II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 voldoet of niet voldoet of waaraan gewerkt moet worden. In deel 1 vind je de normen voor lage gebouwen. Sommige eisen zijn strenger voor middelhoge gebouwen. Die vind je in deel 2. Aan het begin van elk deel staat de definitie van een laag en een middelhoog gebouw. De meeste mini-crèches liggen in een laag gebouw. Hoge gebouwen (meer dan 25 meter) komen uitzonderlijk voor. De federale basisnormen zijn dan strenger. Je vindt ze in de koninklijke besluiten van 7 juli 1994, gewijzigd bij KB van 19 december 1997 (BS 30/12/1997) en KB van 4 april 2003 (BS 5/5/2003). (www.staatsblad.be). Aandachtspunten ° °
° °
Voor zaken die niet in de checklist zijn opgenomen worden de federale basisnormen aanvullend toegepast. De plaatselijke brandweer heeft het recht om strenger te zijn. Een schriftelijk advies van de brandweer dient hierover uitsluitsel te geven. Indien in het gebouw waarin de mini-crèche wordt ondergebracht nog andere lokalen of verdiepingen zijn (vb. privé gedeelten, woonfuncties) dan moeten deze lokalen ook voldoen aan het BVR van 1 oktober 2004, tenzij deze lokalen of verdiepingen brandtechnisch gescheiden zijn of een apart compartiment vormen t.o.v. van de minicrèche. Voor sommige zaken kan je een afwijking vragen.
2 Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deel 1: lage gebouwen Een laag gebouw heeft een hoogte kleiner dan 10m. De hoogte is de afstand tussen het vloerpeil van de hoogste bouwlaag en het laagste peil omheen het gebouw dat voor brandweerwagens bruikbaar is.
Art.5. Toegangsweg en inplanting
voldoet
wordt aan gewerkt voldoet niet en/of is gepland tegen…. (verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
ja
De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de brandweer, volgens de leidraad die is opgenomen bij het KB van 19 december 1997. Schrappen wat niet past: ° Het is een gebouw met één bouwlaag en de brandweervoertuigen kunnen ten minste tot op 60 meter van een gevel het gebouw benaderen. ° Het is een gebouw met meer dan één dan bouwlaag waarbij ten minste één punt van een gevel bereikbaar is en op herkenbare plaatsen is er toegang tot iedere bouwlaag. Schrappen wat niet past: ° De horizontale afstand, vrij van elk brandbaar element en gelegen tussen een laag gebouw en een tegenoverstaand gebouw, moet tenminste 6 meter bedragen. ° De naastgelegen gebouwen zijn aangrenzend en de wanden voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald voor aangrenzende gebouwen (de wanden die aangrenzende gebouwen scheiden hebben een brandweerstand van Rf 1uur). In deze wanden mag een verbinding tussen deze gebouwen bestaan via een deur met een brandweerstand van Rf ½ uur, zelfsluitend of zelfsluitend ingeval van brand). Opmerking. De voorwaarde van de afstand tussen een laag gebouw en tegenoverstaand gebouw geldt niet voor gebouwen die van elkaar gescheiden worden door bestaande straten, wegen…, behorende tot het openbare domein.
Art.6. Evacuatie Schrappen wat niet past: ° Er zijn twee uitgangen per verdieping (hierbij geldt dat de uitgang door kinderen of door een persoon met een kind op de arm kan worden gebruikt). ° Er is slechts één uitgang per verdieping, maar er is een branddetectie met centrale.
neen
3 Deel 1: lage gebouwen
Art.7. Deuren
voldoet
wordt aan gewerkt en/of is gepland tegen….
voldoet niet (verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
neen
Alle deuren van leef-en rustruimten en deuren die naar uitgang leiden zijn permanent ontsloten of zijn voorzien van een systeem dat zonder hulpmiddelen kan worden geopend.
Art.8. Verzamelplaats Er is een veilige verzamelplaats die zonder hulpmiddelen bereikbaar is.
neen
Art.9.Structurele elementen: brandweerstand.
ja, mits alternatief bv brand detectie met centrale
Rf is de weerstand van een bouwelement tegen brand. Het is de tijd gedurende welke een bouwelement gelijktijdig voldoet aan de criteria stabiliteit, vlamdichtheid en thermische isolatie. Gebouw met één bouwlaag Brandweerstand van Rf ½ uur. Niet van toepassing voor het dak indien de binnenkant is beschermd dmv een bouwelement met een Rf ½ uur. Gebouwen met meer dan één bouwlaag Brandweerstand van Rf 1uur vanaf het laagste evacuatieniveau. Voor dak idem gebouwen met één bouwlaag. Kelder Brandweerstand van Rf 1uur in de kelder met inbegrip van de vloer van het laagste evacuatieniveau.
4 Deel 1: lage gebouwen
voldoet
wordt aan gewerkt en/of is gepland tegen….
voldoet niet (verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
Art.10. Trappen ° ° ° ° ° °
° °
Trappen en overlopen: een stabiliteit bij brand van Rf ½ uur of dezelfde opvatting van constructie als een betonplaat met Rf ½ uur. Beide zijden zijn uitgerust met een leuning. Voor trappen met een nuttige breedte kleiner dan 1,2 meter, is één leuning voldoende voor zover er geen gevaar is voor vallen. De aantrede is in elk punt ten minste 0,2 meter. De optrede mag niet meer dan 18 cm bedragen. De helling mag niet meer zijn dan 75% bedragen (maximale hellingshoek 37°). Trappen zijn van het “rechte” type, maar “wenteltrappen” worden toegestaan zo ze verdreven treden hebben (draaiende treden onder of bovenaan de trap) en zo de treden, naast de vermelde vereisten, ten minste 24 cm aantrede hebben op de looplijn. De nuttige breedte van traparmen, overlopen en sassen is ten minste 0,80 meter. De wijze van evacuatie via de trappen is opgenomen in het evacuatieplan.
Art.11. Kookfunctie ° De kookfunctie is veilig afgeschermd voor de kinderen (maar moet geen aparte ruimte zijn, noch een apart compartiment). ° Er is een branddeken en een poederblusser of als gelijkwaardig geattesteerd door ANPI aanwezig.
°
neen
Er zijn geen gasflessen.
Art.12. Stookplaats Schrappen wat niet past: ° ° °
ja, mits alternatief bv brand detectie met centrale
Het warmtevermogen is kleiner dan 30 kW. Er wordt verwarmd met elektrische accumulatoren. Het warmtevermogen is groter dan 30 kW en de wand van het technisch lokaal heeft een stabiliteit bij brand Rf ½ uur voor een gebouw met één bouwlaag en een stabiliteit bij brand Rf 1 uur voor een gebouw met meer dan één bouwlaag. De deur van het technisch lokaal is zelfsluitend of bij brand zelfsluitende deur Rf ½ uur.
Er is een keuringsverslag van het jaarlijkse onderhoud.
neen
5 Deel 1: lage gebouwen
Art.13. Elektrische installatie
voldoet
wordt aan gewerkt en/of is gepland tegen….
voldoet niet (verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
neen
De elektrische installatie is conform het AREI (Algemeen Reglement Elektrische Installatie) en er is een keuringsverslag dat niet ouder is dan 25 jaar.
Art.13. Elektrische apparaten
neen
De elektrische apparaten zijn conform de normen en dragen een CEBEC of CE-label.
Art.14. Veiligheidsverlichting ° °
neen
Er is veiligheidsverlichting in de leef-en rustruimten. Deze is zo aangebracht dat waar men zich ook bevindt, de uitgang steeds veilig kan worden bereikt.
Art.15. Rookmelders
neen
Schrappen wat niet past: ° °
In elk lokaal is er een autonome rookmelder. Omdat er maar één uitgang is of er als er nachtopvang gebeurt, is er een branddetectie met centrale voorzien.
Art.16. Telefoontoestel
neen
Er is een telefoontoestel met de belangrijkste nummers van de hulpdiensten en een standaardboodschap.
Art.17. Brandbestrijdingsmiddel ° ° °
Er zijn minstens twee poederblussers (6 kg ABC) of als gelijkwaardig geattesteerd door ANPI. Er is minstens één poederblusser per verdieping. Er is een keuringsverslag dat jaarlijks wordt vernieuwd.
neen
6 Deel 1: lage gebouwen
Art.18. Controle en onderhoud van de installaties
voldoet
wordt aan gewerkt en/of is gepland tegen….
voldoet niet (verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
neen
De attesten van alle verplichte controles en keuringen zijn beschikbaar in de mini-crèche: verwarmings –en elektrische installatie, brandbestrijdingsmiddelen, ... Art.19. Evacuatie- en interventiedossier ° °
Er is een evacuatieplan. Er wordt jaarlijks een evacuatieoefening gehouden.
neen
7
Deel 2: middelhoog gebouwen Een middelhoog gebouw heeft een hoogte tussen 10 en 25 meter. De hoogte is de afstand tussen het vloerpeil van de hoogste bouwlaag en het laagste peil omheen het gebouw dat voor brandweerwagens bruikbaar is. Ook als de mini-crèche in een middelhoog gebouw op het gelijkvloers gelegen is, gelden deze normen.
Evacuatie, deuren, verzamelplaats, kookfunctie, elektrische installatie en apparaten, rookmelders, veiligheidsverlichting, telefoontoestel, Brandbestrijdingsmiddel, controle en onderhoud van de installaties, evacuatie- en interventiedossier: zie normen deel 1
Art.5. Toegangsweg en inplanting De toegangswegen worden bepaald in akkoord met de brandweer, volgens de leidraad bij het koninklijk besluit van 19 december 1997.
Art.9. Structurele elementen Rf is de weerstand van een bouwelement tegen brand. Het is de tijd gedurende welke een bouwelement gelijktijdig voldoet aan de criteria stabiliteit, vlamdichtheid en thermische isolatie. Vanaf het evacuatieniveau of het gelijkvloers Stabiliteit bij brand van Rf 1 uur
voldoet wordt aan gewerkt en/of is gepland tegen….
voldoet niet (+ verklaar nader)
mogelijk om een afwijking te vragen
zie normen deel 1
neen! (voor lage gebouwen kan dit namelijk wel)
ja, mits alternatief bv brand detectie met centrale
De kelder met inbegrip van de vloer van het laagste gelegen evacuatieniveau Stabiliteit bij brand van Rf 2 uur
Art.10. Trappen ° Stabiliteit bij brand van 1 uur of zijn op dezelfde manier geconcipieerd als een betonplaat met Rf 1 uur. ° Zij zijn voorzien van massieve stootborden.
ja, mits alternatief bv brand detectie met centrale
Art.12. Stookplaats Schrappen wat niet past: ° Het vermogen ligt tussen de 30 en 70kW. De stookplaats ligt in een naburig gebouw dat op een horizontale afstand staat van ten minste 8 meter, afstand waarbinnen geen enkel brandbaar element voorkomt. ° Het vermogen ligt tussen de 30 en 70 kW. De stookplaats ligt in het gebouw en is van de andere lokalen gescheiden door wanden met Rf 2uur. De verbindingen met de andere gedeelten van het gebouw gebeuren via een sas van minimum 2m². Dat sas bevat ofwel twee zelfsluitende deuren met Rf ½ uur ofwel een zelfsluitende deur met Rf 1 uur op voorwaarde dat deze niet uitgeeft op een trappenhuis noch op een liftoverloop noch in een lokaal met een bijzonder risico. De deuren draaien in de vluchtzin.
neen