Assisi 2013
Gedicht Freek van der Veen. Ik ben op weg gegaan om de wereld te ontdekken en de mensen. Om stil te staan bij de dingen en om stil te zijn. Om het zonder woorden uit te zingen. Ik ben op weg gegaan om te ontdekken wie ik ben, geweest ben, worden zal, om te roepen in de woestijn. Om de stem van GOD te horen en alleen te zijn. Ik ben op weg gegaan verzonken in gedachten. Zonder te vragen naar de weg en naar de stad, volgde ik mijn dromen. Weg in mijzelf, ben ik eindelijk aangekomen.
Voorbereidingen Vanuit Offenbach Duitsland (waar ik normaliter werk ) ga ik na de werkweek met de auto naar Basel en parkeer hem daar bij een hotel waar ik overnacht. De volgende dag ga ik dan met de fiets op weg naar Florence. De onderstaande figuren laten de route door Zwitserland en Italië zien.
Dag Fietsdagen
Datum
Dag Fietstocht Basel > Rome
km
∑ km
gem
0
0
23-5-2013
do
Offenbach > Flaach [Auto, 335 km]
0
0
0
1
1
24-5-2013
vr
Flaach > Rorschach
110
110
110
2
2
25-5-2013
za
Rorschach > Bad Ragaz
75
185
93
3
3
26-5-2013
zo
Bad Ragaz > Thusis > Vicosoprano
82
267
89
4
4
27-5-2013
ma
Vicosoprano > Brivio (I)
114
381
95
5
5
28-5-2013
di
Brivio > Cremona
111
492
98
6
6
29-5-2013
wo
Cremona > Guastalla
88
580
97
7
7
30-5-2013
do
Guastalla > Vignola
84
664
95
8
8
31-5-2013
vr
Vignola > Porretta Terma
70
734
92
9
9
1-6-2013
za
Porretta Terma > Signa
70
804
89
10
10
2-6-2013
zo
Florence
804
80
11
11
3-6-2013
ma
Florence
804
73
12
12
4-6-2013
di
Florence > Castellina in Chainti
60
864
72
13
13
5-6-2013
wo
Castellina in Chainti > Borghetto
115
979
75
14
14
6-6-2013
do
Borghetto > Assisi
76 1055
75
15
15
7-6-2013
vr
Bezichtiging Assisi
16
16
8-6-2013
za
[R 3172, Assisi 17:17 > Florence 19:48]
30 1085
0
[CNL 484, Florence 22:09 > Innsbruck 04:31] 17
17
9-6-2013
zo
[EN 1264, Innsbruck 04:53 > Wintherthur 12:12] T3 accommodatie, fiets meenemen Winterthur > Flaach Flaach > Offenbach [Auto, 335 km]
Dag 1. Donderdag Flaach CH > Rorschach CH Het weer: Hotel Traject Tijd Gem snelheid Energie
bewolkt 12 graden CH 110 92 km 6:17:12, 14,65 kmh, 2011 kcal
Ik word wakker, zes uur. Het is al licht aan het worden. Ik sta op en neem een hete douche. Waarschijnlijk kan ik vandaag wel wat warmte gebruiken gezien de weersvoorspellingen. Alle spullen moeten eerst hun plek nog vinden in de fietstassen en in mijn hoofd. Ik ben alles kwijt en er valt van alles valt op de grond. Beneden wijst een potige Zwitser mij naar de ontbijttafel. Hij is ook nog slager van beroep, dus ik kan maar beter geen grapjes maken. Er staat een nummertje op de tafel, want iedereen krijgt een vaste plek toegewezen. We gaan natuurlijk niet zomaar ergens zitten in Zwitserland, ook niet als er maar één tafel bezet is. Het ontbijt is lekker met veel vers fruit, kaas, sterke koffie, brood, sap en een dikke plak echte ham die de slager persoonlijk komt brengen. Ik vraag aan de Zwitser of mijn auto twee weken bij hem voor de deur mag staan. Ik moet de auto iets verder aan de zijkant parkeren en dan is het wel goed. Ik reken de kamer af met het kleine muntgeld dat ik thuis nog had liggen. Scheelt alweer een kilogram aan munten de berg op trappen. Ik bouw buiten de fiets op en loop nog als een zombie te stunten. Dan nog een keer terug naar de wc en dan buiten tot de ontdekking komen dat de fietssleutel nog boven op de wc ligt. “Kut, wakker worden Peter!” Het voorwiel loopt niet soepel, de remschijf loopt aan. Ik krijg het niet verholpen en besluit toch maar te gaan fietsen. Nog geen honderd meter verderop is een Koga fietshandel. “Hoe gek wil je het hebben”, vraag ik mezelf af. “Alles gepresenteerd op een dienblad graag.” Ik bedenk me dat ik het graag fijner en minder zwaar wil hebben dan de reis van vorig jaar naar Santiago de Compostella. Dit keer graag met veel meer zon en warmte. “Oh ja, ook met wind in de rug graag.” De fiets is snel gerepareerd. De remblokken zaten tegen elkaar: is gekomen door het transport in de auto. Het liefst zou de fietsenmaker met me mee naar Italië gaan. Bij het benoemen van de bergpas over de Alpen zegt hij dat daar erg veel sneeuw gevallen is. “Wie zal ik dit jaar meenemen op reis?” Ik bedenk: “Pa, Otto en John: de drie mannen die me gevormd hebben tot wie ik ben.” Ik stel me voor dat ze met een landkaart op schoot achter me aan zweven. Ben benieuwd hoe de samenwerking tussen deze drie zeer verschillende persoonlijkheden zal verlopen. Het is bewolkt en ongeveer twaalf graden. De weggetjes slingeren en golven met het landschap mee. Alles is netjes in Zwitserland: geen graffiti en troep langs de weg. Het is een rijk land, want al sinds
de 2e Wereldoorlog wordt er vanwege het bankgeheim allerlei geld geparkeerd en vaak niet eens meer opgenomen. Ik hoorde gisteren in het nieuws dat dit staat te veranderen. De weg volgt veelal de bosrand onderaan de heuvels. Er komen veel hoogstam fruitboomgaarden voorbij. In Nederland zijn de meeste gekapt met overheidssubsidie, maar hier zijn ze er nog volop. Zwitserland: het land van de treinen. In bijna elk stadje stopt er wel een. Het is net een grote maquette die ik vroeger had voor mijn model treintjes: mooie huisjes in kleine dorpjes, kerkjes in allerlei uitvoeringen, bruine koeien, veel stationnetjes en bergen gemaakt van kippengaas en papiermaché. In Bischofszell neem ik een warme lunch bij een restaurant met veel auto's voor de deur: als een soort kwaliteitsgarantie van het restaurant. Het is erg vol binnen, maar ik mag aanschuiven bij een tafel van zes. De mensen zijn bijna klaar met eten en ze kijken een beetje afstandelijk naar mij verkleed als vreemde fietser in bijpassend outfit en stinkend naar zweet. Het is binnen erg warm waardoor ik nog meer ga zweten. Ik trek het meeste maar uit tot aan mijn T-shirt. De blondine aan tafel kijkt elke keer nieuwsgierig op. De mensen zijn wat stil geworden, omdat ik erbij ben komen zitten. Ze praten nu alleen nog wat uit formaliteit om mij te laten merken dat ze echt wel durven te praten met mij aan tafel. “Ik versta er toch geen zak van bedenk ik me”, maar dat weten zij natuurlijk niet. Ik zit aan de soep als ze opstaan en het restaurant willen verlaten. Ze wensen me nog een goede reis toe. De blondine draait zich nog even om. Verder fietsend langs de bosrand moet ik ergens de rivier oversteken met een pont. Ik wacht op een dikke boomstam in de zon. Een man komt aangelopen en voor 2 frank brengt hij me naar de overkant. Da’s niet veel, maar het is door de sterke stroming ook snel gedaan. In de verte is de Bodensee al te zien. Een enorm groot meer van smeltwater uit de Alpen. Het vormt de Rijn op zijn tocht naar de Noordzee. Langs de Bodensee is een fietspad gelegen: prachtig zo langs het water. Door het veel te koele weer is er niet veel toerisme. Het badhuis ligt er verlaten bij. Ook de kermis wacht verlaten op betere tijden. Na 92 km is het mooi geweest voor vandaag. De jeugdherberg in Rorschach ziet er netjes uit. Na de inleiding door een wat trage man, maak ik mijn bed op en neem een warme douche. s' Avonds in de stad neem ik een döner pizza. “Vies, veel en vet”, zal ik maar zeggen. Dat doe ik geen tweede keer. Hier krijg je een maagverzakking van. Het regent! Het ziet er opnieuw naar uit dat ik de tent voor niks heb meegenomen. Die tent heeft alle bergen van Europa al beklommen en ik ben de gek die hem elke keer achterop de fiets meeneemt. Ik lees nog even in mijn digitale boek, bel nog even met Mir en val vroeg in slaap.
Dag 2. Vrijdag Rorschach CH > Bad Ragaz CH Het weer: bewolkt, af en toe regen. Afstand 75 km Tijd 11:17:12 uur Gem snelheid 14,88 km/h Energie 1000 kcal Beneden in de herberg staat een eenvoudig ontbijt uitgestald. De ontbijtruimte is gevuld met eenvoudige stoelen, banken en tafels. Aan de zijkant staat al het voedsel. Ik drink mijn koffie en heb een prachtig uitzicht over de Bodensee voor maar 48 franken. Even verderop betaal je voor hetzelfde uitzicht zo'n 200 franken meer. Gisteren kwam ik een wat oudere vrouw voor de ingang van de jeugdherberg tegen. Ze stond daar wat vreemd en onwennig te draaien. Haar partner spoorde haar aan om eindelijk naar binnen te gaan. Waarschijnlijk was de herberg ver beneden haar stand en moest ze een ego-drempel over. Ik heb veel rijke, arrogante Zwitsers met gebruinde koppen in veel te dure auto's gezien. Ook dat is Zwitserland. Vanmorgen kwam ik de vrouw opnieuw tegen. Net zo onwennig als gisteren en met een zenuwachtig glimlachje om haar mond. De fietsroute gaat verder vanaf de Bodensee stroomopwaarts langs de Rijn. Gelukkig is de Rijn hier geen vuilnisvat. Hier is de Rijn nog een prachtig natuurgebied. Echt zoals je je een romantische rivier voorstelt met kwakende kikkers, vissen, vogels, riet, dikke volgezogen bomen tot en met de wortels in het water. Het mooie fietspad slingert tussen de bomen. Het gaat regenen. Op een overdekte brug wissel ik van jas. Mir belt: “We hebben vier kuikentjes”, zegt ze enthousiast. In St. Margarethen stop ik voor koffie en om op te drogen en op te warmen. Na een dik uur pauze is de regen overgegaan in druppelen en vervolg ik mijn route. “Het zal vandaag wel niet beter worden,” zeg ik tegen een Duitse familie waarmee ik een tijdje heb gesproken. De Duitsers beamen mijn vermoeden. Ik volg nu een smal onverhard pad langs een smaller riviertje. Het pad is eindeloos lang. Uiteindelijk krijg ik weer aansluiting langs de Rijn die nu zelfs groen geworden is. Opnieuw een eindeloos pad. Het is koud en ik ga wat harder trappen zodat ik warm blijf. Het helpt. Mijn vingers worden rood gloeiend en ook mijn voeten krijgen weer gevoel. Ik stop voor een schnitzel, maar die valt zwaar en ligt als baksteen op mijn lege maag. Chocolade is ook al geen succes. Appels en yoghurt voelen nog het beste. Ik moet wel tien keer plassen onderweg. Ik vul vocht aan met steenkoud water uit de bidon anders droog ik uit. Mijn lichaam is zich aan het instellen op bewegen. Over een eeuwenoude houten brug ga ik de grens over naar Lichtenstein. Na twintig kilometer ga ik weer terug over een brug naar Zwitserland. Uiteindelijk stop ik in een authentiek Zwitsers hotel. Zimmer zech-u-zwanzik is voor mij.
Dag 3. Zaterdag Bad Ragaz CH > Thusis CH > St. Moritz > Vicosoprano CH Het weer bewolkt Traject 52 + 30 km(252) Tijd 16:32:12 uur Gem snelheid 15,27kmh Energie 1702 kcal Hotel CH 115 Vanmorgen ben ik weer vroeg wakker geworden. Beneden is de eigenares nog niet klaar met het uitstallen van het buffet. Ze loopt op en neer naar de keuken met haar kromme benen. Ze heeft zulke kromme benen dat het lijkt alsof ze bij het paardrijden onder de buik van het paard aan elkaar vastgebonden zijn geweest. Het ontbijt is echter heerlijk met opnieuw veel vers fruit. Buiten is het koud en ik besluit de vaart erin te houden om warm te blijven. Ik wil voor de voorspelde regen in Thusis zijn. Weer volg ik de Rijn, maar dan wordt het toch flink klimmen tegen een bergwand op. Ik snijd hiermee een hoek van tientallen kilometers af maar moet daarvoor in de plaats wel 10% trappen. Het pad is uit rots gehouwen en middels een waarschuwingsbord wordt aangeraden om snel door te fietsen i.v.m. steenval. Het lukt me op wat druppels na om de donkere buien voor te blijven. Beneden in het dal kronkelt de heldere Rijn eindeloos verder. Door de stilte tijdens het fietsen word ik stil en krijg ik een soort geluksgevoel van liefde en warmte. Ik probeer het vast te houden. Alsof de bewuste engelen echt met me mee vliegen op mijn pad. In Thusis koop ik eerst een nieuwe windstopper in een fietsenzaak. De rits van de oude windstopper is net vijf minuten geleden kapot gegaan tijdens een korte pauze. Nog geen kilometer verder rij ik recht op deze fietswinkel af. “Hoe gek wil je het hebben?! Oh ja, ik wilde het easy en alles op een dienblad aangereikt krijgen.” Bij het station koop ik een enkele reis met de fiets naar St. Moritz. Er ligt te veel sneeuw in de bergen en het is hier beneden nog erg koud voor de tijd van het jaar. Later blijkt de pas gesloten te zijn door de sneeuwval. Ik kan de sneeuwgrens vanaf hier al zien liggen. Dat betekent hogerop alleen maar meer sneeuw. De grijze lucht laat zien dat er nog genoeg kan vallen. Ik heb vorig jaar flink afgezien in m'n zomerkleding en ook nu heb ik alleen maar open schoenen, nylon sokken en open fietshandschoenen bij me. “Mei is immers een volle maand later dan april(tijdstip waarop ik vorig jaar naar Santiago ging) en dus veel warmer”, dàcht ik. Zelfs de wielerronde van Italië is omgelegd vanwege het slechte weer. In de trein wordt de fiets verticaal aan het voorwiel opgehangen aan een speciale vleeshaak. Na vertrek begint de trein meteen te klimmen. Het traject volgt de bergwanden: tunnels, hoge bruggen die op de lijst van werelderfgoed staan en vier draaicirkels op elkaar gestapeld om hoogte te winnen. Het sneeuwt en de bergen zijn wit. We klimmen naar 1775 meter.
In St. Moritz is het nog kouder. Wel schijnt de zon. Ik volg de hoofdweg richting Italië. Het is nog vijftien kilometer heuvelachtig fietsen langs ijskoude bergmeren van smeltwater. Voor het eerst deze reis voel ik een ijzige tegenwind met echte stukjes sneeuw en dat voor eind mei. Het water oppervlakte is gegolfd door de sterke wind die vanuit Italië uit het dal tussen de bergwanden geperst wordt. Ik zie nog een Murmeltier(bever) langs de kant van de weg zitten. Als eindelijk de afdaling begint, is de kou bijna niet meer te harden. Ik heb steken in mijn hoofd van de kou. Gelukkig heb ik mijn bivakmuts bij me. Het gaat nu hard naar beneden en regelmatig moet ik de tranen uit mijn ogen wrijven om goed zicht te houden. Haarspeldbochten snijd ik voorzichtig en hoog aan om daarna weer als een gek naar beneden te gaan. Een fiat panda voor me kan maar moeilijk van mij wegrijden. Da’s wel weer leuk, nietwaar? Ik ben blij met mijn schijfremmen en brede banden. Na door en door koud te zijn geworden doet een klein hotel langs de weg me besluiten om er voor vandaag mee te stoppen. Een heerlijke warme douche en een paar lekkere forellen lijkt me wel wat. De eigenaar vraagt of ik eerst de kamer wil zien. We lopen de trappen op naar de tweede verdieping. Aan de muren hangen tientallen posters van kunstexposities. Dat is haar hobby. Op de eerste
verdieping hangt alles vol met schedels en opgezette dieren. Dat is zijn hobby. De kamer is eenvoudig. Ik krijg een extra elektrische kachel omdat de cv vanavond pas aangaat. Het is een aardige man en hij begint een vriendelijk praatje over Hollanders die wel vaker op de fiets langskomen om naar Rome te gaan. De fiets kan in de garage en hoeft niet op slot, ook de tas kan er aan blijven hangen. Het is hier zo afgelegen: niets hoeft op slot. 's Avonds krijg ik inderdaad gerookte forel met frites, salade, brood, koffie, tiramisu en witte wijn. Heerlijk!! De combinatie van een brandende open haard, een dag lang fietsen en witte wijn maakt me een beetje licht in het hoofd. Ik ga naar boven: slapen, heerlijk.
Dag 4. Zondag Vicosoprano CH > Brívio I Hotel CH 75 Het weer: zon en ca. 20 graden Afstand = 114 km Tijd = 22:50:10 Gem snelheid =16,02 km/h Energie = 1684 kcal De bergen zien er helder uit deze morgen. Geen koude zweem van ijskoude waterdamp. Na het ontbijt en afscheid nemen gaat het eerst bergafwaarts. Da’s wel zo lekker wakker worden. De temperatuur is echter nog laag waardoor mijn kale kop afkoelt en begint te steken. Met zestig km/h dender ik de rest van de berg naar beneden, door smalle straatjes van een dorp en dan weer over een autoweg. Bij de grenspost naar Italië stop ik maar de beambten wuiven als teken dat ik door mag fietsen. De zon begint krachtiger te worden en het voelt al heerlijk zomers. Als eerste gaat de lange overall uit, dan het vest. De zon brandt heerlijk op mijn rug. Ik passeer huizen met balkons die uitpuilen van de terracotta potten met kleurige planten. Dit moet Italië zijn. Beneden in het stadje staat een busje met terracotta bloempotten in de verkoop: Italië! Nu weet ik het zeker. Als ik dan een lekker bakkie espresso op een terrasje langs de weg neem en er zwaar rokende vrouwen naast me zitten, die tussen het keel schrapen door veel te hard met elkaar praten, dan weet ik het echt helemaal zeker: Italië! Het pad volgt nu het ene meer na het andere: een constant prachtig uitzicht. De tunnels zijn voor mij als fietser wat minder. Het is er donker, nat van lekwater en de auto's racen je gevaarlijk dicht voorbij. Bij de veerboothalte naar Bellaggio stopt een fietsend echtpaar uit Limburg. Ze kletsen er meteen flink op los. “Leuk een Nederlander...” Even later zoeken we onze veerboot op en kopen we een kaartje. Dan kletsen we gestaag verder. Nu stopt er een jonge moeder die met haar elfjarige zoon op reis is. “Ook naar Rome?” Allemaal dezelfde boekjes op het stuur. De moeder praat er meteen opschepperig op los. Ik…ik...ik… Eerst de fiets: is de beste fiets ter wereld, daarna alle details op en aan de fiets, daarna dat ze zelfstandige is, daarna waar ze allemaal wel niet geweest is enzovoort. De man van het echtpaar probeert er overheen te komen. Bla...bla...bla... Het wordt stil in mij. Wat een gelul allemaal. Ik pak mijn fiets en ga op zoek naar eten en drinken. Het echtpaar loopt achter mij aan. Hij wil koffie en ik zie een tentje waar je voor twee euro brood, kaas en water kan krijgen. Ik ga mijn eigen weg en ga bij de kaas zitten. “We zien elkaar straks nog wel”, roept de man verontschuldigend wijzend naar een terras verderop. De moeder is met zoon ook op het terras geploft. Op de veerboot vraagt de man hoe het is om alleen te fietsen. “Een heerlijke meditatie waar je stil van wordt en waar je nergens rekening mee hoeft te houden anders dan met jezelf”, antwoord ik. Daar moet iedereen na al dat gekakel wel even over nadenken. De man is vorig jaar met een groep van vier naar Santiago geweest: “Dat was wel erg veel aanpassen.” Dat is precies waarom ik alleen fiets.
We zijn één uur verder en ik heb het wel gezien met de landgenoten. Aan wal nemen we afscheid. Ze hebben allemaal een latere uitgave van het routeboek dan ik. Ze gaan wat noordelijker fietsen. Dat is natuurlijk veel mooier. Dat zal zeker. Veel plezier! De weg gaat verder langs de meren en er komen nog meer tunnels. Deze zijn veel langer maar gelukkig ook verlicht. Het echtpaar heeft me bijna ingehaald. Na de tunnel klaagt zijn vrouw dat haar man nog nooit zo hard heeft gefietst. Hij is de weg kwijt en bang in tunnels. In Lecco is het ook zondagmiddag geworden en langs het meer is het een drukte van jewelste. Iedereen wandelt op het fietspad, ligt te luieren in het gras of zit met de hele familie aan de barbecue waarbij iedereen over elkaar heen schreeuwt. Het is een typisch tafereel van Italianen die eindelijk van de zon genieten. Het is ‘zien’ en ‘gezien worden’ in Italië. Na Lecco wordt het fietspad slechter en lopen er nu ook veel paarden op het pad. De ruiters vragen of ik wil inhalen met de fiets. “C'est possible”, roep ik uit de losse pols. De paarden gaan aan de kant en dus is mijn eerste Italiaanse communicatie gelukt. Het water van de rivier is kraakhelder. De waterplanten zijn goed zichtbaar en wuiven met de stroom mee. Wat een prachtige dag. In Brívio stop ik op een pleintje. Iedereen is hier aan het genieten. Ik vraag aan een stelletje of ze ergens een Bed and Breakfast weten. Ze vragen het aan de ijscoboer ter plaatse. Ze nodigen me uit mee te lopen, want het is maar honderd meter verderop. Dat ik naar Rome fiets is onbegrijpelijk voor hen. We vinden het huis maar er is niemand. Later blijkt het vol te zijn en neem ik een hotel in de buurt. Wel wat duurder, maar er is even niks anders. Het is een prachtig hotel met moderne 'design' kamers. Na de douche loop ik over de brug naar het pleintje en bestel bij een klein restaurantje ciabatta met salami. Het is acht uur en nog steeds lekker warm buiten.
Dag 5. Maandag Brívio I > Cremona Traject 111 km (474 km) Tijd 30:14:33 Gem snelheid 15,89 kmh Energie 1289 kcal Hotel EUR 75 Ik haal mijn fiets uit de schuur en pak alle bagage er vast op. Lekker ontbijt met veel koek, taart en fruit. De hartige lekkernijen rol ik in een servet om mee te nemen voor onderweg. Evenals een dikke banaan en een bakje ananasyoghurt. Ik vervolg het pad van gisteren langs de rivier. Het is smal met zeer veel stenen en ook veel modder met plassen water. Soms schakel ik het kleine blad voor en ploeter met klein verzet door de dikke laag blubber. Er liggen zelfs bomen over het fietspad heen. Ik kom veel kunstwerken tegen: sluizen, elektriciteitscentrales, dammen met stuwmeren, kanalen. Het is één groot bouwwerk om de krachten en de waterloop te beheersen. Ik heb vandaag een paar keer de weg gevraagd aan Italianen. Kan ik maar beter niet meer doen, want het kost ontzettend veel tijd en levert weinig nieuws op. Onderweg splitste het fietspad zich en ik wist niet helemaal zeker welke kant ik op moest. Ik had wel een vermoeden maar dacht even te checken bij een wandelaar: “Direction… met de plaatsnaam”, vroeg ik aan de man. Hij lachte en begon eerst uit te leggen dat hij geen Engels spreekt. Dat had ik al begrepen maar deze meneer gooide er nog even tien volzinnen in het Italiaans tegen aan. Zo, daar is geen misverstand meer over. Ik zei dat ik ook geen Italiaans spreek dus wat maakt het uit? Toen kwamen we terug op mijn vraag. De man wees alle kanten op en begon met zijn wijsvinger nieuwe wegen te creëren op mijn landkaart. Er waren geen wegen op de kaart aangegeven, maar volgens hem waren ze er toch. Toen ik vervolgens mijn route aanwees, begon hij krachtig ‘neen’ te schudden. Nou dat was schijnbaar helemaal verkeerd van mij. Hoe kwam ik op het idee de voorgestelde route te volgen…?! Er kwamen nog twee wandelaars aan en de man sprak hen aan. Weer zo'n dertig zinnen verder… ik kon me bijna niet meer voorstellen dat het nog over mij ging. Plots stopten ze met praten en de vrouw wees in de richting waar ik ook al eerder naar gewezen had. Daar moest ik heen... Later die dag eenzelfde voorval. Ook weer twintig zinnen bij een simpele vraag. De laatste Italiaan die ik niet om hulp gevraagd heb was wel behulpzaam. Ik vroeg niks want ik was al aan de late kant. “La canal?” vroeg hij. “Si”, daar moest ik inderdaad naar toe. Hij wenkte dat ik achter hem aan kon fietsen. Hij fietste door allerlei straatjes en bochten die in ieder geval niet in mijn boekje voorkwamen. “Als dat maar goed gaat…”, dacht ik. Maar jawel, even later staan we op de brug over het kanaal. Hij wijst in de richting van Cremona. “Mille gratie”,(duizendmaal dank) roep ik en fiets naar het kanaal, richting Cremona. Het is warm, ik heb honger en dorst en volgens mijn computer heb ik pas 1070 kal verbrand. Heel erg weinig op honderd kilometer. Zo ga ik natuurlijk nog geen zak afvallen. De laatste twintig kilometer zijn zwaar. Vooral in Cremona is het gevaarlijk. Het ene moment is er een fietspad en het andere moment is ‘ie weer verdwenen. Vooral bij kruispunten stoppen de fietspaden spontaan en moet je het
verder zelf maar uitzoeken. Fiets ik bij ontbreken van een fietspad de hoofdweg op en daar is er dan plots weer een fietspad. Dat kan dan zowel links als rechts van de weg zijn. Van fietspaden moet je in Italië niet teveel van voorstellen. Dikke banden en een stevige fiets zijn geen overbodige luxe. Bij een camping check ik in. Ik krijg nummer plaatje 42. Er staan slechts drie caravans dus nummerplaat 4 was ook goed geweest. De rest van de caravans zijn vervallen en staan er al heel lang. Ook de toiletten zijn oud en de douche geeft slechts koud water ondanks de twee munten. De hubba tent laat zich eenvoudig binnen tien minuten opzetten. Het luchtbed ligt lekker en de slaapzak is warm genoeg. Om zeven uur kan ik wat te eten krijgen: lokale rode wijn, water, sla, spaghetti, aardappel, kip. Een dikke moeke met bloemetjesschort heeft het vol trots voor mij gemaakt. Ik ben de enige in het restaurant om te eten. De rest van de bezoekers zijn er alleen om wat te drinken. Er stapt nog een echtpaar naar binnen om wat informatie in te winnen. Als ik het eten op heb, ga ik buiten zitten en al gauw vragen ze of ik bij hen aan tafel kom zitten. Ze komen uit Ierland, zijn geëmigreerd naar de Canarische eilanden en zijn nu met hun pick-up truck met zelf getimmerde hut op weg naar Griekenland. Het is een stel wat vervroegd met pensioen is gegaan i.v.m. een kleine erfenis en op basis van low budget. Simpel en eenvoudig, maar ze stralen samen geluk en plezier uit. We hebben de hele avond gekletst en aan het einde krijg ik een paar dikke kussen van de vrouw en nemen we afscheid.
Dag 6. Dinsdag Cremona > Guastalla Camping + diner Traject Tijd Gem snelheid Energie
€12 88 km (562 km) 35:43:50 uur 15,91 kmh, 775 kcal
Ik ben als een blok in slaap gevallen. In eerste instantie dacht ik dat het nog donker moest gaan worden toen ik mijn ogen open deed, maar de iPhone zegt dat het al zes uur is. Ik ga naar het toilet en kruip dan nog even in mijn slaapzak. Heerlijk geslapen, kan niet anders zeggen. De tent is nog nat dus ik pak eerst alles wat binnen staat in. In de kantine krijg ik gratis koffie omdat de douche koud was gebleven. Dan betaal ik de rekening en loop terug om de rest van de tent in te pakken. Cremona is een mooie stad en ik koop er wat broodjes voor onderweg. Het landschap is vlak en ik heb vandaag wat wind tegen. Onderweg stop ik regelmatig want ik ben nog wat moe in de benen. Op een markt koop ik fruit en in een supermarkt maakt men twee broodjes rosbief voor mij om mee te nemen. Na vijftig kilometer kom ik twee fietsers tegen. “Dat is een Koga,” roept de man als hij mijn fiets ziet. “Moet een Hollander zijn.” Ik geef antwoord en we stoppen om even met elkaar te praten. Ze komen uit Emmen en gaan van Rome naar Nederland. Ze hebben noodweer gehad in Rome. Nu is het eindelijk wat beter. We kletsen een kwartiertje en nemen dan afscheid. In een vestingstadje raak ik de weg kwijt. Op een plein besluit ik opnieuw de weg te vragen. Dit keer aan een prachtige jonge mooie Italiaanse met lang haar, bruine ogen, lange benen en hoge hakken. Ik stel de vraag in het Engels en na twee tellen weet ze al waar ik heen moet. “That way”, wijst ze en geeft me een prachtige glimlach cadeau. Ik bedenk me dat het in dit geval wel iets langer had mogen duren... Het landschap is wat saai aan het worden. Het ene na het andere dorp wordt afgewerkt. Ik stop nog een keer bij een café. Een paar dikke Italianen proberen gebrekkig te vragen waar ik vandaan kom. Het laatste stuk langs de Po is mooi. Er staan oneindig veel bomen in het water. Geen idee waar het goed voor is. Dan een lange brug over voordat ik bij Guastalla ben. Volgens het boekje is er een jeugdherberg, maar als ik er na een lange omweg ben blijkt het gesloten te zijn. Een camping is er ook niet dus dan maar een hotel. Ik verken nog een paar keer de stad maar ik kan maar één hotel vinden voor vijfenzestig euro per nacht inclusief ontbijt. De eenpersoonskamers zijn allen bezet dus blijft er alleen een duurdere tweepersoonskamer over. Ik kan me gezien het uitgestorven karakter van dit hotel niet voorstellen dat ze volgeboekt zijn. Ik geloof eerder dat de chagrijnige eigenaresse er nog wat meer aan wil verdienen.
Dag 7. Woensdag Guastalla > Vignola Hotel €75 Traject 84 km (646 km) Tijd 41:37:00 uur Gem snelheid 15,66 kmh Energie 826 kcal “Het regent”, is het eerste wat er door mijn hoofd gaat als ik wakker word. Door het raam zie ik de druppels op het platte dak vallen. De lucht laat ook blauwe plekken zien dus misschien valt het wel mee. Het blijkt een arbeidershotel te zijn als ik beneden kom. Had de eigenaresse toch gelijk dat alle eenpersoonskamers geboekt waren. Allemaal bouwvakkers zitten aan de tafels. Ze hangen voorover, nog niet geheel wakker, maken ze zich op voor de dag. Een paar kijken me lang en met ongeloof aan: “Zo'n idioot op de fiets”, of misschien: “dat zou ik ook wel willen.” Hoe dan ook: ik ben een vreemde eend in de bijt. Ik neem brood, ei, yoghurt en koffie. Beneden in de kelder heb ik alles al op de fiets gedaan zodat ik meteen weg kan rijden. De vrouw maakt de garagedeur open en wenst me een goede reis. Het is droog!
Het landschap is nog steeds vlak en dit keer staan er in het routeboekje afstanden aangegeven vanaf een bepaald uitgangspunt. Moet ik nog uitrekenen waar ik ben ook. Ik rij geheel intuïtief waar ik denk heen te moeten en het blijkt ook nog allemaal te kloppen. Hier rechts en daar na 1,7 km links en dan na 1,0 km bla bla bla... Ik navigeer op de zon en het valt niet tegen. Ik stop voor koffie en een plaspauze. Normaal kom je een café binnen en dan staat er een oude kerel of moeke achter de teak. Er kan dan nauwelijks een groet vanaf en ze kijken zo van: “Wat mot je.” De klanten hebben dezelfde energie en hangen uitgezakt en nors over de teak met een glas drank voor de neus. Niemand is geïnteresseerd in wat ik kom doen of waar ik heen ga. Deze keer gaat het anders. Binnen staat een spetter van rond de dertig achter de teak. Ze is echt mooi: lang haar, mooie kop en alles rond. Ik bestel koffie en ze komt het wel even bij me aan tafel brengen. Heupwiegend loopt ze met de koffie door het café. Alle ogen volgen. Ze probeert een gesprekje op gang te brengen maar als blijkt dat ik alleen Engels kan verontschuldigt ze zich. Ik doe hetzelfde voor mijn slechte Italiaans. Ze praat met een paar mannen en vraagt zich waarschijnlijk af waar ik vandaan kom. Nu komen de mannen in actie. De haantjes zullen dat appeltje wel even schillen. Eén probeert het in het Italiaans maar dan nu wat harder zodat ik het wel zou kunnen verstaan. De volgende haan dient zich aan en zegt dat hij Engels kan. Hij kijkt even rond om te zien of de spetter het gehoord heeft. Ik heb hem op niet meer dan drie woorden Engels kunnen betrappen maar toch probeert hij het. Nu kunnen de andere mannen niet achter blijven en beginnen ook. Elke keer als ze wat menen te hebben begrepen wordt het aan de spetter achter de bar doorverteld. Ze scoren daarmee aanzien en punten. Het gaat maar door. Als ik dan eindelijk opstap, roept de spetter als eerste, “Bon voiage.” Meteen groetten ook alle mannen in het Engels, Italiaans, Marokkaans en Frans. Er lopen een paar hanen mee naar buiten en leggen nog even uit hoe ik van hieruit naar Rome moet fietsen. Iedereen schudt me de hand. Als dan de Marokkaan zich verontschuldigt voor zijn slechte Engels, zeg ik in het Arabisch dat het geen probleem is. De mond van de Marokkaan valt open van verbazing, hij draait zich om naar de Fransman en zegt: “He speaks Arabic.” Wat een mooie vrouw wel niet teweeg kan brengen. Later op de dag kom ik een zwaar bepakte fiets tegen met daarnaast een Amsterdamse met i-pad op een bankje. Ik stop even. Ze is met haar vriend op weg naar Rome. Ze hebben hun huis verhuurd in Amsterdam en van de winst kunnen ze permanent rondtrekken op de fiets. Dat maakt me wel erg geïnteresseerd en ik vraag wat verder door. Ze zijn overal geweest op de Tandos fietsen. Dit zijn fietsen die speciaal gebouwd zijn voor dit zware werk. Ze hebben samen vijfhonderd euro per maand te besteden. “Dus moeten we wel zelf koken en kunnen alleen kamperen”, aldus het meisje. Ik leg uit dat ik ook kampeer maar dan wel alleen met schitterend mooi weer anders neem ik een hotel. Of ze nog wel ergens kunnen aarden met al dat gereis? Ze zegt van wel maar ik voel nu wat onzekerheid. Na nog wat babbelen ga ik weer verder. Er is markt en ik koop een lekker gebraden kippetje voor onderweg. In de verte zie ik bergen, opnieuw met witte toppen. Bij Mendos wordt het erg druk. Ik wring me met de medeweggebruikers door de smalle straten. Ik koop wat water want het water uit het hotel is vies. Een Italiaan vraagt waar ik heen ga. “Respect!” roept hij uit. Hij vraagt of ik de paus ga zien. “Ja, die zit al op mij te wachten.” De Italiaan is blij met de nieuwe paus. Deze zal verandering brengen.
In de binnenstad van Cremona staan mooie kerken en op het grote plein zijn groepen met bus toeristen los gelaten. Ik drink wat water en geniet van al die mensen. Wat verderop is een overdekte markt. Ik loop er overheen en een oud armoedig vrouwtje spreekt me aan in perfect Engels. Ongelooflijk. Ik merk dat jonge mensen hier vaak geen Engels spreken en dan zo'n oud dametje opeens weer wel. Buiten loop ik naast de fiets en zoek naar de straatnamen die in mijn boekje staan. Een scooter stopt en een Italiaan vraagt waar ik heen moet. Meteen weet hij de weg en nadat ik een foto van hem maak is hij alweer verdwenen. Kort voor Vignola vraag ik bij een boer of ik er mag kamperen. De boerin is het er duidelijk niet mee eens. Ze schudt van ‘neen’ en blijft naar de grond kijken alsof ze me niet wil zien. In Vignola vraag ik aan een groep van tien jongeren of er een hotel in de buurt is. Geen van de jongens spreekt ook maar één woord Engels. Ongelooflijk toch. Ze zijn rond de achttien jaar oud en dan geen woord Engels spreken. Dat belooft wat voor de toekomst van dit land...! Ik plaats mijn handen als kussen tegen mijn oren aan en zeg: “Hotel?” “Aaahhh hotel”, zeggen de jongens. Er wordt wat gewezen en even later fiets ik in de goede richting. Er is inderdaad een hotel. Mijn armen, benen en neus zijn verbrand. Na de douche en het grondig insmeren met zonnebrand doe ik een rondje door de stad. Het is een mooie vestingstad met groot kasteel en dikke muren. Echte honger heb ik niet. Ik eindig naar even later blijkt in een homobar voor een biertje en gratis pizza.
De mannen zijn aardig en vallen me verder niet lastig anders dan een gulle lach. Er zijn ook vrouwen in de bar aanwezig. Die willen wel eens rustig stappen zonder hanen om zich heen. Dat ik op de fiets ben hoef ik verder niet uit te leggen want alle Nederlanders komen hier op de fiets, aldus de barman.
Dag 8. Donderdag Vignola > Porretta Terma Hotel Nova €65 Traject 70 km (716km) Tijd 46:57:41 Gem snelheid 15,37 kmh Energie 1924 kcal Zo dat is even andere koek deze morgen. Na achtentwintig kilometer klimmen is het elf uur geworden en heb ik al twaalfhonderd calorieën verbrand (2 big Macs!). In het begin scheen de zon maar over de bergtoppen zag ik steeds meer grijze wolken opdoemen. Mijn thermometer geeft acht graden aan en het begint te regenen. Ik heb er een T-shirt bij aangetrokken om het niet te koud te krijgen. Mijn knieën spelen wat op en ik verleg mijn aandacht en energie erheen. Binnen een paar minuten is de pijn verdwenen. Ik zoek het ideale tempo om de berg op te komen. Langzaam klim ik naar negenhonderd meter hoogte. Het zijn niet de Alpen maar deze zijn toch echt hoog genoeg. In Zocca warm ik me op in een klein café zonder mooie dame en dus zonder aandacht van de klandizie. De mannen hangen boven de krant met een kop koffie. De omgeving is anders wel prachtig en een zwarte Ferrari scheurt me voorbij met een veel te hoge snelheid. De auto is zo breed dat hij niet op een weghelft past. En dan toch maar idioot hard scheuren met dat ding. Mir komt me opzoeken in Florence!!! Ik maakte vanmorgen eigenlijk een grapje via de sms: “Kom dan!”, maar van het een komt het ander. In Nederland is het kutweer en in Florence zijn de voorspellingen veel beter. Ze heeft een ticket geboekt via Zürich naar Florence. Het duurt ook veel te lang voordat we elkaar weer zien. Voor mij is dit een prachtige tussenstop. Het bezoek is zo gepland dat we drie dagen samen in Florence hebben. Het is één uur en ik ben na tweeënveertig kilometer in Gastèl d' Aiano aangekomen. Ik besluit mijn energie op peil te brengen met een volledige maaltijd. Na de café americano ga ik weer verder de berg op totdat ik de pas op achthonderdachtennegentig meter bereikt heb en het weer bergafwaarts gaat. Bij het beklimmen probeer ik zo min mogelijk dingen te bedenken. Hoe ver nog, snelheid enz. Op deze manier gaat het voor mij het eenvoudigste. Gewoon doortrappen en schakelen indien nodig. De afdaling is zo'n zesentwintig kilometer lang en er lijkt ook hier geen eind aan te komen. Beneden aan de berg ben ik koud en moe. Ik ga eerst op een bankje liggen in de zon die zich weer even laat zien. Ik heb geen energie meer om de laatste berg voor Florence te nemen. Die komt morgen dan wel. In Porretta Terma heb ik snel een hotel gevonden voor een redelijke prijs. Een oud vrouwtje, die de tweelingzus van Neelie Smit Kroes had kunnen zijn, regelt de kamer. Waarschijnlijk is het haar zoon die me wijst waar ik de fiets kan stallen. Hij staat nog even buiten en doet er voor de zekerheid nog een hangslot omheen. Na de douche loop ik door het te koude dorp. Er zijn wel vier ijscowinkels maar geen van allen verkopen ze nu ijs. Het is wachten op mooier weer. Ik koop nog een klein stukje pizza, een liter pak ananassap en ga terug naar het hotel. Ik ben moe en ga lezen en tv klotsen. Om drie uur word ik wakker. Ik hoor vogels fluiten. Mijn bioritme zegt dat het ochtend is. Gaan die vogels hier niet slapen soms? Even later val ik weer weg in dromenland.
Dag 9. Vrijdag Porretta Terma > Signa Hotel Roma €50 Traject 70 km (786 km) Tijd 51:48:41 uur Gem snelheid 15,28 kmh Energie 1281 kcal Na het ontbijt en optuigen van de fiets begint de klim uit het dal. Mijn knieën doen nog zeer van gisteren. Ik begin maar eens met een licht verzet. Na een kwartier zijn alle scharnieren en draaipunten weer gesmeerd en kan ik wat meer kracht zetten. Samen met de spoorlijn en het riviertje klim ik uit het dal. De bochten zijn scherp en de stijging is wisselend. Tussendoor gaat de weg ook naar beneden waarna al het geklim weer van vooraf aan kan beginnen. Langs de kant van de weg zie ik een wild zwijn. Als ik dichterbij kom en een foto wil maken klimt het dier snel en behendig tegen een stijl stuk wand op. Elke keer als de vallei smaller wordt, lijkt het alsof de wind uit het zuiden tussen de bergen door geperst wordt. Bij elke bocht in de richting van de vallei ontstaat er een enorme tegenwind. Op de top drink ik koffie. Naar beneden begint het te regenen en trek ik mijn regenjas aan: tegen water en de kou. Met een dalingspercentage van 15% ga ik met de zware fiets als een baksteen naar beneden. Ik ben erg blij met de goede schijfremmen. In Pistoia is het druk. Er staan enkele lelijke kerken in de stad. Het zwart-wit wisselende gesteente doet denken aan een enorme badkamer. Op weg uit de stad kom ik opnieuw Nederlanders tegen. Ze zoeken een hotel en zijn ook op weg naar Rome. We kletsen voornamelijk over het slechte weer wat zo jammer is. Het routeboekje laat nu zoveel straatnamen en afslagen zien dat ik het ergste vermoed. Straatnamen staan lang niet altijd aangegeven en ook het dorp zelf zie ik bijna nooit staan. Ik geloof het wel en via de iPhone zoek ik even op waar ik ben. Het is weliswaar een hoofdweg maar wel in de goede richting en de weg loopt langs Signa waar ik het Bed and Breakfast heb geboekt. De zon schijnt en meteen kunnen regenjas, windstopper en T-shirt uit. Onderweg eet ik een heerlijk menu waarmee ik alle maaltijden van vandaag heb afgedekt. In Signa is het even zoeken naar Val di Rose. Dat het appartement op een heuvel ligt kun je dan net niet zien op Google. De poort gaat elektrisch open en Paolo heet me welkom. Hij laat me de schitterende kamer zien en zorgt voor koffie, cake en water. Vanaf het balkon heb ik een prachtig uitzicht over de stad. Dit zal Mir ook prachtig vinden! De rest van de middag neem ik rust en ga wat lezen in het boek 'Congo'. 's Avonds maak ik nog een wandeling naar het station en heb alvast een kaartje gekocht voor morgen. Daarmee was deze dag weer ten einde. Ik heb voor vanavond nog wat yoghurt, appel en chocolade. Lijkt me genoeg. Mir zit op de luchthaven in Zürich en we appen nog wat om de tijd te doden.
Dag 10. Zaterdag Florence Bed & breakfast €80 Irene Berni +39 335 876 5094 Paolo +39 347 545 1056 Valdirose, via di Rose 35 Lastra a Signa firenze Www.valdirose.com The center can be reached in 20 minutes with the SITA/ATAF "Vola in Bus" bus shuttle operating between the airport and the central railway station of Santa Maria Novella. Met de eerste trein ga ik naar Florence. In Florence vraag ik naar de busverbinding met het vliegveld. Het bijna onvindbare busstation ligt ergens op een afgelegen binnenplaats. Na een kwartier ga ik met de bus naar het vliegveld. Mir heeft vannacht in Zürich geslapen in een zogenaamde 'day room'. Hier krijg je tegen betaling van €35 een bank en een deken. Ze vliegt vanmorgen door naar Florence. Ik sta nog geen vijf minuten te wachten bij de 'arrivals' en daar komt Mir al door de deur. Een ontzettend fijn en liefdevol weerzien dus! De vonken vliegen er vanaf. In m'n eentje fietsen is fijn om bij mezelf te komen en de aandacht naar binnen te verleggen. Maar nu ik Mir zo in m'n armen heb, voelt dat ook zo fijn en vertrouwt. We nemen direct de bus terug naar het centrum van Florence. Hier geven we de bagage bij een kluis op het station af en gaan we samen lekker een dagje de stad in: kerken, markt, terrasje, wandelen en lunch. We gaan halverwege de middag terug naar station. Ik regel de treintickets voor mijn terugreis naar Zwitserland en Mir haalt de bagage op. Dan nemen we de trein naar Signa naar onze prachtige B&B locatie. 's Avonds gaan we in ons dorp op zoek naar een restaurant om een kleinigheid te eten. Het valt niet mee om wat goeds te vinden. Bij een pizzeria moet je bijvoorbeeld minimaal vier stukken pizza kopen. We besluiten verder te kijken. Dan zien we een leeg zaaltje gevuld met tafeltjes. Binnen kunnen we meteen een kijkje in de keuken nemen: houtskoolvuur, grote grilplaten, een berg gebraden kippenpoten. Het ziet er allemaal hoopvol uit. We krijgen een tafeltje en na een half uur zit de hele zaal bomvol. Water en een fles wijn op tafel. Lekkernijen uit de streek op een bord, tomatensoep voor Mir. Als hoofdgerecht krijg ik zo' n verse gebraden kippenpoot met gebakken aardappels en gefrituurde groente. Het smaakt heerlijk. De mensen die naast ons zitten krijgen biefstuk. De biefstukken zijn zo groot dat ik vraag of het voor de hele week is. “Ja, tot woensdag heb ik hier genoeg aan”, zegt de man lachend. We nemen de tijd om lekker samen bij te kletsen. Normaal doen we dat elke dag maar nu moeten we serieus inhalen. Daarna nemen we nog een lekker Italiaans ijsje bij een plaatselijke ijswinkel. We hebben het erg goed samen.
Dag 11. Zondag Florence Bed & Breakfast €80 Vanmorgen ontbijten we met twee Duitse stellen. Heerlijke maaltijd met vers sap, fruit en yoghurt, luxe brood en koffie. Schoonzoon en vader runnen het b&b. Het gaat er allemaal vredig en liefdevol aan toe. We nemen de trein naar Florence om de stad nog een dagje op te snuiven. Alles gaat op ons gemakje. Terrasje en lekker op een bankje in de zon liggen, hardrock café waar we even de Amerikaanse sfeer kunnen proeven. Wat pleinen met veel indrukwekkende beelden bezocht. De stad barst van de toeristen. Groepen met Amerikanen komen voorbij. Sommige van wel een paar honderd kilogram waarbij de buik letterlijk op de knieën hangt. Als je dan gevraagd wordt het plein over te steken, dan moet je regelmatig (na elke tien stappen) een pauze nemen. Japanners worden ook met busladingen tegelijk in de stad losgelaten. Alles moet op de foto. Eerst met hem en dan natuurlijk met haar. Groepsgenoten die elkaar erop wijzen wat ze vergeten zijn of nog beslist op de foto moeten zetten. Dan zelfs zetten ze elkaar op de foto tijdens het maken van foto's. Moet niet gekker worden. Als wij erover moeten lachen en de Japanners dat in de gaten krijgen dan zijn wij aan de beurt om op de foto gezet te worden. Mir koopt een nieuwe handtas en een paarse bikini. Heerlijke dag! Terug in ons dorp eten we eenvoudig bij een cafetaria een paar stukken pizza en Italiaans ijs. Verrukkelijk!
Dag 12. Maandag Florence > Castellina Bed & breakfast Traject Tijd Gem snelheid Energie
in Chianti €80 60 km (846 km) 56:35:52 uur 15,03 kmh 1822 kcal
Vanmorgen nuttigen Mir en ik nog samen een heerlijk ontbijt. Daarna rekenen we af, zeggen iedereen gedag en gaan op weg naar het station voor de trein naar Florence. We zijn wat aan de late kant dus Mir springt achterop de fiets en zo dalen we razend snel de berg af. Mensen kijken verbaasd om. We hebben de trein toch gehaald. In Florence drinken we op een terrasje warme chocolademelk en koffie. Dan is het tijd om Mir op de bus te zetten. We nemen afscheid en zelf ga ik weer fietsen. Het voelt wel vreemd om haar zo alleen achter te laten. Energetisch worden we weer losgeweekt. Wat hebben we samen van deze dagen genoten. Ik neem op gevoel een straat die bij de rivier uitkomt. Ik steek de bebouwde brug met winkeltjes over. Aan de andere oever is een fietspad en ga ik richting het oosten. Bij de volgende brug sla ik rechtsaf en klim ik de berg op. Opnieuw heb ik vanaf hier een prachtig uitzicht over de stad. Dezelfde Japanners die gisteren in de stad waren zijn er nu ook weer om nogmaals honderden foto's te maken. Hoe saai ziet zo'n album er wel niet uit? Hier sta ik dan met dit, hier sta ik met dat, hier ben ik opnieuw met dit maar dan van de andere kant genomen, en hier ben ik met... En dan alle foto's nogmaals precies hetzelfde maar dan met de wederhelft. Het lijkt wel alsof je zonder zo'n foto er gewoon niet bent geweest. Een soort bewijs voor vrienden en familie. Het wordt nu met de fiets bergop- en bergafwaarts. De druivenstruiken voor de Italiaanse wijn bevolken de heuvels. De Ghianti wijn komt hier vandaan. Ik hoor wat gerommel achter me. Ik kijk achterom en de lucht boven Florence is zwart geworden. Mir heeft alle zon letterlijk meegenomen.
In het volgende dorp komt de donkere wolk zo dichtbij dat ik eerst pauze neem en een pizza nuttig. Na de koffie en wat te hebben gelezen ben ik een dik uur verder in de tijd. Ik maak me op om te vertrekken. Windstopper en regenjas moeten voldoende zijn. Bij de deur staat een opgewonden man via de iPhone met z'n vrouw te praten. Hij spreekt Spaans. Hij vraagt aan mij wanneer de regen stopt. Volgens mijn app om ongeveer vier uur vanmiddag. Dan begint hij over mijn fiets en z'n vrouw moet meekijken via de telefoon. “Ik kom uit Venezuela”, zegt hij. Als ik er een keer heen ga moet ik langs komen. Tja da’s logisch als je elkaar al zo'n hele twee minuten kent. “Ik woon op het eiland St. Margaretha, maar je kan daar niet fietsen”, lacht hij. We kletsen nog wat en ik neem afscheid en ga fietsen. Berg op en berg af. 10% en 15% hellingen. Het wordt zwaar en ik ben drijfnat van een combinatie van regen en zweet. Dan stopt er een motor achter mij. Het is mijn goede oude vriend Jorge met een vriend uit Venezuela. Hij moet erg lachen om mij te zien als verzopen kat. We moeten samen op de foto met fiets natuurlijk. Dan nog een pose en nog een. Ik moet beslist langskomen in Venezuela. Weg zijn ze. Ik ben nu ook koud geworden door de lange fotoreportage en het stilstaan. Ik klim de berg verder op en besluit in Castellina in Chianti te overnachten. Al snel heb ik een B&B langs de hoofdweg te pakken. Eerst heb ik nog een ander bord gevolgd maar dat duurde te lang. Wie weet wanneer die B&B komt opdagen. Binnen vraag ik of ze een kamer heeft. “Yes”, zegt de eigenaresse en ze moet ernstig lachen om de verzopen fietser. De eigenaresse is een jonge vrouw met een echte zware mannenstem. Als ze lacht klinkt het veel te hard en als een bejaarde man van tachtig. We lopen naar mijn kamer en een waterspoor volgt ons de trap op. Ze reserveert alvast een plekje om half acht in een nabij gelegen restaurant. Ik krijg tien procent korting als ik er ga eten. Ik kom beneden en als eerste wordt het voorstel gedaan om mijn fiets in de garage te zetten. Ik haal de fietssleutel van mijn kamer. “Very chaotic”, zegt de vrouw met luide mannenstem als ze voor de garage staat en de deur open maakt. Ik moet nu meer lachen om haar zware gelach dan om de opmerking zelf. Ik stal de fiets en dan moet ze nog mijn paspoort hebben voor een kopie. Ik ga opnieuw naar mijn kamer. Beneden aan de trap vraag ik nog even voor de zekerheid: “Are you sure this is all you want from me?” Opnieuw een hard gelach. Haar veel vrouwelijker zus moet nu ook hard meelachen. Ik wandel naar het restaurant en binnen wordt het al gauw druk. Je kunt hier alleen biefstuk per hele kilogram bestellen. Dat lijkt me wat overdreven en dus wordt het gesneden biefstuk. De liter water heb ik zo op, want ik ben aardig uitgedroogd zonder dat ik het in de gaten heb gehad. Ik bestel ook een glas lokale rode wijn die voortreffelijk smaakt. Het restaurant zit vol met stelletjes, families en combinaties. Ik voel me alleen en merk dat ik Mir mis. We kunnen zo helemaal opgaan in fijne gesprekken over van alles en nog wat. Ik ga maar wat lezen. Eindelijk na het eten zijn mijn voeten ook warm geworden. Na de koffie ga ik terug naar mijn B&B. Ik babbel nog even met de mannelijke vrouw en ga dan slapen.
Dag 13. Dinsdag Castellina in Chianti > Borghetto Bed & Breakfast €55 Traject 115 km (961km) Tijd 63:35:23 Gem snelheid 15,07 kmh Energie 2189 kcal Vanmorgen start ik vanuit de ‘chaotic’ garage naar Siena. De eigenaresse lacht weer zeer mannelijk en doet bijzonder opgewonden en vrolijk bij het afscheid. Het is heuvel op en heuvel af. Ik rij nog een tijdje boven de wolken. Als ik vanaf de weg naar het dal kijk zie ik de wolken hangen. Het is een prachtig uitzicht. even later ben ik dan zover gedaald dat ik door de wolken naar beneden fiets. Wel meteen een stuk kouder en mijn bril blijft beslaan met kleine druppels water. Ik blijf maar even over mijn bril heen kijken. In Siena zelf is het erg steil klimmen om bij de grote kerk te komen. Genoeg kerken gezien, onderlangs kan ook. Ik rij dan wel even verkeerd maar uiteindelijk ben ik op de goede weg. Het landschap wordt prachtig!!! Kan niet anders zeggen. Heuvels met een oneindig uitzicht. De zon helpt ook lekker mee. Onderweg koop ik nog een drietal sappige rijpe peren, heerlijk! Wat kan dat lekker zijn als je dorst hebt. Zo kun je in een keer weer helemaal omslaan van somber naar volop genieten van alles om je heen. In Asciano neem ik een broodje, cola en een ijsje. Er zijn twee Zwitsers op de fiets en een stukje verderop ook twee Nederlanders. Deze zijn met navigatie, video camera, kaarten en computer uitgerust. De vrouw vraagt waar ik naar toe ga. Ik vertel in het kort wat de bedoeling is. “Hoor je dat”, zegt de vrouw tegen haar man, “deze man gaat naar Assisi via de noordelijke route!” “Die route heb ik ook in mijn navigator staan”, zegt de man alsof hij daarmee ook de route gereden heeft. Onderweg kom ik een ree tegen. Het dier aarzelt bij het oversteken omdat het niet weet hoe snel en hoe gevaarlijk ik ben. Dan merkt de ree dat hij nog wel voor mij de weg over kan. Met een paar prachtige hoge sprongen is de ree over de weg en verdwijnt vervolgens in het hoge gras. Wat straal zo'n ree een enorme vrijheid uit. Het laatste stuk tot aan het meer is zwaar en vooral de weg of beter het pad is van zeer slechte kwaliteit. De losse keien maken het fietsen gevaarlijk. Elk gehucht heeft hier wel tachtig blaffende honden als welkom comité. Wel zo prettig dat ze achter een afrastering zitten. In de verte zie ik opnieuw donkere wolken aankomen. Onder de wolken hangt een mistige zweem van vallend regenwater. Ik voel de druppels op mijn warme hoofd vallen. Ik schuil even bij een huis. De vrouw des huizes komt buiten naast me staan en we proberen wat basic dingen te communiceren. Als het niet echt doorregent besluit ik om toch maar weer door te fietsen. Ik kom droog aan bij het meer (Lago di Trasimeno). Volgens het boekje is er een camping. Jammer dat alles zeiknat is van de regen die hier wel echt gevallen is. Op de bordjes van de camping staan echter ook blokhutten aangegeven. Bij de camping vraag ik er naar en die hebben ze voor me.
Meteen tikt een Hollander me op de rug of ik uit Nederland ben komen fietsen. Er is een heel nest Hollanders neergestreken op deze camping. Er staan bijna alleen maar Nederlandse auto's op de parkeerplaats. Na installatie, douche en de was loop ik een rondje over de camping. Bij de kantine zit een groepje dronken Nederlanders. Een dikke man met knalrood hoofd heeft het hoogste woord. Hij kan elk moment ontploffen. De een weet het natuurlijk beter dan de ander. Of de een vanavond op visite komt in de ander z’n caravan, want hij heeft nog een fles whisky? “Je kunt desnoods kruipend naar huis.” Wat zijn wij toch een vervelend, opschepperig en arrogant volk. In het restaurant neem ik een menu toast met tomaten, lasagne, kleine steak met frites, salade en ijsje toe. Ik lees daarna nog wat en ga vroeg slapen.
Dag 14. Woensdag Borghetto > Assisi Blokhut Traject Tijd Gem snelheid Energie
€ 38 76 km (1037km) 68:32:50 uur 15,09 kmh 1129 kcal
Ik drink koffie in de kantine waar alle Nederlanders brood komen halen. Ik bestel bij de serveerster een café americano en terwijl zij het klaarmaakt staan enkele ongeduldige Hollanders mij min of meer aan de kant te duwen en ploffen hun brood demonstratief op de toonbank. Het onnatuurlijke gekuch zegt zoiets als: “Een beetje snel graag.” Ik koop ook een stokbroodje en wat kaas wat ik samen met de koffie op het terrasje nuttig. Ik ben wat later vandaag maar ik heb ook tijd genoeg. Volgens de kaart is het niet meer zo ver. Ik betaal mijn rekening van het kamperen en krijg m'n paspoort terug. Eenmaal op de fiets zit ik op de hoofdweg en kan ik geen afslag meer vinden naar het dorp. Ik ben verkeerd gereden. Ik maak een alternatieve route en kom uiteindelijk weer waar ik wezen wil. Langs het meer neem ik opnieuw een terrasje. Het zonnetje schijnt zo lekker, daar moet van genoten worden.
Weer aan het fietsen neem ik de noordelijke route en klim ik slingerend via de berghelling het dal uit. Ik heb een prachtig uitzicht over het meer en de omgeving. Twintig kilometer verder kom ik middels veel klimmen en dalen in Perugia uit. Perugia is een grote stad en er moeten weer flink wat heuvels genomen worden om in het centrum te komen. Het is een vreselijk fietsonvriendelijke stad waarbij het gewoon gevaarlijk is om te fietsen. Met name het voorsorteren tussen de meerbaans autowegen maakt het zo gevaarlijk. Boven in de stad staat er werkelijk geen ruk meer aangegeven op de borden. Dat wat op de borden staat kan ik niet plaatsen. Alleen de autosnelweg herken ik, maar daar moet ik niet heen. Ik baal van deze klote stad die al veel teveel energie gekost heeft met al dat geklim. Een verkeerde weg nemen betekent vaak een flinke afdaling(leuk), maar daarna weer een flinke beklimming om weer terug te komen(minder leuk). Eindelijk ben ik weer op de goede weg en heb ik de route volgens het boekje weer te pakken. Eerst daal ik met 15% af waarbij er ook nog flinke gaten in het wegdek zitten. In een bocht zie ik een enorm gat aankomen maar kan het niet meer ontwijken. Mijn voorwiel knalt in het gat en de klap zorgt ervoor dat het spatbord aan de voorzijde ontzet raakt. Er sleept iets langs de band wat veel herrie maakt. Met alle auto's achter me aan daal ik verder. Beneden aan de berg zie ik dat er al een stuk spatbord is weggeslepen. Ik buig het wat terug en ga verder. De route gaat nu via klimmetjes van 12% naar dorpjes en uiteindelijk ben ik weer de weg kwijt. Dan maar fietsen langs de hoofdweg die me ook bij een camping brengt. Ik kijk eerst of de camping wat is en schrijf me dan in. Er staan weer veel Hollanders maar dit keer zijn ze erg op zichzelf en er is een betere mix met andere buitenlanders. Het is hier en daar erg drassig op de camping. Ik zoek de meest droge plek. Mijn nieuwe buurman zegt dat het afgelopen zondag noodweer is geweest met hagel en wind. Alles heeft hier onder water gestaan. Sommige delen zijn nog erg drassig. Vooral de campers trekken een spoor van vernieling als ze door de drassige ondergrond proberen weg te komen. Elke dag is er mooi weer maar ook wat onweer. Een Duitse motorrijder heeft ook een klein tentje opgezet. Hij is rond zuid Italië geweest en nu op de weg terug. Zijn vrouw was een paar dagen over in Rome. Belgen hebben hun tentje op de drassige ondergrond gezet. Ze zijn wel drie keer zolang bezig met het opzetten van hun tent die veel te groot is voor op de fiets. Ik neem een douche van lauw water en ga daarna nog wat water, ananassap en yoghurt kopen in het buurdorp. Meteen rijd ik langs het station om te kijken hoe laat de treinen zaterdag gaan. Terug op de camping eet ik wat in het restaurant van de camping. De kleine blonde serveerster met grote bruine ogen wijst me naar een tafel. Al snel wordt het drukker. De serveersters lopen af en aan. Het is er niet duur en de entrecote smaakt prima. Een jengelend kind is continue bezig aandacht te vragen. Nadat het tien keer bestek op de grond gegooid heeft, lijkt het eindelijk genoeg te zijn geweest voor de ouders. Ze grijpen in, pakken het kind bij de voetjes en slaan het een paar keer flink met het hoofdje tegen de muur (grapje). Ik ga nog wat lezen en val al snel in slaap.
Dag 15. Donderdag Assisi Camping €18 Vanmorgen word ik wakker van alle kwetterende vogels die het kampeerterrein afzoeken naar voedsel. Even later gaat er een autoalarm af. Dit is een soort wake-up call. Als ik naar het toilet loop gaat het alarm van de camper opnieuw af. Een Italiaanse zit in het midden van de camper en durft zich al een uur lang niet te bewegen. Blijkbaar zijn haar vrienden even weg en hebben de auto op alarm gezet. Ik heb lekker geslapen. Bij de bar neem ik eerst twee koppen koffie en dan een paar broodjes voor bij de tent. Ik heb nog kaas van gisteren dus met wat ananassap is mijn ontbijt compleet. Het is mooi weer en ik neem de fiets naar Assisi. Onderaan de stad hangt nog mist waardoor het geheel een wat mysterieuze indruk maakt. Over de brug begint de klim de stad in. Het mysterieuze is voorbij met alle bussen toeristen die de berg opgesleept worden. Sommige groepen hebben niet alleen een leider met vlag maar ook allemaal oranje sjaaltjes om zodat ze weten bij welke groep ze horen. Als ik op een bankje zit te genieten van alles, zie ik een vrouw
met koffie en een broodje in de hand rennen door de straat. Ze is haar groep kwijt. “Waar zijn ze nou?” hoor ik haar denken. In dit doolhof is het moeilijk zoeken. Ik bezoek een aantal kerken. In een ervan is de tombe van Franciscus. Er is een fijne energie en ik blijf er een half uurtje mediteren. Boven in dezelfde kerk wordt een groep paters rondgeleid en geïnstrueerd door een monnik. De mannen hangen aan zijn lippen en kijken allen omhoog naar de schilderingen op het plafond. Het is de aloude visie van de kerk. Onderaan branden de mensen in de hel. Een van de duivels gooit nieuwe ‘mislukte’ mensen in het vuur. Verderop worden mensen uit het vuur getrokken om toch in de hemel te komen. De monniken helpen de mislukte mensen de hemel in. In de hemel zitten er eerst een aantal Schriftgeleerden. Dit moet suggereren dat alles wat opgeschreven staat ook waarheid is. Daarboven de engelen, heiligen en GOD natuurlijk op zijn troon. Het beeld van toen zal ongetwijfeld waarheden bevatten, maar ik denk er toch wat anders over. Ik fiets door de steile straatjes verder omhoog naar de volgende kerk en de volgende en nog een. Ze hebben allemaal dezelfde boodschap. In de straatjes barst het van de souvenirwinkels met allerlei prullaria. Het doet niet onder voor Lourdes of Santiago. Geheel boven op de berg is een groot kasteel. Of beter nog, wat er van over is. Het uitzicht is wel schitterend gebleven. Men heeft hier de vijand al van verre zien aankomen. Je kunt hier minstens vijftig kilometer ver kijken. Na wat hangen fiets ik weer terug naar de camping. Ik doe een lekker tukkie op mijn luchtbed en neem de tijd om mijn boek te lezen. 's Middags bezoek ik nog een kerk in een ander dorp. In die kerk staat het originele kerkje waar Franciscus ooit gebeden heeft. Het is groot genoeg voor slechts twaalf zitplaatsen. Na het 'succes' van Franciscus heeft men er een enorme kerk omheen gebouwd. Een enorme koepel en met een verguld beeld op het dak. Het kleine kerkje heeft nu in verhouding tot de grote kerk de afmetingen van een flink altaar. Of Franciscus daar nou zo blij mee zou zijn geweest? 's Avonds eet ik een schnitzel in het campingrestaurant. In de tent schrijf ik verder in mijn dagboek en lees nog wat.
Dag 16. Vrijdag Assisi Camping €18 Vandaag begin ik met twee koffie en twee broodjes jam. De jam heb ik gisteren gekocht. Ik pak de tent in en ga een kamer zoeken, wat dichter bij het station. Na wat speurwerk slaap ik in een klein hotel voor vijfendertig euro. Ik maak op de kamer mijn spullen wat schoon en droog en doe de laatste was. Ik ben dit keer precies uitgekomen met mijn kleren. In het dorp is er markt. Altijd leuk. Het meeste zijn stalletjes met goedkope rommel. Een rijpe meloen en gesneden varkensvlees zo van een geroosterd varken is genoeg voor het middag maal. Het eten is heerlijk. Ik heb tukje gedaan en ben gaan gelezen. Ben lui en klaar om terug te gaan. Tegen zes uur wordt er op de slaapkamerdeur geklopt. Er staat een Duitse vrouw voor de deur. Een beetje stotterend en verlegen zegt ze dat ze mijn Koga fiets beneden zag staan en dacht dat ik misschien de Nederlander was die ze in Oostenrijk had ontmoet. Ze ziet dat ik niet 'de' Nederlander ben. Ze kletst een beetje verder en praat lachend over 'haar man, de Nederlander'. “Ik ben dan wel niet jouw man, maar ik wil het wel voor één avondje zijn”, stel ik voor. “Zullen we straks wat eten en drinken”, vraag ik. Ze vindt het een goed plan en we spreken af voor zeven uur. Bij een hotel in de buurt zitten we buiten op het terras en drinken water en wijn. Vera heeft zestien jaar lang anorexia gehad en is de laatste tien jaar pas gezond. Ze heeft lang slechts zesenveertig kilogram gewogen. Na opname en psychische behandeling wist ze dat de ziekte van het ene op het andere moment over en verdwenen was. “Jij bent een van de weinigen die het nu weten”, zegt ze. Ik merk dat Vera haar verhaal wil doen en laat haar veel praten. Ze heeft zich laten uitschrijven uit de kerk i.v.m. de regels van het instituut. Ze werkt parttime in de farma industrie en heeft een kleine woning ergens onder München. Ze rijdt motor, wandelt, fietst en heeft al vijftien jaar geen tv in huis. In plaats daarvan leest ze erg veel. Ze heeft een goede band met haar zus en moeder. Haar vader was er met de buurvrouw vandoor gegaanen is geëmigreerd naar de Dominicaanse republiek. Hij is inmiddels overleden. De fietstocht geeft haar een gevoel van vrijheid net als bij mij. Ze geniet van alle kleine dingen en probeert het goede in de mens te blijven zien. Later lopen we naar de camping en eten er een pizza. Opnieuw met water en wijn. Het is er druk en gezellig. De serveerster heeft mij twee dagen alleen bediend en ziet nu plots iemand bij me aan tafel zitten. Met een grijns neemt ze de bestelling op. Op de terugweg is het pikkedonker langs de hoofdweg. Ik schijn met m'n mobiel als er tegenliggers aankomen. Overal vuurvliegjes langs de weg. Sterren aan de hemel en de temperatuur is nog steeds aangenaam. In het hotel geef ik haar drie kussen en een stevige knuffel. Het was erg gezellig.
Dag 17 en 18, Zaterdag/Zondag Assisi > Florence > Innsbruck > Winterthur > Flaach Traject 30 km (1067km) Gem snelheid 15 kmh Om half acht ontbijt met Vera. Ze biecht me nog een beetje verlegen op, dat ik zo vertrouwd voelde gisteren en ze het daarom aandurfde om met me uit te gaan. Jij bent de eerste deze vakantie bij wie ik dit durf: “Mein Mann aus Holland”, lacht ze. We worden samen op de foto gezet door de dochter des huizes. Buiten nemen we afscheid met een knuffel om ieder weer z’n eigen weg te gaan. Wat een leuke ontmoeting zo op de valreep. Ik fiets naar het station en neem de trein naar Florence. Het is tweeënhalf uur rijden. Ik heb ver gefietst zo vanuit de trein te zien. Je ervaart zo echter niets van wat ik ervaren heb tijdens het fietsen. In Florence is het erg druk met toeristen van allerlei nationaliteiten. Ik fiets een rondje stad en steek dan de rivier over om in een park lekker uit te rusten. Op het station ga ik nog even vragen waar het fietsrijtuig zich zal bevinden. Ik wordt doorverwezen naar 'informatie'. Daar blijkt de fiets een probleem te zijn. Er is geen mogelijkheid voor fietsvervoer. Ik begin wat stampij te maken in slecht Italiaans. Het kan toch niet waar zijn dat als ik een ticket koop voor mij en de fiets, en deze even later niet mee kan. Men gaat bellen! Na veel heen en weer zal er een oplossing gezocht worden in de trein. Later komen er nog twee Duitsers met fietsen aan. Als de trein binnenkomt en ik naar mijn wagon fiets, begint de conductrice al van ver te krijsen dat er geen fietsen mee kunnen. Ik zeg haar dat ik het oké heb van 'informatie' en dat die met de treinchef heeft gesproken. Ze wijst naar een andere man welke de treinchef schijnt te zijn. Ik leg het nogmaals uit en stel voor om de fiets wat verder uit elkaar te halen zodat hij in een compartiment past. De treinchef stemt in en ik gooi alles aan boord van de trein. Even later gaat de trein al rijden. Ik haal het voorwiel eruit en draai het stuur een kwart slag. De treinchef stelt een compartiment ter beschikking voor de fiets en alles past er gelukkig in. Ik spreek hem nog even aan dat dit toch werkelijk een belachelijke gang van zaken is. Of de fiets kan mee of kan niet mee. Kan toch niet persoonsafhankelijk zijn!! Ik zoek mijn slaapcoupé op. Ik moet voorbij de chagrijnige conductrice en kruip in het bovenste bed. Er ligt al een man beneden te slapen. Ik ga nog even naar de wc en fris me nog wat op na al die stress. We staan stil, dan rijdt de trein weer en vervolgens staat ie weer lang stil. Het zal wel loslopen en ik ga slapen. Om 4:00 gaat de wekker af en sta ik op om de fiets in elkaar te zetten. De trein zal om 4:30 in Innsbruck aankomen. Ik moet eerst op zoek naar de conductrice want die heeft mijn paspoort nog. Niemand te vinden, kut. Dan ga ik op zoek naar mijn fiets. De coupe is gesloten. Dan komt de conductrice er aan. “Onze trein heeft anderhalf uur vertraging omdat de locomotief kapot was”, vertelt ze.“Het is me het ritje wel”, voeg ik eraan toe. Eerst dat gejammer over die fiets en nu een flinke vertraging. De conductrice verontschuldigt zich en is inmiddels heel wat bedeesder
geworden. Ik schuif wat zakken met wasgoed aan de kant en ga bij mijn fiets liggen wachten. Dan komt de conductrice terug met een ontbijt voor me. We passeren net de Brennerpas en beginnen met de afdaling. Een uur later in Innsbruck heeft mijn aansluitende trein zelfs nog meer vertraging i.v.m. waterschade aan het spoor. De trein moet via Passau rijden. Ik koop een stokbrood met koffie in de stationshal. De Oostenrijkse jongeren hebben een heel ander ontbijt. Er staat een groepje met flessen Heineken en whisky. Het is pas zeven uur!!! Wanna be an alcoholic! Na lang wachten komt de trein. Hier is een halve wagon speciaal voor fietsen gereserveerd dus geen probleem. Ik zit in een coupé bij een Turkse studente die meteen een praatje begint en later een verkeerd treinkaartje blijkt te hebben. De andere vrouw klinkt ook Turks of iets dergelijks en zit te huilen omdat ze heeft moeten bijbetalen voor haar treinticket. Vrolijkheid all over! Ik slaap al snel en de Turkse studente deelt regelmatig een lieve glimlach uit. Als dan de conducteur komt begint het circus opnieuw om de kaartjes en het bijbetalen. In Italië zag ik ook erg vaak dat mensen zonder kaartje in de trein zitten, die vervolgens voor de conducteur uit lopen en desnoods bij een eerdere halte uitstappen.
Ik zie op een gegeven moment allemaal bekende plekken voorbij komen van het fietsen. Ik kijk op de kaart en vraag aan de conducteur of de trein ook gaat toevallig gaat stoppen in mijn eindbestemming Winterthur. Ik heb een kaartje van Zürich naar Winterthur maar als hij er nu toch langskomt… hoef ik niet eerst naar Zürich en dan weer terug. De conducteur weet het niet en zal even bellen. Ik vraag Pa als oud spoorman dit te regelen voor mij. Ik zie hem zijn stoere 'regelhouding' aannemen. Nog geen tien minuten later wordt er in de trein omgeroepen dat de trein bij hoge uitzondering in Winterthur zal stoppen! Ik ben de enige die uitstap, bedank de conducteur en natuurlijk ook Pa. Flaach laat zich redelijk eenvoudig vinden. Ik hoef maar één keer naar de weg te vragen. Het zijn dochter en vader die in de tuin staan te praten. Ik vraag de weg en er komt een discussie op gang. Ze zijn het er samen niet over eens. “Kom maar even mee naar binnen”, zegt de man, “dan zal ik het even tekenen”. Binnen wordt het al gauw duidelijk dat dit het huis is van een kunstenaar. Houten beelden, schilderijen, tekeningen enz. De man schrijft de route voor me op en ik kijk even rond. We beginnen meteen over het 'kunstenaar' zijn. Ik vertel dat ik de kunst er een beetje naast doe, omdat ik er niet van kan leven en er niet teveel tijd voor heb. “Alles heeft zijn prijs”, begint hij. “Ik kan ervan leven omdat ik er een sobere levensstijl op na houd. Luxe heeft zijn prijs, je moet ervoor werken en een deel van je vrijheid ervoor opgeven. Ik ben gelukkig zo.” Deze ontmoeting is niet toevallig en geeft stof tot overdenken zo aan het einde van deze mooie fietsmeditatie!
Peter Groenewegen