IDEEËNWIJZER bij KITS, de krant waar nieuws in zit
23ste jaargang - Nr. 12 - 1 maart 2013
Redactie: Inge Bergh, Sabrina De Pauw, Lize Helsen, Piet Lerouge, Inge Misschaert, Wim Vromant
Uitgewerkte lessuggesties 1. Kom op tegen kanker
2. Grasduinen in de prehistorie
* Niveau: * Sluit aan bij het artikel ‘Tegen kanker’ op pag. 2. * Motivatie Elk voorjaar wordt de ziekte kanker onder de aandacht gebracht. Omdat deze keer kanker bij kinderen centraal staat, brengen we het onderwerp in de klas aan. De betrokkenheid van de leerlingen kan verhoogd worden wanneer we mensen in de klas halen die kanker gehad hebben of die de ziekte van dichtbij hebben meegemaakt. * Doelstellingen - De leerlingen geven hoofdzaken uit een artikel weer. - De lln. raadplegen het internet als informatiebron. - De lln. omschrijven kanker als een ziekte van lichaamscellen. * Werkwijze Start de les met het tonen van het logo van de campagne. Herkennen de leerlingen dit? Laat ze hun voorkennis over kanker uitwisselen met elkaar. ‘Getuigen’ (die kanker van dichtbij hebben meegemaakt) kunnen in de klas het onderwerp concreter maken. Laat daarna het artikel lezen en individueel verwerken (opdracht 1). Vervolgens zoeken de leerlingen in duo’s meer informatie over kanker op het internet (opdracht 2). De antwoorden worden klassikaal verbeterd, gevolgd door een nabespreking. * Internet - www.komoptegenkanker.be - www.tegenkanker.be (website Vlaamse Liga tegen Kanker)
* Niveau: * Sluit aan bij de volledige Kits plus met als thema ‘De prehistorie’. * Motivatie De prehistorie is een deel van de geschiedenis dat erg mysterieus is. Net daarom is het een interessant onderwerp om uit te spitten. Deze Kits plus en bijbehorende werkbladen kunnen een goede aanvulling zijn voor de lessen Wereldoriëntatie. * Doelstellingen - De leerlingen beantwoorden vragen met juist of fout. - De lln. begrijpen het belang van de uitvinding van het vuur voor de mens. - De lln. vinden antwoorden op vragen in een tekst terug. - De lln. kennen enkele dinosauriërs bij naam. * Werkwijze - Voor je aan de slag gaat met deze Kits plus, kan je als leerkracht polsen naar wat de leerlingen al weten door een eenvoudig woordweb te maken. Dit kan klassikaal aan het bord, of in duo’s. Of je kan de kinderen vragen om materiaal mee te brengen waarvan zij denken dat het te maken heeft met de prehistorie en je laat hen hierover vertellen. - De kinderen kunnen in principe zelfstandig aan de slag met deze werkbladen, nadat alle vragen klassikaal overlopen en toegelicht zijn. De werkbladen kunnen ook in hoekenwerk gebruikt worden, mits de nodige boeken of een computer met internetverbinding voor handen zijn. * Tips - www.dinosaurus.net: op deze website vind je veel voorbeelden van dinosauriërs. Als je op een bepaalde dino klikt, krijg je een pagina met informatie en een afbeelding van het dier. - In de dvd-reeks ‘Ooggetuigen’ is er een deel ‘Dinosauriërs’. Deze dvd duurt 30 minuten en is in de meeste bibliotheken te vinden. - In het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel vind je de grootste dinotentoonstelling van Europa. Een bezoek aan deze tentoonstelling is voor kinderen een onvergetelijke belevenis.
Aandacht Bij heel belangrijk nieuws verschijnt meteen een uitgebreid artikel op de website (pdf, A4-formaat, 1 of meerdere foto’s). Wil je via e-mail op de hoogte gehouden worden van deze artikels, stuur dan een mailtje naar
[email protected].
3. Een rode rivier, een groen meer * Niveau: * Sluit aan bij het artikel ‘Chinese rivieren vervuild’ op pag 3. * Motivatie We hebben maar één planeet. We moeten dan ook met zijn allen heel goed zorg dragen ervoor. Als je weet dat de aarde één groot ecosysteem is, dan is wat er in China aan de hand is, geen ver-van-mijn-bedshow. Integendeel. Het fragiele evenwicht tussen economie en milieu is een moeilijke oefening. Maar wel één die onze planeet kan redden. Dit onderwerp kan in een les Nederlands, Godsdienst of Zedenleer, Actualiteit of Biologie aan bod komen. * Doelstellingen - De leerlingen zoeken bij omschrijvingen de bijpassende woorden. - De lln. vinden antwoorden op vragen in een tekst. - De lln. gaan individueel of in groep op zoek naar antwoorden op het internet. - De lln. denken probleemoplossend en formuleren hun eigen mening. * Werkwijze - Lees het artikel ‘Chinese rivieren vervuild’ op pag. 3 klassikaal. De leerlingen lossen individueel de woordverklarende oefeningen op het werkblad op. Zodat de betekenis van de woorden duidelijk is voor iedereen. De opdracht wordt klassikaal verbeterd. Daarna zoeken de leerlingen de antwoorden op de vragen in het artikel en op het internet. - Sluit de les af met een debat: is wat momenteel gebeurt in China van belang voor ons? Waarom? Vergelijk met de situatie in ons land. Wat kunnen wij zelf doen om milieuverontreiniging tegen te gaan? * Tip Het broeikaseffect wordt heel duidelijk uitgelegd in volgende korte filmpjes: www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101210_broeikaseffect01 en www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20031210_energie01
Niveau:
= voor iedereen /
= iets moeilijker
Sleutel bij de werkbladen 1. Kom op tegen kanker
3. Een rode rivier, een groen meer
1. 1. kanker bij kinderen 2. steek je tong uit 3. Sensibiliseren van mensen voor het leven van patiënten (vooral kinderen) met kanker. – Geld inzamelen om kankerbestrijding en -behandeling te kunnen betalen. 4. een foto (met uitgestoken tong) op de website te plaatsen – financieel te steunen (geld te storten) 5. de live slotshow op Eén op 16 maart 2013 6. een gele bloem 7. Actie plantjesweekend, Actie Kom op Appels (scholen), Actie 1 000 km
1. illegaal – smog – milieu – broeikasgassen – dumpen – fossiel – laks – kankerdorpen – lozen
2. 1. spierweefsel, vetweefsel, huidweefsel – hart, lever, bloedvaten – cellen – ziektes 2. a. tumor of gezwel b. tumor – bloedkanker 3. a. interne – familiale – aangeboren – weerstand b. externe – roken, alcohol, virussen, straling, chemische stoffen, hormonen, te weinig beweging,…
2. Grasduinen in de prehistorie 1. 1.a. fout – Het oudste kampvuur is gevonden in Kenia, en dateert van ongeveer 1,6 miljoen jaar geleden. b. fout – De jagers-verzamelaars leefden van planten en rauw vlees. c. juist – Het zorgde voor warmte, licht en bescherming tegen roofdieren en ze konden nu koken. d. fout – Er werd vuur gemaakt door twee stokjes tegen elkaar aan te wrijven en soms met vuurstenen. 2. c. – a. – b. 2. 1. a. Deze galerij kan je in Brussel bezoeken. Ze maakt deel uit van het Museum voor Natuurwetenschappen. b. De iguanodons van Bernissart zijn de grootste nationale schat. c. Deze werd in 1878 ontdekt in een mijnschacht in Bernissart, een Waals dorpje bij Bergen. De ontdekking gebeurde toevallig. d. Er werden 30 volledige skeletten van dinosauriërs gevonden. Ze waren in zeer goede staat en lagen in de juiste positie. e. Dat zijn de vogels. Dit komt omdat vogels afstammen van één van de twee hoofdgroepen van dinosauriërs, de theropoden. f. Ongeveer 65 miljoen jaar geleden. g. Wetenschappers denken dat dit te wijten is aan een meteorietinslag, een verhoogde vulkanische activiteit of de klimaatverandering. Anderen denken dan weer aan een combinatie van deze drie dingen. 2. Caudipteryx zoui – planten- en vleeseter / Chasmosaurus – planteneter / Triceratops horridus – planteneter / Tyrannosaurus rex – vleeseter /
2. 1. steenkool, aardgas, aardolie 2. a. Fossiele energiebronnen zijn eindig. b. Het opwekken van energie uit fossiele bronnen zorgt voor een enorme uitstoot van broeikasgassen. 3. a. bio-energie b. geothermische energie c. zonne-energie d. windenergie e. energie uit water (bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Duurzame_energie) 4. a. Mensen drinken verontreinigd water. b. Mensen eten groenten die gekweekt zijn in een vervuilde bodem. c. Vissterfte of mensen eten vergiftigde vissen.
4. Kits Nieuwsquiz 6 1. c – 2. c – 3. b – 4. b – 5. a – 6. b – 7. b en c – 8. a – 9. b – 10. b – 11. c – 12. c – 13. b – 14. a – 15. a
Kom op tegen kanker 1. Over de campagne 1. Wat staat dit jaar centraal in de campagne? 2. Vul de slogan aan: Kom op,
................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................
tegen kanker.
3. Welke twee belangrijke doelen heeft de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) met deze campagne? -
..........................................................................................................................................................................................................................................................
-
..........................................................................................................................................................................................................................................................
4. Hoe kan je deelnemen? - Symbolisch door
................................................................................................................................................................................................................
- Daadwerkelijk door
..........................................................................................................................................................................................................
5. Wat is het hoogtepunt van de campagne? 6. Wat is het logo van de campagne?
......................................................................................................................................................
......................................................................................................................................................................
7. Welke acties worden door de VLK opgezet? Noem er enkele. ........................................................................................................ ..............................................................................................................................................................................................................................................................
2. Meer weten over kanker Zoek meer informatie op de website www.tegenkanker.be, onder de rubriek ‘kanker’. 1. Wat?
Je lichaam is een geheel van: • weefsels (bv.
..............................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................)
en • organen (bv. ........................................................................................................................................................................ ..............................................................................................................................................................................................................)
Weefsels en organen zijn opgebouwd uit ontelbare
......................................................................................................................................
Deze groeien en delen zich opnieuw en vervangen oude cellen. Bij de groei kan er soms iets fout gaan. Kanker is een verzamelnaam van verschillende
..............................................................................................................................................
van de cellen in je lichaam. 2. Groepen
a. Kankers die een ............................................................ of
..........................................................................
b. Kankers die geen ............................................................ vormen (bv. 3. Oorzaken
vormen.
..................................................................).
Samenloop van: a. ............................................................ factoren: • ............................................................ of erfelijke • ............................................................ fouten • natuurlijke ............................................................ b. ............................................................ factoren: • Bv.
................................................................................................................................................................................................
............................................................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................................................
Grasduinen in de prehistorie (1) 1. Het vuur 1. Lees het artikel ‘Ontdekking van het vuur’ op pag. 2 van Kits plus. Antwoord op volgende vragen met juist of fout en leg ook uit waarom dit zo is. a. De oudste resten van kampvuren werden in Norfolk gevonden en zijn ongeveer 1,6 miljoen jaar oud. juist
fout ................................................................................................................................................................................................................................
b. Voor de ontdekking van het vuur leefde de Homo Sapiens van planten en rauw vlees. juist
fout
..............................................................................................................................................................................................................................
c. Het gebruik van het vuur betekende een keerpunt voor de jagers-verzamelaars. juist
fout
..............................................................................................................................................................................................................................
d. Er werd enkel vuur gemaakt met vuurstenen. juist
fout
............................................................................................................................................................................................................................
2. In het artikel las je dat de eerste mensen op verschillende manieren vuur maakten. Hieronder zie je drie afbeeldingen en drie verklaringen. Schrijf bij elke verklaring de letter van de juiste afbeelding. a
b
..........
c
De vuurboog bestaat voornamelijk uit een plankje en een boog. Om op deze manier vuur te maken,
heb je ook wat droge boomschors nodig. Oefening is nodig, want het is niet gemakkelijk. ..........
Zet een stukje hout, bv. een dikke tak, op een plankje, leg er wat fijn droog gras of droge boomschors
voor en beweeg dat stukje hout over de plank tegen het materiaal. Als je op deze manier vuur maakt, heb je dat gedaan door vuurwrijven. ..........
Door twee vuurstenen tegen elkaar te ketsen boven materiaal dat gemakkelijk brandt, krijg je een vuurtje.
2. Dino’s 1. Lees de reportage ‘De Galerij van de Dinosauriërs’ op pag. 3 van Kits plus. Beantwoord onderstaande vragen in je eigen woorden. a. Waar kan je de Galerij van de Dinosauriërs bezoeken? ........................................................................................................................................................................................................................................................
b. Wat is onze grootste nationale schat als het over dinosauriërs gaat? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
Grasduinen in de prehistorie (2) c. Waar en wanneer werd deze schat ontdekt? ........................................................................................................................................................................................................................................................
d. Hoe komt het dat deze dinosauriërs de trots van het museum zijn? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
e. Wat is de enige nog levende dinosaurus en hoe komt dit? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
f. Wanneer stierven deze dieren massaal uit? ........................................................................................................................................................................................................................................................
g. Er bestaan verschillende theorieën over het uitsterven van de dinosauriërs. Welke drie kan je vinden in het kader onderaan de pagina? ........................................................................................................................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................................................................................................................
2. Surf naar de website www.natuurwetenschappen.be/fun/dinoweb/fiches. Je ziet een lijst met namen van dinosauriërs. Ga op zoek naar deze vier dino’s. Schrijf bij elke prent de juiste naam en duid aan of het een vleeseter (carnivoor), planteneter (herbivoor) of planten- en vleeseter (omnivoor) is.
naam
..................................................................................................
naam
..................................................................................................
planteneter
planteneter
vleeseter
vleeseter
planten- en vleeseter
planten- en vleeseter
naam
naam
..................................................................................................
..................................................................................................
planteneter
planteneter
vleeseter
vleeseter
planten- en vleeseter
planten- en vleeseter
Een rode rivier, een groen meer 1. Hieronder vind je enkele omschrijvingen van woorden uit het artikel. Zoek het bijpassende woord in het artikel. Bij twijfel, neem je je woordenboek erbij! 1. In strijd met de wet.
......................................................................................................................................................................................................
2. Met roet of schadelijke chemische stoffen vervuilde, dikke mist. 3. Biologisch leefklimaat.
................................................................................................................................................................................................
4. Elk gas dat bijdraagt aan het broeikaseffect. 5. Afval en vuil storten.
..............................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................
6. In versteende vorm aangetroffen overblijfselen van plant of dier. 7. Onverschillig, traag.
................................................................................................
..............................................................................................
......................................................................................................................................................................................................
8. Dorpen waar veel inwoners gezondheidsproblemen hebben. 9. Iets laten weglopen, kwijt proberen te raken.
..........................................................................................................
..............................................................................................................................................
2. Zoek op in de tekst. Ga voor de vragen met een * op zoek op het internet of overleg. 1. Geef drie voorbeelden van fossiele brandstoffen. ..............................................................................................................................................................................................................................................................
2. Wat zijn twee grote problemen met fossiele brandstoffen?* a.
..................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
b.
..................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
3. Een alternatief voor fossiele brandstoffen is het winnen van energie uit hernieuwbare bronnen, ook wel duurzame energie genoemd. Geef een vijftal voorbeelden van duurzame energie.* a.
..................................................................................................................................................................................................................................................
b.
..................................................................................................................................................................................................................................................
c.
..................................................................................................................................................................................................................................................
d.
..................................................................................................................................................................................................................................................
e.
..................................................................................................................................................................................................................................................
4. Waarom is het lozen van afval in meren en rivieren een probleem? Volgens het artikel omdat: a.
..................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
b.
..................................................................................................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
c. Kan je zelf nog een reden bedenken?
..........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................................................................................................
Kits Nieuwsquiz 6 (1) Deze quiz sluit aan bij de Kitskrant van 18 februari 2013 en bij de Kits en Kits + van 1 maart 2013.
1. Zet een kruisje voor de juiste zin. 1. Hoeveel cijfers telt het grootste recordpriemgetal? a. 16 miljoen b. 16,5 miljoen c. 17 miljoen 2. Hoe wordt er een nieuwe paus gekozen? a. Alle nog levende kardinalen trekken zich terug in een conclaaf en houden een geheime stemming. b. Maximum 120 kardinalen trekken zich terug in een conclaaf en stemmen door handopsteking. c. Maximum 120 kardinalen trekken zich terug in een gesloten vergadering en houden een geheime stemming. 3. Welke bekende Belg overleed op 30 januari 2013? a. de kunstpaus Jan Hoet b. de schilder-dichter Roger Raveel c. de auteur Hugo Claus 4. Waarom zijn de inwoners van Santo Antonio da Platina de pineuten van de week? a. Omdat ze in de duurste stad ter wereld leven. b. Omdat spinnen een reuzenweb boven het dorp geweven hebben. c. Omdat er een politieke crisis is na de moord op een oppositieleider. 5. In welk boek lees je over de belevenissen van het weesmeisje Dorothea? a. Duivelsstrijd b. Een zee van tijd c. De Kleine Panamarenko 6. Wat is de bedoeling van het vredesakkoord dat 11 Afrikaanse landen op 24 februari ondertekenden? a. Een einde maken aan de oorlog tussen Rwanda en Oeganda. b. Een einde maken aan het jarenlange geweld in Oost-Congo. c. Een einde maken aan het jarenlange geweld in Zuid-Afrika. 7. Welke twee soorten bedrog met paardenvlees kwamen in februari aan het licht? (2 antwoorden) a. Paardenvlees werd verwerkt in honden- en kattenbrokken. b. Paardenvlees dat niet geschikt was voor consumptie kwam toch in de voedselketen terecht. c. Paardenvlees werd in diepvriesmaaltijden gebruikt, terwijl er rundvlees op het etiket stond. 8. Wat is geen bouwtrend voor 2013? a. Een stijgende interesse voor wonen op het platteland. b. In de slaapkamer wordt plaats voorzien voor wellness en multimedia. c. Energiewinning uit biomassa.
Kits Nieuwsquiz 6 (2) 9. Aan welke snelheid bewoog de meteoriet die boven Rusland ontplofte, zich? a. 6 400 kilometer per uur b. 64 000 kilometer per uur c. 164 000 kilometer per uur 10.Waar vind je meer informatie over de Kannibaal van Baal? a. www.kannibaalvanbaal.be b. www.svennys.com c. www.nys-sven.be 11.Op welke plaatsen zijn er prehistorische rotsschilderingen teruggevonden? a. Lascaux en Stonehenge b. Altamira en Bernissart c. Lascaux en Altamira 12.Wat zijn de oudste tekenen van leven op onze aarde? a. vissen b. zeedieren c. eencelligen 13.Wat is de eerste voorloper van de mens? a. de Neanderthaler b. de Australopithecus c. de Cro Magnon 14.Welke theorie wordt bevestigd door de vulkanische vlakte Deccan Traps in India? a. Dat de dinosauriërs uitstierven door een grote vulkaanuitbarsting. b. Dat de dinosauriërs uitstierven door een grote meteorietinslag. c. Dat de dinosauriërs uitstierven door een klimaatverandering. 15.Wat is een menhir? a. Een hoge, rechtopstaande steen. b. Een bouwwerk dat bestaat uit draagstenen die overdekt zijn door platte dekstenen. c. Een grot met prehistorische rotsschilderingen.
2. Kleur de genoemde landen in de gevraagde kleur op de wereldkaart op de volgende pagina. Zoek de landen die je niet weet liggen in je atlas op. 1. Het voedselschandaal met paardenvlees begon in Ierland (groen) en Zweden (blauw). 2. Op 16 februari ontplofte een meteoriet boven Rusland (geel). 3. Rwanda (rood) en Oeganda (oranje) hebben op papier verklaard dat ze zich niet zullen moeien met de problemen in Oost-Congo. 4. Het skelet ‘Lucy’ werd in 1974 ontdekt in Ethiopië (paars). 5. Fossiele resten van eencelligen zijn teruggevonden in Australië (roze) en Zuid-Afrika (bruin).
3000 Km