IDEEËNWIJZER bij KITS, de krant waar nieuws in zit
23ste jaargang - Nr. 16 - 16 mei 2013
Redactie: Inge Bergh, Sabrina De Pauw, Lize Helsen, Piet Lerouge, Inge Misschaert, Wim Vromant
Uitgewerkte lessuggesties 1. Giframp
2. Nog te doen-lijstje
* Niveau: * Sluit aan bij het artikel ‘Giframp Wetteren’ op pag. 1 van Kits. * Motivatie Een giframp is iets dat niet zo vaak voorvalt in ons land. De giframp in Wetteren beheerste het binnenlandse nieuws dan ook meer dan een week. Deze giframp kan je bespreken tijdens een les Wereldoriëntatie of Actualiteit. Het artikel en de bijbehorende werkbladen kunnen ook gebruikt worden in hoeken- of contractwerk. * Doelstellingen - De leerlingen schematiseren een artikel en verzinnen een nieuwe titel. - De lln. vatten alinea’s in één of twee zinnen samen. - De lln. tekenen een weg op een aardrijkskundige kaart. - De lln. kennen verschillende manieren van blussen. * Werkwijze Gezien de grote media-aandacht voor deze ramp kan je als instap de leerlingen laten zoeken naar een recent bericht (in kranten of op het internet). In de klas kan je samen met de kinderen de internetkranten afschuimen op zoek naar meer informatie over deze ramp. In het Kits-artikel staan enkele moeilijke woorden, onder meer van de giftige gassen, waardoor het ons aangewezen lijkt om het artikel samen te lezen en bespreken. Met de werkbladen kunnen de kinderen zelfstandig aan de slag. Om de laatste vraag te kunnen beantwoorden, hebben ze internet nodig. Die laatste vraag, over brandbestrijding, kan een uitgangspunt zijn om dieper in te gaan op veiligheid en wat te doen bij een brand. * Tips - Op het internet zijn filmpjes te vinden over de ervaringen van kinderen uit de buurt. - Aansluitend bij de laatste opdracht kan je een bezoek brengen aan de plaatselijke brandweercentrale.
* Niveau: * Sluit aan bij het artikel ‘Lijstje’ op pag. 3 van Kits. * Motivatie In de media duiken her en der lijstjes op. Dit Britse lijstje laat de leerlingen nadenken over hun dromen en het realiseren ervan. Maar het kan ook hun fantasie aanwakkeren om even ‘out of the box’ te denken. Uiteraard maken we de link met de Vlaamse versie van dit lijstje: De Checklist van Ketnet. * Doelstellingen - De leerlingen geven de hoofdzaak uit een artikel weer. - De lln. formuleren hun dromen en bezinnen zich over de haalbaarheid ervan. - De lln. drukken een verhouding uit in procent (evt. met gebruik van de zakrekenmachine). * Werkwijze Start de les met het klassikaal lezen van het artikel. Daarna kunnen de leerlingen individueel aan de slag met het werkblad. Achteraf bespreken de leerlingen in kleine groepjes het blad. Leerlingen die deelnamen aan De Checklist van Ketnet kunnen dit toelichten aan de andere leerlingen van hun groepje (via de pc) of aan de hele klas (via het digitaal bord). Leg uit hoe je een profiel aanmaakt op de Ketnet-site, want dat is nodig om De Checklist te kunnen bekijken (met aandacht voor het veilig omgaan met persoonlijke gegevens op het internet). In De Checklist zie je filmpjes van Ketnet-wrappers die bepaalde ‘checks’ aan het doen zijn. * Tip Maak met de klas een top vijf van de ultieme uitdagingen die jullie vooropstellen.
Aandacht Bij heel belangrijk nieuws verschijnt meteen een uitgebreid artikel op de website (pdf, A4-formaat, 1 of meerdere foto’s). Wil je via e-mail op de hoogte gehouden worden van deze artikels, stuur dan een mailtje naar
[email protected].
3. Over de grens * Niveau: * Sluit aan bij het artikel ‘Dubbele bomaanslag Turkije’ op pag. 3. * Motivatie Het zal je maar overkomen. Je woont in een grensstadje. Het is er fijn leven. Tot er in je buurland een opstand uitbreekt. Oorlog en gevaar liggen plots heel dicht op de loer. Je voelt je niet zo veilig meer. Er vlogen al eens raketten over en weer. En recent werd een dubbele bomaanslag gepleegd in het hart van jouw stad. Wat betekent een grens in oorlogstijd? Het werkblad kan gebruikt worden in een les Actualiteit. * Doelstellingen - De leerlingen duiden Turkije en Syrië op een blinde wereldkaart aan. - De lln. leiden woordbetekenissen af en passen deze kennis toe in een nieuwe tekst. - De lln. zoeken individueel of in groep antwoorden op vragen op het net. - De lln. formuleren hun mening in een debat. * Werkwijze - Het artikel wordt klassikaal gelezen.
Niveau:
= voor iedereen /
- Neem de werkbladen en laat de leerlingen individueel aanduiden waar Turkije en Syrië volgens hen liggen. Verbeter aan het bord. Hoeveel leerlingen hadden de landen correct aangeduid? - Het begrijpen van een artikel begint bij het goed begrijpen van de betekenis van de woorden in de tekst. Laat de leerlingen de zinnen op het werkblad aanvullen met de geselecteerde woorden. Let op: sommige woorden lijken te passen in twee zinnen, maar om alle hiaten correct in te vullen, moeten de leerlingen voor elk woord de meest gepaste zin selecteren. Indien nodig kunnen de woorden opgezocht worden in een woordenboek of op het net. - Oorlog of opstand? Wat is er in Syrië aan de hand? Laat de leerlingen de volgende vragen op het werkblad oplossen. Bepaalde vragen kunnen ze wellicht uit het hoofd oplossen. Op deze sites is meer info te vinden: http://nos.nl/artikel/351908-syrie-365-dagenopstand.html nl.wikipedia.org/wiki/Opstand_in_Syri%C3%AB - Debat: Turkije reageerde al eens met een vergeldingsaanval in oktober. Is dat een goede reactie? Moeten andere landen ingrijpen?
= iets moeilijker
Sleutel bij de werkbladen 1. Giframp
3. Over de grens
1. a. goederentrein – Wetteren – nacht van 3 op 4 mei – ontsporing b. In Wetteren gebeurde een ongeval met een goederentrein waarbij zes wagons met chemicaliën ontspoorden. – Een 250-tal bewoners moesten onmiddellijk hun huizen verlaten. Toch kon niet vermeden worden dat één man stierf door blauwzuurgas dat via de rioleringen de huizen binnenkwam. – Het dichthouden van ramen en deuren bleek gevaarlijk te zijn! Als gevolg hiervan werden nog meer mensen geëvacueerd. – Nu vraagt men zich af of het wel verantwoord is om zulke goederentreinen te laten rijden door dichtbevolkte woongebieden. c. De trein reed vanuit een rangeerstation in de buurt van Rotterdam over Brussel naar Gent.
1.
D
België
Turkije Syrië
3000 Km
2. a. protest – b. conflict – c. regime – d. misprijzen – e. verachtelijk – f. incident – g. motief 3. a. Een militair conflict waarbij twee of meerdere landen betrokken zijn. Een groep mensen binnen een land komt in verzet tegen het regime. opstand burger een oorlog waarbij de strijdende partijen deel uitmaken van hetzelfde land. b. Een groot deel van de Syrische bevolking kwam in opstand tegen de dictatuur van president Assad. In tegenstelling tot andere landen in de buurt (Egypte, Libië) wil Assad van geen aftreden weten. Hij slaat keihard terug om de opstand te breken, met de hulp van het leger. c. Een onbeperkte gezaghebber die een schrikbewind voert. d.opstandige bevolking president Assad
4. Kits Nieuwsquiz 8 d. rampenplan gemeente – provincie – land gemeentelijk – provinciaal – federaal burgemeester – provinciegouverneur – minister van Binnenlandse Zaken 2. a. met poeder b. bij het blussen van vloeistoffen en elektrische zaken c. poeder en CO2 d. een specifieke poederblusser e. het ontsnappend gas
2. Nog te doen-lijstje 1. 1. bv. lijstje van karweien, lievelingsnamen, idolen, boodschappen,… 2. 50 activiteiten die je voor de leeftijd van 12 jaar moet meegemaakt of volbracht hebben. 3.-5. eigen antwoorden 2. 1. Ketnet 2. De Checklist 3.-4. eigen antwoorden
1. b – 2. c – 3. a – 4. c – 5. a – 6. c – 7. a – 8. b – 9. c – 10. b – 11. a – 12. b – 13. b – 14. c – 15. a
Giframp (1) 1. Lees het artikel ‘Giframp Wetteren’ op pag. 1 van Kits. a. Hieronder zie je een schema van het artikel. Vul het schema aan met de informatie die je in het artikel vindt. Zoek zelf een andere, passende titel voor dit artikel die je bovenaan het schema schrijft.
..................................................................................................................................................................................................................................................
Wat?
Waar?
.........................................................
.........................................................
Wanneer? .........................................................
Hoe? .........................................................
b. Het artikel is opgedeeld in verschillende alinea’s. Dit kan je zien aan de verschillende tussentitels die er zijn. Vat elke alinea in één of twee zinnen samen. Gebruik de opgegeven woorden. Alinea
Te gebruiken woorden
eerste alinea (zonder titel)
goederentrein –
Samenvatting
Wetteren –
....................................................................................................................................................
chemicaliën
.................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................
Blauwzuurgas
250-tal buurtbewoners / stierf – blauwzuurgas
....................................................................................................................................................
– rioleringen
.................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................
Erger dan gedacht
ramen en deuren / geëvacueerd
.................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................
Allerlei vragen
verantwoord – dichtbevolkte woongebieden
.................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................
Giframp (2) c. In het artikel beschrijft men de weg die de goederentrein aan het afleggen was. Zoek deze weg op en teken hem op de kaart.
d. In het blauwe kader wordt uitgelegd wat een rampenplan is en hoe dit werkt. Vat dit kader samen in onderstaand schema.
..................................................................................................................................................................................................................................................
niveau 1: ...............................................................................
soort rampenplan: ...............................................................................
niveau 2: ..........................................................................
soort rampenplan: ..........................................................................
leiding: ...............................................................................
niveau 3: ..............................................................................
soort rampenplan: ..............................................................................
leiding: ..........................................................................
leiding: ..............................................................................
2. In het artikel kan je lezen dat de brandweer begon met blussen. Het blussen van giftige dampen is niet zo gemakkelijk. Surf naar deze website https://admin.kuleuven.be/vgm/GebouwenBrandbestrijding.html#overzicht en beantwoord de vragen.
a. Waarmee worden gassen het best geblust? ........................................................................................................................................................................................................................................................
b. Waarbij kan je schuim als blusmiddel gebruiken? ........................................................................................................................................................................................................................................................
c. Naast schuim kan je ook nog andere blusmiddelen gebruiken bij een brand die ontstaat door vloeistoffen. Welke? ........................................................................................................................................................................................................................................................
d. Wat gebruik je het best om metalen te blussen? ........................................................................................................................................................................................................................................................
e. Wat is het grootste gevaar wanneer je een gasbrand probeert te blussen? ........................................................................................................................................................................................................................................................
Nog te doen-lijstje 1. Bij het artikel 1. Geef enkele voorbeelden van lijstjes... a. ... die je zelf aanlegt:
................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
b. ... die anderen aanleggen:
....................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
2. Wat bevat het lijstje van de Britse organisatie? .............................................................................................................................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................................................................................................................
3 Vul onderstaande tabel aan. Activiteit
Al gedaan?
Zo ja, …
Aantal ja’s
In procent
in de klas Een eng dier vasthouden.
ja
nee
welk?
................................................................
....................
................%
Een grot verkennen.
ja
nee
waar? ................................................................
....................
................%
Kanoën op een rivier.
ja
nee
op welke rivier? ............................................
....................
................%
De weg zoeken met kaart en kompas.
ja
nee
waar? ................................................................
....................
................%
Leren paardrijden.
ja
nee
waar? ................................................................
....................
................%
4. Wat zijn de bijzonderste activiteiten die jij tot nu toe al meegemaakt of volbracht hebt? .............................................................................................................................................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................................................................................................................................
5. Welke activiteiten zou je zeker nog willen doen... ... voor je 12 jaar bent?
......................................................................................................................................................................................................
... voor je 18 jaar bent?
......................................................................................................................................................................................................
... voor je 30 jaar bent?
......................................................................................................................................................................................................
2. Lijstje voor Vlaanderen 1. Wie organiseert in Vlaanderen een soortgelijk lijstje? 2. Hoe heet dit initiatief bij ons? 3. Neem jij eraan deel?
..........................................................................................................................
................................................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................................................
4. Zin om mee te doen? Surf naar hun website, registreer je en doe mee.
Over de grens Lees het artikel ‘Dubbele bomaanslag Turkije’ op pag. 3 van Kits en los deze vragen op. 1. Syrië en Turkije. Kan jij deze buurlanden aanduiden op de bijgevoegde blinde wereldkaart?
2. Vul de zinnen aan met deze woorden. Je mag elk woord slechts één keer gebruiken. regime – misprijzen – protest – motief – conflict – incident – verachtelijk a. Ik ben het er niet mee eens! Dat mag uit mijn
..............................................................................................
b. Wij zijn het zelden met elkaar eens. Elke dag hebben wij wel een
duidelijk wezen.
....................................................................
dat maar
moeilijk uitgepraat raakt. c. In dat land vliegt iedereen die het niet eens is met het
............................................................................
d. Wat jij doet, kan echt niet door de beugel. Ik heb enkel
......................................................................
achter de tralies. voor jouw acties.
e. Die man had plezier in het slaan van een weerloos kind. Dat is echt ..................................................................................! f. Er deed zich jammer genoeg een ernstig
........................................................................................
voor tijdens de betoging.
De politie moest ingrijpen om meer schade te voorkomen. g. Ik snap het niet? Wat was zijn
......................................................................................................................
voor deze laffe daad?
3. Los deze vragen op. a. Wat is het verschil tussen een oorlog en een opstand? Oorlog:
....................................................................................................................................................................................................................................
Opstand:
................................................................................................................................................................................................................................
Hoe begon het conflict in Syrië twee jaar geleden? Als een Ondertussen is die geëvolueerd tot een Dit is
..............................................................................................................
..........................................................................................................................................-oorlog.
..........................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
b. Hoe is de ellende in Syrië begonnen? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
c. President Assad wordt door tegenstanders een dictator genoemd. Wat betekent dictator? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
d. In het conflict vechten de rebellen tegen het leger en de politie. Wie staat aan welke kant? Rebellen:
................................................................................................................................................................................................................................
Leger en politie:
................................................................................................................................................................................................................
Kits Nieuwsquiz 8 (1) Deze quiz sluit aan bij de Kits en Kits+ van 2 mei en bij de Kits van 16 mei 2013.
1. Zet een kruisje voor de juiste zin. 1. Wie is Jiroemon Kimura? a. Deze boeddhistische monnik bidt voor de slachtoffers van de dubbele bomaanslag in Boston, VS. b. Deze Japanner is de oudste nog levende mens op aarde. c. Deze man uit Bangladesh werd levend vanonder het puin van de ingestorte textielfabrieken gehaald. 2. Wat gebeurt er met namaakgoederen die in beslag genomen worden? a. Ze worden tegen een lage prijs verkocht en de opbrengst gaat naar een goed doel. b. Ze worden weggegeven aan derdewereldlanden. c. Ze worden op een milieuvriendelijke manier vernietigd. 3. Waarvoor staat de afkorting VDAB? a. Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling b. Vlaamse Dienst voor Arrestaties c. Vlaams Depot voor Activisten 4. Welk wetsvoorstel werd op 23 april goedgekeurd in Frankrijk? a. Eén persoon mag met twee mensen trouwen. b. Een meerderjarige mag huwen met een minderjarige. c. Koppels van hetzelfde geslacht mogen trouwen. 5. Waarom mag de clip van PSY’s liedje Gentlemen niet meer uitgezonden worden op de Zuid-Koreaanse televisie? a. Omdat hij in de clip de verkeersregels negeert. b. Omdat hij in de clip lacht met de Zuid-Koreaanse regering. c. Omdat hij in de clip kindjes doet huilen. 6. Wat is geen voordeel van een stuwmeer en -dam? a. De dam kan overstromingen voorkomen. b. De waterreserve kan gebruikt worden voor de landbouw. c. De vissen kunnen niet meer stroomopwaarts over de dam. 7. Wat is een ander woord voor heetwaterbron? a. geiser b. natuurelement c. irrigatie 8. Slechts één zin over deze woestijndieren is juist. Welke? a. Een kameel heeft twee bulten, waarin hij water en vet opslaat. b. De grote oren van de fennek helpen hem om van zijn lichaamswarmte af te komen. c. De springmuis heeft eeltkussens onder zijn poten als bescherming tegen het warme zand.
Kits Nieuwsquiz 8 (2) 9. Hoeveel liter water wordt dagelijks geproduceerd in het waterproductiecentrum De Gavers? a. 15 miljoen liter water b. 25 miljoen liter water c. 30 miljoen liter water 10.Wat doen de actieve koolfilters? a. Deze zeven microscopisch kleine vaste delen uit het water. b. Deze absorberen de laatste sporen van organische vervuiling en pesticiden uit het water. c. Deze voegen chemische stoffen toe aan het water om het vuil eruit te zuiveren. 11.Hoeveel mensen leven er momenteel op aarde? a. 7,1 miljard b. 7,8 miljard c. 6,8 miljard 12.Waar komt de roodbuikpiranha normaal gezien voor? a. in heel Brazilië en Paraguay b. in het Amazonewoud in Brazilië en in Paraguay c. in heel Brazilië 13.Welke zin over de Nazcalijnen klopt niet? a. Deze mysterieuze lijnen werden tussen 200 voor en 600 na Christus gemaakt door de Nazca- en Paraca-indianen. b. De lijnen in leemgrond zijn goed bewaard gebleven. c. Deze lijnen staan op de lijst van Beschermd Werelderfgoed van de UNESCO. 14.Waarom kwam de Amerikaan Cody Wilson deze maand in het nieuws? a. Hij wordt verdacht van de dubbele bomaanslag in Turkije. b. Hij stelde een lijstje op met 50 dingen die kinderen voor hun 12de moeten doen. c. Hij is erin geslaagd om een pistool te maken met behulp van een 3D-printer. 15.Welke speciale dag is het op 22 mei? a. de Internationale Dag van de Biodiversiteit b. de Internationale Dag van de Landbouw c. de Internationale Dag van de Visserij
2. Kleur de genoemde landen in de gevraagde kleur op de wereldkaart op de volgende pagina. Zoek de landen die je niet weet liggen in je atlas op. 1. De broers Tsarnaev waren afkomstig uit Tsjetsjenië (geel), een zelfstandige deelrepubliek van Rusland (oranje). 2. Op 24 april stortte in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh (rood), een gebouw van acht verdiepingen in. 3. Zowel in IJsland (grijs) als in de Verenigde Staten van Amerika (paars) vind je veel geisers. 4. De Amazone ontspringt in Peru (blauw) en mondt uit in Brazilië (groen). 5. Op 11 mei trokken de mensen in Pakistan (bruin) naar de stembus. Dit ging gepaard met aanslagen. 6. De Brusselse stuntman Cedric Dumont sprong al van windturbines in Hongarije (roze).
3000 Km