer | [5’] |
2:25
[Marionet].
gespreksleider / facilitator | [20’] |
11.
Realiseren en openstellen van het initiatief Groepsopdracht 4
facilitator
• De groepsleden dragen samen de verantwoordelijkheid voor hun initiatief.
2:30
• De verschillende werkgroepen verzamelen rond het werkschema en delen elkaar beurtelings hun resultaten en eventuele beslissingen mee. Na elke beurt is er ruimte voor vragen (ter verduidelijking) en opmerkingen (ter aanvulling). Indien nodig worden de beslissingen van de werkgroepen nog eens besproken en aangepast. • De begeleider vat aan de hand van het werkschema samen welke taken nog moeten worden vervuld en verdeelt deze over nieuwe werkgroepen.
• De groep en/of de begeleider verzamelen – overeenkomstig de afspraken in het werkschema materiaal dat het initiatief in beeld brengt (foto’s, verslag, film- of klankopnamen, gastenboek, interviews…).
p. 08 module 7 Bruggen slaan | Wij en de an deren
C.
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Het is mogelijk dat een groepsinitiatief uit twee luiken bestaat en bijgevolg op twee thema’s betrekking heeft. In dit geval tekenen de groepsleden twee collectieve sterdiagrammen (punt 4) en plaatsen ze bij punt 7 beide thema’s – één boven en één onder – op eenzelfde tijdslijn. Elk thema verdient evenveel aandacht! 2. Het thema waarvan sprake, is het thema waarop het groepsinitiatief betrekking heeft (zie module 6). Groepen die zelf een initiatief opzetten, identificeren samen met de begeleider het centrale thema van hun initiatief. Groepen die zich reeds grondig informeerden over hoe anderen initiatieven nemen rond hetzelfde thema, kunnen in deze module hun blik verruimen naar bijvoorbeeld andere landen of werelddelen.
7
module
Bruggen slaan
Wij en de anderen Super wat die vrouwen deden. Ze durven zeggen wat ze denken. Ik bewonder ze. ••• Het is de eerste keer dat we in contact kwamen met een rusthuis. Het heeft onze ideeën over bejaarden in rusthuizen veranderd.
3. Het is mogelijk dat groepen zich al een in netwerk plaatsten, meer specifiek bij het werken aan een concrete actie (module 6). Het loont de moeite om zich een nog ruimer netwerk voor te stellen. Eén van de kernvragen kan zijn: “Waar en bij wie kunnen en willen we ons initiatief nog delen of kenbaar maken?” 4. Deze oefening kan – indien er tijd is – worden herhaald met de informatiekanalen die de groepsleden gebruikten om aan hun kennis te komen (zie punt 3). Daarbij worden dan niet alleen de sociale netwerken van de groep in kaart gebracht, maar ook de andere informatiekanalen (bibliotheek, internet, documentaire…). Op deze manier krijgen de groepsleden een idee van informatiekanalen waaraan ze anders misschien niet zouden denken. Zien dat andere groepsleden deze kanalen gebruiken, kan een belangrijke stimulans zijn om dat ook te gaan doen. 5. De begeleider kan op bovenstaande reflectie rond netwerken en informatiekanalen terugkomen, wanneer hij de groep in module 8 aanmoedigt om haar initiatief open te stellen voor een ruimer publiek. 6. Wanneer tijdens het groepsinitiatief aan meerdere thema’s werd gewerkt, worden de voorwerpen die verbonden zijn met hetzelfde thema met een gekleurde sticker gecodeerd. De voorwerpen van thema A hebben dan bijvoorbeeld allen een rode sticker, die van thema B een blauwe. Afhankelijk van de kleur van hun voorwerp plaatsen de groepsleden zich bij groep A of B om zich op de tijdslijn te situeren. 7. Wat betreft de voorwerpen geven we ter inspiratie een aantal voorbeelden uit de vorige trajecten. Het thema ‘armoedebestrijding’ werd bijvoorbeeld besproken via een documentaire (DVD) over priester Pierre (een franse priester), een informatiebrochure over de Emmaüsbeweging, een boek over de universele verklaring van de rechten van de mens en de CD ‘Save the world’. Voor het thema ‘vluchtingen’ werd een educatieve CR-Rom, een spel rond vluchtelingen, informatie over het rode kruis, een kopie van de verklaring van Genève en een foto van mijnwerkers in België gebruikt.
Door het eigen groepsinitiatief te verbinden met andere, gelijkaardige initiatieven verbreedt de groep haar kijk op het actiethema. Eerst brengen de groepsleden hun eigen kennis m.b.t. het thema samen. Het gaat hierbij niet alleen om kennis die ze in België hebben opgedaan, maar ook in hun land van herkomst of andere landen. Op basis van hun persoonlijke netwerk gaan ze op zoek naar personen en/of organisaties die van betekenis kunnen zijn voor hun initiatief. Ze verbinden hun project niet alleen met recente initiatieven, maar situeren het – aan de hand van sporen van vroegere burgerinitiatieven – ook in de geschiedenis. Deze situering in de tijd leert de groep veel over de impact van een initiatief. Welke synergieën bestaan er tussen onze actie en andere burgerinitiatieven, vroeger en nu? De groepsleden hebben een grondige kennis van het thema waarrond ze werken. Ze kennen de waarde van een netwerk en van netwerking, onder andere voor het verkrijgen van informatie en steun. Ze kunnen hun initiatief in ruimte en tijd plaatsen en begrijpen dat ze niet alleen staan. Burgerparticipatie | Naar buiten treden Verslag | Energizers | Ontspanningsoefeningen | Gespreks- en reflectievormen | Besluitvorming | Netwerken | Evaluatiemethoden
p. 01
p. 02 module 7 Bruggen slaan | Wij en de an deren
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. ervaren van verbondenheid Energizer • Onthalen van de groep • Versterken van de interpersoonlijke relaties • Zichtbaar maken van de diversiteit in de groep 2. Kennismaken met de module Inleiding • • • •
Informeren van de groep over de inhoud van de vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject Valoriseren van de inbreng van de groep
3. Verzamelen van aanwezige kennis Brainstorm en ervaringsuitwisseling • Inventariseren van reeds aanwezige kennis m.b.t. het actiethema • Valoriseren van de kennis van de groep • Aanmoedigen tot openheid voor andere realiteiten 4. Verkennen van netwerken Individuele opdracht en feedback • • • •
Toelichten van het begrip ‘sociaal netwerk’ Zichtbaar maken en valoriseren van de sociale netwerken van de groepsleden Verbinden van de groepsleden Helpen samenvatten van ieders bijdrage
5. Zich ontspannen en luisteren naar zichzelf Pauze en ontspanningsoefening • Ruimte creëren voor rust • Helpen richten van de aandacht op zichzelf
6. Situeren van het initiatief in een ruimer netwerk Groepsdiscussie • Valoriseren van de sociale netwerken van elk groepslid • Meegeven van de idee dat een groep op zich een netwerk is dat op haar beurt deel uitmaakt van andere netwerken • Aandacht vestigen op de netwerken waarvan de groep deel uitmaakt: organisatie, netwerk Flora, andere • Duiden welke rol netwerken spelen in het kader van burgerinitiatieven 7. Situeren van het initiatief in de tijd Werkgroepen • • • •
Helpen zich te informeren over gelijksoortige initiatieven uit het verleden Helpen in een ruimer verband plaatsen van het eigen initiatief Helpen toe-eigenen van de notie ‘impact’ Situeren van de groep en haar initiatief in de tijd
8. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • In groep verder uitwerken van het vormingstraject
p. 04 module 7 Bruggen slaan | Wij en de an deren
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
3.
Bruggen slaan
2.
• Indien nodig mag de begeleider aanvullende informatie geven. Alle informatie wordt beknopt op een flap genoteerd. 4.
animator / deelnemer | [10’] |
• De begeleider onthaalt de groep en animeert een energizer Kennismaken met de module Inleiding 1 + 2
0:20
• De groepsleden geven een korte uitleg of getuigenis over één of meerdere elementen van het thema en reiken sleutelwoorden, voorbeelden, ideeën, organisaties, relevante actoren, enz. aan.
Inrichting van de ruimte Centrale, vrije ruimte | Een stoelenkring
ervaren van verbondenheid Energizer
gespreksleider / verslagnemer | [30’] |
• De begeleider stelt dat de groep zich bij de kennisverzameling niet moet beperken tot wat men in België heeft geleerd. Hij moedigt hen aan om ook de kennis en vaardigheden te delen die ze opdeden in hun land van herkomst of in andere landen.
Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Flipchart | Alcoholstiften | A4-bladen en balpennen | Een schaal en knikkers | Voorwerpen van burgerinitiatieven | Krijt | Fototoestel
1.
Verzamelen van aanwezige kennis Brainstorm en ervaringsuitwisseling
0:00
[Mensenketting].
instructeur | [10’] |
Verkennen van netwerken Individuele opdracht en feedback 3 + 4
animator / deelnemer | [50’] |
0:50
• De begeleider duidt: “De vorige oefening illustreerde dat je als groep verder raakt dan als individu: het resultaat is meer dan de optelsom van de delen. Door onze kennis samen te brengen, kregen we een ruimer zicht op het thema. Hetzelfde geldt voor onze sociale netwerken.” 0:10
• De begeleider deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit. • De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Verruiming en Netwerking de vormingsmodule in en wijst op de aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie. Zie ook [Naar buiten treden] en [Netwerken]. • De begeleider legt uit dat de groep de mogelijkheid krijgt om haar initiatief in een ruimer kader te plaatsen. “Vertrekkend van wat we zelf over ons thema weten, informeren we ons over hoe anderen hieraan werken of hebben gewerkt. Door ons initiatief met deze andere initiatieven te verbinden, leren we onszelf in een ruimer netwerk te plaatsen.” • De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe.
• De begeleider legt uit dat een sociaal netwerk is opgebouwd uit personen die elkaar kennen en bij wie je (materiële, affectieve, psychologische…) steun kan vinden. Zie [Netwerken]. Hij toont aan dat ook de groep als sociaal netwerk kan fungeren. Hij legt uit dat de mensen die deel uitmaken van jouw netwerk, op hun beurt ook een eigen netwerk hebben. Al deze netwerken kunnen worden ingeschakeld bij het opzetten van een initiatief. • In de volgende oefening leren de groepsleden elkaars sociaal netwerk kennen, en meer specifiek de personen en/of organisaties die van betekenis kunnen zijn voor het eigen groepsinitiatief. • Elk groepslid noteert centraal op een blad papier het thema van het groepsinitiatief. Rondom dit thema (sterdiagram) schrijft hij de namen of tekent hij de personen of organisaties die hem wat bijbrachten (zie punt 3) over het thema. Aan dit sterdiagram mogen nog extra elementen worden toegevoegd, bijvoorbeeld bij wie men nog informatie of steun kan krijgen en over welke soort informatie of steun het gaat. • Als hun sterdiagrammen klaar zijn, wandelen de groepsleden ermee door het lokaal. Het is de bedoeling dat ze op zoek gaan naar groepsleden waarmee ze één of meerdere personen of organisaties (netwerken)gemeen hebben. Vinden ze dit groepslid, dan noteren ze diens naam naast de gemeenschappelijke contacten. Dit gaat zo door totdat iedereen elkaar heeft ontmoet.
p. 06 module 7 Bruggen slaan | Wij en de an deren
p. 07
• Om alle contacten in kaart te brengen, verzamelt de groep zich rond een flap waarop ze één sterdiagram tekenen, met rondom alle contacten van de groepsleden. Later kunnen deze contacten eventueel worden gebruikt om het groepsinitiatief ruimer kenbaar te maken.
7.
6 + 7
• De begeleider kondigt aan dat het resultaat van de oefening na de pauze zal worden besproken. 5.
Zich ontspannen en luisteren naar zichzelf Pauze en ontspanningsoefening
animator / deelnemer | [15’] |
• Na de pauze leidt de begeleider een ontspanningsoefening 6.
situeren van het initiatief in een ruimer netwerk Groepsgesprek 5
• Als iedereen op een stoel zit, nodigt de begeleider de groepsleden uit om hun voorwerp in chronologische volgorde – van oud naar meest recent – aan de groep te tonen. Indien blijkt dat deze volgorde niet klopt, verplaatsen de groepsleden zich. Het uiteindelijke resultaat wordt vastgelegd op foto.
1:55
• De begeleider bespreekt samen met de groep wat ze leerden en/of voelden bij het uitvoeren van de vorige oefening: bewust worden van elkaars sociale netwerken, inzien dat de groep op zich ook een netwerk is dat zich inschrijft in andere netwerken, nieuwe netwerken die zich openen.
• De begeleider toont – aan de hand van een schaal en knikkers – nog eens de waarde van ieders sociaal netwerk aan: hij vraagt de groepsleden om al hun contacten die iets kunnen betekenen voor het groepsinitiatief, op te noemen. Bij elk contact dat wordt opgesomd, legt de spreker een knikker in de schaal. • Indien nodig, herinnert de begeleider er nog eens aan dat de groep en de organisatie ook netwerken zijn en dat de groepsleden hier deel van uitmaken. Hij illustreert dit aan de hand van overlappende cirkels waarop hij de verschillende netwerken situeert: de groep, de organisatie, andere organisaties, het netwerk Flora… • De begeleider toont aan dat het (burger)initiatief van de groep meer gewicht kan hebben als het in een netwerk wordt geplaatst en kenbaar wordt gemaakt aan anderen. • Tot slot van de oefening gaat de begeleider na of de groep zin heeft om het eigen groepsinitiatief in te schrijven in een ruimer netwerk en zo ja, hoe en om welke reden (steun, bekendheid…).
2:20
• De groep tekent een tijdslijn op de grond en stelt hiernaast een rij stoelen (gelijk aan het aantal groepsleden) op. Ieder groepslid stelt zijn voorwerp/burgerinitiatief voor en neemt plaats op de tijdslijn. Eens hij – eventueel na overleg met de anderen – zeker is van zijn plaats op de tijdslijn gaat hij op een stoel zitten. (Deze oefening kan ook in spelvorm worden gegoten: op muziek, met een beperkte tijd, enz.).
1:40
• De begeleider denkt samen met de groep na over de waarde van netwerking in het kader van het eigen groepsinitiatief (kenbaar maken, steun zoeken, gewicht geven…).
animator / instructeur | [25’] |
• De begeleider deelt willekeurig voorwerpen m.b.t. burgerinitiatieven uit het verleden uit. Eén van de voorwerpen symboliseert het initiatief van de groep. Elk groepslid probeert op basis van wat hij over het voorwerp (burgerinitiatief) weet of eruit kan afleiden, zijn voorwerp te situeren in de tijd.
[Schudden].
gespreksleider / deelnemer | [25’] |
Situeren van het initiatief in de tijd Werkgroepen
• De begeleider sluit de oefening af met een reflectie over de impact van burgerinitiatieven en de tijd die (vaak) nodig is om een verandering te bereiken. 8.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / facilitator / deelnemer | [15’] |
2:45
• De begeleider vat de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de evaluatie in [Darten]. Te bevragen: Begrip van de concepten | Groepswerk | Energizer | Ontspanningsoefening | Ritme van de sessie | Visuele ondersteuning | Onderlinge relaties | Relatie met de begeleider • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • De begeleider vertelt wat er tijdens de volgende bijeenkomst zal gebeuren en verwijst hierbij naar de tijdsvoorstelling(en). De groep mag reageren.
8
p . 0 8 m o d u l e 8 D o o rvo e r e n va n v e r a n d e r i n g e n | E n n a d i e n ?
C.
module
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Elke verandering (kolom 1 van de tabel) kan meerdere argumenten (waarom?) en concrete uitwerkingen (pistes?) hebben. 2. De verantwoordelijke personen waarmee onderhandeld dient te worden, kunnen erg verschillende zijn: personen uit de groep zelf, de begeleider, de coördinator van de organisatie, collega-begeleiders, klanten (van sociale economiebedrijven of werkervaringsprojecten), eigenaars van gebouwen enz.
Doorvoeren van veranderingen
En nadien?
Ik vond het écht leuk om mee te doen, want er was een goede sfeer. ••• Wij maakten mooie foto’s en hebben mooie souvenirs… ik ga dit alles niet snel vergeten.
3. Het publiek maken van het traject vormt een belangrijke stap, want dit stimuleert de groep om zich open te stellen voor personen buiten de groep en situeert hun initiatief in een ruimere context. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een uitwisseling met andere groepen die zich het traject Van Ik naar Wij | Du Je au Nous eigen maakten. Ook via internet kunnen ervaringen worden uitgewisseld. Flora werkt aan een elektronisch platform waarop groepen hun ervaringen (verslagen, verhalen, foto’s) kunnen openbaar maken. 4. Het is mogelijk dat het bekendmaken van het traject reeds voorzien en besproken werd in module 6. Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
De groep stelt een lijst van veranderingen op die als gevolg van het vormingstraject plaatsvonden. Ze bespreken welke veranderingen ze willen doorvoeren en wie hen hierbij kan helpen. De groep engageert zich om de gewenste veranderingen te verankeren en denkt na over de manier waarop ze hun verwachtingen aan de betrokken personen kan communiceren. Tot slot bepalen de groepsleden hoe en met wie ze hun ervaringen willen delen en werken ze een gezamenlijke voorstelling (groepsaandenken) van hun traject uit. Welke effecten heeft het traject op onze groep en/of organisatie en welke veranderingen wensen we te behouden? De groepsleden en de begeleider zijn zich bewust van de veranderingen die doorheen het traject plaats vonden. Ze begrijpen de link tussen het vormingstraject en hun dagelijkse context. Ze zien de zin van het traject in, beslissen welke elementen van dit traject ze willen verankeren en kunnen anderen over hun traject vertellen. Duurzaamheid | Naar buiten treden Verslag | Energizers | Ontspanningsoefeningen | Gespreks- en reflectievormen | Besluit vorming | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 8 D o o rvo e r e n va n v e r a n d e r i n g e n | E n n a d i e n ?
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. Kennismaken met de module Inleiding • • • •
Informeren van de groep over de inhoud van de vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject Valoriseren van de inbreng van de groep
2. verhogen van de concentratie Energizer • Versterken van de groepscohesie • Stimuleren van aandachtige observatie • Leren openstaan voor verandering 3. Opsommen van de effecten van het vormingstraject Groepsdiscussie • Samen overlopen van het vormingstraject • Ruimte geven aan de (groeps)ideeën over veranderingen • Helpen verbreden van de kijk op de eigen opleiding/vorming en organisatie 4. Bespreken van veranderingen Groepsdiscussie • Aanzetten tot het uitdrukken van de eigen gevoelens m.b.t. de verandering(en) • Helpen duiden van indrukken door na te gaan waarmee deze samenhangen of, waar ze vandaan komen 5. Zich ontspannen en afvoeren van spanning Pauze en ontspanningsoefening • Ruimte creëren voor rust • Aanzetten tot zelfbewustzijn • Vergroten van het individueel welzijn
6. Implementeren van veranderingen Groepsdiscussie • Helpen identificeren van effecten en veranderingen die op langere termijn moeten worden behouden • Ondersteunen van groepsbeslissingen • Helpen waarderen van het volledige vormingstraject 7. Onderhandelen over veranderingen Werkgroepen en feedback • • • •
Stimuleren tot een concrete en duurzame uitwerking van de verandering(en) Samen zoeken naar verantwoordelijken in en buiten de groep Voorbereiden en plannen van de onderhandelingen Verzekeren van de opvolging van de gemaakte afspraken
8. Bekendmaken van het vormingstraject Brainstorm • Aansporen tot het maken van een groepsaandenken • Helpen omschrijven van het publiek tot wie de groep zich wil richten • Stimuleren van creatieve reflectie m.b.t. de manier(en) waarop dit publiek zal worden bereikt • Helpen kiezen van de wijze waarop de informatie zal worden verspreid • Helpen samenvatten van het vormingstraject 9. Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik • Nagaan wat werd geleerd en dit koppelen aan de doelen van de vormingsmodule • Verbinden van de opgedane kennis en vaardigheden met het thema burgerparticipatie en met de leefwereld van de groepsleden • Nagaan of iedereen tevreden is met bepaalde aspecten van de module • Voorbereiden op de eindevaluatie van het vormingstraject
p . 0 4 m o d u l e 8 D o o rvo e r e n va n v e r a n d e r i n g e n | E n n a d i e n ?
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
• De groepsleden formuleren beurtelings een verandering. Bij elk idee steken ze een parasolletje in de schuimbol (in het midden van de kring). De begeleider geeft als laatste zijn idee.
Doorvoeren van veranderingen
1.
• Na de eerste gespreksronde staat het de groepsleden en de begeleider vrij om nog andere ideeën te geven (parasolletjes te planten), zoveel als ze zelf willen.
Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Papieren parasolletjes | Bol van steekschuim (diameter: 15 cm) | Flipchart | Alcoholstiften | Leefregels (module 2) | Foto’s en verslagen van alle modules | Fototoestel
• De begeleider vraagt de groep ook om te denken aan andere opleidingen/vormingen die ze in de organisatie volgen of aan de organisatie zelf: “Had het traject ook effecten buiten de groep en de opleiding waarbinnen het plaatsvond?”
Inrichting van de ruimte Een stoelenkring | Tafels opzij
• Alle ideeën worden visueel voorgesteld (parasolletjes) en door de begeleider op een flap genoteerd. 4.
Kennismaken met de module Inleiding
instructeur | [10’] |
• Elk groepslid mag op de flap die veranderingen omcirkelen die hij graag wil behouden. • Nadat iedereen één of meerdere veranderingen omcirkelde, worden deze in groep besproken. Tijdens de bespreking komen respectievelijk de effecten op de groep, de effecten op de opleiding(en) of vorming(en), de effecten op de relatie met de begeleider(s) en de groep, de effecten op de andere opleiding(en) of vorming(en) en de effecten op de organisatie aan de beurt.
• De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe.
5. animator / deelnemer | [10’] |
Opsommen van de effecten van het vormingstraject Groepsdiscussie
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [20’] |
• De begeleider nodigt de groep uit om na te denken over de veranderingen die zich voordeden tijdens het vormingstraject en die betrekking hebben op de groep en de opleiding/vorming waarbinnen het traject werd afgelegd. De begeleider zal alle ideeën op een flap noteren en legt uit dat de groep pas in een tweede fase (zie punt 4) mag reageren. Hij nodigt de groep uit om plaats te nemen in de stoelkring.
animator / deelnemer | [15’] |
1:10
• Na de pauze leidt de begeleider een ontspanningsoefening [Klopperdeklop]. 6.
0:20
Zich ontspannen en spanning afvoeren Pauze en ontspanningsoefening
0:10
• De begeleider animeert een energizer [Verander jezelf]. 3.
0:40
• De begeleider leest alle opgesomde effecten of veranderingen voor.
• De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Veranderingen en Verruiming de vormingsmodule in en wijst op de aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie. Zie [Duurzaamheid - Naar buiten treden].
verhogen van de concentratie Energizer
gespreksleider / deelnemer | [30’] |
0:00
• De begeleider onthaalt de groepsleden en deelt het verslag van de vorige bijeenkomst uit.
2.
Bespreken van veranderingen Groepsdiscussie
Implementeren van veranderingen Groepsdiscussie 1
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [30’] |
1:25
• De begeleider vraagt de groep om na te denken over de veranderingen die ze ook na het traject willen behouden. De groepsleden geven beurtelings hun mening. De begeleider noteert de aangehaalde veranderingen in een tabel met vier kolommen (de 4e kolom wordt pas ingevuld bij de volgende oefening, zie punt 7): – Kolom 1 ‘Welke veranderingen?’: wat is er tijdens het vormingstraject veranderd en willen we behouden? (bijv. de groepssfeer)
p . 0 6 m o d u l e 8 D o o rvo e r e n va n v e r a n d e r i n g e n | E n n a d i e n ?
p. 07
– Kolom 2 ‘Waarom?’: waarom willen we deze verandering behouden? (bijv. toenemende motivatie) – Kolom 3 ‘Pistes?’: hoe kwam deze verandering concreet tot stand en wat kunnen we doen om ze duurzaam te maken? (bijv. ontspanningsoefeningen)
7.
8.
Bekendmaken van het vormingstraject Brainstorm 3 + 4
gespreksleider | [20’] |
2:25
• Aan het einde van het gesprek herhaalt de begeleider nog eens alle veranderingen en vraagt de groep om – indien nodig – de kolommen van de tabel verder aan te vullen. Hij gaat na of iedereen akkoord gaat met wat in de tabel werd opgenomen: Herkenbaar?
• De begeleider duidt: “Om de positieve veranderingen die het vormingstraject teweegbracht niet te vergeten, zou het goed zijn om een tastbaar aandenken aan jullie traject te maken en jullie ervaringen open te stellen voor een ruimer publiek. Door je ervaringen te delen, maak je als groep zichtbaar dat je je plaats inneemt in de organisatie en/of samenleving.”
• Bij deze oefening kan de groep zich laten inspireren door de (foto)verslagen van alle modules. De begeleider stelt deze ter beschikking.
• De groep denkt na met wie ze haar ervaringen wil delen: tot wie richten we ons? (Eventueel gebruik maken van het collectieve sterdiagram uit module 7)
Onderhandelen over veranderingen Werkgroepen en feedback 2
gespreksleider / facilitator / deelnemer | [30’] |
• Tijdens een brainstorm voeren de groepsleden beurtelings ideeën aan betreffende de vorm die het groepsaandenken zou kunnen aannemen (geluidsopname, dagboek, collage…)
• De begeleider verwijst naar de vierde kolom van de tabel en vraagt de groep naar personen die kunnen helpen bij het doorvoeren van één of meerdere veranderingen. – Kolom 4 “Verantwoordelijke?”: wie kan ons helpen bij het doorvoeren van de verandering? (bijv. wijzelf, de begeleider, de coördinatrice van onze organisatie…). • De begeleider deelt de groep op in evenveel groepjes als er verantwoordelijken (kolom 4) worden opgesomd. • Elke werkgroep plaatst zich in de positie van één verantwoordelijke en overloopt de tabel om te kijken binnen welk(e) domein(en) of bij welk(e) verandering(en) deze verantwoordelijke kan helpen. • De groep vult de vierde kolom van de tabel aan. • Alle werkgroepen verzamelen opnieuw in de kring en keuren de tabel goed (of geven nog bijkomende correcties). – Veranderingen die betrekking hebben op henzelf of de begeleider worden onmiddelijk besproken. Als er beslissingen worden genomen of nieuwe afspraken worden gemaakt is het goed om deze te noteren, bijvoorbeeld door ze mee op te nemen in het groepscontract (module 2, leefregels) – De veranderingen die betrekking hebben op externe betrokkenen moeten worden onderhandeld: de groep kan de verantwoordelijke(n) uitnodigen, een delegatie sturen of de begeleider de vraag laten opvolgen. Het is mogelijk dat bepaalde van deze stappen wat tijd vragen en dus buiten de opleiding of vorming of tijdens een extra bijeenkomst moeten worden gerealiseerd. • De begeleider garandeert de opvolging van de afspraken en beslissingen.
• De groep beslist welke ideeën van de brainstorm verder zullen worden uitgewerkt en legt samen met de begeleider een moment vast om aan het groepsaandenken te werken.
1:55
9.
Evalueren van de vormingsmodule en stilstaan bij het vervolg Evaluatie en vooruitblik
gespreksleider / verslagnemer / deelnemer | [15’] |
2:45
• De begeleider vat kort de doelstellingen van de voorbije module samen. • De begeleider leidt de evaluatie in [In één woord]. Te bevragen: Sfeer | Werkvormen | Afspraken | Engagementen | Groepsaandenken • De begeleider vat op basis van de evaluatie samen welke elementen moeten worden aangepast. • De begeleider vertelt wat er tijdens de volgende bijeenkomst zal gebeuren en verwijst hierbij naar de tijdsvoorstelling(en). • Indien nodig worden de onderhandelingen met de externe betrokkenen opgevolgd.
9
p . 0 8 m o d u l e 9 E va l u e r e n va n h e t vo r m i n g st r a j e c t | O n z e k i j k
C.
module
VOOR U GETEST
BEVINDINGEN EN OPMERKINGEN ACHTERAF 1. Indien met de tijdvoorstelling(en) en het groepsverslag geen volledig plaatje wordt verkregen van het traject, zorgt de begeleider ervoor dat er van elke module een aantal foto’s zijn afgedrukt (of op een laptop kunnen worden getoond) . 2. Het is belangrijk om goed te duiden dat het zoeken naar negatieve elementen of dingen die fout liepen, niet bedoeld is om het traject af te breken, maar om het te verbeteren. Als begeleider kan je ook aangeven dat je commentaren niet persoonlijk mag nemen, maar als een verrijking voor de groep moet zien. Ook negatieve commentaar kan constructief zijn, namelijk accepteren dat we niet volmaakt (hoeven te) zijn, kunnen lachen met de eigen fouten, zorgen dat we volgende keer die fout niet meer maken, dat we beter zicht hebben op de nodige rollen… 3. Bij sommige groepen kunnen individuele interviews verkozen worden boven een groepsdiscussie. Enerzijds kunnen groepsleden met een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen zich bedreigd voelen tijdens een groepsbespreking van hun rol, zelfs indien het om positieve feedback gaat (emotioneel zwaar). Anderzijds kan een individueel interview ook erg verrijkend zijn bij groepen die al erg hecht zijn en waarvan het ‘wij’ al sterk is ontwikkeld: het is een gelegenheid om het ‘ik’ even op de voorgrond te plaatsen en positief te waarderen. Tijdens het individueel interview kan de begeleider volgende vragen stellen: – Als iemand je over twintig jaar zou vragen of je nog wat weet van het traject Van Ik naar Wij | Du Je au Nous, wat zou je dan antwoorden? – Wat heb je uit het traject geleerd? – Welke bijdrage heb je zelf geleverd aan het traject? Wat was jouw rol? Persoonlijke observaties....................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................................................................................................
Evalueren van het vormingstraject
Onze kijk
Het project leerde me mijn ideeën te delen met de groep. ••• Jullie verplaatsten zich in mijn positie en spraken iedereen aan zoals het hoort. Ik apprecieer dat.
De tijdsvoorstelling(en) en de fotoverslagen van de verschillende modules helpen de groep bij de reconstructie van het verhaal van hun vormingstraject. Nadien wordt de groep uitgedaagd om een positieve en negatieve versie van dit verhaal te vertellen. Door de groep te betrekken bij de evaluatie van het vormingstraject worden zij er zich van bewust dat een resultaat niet op zich staat, maar er is gekomen door ieders bijdrage. Ieders rol wordt – individueel of in groep – besproken. Indien mogelijk wordt tot slot van het vormingstraject een feest georganiseerd! Zijn we tevreden over het vormingstraject en de manier waarop we hiertoe bijdroegen? De groepsleden hebben een eigen visie op het vormingstraject en kennen de visie van de anderen. Ze kennen de verschillende rollen die een persoon in een groep kan opnemen en spreken zich uit over ieders rol in het vormingstraject. De groepsleden hebben een duidelijk beeld van de eigen rol(len). De groep viert dat ze het traject tot een goed einde heeft gebracht. Werken met groepen | 5-TWIN Verslag | Energizers | Gespreks- en reflectievormen | Ontspanningsoefeningen | Evaluatiemethoden
p. 01
p . 0 2 m o d u l e 9 E va l u e r e n va n h e t vo r m i n g st r a j e c t | O n z e k i j k
A.
p. 03
BOUWSTENEN
VORMINGSDOELEN EN WERKVORMEN 1. Kennismaken met de module Inleiding • • • •
Informeren van de groep over de inhoud van de huidige vormingsmodule Aantonen welke invloed de groep heeft op het vormingstraject Situeren van de huidige module in het geheel van het vormingstraject Valoriseren van de inbreng van de groep
2. Aandacht richten op het hier en nu Ontspanningsoefening • Afvoeren van stress of spanning • Stimuleren van concentratie • De aandacht op zichzelf richten 3. Voor de geest halen van het vormingstraject Groepsdiscussie • Samen construeren van een verhaal over het groepstraject • Aanzetten tot het beschrijven van de feiten zonder waardeoordeel 4. Zoeken naar positieve en negatieve elementen van het traject Werkgroepen en feedback • Garanderen van een veilig en positief klimaat • Bijstaan bij het (positief of negatief) oordelen over het traject • Opmaken van de balans van het traject 5. Zich ontspannen en ervaren van verbondenheid Pauze en energizer • • • •
Creëren van ruimte voor rust Creëren van een ongedwongen sfeer Plezier maken Verbeteren van de communicatie
6. In kaart brengen van ieders bijdrage Individuele opdracht en groepsdiscussie • • • •
Garanderen van een constructief klimaat Aanmoedigen van eerlijkheid Helpen herkennen van de eigen en andermans rol(len) Valoriseren van ieders rol
7. Vertellen wat men uit het traject meeneemt Groepsdiscussie • • • •
Helpen valoriseren van de eigen ervaringen in het traject Aanzetten tot het delen van positieve gevoelens Versterken van de verbondenheid tussen de groepsleden Symboliseren van het einde van het traject
8. Afsluiten Ontspanningsoefening of slotfeest • • • •
Positief afronden van een gezamenlijk traject Opwekken van nieuwe energie Loslaten Zich samen goed voelen
p . 0 4 m o d u l e 9 E va l u e r e n va n h e t vo r m i n g st r a j e c t | O n z e k i j k
B.
p. 05
VOORBEELDANIMATIE
• De begeleider nodigt de groep uit om – in chronologische volgorde – het verhaal van hun traject te vertellen. De groepsleden nemen beurtelings het woord [zie Gespreksvormen, woldiscussie] en vertellen telkens een deel van het verhaal, geïnspireerd door de tijdsvoorstelling, het groepsaandenken en de foto’s.
Evalueren van het vormingstraject Benodigdheden Tijdsvoorstelling(en) | Verslag van de vorige module | Groepsaandenken (module 8) | Foto’s en verslagen van alle modules | Dictafoon | Flipchart | Alcoholstiften | Lang lint | Schaar | Fototoestel
• De begeleider neemt het verhaal met de dictafoon op en noteert eventueel extra sleutelwoorden bij de tijdvoorstelling(en). • De groepsleden krijgen de kans om elementen toe te voegen en krijgen tijd en ruimte om vragen te stellen.
Inrichting van de ruimte Stoelen in halve kring rond de tijdvoorstelling(en) en het groepsaandenken | Twee werkhoeken met zicht op de tijdvoorstelling(en). 4. 1.
Kennismaken met de module Inleiding
2
animator / instructeur | [10’] |
0:00
• De begeleider onthaalt de groepsleden en deelt de verslagen van de vorige bijeenkomst uit. • De begeleider leidt aan de hand van de sleutelwoorden Individuele en/of Collectieve evaluatie de vormingsmodule in en wijst op de aanpassingen die gebeurden op basis van de vorige evaluatie.
2.
animator / facilitator / verslagnemer | [40’] |
0:50
• De begeleider vertelt dat er tijdens deze oefening nieuwe versies van het gezamenlijke verhaal zullen worden geschreven en vraagt de groep om zich op te splitsen in twee groepen, namelijk de ‘goeieriken’ en de ‘slechteriken’.
• De begeleider noteert de noodzakelijke informatie (sleutelwoorden, voornamen) op de tijdvoorstelling(en) en vertrouwt het fototoestel aan een groepslid toe.
• De begeleider geeft de ‘goeieriken’ de opdracht om de positieve versie van het verhaal te schrijven, d.i. te focussen op alles wat goed ging tijdens het traject. De ‘slechteriken’ daarentegen worden gevraagd om een negatieve versie van het verhaal te schrijven en aan te geven wat er zoal allemaal fout liep tijdens het traject. De begeleider geeft aan dat het toegelaten is om karikaturale voorstellingen van het traject te maken en dat de groepen bijgevolg niet moeten aarzelen om bepaalde elementen uit te vergroten en humor te gebruiken.
Aandacht richten op het hier en nu Ontspanningsoefening
• Na ongeveer 20 minuten verzamelen beide groepen opnieuw rond de tijdvoorstelling(en). Beide verhalen worden door een groepslid of de ganse groep naar voren gebracht (verhaal of toneel).
animator / deelnemer | [10’] |
0:10
• De begeleider leidt een ontspanningsoefening [Ontspan in kleur]. 3.
Zoeken naar positieve en negatieve elementen van het traject Werkgroepen en feedback
Voor de geest halen van het vormingstraject Groepsdiscussie 1
animator / facilitator / deelnemer | [30’] |
• Tijdens de verhalen noteert en groepeert de begeleider alle positieve en negatieve elementen op een flap. • De groepen krijgen even tijd om op elkaars verhaal te reageren en mogen nog elementen toevoegen. De begeleider maakt de balans en kadert het uiteindelijke resultaat.
0:20
• De groep verzamelt zich rond de tijdvoorstelling(en), de foto’s en het groepsaandenken van het traject.
p . 0 6 m o d u l e 9 E va l u e r e n va n h e t vo r m i n g st r a j e c t | O n z e k i j k
5.
Zich ontspannen en verbonden voelen Pauze en energizer
p. 07
8. animator / deelnemer | [15’] |
1:30
• Na de pauze animeert de begeleider een energizer [Menselijke knoop]. 6.
In kaart brengen van ieders bijdrage Individuele opdracht en groepsdiscussie 3
gespreksleider / facilitator / deelnemer | [45’] |
1:45
• Na iedere bijdrage mogen de andere groepsleden en de begeleider nog elementen toevoegen, d.i. voor een (beter) begrip van de positie van het besproken groepslid. • De begeleider valoriseert ieders bijdrage aan het traject en bedankt iedereen individueel voor deze bijdrage. • De begeleider duidt welke rollen hij vervulde tijdens het traject en valoriseert de groepsbijdrage aan het traject. Vertellen wat men uit het traject meeneemt Groepsdiscussie
gespreksleider / facilitator / deelnemer | [20’] |
animator / deelnemer | [≥ 10’] |
2:50
• Afhankelijk van de noden en verwachtingen van de groep leidt de begeleider een ontspanningsoefening [Uitdrukkingsloos gezicht] en/of geeft het startschot voor het slotfeest.
• De begeleider organiseert een gespreksronde waarin de groepsleden beurtelings aangeven welke rol(en) ze denken gespeeld te hebben tijdens het traject.
7.
Afsluiten Ontspanningsoefening of slotfeest
2:30
• De begeleider nodigt de groepsleden uit om hun gevoelens over om het even welk aspect van het traject uit te drukken. Hij vraagt hen een antwoord te geven op volgende vraag: “Wat zal ik zeker van dit traject en onze gezamenlijke ervaring onthouden?” • Tijdens de bespreking van de gevoelens komt iedereen maar één keer aan de beurt. Wie aan de beurt is, krijgt een rol lint toegeworpen en moet dit een paar keer rond zijn pols wikkelen. Op deze manier wordt een web of netwerk tussen alle groepsleden – inclusief de begeleider – geweven. Het gesprek wordt op de dictafoon opgenomen. • De begeleider vraagt de groep naar mogelijke betekenissen van het gecreëerde web: verbondenheid met zichzelf, de groep en de ruimere omgeving waaraan tijdens het traject werd gewerkt. Terwijl hij het lint tussen de groepsleden doorknipt (zodat bij elk groepslid een armbandje overblijft), duidt hij dat ieder nu zijn eigen weg gaat, maar wel zijn ervaringen en herinneringen over het traject met zich meedraagt. • Iedereen vertrekt met een stukje lint, een armbandje dat de groep, het traject en de verbondenheid met de ruimere omgeving of samenleving symboliseert.