Sectorale re-integratie
Motieven,
methoden en meerwaarde Vijf sectoren hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan de re-integratie van ‘hun’ arbeidsongeschikten uit de WAO, WIA en WAZ. Wat zijn hun motieven? Hoe hebben zij het aangepakt? En heeft de sectorale benadering haar meerwaarde bewezen? Door Jeannette Paul
De verantwoordelijkheid die sectoren voelen voor hun oudwerknemers en -ondernemers blijkt een belangrijk motief om vanuit de sector te werken aan hun re-integratie. Dit ondanks het feit dat het UWV wettelijk verantwoordelijk is voor de re-integratie van arbeidsongeschikten. Daarnaast is een daling van het aantal arbeidsongeschikten financieel interessant. Een daling kan leiden tot lagere premies voor arbeidsongeschiktheid en een vermindering van de noodzakelijke reserveringen die pensioenfondsen maken voor WAO’ers die zijn vrijgesteld van pensioenpremies. Verder is imagoverbetering van de sector als reden aangevoerd. Ten slotte speelt het tekort aan arbeidskrachten: oud-werknemers kunnen na re-integratie weer aan de slag in de sector. Redenen voor de agrarische sector, de uitgeverijsector, de uitzendbranche, de zorg en de grafimediabranche om re-integratie van arbeidsongeschikten in de sector op te pakken.
re-integratie
#16
van de oud-werknemers (WAO) en oud-ondernemers (WAZ): weer duurzaam betaald werk verrichten en niet meer afhankelijk zijn van een uitkering. Iedere sector heeft zich primair gefocust op de arbeidsongeschikten die vanuit de eigen sector geheel of gedeeltelijk zijn ingestroomd in de WAO, WAZ en WIA. De precieze doelgroep verschilt enigszins per branche, elke sector heeft zijn eigen afbakening gemaakt. In de praktijk is het ‘zittend bestand’ arbeidsongeschikten benaderd. De uitzendbranche heeft – vanwege haar aanpak van directe bemiddeling – gekozen voor het benaderen van kandidaten die door de herbeoordeling (een deel van) hun uitkering verloren en die direct bemiddelbaar waren. De uitgeverijsector heeft gekozen voor de groep van gedeeltelijk nog aan het werk tot maximaal vijf jaar arbeidsongeschikt. In de zorg is expliciet gezocht naar kandidaten met de hoogste schadelast. Kandidaten uit deze sector waren gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt, diverse kandidaten werkten naast hun uitkering. Onmisbare partners
Sector aan het roer Om de re-integratie naar zich toe te kunnen trekken, hebben de sectoren een infrastructuur voor de uitvoering ingericht. Enerzijds is gebruikgemaakt van tijdelijke samenwerkingsverbanden waarbij een aantal uitvoerende partijen werken onder coördinatie van een projectleider, zoals in de agrarische sector, de uitzendbranche en de zorg. Anderzijds is gewerkt met een aparte organisatie die naast coördinatie ook uitvoerende taken heeft, zoals het Servicepunt Grafimedia. Alle inspanningen zijn gericht op het re-integreren
56 | VM | december 2007
Het UWV is betrokken bij de uitvoering van alle projecten. Dat heeft met drie dingen te maken: de formele verantwoordelijkheid voor de re-integratie van arbeidsongeschikten ligt bij het UWV; het UWV financiert re-integratietrajecten waarvoor het toestemming heeft gegeven; het UWV kan via haar administratie doelgroepen selecteren en benaderen die niet voorkomen in de administraties van pensioenfondsen. Pensioenfondsen beschikken alleen over de gegevens van arbeidsongeschikte oud-werknemers, maar niet over die van arbeidsongeschikte ondernemers en uitzendkrachten. Werk-
bare afspraken tussen het UWV en de sectoren zijn in alle projecten cruciaal gebleken. Elk van de vijf sectoren werkte daarnaast samen met vaak verschillende re-integratiebedrijven. Zij verzorgden de activering, scholing en bemiddeling. De sector fungeert allereerst als trekker, aanjager en regisseur van het re-integratieproject. Daarnaast kunnen de sectoren eigen deskundigheid inzetten. Bijvoorbeeld bij het bekijken van aanpassingen van de sector (agrarische sector), opleiding op maat (zorgsector en grafimediabranche) of met een met training en scholing aangeklede bemiddeling (uitzendbranche). Kandidaten vinden Meedoen aan een re-integratietraject via een sectoraal project is voor arbeidsongeschikten niet verplicht, met uitzondering van de vier regionale pilots in de zorg. Sectoren hebben hard moeten werken aan de werving van kandidaten. In de grafimediabranche heeft een intensieve communicatiecampagne arbeidsongeschikten – met succes – uitgedaagd zichzelf te melden. Verder is in sectoren gebruik gemaakt van ‘mail-call’-acties: potentiële kandidaten krijgen eerst een brief en worden later nog eens nagebeld. In het project Bemiddelingspilots hebben de arbeidsdeskundigen van het UWV herbeoordeelden een keuze geboden: bemiddeling via een uitzendorganisatie of een regulier UWV-traject. Alle sectoren zijn geconfronteerd met tegenvallende aantallen arbeidsongeschikten die daadwerkelijk wilden of konden starten met een re-integratie- of bemiddelingstraject. Onafhankelijk evaluatieonderzoek geeft hiervoor als belangrijkste verklaringen dat arbeidsongeschikten of herbeoordeelden te veel gezondheidsklachten hebben, kampen met te veel mentale en fysieke beperkingen, slechte ervaringen met trajecten hebben, al eerder een alternatieve dagbesteding vonden, een te geringe motivatie hebben en terugschrikken voor de onzekerheden die verbonden zijn aan deelname aan een re-integratietraject.
in een aantal sectoren het draagvlak. De grafimediabranche en de uitgeverijsector hebben afspraken gemaakt tot 2009. De uitzendbranche, de agrarische sector en de zorg geven geen vervolg aan hun projecten. De agrarische sector heeft in het project alle WAO’ers en WAZ’ers al benaderd. PGGM wil de verantwoordelijkheid voor re-integratie laten waar deze hoort: bij het UWV. Netto resultaat Hoe ziet de financiële businesscase eruit voor een sector? Er zijn aanzienlijke kosten gemaakt voor de werving van kandidaten, de nadere selectie, de re-integratie- en bemiddelingstrajecten en de coördinatie van alle activiteiten. De kosten voor de reintegratietrajecten zijn betaald door het UWV (mits aan de voorwaarden van het UWV was voldaan). Daarnaast heeft het UWV een fee uitgekeerd voor iedere geslaagde plaatsing. Ook kunnen pensioenfondsen besparingen boeken omdat minder reserveringen voor arbeidsongeschikten gemaakt hoeven worden. Tot slot de premie. De premiedifferentiatie voor de lopende WAO-uitkeringen en het IVA-deel van de WIA wordt vanaf 1 januari 2008 afgeschaft voor werkgevers en branches. Hierdoor geeft een afname van het aantal volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in een sector niet langer een premievoordeel; dit premievoordeel is wel mogelijk voor de WGA. De agrarische sector, de grafimediabranche, de uitgeverijsector en de uitzendbranche hebben zelf geïnvesteerd in de uitvoering van de projecten én zijn gesubsidieerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het project in de zorg is gefinancierd door PGGM en het UWV. Voor drie sectoren – de grafimediabranche, de uitzendbranche en de zorg – wordt in het onafhankelijke evaluatieonderzoek een uitspraak gedaan over de kosten-batenanalyse. De conclusie is dat de baten de kosten overtreffen. Bij twee van de drie sectoren is de uitspraak gebaseerd op een bredere maatschappelijke kosten-batenanalyse, waarbij ook de uitgespaarde uitkeringen, de winst aan productieve arbeid en lagere reserveringen door de pensioenverzekeraar bij de baten zijn meegeteld.
Duurzaam succes Heeft de sectorale aanpak meerwaarde? In absolute aantallen lijken de sectorale initiatieven weinig succesvol: van de duizenden benaderde arbeidsongeschikten zijn in vier van de vijf sectoren slechts tientallen mensen geplaatst naar werk. Maar, schijn bedriegt. Onafhankelijk evaluatieonderzoek in drie sectoren vergeleek de resultaten met de reguliere plaatsingsresultaten van het UWV en constateerde dat de sectorale projecten het beter doen. Bovendien, is vanuit de menselijke maat niet iedere re-integratie een succesverhaal? Overigens illustreert het voortzetten van de aanpak
In de sector houden Kan sectorale re-integratie van arbeidsongeschikten bijdragen aan het vervullen van openstaande vacatures in de eigen sectoren? Het project ‘Zorg maakt werk’ illustreert dat dit wel degelijk kan: 275 werknemers zijn weer aan slag in de sector of hebben hun aantal werkuren significant uitgebreid. Echter, zowel in de projecten van de agrarische sector als in de grafimediabranche vond het merendeel van mensen buiten de sector werk. Dit illustreert dat als sectorale re-integratie moet bijdragen aan het
december 2007 | VM | 57
Activiteiten en infrastructuur per sectoraal re-integratie project Agrarische sector
Grafimediabranche
Project ‘Op weg naar nieuw werk’
Project ‘Grafici weer aan het werk’
Werving Vijf re-integratieconsulenten – gedetacheerd vanuit Salto – benaderden de WAO’ers uit de sector per brief en telefoon. Zij gebruikten hiervoor de naw-gegevens uit het pensioenfonds, die eerst gescreend werden door het UWV om ongewenste benadering te voorkomen. De WAZ’ers werden per brief benaderd door het UWV; bij geen respons werden zij gebeld door de gedetacheerde re-integratieconsulenten. Daarnaast verstrekte Stigas (onderdeel van Colland) informatie over het project met voorlichtingsbijeenkomsten, brochures en een website. Nadere selectie Geïnteresseerde arbeidsongeschikten kregen een oriënterend gesprek met een re-integratieconsulent. Als kandidaten geïnteresseerd bleven, stelden de branchebedrijfsartsen van Commit een re-integratieplan op; dit plan werd aan het UWV voorgelegd voor het verkrijgen van instemming.
De sectoren De agrarische sector heeft alle WAO’ers en WAZ’ers uit de sector benaderd in het project ‘Op weg naar nieuw werk’. De grafimediabranche heeft het Servicepunt Grafimedia ingezet om een succes te maken van het project ‘Grafici weer aan het werk’; een aanpak waarbij de uitgeverijsector aansloot. De uitzendbranche bood de herbeoordeelde WAO’ers haar corebusiness: uitzenden in bemiddelingspilots. En PGGM heeft in de zorg werk gemaakt van re-integratie in het project ‘Zorg maakt werk’. Iedere aanpak bestaat uit het werven van arbeidsongeschikten, het selecteren van kandidaten en het daadwerkelijk re-integreren. Om de re-integratie naar zich toe te kunnen trekken, hebben sectoren een infrastructuur 58 | VM 2007 ingericht. voor| december de uitvoering
Daadwerkelijke re-integratie Drie re-integratiebedrijven voerden de re-integratieopdrachten uit: FourstaR, Alexander Calder en Salto Re-integratie. Vijf arboadviseurs van Stigas verrichtten werkplekonderzoek en -advies ter bevordering van de re-integratie. Projectcoördinatie Een projectcoördinator vanuit Salto gaf – onder toezicht van een projectmanager van Stigas – sturing aan de betrokkenen van Salto, Stigas, Commit en de re-integratiebedrijven.
Werving Onder niet-werkzame WAO’ers uit de grafimediabranche is belangstelling voor re-integratie gecreëerd met een brede communicatiestrategie: frequente verspreiding van het magazine Opkleur vanuit het Bedrijfsfonds Grafimedia; verspreiding van de brochure ‘Grafici weer aan het Werk’; doelgroepmailings vanuit het Servicepunt Grafimedia. De sector wilde dat kandidaten zichzelf zouden aanmelden. Daarnaast werden WAO’ers die voor een herbeoordeling zouden worden opgeroepen, benaderd in twee mail-call-acties: het UWV stuurde een brief en het Servicepunt Grafimedia belde na. Nadere selectie Het Servicepunt voerde het eerste (telefonisch) gesprek met de geïnteresseerde WAO’er. Bij interesse voor een re-integratietraject toetste het Servicepunt of de persoon in aanmerking kwam volgens de formele criteria. Vervolgens werd voor een re-integratietraject doorverwezen naar de consulent van een re-integratiebedrijf. Daadwerkelijke re-integratie Twee re-integratiebureaus (Agens en Van Dreumel Depiro) verzorgden de re-integratie. Zij verzorgden een oriëntatiegesprek, een intakegesprek, het opstellen van het re-integratieplan en een goedkeuringsverzoek hiervoor aan het UWV. Het UWV moest instemming verlenen voordat de re-integratietrajecten konden starten. Het re-integratietraject kon bestaan uit een activerings-, schakel-, scholings- en plaatsingstraject. Na plaatsing werd nazorg geboden. Projectcoördinatie Het Servicepunt Grafimedia – dat in 2002 is opgericht voor de arbeidsbemiddeling van WW’ers en WAO’ers uit de sector – verzorgde de coördinatie.
Uitzendbranche
Zorgsector
Project ‘Bemiddelingspilots’
‘Zorg maakt werk’
Werving De arbeidsdeskundigen van vijf UWVregio’s meldden kandidaten aan bij de uitzendorganisaties. Het betrof WAO’ers – oorspronkelijk uit sector 52, later ook uit andere sectoren – die door de herbeoordeling hun uitkering geheel of gedeeltelijk (dreigden) kwijt te raken. De kandidaten moesten direct bemiddelbaar zijn en minimaal zestien uur per week kunnen werken. Bij aanmelding waren de kandidaten voorzien van een re-integratievisie.
Werving Het project bestond uit vier regionale en één landelijke pilot. Uit de bestanden van UWV en PGGM zijn mogelijke kandidaten geselecteerd; hierbij is zo veel als mogelijk gekozen voor kandidaten met de hoogste schadelast. Kandidaten waren gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt; diverse kandidaten werkten naast hun uitkering.
Nadere selectie De uitzendorganisaties hielden een intakegesprek met de aangemelde kandidaten. Kandidaten die door de uitzendorganisaties niet als direct bemiddelbaar werden beoordeeld, werden teruggemeld aan het UWV. Daadwerkelijke re-integratie Vier geselecteerde uitzendorganisaties (Tempo-Team, Randstad, Start, en Alpha) bemiddelden de kandidaten naar werk. De uitzendorganisaties hadden ieder een eigen aanpak; twee bemiddelden kandidaten via het reguliere uitzendbureau; twee legden de nadruk op het trainen en coachen van de kandidaten en maakten daarbij gebruik van hun re-integratiedivisies. Projectcoördinatie De projectorganisatie Werkenderweg coördineerde de contacten met het UWV en de uitzendorganisaties.
Nadere selectie De kandidaten zijn eerst gescreend aan de hand van generieke uitsluitingcriteria. Vervolgens stuurde het UWV een brief naar de kandidaten met een uitnodiging voor een gesprek of een aankondiging dat zij gebeld zouden worden. Als geen gehoor werd gegeven aan de uitnodiging of geen telefoonnummer achterhaald kon worden, werd een tweede brief verstuurd. Het UWV (arbeidsdeskundigen), het reintegratiebedrijf (pilot Leiden) of de opleidingsinstantie (landelijk project) hielden een intakegesprek. Op basis hiervan werd besloten over deelname aan het project.
belangrijke rol, zoals het leggen van contacten met zorg- en welzijnsinstellingen en werkgeversorganisaties in de regio. Projectcoördinatie Per pilot was een externe pilotmanager aangesteld voor het aansturen van het UWV en de re-integratiebedrijven. Een projectmanager van PGGM stuurde de vijf pilotmanagers aan.
De uitgeverijsector Project re-integratie van WAO’ers De uitgeverijsector maakte begin 2005 gebruik van de aanpak en de infrastructuur van de grafimediabranche. Op twee punten week de aanpak af: de doelgroep beperkte zich tot arbeidsongeschikten die korter dan vijf jaar in de WAO zaten én gedeeltelijke arbeidsongeschikten die nog wel in de branche werkten; hun werving vond plaats door mail-call-acties door het UWV en het Servicepunt Grafimedia én informatie via de campagne Gezond Uitgeven!
Daadwerkelijke re-integratie De opzet en de invulling van de pilots was verschillend. Centraal in de aanpak van de vier regionale pilots stonden: het cliëntprofiel ‘Leidmotieven’ (Twente); empowerment van de kandidaten (Rotterdam); vrijheid van handelen van de re-integratiebedrijven (Leiden); flexibele (deel)trajecten bij diverse re-integratiebedrijven (ZuidLimburg). In alle regionale pilots werd gewerkt met meerdere re-integratiebedrijven. In de landelijke pilot werden kandidaten uitgenodigd om te solliciteren op een opleidingplaats voor Casemanagement Zorg en Zekerheid, voor nieuwe functies in de gezondheidszorg. De opleiding bestaat uit drie maanden theorie en zes maanden stage. In diverse pilots speelde de actieve bewerking van de arbeidsmarkt een
december 2007 | VM | 59
vervullen van openstaande vacatures hierop bewust gestuurd moet worden. De uitzendbranche heeft dit goed begrepen; zij heeft kandidaten als uitzendkracht geplaatst via uitzendorganisaties.
tweede spoor en het eigenrisicodragerschap voor de WGA. Een sectorale aanpak kan werkgevers en werknemers in de sector waardevolle ondersteuning bieden. }
Waarde
Dr. Jeannette Paul MSc – www.PaulWerkt.nl – werkt als zelfstandige aan projecten op het gebied van arbeid. Zij was betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van het project ‘Bemiddelingspilots’ van de uitzendbranche.
Is dit een pleidooi voor het sectoraal re-integreren van de ‘eigen’ arbeidsongeschikten? Niet zonder meer. Niet alle projecten waren even succesvol. En de positieve resultaten hebben de branches veel energie en een groot uithoudingsvermogen gekost. Het operationeel krijgen van een passende infrastructuur voor de uitvoering bleek in de praktijk weerbarstig. Daarnaast duren re-integratietrajecten veelal lang, waardoor pas na twee jaar zicht ontstaat op het projectresultaat. En hoewel het UWV bepaalde kosten voor haar rekening neemt, maakt de lange doorlooptijd van re-integratietrajecten voorfinanciering door sectoren noodzakelijk. Echter, met realistische verwachtingen is de sectorale aanpak van re-integratie zeker een waardevol instrument dat breder inzetbaar is dan alleen voor het zittend bestand arbeidsongeschikten. Werkgevers zijn de afgelopen jaren in toenemende mate verantwoordelijk geworden voor het re-integreren van (oud-)werknemers die hun oude werk niet meer kunnen uitvoeren, zoals in de re-integratie
Meer lezen • Eindevaluatie ArboPlusconvenant Grafimedia, Bureau Bartels, Amersfoort, januari 2007. • Eindevaluatie Arboplusconvenant Uitzendbranche: bemiddelingspilots, APE, Den Haag, juni 2007. • Eindevaluatie arbo(plus)convenant Uitgeverijbedrijf, Bureau Bartels, Amersfoort, 28 juni 2007. • Eindevaluatie ‘Op weg naar nieuw werk’; tweede fase arboconvenant agrarische; 1 april 2004 tot 1 maart 2007; Chris Hessels, 25 april 2007. • Evaluatieproject ‘Zorg maakt werk’; Eindrapportage 2006, SENECA Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, mei 2006.
Aantal benaderde arbeidsongeschikten, gestarte trajecten en plaatsingen per sectoraal project. Het aantal plaatsingen in werk is een tussenstand aangezien niet alle re-integratietrajecten afgerond waren tijdens de eindevaluaties van de projecten.
Agrarische sector Grafimedia Uitgeverijsector Uitzendbranche branche Benaderde arbeidsongeschikten 13.250 8.600 onbekend 7.899 Oriënterende gesprekken /intakegesprekken 440 2.083 212 522 Gestarte re-integratie/bemiddelingstrajecten 127 360 73 312 Plaatsing in werk; tussenstand 24 62 3 85 (t/m eerste (t/m 31 (t/m eerste (waarvan 55 kwartaal 2007) december kwartaal 2007) duurzaam) 2006)
Zorgsector (4 regionale pilots) 4491 2994 2158 275 (t/m 1 januari 2006
december 2007 | VM | 61