www.vdvaccountants.be
Fiscale en financiële motieven Tariefverschil Klassiek wordt verwezen naar de lagere tarieven in de vennootschapsbelasting als het grote voordeel van het werken met een vennootschap. Onderstaande tabellen tonen aan dat men in de personenbelasting een progressieve belastingschaal kent, terwijl men in de vennootschapsbelasting werkt met langzamer stijgende getrapte tarieven, indien u een aantal regels naleeft. Tarieven personenbelasting (art. 130 WIB 92) : Inkomsten 2010 / Aanslagjaar 2011 Inkomensschijf
Tarief
Op de volle schijven
€ 0,00 tot € 7.900,00
25 %
€ 1.975,00
€ 7.900,00 tot € 11.240,00
30 %
€ 1.002,00
€ 11.240 tot € 18.730
40 %
€ 2.996,00
€ 18.730 tot € 34.330
45 %
€ 7.020,00
Vanaf € 34.330
50 %
Tarieven vennootschapsbelasting (art. 215 WIB 92). Normale aanslagvoet (incl. 3 % crisisbelasting)
33,99 %
Verlaagd opklimmend tarief (aanvangstarieven) in de vennootschapsbelasting voor aanslagjaar 2011 (inclusief 3% crisisbijdrage) Schijven van belastbare winst - minder dan € 25.000
24,25 %
- tussen € 25.000 en € 90.000
31,00 %
+ € 7.750,00
- tussen € 90.000 en € 322.500
34,50 %
+ € 31.050,00
- meer dan € 322.500
33,99 %
+ € 109.617,75
Bovendien kan men dit "verlaagd opklimmend vennootschapstarief “ slechts genieten als men aan een aantal voorwaarden voldoet .
1. geen aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50% 2. eigen aandelen voor ten minste 50% in het bezit zijn van natuurlijke personen 3. geen dividenduitkering hoger dan 13 % 4. ten minste een bedrijfsleiderbezoldiging toekennen die gelijk is aan of hoger is dan het belastbare inkomen wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan 36.000 EUR voor het aanslagjaar2 2010 en 2011 5. geen deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort 6. geen beleggingsvennootschap zijn
12
www.vdvaccountants.be
Indien de vennootschap niet aan deze voorwaarden voldoet dan betaalt zij over haar hele fiscale resultaat een vlak tarief van 33,99 %. Een vennootschap die in aanmerking komt voor het verlaagd opklimmend tarief, wordt beschouwd als een KMO- vennootschap. Een niet- KMO is dan een vennootschap waarvan het fiscaal resultaat tegen het normale tarief (33,99%) wordt belast. De afgelopen jaren heeft de wetgever getracht een aantal “gunstregelingen” uitsluitend te reserveren voor deze KMO- vennootschappen zoals :
•
AJ 2010 Geen belastingsverhoging ingevolge
•
onvoldoende voorafbetalingen in de eerste 3 boekjaren •
Keuze tussen investeringsreserve en notionele intrestaftrek
AJ 2011 Geen belastingsverhoging ingevolge onvoldoende voorafbetalingen in de eerste 3 boekjaren
•
Keuze tussen investeringsreserve en notionele intrestaftrek
Vergelijken tarief personenbelasting en vennootschapsbelasting : Het louter vergelijken van deze schalen bevestigt dat de progressieve belastingvoet in de personenbelasting heel wat sneller stijgt dan in de vennootschapsbelasting.
Netto belastbare winst
€ 2.500,00 € 5.000,00 € 10.000,00 € 20.000,00 € 30.000,00 € 50.000,00 € 75.000,00 € 100.000,00
Personenbelasting als zelfstandige met winst, ongehuwd, inclusief gemeentebelasting (7 %)
€ 0,00 € - 197,94 (BK) € 387,78 € 5.213,04 € 10.097,59 € 20.565,94 € 33.940,94 € 47.315,94
Vennootschapsbelasting geen gemeentebelasting maar inclusief 3 % crisisbijdrage Verlaagd opklimmend tarief € 624,50 € 1.249,00 € 2.498,00 € 4.996,00 € 7.841,50 € 14.227,50 € 22.210,00 € 30.553,50
Normaal tarief € 849,75 € 1.699,50 € 3.399,00 € 6.798,00 € 10.197,00 € 16.995,00 € 25.492,50 € 33.990,00
(*) In de personenbelasting is de crisisbijdrage afgeschaft. In de vennootschapsbelasting is de crisisbijdrage nog steeds 3%. BK = Belastingkrediet
Vanaf een belastbaar inkomen van bv. € 17.610,00 zit men in de personenbelasting reeds aan een marginaal tarief van 40 %, daar waar dit in de vennootschapsbelasting nog steeds 24,25 % bedraagt. Dat is een verschil van meer dan 15 %. De tariefkloof is echter slechts één van de verschillen tussen de vennootschaps- en personenbelasting.
13
www.vdvaccountants.be
Anderzijds is een vergelijking van de personen- en vennootschapsbelasting niet te herleiden tot een louter naast elkaar plaatsen van deze twee schalen. Denk maar aan het aspect gemeentebelasting, crisisbelasting of nog de sociale bijdragen voor zelfstandigen. Bovendien moet men steeds voor ogen houden dat het geld dat men in de vennootschap achterlaat, om de gunstigere taxatievoet te kunnen genieten, in de toekomst enkel aangewend kan worden voor beroepsmatige uitgaven. Bij een aanwenden voor privé uitgaven zal men steeds terugvallen op de marginale taxatievoet van de personenbelasting. We komen hier later op terug. Ten slotte moet u ook de evolutie van uw gezinsbudget in het oog houden. Winsten in de vennootschap laten belasten impliceert immers dat deze niet meer in uw persoonlijke portefeuille zullen terechtkomen. U kunt ze dan ook niet meer ten persoonlijke titel uitgeven. In veel gevallen zal, met het oog hierop, een nulmodel voor uw vennootschap (winst noch verlies na fiscale optimalisatie) de meest aangewezen strategie zijn.
Werken met minimum twee belastingplichtigen Een tweede gevolg van het oprichten van een vennootschap is dat u naast uzelf als natuurlijke persoon een nieuwe belastingplichtige creëert. Dit heeft als voordeel dat u uw belastbaar inkomen kunt spreiden over minimum twee belastingplichtigen, zijnde uzelf als natuurlijke persoon (belastbaar in de personenbelasting) en uw vennootschap (belastbaar in de vennootschapsbelasting). Voor uw belastingconsulent betekent dit dat hij uw belastbaar inkomen kan verdelen over de laagst belaste schijven in zowel de personen- als de vennootschapsbelasting. Indien de partner van de zaakvoerder geen of een beperkt beroepsinkomen heeft, dan kan het voordeel nog groter worden door het mechanisme van het huwelijksquotiënt . Door het huwelijksquotiënt wordt een deel van het beroepsinkomen van de meestverdienende niet tegen zijn/haar eigen marginale aanslagvoet belast (d.i. het belastingpercentage van toepassing op de hoogste inkomensschijf), maar tegen de veel lagere marginale aanslagvoet van de andere partner. Hieronder beelden we dat grafisch uit. Voorbeeld : Stel dat u op jaarbasis € 90 000 netto belastbare winsten ontvangt. De ideale manier van werken, na oprichting van uw vennootschap, is niet deze € 90 000 volledig te laten zitten in uw vennootschap en daar te onderwerpen aan de vennootschapsbelasting. U kunt deze € 90 000 fiscaal optimaal verdelen. U zorgt er bv. voor dat € 50 000 wordt belast in de personenbelasting (bv. als uitgekeerde bezoldigingen) en het saldo van € 40 000 in de vennootschapsbelasting (gereserveerde winst in de vennootschap). U moet zoals gezegd echter ook uw gezinsbudget in het oog houden. Immers, een optimale verdeling van de volledige winst over de verschillende "schuiven" (wedde, groepsverzekering, huur, verkoop goodwill, verkoop materieel vast actief, interesten, dividenden, ... ) naar de zaakvoerder toe zal nauwelijks afbreuk doen aan het fiscale profijt. De keuze voor deze dan wel een andere strategie moet dossier per dossier geëvalueerd worden. Werken met een vennootschap betekent dus niet dat u van de ene dag op de andere nog uitsluitend wordt belast onder de vennootschapsbelasting en dat er van personenbelasting of sociale bijdragen geen sprake meer is.
14
www.vdvaccountants.be
Inkomensspreiding •
Als u uw taak van manager of bestuurder als zelfstandige uitoefent, dan heeft dit tot gevolg dat er van elke frank bijkomend inkomen steeds wordt afgehouden : • de progressieve personenbelasting (gaande tot 50 %) • de aanvullende gemeentebelasting (gaande tot 9 % op de hoofdsom); • de sociale bijdragen Tot een inkomen van € 47.830,21 zijn 19,65% sociale bijdragen verschuldigd met een minimum van € 497,92. Op het gedeelte tussen € 47.830,21 tot € 70.492,18 zijn 14,16% sociale bijdragen verschuldigd Boven dit bedrag zijn geen sociale bijdragen meer verschuldigd.
U kunt hier onder geen enkel beding aan ontsnappen. Elke bijkomende euro inkomen wordt gekwalificeerd als een beroepsinkomen met de hoger vermelde afronding tot gevolg. In onderstaande grafiek zien we vb. wat een zaakvoerder met een netto belastbaar inkomen van 30.000,00 euro overhoudt indien er een extra vergoeding wordt toegekend van 3.000,00 euro. Zoals je kan zien is dit slechts 1187,42 euro na aftrek van personenbelasting en sociale bijdragen.
15
www.vdvaccountants.be
•
In een vennootschap kan men dit inkomen kanaliseren. Dit betekent dat men een deel van het inkomen in de vennootschap kan investeren (bv. een huis kopen) en een deel naar de private sfeer kan overbrengen. U kunt u in zekere mate zelf beslissen welke fiscale en parafiscale druk uw inkomen moet ondergaan. U staat als het ware voor een fiscale kast met verschillende laden waaruit u kunt kiezen voor het opbergen van uw ontvangen winsten. Elke lade heeft zijn eigen fiscale en parafiscale (sociale bijdragen) druk. • Bij sommige laden is deze druk een vast percentage. Elke bijkomende euro wordt op dezelfde manier behandeld. • Bij andere laden geldt een progressief tarief. Bij deze categorie komt het er dan ook op aan uw inkomen zo te verdelen dat u voor alle laden samen de laagste gemiddelde druk bereikt.
Het is de bedoeling hierna de fiscale gevolgen na te gaan van de verschillende mogelijkheden om liquide middelen aan de vennootschap te onttrekken teneinde er privé over te kunnen beschikken.
Opnames in rekening courant De eenvoudigste manier om liquiditeiten aan de vennootschap te onttrekken is gewoon geld opnemen via de rekening van de vennootschap. Gezien er eigenlijk geen toekenning gebeurt zal deze opname juridisch en boekhoudkundig beschouwd worden als een lening toegestaan door de vennootschap aan de zaakvoerder of bestuurder. Dit geeft twee belangrijke gevolgen : • De natuurlijk persoon zal vroeg of laat de opgenomen gelden moeten terugbetalen aan de vennootschap. Het tegoed kan eventueel ook gecompenseerd worden door een latere toekenning. • De natuurlijk persoon zal in principe een interest moeten betalen aan zijn vennootschap op het gemiddeld openstaand saldo. Doet hij dit niet of betaald hij niet voldoende interest, dan zal hij volgens artikel 32 of 33 W.I.B. een belastbaar voordeel van alle aard genieten. Dit voordeel van
16
www.vdvaccountants.be
alle aard wordt vastgesteld ingevolge artikel 36 W.I.B. en artikel 18 KB WIB op volgend percentage voor 2009: 10,30 %. Voorbeeld : •
Op 1 april 2009 nam de manager/zaakvoerder een bedrag van € 10.000 op bij zijn vennootschap. Bij het afsluiten van het boekjaar op 31 december 2009 betaalt de zaakvoerder een intrest van € 50 op deze som.
•
Het belastbaar voordeel zal als volgt worden vastgesteld : • € 10.000 x 10,30% x 9/12 € 772,50 • Betaalde intrest € - 50,00 • Te belasten voordeel van alle aard € 722,50 (in hoofde van de zaakvoerder)
In het geval de persoon die de som geld opneemt niet werkt in de vennootschap (bv. stille vennoot) zal het abnormaal en goedgunstig voordeel luidens artikel 26 W.I.B. bij de winst van de vennootschap worden gevoegd, tenzij kan aangetoond worden dat het voordeel rechtstreeks of onrechtstreeks in aanmerking komt voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de genieter.
Verkoop van privé - vermogensbestanddelen aan de vennootschap Een eenvoudige manier om liquide middelen aan de vennootschap te onttrekken is het verkopen van bepaalde privé - vermogensbestanddelen aan de vennootschap.
In hoofde van de verkoper (natuurlijk persoon) •
Indien de verkoop kadert in het normaal beheer van een privé - vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwaarden ontvangt de verkoper de verkoopprijs belastingvrij. Eventuele gerealiseerde meerwaarden naar aanleiding van dergelijke verkopen zijn belastingvrij.
•
Behoren de verkochte vermogensbestanddelen niet tot het privé-vermogen, maar worden (of werden) de activa gebruikt in het kader van een beroepswerkzaamheid, dan kunnen de meerwaarden (eventueel afzonderlijk) belast worden als beroepsinkomen.
•
Kadert de verkoop niet in voormeld "normaal beheer" dan zal de meerwaarde als divers inkomen kunnen belast worden tegen 33%. Daarnaast kunnen meerwaarden op onroerende goederen eveneens belast worden indien de verkoop gebeurt binnen de vijfjaar (bebouwde) of acht jaar (ongebouwde) na de aankoop.
•
Tenslotte dient de aandacht gevestigd te worden op het feit dat indien de vennootschap een abnormaal hoge prijs betaalt voor de overgedragen bestanddelen, het voordeel belast kan worden in hoofde van de natuurlijk persoon als beroepsinkomen (voordeel van alle aard), indien het voordeel verkregen werd uit hoofde of naar aanleiding van een beroepswerkzaamheid (bv; bestuurder).
In hoofde van de koper (de vennootschap) De behandeling in hoofde van de koper is afhankelijk van de aard van de overgedragen vermogensbestanddelen. Betreft het vaste activa met een beperkte gebruiksduur dan zal de vennootschap deze kunnen afschrijven volgens de gekende regels. Betaalde de vennootschap een abnormaal hoge prijs, en kan het daaruit voortvloeiende voordeel niet belast worden in hoofde van de genieter, dan zal dit voordeel belast kunnen worden in hoofde van
17
www.vdvaccountants.be
de vennootschap zelf. Betreft het afschrijfbare activa, dan zal de belastingadministratie de afschrijving op de overprijs kunnen weigeren. Indien bij een latere vervreemding een meerwaarde wordt belast, zal deze meerwaarde belastbaar zijn in de vennootschapsbelasting. Indien het een onroerend goed betreft, zal tevens het evenredig registratierecht van 10% verschuldigd zijn bij de verkoop.
Verhuur van privé - vermogensbestanddelen De natuurlijke persoon kan ook overwegen om zijn privé - vermogensbestanddelen niet over te dragen naar zijn vennootschap, maar ze te verhuren aan de vennootschap. Indien de verhuur niet kadert in een beroepsactiviteit van de verhuurder, zal het inkomen in zijn hoofde belast worden als onroerend inkomen of als roerend inkomen. Verhuur van onroerende goederen •
Het bruto onroerend inkomen is in beginsel gelijk aan het totale bedrag van de huurprijs en de huurvoordelen. Het netto onroerend inkomen wordt voor ongebouwde onroerende goederen als volgt vastgesteld Bruto huur (inclusief huurvoordelen) -10% van de bruto huur (inclusief huurvoordelen) Netto huur Voor de andere onroerende goederen wordt het als volgt vastgesteld : Bruto huur (inclusief huurvoordelen) - het kleinste van volgende twee bedragen • 40% van de bruto huur (inclusief huurvoordelen) • 2/3 x gerevaloriseerd kadastraal inkomen (3,87 AJ 2011) Netto huur
•
Wanneer een bestuurder of zaakvoerder een in België gelegen gebouwd onroerend goed de verhuurt aan zijn vennootschap wordt het gedeelte van de huur dat meer bedraagt dan 5/3 van het gerevaloriseerd kadastraal inkomen geherkwalificeerd als bezoldiging. Het gedeelte dat maximaal gelijk is aan 5/3de van het gerevaloriseerd kadastraal inkomen blijft belastbaar als onroerend inkomen.
Verhuur van roerende goederen •
Het begrip roerende goederen omvat hier de lichamelijke roerende goederen, de onlichamelijke roerende goederen evenals de roerende rechten. Het belastbaar roerend inkomen wordt bekomen door het bruto ontvangen bedrag te verminderen met de kosten die zijn gedragen om die inkomsten te verkrijgen en te behouden. Interest van schulden aangegaan om inkomsten van roerende goederen te verkrijgen ofte behouden zijn echter nooit aftrekbaar. Bewijst de belastingplichtige zijn kosten niet dan heeft hij recht op een forfaitaire kostenaftrek van 15%. In bepaalde gevallen wordt dit kostenforfait opgetrokken tot 50% (o.a. voor roerende goederen die gemeubileerde woningen, kamers of appartementen stofferen) of tot 85%.
•
Werd een gezamenlijke huurprijs bedongen voor zowel onroerende als roerende goederen (de zogenaamde gemeubelde verhuur) dan wordt het bruto bedrag van de roerende goederen vastgesteld op 40%.
18
www.vdvaccountants.be
•
Noteer dat de verhuur van roerende goederen in principe onderworpen is aan BTW. De verhuurder zal dus in principe BTW - belastingplichtige worden. Indien zijn omzet minder bedraagt dat 5.580 €, zal hij evenwel kunnen opteren voor een vrijstellingsregeling.
Toekennen van een dividend Een dividend is de vergoeding voor het gestort kapitaal. Het wordt toegekend volgens de statuten of volgens de beslissing van de algemene vergadering. In hoofde van de genieter Een dividend is onderworpen aan de bevrijdende roerende voorheffing. Dit betekent dat de genieter het dividend niet meer moet aangeven in zijn aangifte personenbelasting. Het tarief van de roerende voorheffing op dividenden bedraagt met ingang van 1 januari 1996 in principe 25% voor aandelen aan toonder en 15 % voor aandelen op naam (zoals in bvba) . In hoofde van de vennootschap De toegekende dividenden vormen een element van de belastbare basis van de vennootschap en vormen dus in tegenstelling met wedden en tantièmes geen aftrekbare beroepskost. Beoordeling De toekenning van een dividend is in bepaalde gevallen te verkiezen boven de toekenning van een bijkomende bezoldiging of tantième : Voorbeeld: De winst vóór belasting van een éénpersoons BVBA bedraagt 100,00. De zaakvoerder/enige vennoot wenst het volledig bedrag uit te keren. De zaakvoerder geniet reeds belangrijke inkomsten, waardoor het uitgekeerd bedrag in de personenbelasting aan het hoogste tarief zou worden belast.
Zoals je kan zien bedraagt de totale belastingdruk 36,23 % bij een verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting en een roerende voorheffing van 15 %. Bij de beoordeling dient U rekening te houden met: •
dividenden worden in principe toegekend aan de aandeelhouders a rato van hun aandelenbezit. Bijgevolg zal het niet steeds mogelijk of wenselijk zijn een dividend uit te keren. Het creëren van preferentiële aandelen en/of winstbewijzen kan in dit verband mogelijk nuttig zijn.
19
www.vdvaccountants.be
•
indien de dividenden meer bedragen dan 13% van het gestort kapitaal, is de vennootschap uitgesloten van het verlaagd tarief. Bij een winst van € 90.000 is het verschil tussen het verlaagd en het gewoon tarief het hoogst en bedraagt het € 4.378,50.
•
door het toekennen van dividenden komt de anonimiteit van de aandeelhouders mogelijks in het gedrang.
•
bezoldigingen en/of tantièmes vormen beroepsinkomsten waarop de sociale bijdragen in het kader van het sociaal statuut der zelfstandigen wordt berekend. In de mate het maximumplafond nog niet is bereikt, dient nog rekening gehouden te worden met ongeveer 20% sociale bijdragen.
•
eventuele vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetaling.
Toekennen van een interest De manager of bestuurder kan ook geld ter beschikking stellen aan zijn vennootschap. Wordt deze schuld niet effectief terugbetaald, dan kan hierop een interest worden toegekend. In hoofde van de genieter Interesten zijn met ingang van 1 januari 1996 onderworpen aan de bevrijdende roerende voorheffing van 15%. In hoofde van de vennootschap Interesten vormen een aftrekbare beroepskost indien ze voldoen aan de voorwaarden van artikel 49, artikel 55 en 56 WIB 92. Fiscale herkwalificatie Onder bepaalde voorwaarden zullen toegekende interesten fiscaal kunnen geherkwalificeerd worden tot dividenden. Krachtens artikel 18,4° WIB omvatten dividenden immers onder meer : •
Interest van voorschotten wanneer één van volgende grenzen wordt overschreden en in de mate van die overschrijding: • ofwel de in artikel 55 gestelde grens • ofwel wanneer het totaal bedrag van de rentegevende voorschotten hoger is dan de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk.
Toekennen van extralegale pensioenen Het is mogelijk om via de vennootschap fiscaal vriendelijk een extralegaal pensioen op te bouwen (de zogenaamde tweede pijler). Volgens de huidige wetgeving kan dit o.m. via : • contractuele pensioenbelofte, al dan niet gedekt door een bedrijfsleiderverzekering • groepsverzekering In het wetsontwerp inzake de aanvullende pensioenen wordt een nieuw figuur in het leven geroepen, namelijk deze van de individuele pensioentoezegging.
20
www.vdvaccountants.be
Een uitgebreide bespreking van deze figuren valt buiten het bestek van deze uiteenzetting. In essentie komt het hierop neer dat de vennootschap premies betaalt (die onder bepaalde voorwaarde aftrekbaar zijn) of een voorziening aanlegt (die onder bepaalde voorwaarden fiscaal vrijgesteld wordt) waardoor de bestuurder of zaakvoerder op datum van pensionering een pensioenkapitaal ontvangt, die onder bepaalde voorwaarden slechts belast zal zijn tegen het tarief van 16,5%. In het kader van de fiscale hervormingen is er tevens sprake om de bedrijfsleiderverzekeringen, groepsverzekeringen e.d. aan te pakken en te wijzigen. De wijziging zou zich voornamelijk toespitsen op het feit dat er geen back-service operaties meer zouden kunnen gebeuren.
Inkoop eigen aandelen Indien de vennootschap na enige tijd over aanzienlijke liquide middelen beschikt en bovendien over voldoende belaste reserves, kan de vennootschap beslissen om haar eigen aandelen in te kopen. In deze gevallen zal onder het vigerend fiscaal stelsel immers een roerende voorheffing moeten worden ingehouden door de vennootschap van 10%. Deze belasting werd samen ingevoerd met de 10% roerende voorheffing op de liquidatieboni. Voormelde transactie zal bovendien steeds getoetst moeten worden aan de antirechtsmisbruik maatregel.
Kapitaalvermindering •
De terugbetaling aan de aandeelhouders van kapitaal vormt fiscaal een neutrale operatie op voorwaarde dat : • de kapitaalvermindering betrekking heeft op gestort kapitaal (of daarmee gelijkgestelde uitgiftepremie); • de kapitaalvermindering gebeurt conform de vennootschapsrechtelijk regels.
•
Indien naar aanleiding van een kapitaalvermindering er in kapitaal geïncorporeerde reserves worden uitgekeerd zal er steeds belastingheffing optreden. Indien op die manier geïncorporeerde belaste reserves worden uitgekeerd blijft de taxatie beperkt tot de roerende voorheffing van 25%, betreft het belastingvrije reserves dan zal bovenop de roerende voorheffing van 25% ook nog de vennootschapsbelasting verschuldigd worden.
Indien het kapitaal verschillende bestanddelen bevat, doet de algemene vergadering er goed aan in de akte aan te duiden op welke bestanddelen de terugbetaling betrekking heeft. Doet zij dat niet dan zal de administratie uitgaan van een proportionele aanrekening op de verschillende bestanddelen. Indien de kapitaalvermindering voorafgegaan of gevolgd wordt door een kapitaalverhoging, mag de mogelijke toepassing van de antirechtsmisbruik maatregel niet uit het oog verloren worden.
21
www.vdvaccountants.be
Vereffening van de vennootschap De liquidatieboni en het “Verschil in meer" verkregen bij de inkoop van eigen aandelen worden voortaan als een belastbaar dividend aangemerkt en zijn onderworpen aan een roerende voorheffing van 10%. Het betreft een bevrijdende roerende voorheffing in de personenbelasting. Er wordt dus een nieuwe categorie van dividenden gecreëerd. Bij een vereffening is het wat complexer. Een vereffening wordt voorafgegaan door het ontbindingsbesluit van de vennootschap. Dan volgt de vereffeningsperiode. Gedurende die vereffeningsperiode moet de vereffenaar het actief ten gelde maken om de schulden te betalen. Zijn die betaald, dan wordt het restant uitgekeerd aan de aandeelhouders. De vereffenaar moet echter niet wachten tot op het einde om een uitkering te doen aan de aandeelhouders. Van zodra de vennootschap is ontbonden, mag hij een uitkering doen. Weliswaar op eigen risico. De fiscus kijkt voor de belastbaarheid van de liquidatiebonus naar het moment waarop die wordt toegekend of betaalbaar gesteld. Onder datum van toekenning of van betaalbaarstelling verstaat men de datum vanaf welke de verkrijger werkelijk over de inkomsten kan beschikken of ze kan opstrijken. Het feit dat het inkomen onmiddellijk kan worden geïnd, geeft aanleiding tot de belastingheffing. Toekenning vindt niet alleen plaats wanneer de verkrijger werkelijk over het inkomen kan beschikken of dit kan innen, doch eveneens wanneer het inkomen ingeschreven wordt op een ten voordele van de verkrijger geopende rekening. Zelfs indien die rekening onbeschikbaar is, mits de onbeschikbaarheid volgt uit een uitdrukkelijke of stilzwijgende overeenkomst met de verkrijger (Com. I.B. 1992, nr. 261/30 en 31). De boeking op de lopende rekening van de aandeelhouder is dus een toekenning.
22