Inhoud Lessen groep 7 273 I. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling 274 1. 2. 3. 4.
Beeld van je zelf 274 Bloot 278 Ik verander in de puberteit 280 Lieve Lita 282
II. Sociale ontwikkeling en relaties 284 5. 6. 7. 8.
Veranderen van rol 284 Echt of onecht? 286 Vriendschap of verliefdheid? 287 Relaties 289
III. Seksualiteit en gezondheid 291 9. Voorbehoedsmiddelen 291 10. Seksueel misbruik 293
Kopieerbladen 295 Planningsformulier 311
Relaties en seksualiteit – groep 7
271
Lessen groep 7 I. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling Doel: De kinderen • ontdekken dat iedereen uniek is met eigen kenmerken, voorkeuren en gevoelens • weten dat er verschillende gewoonten en opvattingen bestaan over bloot • kunnen de veranderingen die in de puberteit plaatsvinden noemen • zijn zich ervan bewust dat de veranderingen in de puberteit verschillend verlopen en ervaren worden • weten wat zelfbevrediging inhoudt en realiseren zich dat er verschillen bestaan in praktijk en opvattingen met betrekking tot zelfbevrediging • weten hoe de voortplanting verloopt (bevruchting, zwangerschap en geboorte) Lessen: les
titel
lesdoel
1
Beeld van jezelf
De kinderen verkennen hun eigen zelfbeeld en leren dat iedereen uniek is.
2
Bloot
De kinderen worden zich bewust dat er verschillende opvattingen bestaan over bloot zijn en dat schaamtegevoelens over bloot gewoon zijn.
3
Ik verander in de puberteit
De kinderen bekijken informatie over hoe hun lichaam in de puberteit gaat veranderen en praten aan de hand daarvan over lichamelijke veranderingen en de gevoelens die daarmee gepaard gaan (borstontwikkeling, haargroei, eerste zaadlozing, menstruatie, vrijen, geslachts gemeenschap, bevruchting, zwangerschap en dergelijke).
4
Lieve Lita
De kinderen weten wat zelfbevrediging is en weten dat iedereen hierover een eigen mening kan hebben. Ze leren dat zelfbevrediging normaal is en dat het iets is wat veel mensen en kinderen doen. Je hoeft je er niet voor te schamen. Dat betekent dat iedereen naar elkaars opvatting luistert en deze respecteert zonder te veroordelen.
Relaties en seksualiteit – groep 7
273
II. Sociale ontwikkeling en relaties Doel: De kinderen • zien in hoe sekserollen ontstaan en worden aangeleerd • weten dat iemand aangetrokken kan worden door of verliefd kan worden op een man, een vrouw of beide • beseffen dat verliefdheid kan verschillen in aspecten als uitingsvorm, leeftijd en geslacht en welke reacties verliefdheid kan oproepen bij zichzelf en anderen • weten dat mensen kunnen kiezen voor verschillende relatievormen: samenwonen, trouwen, lat-relatie, man-man, vrouw-vrouw, enzovoort. En dat daar door mensen verschillend over wordt gedacht • weten dat de uitingsvormen van en opvattingen over seks verschillen • weten dat in de media nog al eens een onrealistisch of negatief beeld wordt gegeven van man of vrouw, seksueel gedrag, liefde, relaties • weten dat commercie een rol speelt bij seks en daarbij vaak een eenzijdig beeld geeft van man of vrouw, seksueel gedrag, liefde en relaties Lessen: les
titel
lesdoel
5
Veranderen van rol
De kinderen worden zich bewust van man/ vrouwbeelden in de reclame en waar deze voor gebruikt worden.
6
Echt of onecht?
De kinderen worden zich bewust dat de media vaak een onrealistisch of negatief beeld geven van mannen, vrouwen, seks en liefde.
7
Vriendschap of verliefdheid
De kinderen praten over verschillen (en overeenkomsten) tussen vriendschap en verliefdheid. En ze praten over gevoelens die bij verliefdheid horen.
8
Relaties
De kinderen worden zich ervan bewust dat er verschillende relatievormen bestaan en dat mensen daar verschillend over kunnen denken.
III. Seksualiteit en gezondheid Doel: De kinderen • weten dat mannen en vrouwen bij seksuele gemeenschap zwangerschap kunnen voorkomen met behulp van voorbehoedmiddelen. En dat niet alle religies het gebruik van voorbehoedmiddelen toestaan • weten op welke wijze besmetting met het Aids-virus en ander seksueel overdraagbare aandoeningen kan plaatsvinden • weten wat seksueel misbruik inhoudt en op welke manier ze eventueel om hulp kunnen vragen
Relaties en seksualiteit – groep 7
274
Lessen: les
titel
lesdoel
9
Voorbehoed middelen
De kinderen krijgen informatie over veilig vrijen met een tweeledig doel: veilig voor Aids en geslachtsziekten en het voorkomen van een zwangerschap. Ze krijgen informatie over het bestaan van verschillende soorten voorbehoedmiddelen.
10
Seksueel misbruik
De kinderen krijgen informatie over wat seksueel misbruik is, wat de gevolgen voor het slachtoffer kunnen zijn en op welke manier ze om hulp kunnen vragen.
Relaties en seksualiteit – groep 7
275
I. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling Les 1 Beeld van jezelf Lesdoelen De kinderen verkennen hun eigen zelfbeeld en leren dat iedereen uniek is. Voorbereiding Vergroot kopieerblad 7.1 en kopieer het 2x. Knip de kaartjes uit Kopieer de bladen 7.1 en 7.2 en kopieer blad 7.3 twee keer voor ieder kind. Benodigdheden • bord, krijt • kopieerblad 7.1 t/m 7.3 • buddies (plakgum) Introductie Leg de kinderen uit dat geen mens hetzelfde is. Iedereen gedraagt zich anders en heeft verschillende eigenschappen. Ieder mens heeft eigenschappen die hij/zij leuk of niet leuk vindt van zichzelf. Niemand heeft alleen maar leuke of niet leuke eigenschappen. Kunnen de kinderen eigenschappen van zichzelf noemen? Wat denken ze dat anderen van hen vinden? Teken een weegschaal op het bord en schrijf een aantal eigenschappen die u leuk vindt van uzelf aan de ene kant op de weegschaal. Plak de bijbehorende poppetjes van het kopieerblad 7.1 erbij, indien aanwezig. Schrijf een aantal niet leuke eigenschappen aan de andere kant. Plak hier ook de bijbehorende poppetjes bij. Vertel dat u zo over uzelf denkt. Het is uw zelfbeeld. Vraag vervolgens of de kinderen meedenken. Welke eigenschap van u vinden ze leuk of niet leuk? Teken nog een weegschaal op het bord en vul die in met de eigenschappen of gedragingen die de kinderen noemen. Geef hierbij de kinderen de ruimte om te oefenen met het benoemen van niet leuke eigenschappen, door uit te leggen dat iedereen leuke en niet leuke eigenschappen heeft. Het is fijn om van anderen je leuke eigenschappen te horen, en het is soms wel moeilijk om van anderen te horen wat je niet leuke eigenschappen zijn. Doe een aantal keer voor op welke manier je een niet leuke eigenschap van iemand kunt benoemen. Laat hierbij gewenst en ongewenst gedrag zien en bespreek met de kinderen wat zij de beste manier vinden en waarom. Vergelijk samen met de kinderen de beide weegschalen en reageer op de verschillen. Vertel dat het beeld dat je van jezelf hebt en het beeld dat anderen van je hebben niet altijd hetzelfde hoeft te zijn. Het is belangrijk om jezelf goed te kennen en ondanks je niet leuke eigen schappen toch positief over jezelf te denken. Kern Deel de kopieerbladen uit. Bespreek en benoem de gedragingen en eigenschap pen van kopieerblad 7.1. Vul ze zonodig aan. De kinderen kiezen twee eigen schappen of gedragingen van zichzelf die ze leuk en twee die ze minder leuk vinden, en schrijven ze in beide schalen van de weegschaal op kopieerblad 7.2. Ze mogen ook andere woorden kiezen, als die beter bij hen passen. De kinderen vormen tweetallen. Ze schrijven de naam van hun klasgenoot op kopieerblad 7.3 bij ‘Dit vind ik leuk aan …’. Daaronder schrijven ze een aantal leuke eigenschappen van de ander. Ze laten de bladen aan elkaar zien. Relaties en seksualiteit – groep 7
276
Afsluiting Als er vaak tegen jou wordt gezegd dat je dom bent of iets niet goed hebt gedaan, ga je vanzelf geloven dat je stom bent. Je denkt steeds vaker: ik ben dom, of: wat doe ik nu weer stom. Je voelt je steeds vervelender. Dan kun je een negatief zelfbeeld krijgen. Of als je nooit iets zelf mag doen of uitproberen, dan kun je het gevoel krijgen dat je ook helemaal niets zelf kunt. Als je vaak van anderen hoort dat je iets leuk aan je is, ga je jezelf prettiger voelen. Het is belangrijk een positief zelfbeeld te hebben en vaker leuke dingen over jezelf te denken, dan over jezelf te mopperen. Als volgens jou iets fout gaat, kun je denken: zie je wel, ik kan het niet en ik ga het ook niet meer proberen. Of je kunt denken: zo, die fout maak ik de volgende keer niet meer. Ik ga het gewoon nog een keer proberen. Als je leuke dingen over jezelf denkt, dan voel je je beter en gedraag je je dus ook anders. Bespreek met de kinderen de positieve eigenschappen die hun groepsgenoten over hen hebben opgeschreven. Waren ze daar verbaasd over? Of hadden ze die eigenschappen ook al over zichzelf opgeschreven? Hoe voelt het om te horen dat een ander positieve dingen over je zegt? Geef de kinderen kopieerblad 7.3 mee naar huis en geef hen de opdracht om aan hun ouders of gezinsleden te vragen leuke dingen over hen op te schrijven. Tijdens de volgende les bespreekt u de opdracht kort, in algemene termen. Wie hebben de kinderen gevraagd om het blad in te vullen? Vond hij of zij het moeilijk? Hebben ze er nog samen over gepraat? Wat vonden hun ouders/ gezinsleden leuk van hen? Suggesties/ideeën/tips • Kies een andere introductie. Laat ieder kind zichzelf tekenen en om het zelfportret leuke en niet leuke eigenschappen van zichzelf opschrijven; leuke eigenschappen in geel en niet leuke eigenschappen in blauw. Staan er meer gele of meer blauwe woorden om je tekening heen? • Laat de kinderen een tekening van zichzelf maken. Naast de tekening maken ze een korte beschrijving. Daarbij kunnen ze gebruik maken van de eigenschappen die ze op het werkblad hebben ingevuld. • Maak met de kinderen foto’s waarop hun eigenschappen en gedragingen herkenbaar uitgebeeld zijn. Bespreek met de kinderen hoe ze dat het beste kunnen doen. Hang de foto’s op in de klas. • Sluit aan bij het geven van een compliment, tip en trap van de Kanjertraining en laat de kinderen bij de eigenschappen die ze niet leuk vinden van zichzelf opschrijven welke tip ze aan zichzelf geven. Afhankelijk van de sfeer in de groep kunt u de kinderen ook vragen tips aan elkaar te geven. • Geef de kinderen een lijst waarmee ze aan anderen (klasgenoten, leerkracht/ klassenassistente/logopedist, familieleden) kunnen vragen wat zij goed aan hen vinden: Dit vindt … (naam van de invuller) leuk van … (naam van het kind): Twee lege regels Dit vindt … (naam van de invuller) leuk van … (naam van het kind): Twee lege regels Etc. • Praat met de kinderen over doof zijn. Is dat ook een prettige of onprettige eigenschap, of heeft het daar niets mee te maken? Maakt het iets uit voor je zelfbeeld dat je doof bent? • Vraag of de kinderen al voor zichzelf kunnen bepalen wat het zwaarst weegt, hun positieve of negatieve eigenschappen. Hebben ze een positief of negatief zelfbeeld?
Relaties en seksualiteit – groep 7
277
• Doe iedere dag een gouden bal in het laatje van een van de kinderen. Dat kind geeft die gedurende de dag complimentjes aan de andere kinderen. Kunnen de kinderen aan het eind van de dag raden wie de gouden bal in zijn laatje had? Boeken • Ben jij ook op mij? van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 902161498. Differentiatiemogelijkheden • Je kunt complimenten geven over verschillende categorieën: hoe iemand eruit ziet, wat iemand kan, want iemand heeft en hoe iemand is. Deze laatste categorie komt in deze les aan bod en is de moeilijkste. Wanneer dit te moeilijk blijkt, kunt u eerst oefenen met een van de andere categorieën. • Laat de kinderen voor zichzelf of voor elkaar een medaille maken. Op de achterkant schrijven ze waar ze goed in zijn. • Begin voor minder taalvaardige kinderen de les met het uitspelen en bespreken van de tekeningen. Laat de kinderen de tekeningen met eigenschappen van henzelf en hun klasgenoot uitknippen en opplakken.
Les 2 Bloot Lesdoelen De kinderen worden zich bewust dat er verschillende opvattingen bestaan over bloot zijn en dat schaamtegevoelens over bloot gewoon zijn. Voorbereiding • Niet voor elk kind is het onderwerp ‘bloot zijn’ een gewoon onderwerp. In sommige gezinnen en culturen bijvoorbeeld is het voor vrouwen en meisjes ‘niet netjes’ om een deel van het lichaam (of zelfs hun hoofd) te ontbloten. Houd hier in de nabespreking rekening mee. • Kopieerblad 7.4 voor ieder kind Benodigdheden • kopieerblad 7.4 Introductie Vertel het verhaal van de verdwenen handdoek.
De verdwenen handdoek Op donderdag heeft groep 7 gym. Na het gymmen, moet iedereen douchen. Omdat er maar één doucheruimte is met vier douchehokjes gaan de jongens en meisjes om de beurt douchen. Vandaag zijn eerst de jongens aan de beurt en daarna de meisjes. De doucheruimte is naast de kleedkamer. De jongens moeten een beetje opschieten na het douchen. Als de meisjes komen, wil gymleraar Steef dat de jongens klaar zijn, anders wordt het te vol in de kleedkamer. Justin staat als laatste onder de douche. Zijn handdoek hangt over de douchedeur en zijn gymspullen liggen op een stapeltje op de grond. Meester Steef heeft al drie keer gezegd dat hij op moet schieten, want de meeste jongens zijn al klaar en terug naar hun klas. Maar als brutaalste jongen van de klas heeft hij altijd een antwoord klaar en zegt dat de meisjes dan maar even op hem moeten wachten. Twee meisjes, die staan te wachten, horen dat en besluiten Justin een lesje te leren. Heel zachtjes sluipen zij de doucheruimte in. Justin merkt niets. Ze nemen zijn gymspullen van de grond en trekken in één ruk zijn handdoek van de douchedeur af. Vlug nemen ze alles mee naar de kleedruimte. Tegen de rest van
Relaties en seksualiteit – groep 7
278
de meisjes, die intussen op de gang staan te wachten, zeggen ze dat ze al binnen mogen komen. Intussen staat Justin verontwaardigd te schreeuwen, want dat van die handdoek heeft hij natuurlijk gemerkt. Kom maar naar de kleedkamer, al je spullen liggen hier!, schrijven de meisjes op een briefje. Het briefje schuiven ze onder de deur door. Wat moet hij doen? Zich niets van de meisjes aantrekken en gewoon naar de kleedkamer lopen om zijn spullen te halen? Wat zou jij doen als je Justin was? Kern Laat het kopieerblad met de illustratie van het verhaal zien en houd een kringgesprek over het verhaal. Stel eerst de jongens de vraag wat zij zouden doen. Daarna aan de meisjes als hen dat zou overkomen. Ga hier verder op door met vragen als: – Schaam je je wel eens als anderen je in je blootje zien? Waarom? – Welke delen van je lijf vind je mooi en welke niet? – Wie mag jou wel en wie mag jou niet in je blootje zien, vind je? – Heb je een ander wel eens in zijn/haar blootje gezien? – Hoe vond je dat? NB: Voor kinderen die volgens culturele gewoonten geen lichaamsdelen (waaronder het hoofd) mogen ontbloten, zijn dit moeilijke vragen. Geef ze gelegenheid om te vertellen wat precies de regels zijn en hoe ze daar zelf over denken. Vraag zonodig door: – Voelt het niet dragen van een hoofddoek ook als bloot, of is dat anders? – Wanneer draag je wel/geen hoofddoek? – Wie ziet jou zonder hoofddoek? Bespreek een aantal situaties waarin de kinderen het gewoon vinden bloot te zijn. En een aantal situaties waarin ze misschien nooit bloot zouden durven of willen zijn, hoewel anderen dat wel doen, denk bijvoorbeeld aan het naaktstrand of gezamenlijk douchen na het sporten. Bedenk zelf meer voorbeelden en laat de kinderen reageren. Vertel dat mensen vroeger anders dachten over bloot zijn dan nu. De mensen gingen soms met een soort jurk aan in bad, dat doen we nu niet meer. Afsluiting Deel de kopieerbladen uit. Laat de kinderen de tekeningen voorzien van tekstballonnen en denkwolken. Wat denken en zeggen de kinderen allemaal? Bespreek de resultaten met de kinderen. Suggesties/ideeën/tips • Sluit aan bij de weerbaarheidslessen: Wat wil je wel, wat wil je niet en hoe maak je dat duidelijk? • Opvallend veel kinderen maken zich al zorgen over hoe ze eruit zien. In deze les kan onzekerheid en ontevredenheid over hun eigen lijf ter sprake komen als reden waarom ze niet bloot gezien willen worden. Besteed hier aandacht aan! Zonodig kunt u er een extra les aan besteden: - Laat de kinderen opschrijven wat ze mooi en niet mooi vinden aan hun lijf. Teken zonodig weer een weegschaal op het bord en geef voorbeelden van wat u wel en niet mooi vindt aan uzelf. Herhaal het verhaal van les 1, maar nu rond het lichaamsbeeld. - Bespreek dat er in verschillende culturen ook verschillende lichaams kenmerken mooi of lelijk worden gevonden, bijvoorbeeld aan de hand van het prentenboek ‘Mensen, mensen, wat een mensen’. Mooi of lelijk is zeer relatief. Het is belangrijk om vooral te kijken naar dat waar je wel tevreden over bent.
Relaties en seksualiteit – groep 7
279
- Praat met de kinderen over wat zij het ideale lijf vinden. Leg uit dat bijna niemand aan dat plaatje kan voldoen en relativeer zo het ideaalbeeld. - Op de site www.netdokter.nl kunnen kinderen informatie vinden of vragen stellen over hun uiterlijk. Boeken • Mensen, mensen wàt een mensen! van Peter Spier, uitg. Lemniscaat, ISBN 9060694589. • het fotoboek: “Blootboek” (www.weerklank.nl) • Ben jij ook op mij? van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 902161498. • Seks en zo van Robie H. Harris, uitg. Gottmer, ISBN 9025727689. • Suske en Wiske, nr. 272, De blote Belg van Willy Vandersteen, uitg. Standaard, ISBN 9002210388. Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Les 3 Ik verander in de puberteit Lesdoelen De kinderen bekijken informatie over hoe hun lichaam in de puberteit gaat veranderen en praten aan de hand daarvan over lichamelijke veranderingen en de gevoelens die daarmee gepaard gaan (borstontwikkeling, haargroei, eerste zaadlozing, menstruatie). Voorbereiding • Kopieer de bladen 7.5a + b en 7.6a + b tweezijdig en vouw ze dubbel. Maak er een boekje van op A5-formaat door ze te binden op de korte zijde (of laat dit door de kinderen doen). • Geef deze les zo mogelijk in het computerlokaal. • Geef deze les apart aan jongens en meisjes als u denkt dat sommige kinderen anderen zullen overschreeuwen, waardoor ze dichtklappen en niet aan het woord komen. Benodigdheden • dvd animaties liefdespaleis (zie bijgevoegd materiaal) • cd-rom met informatie over de puberteit, computer(s) (zie bijgevoegd materiaal) • maandverband en tampons • boeken en folders (zie bij Informatie en Boeken) • kopieerblad 7.5 t/m 7.8 • schoenendoos met brievenbusgleuf • afspeelapparatuur Introductie Schrijf de volgende vraag op het bord: ‘Hoe zal mijn lichaam de komende tijd veranderen?’ Bespreek de vraag in de kring. Giechelen is vaak onvermijdelijk met zulke onderwerpen, maar laat u niets wijsmaken: de kinderen letten heel goed op. Kern Ga als volgt verder: Misschien hebben jullie je eigen lichaam wel eens bekeken. Hebben jullie ook wel eens het lichaam van oudere jongens en meisjes, van mannen en vrouwen gezien, bijvoorbeeld in het zwembad of in een film? Die zien er wel wat anders uit. Veel groter en sterker. Mannen hebben een baard of Relaties en seksualiteit – groep 7
280
scheren zich. Vrouwen hebben borsten. Zo’n lichaam krijg jij ook. Misschien verandert je lichaam nu al. Als dat zo is, heb je vast wel eens gedacht: Hé, wat gebeurt er met mijn lichaam? Niks geheimzinnigs hoor. Maar het is wel handig, als je er wat meer over weet. Je zult niet alleen aan de buitenkant veranderen, maar ook aan de binnenkant. Vraag of de kinderen daar voorbeelden van weten en bespreek deze, of geef zelf een voorbeeld. Vertel de kinderen dat ze straks naar een dvd gaan kijken waarop ze informatie krijgen over wat ze kunnen verwachten. Ze kunnen er ook over lezen in de verschillende boeken. Geef aan dat de boeken op school moeten blijven, maar dat er voor ieder een klein boekje is dat ze mee naar huis mogen nemen. Maak duidelijk dat ze het altijd mogen komen vragen als ze iets niet snappen. Als ze dat liever niet doen, kunnen ze hun vraag op een briefje schrijven en in de ‘brie- venbus’ doen. Ze mogen hun naam eronder zetten, maar het hoeft niet. Geef aan dat u volgende week zal proberen de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Kijk samen met de kinderen naar de dvd en bespreek eventuele vragen. Afsluiting Geef de kinderen de gelegenheid om, bijvoorbeeld in tweetallen, de cd-rom te bekijken. Als ze dit gedaan hebben kunnen ze de puzzels van kopieerblad 7.7 en/of 7.8 maken. Suggesties/ideeën/tips • Richt een (tijdelijke) hoek in waar het materiaal nog eens bekeken kan worden, met de boeken, een computer en de cd-rom en zo mogelijk ook een tv en afspeelapparatuur. • Laat de kinderen voor elkaar een nieuwe woordspeurder maken met woorden die met het onderwerp te maken hebben. • Bestel de folders van het NIGZ voor alle kinderen/ouders (zie bij Informatie). • Laat de kinderen vragen stellen:
[email protected] Differentiatiemogelijkheden • Nederlandsvaardige kinderen maken de kruiswoordpuzzel, minder Nederlandsvaardige kinderen maken de woordspeurder. • Voor leerlingen die behoefte hebben aan visuele communicatie kunt u de boekjes Jan heeft een natte droom (seksuele voorlichting voor jongens) en Miep is ongesteld (seksuele voorlichting voor meisjes) uit de serie emotieboekjes gebruiken, www.effathaguyot.nl • Hygiëne. Dit fotoboek gaat o.a. over ongesteldheid (www.weerklank.nl) Informatie • Pubergids – Voor jongens + ook een beetje voor meisjes en Pubergids – Voor meisjes + ook een beetje voor jongens, uitg. NIGZ, te bestellen via www.nigz.nl. Hier zijn ook de folders Help, een puber in de klas en Help, een puber in huis te verkrijgen, met informatie voor leerkrachten en ouders. • De video Wat gebeurt er nu weer met mij? van Peter Mayle is te leen bij GGD, SBD of bibliotheek. Door de humoristische aanpak is de essentie niet altijd duidelijk. Boeken • Ben jij ook op mij? van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 902161498. • Het puberboek van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 9021616068. • Seks en zo van Robie H. Harris, uitg. Gottmer, ISBN 9025727689. • Oh, zit dat zo! van Jorg Muller, uitg. Van Holkema en Warendorf, ISBN 9026913427. Met veel illustraties. • Seks, puberteit en al dat gedoe van Jacqui Bailey, uitg. Van Goor, ISBN 900035880. Relaties en seksualiteit – groep 7
281
Voor betere lezers: • Zoek de verschillen van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564334. • Een vrolijke drukte. Over menstruatie van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564074. • Kop en staart. Over zaadlozing van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564082. • Het opgroeiboek voor meisjes van Lynda Madaras, uitg. Elmar, ISBN 9058140032. • Het opgroeiboek voor jongens van Lynda Madaras, uitg. Elmar, ISBN 9058140067.
Les 4 Lieve Lita Lesdoelen De kinderen weten wat zelfbevrediging is en weten dat iedereen hierover een eigen mening kan hebben. Ze leren dat zelfbevrediging normaal is en dat het iets is wat veel mensen en kinderen doen. Je hoeft je er niet voor te schamen. Dat betekent dat iedereen naar elkaars opvatting luistert en deze respecteert zonder te veroordelen. Voorbereiding Dit onderwerp kan voor sommige kinderen ongewoon overkomen. Er zijn ook kinderen die vanwege hun geloof of hun cultuur helemaal niet over dit onderwerp mogen praten. Maar het is wel belangrijk dat je weet wat het woord betekent. Maak duidelijk dat zelfbevrediging iets is waar je je niet over hoeft te schamen of schuldig te voelen. U kunt het beste zelf bepalen of de sfeer in de klas veilig genoeg is om hierover te praten. Als de sfeer niet uitnodigt om deze les eerst in groepjes en later klassikaal uit te voeren, kunt u overwegen de vragen individueel in te laten vullen. NB: Als u meisjes in uw groep heeft die besneden zijn, is dit een zeer ‘pijnlijk’ onderwerp. Om dit te ontdekken, kunt u de kinderen vragen of alleen jongens worden besneden. Als dit positief wordt beantwoord, kunt u hierover informatie geven. Als er meisjes zijn die deze vraag negatief beantwoorden, dan kunt u hen als eerste vragen of ze er iets meer over kunnen vertellen. Benodigdheden • kopieerblad 7.9 • dvd Lieve Lita (zie bijgevoegd materiaal), afspeelapparatuur • eventueel de Donald Duck, Tina, VPRO-gids Introductie Vertel dat deze les over zelfbevrediging gaat. Weten de kinderen wat dat is? Leg het begrip eerst uit. Gebruik ook andere termen, bijvoorbeeld soloseks of met jezelf vrijen. Leg uit dat in veel tijdschriften een rubriek staat waarin kinderen vragen kunnen stellen en laat eventueel een paar voorbeelden zien. Vertel dat u vier brieven van kinderen hebt gevonden in een blad, die gaan over met jezelf vrijen. Kern Laat de dvd zien en deel vervolgens de werkbladen uit. Zet na de tweede videobrief de dvd stil en vraag de kinderen in kleine groepen de brief te beantwoorden. Laat de kinderen de antwoorden opschrijven. Volg dezelfde werkwijze bij de derde brief. Loop zonodig nog een keer bij de groepjes langs om de brief opnieuw voor te lezen. Bespreek de antwoorden klassikaal. Stimuleer de andere kinderen om erop te reageren aan de hand van de volgende vragen:
Relaties en seksualiteit – groep 7
282
– Waarom hebben jullie dit antwoord gekozen? – Wat vinden de andere groepjes van dit antwoord? – Wat vinden jullie ervan dat er kinderen zijn die vragen stellen over dit onderwerp? – Wat vinden jullie ervan om een brief te schrijven (naar een tijdschrift) als je met een probleem zit? – Zijn er nog andere mogelijkheden om antwoord op een vraag te krijgen? Afsluiting Bespreek met de kinderen dat vrijen met jezelf privé is en dat je het ook op privé-plekken doet. Laat de kinderen vertellen wat bij hen thuis privé-plekken zijn. Schrijf een aantal voorbeelden op het bord. Vertel dat horende mensen de afspraak hebben dat ze eerst kloppen voordat ze de privé-plek van een ander betreden. Pas als de ander zegt dat ze binnen mogen komen, mag je naar binnen. Zo houd je rekening met elkaars grenzen. Welke oplossing kunnen de kinderen bedenken om als doof of slechthorend persoon rekening te houden met privé-plekken van anderen en ervoor te zorgen dat anderen ook rekening met hen houden? Suggesties/ideeën/tips • Afhankelijk van het niveau van de kinderen kunt u alleen de kopieerbladen gebruiken en niet de dvd. • Deze les is ook geschikt voor groep 8. Als het onderwerp niet bij het verhalend ontwerp over Tim en Inge ter sprake komt, geef dan alsnog deze les. • Wanneer u het een spannende les vindt om te geven, kunt u voor een meer talige ingang kiezen. Begin de les door de woorden of gebaren masturbatie en/of soloseks aan te bieden en de kinderen te vragen wat dat eigenlijk is. Boeken • Zin in jezelf. Over masturbatie van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564252. • Ben jij ook op mij? van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 902161498. • Het puberboek van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 9021616068. Differentiatiemogelijkheden Om uit te leggen wat privé is, kunt u het voorbeeld noemen van een brief, die alleen voor jou bedoeld is, of een dagboek, waar een ander niet zomaar in mag lezen. Alleen als jij toestemming geeft, mag een ander jouw brief of een stukje uit jouw dagboek lezen. Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Relaties en seksualiteit – groep 7
283
II. Sociale ontwikkeling en relaties Les 5 Reclames Lesdoelen De kinderen worden zich bewust van man/vrouwbeelden in de reclame en waar deze voor gebruikt worden. Voorbereiding • Selecteer voor uw groep bruikbare reclames. Benodigdheden • computer met internetverbinding • tijdschriften • grote vellen papier • lijm, scharen • aftershave • lippenstift Introductie Praat met de leerlingen over rolpatronen. Wat vinden ze écht iets voor jongens of écht iets voor meisjes? Wat doet hun moeder altijd en zou hun vader nooit doen? En wat doet hun vader en zou hun moeder nooit doen? Is dat bij iedereen hetzelfde? Vertel de kinderen dat in reclames ook vaak gebruik gemaakt wordt van de rol die mannen en vrouwen hebben. Bespreek met de kinderen waarom reclames worden gemaakt. Een reclame wordt gemaakt om te zorgen dat mensen een product kopen. Een reclame zegt bijvoorbeeld: koop deze lipstift, want dan word je mooi; koop deze auto, want dan ben je stoer, of koop deze frisdrank, want dan vindt iedereen je leuk. Noem een aantal producten en laat de kinderen daar een zin bij bedenken: sportschoenen, cola, parfum, deodorant. Kern Laat de kinderen een aantal reclamefilmpjes zien. Welke zin past erbij? Koop deze …, want dan … . Vertel de kinderen dat sommige reclames vooral voor mannen en andere vooral voor vrouwen zijn gemaakt. Sommige reclames zijn voor beiden bedoeld. De kinderen bekijken de reclames opnieuw. Stel vragen en bespreek daarbij de rol van mannen en vrouwen, bijvoorbeeld: – Voor wie is de reclame bedoeld? Hoe kun je dat zien? – Waarom spelen veel vrouwen mee in deze reclame? Wat valt je op aan die vrouwen? – Wat doen ze? – Wat heeft de man of vrouw te maken met het product? – Waarom zie je bijna altijd vrouwen in reclames voor wasmiddelen? – Waarom vliegt deze vrouw die man om de nek? (in een deodorantreclame) – Gaat het in het gewone leven ook zo? Klopt het met de werkelijkheid? Is het fantasie of echt? Maak de kinderen door de vragen bewust van wat de reclame wil bereiken en welk man/vrouwbeeld daarvoor gebruikt wordt.
Relaties en seksualiteit – groep 7
284
Verdeel de groep in twee groepen. Iedere groep bereidt een reclame voor (bijvoorbeeld voor parfum, deodorant, aftershave of mobiele telefoon) en speelt deze voor de andere groep uit. Bespreek samen de resultaten. Welke zin hoort bij de reclames? Bijvoorbeeld: Als je deze deodorant gebruikt, komen alle vrouwen op je af. Blueband
business meeting
Ontbijtscène – vader gaat naar het werk met een boterham op zijn rug.
BN koek
manamana
Vader in de rol van boeman, moeder wordt beschermd.
Mona
kookroom
De liefde van de man gaat door de maag, hij doet er alles voor – ook huishoude lijke klusjes!
Smart
Adam and Eve
Wat moet je scheppen om aandacht te krijgen? Adam schept een vrucht, een paard en tenslotte een auto. Maar Eva heeft er al één!
KPNTelecom
Pech
Oudere vrouw met pech – meisje maakt verleidelijke foto en de wegenwacht komt van alle kanten.
Peugeot
Sculpture
Jongen is verliefd op auto en doet er alles aan om zijn eigen auto er op te doen lijken. Zo kan hij indruk maken op de meisjes.
Centraal beheer Achmea
Schoonmaaksters
Twee vrouwen maken een huis schoon, buiten zijn de mannen van de technische recherche bezig – ze hebben net de sporen vernietigd.
Delta Lloyd
Booming Car EK
Wanneer ben je stoer?
Afsluiting Verdeel de kinderen in groepjes. De kinderen knippen advertenties uit tijd schriften en plakken ze per groep op een groot vel papier. Bij elke advertentie schrijven ze wat de reclame eigenlijk ‘zegt’. Hang de vellen op in de klas en bespreek wat de kinderen ervan hebben geleerd. Suggesties/ideeën/tips • Op internet zijn reclames op te zoeken: Bijvoorbeeld bij: www.ster.nl/ster? • Laat de kinderen de reclames nogmaals uitspelen tijdens een weekopening of –sluiting, zodat ze als gesprekstof kunnen dienen in andere groepen. Neem de reclames op op video. • Als de kinderen in de groep favoriete reclames hebben, gebruik die dan bij deze les. U kunt hen ook de opdracht geven ze zelf op te nemen. Differentiatiemogelijkheden • Als het zelf bedenken en uitbeelden van een reclame te moeilijk is voor de kinderen, kunt u meer aandacht besteden aan de advertenties uit de tijdschriften. Vergelijk samen met de kinderen de advertenties. Hoe staan en zitten mannen en vrouwen op de foto? Staan mannen anders dan vrouwen? Speel het met de kinderen uit. Hoe staan/zitten ze makkelijker of prettiger.
Relaties en seksualiteit – groep 7
285
• Laat de kinderen een goede kauwgomreclame voor jongens bedenken. En een kauwgomreclame voor meisjes. Wat is het verschil? Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Les 6 Echt of onecht? Lesdoelen De kinderen worden zich bewust dat de media vaak een onrealistisch of negatief of eenzijdig beeld geven van mannen, vrouwen, seks en liefde. NB: Het doel van deze les is niet om een bepaalde norm over te dragen, maar juist om de kinderen zelf te laten nadenken over wat ze zien en hoe ze het zelf waarderen. Dus: bevraag de kinderen vooral over wat zij vinden. Voorbereiding Zoek een clip uit die een seksuele lading heeft en een clip die dit niet heeft op bijvoorbeeld: www.streaming-clips.com en www.musicbox.it Benodigdheden • Computer met internetverbinding • Mogelijk ook een dvd/video en afspeelapparatuur • tijdschriften Introductie Bekijk samen een videoclip en bespreek deze. Vraag bijvoorbeeld: – Hoe vind je de clip? – Heeft de clip met seks te maken? Waarom wel/niet? – Welke rol spelen mannen en vrouwen in deze clip? – Ben je het daarmee eens? Waarom wel/niet? Geef aan dat veel clips een vreemd beeld geven: in het echt lopen vrouwen niet heupwiegend rond in een string. De clips zijn niet bedoeld als voorbeeld om het zelf ook zo te doen. De clips bevatten veel seks, omdat sommige jongeren dat leuk vinden om naar te kijken en er daarom meer cd’s en dvd verkocht worden. De seks wordt gebruikt om geld te verdienen. Kern Laat nog een paar clips zien en vraag of ze ook met seks en/of liefde te maken hebben. Waarom wel of niet? De kinderen stellen zich voor dat ze net zo zijn als de man of vrouw op de clip. Wat doen ze dan? Willen zij ook zo zijn? Wat gebeurt er dan? Hoe is dat voor de ander(en)? Overleg met de kinderen waar ze nog meer dingen zien die met seks te maken hebben, bijvoorbeeld schilderijen, reclames, tv-series. In de wereld om je heen zie je veel dingen die te maken hebben met seks. Dat gebeurt op verschillende manieren. Soms heeft het te maken met liefde, soms met geld. Soms vind je het mooi, soms niet. Soms vind je het spannend en soms vind je het raar. Je kunt een heleboel voorbeelden zien van seks, maar dat zijn niet altijd goede voorbeelden. Wat je ziet, hoef je niet altijd zelf te doen. Als je seks hebt, is het in ieder geval belangrijk dat het voor allebei goed voelt of prettig is.
Relaties en seksualiteit – groep 7
286
Afsluiting Laat de kinderen in kleine groepjes bij hun favoriete videoclip bedenken waarin ze zelf de hoofdrol spelen en waaruit respect voor meisjes en jongens blijkt. Suggesties/ideeën/tips • Als de kinderen duidelijk favoriete clips hebben, gebruik deze dan bij de lessen. Probeer voor het gesprek wel een clip te kiezen zonder seksuele lading en een clip met seksuele lading. U kunt de kinderen vragen zelf clips op te nemen en mee naar school te nemen. • Een aantal suggesties anno 2005: http://www.musicbox.it/robbiewilliams.asp Robbie Williams http://www.streaming-clips.com/videoclips/7389/Black-Eyed-Peas/ My-Humps.php Black Eyed Peas - My Humps http://www.streaming-clips.com/videoclips/2340/50-cent/Candy-shop.php http://www.streaming-clips.com/play.php?id=2675, Rihanna - Pon de Replay http://www.streaming-clips.com/play.php?id=2587 Pussycat Dolls ft Busta Rhymes - Don\’t Cha http://www.streaming-clips.com/play.php?id=6359 Shakira - Don t Bother http://www.streaming-clips.com/play.php?id=7392 Bow Wow - Fresh Azimiz http://www.streaming-clips.com/videoclips/7401/Lange-Frans-&-Baas-B/ Mee-Naar-Diemen-Zuid.php Lange Frans & Baas B - Mee Naar Diemen-Zuid http://www.streaming-clips.com/videoclips/7397/James-Blunt/GoodbyeMy-Lover.php James Blunt - Goodbye My Lover Boeken • I love D.M. van Hans Kuyper, uitg. Leopold, ISBN 9025845234. Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Les 7 Vriendschap of verliefdheid Lesdoelen De kinderen praten over verschillen (en overeenkomsten) tussen vriendschap en verliefdheid. En ze praten over gevoelens die bij verliefdheid horen. Benodigdheden • Dvd verliefd 2 (zie bijgevoegd materiaal), afspeelapparatuur • eventueel kopieerblad 7.10 Introductie Teken op het bord twee cirkels. Zet in de ene cirkel ‘verliefdheid’ en in de andere cirkel ‘vriendschap’. De kinderen mogen woorden noemen die ze bij een cirkel vinden passen. Woorden die te maken hebben met gevoelens, feiten, gedrag, enzovoort, alles wat in ze opkomt. Schrijf de woorden die de kinderen noemen rond de cirkel waar het woord bij hoort. Wordt het voor de kinderen duidelijk wat het verschil tussen vriendschap en verliefdheid is?
Relaties en seksualiteit – groep 7
287
Duidelijk moet ook worden dat vriendschap en verliefdheid een aantal overeenkomsten hebben. Woorden die bij vriendschap en verliefdheid horen, kunt u tussen beide cirkels zetten. Als de kinderen het moeilijk vinden om woorden te noemen, kunt u met hen bespreken wanneer ze iemand een vriend noemen, bijvoorbeeld: – iemand die vriendelijk is – iemand die kan luisteren – iemand met wie je kunt lachen – iemand die je kunt vertrouwen – iemand die je een geheim kunt vertellen – iemand waar je nee tegen mag zeggen – iemand waar je ruzie mee mag hebben Deze woorden passen voor een deel ook bij verliefdheid, maar daar komen nog andere woorden bij, zoals: vlinders, opwinding, versieren, verlegen/rood worden, dromen, verkering, vrijen, tongzoenen, knuffelen, altijd bij iemand willen zijn, strelen en aaien. Kern Kijk met de kinderen naar de dvd. Vat iedere brief met de kinderen samen in een kernvraag. De kinderen bespreken in groepjes welke antwoorden ze op de vragen zouden kunnen geven. U kunt een aantal van de vragen en antwoorden door de groepen uit laten spelen voor de klas, waarbij ze de rol van interviewer, vrager en deskundige op zich nemen. De andere groepen vullen aan met suggesties en commentaar. Afsluiting Lees het verhaal voor over Remko en Bianca.
De schaatsmiddag Remko rommelt in zijn kast. Waar zijn zijn schaatsen gebleven? Nergens kan hij ze vinden. Misschien heeft zijn moeder ze wel ergens opgeborgen. ‘Mam, weet jij waar mijn schaatsen zijn?’ vraagt hij als hij beneden komt. Zijn moeder zit achter de computer en reageert niet. ‘Mam, hoor je me?’ zegt Remko, terwijl hij naar de rug van zijn moeder kijkt. Zijn moeder is aan het werk. En als ze aan het werk is, mag Remko haar niet storen. Dat heeft ze al honderdduizend keer gezegd en al honderdduizend keer zegt Remko dat hij haar niet stoort, maar dat hij alleen maar een vraag stelt. Zijn moeder kijkt verstoord op: ‘Remko, je weet toch dat je niet moet storen als ik werk? Ik kan maar niet op een ander woord komen voor sterrenkunde…’ ‘Wat dacht je van astronomie, mam?’ ‘Dank je schat, als ik jou toch niet had…’, zegt z’n moeder. ‘Kun je me dan nu zeggen waar mijn schaatsen zijn?’ ‘Je schaatsen?’ zegt z’n moeder en verbaasd draait ze zich naar Remko om. ‘Je houdt helemaal niet van schaatsen.’ Remko wordt helemaal rood. Hoe moet hij nu vertellen dat hij nog steeds niet van schaatsen houdt, maar dat bijna de hele klas morgen middag naar de ijsbaan gaat en dat Bianca vanochtend speciaal aan hem gevraagd heeft of hij ook gaat. Eigenlijk was hij het niet van plan, maar tegen Bianca heeft hij ja gezegd. Want als Bianca gaat, gaat hij ook. Al gaat ze naar de Noordpool. ‘Leuk’, zei Bianca, ‘ik heb er echt zin in. Jij ook?’ ‘Nou en of’, heeft Remko gezegd. Bianca gaat voor het schaatsen, en hij gaat voor Bianca! Al weken is hij verliefd op haar. En eigenlijk wil hij heel graag verkering met haar. Ze doet altijd heel aardig tegen hem, ze lacht vaak naar hem, maar verder gebeurt er niets. Morgen zal hij iets doen. Maar wat? Tegen haar zeggen dat hij op haar is? Of vragen of ze verkering met hem wil? Of gewoon maar niks zeggen of vragen
Relaties en seksualiteit – groep 7
288
en alleen maar veel bij haar in de buurt blijven. Of misschien een rondje hand in hand schaatsen? Maar dan mag hij nog wel even oefenen… Remko wil Bianca tijdens de schaatsmiddag laten merken dat hij haar erg leuk vindt. Hoe moet hij dat aanpakken? De kinderen bedenken wat Remko zou kunnen doen. Daarna schrijven de meisjes op wat zij leuk zouden vinden van Remko als ze Bianca waren. En de jongens schrijven op wat zij leuk zouden vinden van Bianca als ze Remko waren. Als je allebei verliefd op elkaar bent, dan kun je afspreken dat je samen verkering hebt. Weten de kinderen wat ‘verkering’ betekent? Leg zonodig uit wat het verschil is tussen verkering en vriendschap. Suggesties/ideeën/tips Besteed aandacht aan chatten, msn’en en mailen en praat er met de kinderen over of je vrienden kunt maken via de computer. En of je verliefd kunt worden via de computer. Wat zien zij als voor- en nadelen van zo’n soort relatie? Boeken • Ik hou van Muwanda van Wim Burkunk, uitg. Zwijsen, ISBN 9027634491. • Lieve Droomkop van Hans van de Waarsenburg, uitg. Zwijsen, ISBN 9027634130. (AVI 7) • Er vallen klappen van Ad Hoofs, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460662. (AVI 7) • Om te zoenen, uitg. Van Holkema & Warendorf, ISBN 9026998546. Om voor te lezen, verhalen over zoenen en verliefdheid. Differentiatiemogelijkheden Als kinderen moeite hebben met het afzien van de beelden, kopieert u voor hen blad 7.10, zodat u de tekst kunt voorlezen. Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Les 8 Relaties Lesdoelen De kinderen worden zich ervan bewust dat er verschillende relatievormen bestaan en dat mensen daar verschillend over kunnen denken. Benodigdheden • kopieerblad 7.11 • kopieerblad 7.12 Introductie Deel kopieerblad 7.11 uit en lees de vragen voor of laat de kinderen de vragen zelf lezen. Bij iedere vraag vullen ze in of ze vinden dat het wel klopt, niet klopt of soms klopt. Bespreek de antwoorden en laat de kinderen er samen over discussiëren. Niet iedereen zal het blad op dezelfde manier hebben ingevuld. Benoem dat verschillende culturen en religieuze achtergronden hierin een rol kunnen spelen. Ontdek samen met de kinderen welke verschillen en overeenkomsten er zijn. In sommige culturen wordt homoseksualiteit niet toegestaan. Soms krijgen kinderen van huis uit mee dat homoseksualiteit abnormaal en zondig is. Het is
Relaties en seksualiteit – groep 7
289
daarom belangrijk om duidelijk te maken dat je het weliswaar niet eens hoeft te zijn met elkaars opvatting, maar dat je wel respect moet opbrengen voor de mening van een ander. Los daarvan zijn respectloze opmerkingen over homoseksualiteit natuurlijk onacceptabel en in strijd met de wet. Kern Vraag aan de kinderen of zij in de toekomst willen trouwen. Willen ze voor die tijd samenwonen of niet? Of willen ze alleen blijven? Waarom wel/niet? Willen de kinderen nu een vriendje of vriendinnetje? Hebben ze al verkering? Zouden ze verkering willen hebben? Wat doe je als je verkering hebt? Deel kopieerblad 7.12 uit. Leg uit wat de kinderen moeten doen en lees eventueel samen met hen de vragen een keer door. De kinderen beantwoorden de vragen op hun blad. Bespreek de antwoorden en benadruk dat mensen over verkering en seksualiteit verschillende meningen hebben. Afsluiting Vraag wat de kinderen weten over de verkeringstijd van hun ouders: – waar ze elkaar hebben leren kennen – hoe oud ze toen waren – wat ze veel deden samen – wanneer ze gingen trouwen of samenwonen – of het toen anders ging dan nu Nodig de kinderen uit om het aan hun ouders te vragen en geef hen aan het begin van de volgende les gelegenheid om er iets over te vertellen. Zouden de kinderen het net zo doen als hun ouders? Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Relaties en seksualiteit – groep 7
290
III. Seksualiteit en gezondheid Les 9 Voorbehoedmiddelen Lesdoelen De kinderen krijgen informatie over veilig vrijen met een tweeledig doel: veilig voor Aids en geslachtsziekten en het voorkomen van een zwangerschap. Ze krijgen informatie over het bestaan van verschillende soorten voorbehoedmiddelen. Voorbereiding Rutgers Nisso Groep heeft een uitgebreid pakket met voorbehoedmiddelen (te verkrijgen vanaf november 2006). NB: Houd er rekening mee dat het in sommige culturen levensgevaarlijk is om als meisje of vrouw een condoom te kopen. Een vrouw die een condoom koopt, wordt beschouwd als een hoer en verdient straf. Het wordt ook wel uitgelegd als een teken dat een vrouw geen kinderen wil en dus ongehoorzaam is aan de man en aan God. Het gaat in beginsel om het recht van zelfbeschikking van vrouwen en meisjes. Dat is in diverse culturen voorbehouden aan mannen en jongens. Benodigdheden • kopieerblad 7.13 en/of informatie over veilig vrijen en voorbehoedmiddelen op cd rom/ intranet • computer en eventueel beamer en scherm • verschillende soorten voorbehoedmiddelen (zie bijgevoegd materiaal) Introductie Als twee mensen samen vrijen, moeten ze het wel veilig doen. Als een van beiden een geslachtsziekte heeft, zoals aids, kan de ander door het vrijen ook ziek worden. En als je vrijt in de periode dat een meisje of vrouw vruchtbaar is, kan ze zwanger worden. Wat moet je doen als je wel wilt vrijen, maar nog geen baby wilt? Vertel de kinderen dat deze les gaat over ‘veilig vrijen’. Kern Afhankelijk van het niveau van de groep leest of bekijkt u samen met de kinderen de informatie. Bij gebruik van de cd-rom kunt u hen de informatie in twee- of drietallen op de computer laten bekijken, of een beamer gebruiken om met de hele groep tegelijk te kijken. Laat de voorbehoedmiddelen zien. Geef de kinderen de gelegenheid om op de informatie te reageren en controleer door het stellen van vragen of ze het begrepen hebben, bijvoorbeeld: – Kun je een geslachtsziekte of Aids krijgen van hoesten? – Ben je ook beschermd tegen geslachtsziekte als je de pil gebruikt bij het vrijen? – Hoe kun je het best een zwangerschap voorkomen als je toch wilt vrijen met elkaar? – Wat is de allerveiligste manier van vrijen? Afsluiting Speel de voorbehoedmiddelenquiz. Vorm daarvoor twee of vier groepjes van maximaal vier kinderen. Nodig twee groepjes uit voor de klas te komen. Stel om de beurt een vraag aan een van beide teams. Elk groepje mag overleggen voordat het een antwoord geeft. Als een groepje geen antwoord weet of een fout antwoord geeft, mag het andere groepje antwoord geven. Noteer de score op het bord. Als er vier groepjes zijn, laat u na 4 vragen de twee andere groepjes voor de Relaties en seksualiteit – groep 7
291
klas komen. Na weer 4 vragen mogen de winnende groepjes tegen elkaar, tot er een groepje overblijft. Quizvragen: 1. De pil beschermt tegen geslachtsziekten. (klopt niet) 2. Alle voorbehoedmiddelen moeten door een vrouw gebruik worden. (klopt niet) 3. Je moet aan de dokter vragen of je de pil mag gebruiken. (klopt) 4. Een vrouw hoeft alleen de pil te slikken op de dag dat ze gaat vrijen. (klopt niet) 5. Een condoom kan scheuren. (klopt) 6. Een condoom biedt 100% veiligheid tegen zwangerschap. (klopt niet) 7. Een condoom moet je omdoen als je piemel stijf is. (klopt) 8. In een condoom zitten stoffen waardoor er bij de vrouw geen eicel in de baarmoeder komt. (klopt niet) 9. De man en de vrouw moeten allebei de pil slikken. (klopt niet) 10. De beste bescherming is om het condoom en de pil allebei te gebruiken. (klopt) 11. De pil en het condoom beschermen allebei tegen zwangerschap. (klopt) 12. Van de pil krijg je pukkels. (klopt niet) 13. De beste manier om een condoom te gebruiken, is hem als een ballon op te blazen. (klopt niet) 14. Een condoom is te koop bij een drogist of apotheek. (klopt) 15. Als je de pil één keer vergeet, kun je zwanger worden. (klopt) 16. De pil beschermt tegen aids. (klopt niet) Suggesties/ideeën/tips • Zorg dat de informatie, op papier of cd-rom, beschikbaar blijft, zodat de kinderen het nog een keer kunnen nalezen/bekijken. • Stal in een hoek van de klas voorbehoedmiddelen uit met tekst en uitleg op kaartjes. Laat de tentoonstelling eventueel door de kinderen zelf organiseren. • Vraag van tevoren bij de stichting SOA (Postbus 8198, 3503 GD Utrecht, tel. 030 2343700,
[email protected]) een van de posters aan uit hun campagne ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’. Hang de poster op in de klas. Als er geen poster is, schrijf dan de slogan ‘Ik vrij veilig of ik vrij niet’ op het bord. Vraag aan de kinderen of ze weten wat dit betekent. • Laat de kinderen zelf een poster maken over veilig vrijen die bedoeld is voor kinderen van hun leeftijd, dus kinderen die nog niet met vrijen zijn begonnen. Boeken • Het puberboek van Sanderijn van der Doef, uitg. Ploegsma, ISBN 9021616068. • Overal te koop. Over voorbehoedmiddelen van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564333. • De dicht-bij-je-bed show. Over geslachtsziekten van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564341. Naar: Relaties en seksualiteit van Sanderijn van der Doef en Klaas Houterman, uitg. NIGZ, SLO, Thieme Meulenhoff.
Relaties en seksualiteit – groep 7
292
Les 10 Seksueel misbruik Lesdoelen De kinderen krijgen informatie over wat seksueel misbruik is, wat de gevolgen voor het slachtoffer kunnen zijn en op welke manier ze om hulp kunnen vragen. Benodigdheden • kopieerblad 7.14 Introductie Deel kopieerblad 7.14 uit aan de kinderen. Leg aan de kinderen uit dat u een verhaal gaat vertellen en dat u tijdens het verhaal steeds zult stoppen. U noemt dan een nummer en vraagt aan de kinderen of ze op dat moment een ja-gevoel, twijfel-gevoel of nee-gevoel hebben. Het ja-gevoel betekent: dit wil ik wel. Het nee-gevoel betekent: ik wil dit niet. Geef aan dat de kinderen bij elk nummer op hun kopieerblad kunnen invullen welk gevoel ze hebben. Lees het verhaal helemaal tot het einde en laat de kinderen tijdens de pauzes in het verhaal individueel het kopieerblad invullen. Kern Het is zomer. ’s Avonds is het nog lekker lang licht. Je speelt na het eten met je vriendin buiten op straat. Dan komt de grote broer van je vriendin de hoek om scheuren op zijn brommer. Hij stopt vlak bij jullie om een praatje te maken. De brommer is wel heel erg stoer! De broer van je vriendin vraagt of jullie misschien zin hebben om een rondje met hem mee te rijden op de brommer. Na twee minuten komen ze terug en je vriendin is hartstikke enthousiast. Nu mag jij een rondje met hem meerijden. – 1 – Je stapt achterop en hij vraagt je om hem goed vast te houden, zodat je er niet af valt. - 2 – Jullie rijden ook een rondje en het gaat heerlijk snel. Als je terugkomt, vertel je enthousiast het verhaal aan je vriendin. Nu is je vriendin weer aan de beurt. Haar broer vraagt of ze nu ook eens voorop wil zitten, zodat ze het stuur vast kan houden en zelf kan sturen. Als ze weer terugkomen, is je vriendin nog enthousiaster dan daarvoor… ze heeft zelf gestuurd! Nu mag jij weer een rondje. – 3 – De broer van je vriendin laat jou ook voorop zitten, zodat je zelf kan sturen. Daar gaan jullie… De broer van je vriendin houdt je goed vast, zodat je niet valt. Hij houdt zijn handen om je middel. – 4 – Als jullie halverwege zijn, voel je dat zijn hand wat meer naar beneden zakt. Zijn hand ligt nu op je buik. – 5 – Nu glijdt zijn hand naar beneden op je kruis. – 6 – Al snel is het rondje weer voorbij en ben je terug bij je vriendin. De broer van je vriendin gaat zijn brommer even in de garage zetten en zegt tegen je dat je even mee moet om hem te helpen. – 7 – Hij geeft zijn helm aan jou en zegt dat jij die even in de garage moet leggen, dan zet hij zijn brommer binnen. Als jullie in de garage staan, zegt hij dat hij je heel erg leuk vindt. Hij pakt je hand en legt hem op zijn piemel. – 8 – Hij zegt: ‘Jij mag mij aanraken, dan mag ik jou ook aanraken’ en hij ritst je broek open en legt zijn hand op jouw kruis. – 10 – ‘Ik vind dit heel fijn. Ik vind je heel erg aardig’, zegt de broer van je vriendin. Hij doet jouw broek weer dicht en zegt dat hij je zo aardig vindt, dat je morgen weer een rondje op zijn brommer mee mag. – 11 – Lees het verhaal nu nog een keer en vraag bij ieder nummer wat de kinderen hebben ingevuld en waarom. Vraag aan de kinderen wat ze kunnen doen als ze een nee-gevoel hebben. Wat zijn oplossingen om uit de situatie weg te komen? Speel een aantal situaties met oplossingen uit. Maak duidelijk dat je een nee-gevoel altijd serieus moet nemen en dat dit kan voorkomen dat je verder in de problemen komt.
Relaties en seksualiteit – groep 7
293
Vraag de kinderen tot slot of dit nu betekent dat je nooit met iemand mee kan rijden op een brommer en praat er samen over. Afsluiting Bekijk met de kinderen de afbeelding van het kopieerblad en stel er vragen over, bijvoorbeeld: Wat gebeurt er? Hoe gaat het verder? Geef aan dat de grenzen voor iedereen anders kunnen liggen. Dit is niet erg, zolang iedereen maar wel goed zijn eigen gevoel blijft volgen en bij een neegevoel ook zorgt dat de situatie verandert. Daarnaast is het zo dat er grenzen in de wet zijn vastgelegd. Deze wetten zijn voor iedereen hetzelfde. Het is daarom belangrijk om te weten wat er in de wet staat. De wetten zijn: – Volwassenen mogen geen seks met kinderen hebben. – Mensen mogen andere mensen nooit dwingen om seks te hebben of dingen te doen die met seks te maken hebben. – Mensen mogen andere mensen niet seksueel intimideren of misbruiken. Dat wil zeggen dat ze een ander bijvoorbeeld niet zomaar mogen zoenen of overal aanraken als hij of zij dat niet wil. Praat er met de kinderen over waarom dat niet mag. Leg uit dat de mensen die dit toch doen altijd zeggen dat je het niet mag doorvertellen. Vraag aan de kinderen of ze het ook inderdaad niet zouden doorvertellen. Vraag aan de kinderen aan wie zij het zouden vertellen als er zoiets gebeurde, zodat ze hun eigen vertrouwenspersoon kunnen bedenken. Vertel de kinderen dat ze ook de interne contactpersoon van de school kunnen inschakelen. Vertel zonodig wie dat is en vraag hem of haar even in de klas te komen om kennis te maken. Wijs de kinderen op het meldpunt seksueel misbruik voor doven: www.meldpuntdoven.nl Suggesties/ideeën/tips • Lees het verhaal ‘onzijdig’ voor. Houd er rekening mee dat ook veel dove/ slechthorende jongens te maken krijgen met seksueel misbruik. • Lees Laura’s geheim voor (zie bij Boeken). Vraag net als in de leskern steeds aan de kinderen wat hun gevoel erbij is. En wat ze bij een nee-gevoel aan de situatie zouden kunnen veranderen. • Benoem een andere veel voorkomende situatie: Iemand komt oppassen en laat je pornosites zien. Zelf vind je het op een gegeven moment niet meer leuk, maar je durft het niet te zeggen. Wat kun je doen? • Bestel folders over het meldpunt seksueel misbruik doven bij
[email protected] en bespreek de folder. • Speel samen met de kinderen in een rollenspel uit wanneer je naar een interne contactpersoon gaat. Boeken • Blijf van me af! Over seksueel misbruik van jongens van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 907556452X. • Blijf van me af! Over seksueel misbruik van meisjes van Martine Delfos, uitg. Pereboom, ISBN 9075564414. • Laura’s geheim van Marieke Otten, uitg. Van Tricht, ISBN 9073460697. Heel bruikbaar boek om de kinderen zelf te laten lezen of voor te lezen. • Seksueel misbruik? Wat is dat? van Karen Hinkley en Mary Nelson, uitg. APS/ FODOK. Informatief boek met weinig tekst voor doven en slechthorenden. • Een heel pakkend boek van Jan Hindman, uitg. Reco Multi Media, ISBN 9076457018.
Relaties en seksualiteit – groep 7
294
snel kwaad
nieuwsgierig
bang
pesterig
snel beledigd
trots
stoer
sterk
aardig
moedig
lief
netjes
lui
verlegen
sportief
behulpzaam
Kopieerblad 7.1 - Relaties en seksualiteit
Kopieerblad 7.2 - Relaties en seksualiteit
Dit vind ik leuk van mij
Dit vind ik niet leuk van mij
Dit vind ik leuk van (naam) Kopieerblad 7.3 - Relaties en seksualiteit
Kopieerblad 7.4 - Relaties en seksualiteit
Het vocht dat tijdens een zaadlozing uit je piemel komt, noemen we sperma. Sperma is wit en kleverig vocht. Er zitten miljoenen zaadcellen in sperma. Elke jongen in de puberteit en elke man heeft sperma.
Sperma
Als je de volgende dag wakker wordt, dan merk je dat je bed een beetje nat is. Dat maakt niets uit: Je hebt een eerste zaadlozing gehad. Als je ‘s nacht een zaadlozing hebt, dan noemen we dat: een “natte droom”.
Kopieerblad 7.5a 0 - Relaties en seksualiteit
De puberteit is de periode in je leven, waarin je verandert van kind naar volwassene. Je lichaam verandert niet opeens in één keer. Het gaat langzaam en in kleine stapjes. Zo kan je zelf ook aan de veranderingen wennen. De puberteit loopt ongeveer van 12 tot 18 jaar. Maar de puberteit kan ook eerder of later beginnen en eerder of later eindigen. In de puberteit verandert je lichaam.
Zo veranderen jongens in de puberteit
Je stem gaat ook veranderen. Soms gaat je stem opeens omhoog of omlaag. Dat noemen we: ‘de baard in de keel’. De bobbel in je keel (je adamsappel) wordt groter.
Andere stem
Je gaat nu ook meer zweten onder je armen. Dat is normaal. Je moet je elke dag goed wassen en doe op tijd schone kleding aan. Ook kan je deodorant gebruiken. Deodorant heb je in rollers of in sprays.
Zweten
Bij je piemel groeien eerst dunne, zachte haartjes. Later groeien daar donkere haartjes. Dit haar heet schaamhaar. Onder je oksels groeit okselhaar. Je krijgt ook meer haren op je benen. Je borstkasharen komen meestal pas later. Na een tijdje krijg je ook haartjes op je gezicht. Eerst op je bovenlip (snor), daarna op je kin en wangen.
Eerste zaadlozing Hormonen zorgen ervoor dat het lichaam aan de buitenkant. Maar ook aan de binnenkant verander je. Je gevoelens worden bijvoorbeeld sterker als je aan seks denkt of er naar kijkt. Bij jongens zorgen de hormonen ervoor dat er zaadcellen gemaakt worden. Deze zaadcellen zullen vaak ‘s nachts uit je piemel komen. Dat kan bijvoorbeeld als je droomt over vrijen.
De piemel en de ballen worden ook groter En ze krijgen een andere, rode kleur. Er bestaan twee soorten piemels: besneden en onbesneden piemels. Bij de besneden piemel is de voorhuid eraf gehaald. Bij een onbesneden piemel zit de voorhuid over de eikel.
Besneden of onbesneden
Sommige kinderen kunnen pukkels en mee-eters (zwarte puntjes op de neus) krijgen.
Als eerste merk je dat je handen en voeten gaan groeien. Je hele lichaam groeit. Je schouders worden breder en ook je borstkas wordt breder. Sommige jongens krijgen opeens kleine borsten. Misschien schaam je je daar een beetje voor, maar dat is niet nodig. Het is heel normaal. Na een tijdje verdwijnen je borsten weer.
Haargroei
Pukkels en puistjes
Groeien
Kopieerblad 7.5b - Relaties en seksualiteit
Zorg dat je in je schooltas altijd een maandverband of tampon mee hebt. Dan ben je altijd voorbereid. Je weet nooit precies wanneer je ongesteld wordt
Altijd voorbereid
Als je in je onderbroek ziet dat je gebloed hebt, dan kun je maandverband in je onderbroek doen. Maandverband is er in allerlei soorten en maten. Het maandverband neemt het bloed op. Je kunt ook een tampon gebruiken. Ook tampons zijn er in verschillende maten. Tampons zijn op elkaar gepropte watten met een touwtje eraan. Ook de tampons nemen bloed op. Een tampon stop je in je vagina, met het touwtje naar buiten. Na een paar uur kan je de tampon aan het touwtje weer uit je vagina halen. Een tampon mag je dan niet weggooien in de wc. Je moet de tampon in een wc-papiertje wikkelen en weggooien in de prullenbak. Ook maandverband moet je in een wc-papiertje wikkelen en daarna in de prullenbak gooien.
Wat moet je doen als je ongesteld bent?
Kopieerblad 7.6a - Relaties en seksualiteit
De puberteit is een periode in je leven waarin je verandert van kind naar volwassene. Je lichaam verandert niet opeens in één keer. Het gaat langzaam en in kleine stapjes. Zo kan je zelf ook aan de veranderingen wennen. De puberteit loopt ongeveer van 10 tot 18 jaar. Maar de puberteit kan ook eerder of later beginnen en eerder of later eindigen. In de puberteit verandert je lichaam.
Zo veranderen meisjes in de puberteit
Sommigen kinderen kunnen pukkels en mee-eters (zwarte puntjes op de neus) krijgen.
Pukkels en puistjes
Je gaat nu ook meer zweten onder je armen. Dat is normaal. Je moet je elke dag goed wassen en doe op tijd schone kleding aan. Ook kun je deodorant gebruiken. Deodorant heb je in rollers of in sprays.
Zweten
Onder je oksels, op je onderbuik en bij je vagina beginnen haartjes te groeien. Eerst zijn de haartjes klein en zacht. Later worden de haartjes donker. Het haar bij je vagina noemen we schaamhaar. Sommige meisjes krijgen ook haar op hun benen of hun bovenlip. Dat hadden ze vroeger nog niet.
Haargroei
Meisjes kunnen heel snel gaan groeien. Zo snel dat je niet meer in je kleren past. Misschien worden sommige meisjes zelfs groter dan de jongens in de klas. Meisjes worden niet alleen langer, maar ook breder. Je heupen worden breder en je billen worden voller. Ook je dijbenen worden steviger.
Veel meisjes zijn 5 tot 7 dagen ongesteld. Dan weer 3 tot 5 weken niet en dan worden ze weer ongesteld.
Hoelang duurt de menstruatie?
Je voelt je niet lekker en je hebt kramp in je buik. In je onderbroek zitten rode of bruine vlekjes. Je voelt je vreemd, verdrietig, chagrijnig of je bent snel geïrriteerd. Dat duurt maar 1 of twee dagen, dan wordt het weer minder. Je kunt gewoon sporten, douchen en alles doen wat je wilt doen.
Wat merk je van de menstruatie?
Veel meisjes worden voor het eerst ongesteld tussen de 12 en 14 jaar, maar het kan ook eerder of later gebeuren. Als je een keer ongesteld bent geweest, dan word je ongeveer elke maand ongesteld. Maar de eerste twee jaar komt de menstruatie nog erg onregelmatig. Soms ben je dan na 2 weken of na 6 of na 4 weken ongesteld.
Wanneer begint de eerste menstruatie?
Meisjes verliezen elke maand een eicel. Als deze eicel niet door de zaadcel van een jongen wordt bevrucht, dan verlaat het onbevruchte eitje het lichaam van het meisje. Dat noemen we menstruatie of ongesteld.
Alles over de menstruatie
Hoe ziet een vagina eruit? Je hebt de buitenste schaamlippen en daarbinnen de binnenste schaamlippen. Je schaamlippen worden donkerder en dikker. Het bobbeltje bovenaan je vagina heet clitoris. Als je daarover wrijft, dan geeft dat een lekker gevoel. Het bovenste kleine gaatje is voor je plas. Het grootste gaatje daaronder is je vagina. Stel dat je voor het eerst ongesteld wordt, dan komt uit dat gaatje het bloed. Als je met een jongen gaat vrijen, dan gaat zijn piemel in de vagina. En als je zwanger bent, dan wordt ook de baby door dat gaatje geboren.
Als eerste gaan je borsten groeien. Dat kan pijn doen, maar daar hoef je je geen zorgen over te maken. Iedereen heeft verschillende borsten. De een heeft kleine borsten, de ander gemiddelde borsten en weer iemand anders heeft grote borsten. Je borsten groeien nog door tot 18 jaar. Dan weet je pas hoe je borsten er echt uitzien.
Groeien
De vagina
Borsten
Kopieerblad 7.6b - Relaties en seksualiteit
Horizontaal: 2. Dit doe je het eerst in de puberteit 4. In de puberteit ben je geen kind meer, maar een ... 6. Ongesteld zijn 7. Meisjes hebben er een paar honderd
Verticaal: 1. Haartjes rond je piemel 3. Jongens en mannen maken er miljoenen van 4. Stipjes op je gezicht 5. Ze zeggen dat jongens iets in de keel krijgen
Kopieerblad 7.7 - Relaties en seksualiteit
Kruiswoordpuzzel
Kopieerblad 7.8 - Relaties en seksualiteit
Een woordzoeker s
a
b
c
e
g
i
k
m
o
z
c
q
a
s
p
u
b
e
r
u
a
h
w
a
y
u
e
i
c
e
l
a
a
b
r
d
i
g
h
j
l
n
d
a
p
d
r
s
t
v
x
z
a
c
m
e
n
s
t
r
u
a
t
i
e
h
c
e
g
j
i
k
m
o
q
l
a
s
u
w
e
y
b
d
f
h
l
a
j
l
n
s
p
r
s
u
w
e
r
y
a
c
g
r
o
e
i
e
n
Zoek de woorden Horizontaal → In de puberteit begin je met groeien. In de puberteit ben je geen kind meer, maar een puber. Menstruatie is een ander woord voor ongesteld. Meisjes hebben er een paar honderd van: eicel.
Verticaal ↓ Het haar rond je piemel heet schaamhaar. Jongens en mannen maken miljoenen zaadcellen. Stipjes op je gezicht noem je puistjes. Jongens krijgen de baard in de keel.
Lieve Lita
Lieve Lita,
Ik ben een meisje van 12 jaar. Ik heb vorige week iets ontdekt. Ik zat in bad. Ik merkte toen dat er een heel fi jn plekje tussen mijn benen zit. Mijn moeder zegt: “Daar mag je je niet aankomen. Tussen je benen is het vies.” Ik vroeg aan mijn moeder: “Waarom is het vies?” Mijn moeder gaf geen antwoord. Wat moet ik doen?
Groeten de professor Kopieerblad 7.9 - Relaties en seksualiteit
Lieve Lita,
Ik ben een jongen van 12 jaar En ik weet niet wat zelfbevrediging is. Kun je dat uitleggen? Ik durf het niet te vragen aan mijn ouders. Ik durf het ook niet te vragen aan mijn vrienden. Want mijn vrienden lachen mij misschien uit. Mag zelfbevrediging eigenlijk wel? Of is het verboden? Doen volwassenen ook aan zelfbevrediging? Ik heb er zelf geen behoefte aan. Is dat raar? Ik heb er een heleboel vragen over. Maar dat komt omdat ik erg nieuwsgierig ben.
Groeten W
Lieve Lita, Ik vind dat je zelf moet weten of je met je piemel speelt. Ik wil het niet! Dat hoeft toch ook niet? Ben ik abnormaal als ik het niet doe? Wat vind jij? Doei, LS te B
Lieve Lita Mijn kleine broertje van drie jaar speelt altijd met zijn piemeltje. Ik vind dat raar! Ik zeg dan altijd: “Niet doen!” Mijn moeder zegt: “Laat maar, het is niet erg.” Maar hij moet wel stoppen, anders wordt hij oversekst. Heb ik gelijk of heeft mijn moeder gelijk? Mijn moeder zegt: “Het gaat vanzelf over”. Wat vind jij? Groeten een strenge zus
Vriendschap en verliefdheid
Vraag 1 Hallo, Ik ben verliefd op een jongen uit mijn klas. Ik wil verkering met die jongen. Maar die jongen heeft al verkering met een meisje uit een andere klas. Ik heb al tegen iedereen gezegd, dat het een erg stom meisje is. Ik wil zo graag verkering met die jongen. Wat kan ik nog meer doen? Groetjes A.
Kopieerblad 7.10 - Relaties en seksualiteit
Vraag 2 Hoi, Tamara is mijn beste vriendin. We doen veel samen en vertellen elkaar ook alles. Vorige week kreeg Tamara op het schoolplein ruzie met een ander meisje. Alle meisjes hebben zich ermee bemoeid. Ik was er ook bij. Tamara zei: “Jij moet mij helpen!” Maar dat wilde ik niet. Ik wil geen ruzie met de andere meisjes. Tamara had geen gelijk en ze deed stom. Nu is Tamara erg boos op mij. Wat moet ik doen? Doeiiii.
Vraag 3 Dag, Ik ben een jongen van 12 jaar. Ik word soms verliefd op jongens. Ik heb er over gepraat met mijn beste vriend. Ik heb gezegd: “Ik ben niet verliefd op jou. Jij bent gewoon mijn vriend.” Nu maakt mijn vriend minder contact met mij. Hij doet ook minder aardig. Hij voetbalt nu vaker met andere jongens. En hij voetbalt nu minder met mij. Ik dacht: “Hij is mijn beste vriend en ik ben zijn beste vriend. Ik kan het veilig vertellen aan hem.” Maar nu doet hij raar. Dit doe je toch niet?! Ik dacht dat ik ook zijn beste vriend was… Maar nu twijfel ik. Wat moet ik doen? Groetjes K.
Wie woont met wie? Wie woont met wie? 1. Als twee mannen samen wonen, dan zijn het homo’s. O dat klopt wel O dat klopt niet O dat klopt soms 2. Als twee vrouwen samen wonen, dan zijn ze lesbisch. O dat klopt wel O dat klopt niet O dat klopt soms 3. Als twee mensen samenwonen, dan hebben ze ook seks met elkaar. O dat klopt wel O dat klopt soms 4. Als je samen wilt wonen, dan moet je eerst trouwen. O dat klopt wel O dat klopt niet O dat klopt soms 5. Als je samen seks wilt, dan moet je eerst samen trouwen. O dat klopt wel O dat klopt niet O dat klopt soms
Kopieerblad 7.11 - Relaties en seksualiteit
O dat klopt niet
Instructie: Denk goed na en schrijf je antwoord op:
1. Als je verkering hebt, wat wil je dan samen doen?
Kopieerblad 7.12 - Relaties en seksualiteit
2. Als je verkering hebt, wil je dan ook vrijen? O ja O nee
3. Hoe oud wil je zijn als je gaat vrijen? jaar
4. Wie bepaalt of je gaat vrijen? O jijzelf O je vriend of vriendin O samen O ouders
5. Hoe lang wil je al verkering hebben, voordat je gaat vrijen?
Alles over voorbehoedmiddelen
Het condoom Een condoom is van rubber. Als een jongen een erectie heeft, dan kan hij een condoom om zijn piemel doen. Daarna doet hij zijn piemel in de vagina van de vrouw bij het vrijen. Als de man een zaadlozing krijgt, dan vangt het condoom het sperma op. Zo komen de zaadcellen niet in de vagina van de vrouw en kunnen ze geen eicel Als je het condoom goed gebruikt, beschermt het tegen zwangerschap. Ook beschermt het condoom tegen geslachtsziektes. Je kan condooms kopen bij de drogist, de apotheek, de supermarkt, het benzinestation, disco’s....
De pil In de pil zitten hormonen (een soort regelstoffen). De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel vrijkomt bij de vrouw. En als er geen eicel vrijkomt, dan kunnen de zaadcellen van de man niets bevruchten. De pil zit in een strip van 21 pillen. De pillen moeten drie weken geslikt worden. De pil moet elke dag ingenomen worden. Ook als de vrouw niet met een man naar bed gaat. Na die drie weken wordt er een week gestopt. Dan krijgt de vrouw een soort menstruatie. Het lijkt op een echte menstruatie, maar dat is het niet, omdat er geen eicel vrijkomt. De pil is het meest betrouwbare voorbehoedmiddel om zwangerschap te voorkomen. De pil beschermt niet tegen geslachtsziekten. De pil kun je met een recept van de huisarts krijgen.
Andere voorbehoedmiddelen Er zijn nog meer voorbehoedmiddelen, zoals een spiraaltje, of een staafje in je arm, een pleister of een prikpil
Kopieerblad 7.13 - Relaties en seksualiteit
bevruchten.
Kopieerblad 7.14 - Relaties en seksualiteit
ja
nee
twijfel
1
O
O
O
2
O
O
O
3
O
O
O
4
O
O
O
5
O
O
O
6
O
O
O
7
O
O
O
8
O
O
O
9
O
O
O
10
O
O
O
11
O
O
O
Relaties en seksualiteit – groep 7
311
10. Seksueel misbruik
9. Voorbehoedsmiddelen
8. Relaties
7. Vriendschap of verliefdheid?
6. Echt of onecht?
5. Veranderen van rol
4. Lieve Lita
3. Ik verander in de puberteit
2. Bloot
1. Beeld van jezelf
Lesactiviteiten
Planningsformulier groep 7
Datum activiteit
Opmerkingen
Relaties en seksualiteit – groep 7
312
10.
9.
8.
7.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
Lesactiviteiten
Extra planningsformulier groep 7
Datum activiteit
Opmerkingen