1
Z L T ©~ Datum
1 3 JULI 2015
9 juli 2015 •
Retour: S Z O I A C I O Q ^
i •.,
Onderwerp
AANGETEKEND V E R Z E N D E N
Zienswijze ontwerpbestemmingsplan
Gemeente Drimmelen
'Biesbosch'
Gemeenteraad
Contact
Postbus 19
06-505 284 93
4920 AA Made
[email protected]
iiiiiiiiiiiiiiiMinn 15ink05174
Edelachtbare heer, mevrouw, Namens cliënt, de heer A. van Berqeiik, woonachtig a a n de Biesbosch 7 te ( 4 9 2 4 A A ) Drimmelen, breng ik door deze en derhalve tijdig een zienswijze naar voren met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan 'Biesbosch', dat met ingang van vrijdag 29 mei 2015 tot en met vrijdag 10 juli 2015 voor een ieder ter inzage ligt. Cliënt heeft kennisgenomen van de inhoud van het plan en kan zich niet verenigen met de inhoud ervan. Om deze reden maak ik hierbij namens hem een zienswijze kenbaar. De zienswijze richt zich tegen de volgende onderdelen van het ontwerpbestemmingsplan: Bestemming Aan de gronden van cliënt is de enkelbestemming 'natuur' toegekend en zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' en 'Waterstaat - Winterbed'. Aan de woning van cliënt is de functieaanduiding 'Wonen' toegekend en ten noordoosten van de woning van cliënt is een bouwvlak bestemd. Ten oosten van het bouwvlak is een gebied bestemd als 'kampeerterrein'. De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor (onder meer) extensieve recreatie. Daarbij is onder voorwaarden een 'minicamping' toegestaan als nevenactiviteit. Overgangsrecht Cliënt heeft ingesproken dat hij beschikt over een vrijstelling voor incidenteel kamperen, verleend op 25 april 1989 (Bijlage 1) en een vrijstelling voor het laten verblijven van maximaal 100 personen gedurende 100 dagen per kalenderjaar, verleend op 13 juni 1989 (Bijlage 2). Op grond van deze vrijstellingen mocht cliënt kampeeractiviteiten ondernemen op zijn gronden. Vervolgens heeft de gemeente met een schrijven van 29 oktober 1997 bevestigd dat deze vrijstellingen onder de nieuw van kracht geworden Wet op de Openluchtrecreatie van kracht blijven (Bijlage 3). In de reactie op de inspraak wordt gesteld dat de in het verleden op grond van de Kampeerwet en de Wet op de Openluchtrecreatie verleende toestemmingen van rechtswege zijn komen te vervallen met het vervallen van de betreffende wetten. Cliënt is van oordeel dat, ondanks dat de betreffende wetten zijn vervallen, dat nog niet betekent dat de gevolgen van de toestemmingen, in de vorm van kampeeractiviteiten die reeds tientallen jaren worden ondernomen, daardoor van de ene op de andere dag niet langer worden Onderwijsboulevard 225 5223 DE 's-Hertogenbosch Postbus 100 5201 AC 's-Hertogenbosch KvK 18054307
ZLTO
Datum
9 juli 2015 Onderwerp
Zienswijze bestemmingsplan 'Biesbosch' Blad
2/6
toegestaan. Een dergelijk scenario zou volgens cliënt in strijd zijn met de rechtszekerheid. De idee van het laten vervallen van de betreffende wetten was immers o m , vanwege de wens van deregulering, het vergunningen- en toestemmingenstelsel van de betreffende wetten af te schaffen omdat bestemmingsplannen met voorschriften in principe voldoende mogelijkheden bieden om een gedifferentieerd kampeerbeleid te voeren. Gemeenten 1
hadden, na het vervallen van de betreffende wetten, de mogelijkheid om eigen kampeerbeleid te ontwikkelen en te implementeren, waarbij rekening gehouden moest worden met (onder meer) de gebruiksmogelijkheden op de betreffende gronden. Na het vervallen van de Kampeerwet en de Wet op de Openluchtrecreatie heeft cliënt het gebruik van zijn gronden onveranderd voortgezet. Cliënt ondernam (en onderneemt tot op de dag van vandaag) de volgende activiteiten: groepshuisvesting, de aanwezigheid van een tokkelbaan, bouwen van vlotten, kinderspelen gedurende de dag- en nachtperiode, touwtrekken, de Biesbosch op alle mogelijke manieren ontdekken, wandelend, maar ook per boot en tot slot het spotten van dieren. Tegen deze activiteiten heeft het bevoegd gezag nimmer, in de reeds tientallen jaren dat de activiteiten worden ondernomen, handhavend opgetreden of een intentie daartoe gehad. Cliënt is daarom altijd in de veronderstelling geweest dat de activiteiten pasten binnen het geldende bestemmingsplan en dienden te worden gezien als 'extensieve recreatie'. Cliënt volgt het argument in de reactie op de inspraak dan ook niet dat het overgangsrecht niet van toepassing zou zijn omdat het gebruik in strijd is met de voorheen geldende bestemmingsplannen. Er is volgens cliënt geen sprake van strijdig gebruik omdat cliënt toestemmingen heeft voor de door hem ondernomen activiteiten en er (na het vervallen van de wettelijke grondslag van de betreffende toestemmingen) nimmer handhavend is opgetreden (of een intentie daartoe is geweest) tegen de door hem ondernomen activiteiten. De door cliënt ondernomen activiteiten vallen volgens cliënt onder 'extensieve recreatie' en deze vorm van recreatie is op grond van artikel 3 . 1 , onder c, van het bestemmingsplan 'Zuiderklip' toegestaan. Nu er geen sprake is van strijdig gebruik, is het overgangsrecht wel degelijk van toepassing volgens cliënt. Dat betekent dat op grond van artikel 16.2, onder a, van het ontwerpbestemmingsplan 'Biesbosch' het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is (voor zover daarvan al sprake is), mag worden voortgezet. Privaatrechtelijke o v e r e e n k o m s t Cliënt is, vanwege de uitvoering van het natuurontwikkelingsproject'Zuiderklip', een privaatrechtelijk convenant overeengekomen met de gemeente waarin de bedrijfsverplaatsing van zijn agrarisch bedrijf wordt geregeld. Overeengekomen is (onder meer) dat het agrarisch bedrijf van cliënt werd verplaatst naar de gemeente Werkendam, de voormalige bedrijfswoning werd omgezet naar burgerwoning en dat de bestaande schuur (onder meer) kon worden gebruikt voor opslag en de realisatie van sanitaire voorzieningen
1
Zie Notitie juridische gevolgen intrekking Wet op de Openluchtrecreatie.
ZLTO
Datum
9 juli 2015 Onderwerp
Zienswijze bestemmingsplan 'Biesbosch' Blad
3/6 ten behoeve van de recreatieve activiteiten op het perceel van cliënt. Tevens is overeengekomen dat het cliënt is toegestaan zijn gasten in maximaal 10 tenten te laten overnachten (Bijlage 4 ) . Tijdens de onderhandelingen heeft cliënt duidelijk aangegeven dat hij niet geconfronteerd wenste (en wenst) te worden met beperkingen ten aanzien van het aantal personen dat op zijn perceel verblijft en/of de vraag of een bepaald aantal personen als 'kleinschalig' kan worden gezien. Om deze reden is enkel een maximaal aantal tenten overeengekomen en nadrukkelijk geen maximaal aantal personen. In de reactie op de inspraak wordt gesteld dat de afspraken in de privaatrechtelijke overeenkomst zijn vertaald in het bestemmingsplan. Cliënt kan zich niet verenigen met deze stelling nu in de privaatrechtelijke overeenkomst nadrukkelijk geen maximaal aantal personen overeen is gekomen, terwijl een dergelijke beperking wel in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen. Dit knelt te meer nu cliënt is voorgehouden dat hij na de vaststelling van de overeenkomst kon onderhandelen over het aantal personen dat voor recreatieve doeleinden op zijn perceel aanwezig kon zijn. Cliënt is van oordeel dat de 'vertaling' van de bepalingen in de overeenkomst naar de bepalingen in het bestemmingsplan, in strijd met de zorgvuldigheid tot stand is gekomen. Tevens is, na overleg over de activiteiten die mochten worden voortgezet op het perceel, overeengekomen dat alle reeds tientallen jaren ondernomen activiteiten werden verplaatst naar en mochten worden voortgezet op het perceel van cliënt. Om deze reden heeft cliënt de activiteiten, waaronder de tokkelbaan, uiteindelijk (nadat onderhandelingen over verplaatsing van (een deel van) de activiteiten naar het Jeppegat waren gestrand) verplaatst naar zijn eigen gronden, waardoor volgens hem 'alle problemen de wereld uit waren'. Cliënt heeft zich tijdens de onderhandelingen en daarna steeds welwillend en pragmatisch opgesteld om de reeds tientallen jaren ondernomen activiteiten veilig te stellen. Het steekt cliënt dan ook dat er, ondanks zijn inspanningen om via het privaatrechtelijk spoor zijn activiteiten veilig te stellen, nu via het ruimtelijk spoor vergaande en niet-overeengekomen beperkingen worden opgelegd ten aanzien van de activiteiten op zijn perceel. Cliënt verzoekt u dan ook om geen beperkingen te stellen ten aanzien van het aantal personen dat zich voor recreatieve activiteiten op het perceel van cliënt kan bevinden. In de reactie op de inspraak wordt beargumenteerd dat bij de bedrijfsverplaatsing is bepaald (door middel van de privaatrechtelijke overeenkomst) dat intensieve activiteiten op de gronden van cliënt werden beëindigd en dat er op het perceel ruimte zal zijn/blijven voor kleinschalig kamperen. Cliënt heeft sterk de indruk dat deze afspraken nu worden gebruikt ter motivering van het feit dat cliënt geen enkele ruimte krijgt om zijn activiteiten uit te breiden (sterker nog, er is sprake van een beperking van de mogelijkheden om activiteiten te ondernemen). Cliënt betreurt deze indruk ten zeerste.
9 juli 2015 Onderwerp
Zienswijze bestemmingsplan 'Biesbosch' Blad
4/6
B e s t e m m i n g 'Natuur' De bestemming 'Natuur' staat (onder meer) extensieve recreatie toe. Onder extensieve recreatie wordt volgens artikel 1.39 van het ontwerpbestemmingsplan (hierna: het plan) verstaan: Die vormen van openluchtrecreatie, waarbij vooral het landschap of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd, zoals wandelen, fietsen en kanoën, waarbij relatief weinig recreanten aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid en die plaatsvinden in een gebied zonder recrea tie voorzieningen Daarbij worden de voor'Natuur' aangewezen gronden bestemd voor: Uitsluitend
ter plaatse van de aanduidingen
'kampeerterrein'
en 'bouwvlak',
bouwvlak op niet meer dan 50 meter afstand van de aanduiding gelegen, mede voor een minicamping, toegestaan als nevenactiviteit
voor zover dit
'kampeerterrein'
met dien verstande dat de minicamping
is uitsluitend
is
bij de woning als bedoeld in artikel 4.1 onder I.
Cliënt heeft reeds ingesproken op het feit dat de bestemming 'Natuur' in het voorontwerpbestemmingsplan vergaande beperkingen met zich meebrengt ten opzichte van het huidige en reeds tientallen jaren bestendige gebruik van de gronden van cliënt. Cliënt moet helaas constateren dat zijn inspraak niet heeft geleid tot aanpassing van het plan conform het huidige bestendige gebruik. Zoals reeds in de inspraak naar voren is gebracht, worden de gronden van cliënt reeds tientallen jaren gebruikt voor de volgende activiteiten: groepshuisvesting, de aanwezigheid van een tokkelbaan, bouwen van vlotten, kinderspelen gedurende de dag- en nachtperiode, touwtrekken, de Biesbosch op alle mogelijke manieren ontdekken, wandelend, maar ook per boot en tot slot het spotten van dieren. Cliënt constateert dat de bestemming 'Natuur' volgens het plan veel beperkter is als het gaat om de toegestane activiteiten, nu enkel de activiteiten: wandelen, fietsen en kanoën worden bestemd. Het is voor cliënt onduidelijk waarom de activiteiten wandelen, fietsen en kanoën als extensieve recreatie worden gezien, terwijl andere vormen van recreatie daar kennelijk niet toe worden gerekend. Het bouwen van vlotten, varen, ontdekken van dieren, etc. heeft tenslotte ook tot doel om het landschap of bepaalde aspecten daarvan te beleven, zoals in de omschrijving van 'extensieve recreatie' staat aangegeven. Cliënt heeft in de inspraak reeds aangegeven dat de overige activiteiten die bestendig plaatsvinden op de bestemming ook tot extensieve recreatie dienen te worden gerekend. In de reactie op de inspraak wordt echter niet op het verzoek van cliënt gereageerd. Daarbij komt dat de formulering van 'extensieve recreatie' ruimte laat voor interpretatie door de formulering, waardoor voor cliënt onzeker is welke activiteiten onder 'extensieve recreatie' vallen en dus door het plan zijn toegestaan. De formulering stelt namelijk dat 'activiteiten
zoals wandelen, fietsen en kanoën als extensieve
recreatie worden gezien.' Het
ZLTO
Datum Datu
9 juli 2015 Onderwerp
Zienswijze bestemmingsplan 'Biesbosch' Blad
5/6
woord 'zoals' impliceert dat meer activiteiten onder het begrip 'extensieve recreatie' (kunnen) vallen. Het is voor cliënt in het kader van de rechtszekerheid van het grootste belarg dat hij zeker weet dat de huidige bestendige activiteiten onder 'extensieve recreatie' vallen. Cliënt verzoekt u dan ook om de in de vorige paragraaf genoemde en reeds tientallen jaren ondernomen activiteiten expliciet in het plan op te nemen onder'extensieve recreatie'. Recreatie en toerisme In de plantoelichting wordt op pagina 44 door de gemeente geconstateerd dat'recreatie een kansrijke sector is' binnen de gemeente 'door de ligging aan de Biesbosch en het landelijke karakter dichtbij de Randstad.' De gemeente ziet de recreatiesector naar eigen zeggen als 'de kurk van de gemeentelijke economie' en wil daarom de Biesbosch nadrukkelijker benutten als 'unique selling point'. Toerisme en recreatie verdienen daarom volgens de gemeente 'met name in Drimmelen en Lage Zwaluwe alle ondersteuning.' Tot slot wordt door de gemeente gesteld dat kleinschalige activiteiten het beste passen bij het karakter van de gemeente, maar dat er wel behoefte is aan faciliteiten om recreanten langer dan een dag vast te houden. De zojuist beschreven doelen van de gemeente inzake recreatie en toerisme sluiten volgens cliënt naadloos aan bij de doelen die hij nastreeft en bij het huidige gebruik van de gronden. Het bevreemdt cliënt dan ook ten zeerste dat, ondanks de intentie om recreatie en toerisme 'alle ondersteuning' te geven, hij door het plan juist met allerlei nieuwe beperkingen te maken krijgt als het gaat om de extensieve recreatie die plaatsvindt op zijn gronden. Cliënt heeft dit punt reeds onder de aandacht gebracht in de inspraak, maar helaas wordt in de reactie op de inspraak niet op dit punt van cliënt gereageerd. Cliënt verzoekt u o m , in lijn met de doelen van de gemeente inzake recreatie en toerisme, hem 'alle ondersteuning' te geven door de huidige bestendige activiteiten op te nemen in het plan. Nieuwe initiatieven Het feit dat cliënt te maken krijgt met beperkingen als het gaat om de toeristische activiteiten die bestendig plaatsvinden, klemt naar het oordeel van cliënt te meer nu een aantal gebouwen van Staatsbosbeheer worden herbestemd om een nieuwe recreatieve functie mogelijk te maken. Het is voor cliënt onbegrijpelijk dat zijn recreatieve activiteiten, die reeds tientallen jaren plaatsvinden, worden wegbestemd, terwijl gebouwen van Staatsbosbeheer juist worden herbestemd om een recreatieve functie mogelijk te maken. Cliënt heeft het gevoel dat hij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van Staatsbosbeheer. Dit gevoel wordt versterkt door het feit dat cliënt, wanneer het gaat om het uitbreiden van recreatieve activiteiten, wordt gewezen op het'stiltegebied.' Nagenoeg de hele Biesbosch is stiltegebied, waardoor het cliënt bevreemdt dat het 'stiltegebied-argument' geen rol van betekenis schijnt te spelen in het vestigen van nieuwe recreatieve activiteiten in de Biesbosch door Staatsbosbeheer.
ZLTO
Datum
9 juli 2015 Onderwerp
Zienswijze bestemmingsplan 'Biesbosch' Blad
6/6 Conclusie Cliënt verzoekt u o m , gelet op de zienswijze, niet over te gaan tot de vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan, met name de bestemming 'Natuur' en de voorschriften vervat in de artikelen 4 . 1 , onder f, en 1.39 te wijzigen en wel door geen beperkingen te stellen ten aanzien van het aantal personen dat recreatief op de gronden van cliënt verblijft en door de reeds tientallen jaren door cliënt ondernomen activiteiten op de gronden expliciet in het bestemmingsplan onder'extensieve recreatie' op te nemen. Hoogachtend,
r 7
mr. R. (Rico) Ligtvoet Jurist ZLTO te 's-Hertogenbosch
^ 8 iff £5
fWWkovfc
Aan de heer A. van Bergeijk Polder Moordplaat • Biesbosch 7 Drimmelen
25 a p r i l 1989 Kamperen. Op grond van de nieuwe Kampeerwet dient U voor het kamperen op Uw b e d r i j f vrijstellingen
t e hebben voor a. het groepskamperen; b. h e t i n c i d e n t e e l kamperen; c. het kamperen i n een kamphuis.
Alvorens w i j de v e r e i s t e v r i j s t e l l i n g voor het groepskamperen en h e t kamperen i n het kamphuis kunnen verlenen, moeten w i j hiervoor tevoren de i n specteur van de Volksgezondheid horen. D i t hebben w i j Inmiddels gedaan en wachten momenteel op z i j n b e r i c h t e n . Voor het i n c i d e n t e e l kamperen n a b i j Uw b e d r i j f hebben w i j besloten U de v e r e i s t e v r i j s t e l l i n g op grond van a r t i k e l 22 onder b t e verlenen. Hieraan verbinden w i j de volgende voorwaarden: a. er mogen maximaal v i j f tenten ( o f d r i e tentwagens en twee tenten) worden geplaatst; b. d i t i n c i d e n t e e l kamperen mag maximaal voor een periode van zes weken per kalenderjaar. Deze periode behoeft n i e t aaneengesloten t e z i j n . c. Ten behoeve van de kampeerders d i e n t voldoende d r i n k - en waswater aanwezi te z i j n . Zodra w i j de berichten van genoemde inspecteur hebben ontvangen z u l l e n w i j U nader informeren. Burgemeester^en Wethouders van Made c a . , De SecretaM|3,
JGH/AD
De Burgemeester,
J.L.D
er Lindf
Staatstoezicht 5 op de Volksgezondheid Inspsctie van de volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu voor Noord-Brabant Schuberfsingel 32, s-Hertogenboscn Correspondentie: Postbus 90134,5200 MA 's-Hertogenbosch Telefoon (073) 1583 64, telex 50973 Fax 073) 145035
& ( £dz z 0
1.704.652.3 Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Made en Drimmelen Postbus 19 4920 AA MADE
Uw kenmerk
Uw brief van
25 a p r i l 1989
Kenmerk
3059024/M ,.ter. 073-158374
Datum
7 juni 1989
Onderwerp
V r i j s t e l l i n g ex a r t i k e l 14 van de Kampeerwet Betreffende het mij, conform het bepaalde i n a r t i k e l 24 l i d 3 van de Kampeerwet, b i j uw bovenvermeld schrijven om advies toegezonden verzoek t o t v r i j s t e l l i n g van het gestelde i n a r t i k e l 14 van deze wet ten behoeve van A. van Bergeijk, polder Moordplaat, Biesbosch 7 t e Drimmelen, bericht i k u a l s volgt. Dezerzijds bestaan geen overwegende bezwaren tegen het verlenen van de gevraagde v r i j s t e l l i n g , mits daaraan met betrekking t o t onder andere de gezondheid, de veiligheid en de milieuhygiëne voorschriften worden verbonden. Kortheidshalve verwijs i k u t e r zake naar de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten opgestelde modelverordening "Kampeerplaatsen en Kampeermiddelen" en de daaraan afgeleide modelvrijstellingen ex a r t i k e l 2 en 3, l i d 2 aanhef onder respectievelijk a, b of c.
De Regionaal Inspecteur van de Volksgezondheid vcór^e^JiLli^uhygiëne, QAs-
'ar'. H.A.M.A. de Vries
Type:AK ColIs^C
Verzoek» bij beantwoording onderwerp, datum en kenmerk van deze brief te vermelden.
lOo-
^olS * 4
W i 4
'SI00 fttvA
VRIJSTELLING KAMPEERWET.
Burgemeester en Wethouders van Made en Drimmelen v e r l e n e n h i e r b i j aan A. van B e r g e i j k , p o l d e r de Moordplaat, B i e s b o s c h 7 t e Drimmelen v r i j s t e l l i n g a l s bedoeld i n a r t i k e l 22 onder c v a n de Kampeerv/et voor het
gelegenheid geven t o t h e t houden van r e c r e a t i e f n a c h t v e r b l i j f i n de
gebouwen van z i j n a g r a r i s c h b e d r i j f op h e t p e r c e e l de Moordplaat i n de Biesbosch.
Deze v r i j s t e l l i n g g e l d t voor maximaal 100 dagen p e r k a l e n d e r j a a r .
E r mogen maximaal 100 personen t e g e l i j k n a c h t v e r b l i j f houden. I n de gebouwen waar r e c r e a t i e f n a c h t v e r b l i j f wordt gehouden, dienen v o l doende b r a n d b e s t r i j d i n g s m i d d e l e n aanwezig t e z i j n , d i e p e r i o d i e k op hun werking worden g e c o n t r o l e e r d en gekeurd.
De v r i j s t e l l i n g i s g e l d i g vanaf 1 j u l i 1989 voor onbepaalde
tijd.
Made, 13 j u n i 1989
Bu:
.eester en Wethouders voornoemd,
Baart Leges: f 8 , — . JGH/LL
J.L.D
f
EMEENTE M A I
>
/
Dé gemeente Made gaat met ingang van 25 april 1998 gemeente Drimmelen heten.
De heer/mevrouw A. van Bergeijk Biesbosch 7 4924 AA DRIMMELEN
Uw brief van: Betreft:
Made,
29 oktober 1997
Aanpassing kampeervergunning, -ontheffing danwei -vrijstelling
Kenmerk:
Geachte heer/mevrouw Van Bergeijk, Zoals u ongetwijfeld zult weten is op 1 november 1995 de Wet op de Openluchtrecreatie van kracht geworden. In deze wet is voor de afgegeven vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen een overgangsbepaling opgenomen var jaar. Concreet betekent dit dat op 1 november a.s. de onder de Kampeerwet afgegeven vergunningen e.d. geen rechtskracht meer hebben. Alle vergunningen moeten voor deze datum aangepast zijn aan de Wet op de Openluchtrecreatie. Omdat het hier gaat orn een administratieve aanpassing, en niet om een inhoudelijk? aanpassing, heeft het college van burgemeester en wethouders besloten deze aanpassing bij algemeen besluit te regelen en niet afzonderlijk per kampeerbedrijf. Met het bijbehorende besluit is geregeld dat uw vergunning, danwei ontheffing of vrijstelling rechtskracht behoudt. Overigens wijzen wij u er op dat, indien voor u van toepassing, alle overige afsprak? zoals die schriftelijk zijn vastgelegd in een begeleidend schrijven bij de destijds afgegeven vergunning, danwei ontheffing of vrijstelling eveneens onverminderd van kracht blijven. Hoogachtend, \ burgemeester en wethouders van Made/\l de burgemeester, ïècre de secretaris, •
m Wc!
690217/Sg
0
J. Elzinga
V
Gemeentehuis : Park 1 in Madi
Postbank rek. nr.: 822727
geeft direct verbinding met
Postbus 19,4920 AA Made
Rabobank rek. nr.: 15.06.21.051
de behandelend ambtenaar.
Tel.(0162) 690190-Fax(0162) 686623
ABN-AMRO rek. nr.: 52.04.44.000
Dccrk'esnumrr.er
EMEENTE M A D Burgemeester en wethouders van Made; Overwegende, dat alle in de voormalige gemeenten Hooge en Lage Zwaluwe en Made en Drimmelen afgegeven vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen inzake het plaatsen van kampeermiddelen c.q. het gelegenheid bieden van recreatief nachtverblijf zijn afgegeven onder het regime van de Kampeerwet; Overwegende, dat per 1 november 1995 de Wet op de Openluchtrecreatie in werking is getreden; Overwegende, dat vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen, verleend op grond van de artikelen 14, 21, 22 en 27 van de Kampeerwet, gedurende twee jaar na inwerkingtreding van de artikel 8 en 13 tot en met 16 van de Wet OR van kracht blijven; Overwegende, dat de bestaande vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen derhalve tekstuele aanpassingen behoeven; Overwegende, dat er geen omstandigheden bekend zijn op grond waarvan de bestaande vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen inhoudelijke aanpassingen behoeven: Gelet op de Wet op de Openluchtrecreatie; Besluiten: 1.
2. -
De in de voormalige gemeenten Hooge en Lage Zwaluwe en Made en Drimmelen afgegeven vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen die verleend zijn op grond van de artikelen 14, 21, 22 en 27 van de Kampeerwet onverkort van kracht te laten blijven. Daar waar in een vergunning wordt gesproken over artikel 14 van de Kampeerwet, dient dit te worden gelezen als artikel 8 lid 1 van de Wet op de Openluchtrecreatie Daar waar in een vrijstelling wordt gesproken over artikel 21 van de Kampeerwet, dient dit te worden gelezen als artikel 8 lid 2a van de Wet op de Openluchtrecreatie Daar waar in een vrijstelling wordt gesproken over artikel 22a van de Kampeerwet, dient dit te worden gelezen als artikel 8 lid 2b van de Wet op de Openluchtrecreatie Daar waar in een vrijstelling wordt gesproken over artikel 22b van de Kampeerwet, dient dit te worden gelezen als artikel 8 en artikel 15 van de Wet op de Openluchtrecreatie Daar waar in een vrijstelling wordt gesproken over artikel 22d van de Kampeerwet, dient dit te worden gelezen als artikel 8 lid 2c van de Wet op de Openluchtrecreatie
Daar waar in een vergunning, vrijstelling en/of ontheffing wordt gesproken over het "Besluit hygiëne en gezondheid kampeerplaatsen" dient te worden gelezen "Besluit hygiëne, gezondheid en veiligheid kampeerterreinen" Daar waar in een vergunning, vrijstelling entof ontheffing de term kampeerplaats wordt gebruikt, dient dit te worden gelezen als kampeerterrein. Made 21 oktober 1997 burgemeester en wethouders voornoemd, \y\ & secretaris, de burgemeester, jn
Mrj£5~Stem
J. Elzinga
\
h). Het is koper toegestaan zijn gasten in maximaanu l e m e n * ' i) De onder (f) van dit artikel genoemde personen zijn gebonden om mee te werken aan het verlaten en ontruimen van de woning en het erf op het moment dat het gestelde in dit artikel onder a van toepassing is. ... j) De activiteiten van Stam outdoor worden voor 1 november 2010 beëindigd, k) Gebruik van het erf is uitsluitend toegestaan voor het doeleind wonen en of activiteiten die rechtstreeks verband houden met het uitoefenen van een akkerbouwbedrijf. 1) Het Bureau verplicht zich nadat het gestelde in dit artikel onder (a) van toepassing is om de aanwezige opstallen te slopen. 7. Inrichting omliggende gebied a) Het gebruik van de woning dient te allen tijde overeenkomstig de toekomstige situering in een natuurgebied te zijn. b) Door het Bureau zullen maatregelen worden getroffen, om de woning ook in de nieuwe situatie te handhaven. Deze maatregelen hebben slechts ten doel om de woning onder de veranderde omstandigheden zo hoogwatervrij te houden als redelijkerwijs mogelijk is. Voorafgaand aan de maatregelen zal een bouwkundig onderzoek worden uitgevoerd om schade aan de woning zo veel mogelijk te voorkomen. c) Het Bureau en of de Staat der Nederlanden garandeert geen watervrije ligging en kan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor inundatieschade aan het bij deze akte verkochte. d) Eventuele schade aan de woning als gevolg van de uitvoering van de werken -anders dan in geval van opzet of grove schuld- zal niet voor een vergoeding in aanmerking komen. :
8. Schade woning a) Koper kan de woning onderhouden of de woning na beschadiging herstellen of na het ten gronde gaan herbouwen in overleg met het Bureau. b) Het gestelde in het vorige artikel leidt nimmer tot aanpassing van het bedrag of voorwaarden genoemd in artikel 6. c) Wanneer de woning na het ten gronde gaan door koper niet wordt herbouwd, leidt dit niet tot aanpassing van het bedrag of voorwaarden genoemd in artikel 6. 9. Kwalitatieve verbintenis a) De in deze overeenkomst omschreven verplichtingen van koper zoals vermeld in artikel(en) 2, 6, 7 en 8 worden hierbij gevestigd als kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 BW ten aanzien van het verkochte. Deze verplichtingen gaan over op degenen die het verkochte verkrijgen. Degenen die van de koper het mede recht tot gebruik van het verkochte zullen verkrijgen zijn mede aan deze verplichtingen gebonden. b) De in het eerste lid van dit artikel omschreven verplichtingen verkrijgen derden werking door inschrijving van de notariële akte in de openbare registers. Koper verleent het bureau • .w onherroepelijk volmacht om deze inschrijving tot stand te brengen. 10; Boete a) Indien niet of slechts ten dele aan het bepaalde in artikel 6a-b-c-e-f-g-h-i-j-k, en 9 is voldaan verbeurt de koper, een onmiddellijk opeisbare boete van € 200.000(zegge: tweehonderdduizend euro) ten behoeve van het bureau, zonder dat enige ingebrekestelling daartoe zal worden vereist, zodat de bedongen boete terstond zal kunnen worden gevorderd. b) Indien niet of slechts ten dele aan het bepaalde in artikel 6d is voldaan verbeurt de koper, een onmiddellijk opeisbare boete van € 700.000,- (zegge: zevenhonderdduizend euro) ten behoeve van het bureau, zonder dat enige ingebrekestelling daartoe zal worden vereist, zodat de bedongen boete terstond zal kunnen worden gevorderd. c) Bovenstaand laat onverminderd het recht van Het Bureau om de geleden schade als de nog te leiden schade op koper te verhalen Pagina 3 van 4 Paraaf verkoper:
paraaf koper: