II. Drive-in woning
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam - Van Tijen, Stam & Beese Matthijs van der Ham / David de Kool / Jort Magré
Het Stedelijke Woonhuis | Architectuur Analyse
A | 391
Inhoudsopgave Analyse Drive-in woningen
391
.1 Projectomschrijving
393
.2 Context
399
.3 Exterieur
409
.4 Interieur
417
.5 Transformatie
431
.6 Conclusie
433
Bibliografie
392 | A
437
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
01. Projectbeschrijving 01.1 Algemeen _projectnaam
Drive-in woningen
De 5 drive-in woningen aan de Anthonie van Dijckstraat zijn
van de woning zo volledig mogelijk te analyseren op veel
_bouwjaar
1936
in 1937 gebouwd door de architecten Van Tijen, Stam en
verschillende schaalniveaus hopen we hier een duidelijk
_oppervlakte
230 m2
Beese. Het pand werd door de Architecten omschreven als
beeld van te krijgen.
_bruto inhoud
550 m3
modern alternatief voor het wonen in een grachtenpand aan
De Drive-in woningen zijn als een van de laatste blokken in
_architect
Van Tijen, Stam & Beese
de grachtengordel. In deze analyse willen we onderzoeken
de Apollo-buurt in het Plan Zuid van Berlage gebouwd. Ze
_verbouwd
1947, Architect: A. Meijer
of de architecten hierin zijn geslaagd en of de woning een
zijn gebouwd in 1937. In het gedeelte van het blok waar ze
generiek type stadshuis is. Door de oorspronkelijke situatie
een onderdeel van zijn, was oorspronkelijk een school ge-
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 393
01. Projectbeschrijving 01.1 Algemeen pland. Deze school, de montessorischool, is ook ontworpen
heeft een bv opgericht voor de uitvoering. Zelfs de naam
De afmetingen van de trappen en gangen zouden hierdoor
en gebouwd door Van Tijen. Het gebouw nam echter maar
‘Drive-in woning’ kunnen naast het vooruitgangsdenken ook
te krap en donker worden. Deze eis zorgde ervoor dat de
een gedeelte van de beoogde kavel in beslag. Van Tijen
geïnterpreteerd worden als een marketingterm: Het verwijst
wijk woningen kreeg voor het midden en hogere segment.
had voor de overgebleven ruimte oorspronkelijk een woon-
naar hoge (Amerikaanse) levensstandaard.
De architecten zijn gaan onderzoeken of het mogelijk was
hotel voor alleenstaande gepland. Dit ontwerp is afgekeurd,
De strook is gelegen in het Plan-Zuid van H. P. Berlage.
om met een kleinere breedte dan de gestelde eis toch aan
waardoor van Tijen opnieuw naar de tekentafels moest.
Het is echter pas bebouwd in het jaar van het Algemene
het gewenste huis te voldoen. Dankzij het plaatsen van de
Samen met de net de Sovjetunie teruggekeerde Mart stam
Uitbreidingsplan voor Amsterdam. De architecten stonden
woonverdieping op de eerste etage is voldoende ruimte en
en diens nieuwe vrouw Lotte Beese ontwierp hij de Drive-in
voor een uitdaging doordat de afmetingen van de geza-
licht gecreëerd. Als gevolg was de benedenverdieping vol-
woningen. Van Tijen heeft zich in dit plan opgesteld als een
menlijke percelen minder was dan 30 meter wat volgens
ledig vrij voor functies als een garage en bijkeuken. Ook
echte projectontwikkelaar: hij had de grond in bezit en hij
de gemeente te weinig was om 5 woonhuizen te realiseren.
werd met de inpandige garage een oplossing voor de op-
Vorige pagina (links) Voorgevel nu. (rechts) Achtergevel 1937. Deze pagina (boven): Garage en entree. (rechts): Woonkamer tegenwoordig nr 6. Rechter pagina (links) Ontwerpschets woonkamer (1936). (rechts) Vloeiend trappenhuis.
394 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
01. Projectbeschrijving 01.1 Algemeen komst van de auto geboden.
door enerzijds de conventionele oplossingen los te laten en
De architecten hadden de visie om een betere woning te
anderzijds gebruikelijke oplossingen niet te vrezen als deze
maken dan de reeds bestaande woonhuizen. Zij wilden een
nog steeds goed blijken te zijn.
gemakkelijk te bewonen, modern uitgerust en ingedeeld
Dankbetuiging:
huis waar alle mogelijkheden gebruikt werden om ruimte
We graag de mensen bedanken die ons hebben geholpen
te scheppen en te genieten van groen, zon en licht. Juist
bij dit onderzoek. Dit zijn: De verschillende bewoners die
door de eisen van de gemeente goed te onderzoeken en
ons een fantastische rondleiding hebben gegeven; De me-
er achter te komen wat nu daadwerkelijk noodzakelijke on-
dewerkers van ‘De Bazel’ en van stadsdeel Oud-Zuid voor
derdelen zijn van het stadshuis zijn de architecten tot een
hun behulpzaamheid en Thea Schouten voor de spellings-
slim, functioneel ontwerp gekomen. Hiertoe zijn zij gekomen
controle van enkele teksten.
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 395
01. Projectbeschrijving 01.2 Plattegronden, aanzichten & doorsnede
3
1
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
4 5
2
7
6
Entree Garderobe Toilet Steenkolenhok Bijkeuken Garage Tuinkamer
14
19 16 17
15
18
Begane grond
8
9
11 10
13
1e verdieping
21
Slaapkamer Slaapkamer Halletje Voorruimte met kasten Badkamer Toilet Slaapkamer Slaapkamer
22. 23. 24. 25. 26. 27.
Dakterras Slaapkamer Slaapkamer Halletje Kastruimte Zolder
2e verdieping
8. 9. 10. 11. 12. 13.
12
20
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Plantenbak Balkon Woonkamer Halletje Eetkamer Keuken
23
25
22 24
26
27
3e verdieping
tekeningen schaal 1:200
396 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
01. Projectbeschrijving 01.2 Plattegronden, aanzichten & doorsnede 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Entree Garderobe Toilet Steenkolenhok Bijkeuken Garage Tuinkamer Plantenbak Balkon Woonkamer Halletje Eetkamer Keuken Slaapkamer
15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
Slaapkamer Halletje Voorruimte met kasten Badkamer Toilet Slaapkamer Slaapkamer Dakterras Slaapkamer Slaapkamer Halletje Kastruimte Zolder
21
25
27
14
20
10
12
1
vooraanzicht
achteraanzicht
5
doorsnede AA
tekeningen schaal 1:200
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 397
01. Projectbeschrijving 01.3 Maquette
398 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
01. Context 02.1 Sociaal cultureel Deze woningen zijn gebouwd in 1937, aan het einde van
had zijn eigen woningbouwcorporatie. Doordat de blokken
ren. Relatief stijgende welvaart en langdurige sturing van
het interbellum. In de eerste helft van de 20e eeuw heeft de
van ‘Plan Zuid‘ (waarin onze huizen in gebouwd zijn) als
bovenaf vormt de rurale, ruwe, losse groepering om tot een
industriële productie zich definitief uitgekristalliseerd. Voor
één geheel ontwikkeld werden ontstond er een stuk stad
nette, gedisciplineerdere en georganiseerd onderdeel van
de middelinkomens betekende dit een verhoogde levens-
waarin in elk blok een andere bevolkingsgroep leefde. ‘De
de samenleving. Ook de middenklassen worden sterk be-
standaard. De lagere inkomens zijn echter nog altijd zeer
Dageraad‘, een bekend bouwblok van de socialisten is hier
ïnvloed door de klassen die hoger staan op de ladder. Men
arm en leven in dichtbebouwde wijken met woningen van
een goed voorbeeld van.
neemt de normen, waarden, gewoontes en gebruiken van
lage kwaliteit. Zeker na de internationale crises van 1929
De architecten van Tijen en Stam waren modernisten van
de elite over.
ging het slecht. Mede door het gebrek aan overheidsingrij-
de Nieuwe zakelijkheid. De modernisten ontworpen hun
Juist in die laatste maatschappelijke ontwikkeling kunnen we
pen kwam Nederland in een diepe depressie terecht.
huizen voor de ‘moderne mens’: Door het bouwen van hun
de Drive-in woning goed begrijpen. Naast het kunnen parke-
werk zou er een (nieuw soort) mensen ontstaan. De mo-
ren van de auto als naamgevend bewijs van het denken in
In de periode van het interbellum kenmerkt de vergaande
derne mens kon enkel ontstaan als er meedogenloos werd
termen van vooruitgang verwijzen de architecten verwijzen
verzuiling de Nederlandse samenleving. In dit vrijwel unieke
afgerekend met het verleden. Hoewel Stam een uitgespro-
zowel in hun ontwerp, als in hun toelichtende teksten, zeer
systeem was de maatschappij opgedeeld in vier zuilen. Dit
ken socialist was, moeten we deze ontwerpen van Van Tijen
expliciet naar het Amsterdamse grachtenpand. De huizen
waren de Katholieke, de liberale, de protestante en socia-
en hemzelf dus niet in een hokje van de verzuiling te plaats-
vormen dus een onderdeel in de ‘emancipatie’ van de mid-
listische zuil. Sterk gericht op het leven in hun eigen kring
ten. Ze probeerde juist af te rekenen met dit ‘ouderwetse’
denklasse. Waarin deze klasse een zelfde soort huis krijgt
leefde men in hun eigen zuil op vrijwel alle lagen van de
fenomeen.
als de elite, compleet met mogelijkheid voor een inwonende
bevolking langs elkaar heen. Vanaf de geboorte brachten
hulp. Het huis is echter wel vele malen kleiner, waardoor er
mensen hun leven door binnen de instituties van hun eigen
Tijdens de industriële revolutie had de samenleving zich
zeker geen sprake is van een stijging op de maatschappe-
zuil. Sociale interactie daartussen kwam nauwelijks voor.
ontwikkeld van twee klassen naar een samenleving met een
lijke ladder van de hogere middenklasse waarvoor dit huis
Zo had bijvoorbeeld elke zuil zijn eigen politieke partijen;
maatschappelijke ladder. Binnen de veelvoud van klassen
bedoeld is.
publieke omroepen, scholen, enz.
op de maatschappelijke ladder zien we in de eerste helft
Ook de institutionele bouwwereld was verdeeld. Elke zuil
van de twintigste eeuw dat de arbeidersklassen verburge-
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 399
02. Context 02.2 Architectonische en stedebouwkundige traditie Het blok waarin deze woningen zijn gebouwd is gelegen
samenleving met weinig klassenverschillen verwezenlijken.
functionele stedebouw het bouwblok open. Door het maken
in de Apollobuurt in Oud Zuid te Amsterdam. Dit is het la-
Binnen de bouwblokken kende het plan een menging van
van stroken met woningen vermeed men problematische
tere deel van het stedebouwkundige plan ‘Plan zuid’, dat in
woningen voor zowel de verschillende arbeidersklassen
hoekoplossingen. Daarnaar speelt een uniforme, industriële
1915 door H.P. Berlage werd ontworpen. Initiatieven voor
als de middenklasse. De hogere klassen kregen hele halve
productie van de woningen op grote schaal een belangrijke
het plan kwamen nadat Amsterdam een groot stuk van de
villa’s, waarbij er dus geen gesloten bouwblokwanden ont-
rol. Licht, lucht en ruimte waren essentiële doelstellingen
gemeente nieuwer Amstel hand geannexeerd. Gebaseerd
stonden.
ten opzichte van de ‘benauwde en ouderwetse’ steden.
op de ideeën van de Weense architect Camillo Sitte lag de
‘Plan Zuid‘ geld als hét Nederlandse voorbeeld van monu-
In de overzichtskaart van het AUP staat ons blok als een nog
stad als een vorm van kunst, en niet als een product van
mentale stedebouw. De gesloten bouwblokken in verschil-
te bouwen blok (rood) ingekleurd, temidden van een zee
civiele ingenieurs ten grondslag aan dit ontwerp. Berlage
lende soorten en maten (woningblok, tuinblok, pleinblok)
van bestaande bebouwing (zwart). Het rijtje van 5 Drive-in
gebruikte eenheid en geometrie om dit te bereiken: een
zijn als één geheel ontworpen. De lanen en pleinen kennen
woningen vormt dus een schakel tussen deze twee stromin-
combinatie van het monumentale in aanleg en het schilder-
een monumentaal verloop.
gen: Het is gebouwd in een binnen een Stedebouwkundig
achtig in detail.
Het blok van de Drive-in woningen is echter één van de
plan dat uitging van monumentale stedebouw, maar de wo-
Het plan moest een oplossing bieden voor de huisvestings-
laatste blokken die nog gebouwd moesten worden. In 1937
ningen zelf zijn vormgeven als functionele architectuur.
problematiek van de overvolle sloppenwijken van de spe-
heeft de gemeente Amsterdam het Algemeen uitbreidings-
culatielieve stedebouw. Het was een logisch gevolg van de
plan aangenomen. Dit AUP geld als hét voorbeeld voor
Aan de architectonische invulling van Plan Zuid hebben veel
eisen die werden gesteld in de woningwet van 1901. Na
functionele stedebouw. Op basis van uitgebreid onderzoek
architecten van de Amsterdamse school meegewerkt. Deze
een periode van revolutiebouwers moest de woningbouw
van Van Lohuizen ontwierp Van Eesteren een langlopend
ontwierpen lange stedelijke wanden met gedoseerde deco-
nu juist het collectieve belang dienen. Het moest voor een
uitbreidingsplan. De functies van wonen werken recreatie
ratie. Hoewel de ontwerpen lang niet altijd met de architecto-
evenwichtiger samengestelde beter gebouwde de stad
en verkeer zijn, conform de CIAM congressen van de mo-
nische idealen van Berlage zelf in overeenstemming waren,
zorgen. Het plan moest het socialistische ideaal van een
derne beweging sterk gescheiden. Ruimtelijk gezien brak de
wist de Amsterdamse school met hun expressieve bakstenenarchitectuur wél te verwezenlijken wat Berlage met ‘het schilderachtige in detail bedoelde‘. Hoekoplossing kregen heel veel aandacht en leverde een mooi, gewaardeerd, en in sommige gevallen een zelfs plastisch beeld op. De meeste Amsterdamse school architecten konden zich vinden in de sociale idealen die als basis voor het plan dienden. Hoewel er binnen de bouwblokken dus veel differentiatie zat in de woningen, was er aan de gevels niet af te lezen dat er zowel sociale, als middenklasse woningen achter zaten.
400 | A
Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
02. Context 02.2 Archittectonische en stedebouwkundige traditie chitecten van Het Nieuwe Bouwen bekritiseren het ‘ouderwetse’, opgesierde, gevelontwerpen van de Amsterdamse school. Willen Tijen, de hoofdarchitect (geboren in 1894 te Wormerveer), is een van de grondleggers van de sociale woningbouw in Nederland. Naast architect stelde hij zich ook op als projectontwikkelaar. Naast het ontwerp van de Drive-in woningen is hij ook bekend als een van de architecten van de eerste galerijflat in Nederland; de Parklaanflat te Rotterdam. De ander architect, Mart Stam (geboren in 1899 te Purmerend) begon zijn carrière als tekenaar in 1919 bij architectenbureau Granpé. In 1923 begonnen zijn ervaringen in het buitenland. Vanaf deze tijd werkte hij in Berlijn en Zwitserland. In 1927 ontwierp hij een rij huizen in de Weiβhofsiedlung. Het succes van de tentoonstelling stelde hem in staat een aantal grotere bouwprojecten uit te voeren. In tijdschriften als de 8 en opbouw schreef hij regelmatig artikelen. Na een enigszins mislukte reis naar Rusland om mee te werken aan de nieuwe industriesteden keerde hij in 1934 terug naar Nederland. In de Sovjetunie had hij wel zijn nieuwe vrouw leren kennen, De Duitse Lotte Beeze. Na haar niet afgemaakt studie aan het Bauhaus in Dessau, was ze met Hannes Mayer meegaan naar de Sovjetunie. UiteinDeze pagina: (boven) Plantekening voor ‘Plan Zuid, H.P Berlage, 1915 Linker pagina: (linksonder) Vogelvluchtperspectief van ‘Plan Zuid’ van Berlage, 1917 (middernonder) het Algmeen Uitbreidingsplan (AUP) van Van Eesteren en Van Lohuizen, 1937.
De Drive-in woningen zijn vormgeven volgens ‘Het nieuwe
delijk haalde ze in Nederland haar bouwkundig diploma.
bouwen’. Deze modernistische stroming, naast Nederland ook in Duitsland en Zwitserland ontstaan (Neue Sachlich-
Het is boeiend om te zien hoe de architectuur van de Nieu-
keit), kenmerkt zich door functioneel bouwen met lichte
we Zakelijkheid is ingebed in het monumentale stedebouw-
constructies van staal en beton. Rechte lijnen, abstracte
kundig model. Uiteindelijk is er een tussenvorm ontstaan die
vormen, vrije gevelindelingen, grote raampartijen en wit ge-
zowel kenmerken heeft van een monumentaal bouwblok als
pleisterde gevels zijn onderdelen van het vocabulaire. Ar-
van de functionele stedebouw.
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 401
02. Context 02.3 Situatie In het blok vinden we een groot aantal scholen. Links naast de Drive-in woningen staat het Gerrit van de Veen college. Rechts van de Drive-inwoningen is de montessorischool, deze is ook door Van Tijen ontworpen. De noordkant van het kleine blokje tegenover de woningen is de internationale Engelstalige school en binnen in het groter blok daarnaast staat de wereldberoemde openluchtschool van Duiker. Naast de ‘monumentale’ straten constateren we in het stedelijke weefsel rond dit blok ook twee open plekken. De eerste, tussen de Drive-in woningen en de internationale school manifesteert zich door de uitgesproken wanden als een zeer pleinachtig plantsoen. Dit is veel minder het geval bij de open plek ten noordwesten van de drive-in woningen. Dit komt doordat twee van de vier wanden een zeer verspringende rooilijn kennen. De oriëntatie van de woningen levert interessante consequenties op. De voorgevels zijn gericht op het zuiden en de achtergevels met achtertuinen op het noorden. De architecten hebben de achterkant van het huis een (niet modernistische) schuin dak geven, waarschijnlijk is dit om meer direct zonlicht in de tuin te krijgen. Toch is de achtertuin veel minder geschikt als plek van ontspanning dan gemiddeld. Juist het in de Nederlandse wooncultuur zeer belangrijke ‘in de tuin genieten van de zon‘ moesten de architecten aan de voorzijde van het bebouw oplossen. Dit hebben ze gedaan door het maken van twee balkons op de eerste en derde verdieping. Hoewel het in eerste instantie niet opvallend is, zou dit gegeven ook een oorzaak kunnen zijn van het terugspringen van de gebouwen op het kavel: Op een brede
Schaal
stoep voor de deur kan beter geleefd worden.
1:2000
402 | A
Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
02. Context 02.4 Perceelstructuur In de perceelstructuur het blok valt direct het schaalverschil op tussen het perceel van de schoolgebouwen en dat van de woningen. De kavel van het Gerrit van de Veen college beslaat het gehele westelijke deel van het blok. Verder zien we dat het perceel van gymzaaltje en de montessorischool, rechts naast de kavels van de herengracht, ook groter is dan gemiddeld. In dit blok hebben de schoolpanden dus groter kavel dan de woningen. Als we de kavels van de woningen zelf bekijken zien we dat deze veel smaller en dieper zijn dan de andere woonpercelen. Dit komt overeen met de smalle diepe kavel die generiek zijn voor een grachtenpand. Het is natuurlijk de vraag wat eerst was: Troffen de architecten smalle kavels aan waardoor een referentie naar een grachtenpand logisch werd? Of zochten ze juist de referentie op en waren de smalle kavels hier het gevolg van. Ook het eerdere ontwerp van Van Tijen voor een flat op deze plaats geeft hier geen uitsluitsel over: Het gaar uit van ongeveer hetzelfde ritme. Toch vinden wij het aannemelijker dat men de kavels heeft aangepast aan de gewenste woonbreedte, De strook is immers als één eenheid ontwikkeld en de kavels komen totaal niet overeen met de andere kavels in het blok.
Schaal 1:2000
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 403
02. Context 02.5 Morfologie In paragraaf 02.2 hadden we al opgemerkt dat deze woningen een schakel vormen tussen het monumentale stedebouwkundige ‘Plan Zuid’ van Berlage en de opkomende stedebouw en architectuur van het functionalisme. We zien hiernaast dat de meeste van de omliggende blokken typische gesloten bouwblokken zijn van plan zuid. Alleen het gebouw/blok ten noordoosten van, en de school naast de drive-in woningen vormen een uitzondering. Het blok zelf vertoont kenmerken van beide stromingen. Op drie hoeken is de bebouwing strak tegen elkaar gebouwd (monumentaal), maar juist het gymzaaltje naast de Drive-in woningen laat een gat vallen: zoals in functionele strokenbouw. Ook het grootschalige schoolgebouw in het blok heeft de schoolpleinen juist op de hoeken, waardoor het bouwblok als geheel zich van drie zijden niet manifesteert als het typische Plan-Zuid bouwblok. Deze constatering wordt nog eens extra onderstreept wanner we naar het bouwhoogteperspectief op de rechtpagina kijken. Hier Zien we dat het blok maar vanaf één hoek echt een bouwblok vormt. In de westelijk hoeken toornt de school in schaal boven de woonhuizen uit. Het lage gymzaaltje creëert nauwelijks een wand en versterkt daarmee de opengebroken hoek van het blok.
Schaal 1:2000
404 | A
Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
02. Context 02.5 Morfologie
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 405
02. Context 02.6 Relatie Percelen & Morfologie In de relatie tussen de kavels en morfologie van de bebouwing valt het eerde genoemde niet bebouwen van de hoeken van het schoolgebouw op. Daarnaast houden de Drive-in woningen zich niet zo strak aan de monumentale rooilijn: Hoewel de 5 huizen strak in een rijtje staan, springen ze terug ten opzichte van hun kavel. Hierdoor komt het rijtje visueel los te staan van het schoolgebouw ernaast. Als de Drive-in woningen dezelfde rooilijn hadden aangenomen hadden beide gebouwen meer bij elkaar, en dus in het blok gehoord. Vervolgens gaan de architecten verder in het ‘ontmantelen‘ van het monumentale bouwblok. op de begane grond creëren ze een verspringen rootlijn door een repeterende inspringing van een bloembak, zo transparant mogelijke entreehal en een terugspringen van de garage. Vooruit lopend op de exterieuranalyse kunnen we alvast verklappen dat de variatie in horizontale zin op de begane grond op de verdiepingen in verticale zijn terugkomt.
Schaal 1:2000
406 | A
Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
02. Context 02.7 Ontsluiting De achtertuinen van de woonhuizen van dit blok zijn volledig privaat. Hoewel het in deze tijd al gebruikelijk was een via een brandgang of iets dergelijks een ontsluiting aan de achtertuin van woningen te hebben is dat in dit blok niet het geval. De openruimtes bij de school zijn schoolpleinen en vormen dus collectieve ruimte die grenst aan het publieke domein. In de ontsluiting is de naamgever van deze woningen natuurlijk zeer interessant. In de inleiding hebben we al geïnterpreteerd waarom het al dan niet noodzakelijk was om de garage inpandig op te lossen. Hier kijken we wat deze ontwerp beslissing voor gevolgen heeft gehad. We lopen wederom een beetje vooruit op de exterieur analyse. Wij hebben de garage geïnterpreteerd als een functionele toegang. De ruimte erachter is immers een stalruimte. Naast de in de gevel terugleggende garage heeft de entreehal een veel meer in het oog springende vormgeving gekregen. De staat verder naar voren dan de garage en volledig in glas met slanke stalen kozijnen uitgevoerd. Dit zorgt ervoor dat de nadruk meer ligt op de voetgangers ingang dan op de auto-ingang. De naam Drive-in woningen dekt de lading dus slechts gedeeltelijk: de belangrijkste ontsluiting van het gebouw gebeurd dus nog steeds op traditionele wijze via een voordeur aan de publieke buitenruimte.
Buitenruimte: openbaar
Ontsluiting woning: represen-
Buitenruimte: collectief
tatief
Buitenruimte: privé
Ontsluiting woning: functioneel
Herengracht 522 Parkeren
Rijrichting verkeer
Schaal 1:2000
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 407
02. Context 02.8 Historische ontwikkeling bouwblok In de historische ontwikkeling van dit bouwblok zien we da men in de jaren 20 vanuit een landbouw productie landschap de Apollobuurt uit de grond stampt. In 1931 is het oostelijk deel van het bouwblok nog niet gebouwd. Dit kwam gedeeltelijk doordat deze lap grond aanvankelijk was gereserveerd voor nóg een school en later doordat bouwaanvragen voor bijvoorbeeld een woonhotel werden afgewezen. In 1936 zien we dat de Drive-inwoningen al zijn ingetekend, hoewel ze pas het jaar daarop zijn opgeleverd. Juist het gedeelte dat in onze analysetekeningen als het meest ouder-
1911
Schaal 1:5000
1936
Schaal 1:5000
1928
Schaal 1:5000
1949
Schaal 1:5000
1931
Schaal 1:5000
1956
Schaal 1:5000
wets overkomt, de noordoost hoek is als laatste, nog voor de oorlog gebouwd. In de oorlog wordt het schoolgebouw in het blok gevorderd door de Duitsers, die er één van hun hoofdkwartieren van maken. Hierdoor wordt het een doelwit van geallieerde bombardementen. De woningen in het blok worden helaas ook getroffen door deze bommen. Van de drive in woningen wordt nummer 8 geheel verwoest en naastgelegen nummer 6 en 10 zwaar beschadigd. Deze worden met iets modernere materialen weer opgebouwd zoals ze waren. In 1949, het jaar dat die wederopbouwaanvraag ook is ingediend zien we het gehele blok op één kavel na alweer helemaal is opgebouwd. In 1956 is dat laatste perceel ook weer bebouwd. Sinds dat laatste huis kent de bebouwing van dit blok op dit schaalniveau geen significante veranderingen meer.
408 | A
Anthonie van Dijckstraat 10, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
03. Exterieur 03.1 Ontsluiting Voor de ontsluiting is onderscheid te maken tussen de hoofdontsluiting en de nevenontsluitingen. Via de hoofdontsluiting betreedt men via de hal het huis. Aan de achterzijde bevinden zicht drie nevenontsluitingen welke toegang bieden tot het privé domein, de tuin. De tuin is alleen via deze ontsluitingen te bereiken. Aan de voorzijde is een vierde nevenontsluiting, de garage. De hoofdentree en de garage zijn door de teruglegging in de gevel beschut door het balkon van de eerste verdieping. Bewoners en bezoekers maken gebruik van dezelfde ontsluiting. Van een personeelsontsluiting is geen sprake.
ontvangst hoofdontsluiting nevenontsluiting
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 409
03. Exterieur 03.2 Gevelcompositie De strook is onderverdeeld in vijf herkenbare objecten met
ordening in het blok
eenzelfde gevelcompositie waardoor er een eenheid met rust ontstaat. Door het ritme van pilasters tussen de woningen zijn de individuele woningen goed herkenbaar en krijgen hierdoor een eigen identiteit. Als koppelde objecten zijn de balustrades van de geschakelde dakterrassen en de dakrand gebruikt waardoor de eenheid van het blok weer wordt geaccentueerd en hiermee aaneen wordt geregen. Dit is veel minder het geval aan de achterzijde van de gevel.
410 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
03. Exterieur 03.2 Gevelcompositie De gevel van de woningen is onderverdeeld in een aantal horizontale delen. Een basis met de ingang en de garage,
ordening
een middenstuk met de 1e en 2e verdieping en als afsluiting een balkon met een terug liggende 4e verdieping. Doordat het dakterras het gevelvlak onderbreekt biedt dit een kader voor de gevel waardoor je blik op de gevel blijft rusten. De pilasters aan weerszijden van de gevel en het dakterras als kroonlijst refereren sterk naar het classicisme. Naast de horizontale verdeling is de gevel ook verdeeld in twee verticale delen. Deze bevindt zich op ongeveer 1/3-2/3 van de buitenmuren. Deze indeling is vooral functioneel te verklaren door de plattegrond waaruit blijkt dat de achterliggende ruimtes ook deze indeling hebben. Door gebruik te maken van diepte in de gevel ontstaat er een duidelijke hiërarchie en herkenbaarheid van de individuele woning in de strook. De uitstekende pilasters zorgen voor deze individualiteit. Door de bovenste verdiepingen terug te
voor- en achtergrond
leggen en het dakterras uit te laten steken ontstaat er een rustige privé ruimte aan de voorzijde van de gevel. Deze ruimte met privacy staat in sterk contrast met de verder erg open gevel die direct grenst aan de openbare ruimte. De garage is net als de 4e verdieping teruggelegen. Hierdoor krijgt deze een ondergeschikte rol in de gevel en wordt er een semi-openbare ruimte voor de entree gecreëerd. Aan de achterzijde van de woning is een schuindak met als doel meer lichttoetreding tot de op het noorden gelegen tuinen te krijgen.
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 411
03. Exterieur 03.2 Gevelcompositie In de voor en achtergevel zijn veel openingen opgenomen ten behoeve van licht en lucht in het woonhuis. Dit in overeenstemming met de visie die van Tijen, Stam & Beese hadden voor het nieuwe stadshuis, welke licht en luchtig moest zijn. De privacy wordt gewaarborgd door de leefruimtes op de eerste verdieping te situeren zodat er moeilijk naar binnen gekeken kan worden maar er toch veel licht binnen komt. De openingen aan de achterzijde zijn kleiner dan aan de voorzijde waardoor ook in de woning de nadruk op de voorkant komt te liggen, hier bevinden zich ook de leefruimtes. Door de openingen op de zolderverdieping in het schuine dak wordt ook hier licht de woning ingetrokken. Dit wordt nog eens versterkt door een transparante wand tussen deze zolder onder het schuine dak en de rest van de 4e verdieping te plaatsen. Op deze manier kan het daglicht toetreden tot het trappenhuis. gesloten
412 | A
transparant
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
03. Exterieur 03.3 Drempel Door de ingang van de garage terug te leggen ontstaat hier
en achterzijde betreden. Aan de voorzijde kan dit via het
een semi-openbare ruimte voor de hoofdentree naar het huis.
balkon. De deuren zijn zeer transparant waardoor het een
De entree ligt niet loodrecht op de woning maar evenwijdig
zachte drempel betreft met de buiten.
aan de woning waardoor er een meer geleidelijke overgang
Op de 4e verdieping is het dakterras gelegen waar de twee
van openbaar naar privé wordt gefaciliteerd. Tevens bied
slaapkamers een privé toegang toe hebben. Deze kan ook
deze overdekte entree op deze manier beschutting tegen
gezien worden als een harde drempel. Alleen als de deuren
de regen en zon.
open zijn is het een zachte drempel.
Na het passeren van de voordeur wordt men opgevangen in een tochtportaal alvorens men de woning betreedt, welke voorzien is van veel glas, hierdoor bevindt men zich eerst in een semi-privé ruimte alvorens tot de privacy van het huis toegelaten te worden. Dit zorgt voor een geleidelijkere overgang tussen openbaar en privé. Op de 1e verdieping kan men de buitenruimte aan de voor
zachte drempel harde drempel doorgang
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 413
03. Exterieur 03.4 Gevelmaterialisatie Wit geglazuurde baksteen
Staal
Hout
De pilasters en het middenstuk van de gevel zijn opgebouwd
De gehele balustrade van de balkons zijn in staal uitgevoerd
De kozijnen zijn allemaal van hout en witgeschilderd
uit wit geglazuurde baksteen. De baksteen is een klassiek
waardoor deze erg slank en licht zijn en de aandacht niet
waardoor deze één geheel vormen met de rest van de witte
bouwmateriaal maar door deze wit te glazuren krijgt het een
van de gevel afleiden. Ze zijn functioneel maar door hun
gevel.
moderne uitstraling wat de sfeer van het blok afzet tegen de
detaillering vormen ze een onderdeel van de ornamenten
overige huizen in de wijk en bijdraagt aan een lichte woning
in de gevel. Daarnaast zijn de kozijnen bij de entree ook
zoals volgens de architecten een stadswoning zou moeten
van staal. Hierdoor wordt een zo transparant mogelijke
zijn.
entreehal gerealiseerd.
geglazuurde baksteen
414 | A
staal
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
03. Exterieur 03.4 Gevelmaterialisatie Pleisterwerk
pleisterwerk
Om het effect van de uitstekende delen in de gevel te benadrukken zijn de ruimte hieronder strakgetrokken met wit pleisterwerk. Ook de 3e verdieping met het dakterras is net als de achtergevel (tussen de pilasters) op deze manier afgewerkt. Dit creëert rust voor de uitstekende delen en zorgt voor de eenheid aan de achterzijde. Keramische tegel Aan de voor en achterzijde zijn enkele opvallende details. De delen tussen de ramen en deuren zijn met een keramische tegel bekleedt. Dit is gedaan tussen de horizontale openingen in de gevel waar deze gesloten zijn. Hierdoor worden de horizontale openingen verder benadrukt in het gevelbeeld.
hout
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
keramische tegel
A | 415
03. Exterieur 03.5 Ornamenten Net zo als bij een klassieke woning worden ook bij deze woning ornamenten gebruikt. De plantenbakken in het balkon en naast de entree zijn duidelijke vormen van ornamenten. Daarnaast zijn de balustrades zodanig gedetailleerd dat ze erg strak in het geheel passen. De balustrade van het dakterras heeft eenzelfde werking als de kroonlijst bij het classicisme. De ornamenten zijn modern uitgevoerd waardoor ze niet direct ornamenten lijken maar het toch wel degelijk zijn.
ornamenten
416 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.1 Routing In deze analyse is onderscheid gemaakt tussen een privé route en een ontvangstroute, van een personeelsroute is geen sprake. De routing door de woning heen is vrij helder. Bezoekers en bewoners maken namelijk gebruik van dezelfde routes. Tot en met de 1e verdieping zijn de meeste routes zowel voor de bezoekers als de bewoner. Daarboven zijn de vertrekken alleen voor de bewoners. Er is één heldere centrale stijgroute van de begane grond tot de 3e verdieping door het trappenhuis. Hier is veel aandacht geweest om ook het trappenhuis voldoende licht en lucht te gunnen.
ontvangst-route prive-route
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 417
04. Interieur 04.2 Constructie De buitenmuren vormen de dragende wanden. De ruimte tussen de buitenmuren wordt overspannen door de stalen profielen waar een houten balklaag tussen is aangebracht. Hierdoor zijn de binnenmuren niet dragend en kunnen dus eventueel verplaatst dan wel verwijder worden. Hierdoor is de woning geschikt gemaakt voor veranderingen in ruimtebehoefte waar later dankbaar gebruik van is gemaakt. De constructie van de balkons bestaat ook uit stalen profielen.
constructief
doorsnede
418 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.3 Gebruik van ruimtes De woning is voorzien van veel verschillende ruimtes. Er
0
zijn aparte ruimtes om te slapen, verblijven, ontvangen en
1
2
3
verplaatsen. Alle functies hebben een eigen plek gekregen. Wat opvalt, is dat er zes aparte ruimtes zijn om te slapen wat voor die tijd en woonwijk vrij uniek was. De architecten zijn erin geslaagd om met de beperkte ruimte voldoende kamers te creëren. Ook de ruimtes om te stallen zijn volop aanwezig om de bewoners voldoende bergruimte te bieden voor zowel spullen, kleren als auto of fietsen. Centraal in het huis is de hybride ruimte waar allerlei activiteit plaats kunnen vinden. Er kan wel gesteld worden dat er voldoende functionerende ruimtes zijn voor alle activiteiten. ontvangen
verplaatsen
werken
tekeningen schaal 1:400
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 419
04. Interieur 04.3 Gebruik van ruimtes
0
1
2
3
0
slapen
stallen
koken
hybride
eten
wassen
1
2
3
tekeningen schaal 1:400
420 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.4 Ruimtetypen De kamer is als ruimtetype het meeste aanwezig in de
plattegrond
woning. De verschillende kamers worden verbonden door
hok
gang
hal
kamer
zaal
gangen. Daarnaast zijn er een aantal hokken aanwezig voor functies die minder ruimte nodig hebben. Het onderscheid tussen verschillende ruimtes is eenduidig opgezet waardoor verschillende activiteiten in verschillende ruimtes kunnen plaatsvinden. Op de begane grond bevindt zich een hal na de entree. Deze hal en gang zijn belangrijker door hun
0
functie als entree en hierdoor ruimer van opzet dan de overige gangen in de woning.
1
2
3
tekeningen schaal 1:400
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 421
04. Interieur 04.5 Sequenties van ruimtes De routing door het huis en de opeenvolging van de ruimtes is vrij eenvoudig. Vanuit het trappenhuis en de gang zijn alle ruimten direct bereikbaar. Alleen de buitenruimen kunnen slechts via een kamer worden bereikt. Ook is goed zichtbaar dat bezoekers alleen op de begane grond en de eerste verdieping komen. De daarboven gelegen verdiepingen zijn privé.
bewoner
bezoeker
tekeningen schaal 1:400
422 | A
bewoner
bezoeker
tekeningen schaal 1:200
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.6 Drempels tussen ruimtes We kunnen onderscheid maken tussen harde en zachte drempels en harde en zachte overgangsruimtes. Door de vele kamers in het huis zijn er ook veel deuren die de harde drempels tussen de verschillende ruimtes vormen. Naast deze gebruikelijke harde drempels tussen is er op de eerste verdieping een zachte drempel. Deze wordt gevormd door een schuifpui tussen de woon- en eetkamer. Deze zijn door het openen samen te voegen maar blijven hierdoor toch twee aparte ruimtes.
zachte overgangsruimte harde overgangsruimte zachte drempel harde drempel
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 423
04. Interieur 04.7 Materialisatie en afwerking van ruimtes Pleisterwerk De wanden en plafonds in het interieur zijn afgewerkt met een lichte pleisterlaag. Hierdoor zijn alle muren glad en strak afgewerkt en doe ze licht en schoon aan. Ook dit versterkt de visie van de architecten wat betreft licht en lucht.
pleisterwerk
424 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.7 Materialisatie en afwerking van ruimtes Hout De binnenkozijnen en vloeren zijn op van hout. Door voor de lichte vloeren een organisch materiaal te gebruiken worden de ruimtes nog rustiger en luchtiger.
hout
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 425
04. Interieur 04.7 Materialisatie en afwerking van ruimtes Staal Op een aantal plaatsen is staal gebruikt. Op de begane grond voor de kozijn van de entree en in het trappenhuis voor de leuning langs de buitenmuur. Hierdoor ontstaan er een aantal strakke details.
staal
426 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.8 Sociale hiërarchie Ook de sociale hiërarchie is in de woning eenduidig weergegeven. Deze bestaat uit een klein aantal collectieve ruimten waar zowel bezoekers als bewoners komen. Deze zijn echter door hun afmetingen en aankleding niet representatief te noemen. Daarnaast zijn de meeste vertrekken voor privé doeleinden. De eerste verdieping is een collectieve verdieping, deze verdieping is hoger en ruimer opgezet en daardoor de belangrijkste in de woning. Er zijn verder geen representatieve ruimtes opgenomen.
privé collectief representatief personeel
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 427
04. Interieur 04.9 Ruimtelijke hiërarchie Er zijn twee bediende ruimtes aanwezig, de woon- en eetkamer. Alle overige ruimtes staan in dienst van deze twee ruimtes en zijn hieraan ondergeschikt. Dit is af te lezen aan de afmetingen en de hoeveelheid licht die in de ruimten binnenvalt. Door deze hiërarchie zijn de twee ruimtes het belangrijkste en meest comfortabele van het huis.
dienend bediend hybride
428 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
04. Interieur 04.10 Zones Er kan een onderscheid gemaakt worden in vier verschillende zones in een huis. Een verkeers-, verblijfs-, functionele- en hybridezone. Deze woning is functioneel ingericht en heeft daarom slechts verkeers-, verblijfs- en funcitonelezones. Er zijn geen hybridezones aanwezig. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt wat voor ruimte welke functie heeft en er is voorkomen dat er overbodige ruimtes zijn welke geen duidelijke functie hebben Dit zorgt voor een heldere indeling.
verkeerszone verblijfszone functionele zone hybride zone
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 429
04. Interieur 04.11 Meubilering van ruimtes Er zijn een aantal permanente meubels aanwezig. Deze zijn door de architecten geïntegreerd in de woning en zorgen voor voldoende opberg mogelijkheden. Er zijn een groot aantal kasten ingebouwd op de verschillende verdiepingen en zelfs bij de entree om de boodschappen af te laten geven. Ook hieruit blijkt de praktische insteek van de woning.
meubilering
430 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
05. Transformatie 05.1 Generieke transformaties Een aantal transformaties heeft bij alle 5 Drive-in woningen
pen hebben verwijderd met het oog op inbraakveiligheid,
plaats gevonden. Deze meeste van deze transformaties zijn
kinderveiligheid of sociale veiligheid. Doordat de persoon-
rechtstreeks toe te schrijven aan de grotere ruimtebehoefte
lijke hygiëne in de loop der jaren is vergroot zijn de badka-
in de Nederlandse wooncultuur. Dit heeft geleid tot het ope-
mers in alle woningen vergroot.
nen van de kleinere en besloten ruimtes, wat geheel in lijn staat me de visie van de architecten. Het eten en koken is onderdeel geworden van het dagelijkse leven. De van oorsprong gescheiden ruimtes hiervoor zijn nu samengevoegd tot een grote woon/eet/kook ruimte. Alle buitentrappen zijn verwijderd. Dit kan zijn gebeurd na de tweede wereldoorlog, toen een gedeelte van deze strook in puin lag. Het is ook mogelijk dat de bewoners zelf de trap-
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Entree Garderobe Toilet Steenkolenhok Bijkeuken Garage Tuinkamer Balkon Woongedeelte Eetgedeelte Keuken Slaapkamer Badkamer Toilet Dakterras Slaapkamer Kastruimte Zolder
5
7
verwijderd
11
10
4
12
18
12
14
3
17
13 2
6 9
12
1 8
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
12
16
16
15
A | 431
05. Transformatie 05.1 Specifieke transformaties De woning aan de Anthonie van Dijckstraat 6 kent naast de
Om op de woonetage meer licht toe te laten treden én om
generieke, ook een groot aantal specifieke transformaties
de relatie met de tuin te versterken is aan de achterzijde
De grootste transformatie is de wijziging van het trappen-
op de begane grond en de eerste verdieping een schuifpui
huis als gevolg van schade in WO II. Deze is iets kleiner ge-
toegevoegd. Hoewel deze ingrepen een eigen esthetiek
worden waardoor op de etages meer ruimte ontstaat. Hier-
hebben passen de meeste nog steeds erg goed binnen
door wordt het trappenhuis wel een stukje minder licht. De
het oorspronkelijke ontwerp, omdat ze nog steeds uitgaan
muur van de nieuwe trap begeleidt de kwarten van de trap
van de grondbeginselen van de architecten: lucht, licht en
in een aantal hoeken. Dit zorgt ervoor dat de trap minder
ruimte
vloeiend is dan de originele trap, waar de muur in een ronding de trapkwarten begeleide. Daarnaast zijn er een aantal badkamers bijgekomen zodat iedere slaapverdieping zijn eigen badkamer heeft en is er een dakkapel geplaatst om
wijzigingen
de zolder beter te kunnen benutten.
verwijderd
1. 2. 3.
Entree Garderobe Toilet
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Berging Garage Speelkamer Glazen schuifpui Balkon Woongedeelte Eetgedeelte Keuken Slaapkamer Inloopkast Badkamer Toilet Dakterras Douche Gang met kasten Badkamer Werkkamer
432 | A
7 6
4
11 11
10
14
12
19
20
15 3
13 2
18 5
17 9
12
1 8
12
16
16
16
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
06. Conclusie Deze woningen zijn gebouwd in 1937, aan het einde van het interbellum. In deze periode wordt de Nederlandse samenleving gekenmerkt door een vergaande verzuiling. Katholieken, liberalen, protestanten en socialisten leefden op vrijwel alle lagen van de bevolking langs elkaar heen: elke zuil had zijn eigen politieke partijen, woningbouwcorporaties, omroepen, scholen, enz. Qua lagen binnen die zuilen kunnen we in deze periode niet alleen de emancipatie van de arbeider waarnemen, maar ook de middenklasse wordt sterk beïnvloed door de elite. De architecten van Tijen en Stam waren modernisten van de Nieuwe zakelijkheid. De modernisten ontworpen hun huizen voor de ‘moderne mens’: Door het bouwen van hun werk zou er een nieuw soort mensen ontstaan, een nieuw elan dat de beperkingen van het verleden van zich af had gegooid en de mogelijkheden van de moderne samenleving
(links) Verspringing in de voorgevels van nummer 6 tm 12.,
ten volle benutte. Hiermee zijn de ontwerpen van Van Tijen
(boven) Situatie van het bouwblok schaal 1 op 2000
en Stam dus niet in een hokje van de verzuiling te plaatsten.
(onder) Bouwhoogteperspectief van het blok en de context
Met deze huizen voor de hogere middenklasse verwezen ze echter wel zeer expliciet naar de grachtengordel van de elite, zowel in hun ontwerp als in toelichtende teksten. De huizen vormen dus een onderdeel in de ‘emancipatie’ van de hogere middenklasse, waarin deze klasse normen, waarden, gewoontes en gebruiken van de elite overneemt Het blok waarin deze woningen zijn gebouwd ligt in het Amsterdam zuid van Berlage. Dit is een voorbeeld van monumentale stedebouw met in één geheel ontworpen gesloten bouwblokken en monumentale straten en lanen. Het blok van de Drive-in woningen is één van de laatste blokken
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 433
06. Conclusie dat nog gebouwd moest worden. In 1937 heeft de gemeente
dat juist deze overeenkomst tussen deze twee stromingen
Amsterdam het Algemeen uitbreidingsplan aangenomen. Dit
in deze woningen niet zo sterk naar voren komt.
AUP geld als hét voorbeeld voor functionele stedebouw. Op
Vergelijkend met de grote blokken van Plan-Zuid en de
basis van uitgebreid onderzoek van Van Lohuizen ontwierp
stempel-stedebouw van na de oorlog vormt dit rijtje van vijf
Van Eesteren een langlopend uitbreidingsplan met sterk
woningen een uitzondering. Ten opzichte van het individuele
gescheiden functies. In de overzichtskaart van dit plan staat
grachtenpand is de herhaling echter wel opvallend; een
ons blok als een nog te bouwen blok (rood) ingekleurd, te
product van de tijd.
Sequentie en zones
midden van een zee aan bestaande bebouwing (zwart). Het rijtje van 5 Drive-in woningen vormt dus een schakel
Op een groot aantal punten lijkt de woning een
tussen deze twee stromingen: Gelegen in een stukje
generieke oplossing voor het stadshuis, denk hierbij
monumentale
functionele
aan de perceelgrootte, drempel, hoogte van de meest
architectuur. Het blok zelf vertoont kenmerken van beide
representatieve ruimte, een plint, 4 bouwlagen en de
stromingen. Op drie hoeken is de bebouwing strak tegen
sociale hiërarchie in het pand. Deze punten zijn allen in
elkaar gebouwd (monumentaal), de Drive-in woningen laten
het pand aanwezig waardoor gesteld kan worden dat het
echter een gat vallen zoals in de functionele strokenbouw.
een generieke oplossing betreft. Echter zijn er ook een
Ook het grootschalige schoolgebouw in het blok heeft de
aantal zeer specifieke oplossingen. In de plint bevindt
schoolpleinen juist op de hoeken. Daarnaast houden de
zich een garage voor de opkomende auto, dit was een
Drive-in woningen zich niet zo strak aan de monumentale
erg vooruitstrevend idee wat de huizen een extra kwaliteit
rooilijn: De 5 huizen staan weliswaar netjes in een rijt, maar
gaf. Een ander punt wat sterk opvalt, is de functionele
deze springt terug ten opzichte van hun kavel en hun grote
relatie tussen gevel en plattegrond. De gevel verbergt niet
buurman, de montessorischool. Vervolgens ontstaat er
wat er binnen gebeurt en heeft de zelfde indeling als de
door de verspringing van bloembak, entreehal, garage en
plattegrond: de gevelopeningen komen overeen hiermee.
tussenmuren een variërende rooilijn op de begane grond.
De voorzieningen welke getroffen zijn om het woongenot
Plan Zuid van Berlage wordt gekenmerkt door een
te vergroten zijn ook opmerkelijk. De overdekte entree
gevelarchitectuur, waardoor de differentie binnen de blokken
voor beschutting, het grote aantal ingebouwde kasten voor
van arbeiders en middenklassenwoningen achter die
opslag, de opklapbare wastafels in de slaapkamers, de
gevel niet af te lezen is. Dit in tegenstelling tot de leesbare
ruime en lichte ruimtes en trappenhuizen en de connectie
functionele gevel van de Drive-inwoningen.
met de buitenlucht door middel van veel glas en een tweetal
Beide stromingen worden gekenmerkt door grootschalige
balkons met grote openslaande deuren. Om de woonkamer
ontwikkeling van woningen. Het is opvallend en intrigerend
ook de connectie met de tuin te geven was hier een trap
434 | A
stedebouw,
vormgeven
in
verkeerszone verblijfszone functionele zone hybride zone
tekeningen schaal 1:200
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis
06. Conclusie geplaatst zodat men gemakkelijk de tuin kon betreden vanuit
wat wonen zou moeten zijn. De woonkamer bevindt zich
en keuken, vergroten van de badkamer en de verwijdering
de woon/eetkamer. Deze trappen zijn later verwijderd.
op de eerste verdieping en heeft een hoger plafond dan de
van de buitentrappen. Deze aanpassingen sluiten haarfijn
Concluderend kan gesteld worden dat de Drive-in woning
begane grond. Ook hier zijn de overeenkomsten met het
aan bij de visie van de architecten om een ruimte, lichte
op een hoop punten generiek is voor het stadshuis maar
grachtenpand duidelijk terug te vinden.
luchtige woning te creëren. Het aantal kleine en besloten
toch een aantal specifieke kenmerken heeft die over het
Daarnaast is de functionele indelingen natuurlijk ook zeer
ruimtes verdwijnt of krijgt een andere functie zoals berging
algemeen niet bij woningen zijn terug te vinden.
kenmerkend voor deze huizen. Uit de analyse blijkt dat er
of strijkkamer.
over de programmatische indeling van het huis zeer goed is
Naast de generieke wijzigingen hebben de verschillende
Hoewel deze huizen modern en eigentijds zijn, zijn er toch
nagedacht. Dit heeft geleid tot een zeer heldere plattegrond
bewoners nog specifieke wijzigingen aangebracht.
veel klassieke elementen in te herkennen. De dieptewerking
en sequentie. Iedere zone heeft zijn eigen ruimte gekregen
De verloren connectie met de tuin wordt door veel bewoners
samen met de ordening en materialisatie in de gevel
en volgen elkaar eenduidig op. Vanuit het centrale
gemist. Hier verschillende oplossingen voor bedacht als
refereren sterk naar de klassieke onderverdeling zoals die
trappenhuis is alles eenvoudig te bereiken.
een grote schuifpui of het verplaatsen van de keuken naar
bij grachtenpanden terug te vinden. De driedeling van de
de begane grond. Sommige bewoners zouden de van
gevel met een duidelijke plint, middenstuk en kroonlijst is
De meeste transformaties van de woning zijn terug te
oorsprong ontworpen en gerealiseerde buitentrap graag
een bijna letterlijke vertaling van de vroegere gevels. Ook
leiden naar de grotere ruimtebehoefte die de Nederlandse
terugplaatsen maar dit is om onverklaarbare redenen
de pilasters en moderne ornamenten zijn verwijzingen
wooncultuur heeft voortgebracht. Hierdoor zijn een aantal
niet toegestaan vanwege de monumentale status van de
naar het classicisme, maar dan wel uitgevoerd volgens
generieke aanpassingen aan alle vijf Drive-in woningen
panden.
de nieuwe ideeën van de architecten met betrekkingen tot
gedaan zoals het samenvoegen van woonkamer, eetkamer
voor/achtergrond en ordening
ornament
tekeningen schaal 1:200
Het Stedelijke Woonhuis | Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese
A | 435
436 | A
Anthonie van Dijckstraat 4 t/m 12, Amsterdam, Van Tijen, Stam & Beese | Het Stedelijke Woonhuis