Wijaifrinff ran de wel eau '.'1 Juli 1890 (Stlil. a°. 126) in 1 regeling van hel militair onderwijl by de landmacht.
(154.
8.)
Bl.U.AÜE DEK MEMolfIE
VAN
AVTWOOBD.
TEKST van de voorgestelde wijzigingen, zooals deze, met inachtneming van de bij Nota van Wijziging<')) in het wetsontwerp aangebrachte wijzigingen, moeten worden gelezen.
TEGENWOORDIGE TEKST van de Wet 21 Juli 1890 {Staatsblad n". 126).
van
Wu WILLEM 111, BIJ DE OHATIE Oons, KONINO HEK N'EDEKl.ANDEN,
1'liINS VAN ORANJE N ' A S S A C .
OHOOT-HERTOI!
VAN I.IXE.M-
BUBG, ENZ., ENZ., ENZ.
Allen, die deze sullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten: Aizoo Wij in overweging hebben genomen, dat het noodig is — ter vervanging van de voorloopige regeling van het onderwijs i>ij de Koninklijke Militaire Academie, vastgesteld i>ij de Wet van 80 Mei 1877 (Staatsblad n°. 141), met intrekking van die Wet en van de Wetten van 11 Juli 188i> {Staatsblad n". 100), van •_>.") December 1887 (Staatsblad n". 217), van 4 Augustus 1888 (Staatsblad n°. 107) en van 28 Augustus 188Ö (Staatsblad n". l l h - eene algemeene regeling vast te stellen van liet Militair Onderwijs liij de Landmacht, voor zoover daarbij de opleiding voor den officiersrang en de hoogere vorming van den officier zijn betrokken: Zoo is het, dat Wij. den Raad van state gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden pn verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan i>ij deze: EERSTE HOOFDSTUK. Inrichtingen ran Militair Ondennjs. Artikel 1. De opleiding voer den officiersrang i>ij de Landmacht, ook — voor zooveel die opleiding in Nederland plaats beeft ten behoeve van den dienst in de Koloniën en bezittingen van lift Kijk in andere werelddeelen, geschiedt: ii. voor de Infanterie, de Cavalerie, de Artillerie en de Genie, aan de Koninklijke Militaire Academie: b. voor de Infanterie en de Militaire Administratie, aar. den Hoofdcursus. Artikel 2. Voorbereidend onderwijs wordt gegeven: (/. voor toelating tot de Koninklijke Militaire Academie: aan de Cadettenschool; ii. voor toelating tot den Hoofdcursus: aan eenen Cursus bij liet Wapen der infanterie. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1908—1909.
[154. H.)
16 Wijziging van de wei van 2J Juli 1800 (StM,
126) to< regeling van het militair onderwiü bij de landmacht.
Artikel 3 .
Er is Bene Hoogere Krljgsschool, bestemd tol vorming van officieren: a. in algemeen krijgskundige richting; alsmede voor de hoogere troepenleiding en voor den dienst l• i.j den Qeneralen Staf; //. voor den [ntendance-dienst. Door Ons worden In hel belang van de hoogere vorming van officieren — bepaaldelijk ook in technische richting nog andere voorzieningen getroffen. Artikel 4. De Hoogere K rijksschool is gevestigd te 's Gravenhage; de Koninklijke Militaire Academie te Breda; de Hoofdcursus te Kampen. Hij Algeineenen Maatregel van Bestuur worden aangewezen: ii. de plaats waar de üadettenschool wordt gevestigd; //. ilo korpsen van bel Wapen der Infanterie, waai hij oen Cursus als ondel' h van art. i' bedoeld, wordt ingesteld. TWEEDE HOOFDSTUK. . I li/rniiilii'
lii'/iilliiii/in.
Artikel 5. Aan de vakken, waarin, volgens de bepalingen dezer Wet, aan de hij de artt. 1. J en 8 bedoelde Inrichtingen onderwijs wordt gegeven, kunnen hij Algemeenen Maatregel van Bestuur andere vakken worden toegevoegd. De omvang van hel leerplan: de wijze waarop hel over de velschillende studiejaren wordt verdeeld; de eischen, waaraan hij den overgang naar een hooger studiejaar j _ moet worden voldaan: en de regelen, welke hij de overgangs-exainens behooren te worden in acht genomen, worden voor al de hij de artt. 1. 1 en 8 bedoelde Inrichtingen door Onzen Minister van Oorlog bepaald. Voor zooveel een en ander de opleiding voor den officiers, rang en de hoogere vorming van den officier, ten behoeve van den dienst in de Koloniën en Bezittingen van het Kijk in andere werelddeelen betreft, wordt door dien Minister daaromtrent met Onzen .Minister van Koloniën overleg gehouden. Aa" de leerlingen van de hij de artt. 1 en 2 genoemde [nricl.ungen wordt gelegenheid gegeven, overeenkomstig liet verlangen en de keuze der ouders of voogden, onderwijs in den godsdienst te bekomen. Artikel ü. Jaarlijks wordt door Onzen Minister van Oorlog het aantal leerlingen bepaald, die aan de Hoogere Krijgsschool, de Koninklijke Militaire Academie, den Hoofdcursus en de CadettenscbOO) kunnen worden toegelaten en dat wel voor zooveel meer bepaaldelijk betreft den dienst in de Koloniën en bezittingen van het Kijk in andere werelddeelen, na gehouden overleg met Onzen Minister van Koloniën. Daarb$j wordt vastgesteld, hoeveel van de opengestelde plaatsen ter beschikking komen: u. hij de Hoogere Krijgsschool: voor de officieren van elk Wapen of Dienstvak; b. hij de Koninklijke Militaire Academie: voor elk der heide categorieën van adspiranten, bedoeld Z ander—I—m—onder—ll vnn uit. :>•"> en wel voor elk Wapen afzonderlijk: en met dien verstande, dat het geza menlijk aantal voor eerstgemelde categorie beschikbaar te stellen plaatsen gelijk zal moeten wezen aan het aantal te verwachten adspiranten van deze categorie; c. hij den Hoofdcursus:
J. en hij dien van de Cadettenschoii] naar de Koninklijk* Militaire Academie
1 iu de artt. '_'ö en 26
1154. 8.J \\ij/.iging van ilc wei rin 21 Juli 1890 (Sil>l. n°. 12U) tot regeling van Lel militair onderwijs bij de laudiuucht. i
.
-
g g g g g g g g
Voor ili' Infanterie rii voor de Militaire Ailiniiiisl rat ie, met
dien verstande, dat, behoudend buitengewone omstandigheden, voop.de infanterie hel aantal opengestelde plaatsen ni
f //. de voorschriften, volgens welke bel toelatings- en hel eindexamen aan den Hoofdcursus, de toelatingsexamens aan de Cadettenschool en aan de Hoogere KriJgsschool, en het eindexamen
aan
de
KonlnkUJke
Militaire
Academie
worden
afgenomen; voorts die, volgens welke hel rangschikkingsonderzoek voor toelating tol de Koninklijke Militaire Academie wordt ingesteld; zoomede de wijze van samenstelling der Comtnission. ten overstaan van welke die examens en dat onderzoek plaats hebben.
Hij reglement worden vastgesteld: o. de Inwendige regeling van de Hoogere KrUgsschool, van de Koninklijke Militaire Academie, van den Hoofdcursus en van de Cadettenschool, daaronder begrepen de werkkring en de bevoegdheid van de hoofden dezer inrichtingen, en, voor zooveel de Koninklijke Militaire Academie betreft, van den hij a/t. 46 genoemden Raad van Bijstand; "\4t:—di vooi'.u'lirilten. volgens welke de toolutinmi en dn nind examen.< aan—df—Koninklijke—Militnire Aendeniie en aan den HeeWewwwBj en het toelating;* eawea minde g w p i Krijg»; ,
| en aan de ('iiilottcnüidiool worden afgenomen ; i
de wijy.i' van BamensteHtHg der ('nmmiii;d»-n. ten vwmtam» van welke die tmntm* staats hoiiiion,
Artikel 8. X • alsmede hei rangschikkingsHxamen v Koninklijke Militaire Academie.
toelating tot de
D,. toelating8- en de eindexamens X worden In het openbaar afgenomen. Omtrent den loop en de uitkomsten dier examens wordt, voor zoover zij op de Koninklijke Militaire Academie, den
lloofdcnrsus en de Cadettenschool betrekking hebben, een verslag opgemaakt, hetwelk In de Staatscourant wordt medegedeeld. Artikel 9. Leerlingen van eene der in art 8 genoemde inrichtingen, mogen niet langer dan twee jaren in hetzelfde studiejaar doorbrengen. Van deze bepaling kan worden afgeweken ten gunste van hen. di» wegens ziekte verhinderd waren het onderwijs geregeld te volgen. Overigens worden hij Reglement bepaald de regelen, waarnaar de leerlingen: o. wegens hunne gedragingen als anderszins van bedoelde Inrichtingen verwijderd kunnen worden;
h. van de overeenkomstig de artt 18. 80 en 87 aangegane dienstverbintenis ontheven kunnen worden. Artikel 10. Tot tegemoetkoming in de kosten van de Cadettenschool en van de Koninklijke Militaire Academie wordt jaarlijks, voor
lederen leerling eene door Ons vast te stellen som — het bedrag van vierhonderd gulden niet te hoven gaande — bijgedragen, welke in 'sRQks kas wordt gestort. Van het betalen dier bedragen kan dooi- ons geheeLe of gedeeltelijke vrijstelling worden verleend, volgens hij Reglement vast te stellen regelen. Artikel 11.
De onderofficieren van den Hoofdcursus en de leerlingen dei Koninklijke Militaire Academie — deze laatste wanneer zij dienst bij den troep verrichten — worden in eiken graad gevoerd hoven de organieke sterkte, voor elk korps vastgesteld.
[154. N.]
l8 -
\\ij/.iying \;m dr wei vim J1 luli L890 (Sihl. n°. 126) !<>! regeling van het militair onderwijl l>i.j de landmacht.
artikel 12. In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere* buitengewone omstandigheden, bedoeld i>ij art, 188 der Grondwet, kan-dooi Ons iiri onderwijs aan één of meer der In de artt. 1. - m :; genoemde Inrichtingen worden geschorst, <'ii over de leerlingen alsmede over het aan die Inrichtingen verbonden militair personeel beschikl worden in hel belang van 's Landt* verdediging. DERDE HOOFDSTUK. Van Int voorbereidt mi oiiderwyn u>i opleiding voor den officierif rang, S I.
\'nu ili I 'mli lli iisiiiinil.
Artikel 13. Aan de Gadettenschool wordt onderwijs gegeven in: a. dr wiskunde; li. de beginselen der theoretische en toegepaste mechanica; e. de natuurkunde en hare voornaamste toepassingen; ij Reglement aangewezen bescheiden, i>ij Onzen Minister van Oorlog, vóór het door dien Minister to bepalen tijdstip, tot hoi afleggen van hot examen aangemeld hebben. Zij, dio aan do onder " of // gestelde eisenen niet voldoen, mogen aan hot examen niet deelnemen. Wij behouden ons nochtans voor, jongelieden, geen Neder lander en geen zoon van een ingezetene der Koloniën of bezittingen van het Kijk in andere werelddeelen zijnde, i>ij uitzondering tot het volgen van de lessen aan do Cadettenschool toe te laten.
Artikel 16. liet programma van het i>ij art. l~> genoemde toelatings examen omvat: ii.
de reken . de stol- on do m e e t k u n d e ;
/;. de eerste iteginselen der natuurkunde;
Byiagen.
[154. 8. |
Tweede Kamen 19
Wijziging v;ni de wet van 21 Juli 18f)() (JStbl. n°. 120) tol regeling van hei militair onderwijl hij de landmacht. i
SHH—B^-—-B——=—————-H-H———--——SS^S-^^-S
f. de aardrijkskunde; ij het vorige lid bedoeld, geheel of ten deele ontheffing te ver leenen. Artikel 19. Hij. die tot de Cadettenschool is toegelaten en bij de in art. l-">, onder b, voorgeschreven aanmelding kennis heeft gegeven van zijn verlangen om het voorbereidend onderwijs voor toelating tot de Koninklijke Militaire Academie elders dan aan genoemde school te volgen, wordt daartoe, naar bij Reglement te bepalen regelen, in het genot van groot verlof gesteld. Hij staat, voor de toepassing dezer Wet, gelijk met hem die het onderwijs aan de Cadettenschool geniet, doch is gedurende zijnen verloftijd vrijgesteld van het betalen der bijdrage bedoeld bij art. 10. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op hem niet toepasselijk. zoolang hij zich in het genot van groot verlof bevindt. S 2.
Van tenen < btrsws.
Artikel 20. Aan eenen Cursus wordt onderwijs gegeven in: o. de wiskunde; b. de Nederlandsche taal: e. de Fransche taal:
[144. 8.] W [ j l i g i n g v :< ii de wet van 21 'luli I.Xitlt iSlhl.
n ° . l'J(i) tot r e g e l i n g vim het m i l i t a i r onderwijl bij de l a n d m a c h t .
Artikel 21. Hel leerplan wordt verdeeld over twee studiejaren. Artikel 22. De wijze van toelating tol eenen cursus, de regelen «raarnaar de leerlingen lijdelijk of voor goed daarvan kunnen worden verwijderd, Eoomede de Inrichting en nel bestuur van eenen Cursus, worden door Onzen Minister van Oorlog vastgesteld. VIERDE HOOFDSTUK Van de opleiding voor den ofltcienrang. 8 l.
Vuii de Koninklijk*' Militair* Academie. Artikel 23.
Aan de Koninklijke Militaire Academie wordt onderwijs gegeven in: n. de wiskunde; h. de toepassingen der natuurkunde op militair gebied; c de toepassingen der scheikunde op militair gebied; (/. de mechanica en hare toepassing op bouwkundige constructiën en werktuigen; e. het landmeten en waterpassen en de geodesie; /'. de Maleische taal: !/. de land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië; //. de militaire aardrijkskunde; /. de hoofdbegrippen der strategie en de krijgsgoschiedenis; k. de tactiek: /. de oorlogsgebruiken; m. het militair strafrecht; //. de artillerie-wetenschap; IK de pionier* en de versterkingskunst }). de burgerlijke, de militaire en de schoone bouwkunde; q. de waterbouwkunde en de hydrographie van Nederland; /•. de wetten en de voorschriften betreffende de uitvoering van genie-werken: t. de paardenkennis; de rij- en de africhtingskunst; /. het rechtlijnig en het topographisch teekenen; ii. de dienst- en de exercitie-reglementen, benevens de dienstvoorschriften en de militaire wetten; r. de militaire administratie; ir. de exercitiën en de verdere practische oefeningen; .r. de gymnastiek, het schermen, het zwemmen en het paard rijden. Artikel 24. Het leerplan wordt verdeeld over drie studiejaren. M
Artikel 25.
M
Artikpl
2*.
Hel recht, om aan het toelatings-examen voor de Koninklijke ilitairen A l l ( . leerlingen der Cadettenschool, die voor de Militaire Academie deel te nemen, wordt verleend aan: dienst bij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden en I. alle leerlingen der Cadettenschool, die het onderwijs aan aan d« eisenen, die, krachtens het bepaalde in het tweede lid deze Inrichting geheel hebben gevolgd. van art. "». voor overgang van de Cadettenschool naar de KoII. Nederlanders en zoons van Europeesche of daarmede gelijk ""' k ;"' k " M l | " ^ " . ' \ ;"!"'" u , " ' " T"". 1 ' 1 ' • ''"' ", V**"*' gestelde Ingezetenen der Koloniën of bezittingen van het Rijk in w o r d e ? "» d e Koninkljke Militaire Academie toegelaten , , ,, , ,. den dienst, waarvoor /.t| meer bepaaldeliik bestemd /.i|ii. andere werolddoelen. d i e :
•'
'..
•
/11 worden, zooveel inogelyk, lui het Wapen hunner Keuze O. op het tijdstip van den aanvang van het eerstvolgende j n g e d e e i d i v ,„„. /1M,V,.,. z i j daartoe In aanmerking komen In leerjaar den vollen ouderdom van zeventien jaren bereikt, en v,.,|,.11|(| ,,,,,, . dien van een en twintig jaren niet overschreden hebben; ' ". den uitmag van het zooeven geiiielue geiieeslcundifr onder» zoek :
[154.
K]
21
Wijsiging \iin de wet van 21 J u l i 1890 (Stbl. n°. 126) tot regeling van hei militair onderwijl hij de landmacht, —————— ——————---1^~^—^—^^^^^^^mm * **————— _ . l,. hel iiantal plaatsen. Ingevolge liel liepaulde IrtJ art. ft, ten //. zich, onder overlegging der hij Reglemont aangewezen behoeve van dl'/.' categorie, VOOI' i|r onderscheidene \\apen.~ bescheiden, bij onzen Minister van Oorlog, vóór hel door Opengesteld :
dien Minister te bepalen t i j d s t i p , tol het afleggen van liet e x a m e n
i. di' rangorde, welke /.ij bij hel overgangsexamen van de Cadetteuschonl naar de Koninklijke Militaire Academie, blljkenn de uitspraak der Bxamen-eommissie, hebhen verkregen; daarbij gelet op hetgeen, krachtens het bepaalde In het tweede lid van art. •">. Is voorgeschreven ten aandien van de eisenen van kennifi in bepaalde vakken, voor eene plaatsing IdJ hel Wapen der Artillerie of i>ij dal der Oenie.
hebben aangemeld. Zij. die. heizij aan het onder l of aan het onder II gemelde niet voldoen, mogen aan het examen niet deelnemen. Wij behouden Ons nochtans voor jongelieden, geen Neder*
Artikel M. Ned•"> der wel op hel middelbaar onderwijs: II. hetzij van hel in art. 11 der wel op hel hooger onder* wijs bedoelde getuigschrift van bekwaamheid tui de studie aan eene universiteit in de faculteit i\rr geneeskunde of der wis* en natuurkunde: III. hetzij van Int in art. II':! der Wel op hel hooger onderwijs bedoelde getuigschrifl van bekwaamheid tut de studie aan de Technische Hoogeschool: [V. hetzij van een getuigschrift of diploma, krachtens eenige wel mei ''''tl der onder I lil bedoelde gelijkgesteld. Wij behouden f)ns nochtans voor jongelieden, geen Neder* landi'i en 'geen zoon van een ingezetene der Koloniën of bezittingen van hel Kijk in andere werelddeelen zijnde, t>i.i uitzondering tot hel volgen van de lessen aan de Koninklijke Militaire Academie toe te laten.
hinder en geen zoon van een ingezetene der Koloniën of bezittingen van het Kijk in andere werelddeelen zijnde, bij uitzondoring tot liet volgen van de lessen aan de Koninklijke Militaire Academie toe te laten. Artikel 26. liet programma van het bij art. 2."> genoemde toelatings* examen omvat: (». de reken*, de stel* en de meetkunde, de gonio. en trigonometrie en de beginselen der beschrijvende meetkunde; I).
de beginselen van de theoretische en toegepaste mechanica;
c. de cultuurkunde en hare voornaamste toepassingen; (/. de scheikunde en hare voornaamste toepassingen; e, de beginselen der cosmographie; /'. do gronden van de gemeente*, provinciale* en staats inrichting van Nederland.
g. de staathuishoudkunde en de statistiek, inzonderheid van Nederland en van zijne Koloniën en bezittingen in andere werelddeelen; h. de aardrijkskunde; r. do geschiedenis; k. de Nederlaadsche, do Fransche, de Hoogduitsche en de Engelsche taal* on letterkunde; /. het hand* on het rechtlijnig teekenen. Bedrevenheid in het oxerceoren uit do recrutenschool strekt tot aanbeveling. De eischen van kennis, volgens vorenvermold programma te stellen, worden bij de in art. 7, onder b, bedoelde voorschriften nader omschreven en toegelicht.
Artikel 27.
Artikel 27.
Overtreft voor eenig Wapen hel aantal aan de eiachen van art. 2<> beantwoordende adapiranten dal der daarvoor beschik* baar gestelde plaatsen, dan hebben de betrokken adapiranten, ter bepaling van de rangorde, waarin /.ij vuur indeding bij tiet Wapen hunner keuze in aanmerking komen, zich aan een rang schikkingsonderzoek te onderwerpen. De indeeling bij de verschillende Wapens geschiedt vervolgeus naar de rangorde, duur die adapiranten bij het onderzoek, blijkens de uitspraak der commissie vuur hei rangschikkingsonderzoek verkregen ; daarbij gelet op hetgeen, krachtens het bepaalde onder 6 van art. 7, la voorgeschreven ten aanzien van den meerderen invl 1 van bepaalde vakken, voor eene plaatsing iiij hel Wapen der Artillerie of hij dat der Genie. Hij de indeeling van de in dit artikel bedoelde adapiranten wordt in acht genomen, dat hij. wiens vader in den dienst van den Staal gesneuveld, of binnen één jaar ten gevolge van in de/.en dienst voor den vijand bekomen wonden over* leden is. op grond hiervan, desverlangd, eene beschikbare plaats voor het Wapen dei Infanterie inneemt, wanneer hij
Allo leerlingen dor Cadettenschool, die voor don militairen dienst bij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden en, blijkens de uitspraak der examen-commissie, met goeden uitslag het bij art. 25 vermelde examen hebbon afgelegd, worden tot de Koninklijke Militaire Academie toegelaten voor den dienst, waarvoor zij meer bepaaldelijk bestemd zijn. Zij worden, zooveel mogelijk, bij het Wapen hunner keuze ingedeeld, voor zoover zij daartoe in aanmerking komen in verband met: a. den uitslag van het zooeven gemelde geneeskundig onderzoek: b. het aantal plaatsen, ingevolge het bepaalde bij art. 6 jaarlijks ten behoeve dier categorie, voor de onderscheidene Wapens
opengesteld; e. de rangorde, welke zij bij het examen, blijkens de uitspraak der examen-commissie, hebben verkregen: daarbij gelet op hetgeen, krachtons het laatste lid van art. 20 is voorge schreven ten aanzien van de eischen van kennis in de wis-njn
8.]
[154.
22 1
Wijziging van 'l>' *"et ^i" ~l Juli IH!M( (Sthl.
n°. 126) l<»( regeling van bet militair onderwijs bij de landmacht.
dige vakken, vuur eene plaatsing i>ij hel Wapen der artillerie of bij dat der Qente.
volgen* voormelde i-angorde niet voor eene benoeming tot cadet IHJ hel Wapen zijner keuze in aanmerking kun komen.
Artikel 28.
Artikel 28.
De Jongelieden bedoeld onder il van art -'-">, die, bUjkena de uitspraak der examen-commissie, aan bet examen hebben voldaan, komen voor toelating tot de Koninklijke Militaire Academie en voor indeeling hij het Wapen hunner keuze in aanmerking, voor zoover zij. voor den dienst bij dat Wapen, iiij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden, en, lngevolge het bepaalde bij art. 8, ten behoeve dezer categorie, plaatsen hij de verschillende Wapens zijn opengesteld. Overtreft het aantal adsplranten voor eenlg Wapen dat der ,
.
... .
,,
,
,
,
•
,
,
.
daarvoor bescbikbaar gestelde plaatsen, dan geschiedt de toelating naar de rangorde, door die adsplranten blijkens de uitspraak der examen-commissie, hij het examen verkregen, niet inachtneming, voor wat de indeeling hij het Wapen der Artillerie of hij dat der Genie betreft, van dezelfde eisenen, als waarvan bij e van art. -11 sprake is, en met dien verstande, dat hij, wiens vader In den dienst van den Staat gesneuveld, of binnen een jaar ten gevolge van in dezen dienst voor den vijand hekomen wonden overleden is, op grond hiervan, desverlangd, -__. , ,.u;i.i , i i Jm i Te \ • • eene beschikbare plaats voorliet \\ apen der infanterie inneemt, _-__ , i; , ,, i •. i • • i waiiiieer hl volgens voormelde rangschikking niet voor eene u-_«—«__i.«i. i i i - i .. i i ' •• i benoeming tot cadet bij het Wapen zijner keuze in aanmerking kan komen. Artikel 29. Ingeval sommige der voor de leerlingen van de Cadettenschool opengestelde plaatsen aan de Koninklijke Militaire Academie, niet mochten worden vervuld, kan daarover worden beschikt ten behoeve van de jongelieden, bedoeld Knndrr II can—art. 86. Artikel 30. H\j, die overeenkomstig Tart. L'8 tot de Koninklijke Militaire Academie wordt toegelaten is, te rekenen van het tijdstip waarop zijn verblijf aan deze Inrichting een aanvang neemt, verbonden, om den Staat gedurende zeven jaren als militair te dienen. Van deze zeven jaren behoort hij er vier in den rang van officier te dienen, zoodat, wanneer de officiersrang niet in drie jaren wordt bereikt, de dienstverbintenis stilzwijgend met den langoren duur van den opleidingstijd wordt verlengd. Het derde lid van art. 18, zooinede het voorbehoud, bij de slot-alinea van dat artikel gemaakt, zijn ook voor hem van toepassing.
,
"'' '" •"'• -~' bedoelde rangschikkingsoiiderzoek bestaat In ''''" rangschlkkingsexainen, als Ie in oen onderzoek naar lichameUJke gesteldheid, bedrevenheid In llchaamsoefeningen, algemeens goesteHontwlkkeling, v«rstand«UJken aanleg en «tudlezln. Het programma van het in bot voorgaande lid genoemde rangachikklngaexamen omvat: ,i. het rekenen ; , , ,, , , ''•
de slelkllllde
Iliel
d e !<< > 1111 > e | | 11 ï g i 'II' >ll lell'IO ;
''• '''' meetkunde;
H ui " t . J«i.
f art. 2o of 11.
I Artikel 31. De leerlingen der Koninklijke Militaire Academie worden, in het belang van hunne practische vorming, volgens bij Reglement vast te stellen regelen, gedetacheerd bij het Wapen, waarvoor zij worden opgeleid. Artikel 32. De leerlingen der Koninklijke Militaire Academie worden door Ons tot tweede-luitenant benoemd bij het Wapen, waarvoor zij zijn opgeleid — ook al mocht er geene vacature in gameiden rang bij dat Wapen bestaan — indien zij: (i. volgens de uitspraak der examen-commissie aan het bij Reglement voor liet eind-examen vastgestelde programma hebben voldaan : h. naar het oordeel van die commissie — gegrond ook op de kennisneming van de te hunnen aanzien uitgebrachte rapporten - - voldoende practische geschiktheid en bruikbaarheid bezitten en van goed gedrag zijn ; C. voor den militairen dienst bij geneeskundig onderzoek geschikt zijn bevonden.
I
B|)lagen.
[ 1 5 4 . H.]
Wijziging \an
Tweede Kamer.
n
n°. 186) int regeling ron hei militair onderwijl l>ij
Van dia TToofdcuriui. Artikel M.
Aan den Hoofdcursus wordt onderweg gegeven In: (i.
de w i s k u n d e :
ii. de natuurkunde: e, het landmeten en waterpassen ; (/. de Nederlandsche taal : i'. de Fransche taal; /'. de rloogduitsche taal i IJ. de Ifaleische taal : //. de land* en volkenkunde van Nederlandsch-Indle; i. de \\is-, natuur en Btaatkundige aardrijkskunde en de gronden der militaire aardrijkskunde van Nederland ; k. de geschiedenis; /.
de tactiek:
in. do oorlogsgebrulken; », het militair strafrecht; o. de wapenleer; /». de pk>nier- en de reraterkingskunst; '/ het rechtlijnig en hel topographisch teekenen; /•. de warenkennis; •s. liet boekhouden: (. de dicnsr- en de exoardtie-reglementen, benevens dn dienstvoorschriften on do militaire wetten; //. do müitalre administratie; /•. do exercitiën on do verdere practische oefeningen; ir. de gymnastiek, het schermen on hot zwemmen. Artikel 34. Hot leerplan wordt verdeeld over twee studiejaren. Artikel 35. Aan onderofficieren ongeacht /.ij al dan gevolgd, vergund het volgens hot daarvoor
van hot Wapen dor infanterie wordt, niet do lessen np oenen Cursus hebben toelatings-examen tot den Hoofdcursus, hij Reglement vastgestelde programma,
at' te Leggen, wanneer z i j : ii. Op liet tijdstip van don aanvang van het eerstvolgende leerjaar, den vollen ouderdom van negentien jaren bereikt, dien van vijl en twintig jaren niet overschreden h e b b e n : drie jaren als militair gediend hebben en minstens één .jaar den
graad van onderofficier hebben bekleed: //. door practische geschiktheid, gedrag en dienst ij ver. naai' door Onzon .Minister van Oorlog te stellen regelen, daarvom in aanmerking kunnen k o m e n :
c. voor den militairen dienst, hij geneeskundig onderzoek, geschikt zijn bevonden. Aan
onderofficieren
dor overige Wapens, die aan do onder
zij tot tw
verleend
bedoeld examen
at' te leggen, wanneer
te-luitenant hij de Militaire Administratiewenschen
te worden opgeleid.
Artikel 36. De onderofficieren, die. ingevolge het bepaalde bij art. 86, aan het examen hebben deelgenomen, en blijkens do uitspraak
dor examen-commissie, daaraan hebben voldaan, worden tot don Hoofdcursus toegelaten, voor zoover daarbij, in verband mot het bepaalde bij art. 6, ten behoeve dier onderofficieren, plaatsen zijn opengesteld. Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen
1908—1909.
|M4. G
K]
Wyiigiag van de wel van 21 Juli 1890 (Stbl. n . L26) tol regeling van hel militair onderwijl l)i.j de landmacht. Overtref! nel aanta] adspiranten da.1 der beschikbaar getitelde plaateen, dan geschied! de toelating naar de rangorde door die adspiranten, bUjkens de uitspraak der examen-commissie, l>i.j hei examen verkregen; mei dien verstande, dal hij wiens vader in den dienst van den staal gesneuveld ni' binnen öén Jaar ten gevolge van in dezen diens! voor den vijand bekomen wonden overleden is, op grond biervan eene beschikbare plaats inneem! vuur liet Wapen of Dienstvak, waarvoor hij krachtens hel bepaalde hij art. 85 in aanmerking komt. Artikel 37. Een onderofficier, die tol den Hoofdcursus wordt toegelaten, is — onafhankelijk van den duur van zijn loopend dlenstverband - verbonden, na zijne benoeming tol officier, den staat gedurende vier jaren In dien rang te dienen, onder gelijke verplichting als in de 8de alinea van art. 18 is <>nischreven.
liet voorbehoud, hij de sint-alinea van art. 18 gemaakt, is ook voor hein van toepassing. Artikel 38. De onderofficieren van den Hoofdcursus worden, in het belang van hunne practiache vorming, gedurende een hij Reglemenl te bepalen tijd hij korpsen van het leger gedetacheerd. Wij behouden Ons daarbij wor, deze detacheering te doen achterwege hiijven vnnr de onderofficieren, die vour den milltairen adininistratieveii dienst in de Koloniën en bezittingen van het Kijk in andere werelddaelen worden opgeleid.
Artikel 39. I)e onderofficieren van den Hoofdcursus winden door Ons , tot tweede.luitenant hij het Wapen of Dienstvak, waarvoor zij
zijn opgeleid, benoemd — óók al mocht er geene vacature in gemeldenrang hij dat Wapen of Dienstvak bestaan — indien zij voldoen aan de eischen, overeenkomende met die, in art. 82 voor de leerlingen schreven.
der
Koninklijke
Militaire Academie
om-
VIJFDE HOOFDSTUK.
Vmi iii' Hoogere Krygmchool. Artikel 40. Aan de Hoogere Krijgsschool wordt— voor zoover toepasselijk ook in verliand n u t Xederland.sch Indische t o e s t a n d e n — o n d e r wijs gegeven In: ii. de n a t u u r k u n d e : //.
de scheikunde:
c. de geodesie;
de Hoogduitsche t a a l :
/'. de Engelsche taal; g.
de Maleische t a a l :
//. de Javaansche taal: i.
de land* en volkenkunde van Nederlands! h-Iiulië
/.•.
de militaire aardrijkskunde en statistiek:
/.
de strategie en de krijgsgeschiedenis;
///. de tactiek : n. de leer van liet krtjgswezen, den stafdienst en deleger-
verpleging; n. de leger-administratie, nok in verband met de wetten des Rijks: /*. den dienst der vrede en van OOliog;
Militaire
Administratie
in tijden
van
[ 1 5 1 . N.J Wijziging ran de wet van 'Jl Juli IJSÜO (S/hl. n°. l^ij) tot regeling ran liet militair onderwijs hij de [aiidmucht. <j. de militaire gezondheidsleer; ;•. de warenkennis (mechanische en chemische technologie daaronder begrepen); s. i|i' oorlogspolitiek en dr oorlogsgebruiken; /. «Ie staatswetenschappen; ti. hel staats- en administratief rechl van Nederlandsch-IndiP ; /•. het Mahomedaansch rechl ; ir. dr artillerie-wetenschap; ./•. de versterkingskunst; ij. dr practische oefeningen : -. het paardreden. Artikel 41. Het Leerplan voor de studiën hij art. 8, onder " en i>, bedoi'lil. wordl verdeeld over drie jaren. Volgens hij Reglement vastgestelde regelen worden de leerlingen, in bet belang van hunne practische vorming of voor het volgen van bijzondere studiën, mot dat leerplan verband houdende, hij korpsen en burgerlijke of militaire instellingen gedetacheerd. Artikel 42. De vergunning om aan hel toelatings-examen voor de Hoogere Krijgsschool, volgens het daarvoor hij Reglement vastgestelde programma, deel te nemen, wordt verleend aan officieren, die: ii. op liet tijdstip van dm aanvang van hot eerstvolgende leerjaar minstens vijfjaren in dien rang hebben gediend; h. naai door Onzen Minister van Oorlog, zooveel noodig, in overleg met Onzen Minister van Koloniën, te stellen regelen — ook wat praetische geschiktheid, gedrag en dienstijver betrefl — daarvoor in aanmerking kunnen komen. Wij behouden ons voor aan officieren der Zeemacht — h e t Corps Mariniers daaronder begrepen — en. hij uitzondering, ook aan officieren van vreemde legers, te vergunnen, de lessen aan de Hoogere Krijgsschool te volgen. Artikel 43. Ten aanzien van de officieren, die hunne studiën aan de Hoogere Krijgsschool hebben voleindigd, wordt jaarlijks door conunissiön, door Onzen Minister van Oorlog te benoemen, aan dien Minister een verslag uitgebracht. ZESDE HOOFDSTUK. Iht toezicht, Int bestuut en de leeraren. Artikel 44. Het toezicht o]) de in deze Wet genoemde Inrichtingen van Militair Onderwijs, is aan een" Opper* of Hoofdofficier opge-
dragen. Hij voert als zoodanig den titel van Inspecteur van het Militair Onderwijs, en staat onmiddellijk onder de bevelen van onzen Minister van Oorlog.
De werkkring en de bevoegdheid van dien Inspecteur worden hij Algemeenen Maatregel van Bestuur vastgesteld. Artikel 45. Hei bestuur over di' Koninklijke Militaire Academie is aan
eenen Gouverneur opgedragen. Aan het hoofd van elk der andere in art. ü geroemde lnlichtingen staat een Directeur. Artikel 46. Aan de Koninklijke Militaire Academie wordt door Onzen Minister van Oorlog een Raad van Bijstand benoemd uit
officieren en leeraren dier Inrichting.
[154. 8.] Wijziging van de wei van 2] Juli L890 (Sihl,
II°. L26)
tot regeling van bet militair onderwijs l)ij de landmacht»
Artikel 47. Hel ondei w ijs aan de In deze Wel genoemde talrichtingen van Militair onderwijs wordl gegeven door: ii. officieren; >>. burgerleeraren: c. personen niet behoorende t»>r nel vaste leeraarspersoi I. De onder b bedoelde leeraars worden door ons benoemd, geschorst en ontslagen; die onder a en c vernield, worden door Onzen .Minister \ran Oorlog aangewezen. Artikel 48. De reglementaire bepalingen, bedoeld bij de artt. 7, 9, 10, 15, 10, f-ii^ 81, 82, H.'^iiH, 89, 41 en 42, worden, voor elk der daarbij bedoelde Inrichtingen, tdj Algemeenen Maatregel van Bestuur vastgesteld. ZEVENDE HOOFDSTUK. Overgangsbtpalinaen. Artikel 49. Wij behouden Ons voor, op den grondslag van de in deze Wel voorkomende bepalingen, zoodanige overgangsmaatregelen te treffen, als Wij in het belang van bet Militair Onderwijs, van de aanvulling van het offleierskorps en van de betrokken personen nuttig en noodig achten. Daarbij zal rekening worden gehouden met de verkregen rechten van hen, die op den dag van het in werking treden dezer Wet zijn toegelaten toteene Inrichting van Militair Onderwijs ter opleiding van officieren. Artikel 50. Deze Wet treedt in werking op een door ons te bepalen tijdstip. Op dat tijdstip vervallen de Wet van 80 Mei 1877 {Staatsblad n". 141), gelijk deze is gewijzigd bij de Wetten v;m 11 Juli 1882 {Staatsblad n". 100), van 25 December 1887 {Staatsblad n". 217), van 4 Augustus 1888 {Staatsblad n". 107) en van 28 Augustus 188!) (Staatsblad n". l i l ) , en voorts alle besluiten, verordeningen en voorschriften betreffende het Militair Onderwijs, voor zoover daarbij de opleiding voor den offleiersrang en de hoogere vorming van den officier zijn betrokken. Lasten en bevelen, dat deze in liet Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven op het Loo, den 21sten Juli l8!»o. WI LLEM. /)« Minister van Oorlog, .1. W.
BE RU A N S 1 I S .
hi' Minister van Koloniën, M A C K A V.
Uitgegeven den tweeden Augustus 1890. De Minister van Justitie, III