Ar be idsm a r k t br ie f 2 0 0 9 1 . I n le idin g I n de Arbeidsm arkt brief 2008 hebben wij ons gericht op de inst room van scholieren en allocht onen, arbeidsom st andigheden en de uit st room van ouder personeel 1 . Nu best eden we aandacht aan recent e ont wikkelingen op de arbeidsm arkt in de zorg ( paragraaf 2) en t oekom st ige t rends ( par agraaf 3) ; arbeidsbeleving van het zorgpersoneel ( paragraaf 4) en HRM- beleid ( paragraaf 5) ; verst erking van regionaal arbeidsm arkt beleid ( paragraaf 6) en ext ra invest eringen in opleidingen ( paragraaf 7) . De arbeidsm arkt in de zorg om vat diverse aspect en en heeft vele raakvlakken m et andere beleidsdossiers, zoals prest at iebekost iging, de init iële opleiding geneeskunde en de evaluat ie van het rapport Werner . Aangezien wij over deze t hem a’s afzonderlij k corresponder en m et u, best eden we daar geen aandacht aan in deze brief. Wel willen wij u m elden dat de overst ap van budget bekost iging naar prest at iebekost iging, die de afgelopen j aren is ingezet en de kom ende j aren wordt volt ooid 2 , onder andere nodig is om de arbeidsproduct ivit eit in de ziekenhuizen t e vergrot en en zo de in de nabij e t oekom st dreigende t ekort en aan zorgpersoneel t erug t e dringen. I n een separat e brief, die begin 2010 zal worden verst uurd, licht en wij u verder in over onze plannen om t rent de prest at iebekost iging voor de cure sect or. Tevens zullen wij in m aart , in onze react ie op het lange t erm ij n arbeidsm arkt advies van het Zorginnovat ieplat form , t erugkom en op de relat ie t ussen de ar beidsm arkt en prest at iebekost iging. I n j anuari 2010 kunt u de evaluat ie van de aanbevelingen uit het rapport Werner verwacht en. Daarnaast zullen wij u, m ede nam ens onze am bt genot en van OCW, in het voorj aar van 2010 het advies van de RVZ st uren over het verruim en, dan wel het loslat en van de num erus fixus voor de init iële opleiding geneeskunde. 2 . Re ce n t e on t w ik k e lin ge n op de a r be idsm a r k t in de zor g De zorgsect or is al j aren de belangrij kst e banenm ot or in Nederland. I n de per iode 1995- 2008 is de werkgelegenheid in de zorg m et ruim 50 procent t oegenom en, een groei van bij na 400.000 werknem ers ( zie figuur 1) . Dat neem t niet weg dat de huidige econom ische en financiële crisis ook van invloed is op de arbeidsm arkt in de zorg. Door de financiële onzekerheid, m ede ingegeven door een nieuwe financieringssyst em at iek in zowel de care als de cure, kunnen ook zorginst ellingen t erughoudender worden in het werven van personeel. Voorlopige cij fers van het CBS lat en dat overigens nog niet zien. De werkgelegenheid in de zorg is het eerst e half j aar van 2009 m et circa 2 procent gest egen. Deze werkgelegenheidsgroei wordt m ede veroorzaakt door het gem akkelij ker kunnen vervullen van vacat ures in de zorg. Eind j uni 2009 was het aant al openst aande vacat ures in zorg gedaald m et 25 procent t en opzicht e van een j aar eerder. Ook is de gem iddelde zoekduur van vacat ures na een j arenlange st ij ging weer gedaald, m et circa 15 procent . Dit zij n duidelij ke signalen van een m eer ont spannen arbeidsm arkt in de zorg en een grot er e aant rekkingskracht van de zorgsect or. Ook het gegev en dat het aant al inschrij vingen voor zorgopleidingen bij ROC’s en hogescholen in het st udiej aar 2009- 2010 gest egen is m et 7.000
1
Tweede Kam er, vergaderj aar 2008- 2009, 29 282, nr. 79 Tweede Kam er, vergaderj aar 2006- 2007, 29 248, nr. 37; Tweede Kam er , vergaderj aar 2007- 2008, nr 47 en Tweede Kam er, vergaderj aar 2008- 2009, nr. 74
2
1
st udent en is daar een uit ing van. Ten opzicht e van andere opleidingsclust ers is dan ook sprake van een st ij gend aandeel. Figu u r 1 : On t w ik k e lin g w e r k ge le ge n h e id in N e de r la n d e n Zor g e n W e lz ij n ( 1995= 100) . 160
140
120
100
80 1995
1996 1997
1998 1999 2000
2001 2002
Nederland
2003 2004
2005 2006 2007
2008
Zorg en Welzijn
Bron: St at line, CBS.
Dit alles neem t niet weg dat zorginst ellingen ook in 2009 het werven van personeel als het groot st e arbeidsm arkt knelpunt zien. Tabel 1 geeft aan dat bij na t weeder de van de zorginst ellingen dit als een knelpunt ervaart . Ten opzicht e van 2007 is sprak e van een st ij ging. Andere ervaren knelpunt en zij n de beheersing van de werkdruk, de vergrij zing van het per soneel, de inzet baarheid van het personeel en het ziekt everzuim . Ten opzicht e van 2007 ervaren in 2009 m eer inst ellingen dit als knelpunt en. Blij kbaar krij gen zorginst ellingen de knelpunt en st eeds scherper in beeld en erv aart m en m eer de noodzaak om act ief beleid t e gaan voeren. Ta be l 1 : Top- 6 k n e lpu nt e n in 2 0 0 7 e n 2 0 0 9 voor zor gw e r k ge ve r s ( in % ) Kn e lpu n t e n
2007
2009
Het aant rekk en van ( nieuw) personeel
59,4
63,9
Beheersing van de werkdruk
52,2
61,2
Vergrij zing van het personeel
45,8
59,4
Onvoldoende beschikbaar heid als gevolg van verlof of vakant ies
44,5
54,0
I nzet baarheid van het personeel
33,6
45,5
Ziek t ev erzuim en/ of WAO- inst room
33,3
44,1
Bron: Pr ism ant , werkgev ersenquêt e 2009.
3 . Toe k om st ige on t w ik k e lin ge n op de a r be idsm a r k t in de z or g Vanwege de bovengenoem de ont wikkelingen op de arbeidsm arkt en het ingezet t e beleid zij n er op de heel kort e t erm ij n m inder knelpunt en op de zorgarbeidsm arkt dan in voorgaande j aren verwacht . Het door Prism ant t oegepast e m odel Regiom arge laat zien dat er de kom ende j aren geen al t e grot e knelpunt en t e verwacht en zij n bij het werven van voldoende verpleegkundigen, verzorgenden en sociaalagogen. De groei van de werkgelegenheid zal m inder zij n dan in 2
voorgaande j aren, de uit st room uit de zorg zal beper kt blij ven, de t oest room vanuit andere sect oren zal zeker niet m inder worden en het aant al leerlingen en st udent en in opleiding neem t t oe. Dat bet ekent niet dat de zorg acht erov er kan leunen. I m m ers de zorgvraag zal de kom ende j aren blij ven st ij gen als gevolg van de vergrij zing en de int ensit eit van behandelingen. Daarnaast neem t over enkele j aren door de vergrij zing van het zorgpersoneel de uit st room van ouderen uit de zorg st erk t oe. Dit alles bet ekent dat de zorg een groot ber oep zal blij ven doen op de arbeidsm arkt . Terwij l door de vergrij zing en ont groening het beschikbare per soneel op die arbeidsm arkt nauwelij ks groeit . Het onlangs verschenen advies van het ZorgI nnovat iePlat form berekent dat bij ongewij zigd beleid de zorg t ot 2025 een ext ra beroep op de arbeidsm arkt zal doen van 470.000 wer knem ers, t erwij l de beroepsbevolking in Nederland in die periode slecht s st ij gt m et 20.000 personen ( zie figuur 2) . Figu u r 2 : Gr oe i w e r k ge le ge n he id zor gse ct or e n a r be idsa a n bod N e de r la n d t ot 2 0 2 5
Groei arbeidsaanbod Nederland
+ 20.000
Groei arbeidsvraag Zorgsector
+ 470.000
0
100.000
200.000
300.000
400.000
500.000
Bron: ZorgI nnovat iePlat form ( 2009) Zorg voor m ensen, m ensen voor de zorg.
4 . Ar be idsbe le vin g Regelm at ig kom en onderzoeken over de arbeidsbeleving van zorgwerknem ers in de publicit eit . Wij m aken ons hier zorgen over, want de focus ligt m et nam e op negat ieve aspect en. Bij nadere lezing heeft de wer kbeleving ook diverse posit ieve kant en. Een negat ieve focus doet dus geen recht aan het werk van de zorgprofessional. Het m aakt de sect or bovendien onnodig m inder aant rekkelij k, t erwij l deze er j uist alles aan gelegen is om voldoende en adequaat gekwalificeerd personeel t e kunnen aant rekken en behouden. Voor het behoud van werknem ers in de zorg is het van groot belang dat zij t evreden zij n. Volgens zorgpersoneel en de overige pot ent iële beroepsbevolking zij n de belangrij kst e kenm erken van een ideale werksit uat ie inhoudelij k leuk werk, sfeervol werk en goede ar beidsvoorwaarden. I n algem ene zin scoren zorgwerknem ers posit ief op arbeidsbeleving. I n 2009 vindt 90 procent het werk inhoudelij k leuk, 84 procent vindt het werk sfeervol en volgens 64 procent zij n de arbeidsvoorwaarden goed. Binnen de overige pot ent iële beroepsbevolking is respect ievelij k 57, 57 en 42 procent deze m ening t oegedaan over werken in de zorg ( Prism ant en Mot ivact ion 2009) . Dat is een opm erkelij k verschil. 3
Ook een bredere blik op de arbeidsbeleving, weergegeven in t abel 2, geeft aan dat zorgwerknem ers in het algem een posit ief scoren, hoewel m en m inder t evreden is over de ervar en werkdruk. Het beeld voor 2007 en 2009 is t am elij k st abiel. Ta be l 2 : D e ge m idde lde scor e va n ve r ple e gk u n dig, ve r z or ge n d e n socia a la gogisch pe r son e e l in de z or g ( 1 = m e e st n e ga t ie f t ot 5 = m e e st posit ie f) 2007 2.9
2009 2.9
Waardering van leidinggevende
3.6
3.6
Werkevaluatie
4.0
4.1
Werkautonom ie
3.7
3.7
Algem ene werkbeleving
3.5
3.6
Tevredenheid over werkdruk
Bron: Pr ism ant , werknem ersenquêt e 2007 en 2009.
Werkdruk wordt eveneens als een knelpunt ervaren door zorgwerkgevers. Daar bovenop ver groot de wer kdruk direct of indirect het ziekt everzuim , een ander knelpunt volgens zorgwer kgevers ( zie t abel 1) . De afgelopen j aren is het ziekt everzuim in de zorg st erk gedaald, van 7,7 procent in 2000, naar 5,5 procent in 2007 en 5,1 procent in 2008. Tevens beïnvloedt de werkdruk de uit st room van zorgwerknem ers. I n 2008 verliet 4,3 procent van het verplegend- opvoedkundig en verzorgend personeel de zorgsect or, inclusief ( vroegt ij dig) gepensioneerden, arbeidsongeschikt en en vrouwen die m et de kom st van kinderen st opt en m et werken. De uit st room in de zorg is dus laag. Opm erkelij k is dat beeldvorm ing in de m edia veelal sugger eert dat werknem ers de zorgsect or m assaal de rug t oeker en. Al m et al kan worden geconcludeerd dat werknem ers in de zorg op een behoorlij k aant al aspect en t evreden zij n, dat het ziekt everzuim st erk is t eruggedrongen en dat de uit st room laag is. Hoewel het van belang is aan al deze aspect en aandacht t e blij ven best eden, kom t vooral de werkdruk als aandacht spunt naar voren. De belangrij kst e fact oren die de werkdruk beïnvloeden zij n organisat iegebonden aspect en. Daarm ee blij ft het voor de zorg van belang om t e invest eren in innovat ieve werkprocessen, het verm inderen van adm inist rat ieve last en en goede relat ies m et leidinggevenden. Ten aanzien van het laat st e geldt dat goed en st abiel wordt gescoord. Zo geeft in 2009 71 procent van het zorgpersoneel aan het gevoel t e hebben gewaar deer d t e worden door de leidinggevende, t en opzicht e van 70 procent in 2007. Met gericht beleid onderst eunt VWS werkgevers bij innovat ieve werkprocessen die de kwalit eit van zorg kunnen garanderen en de ervaren werkdruk kunnen verlagen. Naast het arbeidsm arkt beleid gaat het daarbij om innovat iebeleid ( het proj ect Nog Slim m er Werken en het Zorginnovat ieplat form ) . 5 . H RM - be le id in z or gin st e llin ge n Verschillende onderzoeken naar het verband t ussen personeelsm anagem ent en de uit kom st en voor werknem ers en organisat ies t onen aan dat organisat ies m et een int ensief en coherent HRM- beleid in het algem een bet er prest eren dan organisat ies die m inder doen op dit gebied. Arbeid in Zorg en Welzij n 2009 laat zien dat zorginst ellingen m et een int ensief HRM- beleid gem akkelij ker aan goed opgeleid personeel kom en, een lager verloop hebben en een lager verzuim en/ of WAOinst room kennen. Een wonderm iddel best aat niet . De act ivit eit en uit onderst aande, niet uit put t ende t abel zij n alle van belang.
4
Ta be l 3 : D e m a t e w a a r in be le id be st a a t m e t be t r e k k in g t ot dive r se H RM on de r w e r pe n
Geen
Plannen
beleid
Beleid
I m plem en-
Geïm ple-
geschreven
t at iefase
m ent eerd
2,0
5,0
87,3
I ntern voorkeursbeleid bij vervullen van vacatures
3,8
1,8
Jaarlij kse cyclus van functionerings- en/ of beoordelingsgesprekken Loopbaan- c.q. carrièrebeleid Leeftijdsbewust personeelsbeleid
0,3
1,5
7,0
16,3
74,8
19,5
30,3
23,5
10,8
16,0
21,3
29,0
20,8
13,8
15,0
ARBO-beleid
0,3
2,5
4,0
17,0
75,5
Opleidingsbeleid Strategische personeelsplanning Gezondheidsm anagem ent, waaronder ziekteverzuim
3,0
5,5
10,8
17,0
63,5
21,5
30,0
20,3
16,5
10,8
2,5
3,3
10,0
15,8
68,0
Bron: Pr ism ant , werkgev ersenquêt e 2009.
De werkgevers in de zorg hebben voor het m erendeel het P&O- inst rum ent arium goed in de vingers. Uit t abel 3 blij kt dat de m eest e zorginst ellingen m aat regelen nem en om knelpunt en, op het gebied van arbeidsom st andigheden en ziekt everzuim weg t e nem en. Zo heeft driekwart ARBO- beleid geïm plem ent eerd en zeven op de t ien een vorm van gezondheidsm anagem ent . Ten aanzien van het vervullen van vacat ures hebben vrij wel alle inst ellingen een int ern voorkeursbeleid, t weeder de leidt het zit t end personeel zelf op. HRM- beleid gericht op duurzam e inzet baarheid van m edewerkers is m inder ont wikkeld bij de m eest e zorginst ellingen. De im plem ent at ie van loopbaan- c.q. carrièrebeleid, leeft ij dsbewust personeelsbeleid en st rat egische personeelsplanning is beperkt . Vanuit een HRM- gezicht spunt hebben zorgwerkgever s dus nog ruim t e om vraagst ukken als werkdruk, vergrij zing en personeelsplanning het hoofd t e bieden. Dat is ook noodzakelij k, aangezien ruim de helft van de werkgevers deze elem ent en als knelpunt en ervaart ( zie t abel 1) . Mede in het licht van vraagst ukken als werkdruk en personeelsplanning heeft de Kam er de st aat ssecret aris verzocht om een react ie op het rapport van NU’91 over de m eldingen van onderbezet t ing in de zorg in de zom erperiode 3 . Wij hebben kennis genom en van het rapport . Zorginst ellingen zij n zelf prim air verant woordelij k voor een goede personeelsplanning, ook in de zom erperiode. Desalniet t em in nem en wij dit signaal serieus. I nm iddels heeft de st aat ssecret aris uw Kam er t oegezegd om sam en m et de I GZ een onderzoek t e doen naar de personeelsinzet en het opleidingsniveau van personeel in relat ie t ot de kwalit eit van de zorg 4 . Het onderzoek is opgenom en in het werkplan van de I GZ voor 2010. U zult over de result at en worden geïnform eerd zodr a het onderzoek is afgerond. Gezien de er varen problem en op het gebied van werkdruk, vergrij zing of personeelsplanning is er nog een wer eld t e winnen door verbet ering van het HRMbeleid. Daart oe onderst eunt VWS diverse proj ect en van de sect or . I n 2009 zij n er verschillende lerende net werken van zorginst ellingen bezig geweest m et het kennisnem en en gebruiken van de Work Abilit y I ndex, ook wel 3 4
Uw kenm erk 2009D48753 Tweede Kam er vergaderj aar 2008- 2009, 29282, nr. 83
5
werkverm ogensm onit or genoem d. Op basis van de uit kom st en van dit m eet inst rum ent over de ( t oekom st ige) inzet baarheid van m ensen kunnen werkgevers en werknem ers doelm at ig act ie ondernem en om uit val door ziekt e t e voorkom en. I n 2010 zal een m eerj arig proj ect van werkgevers, verzekeraars en een uit voerder van gezondheidsm anagem ent in de regio Oost - Nederland m et st eun van VWS van st art gaan. Dit proj ect bet ekent een grot e st ap vooruit in het gebruik van de WAI in de zorgsect or. Niet alleen zal een groot aant al zorginst ellingen int ensiever aan de slag gaan m et int egraal gezondheidsm anagem ent en levensfasebewust personeelsbeleid. Ook zal het proj ect m et anoniem e gegevens bij dragen aan de landelij ke dat abase van St icht ing Blik Op Werk. Hierdoor worden in de t oekom st vergelij kende analyses m ogelij k. Dit bouwt voort op het beleid van het m inist erie van SZW gericht op duurzam e inzet baarheid. Tevens is in 2009 onder de noem er I dealoog een t raj ect ingezet om bij alle 8 Universit air Medische Cent ra ( UMC’s) in Nederland vorm t e geven aan m eer volwassen arbeidsrelat ies t ussen werkgevers en werknem ers. Aanleiding daarvoor is de in 2008 opgest elde CAO, welke een duurzam e inzet baarheid van m edewerkers nast reeft en hen daart oe m eer ruim t e en verant woordelij kheid wil geven. De kom ende j aren zullen hiert oe bij de UMC’s 31 proj ect en worden uit gevoerd. I n sam enwerking m et Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland en de Nederlandse Pat iënt en Consum ent en Federat ie m aken we daarnaast sinds 2009 in 7 cure- inst ellingen en 5 care- inst ellingen de pilot ‘Excellent e zorg’ m ogelij k. Door verpleegkundigen en verzorgenden het heft m eer in eigen hand t e lat en nem en beogen we dat een inst elling zich kan onderscheiden door uit st ekende zorg. Dit gebeurt in navolging van het zogenaam de ‘Magneet ziekenhuis’, een voorbeeld uit de Verenigde St at en waarbij de bet reffende inst ellingen als een m agneet personeel aant rekken en behouden door gericht HRM- beleid. Excellent e zorg zet nadrukkelij ker in op: • Het werken m et verpleegsensit ieve indicat oren, zoals bij decubit us en m edicat ieveiligheid; • Pat iënt ervaringen als gevolg van bet ere com m unicat ie, bej egening, t oegankelij kheid en afst em m ing van de ( verpleegk undige) zorg; • Verst erking van de aut onom ie van verpleegkundigen en verzorgenden; • Een organisat iecult uur die m eer aanzet t ot pat iënt gericht e zorg en sociale innovat ie. 6 . Ve r st e r k in g r e gion a a l a r be idsm a r k t be le id De arbeidsm arkt in de zorg is vooral een regionale arbeidsm arkt . Voor de m eest e beroepsbeoefenaren geldt dat de arbeidsoriënt at ie niet verder gaat dan het lokale of regionale niveau. Mede om die reden is in het act ieplan ‘Werken aan de Zorg’ uit 2007 ingezet op verst erking van de regionale arbeidsm arkt st ruct uur in de zorg 5 . De invest ering vanuit VWS hiervoor bedraagt bi j m ilj oen voor een periode van 5 j aar. Deze verst erking laat uit eraard onverlet de verant woordelij kheid van sociale part ners voor het arbeidsm arkt beleid. Over de verant woordelij kheidsverdeling voor het arbeidsm arkt beleid bent u geïnform eerd in onze brief van 24 sept em ber 2008 6 . Het is van groot belang dat zorginst ellingen in de regio niet alleen concurreren m et elkaar om het beschikbare personeel, m aar ook sam enwerken om de inst room van 5 6
Tweede Kam er, vergaderj aar 2007- 2008, 29 282, nr. 46 Tweede Kam er, vergaderj aar 2008- 2009, 29 282, nr. 71
6
personeel t e vergrot en, het behoud van m edewerkers voor de zorg t e bevorderen en voldoende m ensen op t e leiden voor de zorg. Dergelij ke sam enwerking m aakt inst ellingen niet alleen com pet it iever op de arbeidsm arkt , m aar vergroot t evens het aant al werknem ers. De verst erking van de regionale st ruct uur houdt in dat in 2010 in alle regio’s zorginst ellingen sam enwer ken op onder delen van het arbeidsm arkt beleid. Niet in alle regio’s zij n alle zorginst ellingen daarbij bet rokken, m aar de dekkingsgraad neem t nog st eeds t oe. Bij de sam enwer king gaat het onder m eer om de volgende t hem a’s: • I nst room en m obilit eit ; • I nzet baarheid, vit alit eit en arbeidsproduct ivit eit ; • Aansluit ing beroepsonder wij s en –prakt ij k; • Beeldvorm ing en im ago; • Onderzoek, inform at ie en com m unicat ie. I n 11 van de 16 regio’s wordt op vrij wel al deze t hem a’s door zorginst ellingen inm iddels sam engewerkt . I n 3 regio’s begint de sam enwerking vorm t e krij gen, m aar dient deze nog wel verder geïnt ensiveerd t e worden. I n 2 regio’s zij n de eerst e st appen gezet om de sam enwer king van de grond t e krij gen. Regionale different iat ie Een eigen regionaal arbeidsm arkt beleid is niet alleen noodzakelij k vanwege de regionale arbeidsoriënt at ie van het m erendeel van de zorgprofessionals, m aar ook vanwege de r egionale verschillen m et bet rekking t ot de ( zorg) arbeidsm arkt . Waar in de ene regio de vergrij zing al ver gevorderd is en de beroepsbevolking nu al krim pt ( Lim burg, Drent he en Gooi en Vecht st reek) ,zij n er andere regio’s waar de kom ende j aren nog duidelij ke sprake is van een groeiende beroepsbevolking ( Flevoland, Ut recht en regio Am st erdam ) . I n een aant al regio’s is het aandeel van de zorg in de regionale werkgelegenheid al heel hoog ( Nij m egen Rivierenland, Groningen, Drent he en Friesland) , t erwij l elders andere sect or en m inst ens zo belangrij k zij n ( Flevoland, regio Am st erdam en Haaglanden) . Ook zij n er regio’s m et een ( relat ief) laag anim o voor het zorgonderwij s ( Brabant , Kennem erland en Gooi- en Vecht st reek) en regio’s m et een hoog anim o ( Noord- en Midden- Lim burg, Groningen, Friesland en I Jssel- Vecht ) . Daarnaast zij n er regio’s m et een lage part icipat iegraad van vrouwen ( Zuid Lim burg, Groningen en Zeeland) en regio’s m et een hoge part icipat iegraad ( Ut recht , regio Am st erdam en Rij nst reek) . Elke regio heeft derhalve t e m aken m et verschillende kansen en bedr eigingen. Het is niet zo dat er in som m ige regio’s sprake is van een cum ulat ie van bedreigingen, t erwij l er nauwelij ks kansen zij n. Veelal is het beeld gedifferent ieerd. Wel lat en de analyses m et Regiom arge zien dat in een aant al regio’s op redelij k kort e t erm ij n al m eer arbeidsm arkt problem en t e verwacht en zij n dan in andere regio’s ( Am st erdam , Rij nst reek en Ut recht ) . Regionale sam enwerking m et andere inst ant ies De verst erking van de regionale st ruct uur is in de eerst e plaat s gericht op de sam enwerking t ussen de zorginst ellingen op het t errein van de arbeidsm arkt . Daarnaast is het van wezenlij k belang om de sam enwerking van de zorg m et allerlei andere inst ant ies t e bet rekken bij het arbeidsm arkt beleid in de zorg. Daarbij kan gedacht worden aan gem eent en en UWV voor de t oeleiding van onder andere werklozen naar de zorg, en aan het zorgonderwij s. Om deze sam enwerking t e st im uleren hebben we sam en m et onze collega’s van SZW en OCW in 2007 een aant al regionale proefproj ect en gest art om m eer lager opgeleiden t e werven en op t e leiden voor de zorg. Hierbij zij n zorginst ellingen,
7
gem eent en, het UWV, Calibris en onderwij sorganisat ies bet rokken. We hebben ci r nvest eerd. Uit de evaluat ie door Regioplan van de proefproj ect en blij kt dat ‘een regionale vraaggest uur de aanpak succesvol kan worden genoem d’. Daart oe dient wel aan een aant al voorwaarden voldaan t e worden. Er dient gewerkt t e worden vanuit de vraag naar arbeid van de zorginst ellingen. Com m it m ent van de zorginst ellingen, zowel op best uurlij k als uit voerend niveau, is cruciaal. Daarnaast is een goede screening van kandidat en belangrij k, om dat niet iedereen geschikt is om in de zorg t e werken. Maat werk in scholings- en begeleidingst raj ect en is vereist . Tot slot w ordt idealit er de sam enwerking t ussen part ij en geborgd in een BrancheServicepunt Zorg. Om de regionale sam enwerking t ussen deze part ij en een verder e st im ulans t e geven is op 11 j uni 2009 door bet rokken depart em ent en een regionale conferent ie georganiseer d. Hiervoor waren part ij en uit alle regio’s uit genodigd. De econom ische crisis en de daaruit voort vloeiende wens om overt ollig geworden personeel in de m arkt sect or om t e scholen naar een beroep in de zorg was m ede aanleiding voor deze conferent ie. Vanuit het kabinet is voor de j aren 2010 en 2011 in t ot aal j oen beschikbaar gest eld om de sam enwerking t e st im uleren. I nm iddels is door vrij wel alle regio’s een plan van aanpak ingediend. Result aat hiervan zal zij n dat nog in 2010 bij ( vrij wel) alle plusvest igingen van het UWV Werkbedrij f een BrancheServicepunt Zorg act ief zal zij n. 7 . Fon dse n voor z or gople idin ge n Het goed en voldoende opleiden van zorgprofessionals is een belangrij ke voorwaarde om de t oegankelij kheid van de zorg t e ( blij ven) waarborgen. Het gaat daarbij om zowel de init iële zorgopleidingen, die onder de verant woordelij kheid van OCW vallen, als om de vervolgopleidingen, waarvoor de prim aire verant woordelij kheid bij de zorginst ellingen ligt . Gegeven het belang voor de t oegankelij kheid worden deze opleidingen vanuit VWS via verschillende regelingen gest im uleerd. Het gaat daarbij onder andere om het st agefonds en het opleidingsfonds ( 1 e en 2 e t ranche) . Op dit m om ent wordt sam en m et de ziekenhuizen bekeken op welke wij ze vorm gegeven kan worden aan een fonds voor gespecialiseerde ver pleegkundigen en m edisch onderst eunend personeel. Onderst aand wordt ingegaan op deze 3 fondsen. Hierbij is m et nam e aandacht voor ont wikkelingen die relevant zij n voor de arbeidsm arkt in de zorg. Overigens heeft VWS ook speciale regelingen voor de huisart senopleiding en het opleiden van nurse pract it ioners en physician assist ant s. Opleidingsfonds Het opleidingsfonds is opgezet t er voorkom ing van zowel m arkt verst oring op de zorgm arkt als m arkt falen op de opleidingsm arkt . Door de overgang naar int egrale t arieven op de zorgm arkt zij n inst ellingen die opleiden in het nadeel t en opzicht e van inst ellingen die niet opleiden. Het gevolg kan zij n dat er m inder zorgprofessionals opgeleid worden dan gewenst . Vandaar de invoering van het opleidingsfonds. Daarm ee wordt beoogd om een ruim voldoende aanbod van specialist en t e gener eren. Voor de m edische vervolgopleidingen zij n de ram ingen van het Capacit eit sorgaan voor ons leidend. Om in de t oekom st t ot een ruim voldoende aanbod t e kom en zij n we de afgelopen j aren t elkens uit gegaan van de bovenkant van het advies van het Capacit eit sorgaan. Concreet bet ekent dit dat we voor de j aren 2008, 2009 en 2010 respect ievelij k 966, 1013 en 1063 inst room plaat sen beschikbaar hebben gest eld voor de 1 e t ranche van het opleidingsfonds. Voor 2008 wet en we inm iddels hoeveel daarvan gerealiseerd is. Het blij kt dat er in 2008 80 van de 966 inst room plaat sen niet
8
ingevuld zij n door de ziekenhuizen. Het gaat daar bij m et nam e om de volgende specialism en: oogheelkunde, cardiologie en urologie. Definit ieve cij fers voor 2009 zij n nog niet beschikbaar, m aar het lij kt er op dat het aant al niet ingevulde inst room plaat sen beduidend lager is dan in 2008 en niet boven de 20 uit kom t . Naast het voldoende opleiden van m edisch specialist en is ook het goed opleiden van deze specialist en uit erm at e belangr ij k. I n Nederland hebben we daart oe een prim a funct ionerend erkenningensyst eem van de Medisch Specialist en Regist rat ie Com it é. Aanvullend daarop wordt vanuit VWS al m eerder e j aren aangedrongen op het hant eren van kwalit eit sindicat oren bij de verdeling van de inst room plaat sen. Tot nu t oe is dat een m oeizaam proces. Vanuit de ziekenhuizen en de beroepsgroepen wordt vooral gewezen op de m ogelij ke problem en daarbij . Er worden inm iddels wel st appen gezet . Zo wordt vanuit de Orde voor Medisch Specialist en het zogenaam de et alagem odel opgezet . Doel van dat m odel is dat de assist ent en in opleiding t ot specialist de m ogelij kheid en inform at ie krij gt om zelf t e kiezen waar het laat st e deel van de opleiding wordt voort gezet . Dat dwingt ziekenhuizen om een aant rekkelij k aanbod t e gener eren. Daarnaast is het de bedoeling dat in 2010 de zogenaam de D- rect - vragenlij st wordt uit gezet onder alle assist ent en in opleiding t ot specialist . Hierm ee kan het opleidingsklim aat in de ziekenhuizen gem et en worden. Tevens wordt in 2010 de evaluat ie van het opleidingsfonds uit gevoerd. Als de result at en daarvan bekend zij n, wordt uw Kam er daarvan op de hoogt e gest eld. We verwacht en dat dit in het naj aar van 2010 zal zij n. St agefonds I n 2008 zij n we begonnen m et het st agefonds. I n dat j aar is voor lj oen uit gekeerd aan 1200 zorgconcerns voor in t ot aal bij na 70.000 st ages van st udent en die t ezam en bij na 30.000 volledige st ageplaat sen innam en. De react ies uit het zorgveld over het st agefonds w aren vrij wel allem aal posit ief. Mede daarom is het st agefonds in 2009 uit gebreid. Naast het t oev oegen van een ext ra opleiding ( hbo- pedagogiek) is in overleg m et sociale part ners beslot en om de m iddelen in het kader van de NZA- beleidsregel opleidingen over t e hevelen naar het st agefonds. Daarbij ging het om een bed 25 m ilj oen. Voorzover de NZAbeleidsregel in bepaalde branches niet best ond of onvoldoende was ( t huiszorg, j eugdzorg en verpleeg- en verzorgingshuizen) is het bedrag door VWS aangevuld m j oen. Het t ot aal beschikbare budget voor het st agefonds 2009 kom t daarm ee op lj oen. Naar verwacht ing wordt dit volledige bedrag uit gekeerd aan ruim 1200 zorgconcerns voor het beschikbaar st ellen van ruim 40.000 volledige st ageplaat sen. Daarm ee zij n bij na 100.000 st ages v an st udent en ingevuld. Het aant al volledige st ageplaat sen dat onder het st agefonds valt is m et ruim 30 procent gest egen. Deels kom t dat door de uit breiding van het aant al opleidingen, deels ook door ext ra st ageplaat sen. Met nam e het aant al st ageplaat sen in het kader van de opleiding t ot verzorgende en sociaalagoog op niveau 3 is gest egen. I n het bij zonder geldt dit voor de beroepsbegeleidende leerweg. Bij de st art van het st agefonds was het de bedoeling om j uist deze opleidingen t e st im uleren. Voor een definit ief zicht op de kwant it at ieve result at en van het st agefonds wor dt in 2010 een evaluat ie van het st agefonds uit gevoerd. Dan zal ook gekeken worden naar de m eer kwalit at ieve opbrengst en van het st agefonds. Deze evaluat ie is m ede bedoeld om t e bezien of en op welke wij ze het st agefonds na 2011 voort gezet w ordt . I m m ers, op dit m om ent is daarvoor sl me j oen gereserveer d.
9
Fonds gespecialiseer d ziekenhuispersoneel Er zij n duidelij ke signalen dat er in ziekenhuizen m om ent eel t ekort en zij n aan bepaalde groepen gespecialiseerde ver pleegkundigen en m edisch onderst eunend personeel, onder ander e operat ieassist ent en en anest hesiem edewerkers. I n het AO van 4 februari 2009 zij n deze t ekort en dan ook nadrukkelij k aan de orde gest eld 7 . Een belangrij ke oorzaak van de t ekort en is een st erke daling van het aant al personen in opleiding t ot gespecialiseerd verpleegkundige en m edisch onderst euner na 2001. Vanwege het gevaar van m arkt falen is door onze voorgangers al in 2006 beslot en om de bet reffende opleidingen onderdeel uit t e lat en m aken van de 2 e t ranche van het opleidingsfonds. Op verzoek van de NVZ is dat uit gest eld, om dat de noodzakelij ke inform at ie niet beschikbaar was en het opleidingsfonds in hun ogen niet het m eest geschikt was voor deze opleidingen. Op dit m om ent zij n we in overleg m et de NVZ, de NFU en V&VN om m et ingang van 2010 een apart fonds op t e richt en voor opleidingen van gespecialiseerd ziekenhuispersoneel. Uit gangspunt daarbij is dat ziekenhuizen die daadwerkelij k opleiden beloond w orden door de opleidingskost en ( grot endeels) t e vergoeden. De uit voering van het fonds dient sim pel t e zij n. Daarbij st aat ons een vergelij kbare syst em at iek als bij het st agefonds voor ogen. Alle part ij en zij n het daarover eens. Discussie best aat nog over de reikwij dt e van het fonds. Waar de NVZ en de NFU het fonds st rikt willen beperken t ot de zogenaam de CZO- rout e, willen wij het fonds ook openst ellen voor allerlei nieuwe init iat ieven van ziekenhuizen en opleidingsinst it ut en om gespecialiseerd personeel op t e leiden. De huidige problem at iek recht vaardigt naar onze m ening geen st rikt e t oepassing. Er m oet im m ers snel nieuw personeel opgeleid worden. Daarm ee wordt voorkom en dat nog m eer ziekenhuizen dan t hans het geval is hun t oevlucht zoeken t ot het werven in landen die zelf m et t ekort en kam pen. 8 . Tot slot Met de Arbeidsm arkt brief uit 2007 heeft dit kabinet het arbeidsm arkt beleid in de zorg een im puls gegeven en beleid in gang gezet . De vrucht en ervan worden nu reeds geplukt en het beleid is ext ra relevant in het licht van de huidige econom ische sit uat ie. Zaak is om het beleid m et kracht voort t e zet t en. De aandacht m ag zeker niet verslappen, want j uist op de langere t erm ij n zullen zorgvraag en arbeidsaanbod onvoldoende op elkaar aansluit en. De uit daging is dusdanig com plex dat deze alleen sam en m et veld kan worden aangegaan.
7
Tweede kam er, vergaderj aar 2008- 2009, 29 282, nr. 81
10