Spoor A2 : I nt e r r e gion a le Fisca le St r om e n
Ee n t oe pa ssin g va n h e t ‘ba la n ce sh ee t fe de r a lism ’ voor het jaar 2 0 0 5
K. Algoed
HUBrussel en Vives KULEUVEN Nov em ber 2008
Alg em e en se cre t ar ia a t – St e u n pun t b e le idsr e le va n t On de rz oe k Fisca lit eit & Be gr ot in g Voskenslaan 270 – 9000 Gent – België Tel: 0032 ( 0) 9 248 88 35 – E- m ail: vanessa.bom beeck@hogent .be www.st eunpunt fb.be
1.
I nleiding ........................................................................................... 5
2.
Met hodologische beperkingen .............................................................. 6
3.
Regionale t oewij zingsm odellen ............................................................ 6
4.
St at ist ische problem en ....................................................................... 8
5.
Met hodologie van best aande st udies .................................................... 9
5.1
I nleiding ........................................................................................ 9
5.2
Abafim versus NBB ........................................................................ 11
6.
Abafim result at en rev isit ed ................................................................ 12
7.
NBB m et hodologie t oegepast op Abafim uit gaven en cij fers .................. 22
8.
Besluit ............................................................................................ 25
Bibliografie .............................................................................................. 26 Appendix: gebr uikt e dat a v oor afleiden van de k ost v an overheidsm iddelen ... 27
Tabel 1: Theoret isch voorbeeld .................................................................... 5 Tabel 2: Br ut o int ergewest elij ke pendelst rom en ( 2007) .................................. 9 Tabel 3: Regionale aandelen in m iddelen feder ale ov er heid en sociale zeker heid .............................................................................................................. 13 Tabel 4: Regionale aandelen in weer houden uit gav en feder ale begrot ing ......... 14 Tabel 5: Fiscale st rom en in weerhouden uit gaven federale begrot ing ( in m ilj oenen euro) ....................................................................................... 15 Tabel 6: Regionale aandelen in de socialezeker heidsuit gav en ........................ 16 Tabel 7: Fiscale st rom en in de socialezekerheid ( in m ilj oenen euro) ................ 16 Tabel 8: Regionale aandelen in de federale financiering van G&G ................... 19 Tabel 9: Fiscale st rom en in de financiering van G&G ( in m ilj oenen eur o) ......... 20 Tabel 10: Sam envat t ende result at en ( in m ilj oenen euro) .............................. 21 Tabel 11: Result at en NBB- st udie ( in m ilj oenen euro) .................................... 21 Tabel 12: Fiscale st rom en aan de ont vangst enzij de federale over heid ( in eur o) .............................................................................................................. 22 Tabel 13: Fiscale st rom en aan de ont vangst enzij de sociale zeker heid ( in eur o) .............................................................................................................. 23 Tabel 14: Per capit a uit gaven voor weerhouden uit gaven in federale begr ot ing ( in euro) ................................................................................................. 23 Tabel 15: Fiscale st rom en voor weerhouden uit gaven in feder ale begrot ing ( in euro) ...................................................................................................... 24 Tabel 16: Per capit a uit gaven in sociale zek er heid, gezondheidszorg en financiering Gem eenschappen en Gewest en ................................................. 24 Tabel 17: Fiscale st rom en in socialezek erheidsuit gav en, gezondheidszorg en financiering Gem eenschappen en Gewest en ( in euro) ................................... 25 Tabel 18: Sam envat t ende r esult at en: NBB m et hode t oegepast op Abafim uit gaven ( in m ilj oen eur o) ......................................................................... 25 Tabel A1: gebruikt e dem ografische cij fers: gewogen gem iddelde van 2005 en 2006....................................................................................................... 27 Tabel A2: ont v angst en federale overheid ( in m ilj oenen eur o) ......................... 27 Tabel A3: ont v angst en sociale zekerheid ( in m ilj oenen eur o) ........................ 28 Tabel A4: Gewest elij k aandeel in de personenbelast ing ................................. 28 Tabel A5: Gewest elij k aandeel in de vennoot schapbelast ing ( 2005) ............... 29 Tabel A6: Gewest elij k aandeel in de indirect e belast ingen ............................. 29 Tabel A7: Gewest elij k aandeel in de socialezekerheidsbij dragen ( huishoudens) volgens woonplaat s .................................................................................. 30
SBOV Fiscalit e it en Be gr ot in g Spoor A2
I nt er r e giona le Fiscale St r om e n Ee n t oe pa ssin g v a n he t ‘ba la nce she e t fe de r a lism ’ v oor h e t j a a r 2 0 0 5 Rapport van het St eunpunt Fiscalit eit en Begrot ing in opdracht v an het Depart em ent Fiscalit eit en Begr ot ing
K. Algoed HUBrussel en Vives KULEUVEN Nov em ber 2008
1.
I n le idin g
Er best aan t al van st udies die fiscale st rom en t ussen regio’s in kaart proberen t e brengen. Ook voor België zij n er t alrij ke st udies die de fiscale st rom en t ussen het Noorden en het Zuiden van het land hebben berek end, en dat voor diverse t ij dsperioden. Het in kaart brengen van fiscale st rom en t ussen r egio’s vert rekt van de eenvoudige v er onderst elling dat uit gav en en inkom st en van de cent rale over heid aan r egio’s k unnen worden t oegewezen. Wanneer de over heidsuit gaven voor een bepaalde regio relat ief afwij ken van de ov erheidsinkom st en uit die regio spreek t m en van een uit gaande dan wel inkom ende fiscale st room . Tabel 1 beschrij ft een land m et t wee r egio’s die in gelij ke m at e geniet en van de uit gaven van de cent rale overheid m aar verschillen qua bij dragen. Er is hier sprake van een uit gaande fiscale st room ( t ransfer ) van r egio A naar r egio B t en belope van 5 eenheden. Het aandeel van r egio A in de financiering van de uit gaven van de cent rale over heid is im m ers grot er dan het aandeel in de uit gaven.
Z
&
h
&
Z
>
We m erk en op dat het berek enen van fiscale st rom en t ussen geografische eenheden in feit e kan worden gelij kgest eld m et het uit schak elen van ex- ant e solidarit eit bij verzek eringen. Bij een v erzekering van gelij kaardige, hom ogene risico’s is er alt ij d solidarit eit ex post . Er zij n t ransfers van de degenen die niet door het risico zij n get roffen, naar die die wel door het risico zij n get roffen. Maar bij een verzekering van het erogene risico’s m et uniform e pr em ies is er niet alleen solidarit eit ex- post m aar ook solidarit eit ex- ant e. De lage risico’s subsidiëren de hoge risico’s want in v er houding t ot de kans op het ongeval die 1
Een posit ief t ek en wij st op een uit gaande fiscale st r oom , een negat ief op een ink om ende fiscale st room .
ze lopen bet alen ze een t e hoge ver zekeringsprem ie. Er zij n dus t ransfers van zij die niet door het risico zij n get roffen ( lage en hoge risico’s) naar diegenen die wel door het risico zij n get roffen ( lage en hoge risico’s) , waarbij norm alit er de lage risico’s in de eer st e groep ( de ‘gelukk igen’) over ver t egenwoor digd zij n en onderver t egenwoor digd in de t weede groep ( de ‘ongelukkigen’) . De m ot iev en voor risicosegm ent ering ( wat neerk om t op het inper ken van de kruissubsidies) kunnen hier zowel ingegeven zij n door m ot iev en van ink om ensherv erdeling ( m inder t ransfers ex - ant e naar de hoge risico’s) als door risicoreduct ie, waar bij de risico’s via het aanrekenen van correct er e prij zen worden ingeperkt .
2.
M e t h odologisch e beper k in ge n
Het in kaart brengen van int ergewest elij ke fiscale st rom en gaat gepaard m et een zek ere fout enm arge. Er ont breken dat a. Assum pt ies m et bet r ekking t ot int ergewest elij ke ver deelsleut els van ink om st en en uit gaven m oet en worden gem aakt ( zie sect ie 4) . Net als de assum pt ie dat som m ige uit gaven gelij k per capit a over de r egio’s zij n verdeeld ( zie ver der) . De beperking van dergelij ke st udies ligt evenwel in het feit dat ze weinig of geen beleidsaanbevelingen t oelat en. De st udies t onen aan dat er fiscale onevenwicht en zij n. Dergelij ke onevenwicht en zij n evenwel k enm erkend v oor federale of gdecent r aliseerde st at en. Een bij kom ende vraag die we dan ook m oet en st ellen, is of de int er- gewest elij ke fiscale st rom en bij dragen t ot inkom ensconv ergent ie dan wel divergent ie. Fiscale st rom en kunnen im m ers afgeleide effect en hebben. Zo kunnen inkom enst ransfers de vraag naar product en uit ander e regio’s onderst eunen en daar op die m anier bij dragen t ot inkom enscreat ie. Of k unnen inkom enst ransfers econom ische m igrat ie afrem m en. Anderzij ds kunnen invest eringen het econom isch draagvlak in een acht ergest elde r egio opkrikken en aldus t oek om st ige fiscale st rom en inperk en.
3.
Region ale t oe w ij z in gsm ode lle n
Het in kaart brengen van fiscale st rom en t ussen geografische eenheden/ r egio’s kan op diverse m anieren gebeuren. Om int ergewest elij ke fiscale st rom en ( t ransfers) t e ber ekenen, worden de zogenaam de st r oom - of flowbenadering en de benefit benadering het vaakst gehant eer d. I n de st r oom benadering worden de inkom st en van de federale ov erheid t oegewezen aan de r egio waar die worden geheven. Uit gaven van de federale ov erheid worden t oegewezen aan de regio waar de uit gav en effect ief gebeuren. I n de benefit benadering ligt de nadruk op de woonplaat s van de individuen die van de over heidsuit gaven geniet en en die bij dragen t ot de ov erheidsont vangst en. De st r oom benadering wij st de over heidsuit gaven t oe aan de regio waar de ov erheidsuit gav en effect ief gebeur en. De benefit benadering wij st de ov erheidsuit gav en t oe aan de regio die van de uit gaven geniet . Neem het voorbeeld van de m ilit aire uit gaven. De st room benadering wij st de defensieuit gaven t oe aan de regio waar die uit gaven worden gedaan ( gest at ioneerde
m ilit airen, legerkazer nes, aank oop wagens) . I n de benefit benadering worden alle burgers van een land ver onderst eld in gelij ke m at e van defensie- uit gaven t e geniet en. De uit gav en voor de dienst en v an de cent rale over heidsadm inist rat ie wij st de st r oom benadering t oe aan de regio waar de ov erheidslonen worden uit bet aald ( waar de am bt enar en dus zij n t ewerk gest eld) . In een benefit benadering worden die uit gaven aan de regio’s t oegewezen, per capit a of op basis van crit eria die de genot en voordelen van elke r egio weergeeft . Wat de inkom st en van de cent rale ov erheid bet reft , wij st de benefit benadering de ( para) fiscale last en t oe op basis van het zogenaam de ‘incidence’ 2 - beginsel. I n t heorie kan de v ennoot schapsbelast ing in m eerdere of m indere m at e door werk nem ers, consum ent en en eigenaar s van het bedrij f worden gedragen. Whislade ea. ( 1996) bij voorbeeld hant eren hier verschillende verdeelsleut els ( bv 50% werk nem ers, 50% bedrij ven waar bij de afwent eling op de werk nem ers aan de r egio’s wordt t oegewezen op basis van de regionale verdeling van de lonen, t er wij l het gedeelt e voor de eigenaars versleut eld wordt op basis van de regionale verdeling van de kapit aalvoorraad) . Andere aut eurs wij zen de vennoot schapbelast ing t oe aan de aandeelhouders op basis van de regionale verdeling van de dividenden en ger ealiseerde kapit aalwinst en. De st r oom benadering wij st de inkom st en t oe aan de r egio waar de belast ingen/ socialezeker heidsbij dragen worden geïnd. Maar de plaat s van inning van de belast ing is vaak van weinig econom isch belang. Zo is de vennoot schapbelast ing gelieerd aan de m aat schappelij ke zet el, wat niet noodzakelij k de product ie- eenheid is. De indirect e belast ingen worden dan weer geregist reerd naar ont vangst en per ont vangkant oor. Dit ver wij st eerder naar de plaat s van aangift e dan naar de plaat s van ver koop of consum pt ie of het st at uut van de verbr uiker . Het gros van de accij nzen op pet r oleum product en wor dt bij voorbeeld in Ant werpen ont vangen. Gegeven de problem en die gepaard gaan m et de st room benadering aan de inkom st enzij de, st elt Whislade voor om voor de ink om st enzij de st eeds de benefit benadering t e hant eren. Er zij n nog andere m et hodologische pr oblem en v erbonden aan het ber ekenen van int ergewest elij ke fiscale st rom en. Om t e k unnen aant onen dat er int ergewest elij ke fiscale st rom en ( t ransfers) zij n, m oet m en uit gaan van een budget in evenwicht . Ov erheidsuit gaven die niet door ( para) fiscale of niet - ( par a) fiscale inkom st en wor den gefinancierd, gebeuren im m ers noodzakelij k op basis van schuldfinanciering. De regio’s worden veronderst eld van die uit gaven t e geniet en. Hoe die schuldfinanciering aan de regio’s m oet worden t oegewezen, is een ander paar m ouwen. Geld lenen aan de over heid is, dixit Whislade, niet het zelfde als het bet alen van belast ingen.
2
Bij belast ingen st elt zich de v raag w elk e part ij finaal v oor de belast ing opdraait . Niet de naam van de belast ing ( een consum ent en dan wel pr oducent enbelast ing bij voorbeeld) m aar de r elat iev e m arkt m acht bepaalt op welk e m arkt part ij de belast ing w ordt afgew ent eld.
4.
St a t ist isch e pr oble m e n
Behalve een aant al m et hodologische problem en zij n er ook een aant al st at istische problem en die hun invloed hebben op het berek enen van de int ergewest elij ke fiscale st rom en. De beschikbar e dat a zij n som s een benadering. Zo geeft voor België de Rij ksdienst voor Sociale Zek er heid ( RSZ) de regionale opbr engst en van de socialezeker heidsbij dragen v oor het st elsel van de werk nem ers, zowel v olgens de hoofdvest iging van het bedrij f ( werkplaat sprincipe) als volgens de hoofdv erblij fplaat s van de wer knem ers ( woonplaat sprincipe) . De socialezeker heidsbij dragen van een bedrij f m et v est igingen in diverse regio’s worden ev enwel t oegewezen aan de r egio waar het bedrij f in kwest ie zij n hoofdv est iging heeft . Dat vert ek ent nat uurlij k de cij fers. Want werknem ers die in regio A in een bedrij f werken dat ev enwel zij n hoofdv est iging in regio B heeft , behoren v olgens de RSZ- cij fers t ot regio B. Het aant al werk nem ers in een regio m et r elat ief veel hoofdvest igingen, zoals Brussel, is in die benadering dan ook ov erschat . Volgens het crit erium hoofdv erblij fplaat s kunnen dan weer een aant al socialezeker heidsbij dragen niet worden t oegewezen. Bem er k dat de socialezekerheidsbij dragen in de r egionale rekeningen worden verdeeld op basis van de lonen ont vangen door de huishoudens. Die lonen ( per woonplaat s) worden gehaald uit de fiscale aangift en en ver hoogd m et de lonen van de int ernat ionale am bt enar en. Om v ergelij kbaar t e zij n m et de loonm assa die in de regionale r ekeningen in aanm erking wordt genom en, m oet en aan de lonen v olgens de RSZ de lonen van de lokale am bt enar en, de lonen van uit gaande gr ensarbeiders en de lonen van int er nat ionale am bt enaren worden t oegev oegd t er wij l de lonen van inkom ende grensarbeiders m oet en worden afget rok ken 3 . De indirect e belast ingen van de gezinnen k unnen worden afgeleid uit de huishoudbudget enquêt e. Maar de budget enquêt e is enkel bedoeld represent at ief t e zij n voor de privat e huishoudens. Dat bet ekent dat die ber ekeningen de t ot ale m assa aan over heidsont vangst en uit BTW en accij nzen m aar beperkt benader en. De BTW en accij nzen bet aald door alle niet privat e gezinnen zij n er im m ers niet in opgenom en. Vaak m oet en dus benaderingen worden gebr uikt voor de int erregionale ( horizont ale) v erdeling van som m ige uit gaven en inkom st en. Desgevallend kan de gev oeligheid van de result at en worden get est in funct ie van de gebr uikt e benaderingen ( ‘proxies’) .
3
De r egionale r ek eningen gev en het Vlaam s Gew est een lager aandeel in de socialezeker heidsbij dragen dan de RSZ. Mogelij k e v er klaringen hierv oor zij n proport ioneel m eer am bt enaren in lokale over heden in Wallonië, een belangrij k effect van inwonenden van Aarlen en om st reken, w er kzaam in Lux em burg en st erk vert egenwoordigde int ernat ionale am bt enar en in het Brussels Hoofdst edelij k Gew est .
5.
M e t h odologie va n b e st a an de st u dies
5 .1 I nle iding Tal van st udies hebben de zogenaam de t ransfers t ussen het Noorden en het Zuiden van België berekend, en dat voor diverse t ij dsperioden. De result at en zij n st erk verschillend, voor nam elij k om dat er wordt uit gegaan nu eens van het woonplaat s- dan weer van het werk plaat sprincipe. De t ransfer s berekenen op basis van het werkland- dan wel woonplaat sprincipe geeft v oor ons land een verschil om wille van de r elat ief grot e pendelst room naar het Br ussels Hoofdst edelij k Gewest ( BHG) . Zoals blij kt uit Tabel 2, is er een relat ief gr ot e inst room van net t o- pendelaars in het BHG. Er wer kt en bij voor beeld in 2007 235.848 personen in Brussel wiens woonplaat s in Vlaanderen was t erwij l er slecht s 40.010 m ensen woonacht ig in Brussel in Vlaanderen werkt en. Gevolg is dat het v erschil t ussen het Brut o Geografisch Product 4 en het Brut o Regionaal Product 5 in het BHG veel grot er dan in het Vlaam se of Waalse Gewest . Gewest : werkplaat s
Brussel
Vlaanderen
Wallonië
Tot aal
Gewest : Woonplaat s Brussel
321.339
40.010
16.410
377.759
Vlaanderen
235.848
2.386.301
24.244
2.646.393
Wallonië
122.702
40.025
1.088.571
1.251.298
Tot aal
679.889
2.466.336
1.129.225
4.275.450
Bron: FOD Econom ie arbeidskracht en
-
Algem ene
Direct ie
St at ist iek,
Enquêt e
naar
de
St udies, zoals Abafim , Capron of het Warande- m anifest , hant eren het woonplaat sprincipe en kom en uit op t ransfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel. Volgens Aer noudt levert , m aar nu op basis van het werkplaat sprincipe, het Brussels Hoofdst edelij k Gewest de groot st e bij drage aan de financiële
4
is de m arkt waarde van alle goeder en en dienst en die in een bepaalde per iode op een bepaald gr ondgebied w orden geproduceerd. 5 is de m arkt waarde v an alle goeder en en dienst en die in een bepaalde per iode worden gepr oduceerd door de product iefact oren behor end t ot een bepaalde regio.
t ransfers t ussen de Gewest en. De t ransfers naar Wallonië vanuit Vlaander en zouden slecht s 1,6 m ilj ard euro bedragen en die vanuit Brussel 3 m ilj ard euro. De Com m issie Vandev oorde die in opdr acht van de Vlaam se Regering de m et hodologie van de Abafim st udie heeft door gelicht 6 , heeft aangeraden de t ransfers t ussen regio’s zowel op basis van het werk plaat s- en het woonplaat sprincipe t e ber ek enen. Op die m anier zouden gezinnen en onder nem ingen ook sym m et risch kunnen worden behandeld. De Abafim st udie daarent egen hant eerde het woonplaat sprincipe v oor de belast ingen bet aald door de gezinnen m aar het werkplaat sprincipe voor de belast ingen bet aald door de onder nem ingen Er zij n evenwel zowel inhoudelij ke als st at ist ische argum ent en om een st udie van int erregionale fiscale st rom en t e baseren op het woonplaat sprincipe7 . Dat kom t dus neer op de benefit benadering zowel aan de ont vangst enzij de als de uit gavenzij de. Heel wat ov er heidsuit gaven ( denk aan leerplicht onder wij s, veiligheid, welzij n) sit ueren zich in de regio waar m en woont . Dat is ook de reden waarom in dubbelbelast ingverdragen die als doel hebben een dubbele belast ing door het heffen door t wee st at en van een belast ing op het zelfde ink om en t e verm ij den, vaak wordt afgeweken van het werkplaat sprincipe t en voordele van het woonplaat sprincipe. Dergelij ke afspraak, t ypisch voor grensarbeiders, gaat vaak gepaard m et een bepaalde vergoeding die bet aald wordt door de woonst aat aan de werkst aat om t ussen t e kom en in de last en die de werkst aat oploopt ( m obilit eit , veiligheid, ...) . Bovendien zij n inkom ens uit een ov erheidsfunct ie ( am bt enaren) belast baar in de st aat die de am bt enar en bet aalt . De plaat s waar de am bt enaar werkt , speelt dus geen rol. Die regeling geldt ook v oor al wie in dienst is van een inst elling die door de st aat worden gefinancierd en gecont r oleerd, m et uit zondering van de over heidsbedrij ven. Behalve inhoudelij ke argum ent en zij n er ook st at ist ische argum ent en v oor een berekening van int ergewest elij ke fiscale st rom en op basis van het woonplaat sprincipe. De sociale zekerheid wor dt in België grot endeels gefinancierd op basis van repart it ie. De in een r egio gegenereerde socialezeker heidsbij dragen helpen m ee de huidige socialezeker heidsprest at ies financier en. Maar de wet t elij ke pensioenuit keringen zij n een st reefdoelregeling 8 waarbij de vroeger v erdiende lonen m ee het finale pensioen bepalen. Tegenover lonen verdiend bij voorbeeld door werk nem ers in de privat e sect or op het Brusselse grondgebied st aan in de t oekom st dus ook ( part iële) pensioenuit keringen 9 . Er best aan dus noch financiële reserves ( wegens 6
Die Com m issie best ond uit v oorzit t er Aloïs Van de Voorde, bij gest aan door dr ie Franst alige en dr ie Neder landst alige econom en. 7 Op basis van die argum ent en k iezen zowel de updat e van de Abafim st udie als de NBB voor het w oonplaat sprincipe. 8 I n een st reefdoelregeling ligt de pensioenuit kering vast ( in funct ie van een aant al param et ers zoals het aant al gewerkt e j ar en) . I n een bij dragenregeling daar ent egen liggen de pensioenbij dr agen t ij dens het act iev e lev en vast m aar is de pensioenuit k ering variabel. 9 Om diezelfde r eden zal m igrat ie niet echt een oplossing bieden voor de m eerk ost en van de v ergr ij zing. Migrant en zorgen voor ext ra ink om st en voor de sociale zek er heid. Maar op k ruissnelheid zullen t egenover de ink om st en ook uit gaven st aan. De eigenlij ke w inst
repart it iekarakt er van onze sociale zeker heid) noch dat a m et bet rekking t ot uit keringen op basis van de werkplaat s. Een asym m et rische benadering ( financiering op basis van werkplaat sprincipe, uit keringen op basis van woonplaat sprincipe) loopt dan ook m ank .
5 .2 Aba fim ve r sus N BB I n de Abafim st udie worden de int ergewest elij ke fiscale st rom en in de federale begr ot ing, de sociale zeker heid en de financiering van de Gem eenschappen en Gewest en berekend. Hierbij worden voor die drie dom einen de ont vangst en en uit gaven aan de bet rokken Gewest en t oegewezen ( op basis van het woonplaat sprincipe) . Een fiscale st room v oor een bepaalde uit gavencat egorie wordt v oor elke r egio bepaald als het v erschil t ussen de uit gav en op basis van het financieringsaandeel van die regio en de feit elij ke uit gav en in die regio. De t ot ale t ransfer naar of van een Gewest is dan de som van de fiscale st rom en in de diverse weer houden uit gav encat egorieën. De NBB10 daarent egen berekent enerzij ds de int ergewest elij ke fiscale st rom en wat de inkom st en van de federale over heid bet reft en anderzij ds de int ergewest elij ke fiscale st rom en v oor een aant al uit gav encat egorieën. De fiscale st room aan de ink om st enzij de wor dt bepaald door het v erschil t ussen de per capit a ont vangst en in de r egio en die in het Rij k, verm enigvuldigd m et de bev olking in de regio. De fiscale st room aan de uit gavenzij de wordt bepaald door het verschil t ussen de per capit a uit gaven in het Rij k en die in de bet rokk en regio, verm enigvuldigd m et de bev olking in de regio. De t ot ale fiscale st room naar of van een Gewest is dan de som van de fiscale st rom en aan de ont vangst enzij de en in de diverse weerhouden uit gavencat egorieën. Ook al ber ekenen zowel de st udie van de NBB als van Abafim event uele onevenwicht en in financiële st rom en t ussen de Gewest en, t och is er een fundam ent eel verschil. Op een gedeelt e v an de BTW en accij ns ont vangst en na 11 wij st de NBB op basis van effect ieve of afgeleide 12 verdeelsleut els alle fiscale en parafiscale inkom st en voor de over heid volgt uit het niet act uar ieel corr ect zij n van het socialezeker heidsst elsel. 10 Zie ‘’I nt ergew est elij ke ov erdracht en en solidar it eit sm echanism en v ia de ov erheidsbegrot ing, Econom isch Tij dschrift , sept em ber 2008 11 Wat de BTW bet reft , is de BTW die op basis van de huishoudbudget enquêt es over de regio’s wordt v erdeeld, beper kt t ot de BTW die bet aald w ordt op de consum pt ieve best edingen van de huishoudens. Daarnaast bet alen huishoudens BTW op nieuwbouw en op renovat ies. De BTW op de inv est eringen in nieuw e woongebouwen verdeelt de NBB op basis van de bewoonbar e opperv lakt e die in elk gew est wordt bebouwd. De BTW op renovat ies wordt opgesplit st op basis van het aant al aangev raagde v ergunningen v oor renovat ies per gew est . De niet - aft r ekbare BTW die wordt bet aald door ov erheidsinst ellingen en ondernem ingen wor dt niet v erdeeld om dat hierv oor geen bet r ouwbar e v erdeelsleut el beschikbaar is. Ook de accij nzen v erdeelt de NBB per Gewest op basis van de inform at ie afkom st ig uit de huishoudbudget enquêt es. De v erdeling blij ft dan ook beperkt t ot de accij nzen op pr oduct en waarv oor in die enquêt es gedet ailleerde
van de federale over heid t oe aan de Gewest en. Fiscale st rom en aan de ont vangst enzij de zij n er in de NBB st udie zodra de per capit a ont vangst en in een regio afwij ken van het per capit a Rij ksgem iddelde. Ook aan de uit gav enzij de worden fiscale st rom en bepaald door t e kij ken naar verschillen t ussen de uit gaven per capit a in het Rij k en de regionale per capit a uit gaven. Maar de NBB weerhoudt aan de uit gavenzij de alleen de dot at ies aan Gewest en en Gem eenschappen in het kader van de Bij zonder e Financieringswet , de ov erheidssubsidies ( in het kader van dienst encheques) en de sociale uit keringen. De im pliciet e veronderst elling in de NBB benadering is dat de niet opgenom en ov erheidsuit gav en in gelij ke m at e per capit a over de drie Gewest en verdeeld zij n. I n feit e geeft de NBB- benadering 1 globaal cij fer. Op basis van de NBBberekeningen is het m oeilij k t e zeggen of de int ergewest elij ke fiscale st rom en in de sociale zeker heid, federale begrot ing of financiering van de Gewest en en Gem eenschappen groot dan wel klein zij n. Of wat pr ecies het t ek en is. Zo concludeert de NBB st udie m et bet r ekking t ot bij voorbeeld de dot at ies aan de Gem eenschappen en Gewest en ( exclusief de solidarit eit sbij drage) dat het Vlaam s Gewest m om ent eel een net t o- ont vanger v an de int ergewest elij ke ov erdracht en via deze m iddelen is, t er wij l voor het Waals en het Br ussels Hoofdst edelij k Gewest het om gek eer de geldt . Dergelij ke conclusie is alleen m ogelij k door de bij dragezij de t e negeren. Ook in de sociale zeker heid definieert de NBB st udie de fiscale st rom en op basis van alleen de uit gavenzij de. I n de Abafim benadering daar ent egen worden deelboekhoudingen bek ek en waarbij zowel de inkom st en als de uit gaven worden bekek en. Voor de sociale zek erheid bij voorbeeld die een eigen financiering k ent , worden de fiscale st rom en bepaald door sam enspel van bij dragen en uit keringen. De Abafim st udie t en slot t e wij st niet alle inkom st en van de feder ale over heid aan de Gewest en t oe. De im pliciet e assum pt ie hier is dat voor de niet weerhouden federale ont vangst en de verdeling t ussen de regio’s op basis van de regionale aandelen in de financiering van de federale overheid gebeurt .
6.
Aba fim r e su lt a t e n r e visit e d
We ber ekenen hier de regionale oorsprong van de over heidsm iddelen voor enerzij ds de federale begr ot ing en anderzij ds de sociale zeker heid. Voor diverse ont vangst encat egorieën in de federale begrot ing ( personenbelast ing, vennoot schapbelast ing, accij nzen en BTW 13 ) kennen we de r egionale verdeelsleut els. De ont vangst en waar van de regionale horizont ale verdeelsleut els niet gek end zij n, wij zen we aan een regio t oe v olgens het
gegev ens beschikbaar zij n, nam elij k de door de huishoudens op t abak en m inerale oliën bet aalde accij nzen. 12 De int ergew est elij ke v erdeling van de v ennoot schapsbelast ing bij v oorbeeld gebeurt volgens de t oegevoegde waarde van de vennoot schappen per gew est . 13 Voor de personenbelast ing en vennoot schapbelast ing gebr uik en we de r egionale verdeelsleut els afgeleid uit de fiscale dat a ( Fod Financiën) , voor de BTW en accij nzen weerhouden w e het gedeelt e waarv oor de NBB- cij fers regionale verdeelsleut els k ent .
bev olkingsaandeel 14 . Op basis van de relat ieve gewicht en van de diverse ont vangst en in de t ot ale ont vangst en van de federale begrot ing en de bij horende regionale ver delingen bekom en we het regionaal aandeel in de m iddelen van de federale over heid. Een analoge oefening doen we voor de sociale zek er heid waar de hoofdm oot van de ont vangst en wordt gev orm d door socialezeker heidsbij dragen en m iddelen van de federale ov erheid ( st aat st oelage en alt ernat ieve financiering) . De appendix geeft de ont vangst en van de federale ov erheid en de sociale zeker heid v oor het j aar 2005. Door t e werken m et regionale aandelen voor de t ot ale ont vangst en van de federale overheid k nippen we de art ificiële band t ussen bepaalde uit gaven van de federale ov erheid en de financieringsbr on door. Voor het regionaal aandeel in de m iddelen van de federale over heid nem en we dus één percent age per gewest in plaat s van één percent age per m iddelenbron ( PB, BTW) per gewest 15 . Tabel 3 geeft de r egionale aandelen in respect ievelij k de federale ont vangst en en de ont vangst en van de sociale zeker heid ( cij fers voor 2005) . 60,74% van de ont vangst en van de feder ale ov erheid wordt gegenereerd in Vlaanderen t egenover 29,13% in Wallonië en 10,13% in Brussel. Van de m iddelen v oor de sociale zeker heid ( inclusief de st aat st oelage en alt ernat ieve financiering) is 62,07% afkom st ig uit Vlaanderen t egenov er 28,66% uit Wallonië en 9,27% uit Brussel
V
W
BHG
Middelen federale begr ot ing
60,74%
29,13%
10,13%
Middelen zek erheid
62,07%
28,66%
9,27%
sociale
Bron: eigen berek eningen Bem er k dat de opbr engst en van de v ennoot schapbelast ing t oegewezen zij n aan de r egio’s volgens hun aandeel in de t oegevoegde waarde. Zoals in de Abafim st udie ber ek enen we fiscale st rom en in de sociale zeker heid, de financiering van de Gem eenschappen en Gewest en en een beperkt aant al weerhouden uit gavenpost en van de federale begrot ing.
14
Van de ont vangst en inzake BTW en accij nzen wij st de NBB 61,2% ex pliciet t oe aan de Gew est en. 15 De zogenaam de BTW dot at ie aan de Gem eenschappen bij v oorbeeld verr ek enen w e aan de ink om st enzij de volgens de algem ene verdeelsleut el ‘m iddelen van de federale ov erheid’ en niet v olgens de BTW- verdeelsleut el.
[ fiscale st rom en in de federale begrot ing] Als uit gaven in de federale begrot ing worden hier 16 weerhouden de ov erheidspensioenen, over heidsinvest eringen en sociale voorzieningen in geld 17 . Op basis van de r egionale r ekeningen k ennen we de regionale v erdeling van die uit gaven. Voor de weer houden uit gavencat egorieën k unnen we dan de event uele fiscale st rom en ber ekenen door het regionaal aandeel in de ont vangst en t e vergelij ken m et het regionaal aandeel in de uit gaven. Uit gaven ( m ilj oen euro) ov erheidsinvest eringen 18 ov erheidspensioenen sociale voorzieningen in geld
V
W
BHG
5317,7
57,70%
23,19%
19,11%
7418,619
57,80%
33,60%
8,60%
3523,3
49,30%
38,40%
12,30%
Bron: regionale rek eningen Van de overheidsinvest eringen bij voorbeeld krij gt Vlaanderen 57,7% . Het aandeel in de financiering bedraagt 60,74% . Hier zal er v oor Vlaanderen dus sprake zij n van een uit gaande fiscale st room . Tabel 5 geeft de fiscale st rom en voor de diverse weerhouden uit gaven in de federale begrot ing.
16
I n de Abafim st udie worden ook de federale uit gav en v oor het aut onoom gesubsidieerd onderw ij s bek ek en ( goed v oor 1667,6 m ilj oen eur o in 2005) . 17 Het gaat hier om het best aansm inim um , oor logspensioenen, inkom en gehandicapt en, ink om ensgarant ie ouder en) . Door m et de r eële dat a t e wer ken, k om en we ook t egem oet aan de opm erk ing van de Com m issie dat in de Abafim - st udie voor een aant al cat egor ieën geen r eële cij fers beschikbaar zij n zoals arbeidsongevallen, arbeidsziekt en, financiële hulp aan gehandicapt en, int egrat ie- uit k er ingen en gewaarborgd inkom en v oor bej aarden. De dr ie laat st e post en behor en t ot de uit gaven die t en last e zij n van het t ot ale uit gavenbudget . Door de t oek enning van deze uit gaven aan de sociale zek erheid gebeurde er in de basisst udie een dubbelt elling m et de uit gav en van de federale ov erheid. 18 Volgens de ligging van het inv est eringsgoed of van de beheerder van de inv est er ing.
V
W
BHG
ov erheidsinvest eringen
161,430
315,556
- 476,986
ov erheidspensioenen
217,789
- 331,310
113,521
sociale in geld
402,914
- 326,466
- 76,448
7 8 2 ,1 3 3
- 3 4 2 ,2 2 0
- 4 3 9 ,9 1 3
voorzieningen
Tot a a l Bron: eigen berek eningen
[ fiscale st rom en in de sociale zeker heid] I n de sociale zekerheid kennen we de r egionale uit gaven v olgens woonplaat sprincipe ( geaggegr eerd over het st elsel van werkgevers, zelfst andigen ( en am bt enaren wat de gezondheidszorgen bet reft ) . Het gaat hier om uit keringen door socialeverzek eringsinst ellingen bet aald aan huishoudens in het kader van de wet t elij ke regelingen waarvan de voornaam st e de werkloosheidsvergoedingen, de ziekt e—en invalidit eit suit keringen, de pensioenen en de gezinsbij slagen zij n. Hieronder vallen dus de uit k eringen die bet rekking hebben op de uit gaven v oor prim aire arbeidsongeschikt heid en invalidit eit , d.w.z. t ot aan de werkherv at t ing of t ot aan de er kenning t ot gehandicapt e. I n v er band m et de pensioenuit keringen worden enkel die van de privat e sect or v erm eld om dat volgens het ESR 1995 de pensioenen die de ov erheid en de ov erheidsbedrij ven als werkgev er recht st reeks aan hun werk nem ers bet alen, niet t ot de variabele ‘wet t elij ke uit keringen sociale verzekering in geld’ ( = cat egorie D.621 in regionale rekeningen) ’ m ogen worden gerekend, m aar behoren t ot de variabele ‘uit keringen sociale verzek ering recht st reeks bet aald door de werkgever’ ( = rubriek D.623 in de regionale rek eningen 19 ) .
19
Die r ubr iek om vat de uit k eringen die w er kgev ers bet alen in het k ader van socialeverzek er ingsregelingen zonder fondsvorm ing. Het gaat , enerzij ds, om de doorbet aling van het loon ingeval van ziekt e, ongeval, zwangerschap, enz. en, anderzij ds, om ouderdom spensioenen bet aald door de ov erheid en de zgn. «ov erheidsbedr ij v en».
Uit gaven ( in m ilj oen euro) socialezeker heidsuit gaven RI Z- uit gaven
V
W
BHG
36.806,4
56,48%
34,12%
9,40%
16780,056
57,84%
32,85%
9,31%
Bron: regionale rek eningen, Riziv Analoog aan de weer houden uit gaven op de federale begrot ing kunnen we de fiscale st rom en in de sociale zeker heid berek enen. Wallonië bij voorbeeld draagt voor 28,66% bij in de financiering van de sociale zeker heid. Het aandeel in de uit gaven ( socialezekerheidsuit gaven en RI Z- uit gav en) ligt hoger zodat er sprake is van een inkom ende fiscale st room . Tabel 7 geeft de fiscale st rom en in de sociale zeker heid voor de drie regio’s.
V Socialezek er heidsuit gaven RI Z- uit gaven Tot a a l
W
BHG
2057,483
- 2009,802
- 47,681
709,740
- 702,765
- 6,974
2 7 6 7 ,2 2 3
- 2 7 1 2 ,5 6 7
- 5 4 ,6 5 6
Bron: eigen berek eningen [ fiscale st rom en in de financiering van Gem eenschappen en Gewest en] De Gem eenschappen en Gewest en wor den voor een gr oot deel gefinancierd door dot at ies uit de federale begrot ing. Er worden diverse v erdeelsleut els gebr uikt om die dot at ies t oe t e wij zen aan de diverse Gem eenschappen en Gewest en. De Gewest en hebben onder m eer recht op een dot at ie uit de personenbelast ing. Sinds 1989 worden die uit de personenbelast ing t oegewezen m iddelen niet langer volgens vast e en som s willekeurige verdeelsleut els verdeeld m aar op basis van de bij drage van elke ent it eit t ot de personenbelast ing ( PB) . Dat k om t neer op de t oepassing van het principe v an de "billij ke t er ugv loeiing", dat een direct verband t ussen de m iddelen van de collect ivit eit en en de op hun grondgebied geïnde belast ing verzekert . Die dot at ie geeft dan geen aanleiding t ot int ergewest elij ke fiscale st rom en.
I n het kielzog van die wij ziging van de horizont ale v erdeelsleut el werd ook een m echanism e ingev oerd waar bij Gewest en aanspraak kunnen m aken op een solidarit eit sbij drage. I ndien in een Gewest de gem iddelde opbrengst van de personenbelast ing per inwoner lager ligt dan het Rij ksgem iddelde, krij gt dat Gewest een dot at ie t er gr oot t e van een basisbedrag per inwoner 20 m aal het aant al inwoners m aal de afwij king in procent punt en ( van de gem iddelde opbr engst in het Gewest t en opzicht e van het nat ionaal gem iddelde) . Hier is er wel sprake van int ergewest elij ke fiscale st rom en. Die berekenen we als het verschil t ussen het aandeel van dat Gewest in de financiering van de aan de Gewest en t er beschik king gest elde solidarit eit sbij dragen ( is begrot ingst echnisch een v oor afnam e op opbr engst en personenbelast ing) en de door een Gewest ont vangen solidarit eitsbij drage. De Gewest en k rij gen ook bij kom ende m iddelen in gevolge de over hev eling van nieuwe bev oegdheden 21 . De om vang van die dot at ie is gek oppeld aan de ev olut ie van de prij sindex en aan de reële groei van het BBP. De horizont ale verdeelsleut els liggen, m et uit zondering voor de bij kom ende m iddelen m et bet rekking t ot de provincie- en gem eent ewet , vast en zij n hist orisch bepaald ( is begr ot ingst echnisch een v oorafnam e op opbrengst en personenbelast ing) De Gewest en k rij gen sinds 1989 begr ot ingskrediet en v oor program m a’s v oor t ewer kst elling van werklozen. Van 1989 t ot 1999 bleef het “ t r ekkingsrecht ” vast gelegd op 312,281 m ilj oen euro. Na een aant al ver hogingen in de periode 2000- 2003 bedroeg het bedrag in 2003 485,806 m ilj oen eur o. Na 2003 is het bedrag niet m eer gewij zigd. Het wordt ook niet aangepast aan de inflat ie. De horizont ale ver deelsleut el is alt ij d ongewij zigd gebleven: Vlaanderen krij gt 53,04 % , Wallonië 38,14 % en Brussel 8,02 % ( begr ot ingst echnisch kom t die dot at ie uit de Rij ksm iddelen, v andaar gem engde financieringssleut el) . Voor de bij kom ende m iddelen in gev olge de ov er heveling van nieuwe bev oegdheden en de begrot ingskr ediet en v oor program m a’s v oor t ewer kst elling van werklozen berekenen we de int ergewest elij ke fiscale st rom en als het v erschil t ussen de door een Gewest ont vangen dot at ie en het aandeel ( volgens de relevant e financieringsbron) van dat Gewest in de financiering van de aan de Gewest en t er beschik king gest elde dot at ie. Die fiscale st rom en, t esam en m et solidarit eit sbij dragen, geven de int ergewest elij ke fiscale st rom en waart oe de financiering van de Gewest en aanleiding geeft . Voor de Gem eenschappen k unnen er drie belangrij ke financieringsst rom en vanuit de federale begrot ing naar de Gem eenschappen worden onderscheiden, m et nam e i) een dot at ie uit de personenbelast ing, ii) een dot at ie uit de BTW en iii) aanvullende dot at ies. De Gem eenschappen hebben recht op een bepaald bedrag van de federaal geïnde personenbelast ing. De v erdeling van die dot at ie t ussen de 20
Dat bedraagt 11,6 euro, in pr ij zen van 1988, t e index eren vanaf het begrot ingsj aar 1989. 21 Meer bepaald gaat het hier ov er landbouw sinds 1993 en sinds 2002 landbouw en visser ij , wet enschappelij k onderzoek inzak e landbouw, buit enlandse handel en de prov incie- en gem eent ewet .
Nederlandst alige en Franst alige Gem eenschap gebeurt op basis van de relat ieve opbr engst van de per sonenbelast ing 22 . Volgens het ‘le j ust e ret our ’ principe is er hier geen sprake van int ergewest elij ke fiscale st rom en. De Gem eenschappen krij gen ook een vast bedrag dat uit de BTW- ont vangst en wordt gefinancierd. De t ot ale BTW- dot at ie verdeelsleut els verdeeld.
wordt
ov er
de
Gem eenschappen
volgens
t wee
De geïndex eerde en voor de evolut ie van het aant al m in 18- j arigen gecorrigeerde basis BTW- dot at ie wordt t ussen de Gem eenschappen verdeeld op basis van de verdeelsleut el leerlingenaant allen ( 6- 17- j arigen) . Die dot at ie geeft op basis van le j ust e ret our aanleiding t ot int ergewest elij ke fiscale st rom en t ussen de beide Gem eenschappen ( afwij king t en opzicht e van de r egionale verdeelsleut el BTW- ont vangst en) . Vanaf het begr ot ingsj aar 2012 worden de nieuwe m iddelen die de Gem eenschappen vanaf 2002 ont vangen, inclusief de m eer opbrengst en die voort vloeien uit de koppeling vanaf 2007 van de BTW- m iddelen aan het BBP, volledig verdeeld in ver houding t ot de in elke Gem eenschap gelokaliseerde ont vangst en inzake de personenbelast ing. I n de ov ergangsperiode ( 2002-2012) worden de nieuwe m iddelen verdeeld op basis van de t wee crit eria, leerlingenaant allen en aandeel in de personenbelast ing, waar bij de bij drage van elke Gem eenschap t ot de personenbelast ing st eeds zwaarder 23 door weegt . De bij kom ende m iddelen geven aanleiding t ot int ergem eenschappelij ke fiscale st rom en wanneer er een afwij king is t en opzicht e van de regionale verdeelsleut el BTW- ont vangst en. Ten derde krij gen de Gem eenschappen nog andere dot at ies. Zo zij n er aanvullende dot at ies onder de vorm van begrot ingskrediet en t en gunst e van de universit aire sam enwerking en t er dekking van uit gaven voor buit enlandse st udent en ( die dot at ies zij n t en last e van de Rij ksm iddelen) . Ook krij gen de Gem eenschappen sinds 2002 27,44 % van de t e verdelen winst van de Nat ionale Lot erij . De Gem eenschappen krij gen dat bedrag r echt st r eeks v an de Nat ionale Lot erij en niet vanuit de federale begr ot ing. De Lot t o- m iddelen, die m et 0,8428 % worden v erm inder d t en v oordele van de Duit st alige Gem eenschap, worden ov er de Vlaam se Gem eenschap en de Franst alige Gem eenschap verdeeld volgens het aandeel van elke Gem eenschap in het t ot aal van het v oor beide Gem eenschappen best em de bedrag aan personenbelast ing en BTW- ont vangst en. Ten slot t e ont vangen de Gem eenschappen van de federale schat kist een
K 23
s
' '
t
'
Meer bepaald wordt in 2002 35% van de t ot ale bij kom ende m iddelen t oegek end op basis van de in elk e Gem eenschap gelokaliseerde ont vangst en inzak e personenbelast ing. De ov er ige 65% wordt aan de Gem eenschappen t oegew ezen volgens de v erdeelsleut el die voor de t oegewezen BTW- opbr engst en geldt . Het percent age dat volgens de verhouding van de personenbelast ing w ordt v erdeeld st ij gt j aar lij ks m et 5 pr ocent v oor de begr ot ingsj aren 2003 t ot en m et 2009 en m et 10 procent v oor de begrot ingsj aren 2010, 2011 en 2012.
dot at ie 24 die aan de prij sindex gekoppeld is. Die dot at ie com penseert de om v orm ing in 2001 van het kij k- en luist ergeld van een gem eenschapsbelast ing t ot een gewest elij ke belast ing ( die dot at ies zij n begr ot ingst echnisch een voorafnam e op de personenbelast ing en worden dus niet uit Rij ksm iddelen bet aald) . Die dot at ies ( van de derde cat egorie) kunnen in fiscale st rom en t ussen de Gem eenschappen.
principe aanleiding gev en t ot
Verm it s het gaat om een st udie van fiscale st rom en t ussen de drie regio’s in ons land, m oet en de int er gem eenschappelij ke fiscale st rom en aan de regio’s worden t oegewezen. Zoals in de Abafim - st udie wordt voor de t oewij zing van een deel van ont vangst en van de Vlaam se en Franse Gem eenschap aan Br ussel de sleut els ( Br usselse bevolking x 0,20) / ( Br usselse bevolking x 0,20 + Vlaam se bev olking) en ( Br usselse bevolking x 0,80) / ( Br usselse bevolking x 0,80 + Waalse bevolking) gehant eerd. De ont vangst en in het Vlaam se Gewest bij voorbeeld zij n dan de per capit a ont vangst en in de Vlaam se Gem eenschap m aal het aant al inwoners in het Vlaam se Gewest .
Uitgaven 1000 euro) Bij kom ende bevoegdheden
V
W
195766,4903
59,47%
38,97%
1,56%
923410,96
0,00%
81,68%
18,32%
485809
53,84%
38,14%
8,02%
10481120,15
55,06%
34,67%
10,27%
899288,49
59,07%
31,33%
9,59%
93072,48
31,93%
53,90%
14,17%
757672,39
62,24%
28,70%
9,06%
Solidarit eit sm echanism e Trekkingsrecht en Gem eenschap Lam berm ont
-
Gem eenschap Lam berm ont
-
BTW
ext ra
zonder
( in
BTW
Buit enlandse st udent en Dot at ie t er com pensat ie van het kij k- en luist ergeld
BHG
Bron: Fod Financiën, eigen berek eningen
24
De basisbedragen, in prij zen van 2002 bedr agen voor de Vlaam se, Franst alige en Duit st alige Gem eenschap respect ievelij k ¼¼HQ¼
De fiscale st rom en in Tabel 9 worden ber ekend door het r egionaal aandeel in de m iddelen van de federale over heid ( zie Tabel 3) t e vergelij ken m et het regionaal aandeel in de uit gaven voor de Gem eenschappen en Gewest en ( zie Tabel 8) .
VG Bij kom ende bev oegdheden
WG
BHG
2,480
- 19,253
16,773
560,840
- 485,172
- 75,669
33,500
- 43,752
10,252
Gem eenschap - BTW zonder Lam berm ont
594,841
- 580,177
- 14,664
Gem eenschap - ex t ra BTW Lam berm ont
14,935
- 19,768
4,833
Buit enlandse st udent en
26,807
- 23,046
- 3,762
Dot at ie t er com pensat ie van het kij ken luist ergeld
- 11,428
3,306
8,123
1 2 2 1 ,9 7 6
- 1 1 6 7 ,8 6 2
- 5 4 ,1 1 4
Solidarit eit sm echanism e Trekkingsrecht en
Tot a a l Bron: eigen berek eningen [ Globaal result aat ]
Tabel 10 vat de result at en van de updat e van de Abafim st udie sam en. I n Vlaanderen is er een uit gaande fiscale st room in 2005 van 4771 m ilj oen euro. Hiervan gaat 4223 m ilj oen eur o naar Wallonië en 549 m ilj oen euro naar Br ussel.
V
W
BHG
Fiscale st rom en in de federale begr ot ing
782
- 342
- 440
Fiscale st rom en in de sociale zek erheid
2767
- 2713
- 55
Fiscale st rom en in de financiering van G&G
1222
- 1168
- 54
4771
-4223
-549
Tot a a l Bron: eigen berek eningen
De st udie van de NBB bek om t als result aat dat er uit gaande fiscale st rom en zij n zowel vanuit Vlaanderen als Brussel, respect ievelij k van 5843 en 212 m ilj oen euro. Wallonië krij gt een binnenkom ende fiscale st room van 6056 m ilj oen euro.
V
Overheidsont vangst en Overheidsuit gaven Tot aal Bron: NBB
W
BHG
5052
- 5136
83
790
- 920
130
5843
-6056
212
7. N BB m e t h odologie t oe ge past op Ab a fim u it ga ve n en cij fe r s We k unnen de NBB benadering t oepassen op de door Abafim weerhouden uit gavencat egorieën. Op die m anier wordt naar alle inkom st en van de feder ale ov erheid 25 gekek en t er wij l aan de uit gav enzij de de beschikbare inform at ie over regionale uit gaven wordt aangewend. Aan de inkom st enzij de ( federale ont vangst en respect ievelij k socialezeker heidsbij dragen) bekom en we de fiscale st rom en op basis van het verschil t ussen de per capit a ont vangst en in een regio en de per capit a ont vangst en in het Rij k, verm enigvuldigd m et het r egionale bevolkingscij fer. I nzake m iddelen van de federale overheid bij voorbeeld liggen de per capit a ont vangst en in Vlaanderen hoger dan het Rij ksgem iddelde. Dat posit ief verschil, verm enigvuldigd m et het bevolkingsaant al in Vlaander en, geeft de uit gaande fiscale st room .
Gem iddelde ont vangst en per capit a
Fiscale st rom en
Rij k
8008,51
0
Vlaanderen
8409,38
2.429.636.672
Wallonië
7180,34
- 2.819.892.469
8393,84
390.255.797
Brussels Gewest
Hoofdst edelij k
Bron: eigen berek eningen
25
Het gedeelt e van de federale ont vangst en w aarvan geen hor izont ale v erdeelsleut el best aat , wordt op basis van de bev olk ingsaandelen aan de Gew est en t oegew ezen.
Gem iddelde ont vangst en per capit a
Fiscale st rom en
Rij k
4025,14
0
Vlaanderen
4355,06
1.999.632.488
Wallonië
3526,85
- 1.696.641.282
3725,97
- 302.991.207
Brussels Gewest
Hoofdst edelij k
Bron: eigen berek eningen Om dubbelt ellingen t e ver m ij den, hebben we alleen naar de eigen ont vangst en van de sociale zek erheid gekek en, niet de dot at ies vanwege de federale ov erheid. De fiscale st rom en aan de uit gavenzij de worden bepaald op basis van het verschil t ussen de per capit a uit gaven in het Rij k en de per capit a uit gaven in de regio, verm enigvuldigd m et het bevolkingsaant al in de r egio.
Sociale uit keringe n in geld
Overheidsinvest eringe n
Over heidspensioene n
Rij k
507,48
707,98
336,24
22,82
V
506,26
707,48
286,59
26,75
W
362,12
732,07
397,35
16,92
1003,48
629,95
427,90
19,12
BH G
Dienst encheque s
Bron: eigen berek eningen I n Wallonie liggen voor de per Rij ksgem iddelde. Dat posit ief
capit a over heidsinvest eringen ver schil, verm enigvuldigd
onder m et
het het
bev olkingsaant al in Wallonië, geeft de uit gaande fiscale st room op het gebied van over heidsinv est eringen. Tabel 15 geeft de result at en v oor alle weerhouden uit gaven in de federale begrot ing.
Overheids
Overheids
invest eringen
pensioenen
Sociale uit keringen in geld
Dienst encheques
Tot aal
V
7.469.356
3.001.733
300.906.103
- 23.810.924
287.566.268
W
494.246.420
82.022.890
208.073.256
20.070.612
224.220.885
- 501.715.776
79.021.157
- 92.832.847
3.740.312
511.787.152
BHG
Bron: eigen berek eningen Net zo kunnen we op basis van de per capit a uit gav en in de sociale zek erheid en gezondheidszorg de int ergewest elij ke fiscale st rom en in de sociale zeker heid en gezondheidszorg berekenen.
Sociale zekerheid
Riz
G&G
Rij k
3512,52
1601,36
1320,42
V
3429,91
1601,36
1184,89
W
3688,30
1618,79
1526,86
BHG
3415,99
1542,77
1437,38
Bron: eigen berek eningen
Sociale zeker heid
Riz
Tot aal
G&G
V
500.742.506
20.726
821.385.593
1.322.148.825
W
- 598.510.242
- 59.356.891
- 702.927.780
1.360.794.914
97.767.736
59.336.166
- 118.457.812
38.646.089
BHG
Bron: eigen berek eningen Tabel 18 vat de result at en sam en. I n Vlaanderen is er een uit gaande fiscale st room in 2005 van 6039 m ilj oen eur o. Hiervan gaat 5653 m ilj oen euro naar Wallonië en 386 m ilj oen euro naar Br ussel. V
W
BHG
Overheidsont vangst en
4429
- 4517
87
Overheidsuit gaven
1610
- 1137
- 473
6039
-5653
-386
Tot a a l Bron: eigen berek eningen
8.
Beslu it
Het berekenen van int er gewest elij ke fiscale st rom en is een com plex e aangelegenheid. Er zij n niet alleen st at ist ische pr oblem en m aar ook verschillen in m et hodologie die de r esult at en m ee bepalen. De Abafim st udie berekent de int ergewest elij ke fiscale st rom en in deelboek houdingen v an Ent it eit I ( federale over heid en sociale zeker heid) . De fiscale st rom en worden er bepaald door een sam enspel van bij dragen en uit keringen. Maar de Abafim st udie wij st niet alle inkom st en van de feder ale ov erheid aan de Gewest en t oe. De r esult at en zij n vert ek end zodra de v erdeling t ussen de regio’s van de niet weer houden federale ont vangst en niet op basis van
het j ust e r et our principe gebeurt . De NBB st udie daarent egen wij st quasi alle ont vangst en van Ent it eit I t oe aan de regio’s t erwij l het aant al in ogenschouw genom en uit gavencat egorieën beperkt is. De result at en van de NBB benadering zij n vert ek end zodra de niet opgenom en over heidsuit gaven niet in gelij ke m at e per capit a over de dr ie Gewest en v erdeeld zij n. Die vert ek ening kan de fiscale st rom en in beide richt ingen beïnvloeden. De event uele fiscale st r om en m et bet rekking t ot de niet weer houden uit gaven zorgen er voor dat de result at en van de NBB st udie in t heorie zowel een boven- dan wel ondergr ens kunnen zij n. Uit de em pirie blij kt dat de result at en van de NBB st udie een ondergrens zij n voor de fiscale st room vanuit Vlaanderen m aar een bov engrens voor de fiscale st room uit Br ussel en uit Wallonië. Door bij kom ende uit gavencat egorieën in de analyse t e bet rekk en, neem t de fiscale st room vanuit Vlaanderen t oe m aar neem t die vanuit Brussel en naar Wallonië af. Een zo globaal m ogelij ke benadering, zowel aan de inkom st en- als de uit gavenzij de, lij kt dan ook aangewezen voor een st udie van de int ergewest elij ke fiscale st rom en.
Bibliografie WHI SLADE J., D. YUI L, S. TAYLOR, L. DAVEZI ES, B.H. NI COT en R. PRUD’HOMME ( 1996) , Econom ic and social cohesion in t he Eur opean union : t he im pact of m em ber st at es’ own policies, Final report t o t he European Com m ission ( DG XVI ) .
Appendix: gebruikt e dat a van overheidsm iddelen
voor afleiden van de kost
2005 Duit st alige Gem eenschap ( DG)
2006
72.512
73.119
BHG
1.006.749
1.018.804
Vlaanderen
6.043.161
6.078.600
Wallonië ( exclusief DG)
3.323.430
3.340.859
10.445.852
10511382
Rij k Bron: NI S
2005 personenbelast ing
35663,5
vennoot schapbelast ing
10624,1
ander e
19363
accij nzen
3445,297
BTW en r egist rat ie
14822,26
Tot aal
83918,1
2005 direct e belast ingen gezinnen
824,6
direct e belast ingen vennoot schappen
229,3
indirect e belast ingen
1242,1
socialezekerheidsbij dragen
39500,1
alt ernat iev e financiering 26
9222,7
st aat st oelage
6865
rest
381,8
Tot aal
58265,6
Aanslagj aar 2006, inkom st en 2005
Aandeel V
Aandeel W
Aandeel BHG
63,31%
28,25%
8,44%
Bron: Fod Financiën
26
De v oor lopige rekeningen v an 2005 geven als alt er nat iev e financier ing en st aat st oelage respect ievelij k 9264,383 en 6440,886 m ilj oen eur o ( bron: Vadem ecum Sociale Zeker heid, Fod Sociale Zak en) .
woonplaat sprincipe ( op basis van m aat schappelij ke zet el) volgens aandeel in brut o t oegevoegde waarde
Aandeel V
Aandeel W
Aandeel BHG
53,49%
13,48%
33,03%
57,35%
23,46%
19,19%
Bron: Fod Financiën, eigen berek eningen De v erdeling van de v ennoot schapbelast ing gebeurt hier op basis van de m aat schappelij ke zet el. Dat leidt t ot een r elat ieve overschat t ing van het aandeel wanneer een r egio relatief veel m aat schappelij ke zet els heeft , zoals het geval is m et Br ussel. Een deel van de v ennoot schapbelast ing wordt im m ers in andere regio’s gegener eer d m aar wordt op basis van de m aat schappelij ke zet el t oegewezen aan Br ussel.
Vlaam s Gewest
Waals Gewest
Brussels Hoofdst edelij k Gewest
BTW
61,25%
29,94%
8,81%
Accij nzen
58,60%
33,40%
8,00%
I ndirect e belast ingen ( gewogen BTW en accij nzen)
60,75%
30,59%
8,65%
Bron: NBB
2005
Aandeel V
Aandeel W
Aandeel BHG
62,7%
28,4%
8,9%
Bron: Regionale r ekeningen, NBB