1 I. Voorbereiding van het transport Salitter’s verslag Het Jodentransport, dat op 11 december gepland was, bevatte 1007 Joden... Het transport bestond uit Joden van beide geslachten van verschillende leeftijden, van baby’s tot 65jarigen…Op de weg van het slachthuis, het aangewezen verzamelpunt, naar het perron probeerde een man zelfmoord te plegen door zichzelf voor een auto te gooien. Maar de bumper van de auto ving de klap op en hij raakte slechts lichtgewond. Hij herstelde tijdens de reis en realiseerde zich dat hij zijn lot, dat hij deelde met zijn medegeëvacueerden, niet kon ontlopen. Een oude Joodse vrouw liep weg van het perron zonder dat iemand het doorhad – het regende en het was erg donker- ze ging een aangrenzend huis binnen, ontdeed zich van haar kleren en ging op het toilet zitten. Zij werd echter opgemerkt door een schoonmaakhulp en uiteindelijk teruggebracht naar het transport.
Hilde Sherman’s getuigenis …Volgens de bevelen van de Gestapo mochten we 50 kg. bagage en een slaapzak (met dekens) van 70 cm. lang en 30 cm. breed meenemen,. Iedereen probeerde natuurlijk zijn meest waardevolle bezittingen in het koffer te proppen, zeker omdat niemand wist hoe lang deze ‘relocatie’ in beslag zou nemen…En de 10e (december 1941) werden we gedwongen op de trein te stappen. Ik nam afscheid van mijn ouders…De naam van mijn echtgenoot was Kurt Winter. Ik ben met zijn familie gedeporteerd. Bij het aanbreken van de dag kwamen we aan in Düsseldorf. We stapten uit de trein en moesten naar de binnenplaats van het slachthuis lopen, waar we bij elkaar kwamen en werden verzameld. Ik kan me herinneren dat op dat moment oudere mensen hun bagage op de straat gooiden, omdat ze niet meer in staat waren om het te dragen. Ik zag hoe de mensen (uit de stad) naar ons keken. Ze kwamen niet naar buiten, maar bleven achter hun ramen naar ons kijken. Ik zag hoe de gordijnen bewogen. Niemand kan zeggen dat ze niks gezien hebben, natuurlijk hebben ze ons gezien! We waren met meer dan duizend mensen. We kwamen aan op de binnenplaats van het slachthuis (het verzamelpunt) en hebben er vervolgens de hele nacht gestaan. Alles stond onder water. Het was een verschrikkelijke nacht. En dat was nog maar het begin. Het was de eerste keer dat ik werd geslagen. Dat was door een hoge SS officier die bij de ingang stond. Daar was een steile trap die direct uitkwam op de binnenplaats en waarop de mensen blijkbaar niet snel genoeg vooruit liepen. De officier duwde me en schreeuwde: “Waar wacht je op, de tram ? Er zal nooit meer een tram voor jou komen…Kort daarna, moesten we ons uitkleden en werden onze spullen afgepakt…
2 II. Op het perron Salitter’s verslag Het vertrek van het transport was om 9.30 gepland. Om die reden werden de Joden om 4.00 ’ s ochtends naar het perron gebracht, klaar om in te stappen De Duitse spoorwegen waren er echter niet in geslaagd om de trein zo vroeg in stelling te brengen, zogenaamd vanwege een gebrek aan personeel. Het inladen van de Joden begon daarom pas om 9.00 en werd in grote haast uitgevoerd, omdat de Duitse Spoorwegen erop stonden dat de treinen op tijd bleven rijden. Het moge duidelijk zijn dat sommige wagons overbevolkt waren (60 tot 65 personen) terwijl andere slechts 35 tot 40 personen telden. Dit leverde gedurende de hele reis naar Riga problemen op, omdat sommige Joden herhaaldelijk probeerden om in minder drukbezette wagons te geraken. Voor zover de tijd het toestond, liet ik ze, in sommige gevallen, wisselen van wagon, omdat enkele moeders waren gescheiden van hun kinderen...Het beladen van de trein was om 10.15 voltooid en...de trein vertrok rond 10.30 van het Düsseldorf-Derendorf station.
Hilde Shermans’s getuigenis Bij het aanbreken van de morgen werden we richting het perron gedwongen. Er was nog geen trein. Het was verschrikkelijk koud. We stonden er maar te wachten van 4 tot 9 uur in de ochtend. Toen werden we geroepen...en de reis begon op 11 december 1941. Ze hadden alles van ons afgepakt. Eén van de mensen vroeg aan een bewaker, een SS’er, wanneer de trein zou komen. Ze haalden een knuppel tevoorschijn en ze sloegen hem zolang totdat hij niet meer op kon staan. Hij heeft het transport niet gehaald...dit was het eerste dodelijke slachtoffer en dit was nog maar het begin…
3 III. De trein vertrekt Salitter’s verslag Ik kwam tot de ontdekking dat de wagon, die voor de bewakers gereserveerd was, niet in het midden geplaatst was, met andere woorden, het was wagon nr. 21... Vanwege een defect verwarmingssysteem, bereikte de warmte de achterste wagons niet, waardoor de kleren van de bewakers niet opdroogden (het regende gedurende het hele transport).Ik had dus te maken met bewakers die vanwege ziekte hun werk niet konden doen... De transportcommandant kon de gehele trein vanuit zijn positie niet zien. Elke keer als de trein stopte, probeerden de Joden contact te leggen met de mensen op het perron. Ze vroegen hen om hun brieven te posten of om water. Ik moest voortdurend twee bewakers voor de wagons neerzetten...
Hilde Shermans’s getuigenis Wij zaten in een passagierswagon, dit was nog voor het gebruik van veewagons. Omdat de wagon zo vol was gepropt met mensen, werd het ondraaglijk warm. Ze werden ook nog verwarmd, dat was natuurlijk totaal overbodig.. In de andere wagon, waar de kinderen in zaten, was er helemaal geen verwarming. Zij bevroren bijna…
4 IV. De reis Salitter’s verslag Om 11.10 (op 12 december) bereikten we Konitz. (Salitter wilde de bezetting van de trein herindelen zodat de wagon van de bewakers zich in het midden zou begeven). In eerste instantie werd hiermee ingestemd, maar plotseling verkondigde de stationschef dat...het niet mogelijk was...Hij zei me dat de trein onmiddellijk moest vertrekken. Een herindeling van de trein zou onmogelijk zijn...Ik vond het gedrag van de stationschef erg vreemd en ik zei hem dat ik de situatie bij zijn meerderen wilde aankaarten. Hij vertelde mij op zijn beurt dat het voor mij onmogelijk was om zijn meerderen te bereiken. Hij had zijn bevelen. De trein moest vertrekken omdat er twee andere treinen onderweg waren. Hij stelde voor dat ik de Joden uit de middelste wagon zou verwijderen en zou verplaatsen naar de tweede klasse wagon, waarin de bewakers zaten. Op die manier zou ik de bewakers naar de beschikbare centrale wagon kunnen verhuizen. Ik denk dat iemand uit de hoogste geledingen ervoor zou moeten zorgen dat deze spoorweg man begrijpt dat leden van de Duitse politie anders behandeld dienen te worden dan Joden. Ik heb sterk de indruk dat dit iemand is die nog steeds over die “arme Joden” praat, iemand die totaal geen notie heeft van wat het begrip “Jood” inhoudt... In Tilsit: Daar... werd de wagon van de bewakers naar de voorkant van de trein verplaatst en werden ze eindelijk verwarmd. De bewakers stelden de warmte zeer op prijs... hun uniforms waren doorweekt en nu konden ze eindelijk opdrogen...De treinreis zou, van dit punt naar Riga, normaal gesproken zo’n 14 uur in beslag nemen, maar omdat er maar één spoor beschikbaar was en onze reis blijkbaar geen prioriteit had, werd de reis vele malen lange tijd vertraagd...
Hilde Shermans’s getuigenis Ik kan me herinneren dat we ontzettende dorst hadden. We hadden brood meegenomen, maar de dorst was verschrikkelijk. Iedereen in de wagon had koorts vanwege de afschuwelijke hitte. We arriveerden in Insterburg, aan de grens van wat voorheen Polen was. Daar stopte de trein. De deuren gingen open en we mochten naar buiten om sneeuw te verzamelen, Zodra de sneeuw smolt konden we drinken… Ik had mijn laarzen niet uitgetrokken omdat ik wist dat ik niet meer in staat zou zijn ze over mijn opgezwollen voeten weer aan te trekken. Ik was de enige die geen koorts had en uit kon stappen. Ik probeerde dus zoveel mogelijk sneeuw in schoteltjes te verzamelen en gaf het zelfs aan aangrenzende wagons door de raampjes. Aan het einde van het perron zag ik een brievenbus. Ik besloot een kaart te sturen aan mijn ouders waarin ik schreef dat, als hun tijd zou komen, ze alleen warme kleren moesten meebrengen. Een kennis van mij vertelde me later dat de kaart daadwerkelijk was aangekomen. We reisden drie dagen en vier nachten door Litouwen. Ik was diep onder de indruk van de boerenhuizen met hun daken van stro. Zoiets had ik in Duitsland nog nooit gezien. Ze haalden hun water uit putten. In Duitsland hadden we stromend water. De mensen stonden bij de waterputten en droegen schapenvachten en laarzen van vilt. Ze zagen er ongelukkig uit. Ik dacht: mijn God, deze Litouwers zijn allemaal vrome katholieken, als dit hun leven onder Duitse bezetting is, hoe zal het lot er dan uitzien voor de gedeporteerde Joden?
5 V. Einde van de reis Salitter’s verslag …We kwamen om 21.50 aan in Riga. Daar bleef de trein anderhalf stil staan, zonder verwarming. Buiten was het 12… Vanaf 1.45 ‘s ochtends waren we niet langer verantwoordelijk voor de trein en zes Letse bewakers kregen de opdracht om op de trein te letten. Omdat het donker was en het perron bedekt met een dikke laag ijs, werd er besloten om de Joden op zondagmorgen naar de Sarnel getto te deporteren…Riga heeft zo’n 360.000 inwoners. Waarvan er ongeveer 35.000 Joods zijn. De Joden zijn er dominant aanwezig in het zakenleven, net zoals in andere landen. Na de inval van het Duitse leger werden hun winkels gesloten of in beslag genomen. De Joden werden opgesloten in een getto, omringd door prikkeldraad. Toentertijd werden er slechts 2.500 mannelijke Joden als dwangarbeider ingezet. De resterende Joden werden ergens anders voor gebruikt of werden door de Letten geëxecuteerd…De Letten, voor zover ik kan beoordelen, staan vriendschappelijk tegenover Duitsland en velen van hen spreken Duits…Hun haat is voornamelijk gericht tegen de Joden. Om die reden hebben ze, vanaf het moment van hun bevrijding, een grote rol gespeeld bij het elimineren van deze parasieten. Desondanks vinden ze het vreemd, althans dat werd me verteld door de spoorwegarbeiders, dat Duitsland hun Joden naar Letland brengt, in plaats van ze in hun eigen land te vernietigen.
Hilde Shermans’s getuigenis ‘S nachts stopte de trein plotseling. We hadden geen idee waar we waren. Bij het aanbreken van de dag konden we een bord zien waar ‘Shirotawa’ opstond. Waar is Shirotawa? Wat is Shirotawa? Het was ontzettend koud. Rond 22.00 hoorden we honden blaffen. De SS-troepen waren gearriveerd en omsingelden de trein. De treindeuren werden geopend en het schreeuwen begon : Eruit ! Eruit ! Snel ! Snel ! We moesten naar buiten, en de laatsten moesten de wagon schoonmaken met hun handen. Er waren geen schoonmaakspullen. We moesten in een rij op het perron staan. Er kwam een auto aanrijden met daarin hooggeplaatste SS-officieren. Ze stapten uit en ik kan me herinneren dat één van hen begon te schreeuwen: “Maak rijen van vijf en maak je gereed om te vertrekken.” Een man, Meyer genaamd, uit Gort, een klein dorpje vlakbij Düsseldorf, had twee kinderen op zijn arm, twee kleine jongens. Hij vroeg: Meneer, is het getto ver weg? In plaats van antwoord te geven, haalde de officier een knuppel tevoorschijn…en sloeg hem in zijn gezicht. Vervolgens liet hij een Duitse herder los, die de man aanviel. De man viel samen met de twee kinderen op de grond. Toen hij opstond, zag ik dat zijn mond vol bloed zat en zijn tanden gebroken waren. Dit was onze eerste indruk van Letland, van Riga, van Shirotawa…Er was overal ijs…Het getto lag ongeveer 20 tot 25 kilometer van Shirotawa. Mensen gooiden hun bagage weg. De Letten stonden niet alleen te kijken, ze waren vooral aan het plunderen. Zodra de trein vertrok, stalen ze alles dat op de grond lag. We liepen door een voorstadje en over een kleine heuvel. Opeens was er een ijzeren hek. Het hek ging open en we waren in het getto.
6 VI. Conclusies Salitter’s verslag (i) Het proviand (voor de bewakers) was goed en genoeg. (ii) Het feit dat de bemanning was uitgerust met twee dekens, kookgerei en gasbranders, warme kleding, bontjes en warme laarzen, bleek erg nuttig te zijn en is aan te raden voor de toekomstige transporten. (iii) We waren voorzien van genoeg pistolen en ammunitie. Dat was nodig omdat we het risico liepen aangevallen te worden door partizanen in Litouwen en Letland. (iv) De twee zoeklichten deden hun werk naar behoren… (v) De assistentie van het (Duitse) Rode Kruis (voor de Duitse bewakers) was prijzenswaardig. (vi) Om de Joden van water te voorzien, is het belangrijk dat de Gestapo contact opneemt met de Reichsbahn om elke dag onderbrekingen van een uur te coördineren bij een station in het Reich. Vanwege het tijdsschema was de Reichsbahn terughoudend in het gehoorzamen van de transportcommandant. De Joden zijn normaal gesproken 14 uur of meer onderweg voordat het transport vertrekt, meestal hebben ze tegen die tijd al hun meegenomen drinken al opgebruikt. Als ze tijdens het transport niet van water worden voorzien, proberen ze, ondanks het verbod, op elk mogelijke plaats de trein te verlaten om anderen om water te vragen. (vii) Daarnaast is het van essentieel belang dat de Reichsbahn de trein zeker 3 tot 4 uur vantevoren gereed maakt, zodat de lading Joden en hun bezittingen op adequate wijze kunnen worden afgehandeld. (viii) De Gestapo moet er zeker van kunnen zijn dat de Reichsbahn de wagons voor de bewakers in het midden van de trein plaatst...Dit is van groot belang voor het toezicht van het transport...In tijden van extreme kou, moet men zorgen dat de verwarmingssysteem van de trein functioneert. (ix) De bemanning van de bewakingsploeg gaf me geen reden tot klagen. Met de uitzondering dat ik sommigen moest aansporen om agressiever op te treden tegen de Joden die mijn bevelen niet opvolgden. Voor de rest gedroegen zij zich prima en deden ze hun goed. Er waren geen gevallen van ziekte of andersoortige problemen. Ondertekend: Salitter, Hauptmann van de Schupo.
7 Het lot van de Joden in Riga Het Duitse leger viel Riga binnen op 1 juli 1941 en werd verwelkomd door vele lagen van de Letse bevolking. Een bevolking die in hun ogen werd bevrijd van het Sovjetregime. Meteen daarna begonnen de massa-executies van Joden in Riga. Tegen het einde van oktober 1941, werd er een getto opgericht, omgeven door hekken. Ongeveer 30.000 Letse Joden werden in deze kleine ruimte bijeen gedrongen. Het eerste transport met Joden uit Duitsland arriveerde op 30 november 1941 in Riga. Daarop volgden nog 24 transporten met een totaal van meer dan 25.000 Joden. Één van deze transporten werd geleid door Salitter. Hilde Sherman maakte ook deel uit van dat transport. Duizenden Joden werden bij aankomst vermoord, anderen werden opgesloten in de nabijgelegen concentratiekampen. Zo’n 15.000 Joden werden verplaatst naar een afzonderlijk getto dat was opgezet naast het getto van de Letse Joden. De Duisters voerden regelmatige massa-executies uit. Inwoners van beide getto’s werden in de nabijgelegen Rumbuli bossen neergeschoten totdat beide getto’s definitief werden uitgeroeid in december 1943. Hilde Sherman’s echtgenoot en vele andere familieleden behoorden tot de Joden die in Riga zijn omgekomen.