Kennismaken met logistiek en magazijn deel 2
Bedrijfsdoel Logistiek bedrijf (DCM) 3 J’s (5 j’s) • juiste goederen – Juiste hoeveelheid – juiste kwaliteit • juiste tijdstip • juiste plaats
Dit alles tegen zo laag mogelijke kosten !!
Activiteiten binnen het magazijn Flow-stream goederen ontvangen, opslaan en verzenden Job-stream zelfde als flow-stream echter hier wordt nog een handeling aan uitgevoerd b.v. in- en/of uitpakken montage (assembleren) etiketteren enz.
Werkzaamheden • Expeditie: • • • • • •
Controleren van documenten Lossen/laden van goederen Controleren van de goederen (aantal en kwaliteit) Constateren van afwijkingen Aanwijzingen geven aan chauffeurs Zorgen voor de veiligheid
Werkzaamheden • Opslaghallen : • • • • •
Inslag Opslag Verzamelen en verpakken Goederen die gecontroleerd moeten worden Op een andere locatie zetten van de goederen
De logistieke keten
Logistieke begrippen
Soorten Logistiek en logistieke begrippen 1. Interne logistiek 2. Extern logistiek 3. Distributieproces het vervoeren van goederen van een bedrijf naar verschillende bedrijven 4. Integrale logistiek logistiek traject van grondstof naar eindproduct naar consument
Integrale logistiek Oerproducent Collecterende Groothandel
Material management
Producent halffabricaat Producent eindproduct Distribuerende groothandel Detailhandel
Fysieke distributie
INTEGRALE LOGISTIEK
Retour = Reverse Aanvoer
Productie/bewerking
Interne Logistiek
Distributie
Verschillende invalshoeken t.a.v. het opslagdeel: • Microniveau = vanuit het interne proces in een bedrijf (hoe verloopt het interne proces) • Mesoniveau = vanuit de relaties van een bedrijf (hoe verloopt het externe proces) • Macroniveau = vanuit de branche waarin een bedrijf zich bevind ( plaats van het bedrijf in de branche/bedrijfskolom)
Opslag als kerntaak of als ondersteunende taak • Ondersteunende taak b.v. opslag van grondstoffen, verpakking, gereed product enz. binnen een productiebedrijf ( dat als kerntaak heeft: produceren van goederen). • Kerntaak b.v. handel - of opslagbedrijven (groothandel of distributiecentra (DCM)) maken deel uit van de distributie van de goederenstroom (is schakelbedrijf)
Opslag in de bedrijfskolom
Detailhandel in de bedrijfskolom
Goederenstroom in de detailhandel
Detailhandel
Detailhandel = (laatste) tussenschakel tussen oerproducent en eindverbruiker Draagt zorg voor 5 J’s
Detailhandel
Ondersteunende taken: • • • • •
aanbieden gewenste assortiment geven van voorlichting houden van optimale voorraad financiering van de voorraad verzorgen van snel en betrouwbaar transport
3 soorten detaillisten: •
zelfstandig winkelier
•
grootwinkelbedrijven, warenhuizen
•
vrijwillige filiaalhouders/franchisebedrijven
Kenmerken van opslagtaken detailhandel: • Veel soorten; maten; merken • In verhouding grote voorraden • In verhouding grote opslagruimte • Hoge opslagkosten door ruimte en voorfinanciering
Service-eisen t.a.v. leveranciers: • Optimale leverfrequentie • Betrouwbaarheid van afleverdatum en – tijd • Juiste en volledige zendingen • Flexibiliteit b.v. spoedorders
Trends: • Korter levenscycli van artikelen • Uitbreiding van het assortiment • Koopkracht • Grotere (prijs) concurrentie
Indeling assortiment (assortimentstype) Breed: veel artikelgroepen, supermarkt, vers producten, maar ook frisdrank, luiers, enz. Lang: veel dezelfde artikelen op voorraad, veel flessen Coca Cola light. Diep: veel verschillende merken van een artikelgroep, b.v. bier, Amstel, Bavaria, Gulpen, Heineken enz.
DCM Opdrachten Individueel uitwerken: Opdracht: • Herkennen klanten • Houdt DCM alles in voorraad? • Klantgerichtheid en voorraadhoogte • Verschillende soorten DC