Aanvulling
I n le idin g t ot n e t w e r k be h e e r §1.1 Wat is een netwerk? Als 2 of meer computers met elkaar verbonden worden en rechtstreeks gegevens met elkaar kunnen uitwisselen, dan spreekt men van een netwerk. Dit uitwisselen van gegevens kan gaan over het delen van bestanden zodat ze over het netwerk beschikbaar zijn op de verschillende PC s of het delen van een printer zodat vanaf elke PC op het netwerk kan geprint worden. Uit Wikipedia: Een computernetwerk is een syst eem voor communicatie t ussen t wee of m eer computers. Zie ook dat acom m unicat ie net werk Er zij n zowel com put ernet werken waarbij de com put ers com m uniceren via fysieke elekt rische kabels of glasvezelkabels, als draadloze net werken. [ ] Globaal spreekt m en van een LAN waarop com put ers binnen één gebouw of com plex aangeslot en worden en een WAN om verbinding t e leggen over grotere afstanden. Je staat er misschien niet bij stil maar indien je thuis beschikt over 2 (of meer) computers die gelijktijdig op het internet kunnen, dan zijn die 2 computers ook verbonden via een LAN-verbinding. LAN staat voor Local Area Network (een netwerk dat lokaal is gedefinieerd). Gebruik je jouw thuiscomputer om een verbinding te maken met je bedrijfscomputer of server dan gebeurt deze verbinding over een WAN (Wide Area Network, meestal internet). 1.1.1 Benodigdheden voor een thuisnetwerk Voor deze cursus maken we gebruik van schermafbeelding uit Windows XP Professional. -
PC met Windows (XP) Netwerkkaart per pc Netwerkkabels (UTP-kabel) Switch of router 1.1.2 Bekabeld of draadloos
Voorlopig geldt nog steeds de ongeschreven wet indien het bekabeld kan, doe het dan bekabeld . De snelheid van een bekabeld netwerk is nog steeds hoger dan de snelheid van een draadloos netwerk (WIFI). Ook moet je rekening houden met het feit dat het draadloze signaal onderhevig is aan externe factoren (plaats waar de ontvanger staat, gebruikte bouwmaterialen, extra elektrische toestellen die aan staan, ). Het is natuurlijk handig om vanaf elke plaats in huis op het internet te kunnen met je laptop maar als het mis loopt en er geen draadloze verbinding kan gemaakt worden is het handig om een netwerkkabel achter de hand te houden.
§1.2 IP- adressen 1.2.1 Variabel IP- adres of vast IP- adres Elke computer die aangesloten is op het netwerk moet een uniek IP-adres hebben binnen het netwerk. Dit IP-adres is bijvoorbeeld van de vorm 192.168.1.10; een groepje van 4 getallen, telkens kleiner dan 255 en gescheiden door een punt. Ook je (draadloze) router krijgt een IP-adres (meestal is dit ingesteld op het cijfer 1 als laatste van het groepje van 4 bv. 192.168.1.1). Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
1
J. Peeters
Een IP-adres wordt uitgedeeld door een server of router of stel je zelf in. In het eerste geval moet er ergens op je netwerk een zogenoemde DHCP-service draaien. Meestal gebruik je hiervoor de DHCP-service van je router. Deze service zorgt er voor dat alle apparaten die verbonden worden met de router/server voorzien worden van een IPadres. Omdat het toestel deze IP-adressen in principe uitdeelt in de volgorde van aansluiten kan het zijn dat het IP-adres elke keer als je je computer opstart, wijzigt. Men spreekt van variabele IP-adressen. Recente modems houden echter een lijstje bij van welke PC welk adres ooit gekregen heeft en zullen deze adressen ook later proberen toe te kennen. Wil je niet werken met variabele IP-adressen dan moet je zelf gaan sleutelen aan de instellingen van je netwerkkaart. Je geeft je computer dan een vast IP-adres (fixed IP). Dit heeft als voordeel dat het adres nooit verandert maar je moet dan wel opletten dat er geen twee PC s in je netwerk zijn die per toeval hetzelfde IP-adres krijgen. Je krijgt dan een netwerkconflict aangezien je router gegevens doorstuurt op basis van het IP-adres.
Variabel IP (links) en vast IP (rechts).
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
2
J. Peeters
1.2.2 Controle van het IP- adres In de » » »
»
Windows-omgeving, ga naar: Configuratiescherm Netwerk- en internetverbindingen Netwerkverbindingen
Dubbelklik op de netwerkverbinding die je wenst te controleren (LAN-verbinding of Draadloze netwerkverbinding) klik op tabblad Ondersteuning:
Variabel IP Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
3
Door DHCP toegekend J. Peeters
Fixed IP
Handmatig geconfigureerd
Of via DOS-schermpje: Start Uitvoeren Typ (zonder de aanhalingstekens) cmd Typ zonder de aanhalingstekens ipconfig /all ENTER
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
4
ENTER
DOS-scherm
J. Peeters
1.2.3 Instellen van een vast IP- adres In de » » » »
Windows-omgeving, ga naar: Configuratiescherm Netwerk- en internetverbindingen Netwerkverbindingen Dubbelklik op de netwerkverbinding die je wenst in te stellen:
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
5
J. Peeters
»
Klik op de knop Eigenschappen:
»
Selecteer Internet- prot ocol ( TCP/ I P) in het lijstje bij volgende onderdelen nodig: Klik op Eigenschappen:
»
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
6
Deze verbinding heeft de
J. Peeters
» »
Selecteer Het volgende IP-adres gebruiken: Vul het gewenste IP-adres in:
Let er wel op dat alle computers in je netwerk in dezelfde range als je router moeten liggen. D.w.z. heeft je router 192.168.1.1 als IP-adres dan moeten de computers in je netwerk ook een IP-adressen krijgen van de vorm 192.168.1.x met 1 < x < 255. Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
7
J. Peeters
» » »
»
Subnetmask wordt automatisch door Windows XP ingevuld en is enkel van belang bij grotere netwerken. We gaan er niet verder op in in deze cursus. Bij gateway geef je het toestel in waarmee je naar buiten (lees: het internet) kan. Meestal is dit het IP-adres van de router. De DNS-servers zorgen voor de omzetting van namen naar IP-adressen. Hier kan je in principe ook het IP-adres van je router ingeven maar ook de DNS-servers van je internetprovider. In het voorbeeld is een DNS-server van Telenet ingevuld (195.130.131.11). Klik tenslotte op OK. 1.2.4 Testen van de verbinding met de commando PING en TRACERT
Bij netwerkproblemen (problemen met de verbinding) is het soms handig om via het DOS-commando ping uit te zoeken waar het probleem kan liggen. Het commando ping stuurt een signaal naar een IP-adressen, reageert het toestel met dat IP-adres dan krijg je antwoord (reply), reageert dat toestel niet dan krijg je een time-out (en is er dus een probleem). Uit Wikipedia:
Ping is een hulpprogramma dat wordt gebruikt om bereikbaarheid van apparatuur te testen op computernetwerken. Ping gebruikt het ICMP- protocol om een ICMP ECHO_REQUEST pakket te sturen naar host of gateway in afwachting van een reactie met een ICMP ECHO_RESPONSE pakket. De reactietijd tussen het versturen en het ontvangen van de bevestiging wordt aangegeven als de round- trip time en wordt weergegeven in milliseconden. » » » »
Klik Start Uitvoeren Geef cmd in en druk op ENTER. Je komt terecht in het DOS-scherm. Geef volgend commando in: ping www.google.be
Indien je een werkende internetverbinding hebt dan zal je 4 antwoorden krijgen van de Google-server.
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
8
J. Peeters
Wil je testen of je verbinding tot aan de router (192.168.1.1) goed is, doe dan:
Wil je de verbinding naar een computer met als naam jack testen, doe dan:
Geef je een onbestaand IP-adres of computernaam in dan krijg je:
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
9
J. Peeters
Met het DOS-commando tracert kan je nagaan (tracé) welke weg (route) je gegevensaanvraag aflegt alvorens bij de juiste internetserver te geraken (trace + route = tracert). In onderstaand voorbeeld vragen we de route om om vanaf een thuiscomputer tot bij de Google-server te geraken:
Het DOS-scherm sluit je af door het woord EXIT in te typen en vervolgens op ENTER te drukken.
§1.3 Overzicht netwerk 1.3 .1 Overzicht via netwerklocaties » » » » »
Open Windows Verkenner (Windows-toets + E). Ga naar Mijn netwerklocaties. Indien volledig network niet verschijnt druk dan op F5 (vernieuwen). Klik de mappenijst Volledig netwerk Microsoft Windows netwerk open en je krijgt de werkgroepen/domeinen te zien. Klik de werkgroepen/domeinen verder open om de afzonderlijke PC s in je netwerk te bekijken.
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
10
J. Peeters
1.3 .2 Overzicht via IPScan Als je vaak je volledige netwerk wil overlopen kan je gebruik maken van een IP Scanner. Deze overloopt alle IP-adressen in een bepaalde range (bv. tussen 192.168.1.1 en 192.168.1.255) en geeft aan welke PC s actief zijn op het netwerk (een PC die uit staat of die nog niet volledig opgestart is, is niet actief op het netwerk). Een voorbeeld van zo n IP Scanner is Advance I P Scanner, gratis te downloaden vanaf http://www.radmin.com/products/utilities/ipscanner.php Tip: Geef bij Opt ions Configurat ion I PScan aan dat j e enkel de levende com put er s ( Show aliv e computers aanvinken) in het overzicht wil zien en niet de dode (Show dead computers uitvinken).
In bovenstaand voorbeeld zijn er 3 toestellen actief op het netwerk: 192.168.1.1: de (draadloze router) 192.168.1.58: de laptop met als naam ictco.jpnet 192.168.1.60: de vaste PC met als naam jack
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
11
J. Peeters
§1.3 Delen van bestanden (File Sharing) 1.3 .1 De service Bestands- en printerdeling Zoals in de inleiding reeds aangegeven is één van de belangrijkste voordelen bij het opzetten van een (thuis)netwerkje het beschikbaar maken van mappen op het netwerk. Je kan aangeven welke mappen je toegankelijk wil maken zodat andere computers deze mappen kunnen raadplegen. Je geeft aan of de andere gebruikers je bestanden enkel mogen lezen of ook kunnen bewerken. Alvorens we van start gaan kijken we eerst na of de Windows Firewall wel toestaat dat we mappen delen (sharen) op het netwerk en of de dienst (service) wel geïnstalleerd is. » » »
Klik Start Configuratiescherm Netwerk- en Internetverbindingen Netwerkverbindingen. Vraag de eigenschappen op van je LAN-verbinding. Controleer of bij de onderdelen de service Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken terug te vinden is. Is dit niet het geval voeg de service dan toe door te klikken op de knop Installeren - Service.
»
Ga naar het tabblad Geavanceerd:
»
Klik op de knop Instellingen
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
in de rubriek Windows Firewall.
12
J. Peeters
»
Klik op Uitzonderingen:
»
Zorg dat er een vinkje staat voor Bestands- en printerdeling. De firewall laat nu aanvragen over het netwerk door die te maken hebben met het delen van bestanden (mappen) en printers. Klik OK en bevestig ook in de andere nog openstaande vensters van de netwerkverbinding.
»
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
13
J. Peeters
1.3 .2 Eenvoudig delen van bestanden vs. klassiek delen Er zijn 2 manieren om bestanden of mappen beschikbaar te maken op het netwerk: - wanneer eenvoudig delen actief is, wordt het delen van mappen mogeijk maar kan je geen verschillende toegangsrechten. Iedereen heeft toegang of niemand heeft toegang. - bij klassiek delen (de optie eenvoudig delen is uitgeschakeld) kan je wel verschillende toegangsrechten instellen voor bepaalde gebruikers Je stelt het al dan niet eenvoudig delen van bestanden in door: - Windows Verkenner te openen (Windows-toets + E) - Menu Extra Mapopties - Tabblad Weergave
-
Vink, indien nog niet het geval, de optie gebruiken (aanbevolen) aan. Klik Toepassen en OK.
Eenvoudig delen van best anden
1.3 .3 Eenvoudig delen -
Maak onder mijn documenten een nieuwe map en noem deze map bv. gedeeld. Klik met de rechtermuisknop op de map en kies in het snelmenu voor Delen en beveiliging
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
14
J. Peeters
-
Je krijgt het scherm Eigenschappen voor [naam van de map]:
-
Klik op de link Klik hier als u het beveiligingsrisico kent m aar best anden wilt delen zonder de wizard te gebruiken . Kies vervolgens Best andsdeling inschakelen zonder de wizard t e gebruiken :
-
-
-
Vink vervolgens het vakje aan bij Van deze m ap een gedeelde net werkm ap maken . Automatisch wordt een share-naam ingevuld, dat is de naam van de map zoals ze gedeeld wordt (ge-share-d) en zoals de map dus zichtbaar is op het netwerk. Je kan deze naam eventueel nog wijzigen. Wil je dat netwerkgebruikers je gedeelde bestanden ook mogen wijzigen of bestanden toevoegen aan de map, zet dan ook een vinkje bij Netwerkgebruikers mogen mijn bestanden wijzigen :
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
15
J. Peeters
-
Klik Toepassen en OK. Onder het icoontje van het mapje verschijnt een handje om aan te tonen dat de map gedeeld is op het network:
- Plaats een aantal voorbeeldbestandjes in de gedeelde map (bv. een aantal foto s van internet downloaden). -
Test de gedeelde map uit vanop een andere (netwerk)computer. o Navigeer via Netwerklocaties naar de computer waarop de map is gedeeld en probeer de map te openen. o Probeer ook een bestand toe te voegen in de gedeelde map. Controleer op de computer waarop de map fysisch staat of het bestand ook daar is toegevoegd.
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
16
J. Peeters
1.3 .4 Klassiek delen Gebruik klassiek delen wanneer je mappen wil delen maar niet zomaar iedereen de gedeelde mappen mag verkennen. -
Schakel Eenvoudig delen uit, zie 1.3.2. Maak een nieuwe map aan onder Mijn Documenten en noem deze map gedeeld2 Klik met de rechtermuisknop op de map gedeeld2 en kies in het snelmenu voor Delen en beveiliging
-
Duid het bolletje aan bij Deze map delen en wijzig eventueel de share-naam in.
-
Duid het bolletje aan bij Deze m ap delen en wijzig eventueel de voorgesteld sharenaam. Klik op Toepassen maar nog niet op OK. Test vanaf een andere netwerkcomputer of je toegang hebt tot deze map.
-
Klik op de knop Machtigingen:
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
17
J. Peeters
-
Geef in wat wenselijk is. Meestal wordt hier Volledig beheer ingegeven en wordt de eigenlijke restrictie pas in het tabblad Beveiliging ingesteld. Klik op Toepassen en op OK. Klik op het tabblad Beveiliging (dit is enkel beschikbaar indien de harde schijf geformatteerd is als NTFS-volume zie installatie van Windows XP):
Zorg ervoor dat gebruikers aangemaakt zijn via Configuratiescherm Gebruikersaccounts en voeg deze toe met de nodige rechten via de knop Toevoegen. Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
18
J. Peeters
1.3 .5 Een stationsletter aan een gedeelde map koppelen Maak je vaak gebruik van een gedeelde map dan is het soms handig om die netwerklocatie te koppen aan een stationsletter. Je kan je bestanden dan net zoals dat het geval is bij een USB-stick opslaan of kopiëren naar die stationsletter. -
Open via Windows Verkenner Mijn netwerklocaties een gedeelde map. Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde map en kies in het snelmenu voor Net werkverbinding m aken
-
Kies in het scherm dat verschijnt een stationsletter en vink aan indien Windows deze stationsletter ook bij een volgende keer aanmelden moet proberen te herstellen (opgelet dit kan natuurlijk alleen als de computer waarop de gedeelde map is ingesteld op dat moment ook aanstaat!):
-
Klik VOltooien. Open Deze Computer en test de nieuwe stationsletter uit.
Het verbreken van een stationsletter die gekoppeld is aan een gedeelde map gaat als volgt: - Open Deze Computer. - Klik met de rechtermuisknop op de stationsletter:
-
Kies Verbinding verbreken.
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
19
J. Peeters
1.3 .6 UNC Windows XP ondersteunt UNC. UNC staat voor Universal Nam ing Convent ion, een afspraak om éénduidig de locaties van mappen en bestanden aan te duiden in bv. een netwerkomgeving. Algemeen ziet zo n UNC-notatie er als volgt uit: \ \ Computernaam\ NaamGedeeldeMap\ NaamSubmap\ ...\ NaamBestand Zo n notatie is bijvoorbeeld handig als je aan verschillende gebruikers op éénzelfde netwerk een bepaalde bestandslocatie moet doorgeven. De verschillende netwerkgebruikers kunnen zo n UNC-locatie ingeven (knippen en plakken lukt ook bij ingewikkelde locaties) in het venster Uitvoeren (via Start Uitvoeren of Windows-toets + R) of in de adresbalk van Windows Verkenner.
Bovenstaand voorbeeld geeft het bestand foto.jpg dat zich bevindt op de computer met als naam ictco in de map gedeeld. 1.3 .7 Een gedeelde map verbergen Mappen die je deelt zijn in principe steeds zichbaar via Mijn netwerklocaties. Toch kan je deze onzichtbaar maken en wel als volgt. Bij eenvoudig delen: - Kik met de rechtermuisknop op de gedeelde map. - Kies in het snelmenu voor Delen en beveiliging - Verwijder het vinkje bij Van deze m ap een gedeelde netwerkmap maken. - Kik Toepassen en OK. - Klik opnieuw met de rechtermuisknop op de map die je wenst te delen. - Kies in het snelmenu voor Delen en beveiliging - Zet een vinkje bij Van deze m ap een gedeelde netwerkmap maken. - Zet een $-teken achter de share-naam. - Klik Toepassen en OK. - Controleer vanaf een andere computer via Mijn netwerklocaties of de map inderdaad verborgen is. - Je kan de map nu enkel bereiken door zelf het UNC-adres inculsief $ in te typen in het adresveld van Windows Verkenner of via Start Uitvoeren: bv. \\ictco\gedeeld$ Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
20
J. Peeters
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
21
J. Peeters
Bij klassiek delen: - Kik met de rechtermuisknop op de gedeelde map. - Kies in het snelmenu voor Delen en beveiliging - Klik op de knop Nieuwe share:
-
Geef bij de share-naam een naam in gevolgd door een $-teken. Klik op OK. Kies bij Share-naam de oude sharenaam (die zonder het $-teken) en klik op Share verwijderen om de oude share te verwijderen. Klik Toepassen en OK. Controleer vanaf een andere computer via Mijn netwerklocaties of de map inderdaad verborgen is. Je kan de map nu enkel bereiken door zelf het UNC-adres inculsief $ in te typen in het adresveld van Windows Verkenner of via Start Uitvoeren: bv. \\ictco\gedeeld$
Opmerking: -
Aangezien een gedeelde map bereikbaar moet zijn via zijn UNC en zo n UNC uniek is moet elke gedeelde mapnaam ook uniek zijn. Je kan dus geen 2 gedeelde mappen hebben op éénzelfde PC met dezelfde naam. Klassiek delen brengt soms beveiligingsproblemen aan het licht of problemen met de rechten. Meer informatie over klassiek delen is terug te vinden op: http://support.microsoft.com/kb/304040/nl http://support.microsoft.com/kb/307874/nl
Aanvulling: Inleiding tot netwerkbeheer
22
J. Peeters