TOELICHTING JHTING
i
Goedgekeurdbij besluit van heden nr, 'Jj&^K
__ ^ E o T ' ^ v i
Bestemmingspla
lade
J . A . V£'
H.VV.M Cv^iii'iuis tie Jong met uitzondering van de met rode omlijning aangegeven gebieden op de plankaart en de bouwhoogtekaart
no. ZOOLOQS-///I
-2-^3
'J • -" -2JL V.Y£A Z C i j L .. •' i' ^JQ.llhfy
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN "BUTTERHUIZEN"
INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
De bij het plan behorende stukken De ligging van het plangebied De geldende planologische regelingen De karakteristiek van het plangebied
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18
Bli 3 3 3 3
Het plan
Reden tot opstelling van het plan De planopzet Begripsbepalingen Wijze van meten Beschrijving in hoofdlijnen Wonen "W", "Wv", "Wg" Tuinen Erven Erven I en Erven II Erfafscheidingen Uitwerkingsgebied "UG" Centrumdoeleinden "C" Garages Groenvoorzieningen Water Verblijfsdoeleinden Verkeersdoeleinden Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Algemeen
3 4 4 4 5 5 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 8
Diverse onderwerpen
Geluidhinderaspecten Verkeer en vervoer Riolering Leefbaarheid/openbare orde en (verkeers)veiligheid De waterhuishouding Economische uitvoerbaarheid Overleg Inspraak
8 9 9 9 10 11 11 12
Hoofdstuk 1 -
Algemeen
1.1
De a. b. c.
bij het plan behorende stukken toelichting; voorschriften; plankaart, bestaande uit twee bladen: - tekening nr. 001.0, bestemmingsplankaart; - tekening nr. 001.1, bouwhoogtekaart.
1.2
De ligging van het plangebied Het gebied waarvoor het bestemmingsplan "Butterhuizen" de bestemming en het gebruik van de grond en de bebouwing regelt, ligt aan de zuidzijde van Heerhugowaard. Op afbeelding nr. 1 is de ligging van het plangebied binnen de grenzen van de gemeente Heerhugowaard aangegeven. Het plangebied "Butterhuizen" wordt als volgt begrensd: - aan de noordzijde door het Luipaardpark/Edelstenenwijk; - aan de oostzijde door de Middenweg; aan de zuidwestzijde door het te ontwikkelen gebied Heerhugowaard-Zuid; - aan de westzijde door de Westtangent.
1.3
De geldende planologische regelingen Het bestemmingsplan "Butterhuizen" vervangt het bestemmingsplan "Butterhuizen", vastgesteld op 8 oktober 1991 en onherroepelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 28 januari 1992, en de " 1 e Partiele Herziening van de voorschriften van het bestemmingsplan Butterhuizen", vastgesteld op 2 februari 1993 en onherroepelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 14 September 1993.
1.4
De karakteristiek van het plangebied De wijk Butterhuizen is opgezet als woongebied. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 56.6 ha, waarop 1.288 woningen zijn gebouwd. Dit geeft voor het plangebied een gemiddelde dichtheid van 23 woningen per ha. Dit duidt op een mime opzet voor een woonwijk, hetgeen de nagestreefde tuinstedelijkheid kenmerkt. De woonbebouwing kent een gevarieerde samenstelling in alle plandelen, van gesloten woningrijen, vrijstaande woningen en gestapelde woningen. Aan de Roze Flamingo is een supermarkt gevestigd als buurtwinkelvoorziening. De wijk is met een normaal stratenpatroon ingericht, dat wil zeggen als 30 km. gebied, buiten de wijkontsluitingsweg de Reuzenpandasingel. Er is in ruime mate voorzien in openbare groenvoorzieningen. Er is zowel sprake van grootschalige groenaanleg (o.a. Buurtpark) als van plantsoentjes tussen de woonbebouwing. Door z'n gevarieerde en ruime opzet is deze wijk een populaire woonwijk gebleken.
HOOFDSTUK 2 2.1
HET PLAN
Reden tot opstelling van het plan Het plangebied Butterhuizen is in de jaren "90/"92 ontwikkeld als woongebied ter uitvoering van de "Structuurschets van Heerhugowaard" uit 1988. Het bestemmingsplan moest een algemeen kader geven voor de planontwikkeling, dat enerzijds over voldoende flexibiliteit beschikte en anderzijds richting gaf aan het ontwerpproces met als doel het bereiken van een samenhangend eindbeeld. Het bestemmingsplan kreeg de juridische vorm van een globaal eindplan. Een globaal eindplan is een goed instrument voor planontwikkeling, maar is als beheersinstrument minder geschikt gebleken.
^
-
<*^
^V
^
x
v ^x* « s
\
,»• > - i
r\
• V - 'X' >^= -—-J^^U
1
S^7(1
\ '*'X
*v/Sf.
%, k
.->
K
AFBEELDING 1 Ligging van het plangebied
Butterhuizen
\ L
TT
ye
v, .*£•*
Het globale plan met de daarbij behorende voorschriften bood ten aanzien van individuele en particuliere bouwaanvragen evenwel onvoldoende sturingsmogelijkheden om het plan op een adequate wijze in te vullen, te beheren en de aan het plan ten grondslag liggende stedenbouwkundige gedachten en uitgangspunten te beschermen. Daarom is in 1993 het bestemmingsplan partieel herzien. De herziening voorzag in het vaststellen van voorgevelrooilijnen, een beschrijving in hoofdlijnen ten aanzien van bedrijfsmatig medegebruik van woningen en vrijstellingsregelingen ten aanzien van bouwmogelijkheden. Het nu voorliggende bestemmingsplan is bedoeld om een gedetailleerd bestemmingsplan tot stand te brengen met inachtneming van de actuele beleidsuitgangspunten, waarbij tevens sprake is van een afstemming met reeds tot stand gekomen bestemmingsplanvernieuwingen in bestaande woongebieden. 2.2
De planopzet Het bestemmingsplan voorziet in het vastleggen van de huidige situatie in het plangebied. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en de diverse bestemmingen zijn gedetailleerd in de voorschriften en op de plankaart opgenomen. Op de plankaart zelf zijn verder onder meer opgenomen, de bouwgrens en de bestemmingsgrens. Bij het bepalen van de bouwgrenzen, hoogten e.d. is uitgegaan van de huidige situatie, waarbij de bouwhoogten zijn vastgelegd op de bij de plankaart behorende bouwhoogtekaart. De verschillende bestemmingen kunnen onder hierna te noemen bestemmingsomschrijvingen worden gebracht. De daarbij opgenomen tekst wordt geacht eveneens een toelichting op de in de voorschriften opgenomen bestemmingen in te houden.
2.3
Begripsbepalingen (artikel 2) In artikel 2 zijn de begripsbepalingen opgenomen. Begripsbepalingen zijn nodig om een planologisch-juridische precisering ten opzichte van het algemeen spraakgebruik te verkrijgen. In beginsel moet er voor gewaakt worden een begrip een te sterk van het spraakgebruik afwijkende betekenis te geven. Begripsbepalingen zijn alleen dan nodig indien het begrip gebruikt wordt in de planvoorschriften en dit begrip zonder nadere definitie tot verwarring zou kunnen leiden. Men kan voorts een definitie nodig hebben indien een term of woord in verschillende wettelijke regelingen niet dezelfde betekenis heeft, of wanneer men een woord wil afzetten tegen een ander woord. Bijvoorbeeld "woning" tegenover "zomerhuis".
2.4
Wijze van meten (artikel 3) In artikel 3 is aangegeven hoe moet worden gemeten. Voor het bepalen van de bouwhoogte, worden ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend. Bij het bepalen van de goothoogte worden incidenteel verhoogde goten zoals bij dakkapellen e.d., buiten beschouwing gelaten. Voor de dakhelling is aangegeven dat deze alleen geldt voor het dakvlak op zich. Incidentele doorbreking van het dakvlak zijn voor het bestemmingsplan van minder belang. De doorbreking van het dakvlak kan wel onderdeel uitmaken van een welstandstoetsing. De oppervlakte van bouwwerken moet buitenwerks gemeten worden en op het peil. Het vloeroppervlak van de gebouwen is niet van belang. Voorts is aangegeven dat bovengrondse bouwonderdelen vanaf een meter boven peil moet worden meegerekend. Daarmede wordt oneigenlijke uitbreiding van gebouwen boven de toegestane oppervlakte voorkomen. De inhoud moet boven peil worden gemeten. Ondergrondse ruimten tellen niet mee voor het bepalen van de inhoud.
2.5
Beschrijving in hoofdlijnen (artikel 4) Het thuis uitoefenen van een beroep of bedrijf beperkt zich niet meer tot de traditioneel aan huis gebonden beroepen. In veel gevallen is sprake van een startende onderneming, waarbij de ruimte in of bij de woning de eerst aangewezen mogelijkheid is om een beroep of bedrijf uit te oefenen. Het is niet ondenkbaar dat een startende onderneming uitgroeit tot een zodanige omvang, dat overgegaan wordt tot vestiging in een bedrijfspand en werkgelegenheid gaat bieden aan meerdere personen. Ook heeft de aanwezigheid van bedrijfsmatige activiteiten een functie voor het verlevendigen van een woonwijk. De woonfunctie van de woning moet evenwel ook bij het uitoefenen van een bedrijf of beroep gewaarborgd blijven. Indien de aan de woonfunctie te ontrekken ruimte niet meer is dan 1/3e deel van het verblijfsgebied aan te merken vloeroppervlak (tot een maximum van 45 m2) en geen sprake is van een melding- of vergunningplicht op grond van een milieuwet, mag de woning voor het uitoefenen van een bedrijf of beroep gebruikt worden. Het medegebruik van de woning voor een bedrijf of beroep binnen die criteria is daarmede onderdeel van de in deze tijd normaal te achten woonwensen. Het gebruik van een deel van de woning als winkel is niet toegestaan, omdat het gemeentelijk beleid er op gericht is om de winkelfuncties te concentreren op daarvoor aangewezen plekken. Detailhandel vanuit woningen, anders dan in producten en diensten welke ter plekke vervaardigd zijn, is om die reden dan ook uitgesloten. De Rijksoverheid heeft met ingang van 1 oktober 2000 de prostitutie uit het strafrecht gehaald. Dit heeft tot gevolg dat prostitutie voor de wet thans een normaal beroep is. Men meent dat op die manier er een betere regulering kan plaatsvinden, dan wanneer prostitutie strafbaar blijft en verder alleen maar wordt gedoogd. De gemeenteraad heeft uitgesproken dat vrijwel alle locaties in de gemeente op basis van ruimtelijk relevante motieven bezwaren kennen tegen de vestiging van seksinrichtingen. Voorbeelden daarvan zijn: onbedoelde verkeersaantrekkende werking, parkeerproblemen en een zodanige verandering van uitstraling van panden (straatbeeld/gevelbeeld) welke de algemeen geldende bestemming in die straat/op dat terrein gaat domineren. Daarom wordt als algemene regel gehanteerd dat het gebruik als seksinrichting wordt aangemerkt als strijdig gebruik. Om een ongewenst gebruik ten aanzien van seksinrichtingen uit ruimtelijk oogpunt via het instrumentarium van het bestemmingsplan adequaat te kunnen verbieden, is het noodzakelijk om dat gebruik op enige plaats wel toe te staan. Dat kan via de in het bestemmingsplan opgenomen vrijstellingsbepaling, welke seksinrichtingen mogelijk maakt. Via die vrijstellingsmogelijkheid wordt nagegaan of seksinrichtingen kunnen worden toegestaan. Dit betekent dat per locatie en steeds opnieuw zal worden afgewogen of er vanuit ruimtelijk oogpunt geen overwegende bezwaren bestaan tegen een dergelijk gebruik. De toetsingscriteria daarvoor worden aangegeven in de beschrijving in hoofdlijnen, waaraan bij het beoordelen van de vrijstellingsaanvraag rechtstreeks dient te worden getoetst.
2.6
Wonen "W", "Wv", "Wg" (artikelen 5, 6 en 7) Onder die categorie zijn woonfuncties ondergebracht, onderverdeeld in soort bebouwing. De bestemming "W" is als aanduiding gekozen voor de eengezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming "Wv" is de aanduiding voor de in het plan voorkomende vrijstaande woningen. "Wg" is de aanduiding voor gestapelde woningen. Binnen deze bestemmingen komen nadere aanduidingen (stip) voor in de vorm van een beeldbepalend pand en een praktijkruimte ("p"). Het als beeldbepalend pand aangeduide gebouw betreft de woning Middenweg 19. Dit pand is vormgegeven in de stijl van de Amsterdamse School en is gaaf in hoofdvorm en detaillering.
Vanwege de stijlkenmerken en de gaafgheid daarvan, is het pand opgenomen in de inventarisatienota "Monumentaal Heerhugowaard". Het pand heeft nog geen formele status als monument. De stijlkenmerken en de gaafheid in hoofdvorm en detaillering hebben, gelet op de architectuurhistorische betekenis, een zodanig raakvlak met de ruimtelijke ordening, dat het na te streven behoud behoud daarvan via het bestemmingsplan verantwoord is (art. 6.6. van de voorschriften). Ook kent de plankaart de nadere aanduiding "Praktijkruimte" (p). In woningen/woongebouwen met een dergelijke aanduiding mag een substantieel deel van het gebouw gebruikt en ingericht worden voor de uitoefening van een praktijk. Vooralsnog betreffen het medische (huisarts, dierenarts), paramedische praktijkruimten (fysiotherapie) en maatschappelijke dienstverlening. Het pand Middenweg 17b kent een separaat bouwvlak voor een praktijkruimte, waarbij de bestaande situatie positief is bestemd. 2.7
Tuinen Het bouwen in de bestemming "Tuinen" is slechts toegestaan voor het aan de (voor)gevel aanbouwen van een erker of een entreepartij. In de betreffende artikelen zijn de maximaal aan te houden maten aangegeven. De lengte van de uitbouw/erker of de entree is afhankelijk van de gevellengte van de woning. De bestemming "Tuinen" kent een zeer beperkte bouwmogelijkheid om het karakter van de hoofdbebouwing in relatie tot het straatbeeld te behouden.
2.8
Erven Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen is voor de woonbestemmingen een eenduidige regeling opgenomen. Daarbij is er van uitgegaan dat de behoefte aan bijgebouwen niet ten koste mag gaan van de veelal aan bouwwensen ondergeschikt geachte belevingswaarde van de tuin als siertuin. Het bouwen in de bestemming "Erven" is daarom toegestaan tot een maximum oppervlakte van 1/3e deel van het bij de woning behorende deel "Erven", met een maximum oppervlakte van 40 m2. Bij grotere tuinen kan, zonder de belevingswaarde van de tuin als siertuin aan te fasten, zo mogelijk tot maximaal 60 m2 aan bijgebouwen worden gebouwd. Deze maximum maten zijn overeenkomstig de bestemmingsvoorschriften in de andere bestemmingsplannen, welke goed voldoen. De hoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 3.50 meter bedragen, waarbij de goot- en/of bouwhoogte maximaal 2.50 meter bedraagt. De goothoogte van aangebouwde bijgebouwen moet aansluiten aan de eerste bouwlaag. Indien dit uit welstandelijk oogpunt wenselijk is, te denken valt aan een op het hoofdgebouw af te stemmen dakhelling, kan voor vrijstaande bijgebouwen bij vrijstaande woningen vrijstelling worden verleend voor een maximale bouwhoogte tot 4.50 meter. Onderdeel van die vrijstellingsafweging maken uitdrukkelijk ook uit de belangen van derden. In dat licht bezien is er op voorhand van afgezien om de vrijstellingsmogelijkheid op te nemen bij niet-vrijstaande woningen.
2.9
Erven I en Erven II De aanduiding "Erven I" betreft een ervenbestemming welke volledig bebouwd mag worden. Deze bestemming is neergelegd bij de woongebouwen aan de Keizerfazant en Roze Flamingo, met de bestemming "Wg". Teneinde de binnen de gebouwen niet op te lossen behoefte aan bergingen toch mogelijk te maken, kan binnen de bestemming Erven I aan de behoefte aan bijgebouwen toch worden voorzien. "Erven II" betreft de achtertuinen van vrijstaande en geschakelde woningen waarin de bijgebouwen min of meer in het hoofdgebouw geintegreerd zijn.
De uitgangspunten bij de oorspronkelijke bouwopzet stond borg voor een zekere ruimtelijke werking en kwaliteit, onder meer door het benadrukken van het vrijstaande karakter van de woningen. Verondersteld mag worden dat de woningen voldoen aan de huidige woonwensen en op onderdelen een aanvullende ruimtebehoefte hebben. Omdat de bijgebouwenoppervlakte reeds in het bouwvlak is opgenomen, zou het bieden van bouwmogelijkheden conform de reguliere 1/3e bepaling het ruimtelijk karakter te veel aantasten door dubbeltelling. De aanvullende bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak zijn daarom beperkt tot 10 m2. Ter bescherming van de stedenbouwkundige belevingswaarde van de openbare ruimte aan waterpartijen, is het binnen de bestemming "Erven II" niet toegestaan om te bouwen op een afstand van minder dan drie meter vanuit de beschoeii'ng/waterlijn. 2.10
Erfafscheidingen Met betrekking tot de hoogte van erfafscheidingen e.d. is aansluiting gezocht bij de zgn. vrije bouwwerken welke genoemd zijn in de Woningwet. De in die wet genoemde hoogtematen zijn als maximummaten in het bestemmingsplan overgenomen.
2.11
Uitwerkingsgebied "UG" (artikel 8) Deze bestemming is gegeven aan het onbebouwde perceel in de westelijke punt aan de Monniksrob. De ontwikkeling van dat perceel grond is opgehouden vanwege de ligging nabij de Westtangent en de mogelijke invloed van wegverkeerslawaai op de bouwmogelijkheden aldaar. Het perceel zelf biedt ruimte voor diverse invullingen, van woningbouw tot groengebied. Het gebied zal in stedenbouwkundige zin uitgewerkt moeten worden, waarbij rekening gehouden wordt met de bestaande woonomgeving en het naastgelegen gebied Heerhugowaard-Zuid. De nadere invulling van dit gebied moet, vanwege de ligging in een woonomgeving, nadrukkelijk rekening houden met de belangen van derden. De te volgen uitwerkingsprocedure conform artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening staat daar borg voor.
2.12
Centrumdoeleinden "C" (artikel 9) Deze bestemmingsaanduiding is gekozen voor de supermarkt aan de Roze Flamingo. Deze winkel met een buurtverzorgend karakter is gericht op de woonwijken Butterhuizen en Zuidwijk. De omvang van deze winkelvoorziening is beperkt tot de begane grond en het aangegeven bouwvlak, welke reeds maximaal worden benut. De boven de winkelvoorziening gelegen woningen vallen onder de bestemming "Wg".
2.13
Garages (artikel 10) De bestemming "Garages" is uitsluitend bedoeld voor de stalling van motorvoertuigen en/of bergruimte voor huishoudelijke doeleinden. Er is voor gekozen om bij de garages geen kapconstructies toe te staan vanwege de beperkte gebruiksfunctie en de voorzienbare nadelige invloed van een kapconstructie op het woongenot van de nabijgelegen woningen.
2.14
Groenvoorzieningen (artikel 11) Onder deze categorie zijn begrepen de grootschaligere groenvoorzieningen met een functie voor het gehele gebied. Groenvoorzieningen zijn de langs het water en langs de ontsluitingswegen gelegen groenpartijen, de veldjes tussen de woonbebouwing en natuurlijk het Buurtpark. Deze groenvoorzieningen vervullen een belangrijke recreatieve functie voor de wijk. Zo is het mogelijk om ten behoeve van die recreatieve functie daarvoor voorzieningen aan te leggen of te plaatsen, zoals een verhard speelveld, een half-pipe voor skateboarders of een tafeltennistafel. De waterpartijen langs de groenvoorzieningen hebben een eigen aanduiding in verband met hun specifieke functie.
2.15
Water (artikel 12) De gronden op de plankaart aangewezen voor water, zijn bestemd voor de waterhuishouding. Op deze gronden zijn toegelaten: waterlopen, bruggen, weg- en waterbouwkundige kunstwerken en kunstobjecten.
2.16
Verblijfsdoeleinden (artikel 13) Deze bestemmingsaanduiding heeft betrekking op de openbare wegen, achterpaden en daarvan deel uitmakende groenvoorzieningen en dergelijke. De nadruk ligt bij deze bestemming op het verblijfskarakter. De wegen zijn/worden alle ingericht als 30km-weg.
2.17
Verkeersdoeleinden (artikel 14) Deze bestemming omvat de ontsluitingswegen in het plangebied. Het betreft de Middenweg, de Reuzenpandasingel en de Westtangent. De gronden op de plankaart aangewezen voor verkeersdoeleinden zijn bestemd voor de aanleg van rijwegen overeenkomstig de op de plankaart aangegeven dwarsprofielen.
2.18
Algemene vrijstellingsbevoegdheid (artikel 16) Het gemeentebestuur heeft als uitgangspunt dat woningen moeten kunnen meegroeien met de woonwensen van de bewoners. Dit heeft inmiddels geleid tot vrijstellingsmogelijkheden voor dakkapellen, dakopbouwen, erkers en serres. De term dakopbouwen behoeft toelichting. Dakopbouwen betreffen een constructie waarbij door middel van een verhoging van het dak een bruikbare ruimte op de bovenverdieping wordt verkregen. Dit kan in allerlei vormen. Verhoging van de goothoogte vanuit een zijde van het dakvlak (zgn. kattenrug) of vanuit beide dakvlakken. In beide gevallen zal sprake zijn van een verhoging over de gehele breedte van de woning. Een dakopbouw gaat gepaard met het verhogen van de goothoogte en de bouwhoogte van het hoofdgebouw. Daar waar dit strijd oplevert met het bestemmingsplan is door de betreffende voorschriften een vrijstellingregeling opgenomen. Met het aan deze medewerking verbinden van een vrijstelling, blijft het mogelijk een afweging te maken in het kader van algemene belangen (o.a. welstandelijke aanvaardbaarheid) en belangen van derden. De onder lid b. genoemde vrijstellingsmogelijkheid van 10% is uitdrukkelijk niet bedoeld om de bestaande bouwmogelijkheden te verruimen, teneinde te voorzien in een grotere ruimtebehoefte. Deze 10% is uitsluitend bedoeld om maatverschillen in materialen op te vangen, zodanig, dat bouwtechnisch goede aansluitingen kunnen worden gemaakt.
HOOFDSTUK 3 3.1
-
Diverse onderwerpen
Geluidhinderaspecten Op grond van de Wet geluidhinder dient in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan onderzocht te worden wat de akoestische consequenties van en voor een plangebied zijn. Voor het bestemmingsplan "Butterhuizen" is daarvoor een akoestisch onderzoek uitgevoerd, welke is vastgelegd in het rapport onder nummer AB98-042.BSP van September 1998. De geluidbelasting welke op de wijk van toepassing is verkeerslawaai. Met de berekeningen is rekening gehouden met de verkeersprognose voor het jaar 2010. De conclusies zijn, dat de geluidsniveaus langs de ontsluitingswegen voldoen en zullen blijven voldoen aan de voorkeurgrenswaarde van de Wet geluidhinder. Die conclusie is niet verwonderlijk, omdat bij de opzet van deze jonge wijk is geanticipeerd op de toekomstige situatie qua verkeerslawaai.
3.2
Verkeer en vervoer De bereikbaarheid van de wijk vindt vooral plaats via de Westtangent. Dat betreft een aansluiting met verkeerslichten. Auto's kunnen slechts via die kant richting Alkmaar gaan, omdat de Middenweg ter hoogte van het buurtpark een afsluiting voor auto's kent. Het Stationsgebied, het Stadshart en de overige wijken zijn voor autoverkeer ook via de Middenweg te bereiken. Het langzaam verkeer kan daarnaast ook via de langzaamverkeersroutes door het Luipaardpark de overige wijken bereiken. Aan de zuidoostkant van Butterhuizen wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de wijk Zuidwijk, waarop middels wegverbindingen via de Middenweg aansluiting verkregen wordt. Met nadruk moet gesteld worden dat de Reuzenpandasingel geen snelle doorgangsweg is voor Zuidwijk. Zuidwijk is via zgn. 30 km. aansluitingen op de Middenweg aangesloten. In de eerstkomende jaren zal aan de westzijde van Butterhuizen de Stad van de Zon gerealiseerd worden. Daarvan zal het plandeel 3, "De glazen stad/De groene wallen" naast Butterhuizen komen te liggen. Met de aanleg van de Gibbon is reeds voorzien in een aansluiting op De Stad van de Zon voor autoverkeer. Aan de Zwarte Dolfijn is bij de overgang naar de Monniksrob om die reden ook ruimte vrijgelaten voor een langzaamverkeersontsluiting op de nieuwe wijk. Connexxion verzorgt het openbaar vervoer in de regio. Door de wijk Butterhuizen, over de Reuzenpandasingel loopt de route van buslijn 153, van Alkmaar via Heerhugowaard NS-station naar Schagen. Dit is een 1-uurs verbinding. De frequentie en het bereik van overige delen van Heerhugowaard zijn vanwege het streekvervoerkarakter niet optimaal. Door overleg met de maatschappijen en instanties wordt getracht waar mogelijk verbeteringen in het aanbod van openbaar vervoer te ontwikkelen.
3.3
Riolering De riolering in het plangebied is uitgevoerd als een gescheiden stelsel, dus regenwater en vuilwater worden separaat opgevangen en afgevoerd.
3.4
Leefbaarheid/openbare orde en (verkeers)veiligheid • de bevolking Butterhuizen heeft op 1 januari 2000 in totaal 3.508 inwoners. Dit is 8,2% van het totaal van de gemeente Heerhugowaard (42.969 inwoners). Butterhuizen is de aanzet van de nieuwste woonwijken in Heerhugowaard. In 1995 zijn de bouwactiviteiten in de wijk afgerond en woonden er 3.149 personen. Daar waar in de afgelopen vijf jaar het groeipercentage in de gehele gemeente 8% was, is de het aantal inwoners in Butterhuizen in die zelfde periode met 12% gestegen. De groei kan worden verklaard door een hoog geboortecijfer in deze jonge wijk. De bevolkingspiramide van Butterhuizen laat voor bijna elke leeftijdsgroep een afwijkend beeld zien ten opzichte van het gemiddelde van Heerhugowaard. Zeer duidelijk is af te leiden dat jonge gezinnen de wijk bovenvertegenwoordigen: er zijn relatief veel mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie tussen de 30 en 40 jaar en er zijn veel kinderen in de leeftijd van nul tot vijf. Daarentegen zijn de jongeren tussen de 20 en 30 jaar sterk ondervertegenwoordigd, evenals de ouderen vanaf 55 jaar. Een ander opvallen punt is dat er verhoudingsgewijs meer gezinnen met kinderen en minder gezinnen zonder kinderen zijn. Het aandeel eenoudergezinnen ligt op het zelfde niveau als in geheel Heerhugowaard
• de woningvoorraad In Butterhuizen staan 1.288 woningen. Dat is 8% van de woningvoorraad in Heerhugowaard. De woningbezetting is gemiddeld 2,72 en komt daarmee wat hoger uit dat het totaal in Heerhugowaard. Er zijn op dit moment nog geen gegevens verzameld over de differentiate van de woningvoorraad naar onder meer huur, koop, grootte en prijsklassen. • de sociaal-economische positie Het gemiddeld besteedbaar inkomen (netto-inkomen) per inwoner in Butterhuizen ligt met fl. 21.300,-- (2000), met 7% boven het gemiddelde niveau van Heerhugowaard. In Butterhuizen zien we, vergeleken met Heerhugowaard, dat er relatief opvallend veel huishoudens in de allerlaagste inkomensgroep tegelijkertijd met duidelijk meer huishoudens in de hoogste inkomensgroep zijn vertegenwoordigd. Het lijkt er op dat er in deze wijk een soort tweedeling bestaat. Een verklaring biedt hiervoor de specifieke samenstelling van de woningvoorraad in de wijk. Veel dure koopwoningen en veel goedkope huurwoningen. Het aantal huishoudens dat gebruik maakt van de individuele huursubsidie is eveneens op een wat hoger niveau dan in Heerhugowaard totaal. • veiligheid De gemelde gevallen bij de politie van vernielingen, overlast, aanrijdingen met schade, inbraken, diefstal, geweldsdelicten, brandmeldingen en milieuverontreiniging zijn in de periode 1994-1998 met elkaar en met het totaal van Heerhugowaard vergeleken. Opgemerkt moet worden dat in 1994 de wijk nog niet helemaal was volgebouwd. Dat aspect meenemende, lijkt in Butterhuizen vooral een toename waar te nemen van meldingen van overlast, inbraken en vernielingen. De toename van overlast van het aandeel inbraken is daarbij sterker dan gemiddeld in Heerhugowaard. Meldingen van brand of milieuverontreiniging zijn op dit moment in Butterhuizen niet voorgekomen. Wat het risico van genoemde meldingen betreft blijkt dat in Butterhuizen de kans op inbraken groter is dan in Heerhugowaard-totaal. In het algemeen kan worden gezegd dat deze wijk een relatief veilige wijk is. 3.5
De waterhuishouding In de wijk Butterhuizen is het element water aanwezig. Het kwalitatieve beheer van het water wordt uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier te Edam. Het kwantitatieve beheer is in handen van het Waterschap Groot-Geestmerambacht te Heerhugowaard. De waterlopen in de wijk Butterhuizen zijn in het kader van waterbeheer grotendeels aangemerkt als hoofdwaterloop. Hoofdwaterlopen vervullen een belangrijke functie in de aan- en afvoer en de berging van water. Op hoofdwaterlopen (primair stelsel) en waterlopen (secundair stelsel) is i.v.m. die specifieke taak, de Keur van het waterschap (GrootGeestmerambacht) van toepassing. In Heerhugowaard is sinds kort het "Waterplan Heerhugowaard 1999-2010" van kracht. Het is een gezamenlijk plan van de gemeente Heerhugowaard, het Hoogheemraadschap en het Waterschap Groot-Geestmerambacht. Door de integrale aanpak worden het water (kwalitatief en kwantitatief), wonen, werken en natuur in hun onderlinge relaties in het waterplan in beeld gebracht, met een bijbehorende aanpak en invulling in de vorm van streefbeelden. Voor het stedelijk gebied is veel aandacht voor de beleving van het water. Water als zichtbaar element, maar ook de beleving van het water door erop of eraan te recreeren. De watergangen in Butterhuizen zijn in het kader van de herinrichting van watergangen aangemerkt als 'ecologie fase 1'.
10
Dit betekent dat binnen de planperiode van het Waterplan de mogelijkheden tot een meer natuurvriendelijke inrichting onderzocht worden. De waterkwaliteit voldoet aan eisen voor een gezond watersysteem en zodoende aan de eisen die recreatie op en aan het water mogelijk maakt. Hiertoe zijn overstorten gesaneerd zoals in het Gemeentelijke Rioleringsplan (1996-2005) is opgenomen. Stankoverlast wordt voorkomen en botulisme komt niet meer voor. De waterbodem voldoet aan klasse 0 of 1 (schoon en recreatief bruikbaar). Er is een redelijke diversiteit aan oever- en waterplanten. Het beheer en onderhoud van het water is afgestemd op het behouden van de ecologische kwaliteiten Schouwen, maaien en baggeren staan niet alleen in dienst van het waterkwantiteitsbeheer maar zorgen mede voor het behoud van een ecologische diversiteit. De visstand is divers en als aandachtssoort is de snoek weer in ruime mate te vinden. 3.6
3.7
Economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan is conserverend planontwikkelingen.
van
aard
en
bevat
geen
nieuwe
Overleg In het kader van het overleg conform artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het plan toegezonden aan: - Inspectie West van de Ruimtelijke Ordening te Haarlem - Provincie Noord-Holland te Haarlem - Inspectie van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiene te Haarlem - Inspectie van de Volkshuisvesting in Noord-Holland te Haarlem Hoogheemraadscha van Uitwaterende Sluizen te Edam - Waterschap Groot-Geestmerambacht te Heerhugowaard - PWN te Bloemendaal - NUON te Alkmaar Brandweer Heerhugowaard Politie Heerhugowaard - Stichting Welzijnsbevordering Heerhugowaard Stichting Woonconsumenten Heerhugowaard De Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening, de Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Milieuhygiene, de Inspecteru van de Volkshuisvesting, Uitwaterende Sluizen en NUON hebben schiftelijk aangegeven geen opmerking op het ontwerpplan te hebben. De Politie Heerhugowaard, de Stichting Welzijnsbevordering Heerhugowaard en de Stichting Woonconsumenten Heerhugowaard, hebben niet gereageerd. Provincie Noord-Holland: De provincie kan zich vinden in het ontwerp-bestemmingsplan. Zij vraagt aandacht voor het bepalen van een bouwhoogte in het Uitwerkingsgebied "UG". Reactie gemeentebestuur: Door middel van het opnemen van een hoogtemaat op de bouwhoogtekaart, wordt aan de opmerking van de provincie voldaan. Waterschap Groot-Geestmerambacht a. Verzocht wordt om in paragraag 2.5 van de Toelichting een aanvulling op te nemen t.a.v. de functie van het water en de toepasselijkheid van de Keur van het Waterschap. b. Verzocht wordt om in paragraaf 5.5 opmerkingen op te nemen ten aanzien van het voorgenomen een meer natuurvriendelijk beheer en ten aanzien van een bepaald deel van de waterloop Westertocht een profieltype aan te geven.
11
c.
Een algemene opmerking wordt gemaakt dat in artikel 10 van de Voorschriften de bestemmingen "Tuinen" en "Erven" ontbreekt.
Reactie gemeentebestuur: ad a. De opmerking wordt in de Toelichting verwerkt. ad b. De opmerkingen t.a.v. het natuurbeheer wordt opgenomen. Naar de specifieke profieltypes wordt via de opmerkingen inzake het Waterplan Heerhugowaard verwezen. Het bestemmingsplan biedt qua bestemmingsaanduiding ruimte om de taken van het Waterschap uit te voeren. ad c. Artikel 10 voorziet in de bestemming "Garages", welke qua voorschriften losgekoppeld is van de achterliggende woningen en de daarbij behorende tuinen en erven. PWN te Bloemendaal Het PWN merkt op dat er in het openbare gebied voldoende ruimte moet zijn om haar taak te kunnen uitoefenen en dat deze ruimte vrij moet zijn van bomen, stekelige beplanting en ingeval van verharding, deze 'open' en ongefundeerd moet zijn. Verder mag er geen sprake zijn van opslag en mag de grond geen gevaarlijke stoffen bevatten. Reactie gemeentebestuur: De opmerkingen passen niet binnen het kader van het bestemmingsplan. De waarborgen voor de nutsbedrijven zijn vastgelegd in de van toepassing zijnde wetgeving c.q. verordeningen. Brandweer Heerhugowaard: De onder "Verblijfsdoeleinden" vallende woonstraten zijn/worden ingericht als 30 km. gebieden. Gewezen wordt op de wellicht langere opkomsttijden in verband met de toepassing van verkeersdrempels binnen die gebieden. Verder wordt aandacht gevraagd voor de toepassing van rookmelders in woningen en brandpreventieve eisen van gebouwen. Reactie gemeentebestuur: De fysieke inrichting van 30-km gebieden staat los van de bestemming "Verblijfsdoeleinden". De inrichtingseisen vloeien voort uit het gemeentelijke beleid ten aanzien van verkeersveiligheid, bij welke beleidsopzet de Brandweer haar inbreng heeft t.a.v. opkomsttijden e.d. De toepassing van rookmelders en brandpreventieve eisen worden getoetst aan de specifieke regelgeving ten aanzien van het bouwen en gebruiken van (woon) gebouwen. Voorschriften in die zin passen niet binnen het kader van het bestemmingsplan. 3.8
Inspraak Op grond van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Inspraakverordening Heerhugowaard is er een inspraakronde gehouden. De inspraakprocedure heeft parallel gelopen aan het vooroverleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. De navolgende reacties zijn ontvangen: BOA bouwkundig tekenburo te Assendelft (namens A.B. Bemtzen, Gibbon 2 te Heerhugowaard): Gevraag wordt om in het nieuwe bestemmingsplan een vergroting van het bouwvlak op te nemen voor de woning Gibbon 2, zodanig dat mogelijkheden voor een bouwlaag op het aangebouwde bijgebouw ontstaan, een en ander overeenkomstig de meegezonden bouwtekening.
12
Reactie gemeentebestuur: De bouwmogelijkheden voor wat betreft het maken van een extra bouwlaag op de aanbouw, zijn qua regelgeving uniform aan de gebruikelijke voorschriften daaromtrent. Aan de hand van het verzoek zijn de bouwmogelijkheden specifiek bezien. De woning maakt deel uit van een blok van drie woningen, waarbij die andere twee hoofdgebouwen voorzien zijn van een tweede bouwlaag. De oplossing van de extra ruimtebehoefte, te creeren boven de aanbouw, is derhalve een min of meer logische vraag. Bij het ontwerp van dit bouwblok is deze woning onder meer minder bouwhoogte gegeven vanwege de zonligging van de naastgelegen aangrenzende erven. In dat kader kan geen bouwmogelijkheid overwogen worden voor een tweede bouwlaag op de aanbouw. Z.C. de Vegt en A.J, de Vegt-Ortelee. Zwarte Dolfijn 22: De in het ontwerp-bestemmingsplan aangegeven bouwmogelijkheden beperken de bouwmogelijkheden welke het nu vigerende bestemmingsplan biedt. De wens van het vergroten van de woning (tekening bijgevoegd) kan in het nieuwe bestemmingsplan niet meer gerealiseerd worden. Concreet wordt verzocht om: - het bouwvlak uit het vigerende bestemmingsplan op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan; - de reguliere "Erven" bestemming voor de achtertuin opnemen; Reactie gemeentebestuur: De bouwmogelijkheden volgens de oorspronkelijke bouwvlakkametheode is bij dit perceel zeer bescheiden benut. Het nu onthouden van uitbreidingsmogelijkheden welke voldoen aan huidige woonwensen en mogelijkheden, komt te rigide voor. Dit geldt ook voor de overige woningen welke met de zgn. bouwvlakmethode destijds zijn gerealiseerd. Met het vergroten van de bouwvlakken, met als leidraad de oorspronkelijke bouwvlakmethode, wordt geen afbreuk gedaan aan de bestemmingsplanopzet en wordt een verruimde bouwmogelijkheid geboden. Met het daarbovenop bestemmen van de achtertuin als "Erven I" zoals voorgesteld, worden de bouwmogelijkheden evenwel onevenredig vergroot (1/3e van de oppervlakte). Met de vergroting van het bouwvlak moet de huidige bouwmogelijkheid van 10 m2 op "Erven II" voldoende geacht worden. De plankaart en de voorschriften zijn overeenkomstig aangepast. R. Belt. Harpij 21: Verzoekt om de aan de achtertuin gegeven bestemming "Erven II" om te zetten in "Erven", zodat recht wordt gedaan aan het beleidsuitgangspunt dat woningen moeten kunnen meegroeien met de woonwensen van de bewoners. Reactie gemeentebestuur: Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar de reactie op de hiervoor vermelde vraag (Zwarte Dolfijn 22).
13
PROVI N CIE Datum
Onderwerp
O -j
ll! I I 9(10(1
Ons kenmerk 2000-18116
«J
Artikel 10 overleg; ontwerp-bestemmingsplan Butterhuizen.
oord-klioWcmd Bezoekadres
Houtplein 33
Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard ' Postbus390 ', 1700 AJ HEERHUGOWAARD
Haarlem
Postadres
-\~\^
Postbus 3007 2001 DA Haarlem
?&MI?000
Tel
(023) 514 3143
Fax (023)5143030
Afdeiing
\! Vt •Jr^A/^——
Ruimte, Wonen en BereikbaarheifL—-2^
Bijlage(n)
1.Behandeld door
J.G. van Turen
Telefoon
—
s
-
-
-
(023)5143917
Uw kenmerk ROV/HW
Geacht college, In antwoord op uw brief dd. 12 mei 2000 deel ik u het volgende mede. Provinciaal beleid Het ruimtelijk provinciaal beleid voor dit gebied is vastgelegd in het Streekplan Noord-Holland Noord. Op de streekplankaart heeft het plangebied de aanduiding stedelijk gebied. Het plan komt in hoofdlijnen overeen met het provinciaal beleid. Planbeoordeling Ik kan mij vinden in de gehanteerde uitgangspunten en de opzet van het plan. Het betreft een conserverend bestemmingsplan dat gedetailleerd van aard is, waarbij de nadruk ligt op de beheersfunctie. Het plan voorziet slechts op een locatie in een uit te werken bestemming, te weten uitwerkingsgebied "UG". De nadere invulling van het gebied voorziet onder andere in een woonbestemming overeenkomstig de in het plan voorkomende categorieen. In artikel 8, lid 1 wordt verwezen naar het bepaalde in de bij die woonbestemmingen behorende voorschriften. In de betreffende voorschriften wordt voor wat betreft het bouwvlak en de bouwhoogte van het hoofdgebouw verwezen naar de plankaart respectievelijk de bouwhoogtekaart. Door dit verwijzingssysteem is de uitwerkingsregel zoals vervat in artikel 8 van de voorschriften onbepaald, hetgeen de rechtszekerheid geweld aandoet. Op voorhand is de te realiseren bouwmassa immers niet te bepalen. Ik ben van mening dat dit artikel op dit punt nuancering behoeft. Voor het overige geeft het plan mij geen aanleiding tot opmerkingen.
Internet: www.noord-holland.nl E-mail:
[email protected]
P R O V I N Pagina2
Ons kenmerk
2000-18116
CIE
A
Noord-mo olland
Conclusie Ik verzoek u met de gemaakte opmerkingen in de verdere planprocedure rekening te willen houden. Ik ga ervan uit dat u het ontwerp-plan zelf controleert op kleine onvolkomenheden als foutieve verwijzingen en dergelijke. In deze reactie zijn de opmerkingen van de bij dit plan betrokken afdelingen verwerkt.
Hoogachtend, hoofd bureau Ruimtelijke Inrichting Noord en Algemeen,
. Hellinga-Wolleswinkel.
Internet www.noord-holland.nl E-mail
[email protected]
4\#
Waterschap v%*
GROOT-GEESTMERAMBACHT ROV/HW0004516 12mei2000
Aan het college van Burgemeesters en Wethouders van Heerhugowaard
200000770 R.A. van der Ploeg 334
[email protected]
Postbus 390 [Bestuurstiienst Heerhuqowaaid 1700 AJ Heerhugov> aard, »»«.,.,. TTngekom/r 2 9 MEl ZCC |Cia<.:r
Ontwerp bestemmingsplan "Butterhuizen" (art. 10 - overleg 24 mei 2000
VERZ0NDEH 2 6 MEI 2000 Geacht college,
f~~ |—S-A
~ CL.-J^
K I^-V^
In het kader van het artikel 10 overleg van het besluit op de Ruimtelijke Ordening onvingen wij van u het ontwerp bestemmingsplan "Butterhuizen". Dit bestemmingsplan geeft het waterschap Groot-Geestmerambacht aanleiding tot een reactie. Reactie op het onderdeel Toelichting In paragraaf 2.15 geeft u een toelichting op de bestemming 'water'. Wij willen u verzoeken om het volgende tekstgedeelte in het bestemmingsplan op te nemen: "De waterlopen in de wijk Butterhuizen zijn grotendeels aangemerkt als hoofdwaterloop. Hoofdwaterlopen vervullen een belangrijke functie in de aan- en afvoer en de berging van water. Op hoofdwaterlopen (primair stelsel) en op waterlopen (secundair stelsel) is de Keur van het waterschap GrootGeestmerambacht van toepassing". In paragraaf 5.5 (De waterhuishouding) gaat u in op het element water. Een samenvatting van het (algemene) streefbeeld voor stedelijk water zoals in het Waterplan Heerhugowaard is verwoord is opgenomen. Een aanvulling met specifieke informatie uit het waterplan met betrekking tot de wijk Butterhuizen is ons inziens wenselijk. Met betrekking tot de wijk Butterhuizen wordt in het waterplan (onder andere) het volgende genoemd: De watergangen in de wijk Butterhuizen zijn in het kader van herinrichting van watergangen aangemerkt als 'ecologie fase 1'. Dit betekent dat binnen de planperiode de mogelijkheden tot een meer natuurvriendelijke inrichting onderzocht worden. Door het westelijk en zuidelijk deel van Butterhuizen stroomt de omgelegde Westertocht. Voor de omgelegde Westertocht zijn in het Waterplan concrete maatregelen opgesteld. Het leidingvak 1440-1450 wordt conform profieltype B5 en het leidingvak 1450-1460 conform profieltype Bl ingericht (Waterplan Heerhugowaard; beheersvisie; pagina 13 en bijlage 1). Algemene opmerking op het onderdeel Bestemmingsvoorschriften / Plankaart Lezende het bestemmingsplan willen wij nog de volgende opmerking maken met betrekking tot de genoemde bestemmingen op de plankaart (deze opmerking heeft geen relatie met 'water').
Op de plankaart zijn gronden aangegeven met de bestemming Garages, Tuinen, Erven en Erven I en II (artikel 10). In hoofdstuk 2 van het onderdeei Bestemmingsvoorschriften wordt in artikel 10 alleen ingegaan op gronden met de bestemming Garages. De toelichting op de bestemmingen Tuinen en Erven ontbreekt. Wij vertrouwen er op dat onze reactie tot aanpassing van het voorontwerp Bestemmingsplan zal leiden.
Hoogachtend, Het Dagelijks Bestuur van het waterschap Groot-Geestmerambacht de dijkgraaf,
de directeur-secretaris,
J.J. de Zeaiw) (J.W. Goedhart)
Hoofdkantoor
nvpwn A waterleidingbedrijf noord-holland
Rijksweg501, 1991 AS Velserbroek Telefoon (023)5 41 33 33 Telefax (023) 525 6105 E-mail
[email protected]
PWN • Postbus2113 • 1990 AC
r
•
o
J
)
Velserbroek
Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard Postbus 390 1700AJ HEERHUGOWAARD
uw brief d.d.
uw kenmerk
doorkiesnr.
ons kenmerk
datum
12-5-2000
Rov/hw 0004516
(023)5413218
2000004918
,..
bijlagen
13-6-2000
onderwerp ontwerp-bestemmingsplan "Butterhuizen" Geacht college, Het bij uw bovengenoemde brief in het kader van vooroverleg toegezonden ontwerp-bestemmingsplan "Butterhuizen" geeft ons aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. Ter veiligstelling van onze in het plan te leggen c.q. aanwezige leidingen verzoeken wij u vooral ook die voorwaarden in acht te nemen die openbare nutsbedrijven nu eenmaal moeten stellen om hun taak in het algemeen belang te kunnen uitoefenen. Een zeer belangrijke voorwaarde is die van het beschikbaar stellen van voldoende ruimte in openbare grond voor het ondergronds verkeer. Deze ruimte dient vrij te zijn van bomen en stekelige beplanting, terwijl de overige beplanting van dien aard dient te zijn dat ons leidingnet te alien tijde goed bereikbaar blijft. Ingeval de leidingstrook voorzien wordt van verharding, dient deze verharding 'open' te zijn. Tevens dient het leidingtrace vrij te blijven van opslag e.d. Wij zullen het op prijs stellen als u, alvorens tot effectuering van het plan wordt overgegaan, in overleg treedt met ons regiokantoor te Hoorn, tel. (0229) 282550. In het belang van de volksgezondheid mogen de in het plan gelegen gronden geen gevaarlijke stoffen bevatten, die na leidingaanleg in het drinkwater terecht kunnen komen. Zonder uw tegenbericht nemen wij aan dat in het onderhavige plan geen vervuilde gronden aanwezig zijn. Voor de verleende inzage van het plan zeggen wij u dank. Hoogachtend, N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Beet
TV JhV
Drs. A. Bruinekool, Algemene en Juridische Zaken.
*BES^^flP" .$D.
P.T'A NL000J2-1945B01
.
\XO »
-7A L y c ^ L v [s*.L\
E
E R H B
R
U A
C3 O M
D
/\
W / \ W
E
E
R
D
R
Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard p/a Hoofd afd. ROV H.J. Leemhuis
Contactpersoon: Doorkiesnummer: Ons kenmerk: Onderwerp: Bijlagen:
R.M. de Caluwe 072-5761518 P/612-00/RdC Ontwerpbestemmingsplan Butterhuizen
Heerhugowaard,
10 juli 2000
Geacht College, Het ontwerpbestemmingsplan Butterhuizen is door de brandweer o.a. beoordeeld aan de hand van de risico-analyse van Heerhugowaard middels de handleiding brandweerzorg. Volgens deze rapportage uit 1997 voldoen de opkomsttijden van de brandweer Heerhugowaard in dit gedeelte van de gemeente aan de landelijke richtlijnen. Hierbij is uitgegaan van de situatie waarin bepaalde wegen in Heerhugowaard zijn aangemerkt als hoofdroute. Deze hoofdroutes zijn in overleg tussen de sector openbare werken en de brandweer bepaald. Het ontwerpbestemmingsplan Butterhuizen stemt overeen met de indeling in hoofdroutes aangezien de Reuzenpandasingel wordt aangemerkt als wijkontsluitingsweg en ingericht blijft als 50 km/h route. In dit ontwerp bestemmingsplan wordt in paragraaf 2.16 aangegeven dat alle wegen die zijn aangemerkt voor verblijfsdoeleinden zijn ingericht of zullen worden ingericht als 30 km/uur zone. Met name de fysieke maatregelen (drempels, wegversmallingen etc.) die zijn genomen of zullen worden genomen hebben een hogere opkomsttijd voor de brandweer als gevolg. Voor de brandweer heeft dit een dubbel nadeel aangezien bij een alarm de brandweervrijwilligers met hun eigen auto eerst naar de brandweerkazerne dienen te rijden. De snelheid van uitrukken van de brandweer komt hierdoor dus ook onder druk te staan.
B E U K E N L A A N
H r ERH J G O W S A R D
1 1 2 DAAR
T
E '. E • J O '-I
:
0 " ': ;
RED JE L E V E N S
5^6
MEE'
Bij het ontwerp bestemmingsplan Schilderswijk I is eind 1998 door de brandweer geadviseerd om in de betreffende wijk alle woningen van een rookmelder te voorzien. Door deze maatregel zou binnen de veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg) aan de preventieve kant enige winst te behalen zijn. Hiermee wordt het verlies aan de repressieve kant (langere opkomsttijden) enigszins gecompenseerd. Het plaatsen van rookmelders in alle woningen wordt ook in deze situatie met nadruk door de brandweer geadviseerd. In het kader van de (brand)veiligheid dient nog een opmerking te worden gemaakt over de beschermde woonvorm "De Mantelmeeuw" aan de Roze Flamingo. Dit gebouw voldoet niet aan de minimale brandpreventieve voorschriften voor dit soort gebruik. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente en de eigenaar waardoor binnen enkele jaren door het uit- en/of verplaatsen van bewoners een einde zal komen aan deze onveilige situatie.
Hoogachtend, namens de commandant
R.M. de Caluwe Afdeling preventie/preparatie
^
NI23 i r •> Postbus 384 1800 A] Alkmaar
Gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD
Postadres Postbus 384 1800 AJ Alkmaar
.|i|.|.MMIiii"i.||.i||i.MI
Bezoekadres Voltastraat 2, Alkmaar Telefoon (072) 514 51 50 Telefax (072) 515 02 87 Behandeld door
G.P. Volmer Uw kenmerk ROV/HW 0 0 0 4 5 1 6
Ons kenmerk
Doorkiesnummer
387/SI/JZ/V0
(072) 5 1 4 58 6 7
Onderwerp
Datum 17 m e i 2000
Ontwerp-bestemmingsplan "Butterhuizen"
Geachte heer/mevrouw, Naar aanleiding van uw bovenvermelde brief betreffende het ontwerp-bestemmingsplan "Butterhuizen" delen wij u mee dat het ontwerp-plan ons geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Hoogachtend,
G.P. Volmer Juridisch medewerker
Nuon Regio Noord-Holland is de handelsnaam voor Energie Noord West nv die deel uit maakt van de NUON-groep. KvK 34094106
Schepenmakersdijk 16 Edam Postbus 15 1135 ZH Edam Tel (0299) 391391 Fax (0299) 391491 Postbank 51953 Waterschapsbank 63.67.55.371
Uitiuaterende f*^r£ Sluizen
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1700 AJ Heerhugowaard Bes'x..
Uu) kenmerlc Uu> brief Ons Kenmerk Datum Sector Contnctpersoon Doorlciesnummer E-mail Ondenuerp
ROV/HW 0004516
-l
12 mei 2000 0007770
!5\Av\
3 0 MEI 2000 Algemene Zaken mw. A.M.Th.H. Pierik (0299) 391 393
[email protected] Ontwerpbestemmingsplan "Butterhuizen"
G e a c h t college,
t
"&Q /
-H-.V.-V1VVVA
....-J,
In hetkadervan 2rtike! 10 van hetBesluitop de ruimtelijke ordening heeftu ons een reactie gevraagd op het ontwerpbestemmingsplan "Butterhuizen". De inhoud van dit bestemmingsplan geeft ons geen aanleiding tot het maken van op- of aanmerkingen. Mocht de inhoud van dit plan wijzigen, dan verzoeken wij u vriendelijk ons een geactualiseerde versie toe te sturen. Met vriendelijke groet, het College van Dijkgraaf en HoogheerQ^aden, de secretaris 4^ dijkgjjaaf
Veiligheid, schoon water, droge uoeten en hart voor het natte milieu
fit
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Kennemerplein 6-8 Hostbus 1160 2001 BD Haarlem Tel.: 023-5154660 Fax:023-5154661
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD
RPD Inspectie van tie Ruimtelijke Ordening West
Uw kenmerk
Uw brief
ROV/HW0004516
12 mei 2000
Kenmerk
Datum
19 mei 2000
LH26900
Onderwerp
Ontwerp-besteirrW
utterhuizen" overleg ex artikel 10 BRO, gemeente Heerhugowaard.
Geacht College, Mede namens de Inspecteur Volkshuisvesting en de Inspecteur Milieuhygiene bericht ik U dat bovengenoemd ontwerp-bestemmingsplan ons uit een oogpunt van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieuhygiene geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Hoogachtend, De Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening, ...yy
drs. H.J. de Loor Bestuursose; isi i :v. Ingekomen: c ._ h.-.
Sector. ,__.v.aoi-ng.
3i
Bijlagen:
•.arii
BOA bouwkundig tekenburo Dorpsstraat 995C 1566 JDAssendelft
Tel: 075 - 6875338 Fax:075-6571431 E-mail:
[email protected] K.v.K. nr 35019890 Rabo bank 10.35.96.070 Girov.d. bank 201259
Gemeente Heerhugowaard t.a.v. afd. ROV De heer H. Wijnveen Postbus 390 1700AJ HEERHUGOWAARD
T
Assendelft, 8 juni 2000
, ,
M
y •:
Betreft: uw kenmerk 2000-bouwaanvraag-0426 Geachte heer Wijnveen, Hierbij zenden wij u een tekening in enkelvoud ten behoeve van de uitbreiding van het woonhuis van de heer en mevr. A.B. Berntzen, Gibbon 2, 1704 WH Heerhugowaard. De aanvraag bouwvergunning ligt op dit moment bij mevr. M. Korossy. Uit een globale beoordeling van de bouwtekeningen is de gemeente gebleken dat de door ons gewenste dakopbouw op de garage niet past binnen de bouwvoorschriften van het geldende bestemmingsplan Butterhuizen. Wij menen echter dat dit wel mogelijk is, als B&W tenminste vrijstelling willen verlenen van lid 3.3 onder h. e.e.a. conform 'vrijstelling' lid 4.0 onder L Wij zijn van mening dat het karakter van de straatwand door deze opbouw niet zal worden geschaad. Als dit niet mogelijk is, dan verzoeken wij u de bebouwingsmogelijkheid op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan conform onze bijgeleverde tekening. De belangrijkste reden voor de dakopbouw is gelegen in de afwezigheid van een kap op de woning die als zolderberging kan fungeren. Het aantal m3 berging op de verdieping is daarmee te gering. Tevens is er een noodzaak voor mijn opdrachtgever thuis te kunnen beschikken over een afzonderlijke werkkamer. Omdat een kap op het hoofdgebouw het karakter van de straatwand wel wezenlijk zou veranderen, is er gekozen voor een opbouw van de garage. Wij hopen, dat u dit verzoek zult willen honoreren. In afwachting van uw antwoord, verblijven wij inmiddels, loogachtend,
ATB. Berntzen BOA bouwkundig tekenburo
opdrachtgever
Alle werkzaamheden en betalingscondities uitsluitend volgens de voorwaarden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Zaandam, bij ons ter inzage, eventueel op verzoek gratis verstrekt.
•. - , ^
-.,.
'A.
PMANfiFN 2
Z.C. de Vegt en A.J. de Vegt-Ortelee Zwarte Dolfijn 22 '704VR Heerhugowaard
Heerhugowaard, 26 juni 2000
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard T.a.v. de heer H. Wijnveen afd. ROV Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD
^•J'-^Uiur:-:\
aem--"
Betr.: zienswijze voorontwerp-bestemmingsplan Butterhuizen ;..:_-_
.-...J/Ci
29
JU:J,
i •Jh
L*!9^1:
Geacht College, Het voorontwerp-bestemmingsplan Butterhuizen ligt tot en met 29juni a.s. ter inzage. Naar aanleiding daarvan willen wij de volgende opmerkingen maken. 1. In de bij het plan behorende toelichting wordt gesteld dat het gemeentebestuur als uitgangspunt hanteert dat woningen moeten kunnen meegroeien met de woonwensen van de bcwoners. Uiteraard, zo vinden ook wij. Woonwensen liggen immers niet voor altijd vast, maar zijn afhankelijk van vele factoren, zoals onder meer de eisen des tijds, de gezinssamenstelling en de financiele mogelijkheden van het moment. Een prima uitgangspunt derhalve. Zo wordt ook voorkomen dat in latere instantie art. 19 procedures nodig worden. Volledig in strijd met dit principe is echter vervolgens de regeling voor vrijstaande woningen met een zgn. Erven II bestemming. Ten aanzien van deze woningen wordt opgemerkt dat verondersteld mag worden dat ze voldoen aan de huidige woonwensen en dat ze in dat opzicht "af" zijn. Die veronderstelling is in ons geval beslist onjuist. Wij hebben bij de bouw van onze woning, 7 jaar geleden, gelet op de financiele mogelijkheden, het bouwvlak nog niet volledig benut. Een aantal jaren later zouden we wel uitbreiden. Zie sub 3. Dat kon immers op basis van het bestemmingsplan. Er is nooit aangegeven dat we in die mogelijkheden al op zo n korte termijn zouden worden beperkt. De onjuiste veronderstelling dat onze woning af zou zijn heeft echter nu tot gevolg dat de afdeling ROV het bouwvlak in het nieuwe bestemmingsplan vastlegt op de huidige situatie. Er is geen enkele uitbreidingsmogelijkheid meer.
H -J
2. Normaal gesproken zou die er wellicht nog zijn in de vorm van bebouwingsmogelijkheden op de bestemming Erven, waarop tot maximaal 1/3 van de oppervlakte kan worden gebouwd; bij grotere tuinen tot maximaal 60 ml. Wij hebben een "grote" kavel (611 m2), maar de bestemming Erven II biedt slechts mogelijkheden voor bebouwing tot 10 m2. In de toelichting staat dat de bijgebouwenoppervlakte immers al in bet bouwvlak van het vigerende bestemmingsplan is opgenomen, hetgeen tot een soort dubbeltelling zou leiden bij de reguliere 1/3 bepaling. Wij zijn echter nog niet tot benutting van de bouwmogelijkheden van het bouwvlak overgegaan. Volgens de nieuwe regeling kan dat straks ook niet meer, terwijl ook de Erven bestemming het niet toelaat. In plaats van een dubbeltelling betekent dit in onze situatie er dubbel op achteruitgaan. Wij hebben destijds een ruime kavel gekocht vanwege de mime bouwmogelijkheden, maar nu we die niet onmiddellijk hebben benut, hebben we zelfs veel minder mogelijkheden dat een woning in een rij met een kleine tuin. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? 3. Wij gaven al aan dat wij in een wat later stadium van plan waren over te gaan tot uitbreiding van onze woning. Wij hebben hiertoe in het voorjaar van 1999 een conceptbouwaanvraag ingediend. Bestemmingsplantechnisch was dit geen enkel probleem. Aan alle voorschriften werd voldaan. Alleen de welstandscommissie wenste dat de kap op de uitbreiding in een andere richting zou worden gerealiseerd. Aangezien dat in constructief opzicht een ingrijpende aanpassing zou zijn hebben we gemeend de zaak even te moeten laten rusten om er later nog eens op terug te komen. In onze brief van 31 mei 1999 hebben we de gemeente dan ook bericht dat we weliswaar op dat moment geen mogelijkheden zagen om aan de wens van de welstandscommissie te voldoen, maar dat we er graag later op zouden terugkomen. Bij die gelegenheid hebben we tevens al verzocht om in het nieuwe bestemmingsplan met onze uitbreidingswensen rekening te houden (ook met een kap op de aanbouw). Zie bij 1. 1. Uw college heeft op 8 juli 1999 e.e.a. bevestigd en toegezegd de afdeling ruimtelijke ordening te verzoeken om met onze plannen rekening te houden. Zie bij 1. 2. U kunt wellicht begrijpen dat het op ons zeer onzorgvuldig overkomt dat nu blijkt dat er helemaal geen rekening mee is gehouden. Conclusie Wij verzoeken het voorontwerp-bestemmingsplan zodanig aan te passen dat: • •
•
het bouwvlak uit het vigerende bestemmingsplan wordt overgenomen in het nieuwe plan; een reelere bebouwingsmogelijkheid in de erven II bestemming wordt opgenomen; erven groter dan 120 m2 mogen tot max. 60 m2 worden bebouwd in de reguliere bepalingen, terwijl ons deel van het perceel met een erfbestemming meer dan 300 m2 bedraagt en slechts tot 10 m2 (met vrijstelling 1 m2 extra) mag worden bebouwd; uiteraard, zoals toegezegd, rekening wordt gehouden met onze concept-bouwaanvraag d.d. 1 7 maart 1999 (om welstandsredenen even ingetrokken); zie bij 1. 3 en bij 1 4 .
Uw reactie zien wij met belangstelling en vertrouwen tegemoet.
R. Belt Harpij 21 1704 TA Heerhugowaard,
Heerhugowaard, 28 juni 2000.
Aan:
Het College van Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard T.a.v. de heer H. Wijnveen afdeling ROV Postbus 390 1700 AJ Heerhugowaard.
Betreft: Bezwaartegen voorontwerp-bestemmingsplan Butterhuizen. Geacht College, Naar aanleiding van het voorontwerp bestemmingsplan Butterhuizen dat tot 29 juni 2000 ter inzage ligt willen wij als volgt reageren. U stelt in de toelichting dat het gemeentebestuur als uitgangspunt hanteert dat woningen moeten kunnen meegroeien met de woonwensen van de bewoners. Wij delen dit uitgangspunt met u. Het meegroeien zal slechts dan plaatsvinden indien daar behoefte aan is. Toen wij 8 jaar geleden hier zijn gaan wonen kochten wij een woning met mogelijkheden echter de behoefte om te groeien was er op dat moment nog niet en de benodigde middelen waren niet toereikend. Inmiddels zijn wij plannen aan het maken om de woning enigszins uit te breiden. Echter wij worden nu geconfronteerd met een wijzingen van het bestemmingsplan waarbij onze kavel tot de categorie Erven II gaat behoren. U stelt in uw toelichting dat deze woningen "af zijn en aan de huidige wooneisen voldoen en reeds op onderdelen aanvullende ruimtebehoefte hebben. Gezien het bovenstaande zult u ongetwijfeld begrijpen dat wij het niet eens zijn met deze stelling en tekenen hierom bezwaar aan tegen het voorgenomen voorontwerp bestemmingsplan. Wij vragen u tevens het voorontwerp bestemmingsplan op een dusdanige wijze aan te passen dat wij dezelfde regeling krijgen als de andere bestemmingsplannen zoals omschreven in paragraaf 2.8 van de to&Jichting. Hierin wordt toestemming gegeven voor het bouwen tot een maximum van 1/3de deel van de Erven met een maximum oppervlak van 40 m2 en bij grotere tuinen zelf tot 60 m2. Uw reactie zien wij met vertrouwen en belangstelling tegemoet. Met vriendelijke ;gr6et,
R. Bfelt.
(Uiv.
/
~L."'W <: