I. ALGEMEEN 1. DOEL EN DEELNEMERS. Daar de rest van de familie (voorlopig) niet meewil naar het hoge noorden voor een vogelreis werd er dan na enig aarzelen geopteerd voor een reis naar de Schotse Hooglanden en Orkney. Dit bood ondergetekende de gelegenheid zijn vogellijst met hoenderachtigen, sterns en alken aan te vullen dit terwijl het aanbod aan kastelen en archeologisch sites (een gemeenschappelijke interesse) zeker niet te onderschatten is. Vooral de Orkney eilanden met zijn neolithische nederzettingen en sites worden wel eens het Egypte van het noorden genoemd. Onze jongste (maar tevens oudste) Benjamin trof het niet met zijn interesses voor (leger) vliegtuigen daar er weinig rondvlogen, jammer. Deelnemers :
Marleen, Benjamin & Norbert Willaert Kievitlaan 13 B-2290 VORSELAAR
2. INHOUD. I. II. III. IV.
Algemeen Bezochte gebieden Dagverslagen Soortenlijst
Blz. 1 Blz. 3 Blz. 11 Blz. 28
3. ALGEMENE INLICHTINGEN. HEEN & TERUGREIS : we hebben via North Sea Ferries een heen en terugreis geboekt van Zeebrugge naar Kingston upon Hull (meestal Hull genoemd), met auto en een slaaphut van 4 personen. Vertrek Zeebrugge : zaterdag 29 juni rond 18.15 uur, men moet ongeveer een uur voordien ter plaatse zijn voor de inscheping, en aankomst in Hull rond 8 uur plaatselijke tijd. Vertrek Hull : donderdag 18 juli om 18.15 uur, aankomst in Zeebrugge rond 9 uur. De bootreis is een vakantie op zich, men kan er avond - en ochtendeten, er is een bar, casino enz. Het avondmaal (kostprijs ongeveer 10 GBP) beviel ons uitstekend, het ochtendeten heel wat minder. Daar een boot nogal lawaai kan maken is het geen slecht idee van oordopjes mee te nemen voor het slapen, zelf hadden we weinig problemen, de nachten zijn er wel kort, zeker op de terugreis toen we reeds om 5.45 uur gewekt werden voor de (gratis) koffie. Wij reserveerden rechtstreeks bij North Sea Ferries te Zeebrugge (Tel : 050/ 54.34.30) waarna ze een overschrijvingsformulier opstuurden en na betaling de nodige etiketten. Reserveer tijdig, zeker voor de zomer periode. De kostprijs voor de heen & terugreis met auto en een slaaphut maar zonder maaltijden bedroeg : 24.950 BEF RIJDEN IN GROOT-BRITTANNIË : het links rijden viel alles bij elkaar erg mee, opletten bij het eerste ronde punt dat men tegenkomt men moet ze in wijzerszin oprijden. Eens op de ronde punten heeft men voorrang. Inhalen moet natuurlijk rechts gebeuren en is voor ons, gezien het stuur aan de verkeerde kant staat, nogal gevaarlijk, dit vooral op de gewone eenvaksrijbanen, op de autosnelwegen zijn er minder problemen. De gevaarlijkste momenten zijn wanneer men vertrekt op automatische piloot, wij hadden een afspraak dat de medereizigers bij het vertrekken steeds melden dat er links moest gereden worden. Op die manier hebben we 3.500 km links gereden zonder noemenswaardige problemen. Snelheidsbeperkingen : Bebouwde kom 30 mph 48 km/u Eenvaksrijbaan 60 mph 96 km/u Snelwegen 70 mph 112 km/u Eén mile komt ongeveer overeen met 1.6 km. GELDZAKEN : we hadden een aantal ponden gekocht in België (1 pond kostte toen ongeveer 50 BEF) kwestie van de eerste dagen te kunnen overbruggen. Met de bankkaart kan er op talloze plaatsen geld
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 1
worden opgenomen uit de geldautomaten. In bijna ieder dorp is er wel ergens een bank die voorzien is van een geldautomaat, men mag max. 200 GBP per keer opnemen. Ook kan er op opvallend veel plaatsen betaald worden met kredietkaarten (VISA, EUROCARD) wij gebruikten onze VISA vooral voor betalingen aan benzinestations. OVERNACHTEN : Op plaatsen waar we niet gereserveerd hadden (Orkney eilanden, omgeving van Ullapool) gingen we ter plaatse eerst en vooral naar de dienst van toerisme. Waar we enkele dagen verbleven informeerden we eerst naar de mogelijkheden voor het huren van een huisje (Self Cartering) lukt dit niet dan kozen we voor Bed & Breakfast , op die manier hadden we nergens problemen voor het vinden van overnachtingen. De prijzen van B&B varieerden van 12 tot 16.5 GBP per persoon afhankelijk van de accommodatie, nergens bleven de B&B onder de verwachtingen. Via de brochure “Scotland Self Catering” die we via de dienst van toerisme te Brussel hadden aangekocht huurden we voor de eerste week in de omgeving van Aviemore een “cottage” die ons werkelijk voor 100 % meeviel. Het bestond uit een grote living, keuken, badkamer en twee slaapkamers voor max. vijf à zes personen. Dit alles gelegen in een grote tuin halfweg tussen Aviemore en Grantown-on-Spey. Contact adres : John & Barbara Davison, Locheil, Boat of Garten, Inverness-Shire PH24 3BX Tel : + 44 1479 831603 Prijs per nacht : in het hoogseizoen 30 GBP en 25 GBP in het laag seizoen. EEN AANRADER. Op de Orkney eilanden huurden we via de dienst van toerisme in Stromness een piepklein studiootje in het centrum van Stromness voor de schappelijke prijs van 130 GBP voor vijf nachten.
4. GEBRUIKTE KAARTEN. Great Britain Great Britain
Midlands The North Scotland
Uitgever Michelin Uitgever Michelin
kaart 402 kaart 401
Omgeving Aviemore : Kingussie Ordnance Survey Grantown Ordnance Survey
kaart 35 kaart 36
schaal 1/50.000 schaal 1/50.000
Omgeving Ullapool Loch Assynt
Ordnance Survey
kaart 15
schaal 1/50.000
Orkney eilanden Orkney Mainland
Ordnance Survey
kaart 6
schaal 1/50.000
1/400 000 1/400.000
De kaarten van Ordnance Survey werden ter plaatse gekocht voor de prijs van 4.75 pond/stuk.
5. GERAADPLEEGDE WERKEN EN VERSLAGEN. Verkeersgids Europa 95 Where to Watch Birds in Scotland Wild Britain a Traveller’s Guide Verslagen : Schotland : 6 juli tot 20 juli Schotland : 17 juli tot 30 juli Schotland : 12 juli tot 27 juli 1991
Uitgegeven door de VTB/VAB Mike Madders and Julia Welstead Uitgever Christopher Helm (London) Douglas Botting Uitgever Sheldrake Press (London) Willy Debaere Ignace Ledegen Filip Augustijns, P. Geysels, Fr. Smets en W. Van der Elst.
Voor al het boekje Where to Watch Birds in Scotland is onmisbaar voor een reis naar Schotland, het is te koop in de Wielewaal winkel Graatakker 11 te B-2300 Turnhout (Tel : 014/41.22.52)
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 2
II. BEZOCHTE GEBIEDEN
We bezochten grosso modo drie gebieden in de Schotse Hooglanden, in de omgeving van Aviemore (Spey vallei) verbleven we zes dagen, waarna we verder noordwaarts reden en de overtocht maakten van Thurso naar de Orkney eilanden, hier verbleven we vijf dagen. Op de terugweg hielden we een halte van drie dagen in de omgeving van Ullapool waarna we reden naar de omgeving van Berwick upon Tweed en twee dagen verbleven in Seahouses (Northumberland / Engeland) en een bezoek brachten aan de Farne eilanden. Enkele losse tips : n Doe in ieder geval laarzen mee, in de natte heide kunnen deze erg welkom zijn. n Warme kledij is zeker aanbevolen, wij moesten tijdens de reis nog kledij aankopen in Inverness.
Kaart overgenomen uit Where to Watch Birds in Scotland. Aanduiding 1/9, 11,12 en 13 Omgeving Aanduiding 24/25 Aanduiding 21
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Aviemore Ullapool Thurso
Blz. 3
A. OMGEVING VAN AVIEMORE
Ordnance Survey, kaart 35 & 36
In de omgeving van Aviemore, of misschien had ik het beter de Spey vallei genoemd, hebben we zes dagen vogels gekeken. We hadden zoals in de inleiding reeds geschreven in het dorp Boat of Garten een huisje gehuurd. Boat of Garten ligt ongeveer tussen Aviemore en Grantown.
A 1. RSPB Abernethy Forest Nature Reserve (Loch Garten). Punt 2 Rij van Boat of Garten via de B970 richting Nethy Bridge, na ongeveer 1 km rechts waarna men na een tweetal km op een parking links zijn wagen kwijt kan. Van de parking kan men te voet wandelen naar het informatie centrum / schuilhut met een prachtig zicht op het beroemdste Schotse Visarend paar. De ingang is wel betalend, als ik me niet vergis was de prijs 2 GBP / persoon. We konden er natuurlijk de Visarend waarnemen, bijna iedere dag werd er voor de hut een man. Auerhoen gezien. Verder kan men in de omgeving van Loch Garten een prachtige wandeling maken tot Loch Mallachie. Belangrijkste waarnemingen : Visarend, Kuifmees en Sijs In het dorp Boat of Garten is het aangeraden een halte te houden aan de brug over de rivier Spey, hier zagen we Brilduiker, Oeverloper, Grote gele kwikstaart en Waterspreeuw.
A 2. Cairn Gorm gebergte Punt 5 Het hoogste berg plateau van Groot Brittannië met als hoogste toppen Cairn Gorm (1245 m) en Ben Macdui (met 1309 m de tweede hoogste berg van Schotland). Rij in Aviemore via de B 970 over de brug richting Nethy Bridge, na ongeveer 2.5 km komt men in het gehucht Coylumbridge waar men rechts de baan moet nemen richting skiliften die men na ongeveer 13 km bereikt. De liften brengen u in twee keer naar boven (kostprijs 4 GBP voor een volwassen persoon en 2.70 GBP voor een kind) waarna de wandeling via Cairn Gorm naar Ben Macdui kan beginnen. Neem in ieder geval de eerste lift die vertrekt rond 9 uur, anders is de kans groot dat alle vogels zijn gaan vliegen.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 4
Hou er rekening mee dat het weer in een wip en een tip kan omslaan, warme kledij is hier zeker geen luxe. Wij wandelden via de top van de Cairn Gorm richting Ben Macdui, een mooi maar bij momenten vrij lastige wandeling. Belangrijkste waarnemingen : Alpensneeuwhoen en Sneeuwgors, Morinelplevier komt hier ook voor maar wij konden hen niet vinden.
A 3.
Insh Marshes
Punt 8
De Insh Marshes, een 850 ha groot RSPB reservaat, zijn gelegen in de winterbedding van de Spey rivier gelegen tussen Kingussie en Loch Insh langs de B 970. De parking van het reservaat is gelegen langs de B 970 van Kingussie naar Loch Insh op 2.4 km van Kingussie. Aan de rand van het reservaat liggen de ruïnes van de Ruthven Barracks die de moeite van een bezoek waard zijn, het is zelfs een goed uitkijkpunt over het reservaat. Het informatie centrum van het RSPB reservaat ligt iets verder, het bleek veeleer een veredelde schuilhut te zijn weliswaar met een prachtig uitzicht op het reservaat en een beetje uitleg over de vogels en enkele folders. In de onmiddellijke omgeving (de eerste op ongeveer 250 m, de andere op 450 m) liggen twee schuilhutten. De “Cordonhill” Hide ligt in de omgeving van de parking, de tweede schuilhut ligt iets verder ten oosten en is zeker de moeite waard al was het alleen al om de wandeling. Een tweede wandeling “RSPB Lynachlaggan Trail” genaamd is moeilijker te vinden, het vertrekt enkele km verder langs de baan B970 (richting Kincraig) waar er een hoogspanningspyloon juist rechts naast de baan staat. Hier is er een kleine parkeerplaats en aan de andere kant van de baan een poort met een plaat met als opschrift “RSPB Lynachlaggan Trail” Het is een wandeling dwars door het reservaat richting de Spey rivier. Belangrijkste waarnemingen : Wulp, Sprinkhaanzanger, Rietzanger en Rietgors.
A 4.
Loch Vaa
Dit klein Loch ligt tussen Aviemore en Carrbridge langs de A 95. Komende van Aviemore moet men onder een spoorwegbrug, onmiddellijk rechts ligt de parking van een kerkhof. Parkeer hier uw wagen, achter een kleine heuvel ligt Loch Vaa. De plaats werd mij aanbevolen voor het waarnemen van Kuifduikers, we konden hier min. drie exemplaren waarnemen.
A 5.
Bossen in de omgeving van Grantown-on-Spey. N
A 939
GOLF GOLF
Grantown-on-Spey
Deze bossen werden in het verslag van Ignace Ledegen aangeduid als een OMGEVING GRANTOWN-ON-SPEY uitstekende plaats voor het waarnemen van de Auerhoen, het was dan ook op deze plaats dat ik er een mannetje kon waarnemen. 2 Beek Rij, komende van Aviemore via de A95 0 91 B dwars door het stadje Grantown en neem juist voorbij de laatste huizen rechts de B 9102. Deze weg loopt dwars door een golfterrein, enkele Pad honderden meter verder is er een kleine parkeerplaats links van de weg aan het einde van de golf. Rechts voorbij de golf begint een pad dwars door het bos, volg dit pad tot aan een beek en vervolgens de beek stroomopwaarts tot aan twee open plaatsen in het bos. Op de rand van Waarnemingsplaats Auerhoen deze natte stukken kon ik een wegvliegende Auerhoen waarnemen.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 5
A 6.
Punt 11
Lochindorb
Dit Loch, gesitueerd ten noordwesten van Grantown-on-Spey, ligt midden in een prachtig golvend landschap tussen immense heide vlaktes. Het ligt tussen de baan B 9007 en het dorp Dava, met de Michelin kaart in de hand is het niet te missen. Alleen al voor het landschap loont het de moeite, het is vooral een goede plaats voor Roodkeelduiker en Parelduiker. Belangrijkste waarnemingen : Roodkeelduiker, Tureluur en Oeverloper.
A7
Findhorn Vallei
Punt 12
De Findhorn vallei is vooral bekend voor het voorkomen van tal van roofvogels, het is een van de beste plaatsen van Groot Brittannië voor het waarnemen van Steenarend. De vallei ligt zo wat halverwege Aviemore en Inverness, en is te bereiken via het dorp Tomatin gelegen langs de A 9 van waaruit een enkelvak baan de rivier volgt tot aan het gehucht Coignafearn. Hier is een parking voorzien van waaruit prachtige wandelingen kunnen gemaakt worden. Zowat de ganse vallei wordt blijkbaar gebruikt voor de kweek van Edelherten zodat het waarnemen van deze dieren hier verre van uitzonderlijk is. Zowat halverwege Tomatin en Coignafearn vertrekt er een baantje richting Farr, naar verluid een erg goede plaats voor het waarnemen van Schotse sneeuwhoen, wij konden er jammer genoeg geen waarnemen. Belangrijkste waarnemingen : Steenarend, Torenvalk, Oeverlopers, Visdief en Tapuit.
A 8.
Loch Ruthven
Punt 13
Ook Loch Ruthven is gekend voor het voorkomen van Kuifduiker, dit 85 groot RSPB reservaat ligt in de omgeving van Loch Ness ten zuiden van Inverness. Neem de A9 richting Inverness, op een 10 tal km voor Inverness moet men links de B 851 nemen. Na ongeveer 13 km (in de omgeving van East Croachy) rechts een klein baantje in tot aan de parking van het RSPB reservaat Ruthven. Van de parking vertrekt er een wandelweg tot aan een schuilhut met zicht over het Loch. Belangrijkste waarnemingen : Kuifduiker, Schots sneeuwhoen, Oeverloper en Rietgors.
B. THURSO & ORKNEY
Ordnance Survey, kaart 6
Na een tocht van een 230 tal km van Boat of Garten kwamen we aan in Thurso waar we via de dienst van toerisme een overtocht vastlegden naar de Orkney eilanden. De overtocht met P & O Scottish Ferries van Scrabster (de haven van Thurso) naar Stromness (Orkney) duurt ongeveer 2 uur, de boottocht komt vrij dicht het eiland Hoy, vogels gegarandeerd. We betaalden voor drie volwassen en een auto heen en terug 161 GBP.
In de omgeving van Thurso bezochten we Dunnet Head (punt 21 op de kaart van blz. 3) het meest noordelijk punt van het Britse vasteland, ook die plaats is gemakkelijk te vinden met de Michelin kaart. Het is een prachtige kaap met heide landschappen en verschillende grote waterplassen. Wij hadden er erg slecht weer toch konden we ons hartje ophalen met tal van mooie vogelsoorten. Belangrijkste waarnemingen : Noordse stormvogel, Grote jager, Drieteenmeeuw, Zeekoet, Alk, Papegaaiduiker en Rotsduif
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 6
De Orkney eilanden bestaan uit een 75-tal eilanden waarvan er 20 bewoond zijn, Mainland is veruit het grootste eiland met als belangrijkste steden Stromness en Kirkwall. Daar de interessantste vogelgebieden zich op West-mainland bevinden is een verblijf in de omgeving van Stromness aangewezen, het zou geen slecht idee zijn om hier vooraf een verblijf te reserveren. Men kan met de Orkney Ferries verschillende eilanden bezoeken, een brochure met de verschillende vertrek uren en prijzen is te verkrijgen in de dienst van toerisme te Stromness. De boottochten voor passagiers met eventueel wagen vertrekken uit : Tingwall naar Rousay, Egilsay en Wyre. Kirkwall naar Shapinsay ,Eday, Sanday, Stronsay, Westray, Papa Westray en North Ronaldsay Houton naar Hoy en Flotta Tochten alleen voor passagiers : Stromness naar Hoy Wij bezochten het eiland Rousay met de wagen, de dienst van toerisme te Stromness reserveerde de overtocht te Tingwall. De kostprijs kwam op 4.20 GBP per volwassen persoon en 12.60 GBP voor de wagen heen en terug. Door omstandigheden kwamen we niet op Hoy, normaal een must bij een bezoek van de Orkney eilanden.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 7
B 1.
WEST MAINLAND (ORKNEY)
Ook hier geldt dat een bezoek bijna niet mogelijk is zonder een degelijke kaart, voor West Mainland en Rousay is dit de OS kaart kaart 6, zonder degelijke kaart verliest men gegarandeerd regelmatig zijn weg. Enkele gebieden die zeker het bezoeken waard zijn worden hieronder beschreven, wel is het zo dat de natuur zowat overal aanwezig is en men bij wijze van spreken om elke hoek voor de nodige verrassingen kan komen te staan. 1. Birsay Moors and Cottascarth RSPB reservaat.
Punt 1 op de kaart
Dit RSPB reservaat (2.340 ha groot) is uitgerust met twee schuilhutten en is prachtig te zien vanaf de weg B 9057 die omzeggens het reservaat in tweeën snijdt. De twee schuilhutten staan op de kaart hier boven aangeduid met een H in een zwarte cirkel. ü De eerste hut “Eddie Balfour Hide” is gelegen bij het plaats Cottascarth. Daar de hut niet gemakkelijk te vinden is veronderstel ik dat er niet te veel volk op afkomt. De hut is als volgt te bereiken : neem de A 966 uit Stromness, voorbij Finstown een baan links aangeduid met A 986 Harray. Iets verder rechts een baantje in met als aanduiding “Cottascarth”. Op het einde van deze baan komt men op een erf van een hofstede waar een kleine parkeerruimte en een informatie bord staat. Van hier uit begint er dan een wandeling naar de hut die ongeveer op ¼ uur wandelen ligt. Deze hut ligt in een prachtige vallei maar op zich kan men er niet echt veel vogels waarnemen, persoonlijk denk ik dat de hut geplaatst is om het foerageer gedrag van de Velduil te bestuderen. ü De tweede hut is gelegen bij een windmolen park, het biedt uitzicht op het Lowrie’s Water, een vrij kleine maar interessante plas. Ook het vinden van deze hut leverde problemen op, er staat langs de baan A 966, iets voorbij de afslag met de B 9057 een plaat met als aanduiding “ Wind Energy Site and Visitor Centre / RSPB Reserve & Hide”. Verder staat er niets meer vermeld. Rij de aangeduide baan in, dan de eerste baan rechts in en vervolgens de eerste (erg slechte) baan links naar boven recht naar de windmolens. Boven is er een parking en een Visitor Centre dat blijkbaar niet meer open is. De hut zelf ligt iets verder aan het water. ü De baan B 9057 biedt een prachtig uitzicht op het reservaat, een zijbaan van de B 9057 die leidt naar Loch of Hundland is zeker een aanrader. Belangrijkste waarnemingen : Roodkeelduiker, Blauwe kiekendief, Kleine jager, Grote jager, Velduil en Raaf.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 8
2. Marwick Head RSPB Reservaat.
Punt 6 op de kaart.
Dit 1.6 km lang reservaat bestaat uit rotskliffen die tot 100 m boven zee uitsteken, het vormt een gedroomde broedplaats voor tal van zeevogels. Dit reservaat kan het best gevonden worden door de platen naar het “Kitchener Memorial” in het gehucht Cumlaquoy te volgen. Hier is een parking van waaruit men te voet naar het memorial en de kliffen kan wandelen. Het reservaat is tevens te bereiken door te rijden naar de Marwick baai van waaruit er een wandeling naar de kliffen vertrekt. Belangrijkste waarnemingen : Noordse stormvogel, Kleine jager , Grote jager, Drieteenmeeuw, Zeekoet, Alk, Papegaaiduiker en Rotsduif.
3. The Loons RSPB Reservaat.
Punt 3
Dit 64 ha groot RSPB reservaat is een van de laatst overblijvende moerassen van het eiland en heeft dan ook een grote ornitologische waarde. Het is het enig reservaat dat niet vrij toegankelijk is maar ten compensatie staat er aan de westkant van het reservaat een kijkhut met uitzicht op een kleine plas en een vrij groot rietveld. Het is te bereiken via een verbindingsweg tussen de B 9056 en de A 967, de kijkhut staat naast deze baan. Als men enkele honderden meter de baan verder volgt, is er nog een uitkijkpunt waar men het reservaat erg goed kan bekijken. Broedvogels van het reservaat zijn Smient, Pijlstaart, Slobeend, Watersnip, Tureluur, Noordse stern en Rietzanger. Belangrijkste waarnemingen : Slobeend, Kuifeend, Meerkoet, Kievit, Watersnip, Wulp, Tureluur en Rietzanger.
4. Hobbister RSPB Reservaat
Punt 9
Dit 759 groot (voornamelijk heide) reservaat ligt langs de A 964, hier is er een parking voorzien van waaruit men kan wandelen in het reservaat naar de zee toe, dit gedeelte van het reservaat is open voor het publiek en is ook interessant daar het niet alleen uit heide bestaat maar er ook enkele (vrij lage) kliffen zijn. Hier broeden niet alleen Noordse stormvogels maar naar verluid ook Zwarte zeekoeten. Belangrijkste waarnemingen : Noordse stormvogels, Slechtvalk, Wulp, Grote jager, Zwarte zeekoet en Roodborsttapuit.
B 2.
ROUSAY (ORKNEY)
We kozen Rousay uit voor een bezoek daar de variatie in broedvogels erg groot is, het is een vrij heuvelachtig eiland met veel heide en erg weinig landbouw grond. In het noorden van het eiland ligt een gebied “Brings” genaamd met een grote kolonie Noordse sterns (± 4.000 paar) en een honderdtal Kleine jagers. In de omgeving broeden ook Goudplevieren. Midden op het eiland liggen twee vrij grote lochs met Roodkeelduikers als broedvogels. De rotsen ten westen van het eilanden houden grote kolonies zeevogels. Door het slecht weer konden we jammer genoeg niet veel zien van al dat moois, hoe de rotsen ten westen te bereiken zijn weet ik niet waarschijnlijk via een flinke wandeling door enkele schapenweiden. Onze auto diende als schuilhut voor de regen en wind, bij mooi weer moet het hier prachtig zijn om rond te fietsen, ik meen te weten dat er fietsen te huur zijn in de omgeving van de aanlegplaats van de overzetboot. In de toeristische dienst van Stromness zullen ze u waarschijnlijk wel kunnen inlichten. Belangrijkste waarnemingen : Roodkeelduiker, Noordse stormvogel, Kuifaalscholver, Goudplevier, Kleine jager, Grote jager, Drieteenmeeuw, Zwarte zeekoet en Frater.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 9
C. OMGEVING ULLAPOOL
Ordnance Survey, kaart 15 Ten noorden van het stadje Ullapool liggen twee enorme natuurreservaten, het eerste de Inverpolly National Nature Reserve is 10.856 ha groot, het bestaat voornamelijk uit enorme golvende heidevlaktes afgewisseld met een mozaïek van veenkuilen, lochs en lochans (kleine lochs), het geheel wordt gedomineerd door drie indrukwekkende zandsteen pieken Stac Pollaidh (613 m), Cul Mor (849 m) en Cul Beag (769 m). Eigenaardig is wel dat zowat iedereen het er over eens is dat deze pieken veel en veel hoger lijken. Kleine overblijfsels van de Berken/Hazelaars bossen, die vroeger het ganse gebied bedekten, kunnen gevonden worden in de rivier valleien. De vallei van de Kirkarg is hier een mooi voorbeeld
van. Het tweede en aangrenzend “Ben Mor Coigach” reservaat van de Scottish Wildlife Trust’s is 6.000 ha groot en qua biotoop vergelijkbaar met Inverpolly. In het gehucht Knockan langs de A 835 is een klein informatiecentrum van het Inverpolly reservaat waar we van een vriendelijke opzichter enkele tips kregen in verband met het waarnemen van Parelduikers. Enkele broedvogels van het gebied zoals ze vermeld zijn in Where to Watch Birds in Scotland : Roodkeelduiker, Parelduiker, Middelste zaagbek, Grote zaagbek en Smient en verder enkele Grauwe ganzen. Ook de roofvogels zijn goed vertegenwoordigd met soorten als Steenarend, Buizerd, Smelleken, Slechtvalk en Raaf. Opmerkelijk is dat er op de bergtoppen ook nog een kleine populatie Alpensneeuwhoen voorkomt. Op de nattere stukken broeden o.a. Goudplevier en Groenpootruiter.
Door het minder goed weer hielden we tweemaal een tocht met de auto en moesten we enkele geplande voettochten afvoeren. De tochten worden vrij uitgebreid beschreven in de dagverslagen. Belangrijkste waarnemingen : Roodkeelduiker, Parelduiker, Grote zaagbek, Bonte strandloper, Oeverloper, Paap, Roodborsttapuit, Tapuit, Raaf en Barmsijs.
D. FARNE EILANDEN IN NORTHUMBERLAND/ENGELAND
Michelin : Great Britain nr. 401 of 402
De Farne eilanden bestaan uit een dertigtal eilandjes waarvan er drie te bezoeken zijn voor het groot publiek. Het natuurreservaat wordt beheerd door de National Trust en is per boot te bereiken uit het stadje Seahouses. Aan de kaai van het wel erg toeristisch stadje staan er een drietal kassa’s van de reders die toelating hebben om de trips te organiseren. De toegang tot de eilanden zelf moet echter ter plaatse betaald worden. We opteerden voor een “All Day” toer bij Billy Shiels met een bezoek aan Staple Island en de Inner Farne, de ganse tocht duurt ongeveer 6 uur. Prijzen in 1996 : Overzet : twee volwassen en een kind 31 GBP. Landingsrecht op de eilanden : 3.60 GBP voor een volwassen en 1.8 GBP per kind. Er zijn natuurlijk ook anderen, kortere, tochten maar iedere vogelkijker die tijd genoeg heeft kan ik de tocht van 6 uur ten zeerste aanraden. Met deze tocht verblijft men twee uur op Staple Island en twee uur op
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 10
Inner Farn. Bij een kort bezoek zou ik persoonlijk opteren voor Inner Farn daar de variatie aan vogels groter is. Op Inner Farn is een klein bezoekers centrum waar men de laatste nieuwsjes in verband met de broedvogels kan vernemen. Ieder jaar wordt een boekje uitgegeven met de waarnemingen en broedaantallen van de vogels. Uit het boekje van 1995 komen de hier onderstaande gegevens.
Soort Kuifaalscholver : Eider Bontbekplevier Drieteenmeeuw Grote stern Dougalls stern Visdief Noordse stern Zeekoet Alk Papegaaiduiker
Broedparen 1994
1995
771 1.380 12 5.620
1.016 1.462 12 6.313 ± 2.000 2 2 232 250 3.128 3.066 17.316 18.994 141 216 niet geteld, in 1996 geschat op 42.000 paar
Bengaalse stern : ELSIE kwam voor de dertiende opeenvolgende keer terug naar Inner Farn, ze broedde met een Grote stern en had één jong. Ze werd regelmatig waargenomen van 5 t/m 28 juli terwijl ze haar jong aan het voeden was. Een foto van Elsie staat op blz. 257 van Birding World Volume 9 nummer 7.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 11
III. DAGVERSLAGEN ZONDAG 30 JUNI 1996 Weer : zwaar bewolkt, af en toe zon en een weinig regen. Bezochte gebieden : REIS TUSSEN HULL EN BOAT OF GARTEN. Waargenomen : Zaterdagavond vertrokken we in Zeebrugge rond 19 uur i.p.v. 18.15 uur, in de haven vlogen er erg veel Visdiefjes maar door het slecht weer (regen) besloten we maar binnen te blijven. De volgende drie weken hadden we tijd genoeg voor het vogels kijken De ganse boottocht verliep erg vlot en rond 8 uur plaatselijke tijd (9 uur Belgische tijd) kwamen we aan te Hull. Een kwartier later waren we reeds onderweg richting Spey vallei waar we in Boat of Garten een huisje hadden gehuurd. Daar de afstand, die moest overbrugd worden, toch ongeveer 635 km was en we grote gedeelten geen autosnelwegen hadden kwamen we behoorlijk vermoeid aan in Boat of Garten, dit rond 17 uur. Alle lust om dan nog een toer te wandelen ontbrak volledig. Onderweg hielden we natuurlijk onze ogen open wat een tweetal Buizerds en enkele Torenvalken opleverde. De mooiste waarneming was ongetwijfeld een overvliegende Visarend met prooi, dit tussen Aviemore en Boat of Garten. De ganse weg was het ons opgevallen dat we erg veel Roeken zagen, die vertoonden zowat het zelfde gedrag als de Eksters en Kraaien bij ons, zoals daar zijn vuilbakken plunderen, eten van dood gereden dieren langs de weg en dergelijke meer. Mooi waren een koppel overvliegende Goudvinken ergens onderweg en een Roodborsttapuit enkele km voor Aviemore. De Goudvinken waren zelfs de enige waarneming van gans de reis. Opvallend was dat we nog geen enkele Bonte kraai hadden gezien. Alle waarnemingen op een rij : BLAUWE REIGER, BUIZERD, VISAREND, TORENVALK, SCHOLEKSTER, KIEVIT, WULP, KOKMEEUW, STORMMEEUW, HOUTDUIF, TURKSE TORTEL, GIERZWALUW, VELDLEEUWERIK, BOERENZWALUW, HUISZWALUW, ROUWKWIKSTAART, ROODBORSTTAPUIT, MEREL, ZANGLIJSTER, FITIS, STAARTMEES, EKSTER, KAUW, ROEK, KRAAI, SPREEUW, HUISMUS, VINK, GROENLING, PUTTER, SIJS EN GOUDVINK.
MAANDAG 1 JULI 1996 Weer : ook vandaag was het overwegend zwaar bewolkt, soms een beetje zon maar ook enkele buien. Rond 16 uur regende het duidelijk langer. Bezochte gebieden : OMGEVING VERBLIJF - OMG. LOCH GARTEN - LOCH PITYOULISH LOCH VAA Waargenomen : Van 7.15 tot 8.30 uur deed ik een wandeling van ons verblijf door enkele weiden richting de rivier Spey. Ook nu was de Fitis volop aan het zingen, rond het huis zag ik ook o.a. Turkse tortel, een tikkende Roodborst en bij het terug keren een familie Grote lijster. Op weg naar de Spey (onderbroken door een flinke bui) noteerde ik Putter, Pimpelmees , Koolmees, zes overvliegende Wulpen en eventjes een zingende Geelgors. Daar Marleen ziek was (de reis begon blijkbaar uitstekend), moesten we in Aviemore op zoek naar een dokter en nadien naar een apotheek. Na het innemen van de nodige medicatie viel alles min of meer in de juiste plooi zodat we in de namiddag terug konden denken op vogels kijken. Op weg naar LOCH GARTEN hielden we, nadat we eten gekocht hadden in een winkel die tevens Post kantoor was, rond 12.15 uur onze eerste halte aan de brug over de rivier Spey te Boat of Garten. In “Where to Watch Birds in Scotland” stond dat we hier een kleine kans hadden op het waarnemen van Waterspreeuw, we zouden ons deze halte zeker niet beklagen. We hoorden bijna onmiddellijk de roep van verschillende Oeverlopers, mooi waren ook verschillende Grote gele kwikstaarten en als klap op de vuurpijl een Waterspreeuw. Eerst zagen we deze vogel foerageren waarna hij zo vriendelijk was eventjes onder de brug door te vliegen. Ook hier konden we onze eerste Brilduikers waarnemen, een zestal ex. waren op redelijke afstand van de brug aan het foerageren. Verder
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 12
nog Fitis en een tweetal Wilde eenden. Bij het doorrijden vertrok ik, afgeleid door al het moois dat we juist gezien hadden, rechts van de weg. We verschoten wel eventjes, vooral van de auto die op ons afkwam. Rond 13 uur kwamen we aan de parking van het “Abernethy Forest Nature Reserve”, dit RSPB reservaat is in Vlaanderen wereldberoemd door zijn schuilhut die kijkt op een nest van een Visarend, dit nest wordt dag en nacht door middel van camera’s bewaakt. Op de parking aten we onze boterhammen, die we in de Post hadden gekocht, en reeds hier viel het ons op dat de Vinken zo tam waren dat ze uit de handen kwamen eten. Een luidruchtige noorderbuur die een groep niet vogelende toeristen leidde promoveerde de aanwezige Vinken prompt tot Appelvinken, zelfs onze Benjamin was verrast door zoveel “kennis”. Onderweg naar de schuilhut zagen we enkele Zwarte mezen en uiteindelijk dan het beroemd nest met twee adulte en drie jonge Visarenden. Te bekijken met de aanwezige kijkers, telescopen of zelfs via een beeldscherm dat verbonden is met een camera. De jongen waren reeds flink uit de kluiten gewassen, volgens de oppassers waren ze vijf weken en twee dagen oud. Binnen enkele dagen zouden ze de vogels ringen. Na enig aandringen kregen we enkele tips voor het waarnemen van vogels, de mooiste tip was in verband met het waarnemen van Kuifduikers op Loch Vaa. Nadien deden we nog een wandeling via Loch Garten naar Loch Mallachie en terug, niettegenstaande de regen, toch de moeite waard. Hier hoorden we verschillende Kuifmezen, Sijs en Zwarte mezen, enorm veel Vinken maar ook een Grauwe vliegenvanger en een vr. Gekraagde roodstaart. Aan de rand van een open stuk hoorde ik eventjes een Boompieper. Aan de twee Lochs hoorden en zagen we verschillende Oeverlopers, terwijl Wilde eend en Eekhoorn niet aan de aandacht konden ontsnappen. Aan de overkant van Loch Mallachie was een hert aan het drinken, waarschijnlijk een Ree. Van de omgeving van Loch Garten reden we vervolgens via de B 970 richting Aviemore, aan LOCH PITYOULISH hielden we een korte halte met het waarnemen van erg veel Oeverzwaluwen en een verre Brilduiker als uitschieters. Ook hier een zingende Geelgors en erg veel Rouwkwikstaarten. We reden dan maar verder naar de Fish Farm van Inverdruie die ook in “Where to Watch Birds in Scotland” vermeld staat, deze plaats bleek niet de moeite waard te zijn. Een schuilhut plaatsen aan een privé visvijver lijkt mij nu niet ideaal, zeker als er langs de vijvers hengelaars staan. De gerookte vis die ze in de winkel verkochten daarentegen was echter niet te versmaden. Via Aviemore, waar we enkele inkopen deden, reden we dan naar LOCH VAA gelegen langs de baan A 95 van Aviemore richting Boat of Garten. Het was een aangename verrassing, niet minder dan 8 Brilduikers en drie Kuifduikers (ongelooflijk mooie vogels in prachtkleed) waarvan een tweetal tot op enkele meter afstand. Verder een drietal Kuifeenden, erg veel Oeverzwaluwen en natuurlijk de onvermijdelijke Scholeksters.
DINSDAG 2 JULI 1996 Weer :bewolkt met overwegend zon, enkele keren vielen er enkele druppels regen. Bezochte gebieden : CAIRN GORM GEBERGTE - OMG. LOCH MORLICH. Waargenomen : Toen we gisterenavond de weerman hoorden vertellen dat het vandaag redelijk weer zou zijn aarzelden we niet om de geplande bergwandeling naar de CAIRN GORM vandaag te wagen. Rond 9 uur namen we de zetellift aan het ski centrum waarna we boven rond 9.30 uur konden beginnen aan een wandeling die duurde tot ongeveer 15 uur. Boven aangekomen was het al meteen raak, aan het gesloten Ptarmigan restaurant foerageerde een koppel Sneeuwgors waarvan we vooral het mannetje erg dicht konden benaderen. Het was geringd met verschillende kleuringen waarschijnlijk zijn deze vogels op die manier individueel herkenbaar. Terwijl we met de lastige wandeling op de Cairn Gorm bezig waren konden we nog een tweede mannetje waarnemen. Deze tocht kon dus niet beter beginnen. In het verslag van Ignace Ledegen stond dat men de eerste zetellift (om 9uur) moest nemen wil men vogels waarnemen. Dit blijkt inderdaad juist te zijn, enkele vogelaars die we later in de week tegenkwamen hadden hier later op de dag geen enkele vogel gezien, wel honderden toeristen. Rond 10 uur stonden we op de top van Cairn Gorm (1245 m) van waaruit we de wandeling naar de tweede hoogste berg van Groot Brittanië, Ben Macdui (1309 m) konden aanvangen.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 13
Bijna beneden de Cairn Gorm vloog een mannetje Alpensneeuwhoen laag voor ons voorbij. Iets verder vond Marleen een vrouwtje met 2 à 3 jonge vogels, deze konden blijkbaar nog niet vliegen zodat we deze vogels niet dicht durfden benaderen. Toch konden we dank zij het nodig geduld het vrouwtje vrij goed waarnemen. De ganse dag hoorden we talloze Graspiepers en op de terugweg konden we nog een mannetje Tapuit verschalken, tevens vlogen er een paar Stormmeeuwen over. Als vogelkijker heb ik een liefdehaat verhouding met de bergen, niet alleen heb ik problemen met mijn knieën bij het wandelen ook van de vogels valt het bijna steeds tegen. Alhoewel ik dit keer niet mocht mopperen, van de vijf soorten vogels die we zagen had ik met het Alpensneeuwhoen een nieuwe soort. Van 16 tot 17 uur deden Marleen en ik dan een wandeling, bij zeer goed weer van LOCH MORLICH naar Lochan nan Geadas, ook hier was er weinig beweging. De mooiste waarneming was ongetwijfeld een Waterspreeuw die wegvloog toen we bij het terugkeren over een brug wandelden. De belangrijkste waarnemingen op een rij : OEVERLOPER, OEVERZWALUW, WATERSPREEUW, ROODBORST, FITIS, ZWARTE MEES, VINK EN SIJS.
We reden terug via de B 970 naar Boat of Garten met onderweg als belangrijkste waarneming een Buizerd, ook aan de brug over de rivier Spey konden we buiten enkele Oeverlopers niets speciaals meer waarnemen zodat we deze dag rond 18 uur afsloten.
WOENSDAG 3 JULI 1996 Weer : in de voormiddag bewolkt met regelmatig zon, van 15 tot 17 uur regelmatig regen, nadien terug mooi weer. Bezochte gebieden : GRANTOWN-ON-SPEY - LOCHINDORB - FORT GEORGES (INVERNESS) LOCH RUTHVEN. Waargenomen : Deze morgen gingen Marleen en ik op zoek naar de Auerhoen in de OMGEVING VAN GRANTOWN. Toen de wekker om 5 uur afliep was het wel eventjes moeilijk maar nadien waren we blij dat we zo vroeg op waren, Marleen vroeg zich nu af of dit een cursus dwangarbeid was of vakantie. Rond 5.30 uur waren we op de plaats zoals Ignace beschreven had in zijn verslag, het leek me alles behalve een goede plaats voor het waarnemen van deze hoenderachtige. Achteraf zouden we ons inderdaad realiseren dat we het plannetje verkeerd hadden geïnterpreteerd en we enkele km verder dienden te zoeken. In de laag gelegen weiden (met op plaatsen vrij veel orchideeën) broeden Wulpen en Scholeksters, maar van Auerhoen geen spoor. Nieuw voor de reis waren wel enkele Fazanten , een overvliegend vr. Zaagbek kon ik niet onmiddellijk op naam brengen. Alles op een rij : TORENVALK, FAZANT, SCHOLEKSTER, WULP, HOUTDUIF, FITIS, ZWARTE MEES EN VINK.
Van 7.30 tot 8.30 wandelden we nog zonder veel hoop in de bossen gelegen aan het golfterrein van Grantown, maar jammer genoeg hadden we ook hier geen geluk. Achteraf bleek dat Ignace deze bossen bedoelde als goede plaats voor het waarnemen van de Auerhoen. In tegenstelling tot de rest van onze reis waren er hier wel vrij veel vogels aan het zingen, Winterkoning en Goudhaantjes waren volop aan het zingen maar we hoorden ook Boompiepers, Fitis en Roodborst. Alles op een rij : BOOMPIEPER, WINTERKONING, ROODBORST, FITIS, GOUDHAAN, KUIFMEES, VINK, PUTTER EN SIJS.
Rond 8.30 uur vertrokken we dan terug richting Boat of Garten waar we van een wel verdiend ontbijt genoten en onze Benjamin oppikten voor een volgende uitstap. Rond 10 uur vertrokken we dan richting LOCINDORB die we na enig mis rijden uiteindelijk dan toch vonden. Dit vrij groot loch ligt in een werkelijk onvergetelijk landschap, een golvend landschap bedekt met heide en dit zo ver men kan kijken, werkelijk schitterend. De eerste haltes leverden (zoals dikwijls aan een Loch) niet veel op, toch kon ik enkele Oeverlopers en 2 Tureluren noteren. Toen we op een bepaald moment dan toch twee duikers spec. konden vinden dacht ik onmiddellijk op Parelduikers, daar het nogal ver was besloot ik eerst met de auto wat dichter te rijden in plaats van onmiddellijk mijn telescoop uit te halen. Dit bleek een vergissing te zijn, want toen we in de omgeving kwamen waar ik de duikers had waargenomen kon ik nog twee stippen waarnemen van wat de
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 14
Parelduikers moesten geweest zijn. Daar ze dan nog van ons weg zwommen was het hopeloos, ik had er spijt van. Door al dit zoeken (er stond vrij veel wind wat het niet gemakkelijk maakte) konden we als kompensatie een Roodkeelduiker uit het water slepen. Toch ook niet mis. Al de waarnemingen op een rij : ROODKEELDUIKER, KIEVIT, TURELUUR, OEVERLOPER, KOKMEEUW, STORMMEEUW, GIERZWALUW, GRASPIEPER EN ROUWKWIKSTAART.
Daarna bezochten we, kwestie van de kerk enigszins in het midden te houden, FORT GEORGES gelegen in de onmiddellijke omgeving van Inverness. Natuurlijk hadden we de verrekijkers bij de hand en dit leverde enkele mooie soorten op. Voor het fort broeden er Visdiefjes dit terwijl de Grote sterns op en afvlogen met prooi. Andere broedvogels van het fort waren Stormmeeuwen, Scholeksters, maar ook Oeverpieper die we erg dicht konden benaderen. Na een uitgebreid bezoek aan het fort (van 13.30 tot 16uur) had ik er genoeg van en besloot tot aan het strand te wandelen in de omgeving van de Visdief kolonie. Dit leverde een drietal Eiders, een overvliegende Rosse grutto en een Kneu op als nieuwe soorten, lang kon ik er niet blijven want het begon flink te regenen. Alle waarnemingen : EIDER, SCHOLEKSTER, ROSSE GRUTTO, STORMMEEUW, GROTE STERN, VISDIEF, GRASPIEPER, OEVERPIEPER, BONTE KRAAI EN KNEU.
Van Fort Georges reden we naar het RSPB reservaat van LOCH RUTHVEN waar we, het was ondertussen terug schitterend weer, de schuilhut bezochten van 17 tot 18 uur. Een prachtig golvend landschap met prachtige heide en een groot Loch maar onwaarschijnlijk weinig vogels op en boven het water. Op de wandeling van de parking naar de schuilhut (ongeveer 400 m) konden we erg veel Graspiepers zien die zich aan het drogen waren in de zon, nieuw voor de reis waren enkele Rietgorzen aan de rand van de Loch. In de hut zagen we enkele Oeverlopers en na lang zoeken dan toch een Kuifduiker (Loch Ruthven is hierom bekend). Op de terugweg naar de auto konden we een Grauwe vliegenvanger en enkele Kieviten waarnemen, we konden de dag in schoonheid afsluiten met een prachtige telescoop waarneming van een vr. Schots sneeuwhoen wat meteen de tweede nieuwe soort van de reis was.
DONDERDAG 4 JULI 1996 Weer : bewolkt met veel zon en goed weer tot 14.30 uur, nadien regelmatig regen.. Bezochte gebieden : VALLEI VAN DE RIVIER FINDHORN - BEZOEK AAN INVERNESS. Waargenomen : Vandaag sliepen we allemaal uit tot rond 8 uur om na het ontbijt te rijden naar de VALLEI VAN DE RIVIER FINDHORN, naar verluid een goede plaats voor het waarnemen van roofvogels en een van de beste plaatsen in Schotland voor het waarnemen van de Steenarend. Rond 9.30 uur reden we de vallei in om via enkele stops te rijden naar Coignafearn waar het asfaltbaantje stopt en overgaat naar een grindweg. Hier is een parkeerplaats voorzien zodat we besloten de auto te laten staan (zoals trouwens gevraagd in Where to Watch Birds in Scotland) en van hier uit een wandeling te maken in dit schitterend landschap van 10.30 tot 12 uur. Onderweg hadden we een prachtige waarneming van twee Edelhert bokken, we konden ze echt fantastisch bekijken alleen vonden we het nogal eigenaardig dat deze dieren zo kalm waren, op dit ogenblik wisten we nog niet dat zowat de ganse vallei gebruikt wordt voor de kweek van Edelherten ! Landschappelijk is het hier enorm knap maar ook hier viel het aantal soorten en de aantallen vogels wel tegen. Opmerkelijk waren twee overvliegende Zaagbekken die ik weeral eens niet op naam kon brengen, te laat gezien. Voor het eerst deze reis zagen we regelmatig Tapuiten en ook hier veel Oeverlopers. Deze vogels worden hier niet voor niets Common Sandpipers genoemd. De waarneming van de dag was ongetwijfeld een overvliegende Steenarend achterna gezeten door een Torenvalk. Verrassend was wel een Visdiefje terwijl we enkele Sneeuwhazen ook naar waarde konden schatten. Alle waarnemingen op een rij :
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 15
WILDE EEND, STEENAREND, TORENVALK, FAZANT, SCHOLEKSTER, WULP, OEVERLOPER, VISDIEF, GRASPIEPER, ROUWKWIKSTAART, TAPUIT, FITIS, KOOLMEES, KAUW EN VINK.
Nadat we onze boterhammen rustig aan de rivier hadden opgegeten vertrokken we terug richting A9 maar sloegen enkele km verder de baan links richting Farr in. Het is een erg smal baantje met enkele poorten, kwestie van het wild binnen de perken te houden (letterlijk dan), in een prachtig golvend heidelandschap, de thuishaven van de Schotse sneeuwhoen die hier vrij veel zou voorkomen. We deden, op zoek naar deze hoenders, een wandeling in de heide maar rond 14.30 uur moesten we hals overkop terug naar de auto toen het terug begon te regenen. De Schotse sneeuwhoenders zouden we niet meer te zien krijgen. De ganse reis zagen we slechts één enkel vrouwtje. Jammer maar helaas, misschien een reden om eens terug te keren ? Als vogels noteerden we een overvliegende Buizerd en ook hier tal van Graspiepers. Vervolgens reden we naar Inverness voor een bezoek, dat alles bij elkaar nogal tegen viel, van historische gebouwen blijft er werkelijk niet veel meer over.
VRIJDAG 5 JULI 1996 Weer : zwaar bewolkt maar droog tot ongeveer 13 uur, nadien regelmatig regen.. Bezochte gebieden : GRANTOWN-ON-SPEY - INSH MARCHES - LOCH INSH - LOCH ALVIE - LOCH EILEIN. Waargenomen : Vandaag met veel moeite rond 5.30 uur uit mijn bed geraakt om een nieuwe poging te wagen voor het waarnemen van de Auerhoen. Marleen had deze nacht niet goed geslapen en bleef dus liggen. Rond 6 uur parkeerde ik mijn auto juist voorbij de golf van Grantown-on-Spey gelegen langs de baan B9102. Eerst zocht ik de rand van het bos met de golfbaan af in de hoop hier onze vriend de hoen te kunnen waarnemen, een poging die ik ras staakte. Dan maar het pad van het bos ingewandeld tot aan de beek waarna ik deze stroomopwaarts volgde tot aan twee open plaatsen in het bos die zelfs op de kaarten staan getekend. Deze plaatsen zijn laag gelegen en bestaan overwegend uit riet, enkele plassen en nogal wat Berken opslag. Reeds in het begin van de wandeling hoorde ik een Koekoek roepen, een nieuwe soort voor de reis, was dit misschien reeds een goed teken ? Waarschijnlijk wel, bij de grootste open plaats hoorde ik een eigenaardig geroep gevolgd door een wegvliegend mannetje Auerhoen, jammer genoeg een erg korte waarneming en verder zoeken leverde geen resultaat meer op. Verder hoorde ik nog meermaals een “blaffende” Reebok, zang van Kuifmezen en tot tweemaal toe overvliegende Kruisbekken die jammer genoeg doorvlogen zodat er van een determinatie niets in huis kwam. De waarnemingen op een rij : AUERHOEN, KOEKOEK, BOOMPIEPER, WINTERKONING, ROODBORST, MEREL, FITIS, GRAUWE VLIEGENVANGER, KUIFMEES, ZWARTE MEES, PIMPELMEES, KOOLMEES, VINK EN SIJS.
Na een tweede ontbijt rond 8 uur vertrokken we dan allemaal samen richting de Insh Marshes een RSPB reservaat in de omgeving van het dorp Kingussie. Na de nodige inkopen te hebben gedaan in Kingussie hielden we onze eerste halte aan de Ruthven Barracks, een kasteelruïne gelegen aan de rand van het reservaat. Vooral onze Benjamin was opgetogen door dit bezoek, hij kon weeral tegen een dag vogelen. Van aan de Barracks zagen we op een kolonie Kokmeeuwen, hoorden we Graspiepers en konden we onze eerste Waterhoen van de reis noteren. Het informatie centrum van het RSPB reservaat ligt iets verder zodat we besloten van hier eerst eventjes binnen te kijken. Het bleek veeleer een veredelde schuilhut te zijn weliswaar met een prachtig uitzicht op het reservaat en een beetje uitleg over de alhier voorkomende vogels en enkele folders. In de onmiddellijke omgeving (de eerste op ongeveer 250 m, de andere op 450 m) liggen dan twee schuilhutten die we dan ook bezochten. De eerste hut “Cordonhill” Hide genaamd leverde niet echt veel op maar is in ieder geval prachtig gelegen. Dit leverde volgende waarnemingen op : WILDE EEND, BUIZERD, WATERHOEN, KIEVIT, WULP, KOKMEEUW EN FITIS.
De tweede schuilhut ligt iets verder ten oosten, alleen al voor de wandeling er naar toe is het de moeite waard. We bleven hier van 11.30 tot ongeveer 12.30 en konden buiten enkele mooie vogelsoorten ook
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 16
enkele laag overvliegende vliegtuigen en helikopters “bewonderen”. Onze vliegtuigspecialist was natuurlijk weeral in de auto blijven lezen zodat hij dit spektakel tot zijn grote spijt miste. Gelukkig voor hem kon hij ze even later toch nog noteren (het zijn blijkbaar niet alleen de vogelkijkers die schrijven). Maar terug over de vogels, we hoorden en zagen verschillende Rietzangers terwijl een koppel Sprinkhaanzanger aan het ruziën was juist in de omgeving van de hut. Verder noteerden we nog verschillende Wulpen, een jong exemplaar met onvolgroeide snavel was wel een raar zicht, Bonte kraaien en verschillende Rietgorzen. Terug aan de auto was het ondertussen reeds 12.40 uur zodat we besloten onze boterhammen op te eten in de omgeving waar de wandeling met de onmogelijke naam “Lynachlaggan” begon. Na enig zoekwerk (een aforisme) vonden we het begin van deze wandeling en konden we dan uiteindelijk toch eten, tot overmaat van ramp begon het nu ook nog goed door te regenen zodat er van deze veelbelovende wandeling ook niets in huis kwam. We vonden het slecht aangeduid beginpunt van de wandeling uiteindelijk op de baan B970 richting Kincraig waar er een hoogspanning pyloon juist rechts naast de baan staat. Hier is er een kleine parkeerplaats en aan de andere kant van de baan een poort met een plaat met als opschrift “RSPB Lynachlaggan Trail” Het is een wandeling dwars door het reservaat richting de Spey rivier. Daar het nu toch aan ‘t regenen was besloten we verder te rijden en Loch Insh te bezoeken. Via verschillende korte haltes kwamen we aan de brug over de Spey in het dorp Kincraig. Hier schuilden we onder de brug en hadden een prachtige waarneming van een koppel Visarend met twee jonge vogels op nest. Verder nog enkele Oeverlopers, verschillende Wintertalingen en honderden Oeverzwaluwen boven het water. Een goed uitkijkpunt over het Loch is te vinden op de baan B 9152 tussen Kincraig en Kingussie, dit op de plaats waar de baan het dichtst de spoorwegbaan nadert. Hier zagen we een zestal Brilduikers, vier Knobbelzwanen en enkele Wintertalingen. Ook hier vlogen er erg veel Oeverzwaluwen rond. Vervolgens reden we via de B 9152 richting Aviemore, deze baan loopt langs Loch Alvie met enkele mooie uitkijkpunten langs de baan. Ook kan men het pad naar Alvie Church inrijden hier komt men op een prachtige plaats met een kerkje en uitzicht op Loch Beag en Loch Alvie, een mooie plaats om eventjes weg te dromen. Als het regent is het natuurlijk iets minder. Regen of niet toch zagen we Knobbelzwanen, Blauwe reiger, enkele Brilduikers , Oeverzwaluwen en een zingende Rietzanger. Vervolgens reden we naar Loch Eilein een erg gekende toeristische plaats met een kasteel ruïne op een eilandje maar met bedroevend weinig vogels. Daar de regen van geen ophouden wilde weten besloten we rond 16 uur terug te rijden naar Boat of Garten waar we begonnen in te pakken.
ZATERDAG 6 JULI 1996 Weer : zwaar bewolkt met na de middag mist en motregen, veel en koude wind. Bezochte gebieden : REIS VAN BOAT OF GARTEN NAAR THURSO - DUNNET HEAD Waargenomen : Vandaag vertrokken we om 9.30 uur van Boat of Garten richting Thurso in Noord Schotland. Het is de bedoeling in deze omgeving enkele dagen te blijven en dan de oversteek naar de Orkney eilanden te wagen. Na 230 km op overwegend kleinere banen kwamen we rond 12.30 uur aan te Thurso, daar we onderweg besloten hadden van zo rap als mogelijk de oversteek naar Orkney te wagen reden we onmiddellijk door naar het dorp Scrabster, dit is de haven van Thurso. Daar het office van P&O Ferrier niet open was besloten we na het drinken van een koffie naar de toeristische dienst van Thurso te rijden. Hier boekten we een Bed & Breakfast voor de avond, en reserveerden een plaats voor een overtocht naar de Orkney eilanden. De heenreis op zondag 7 juli en terug vrijdag 12 juli, wel waren we enigszins verrast door de prijs ervan, dit kwam voor auto en drie volwassen personen op 161 GBP of ongeveer 8.000 BEF. Eerst bezochten we onze slaapgelegenheid om het een en het andere uit te laden waarna we terug richting Scrabster reden om onze tickets van de boottocht af te halen in het P & O office.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 17
Door al dit heen- en weerrijden was het reeds 17 uur toen we aan de vuurtoren van Dunnet Head kwamen, een bekende vogelplaats in de omgeving van Thurso. Het schiereiland met de kaap is het meest noordelijk punt van het Britse vasteland, landschappelijk ongelooflijk mooi met enorme heidevlakten en grote waterplassen. Aan de kaap zelf zijn prachtige kalk graslanden met tal van orchideeën en herbergt aan de kliffen een erg grote zeevogel kolonie. In Where to Watch Birds in Scotland staan volgende broedvogels vermeld : Noordse stormvogels, Drieteenmeeuw, Zeekoet, Alk, Zwarte zeekoet en Papegaaiduiker. Dit samen met Grote jager, Rotsduif, Raaf en Frater. Dit beloofde. Niettegenstaande de vele regen en de sterke wind hadden we toch ongelooflijk prachtige waarnemingen, de Grote jagers waren niet uit de lucht en kwamen soms erg dicht voorbij vliegen. De meest waargenomen vogel was ongetwijfeld de Noordse stormvogel dit samen met Alken en Papegaaiduikers en de veel minder talrijke Zeekoeten. Verder konden we nog Rotsduif en een grote groep Drieteenmeeuwen aan onze lijst toevoegen. Het was zonde van het slecht weer maar als dit een voorbode is van wat we op de Orkney eilanden zullen zien dan mogen we ons nog aan mooie dagen verwachten, slecht weer of niet. Toen we rond 18.30 uur terug in Thurso waren zochten we een onderkomen in wat een voortreffelijk restaurant bleek te zijn, we mogen ook al eens geluk hebben. Voor de lekkerbekken onder de vogelaars het restaurant The Fountain in de Sinclairstreet te Thurso is ons geweldig meegevallen.
ZONDAG 6 JULI 1996 Weer : zwaar bewolkt met soms een straaltje zon en enkele kleine buien. Bezochte gebieden : OMGEVING VAN THURSO - BOOTREIS SCRABSTER NAAR STROMNESS (ORKNEY EILANDEN.) Waargenomen : Na onze Bacon, Eggs and Sausages genuttigd te hebben (zoals gebruikelijk bij een Bed & Breakfast) stonden rond 8 uur voor de keuze, ofwel deden we in de omgeving van Thurso een wandeling, ofwel reden we terug naar Dunnet Head. Daar we reeds om 11 uur in Scrabster moesten zijn voor de overzet besloten we maar een wandeling te maken in de omgeving van Thurso. Eerst reden we naar de MONDING VAN DE RIVIER THURSO, daar het laag water was kwamen grote oppervlakten slik en vlakke rotsen vrij. De meeste waarnemingen werden echter toch op het water gedaan. Er zwommen een viertal Eiders en twee Aalscholvers, verder de onvermijdelijke Kokmeeuwen samen met enkele Zilvermeeuwen en een tweetal Grote mantelmeeuwen. Alles op een rij : AALSCHOLVER, NOORDSE STORMVOGEL, EIDER, TURELUUR, KOKMEEUW, ZILVERMEEUW, GROTE MANTELMEEUW, ROUWKWIKSTAART EN VEEL HUISMUSSEN.
Daar het terug begon te motregenen reden we een eind STROOMOPWAARTS DE RIVIER en deden aan de rand van de stad terug een wandeling langs de rivier. Een wandeling uit de wind en de zon die eventjes kwam loeren deed enorm deugd, we genoten werkelijk van de zon. Blijkbaar waren ook de vogels blij dat de zon zich eventjes toonde want ze begonnen prompt te zingen. Dit leverde zang op van Zanglijster maar ook van Winterkoning, Fitis en zelfs eventjes Tjiftjaf (de enige keer van gans de reis), verder nog Rietzangers en Rietgorzen, ook konden we onze eerste Heggemus van deze reis waarnemen. Mooi waren ook de drie Grote gele kwikstaarten en terug verschillende Oeverlopers. Alles op een rij : WILDE EEND, OEVERLOPER, TURKSE TORTEL, HUISZWALUW, GROTE GELE KWIKSTAART, ROUWKWIKSTAART, WINTERKONING, HEGGEMUS, ROODBORST, MEREL, ZANGLIJSTER, RIETZANGER, TJIFTJAF, FITIS, VINK, PUTTER EN RIETGORS.
Ondertussen was het reeds 10.30 uur zodat we besloten richting Scrabster te rijden. Daar we nog tijd genoeg hadden deed ik in de omgeving een kleine wandeling. De kliffen in de omgeving zijn te bereiken door het baantje achteraan links van de parking te volgen tot aan de witte vuurtoren. van hieruit loopt een pad naar de kliffen. Daar ik niet genoeg tijd had kan ik jammer genoeg niet vertellen wat er zo allemaal broedt. AALSCHOLVER, EIDER, GROTE JAGER, GRASPIEPER EN SPREEUW.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 18
Rond 11.15 uur reden we dan de OVERZETBOOT op om rond 12 uur te vertrekken richting Orkney eilanden. Reeds in de haven deed ik een prachtige waarneming van twee Zwarte zeekoeten, mijn vijfde nieuwe soort van de reis. Vast besloten bleef ik de ganse overvaart buiten staan dit niettegenstaande de vrij ruwe zee en het feit dat het alles bij elkaar nogal koud was. Het eerste uur was er eigenlijk niet echt veel te beleven, wel regelmatig Alken, Zeekoeten, Papegaaiduikers en Noordse stormvogels maar dan wel in kleine aantallen. Toen we in de omgeving van het eiland Hoy voorbij vaarden veranderde wel het een en het andere, het aantal vogels was hier enorm maar wel met dezelfde soorten. Mooi was een Grote jager samen met een Kleine jager in één verrekijker beeld, op dit moment valt het enorme grootte verschil nogal op. In het totaal zag ik een viertal Jan van genten en dicht tegen Orkney regelmatig voorbijvliegende Kuifaalscholvers. Op het eind van de tocht kon ik nog een zestal Zwarte zeekoeten waarnemen wat toch ook niet te versmaden is. Alles op een rij : NOORDSE STORMVOGEL, JAN VAN GENT, AALSCHOLVER, KUIFAALSCHOLVER, EIDER, KLEINE JAGER, GROTE JAGER, GROTE MANTELMEEUW, DRIETEENMEEUW, ZEEKOET, ALK, ZWARTE ZEEKOET EN PAPEGAADUIKER.
Bij aankomst in Stromness bezochten we onmiddellijk het toeristisch informatie centrum waar ze ons hielpen een piep klein studiootje op de kop te tikken voor vijf nachten aan de schappelijke prijs van 130 GBP voor 5 nachten. Daarna bezochten we Stromness en deden we de nodige inkopen om onze eerste dag op Mainland aan vogels te kunnen wijden.
MAANDAG 7 JULI 1996 Weer : eerst bewolkt, nadien veel zon, weinig wind en mooi weer. Bezochte gebieden : RONDRIT OP WEST MAINLAND (ORKNEY) Waargenomen : Vandaag zouden we West Mainland bezoeken, daar het al vrij laat was toen we vertrokken was ik redelijk ongeduldig, onze eerste halte hielden we aan een schuilhut gelegen bij het plaatsje Cottascath. Daar de hut niet gemakkelijk te vinden is veronderstel ik dat er niet te veel volk op afkomt. De “Eddie Balfour Hide” kijkt uit op een pracht van een vallei, maar toen wij er waren konden we er niet veel vogels waarnemen. Landschappelijk is het er natuurlijk ongelooflijk prachtig met al die heide, al moet gezegd dat het aantal broedende Wulpen, Graspiepers en Scholeksters er wel erg groot is. Verder konden we veel Veldleeuwerikken, Bonte kraaien en enkele Kieviten waarnemen. Op de terugweg naar de hofstede konden we nog een Torenvalk en een verre Raaf opschrijven. In de hut ligt een speciaal logboek om de waarnemingen van de Velduil te noteren, daar deze hut zo eigenaardig gelegen is dacht ik dat ze misschien gebouwd werd speciaal om de foeragerende Velduilen te kunnen observeren. Rond 11.30 uur reden we dan verder naar de tweede schuilhut die beschreven staat in Where to Watch Birds in Scotland. Ook deze hut ligt in het enorm reservaat Birsay moors & Cottascath RSPB Reserve, en is gelegen bij een windmolen park, het biedt uitzicht op het Lowrie’s Water, een vrij klein maar interessante plas. Van 12 tot 13 uur bleven we in de hut en het werd een prachtig uurtje. Het begon erg goed met een jagende (erg bleke) Velduil die we bijna konstant konden waarnemen, soms ver maar ook enkele keren van erg dicht bij. Rond de tijd dat we de hut verlieten zagen we eventjes een tweede ex. en geloof het of niet maar het was evenzeer een erg bleek ex. Bij aankomst in de hut had ik een korte waarneming van een voorbij vliegend mannetje Blauwe kiekendief, ook zagen we regelmatig Grote jagers en tot tweemaal toe een Kleine jager van de donkere vorm. In de begroeiing aan het water liet een Roodkeelduiker op nest regelmatig zijn kop en nek zien, terwijl zes juveniele Smienten besloten eventjes een rondje te zwemmen. In een natte weide tegen het water zaten nogal wat broedende Stormmeeuwen en Kokmeeuwen, bij het terugkeren naar de auto konden we nog een Torenvalk verschalken. Vervolgens reden we rond 13.30 uur (na het eten van onze boterhammen) richting Brough of Birsay, dit via de B 9057 die omzeggens het reservaat doorkruist. Halfweg namen we de weg richting Loch of Hundland waar we aan de rand van het meer terug een jagende Velduil konden bewonderen. Dit keer had de vogel “normale” kleuren. De omgeving van Brough of Birsay, met een eiland die alleen te bereiken is bij laag water, leverde niet echt spectaculaire beelden op, toch
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 19
vlogen er hier opvallend veel Noordse stormvogels en Drieteenmeeuwen langs. Verschillende Grote jagers, een tiental Tureluren, Papegaaiduikers en Eiders zorgden voor enige kleur. Vervolgens bezochten we de ruïnes van Earl’s palace (onze Benjamin weeral blij) waarna we rond 15 uur richting Marwick Head RSPB reservaat reden. Dit reservaat kan men het best vinden door de platen naar het “Kitchener Memorial” in het gehucht Cumlaquoy te volgen. Hier is een parking van waaruit men te voet naar het memoriaal en naar de kliffen kan wandelen. De kliffen zijn een echte aanrader, werkelijk duizenden zeevogels verdringen zich hier op rotsrichels om er te broeden, we zagen er overwegend Zeekoeten (ook regelmatig ex. van de gebrilde vorm) en erg veel Drieteenmeeuwen en Noordse stormvogels. Verder regelmatig Alken en enkele Papegaaiduikers. Al deze vogels zijn vanaf tientallen punten werkelijk schitterend te zien, dat de stank ons deed denken op varkenshokken moesten we er maar bijnemen.(Als we in België weer eens de varkens ruiken dan zullen we terugdenken aan deze prachtige vogelkliffen). Dat er bij al dat moois nogal veel juveniele vogels zaten kon het waarnemen alleen interessanter maken. Dit alles werd dan nog aangevuld met tientallen voorbij vliegende Grote jagers en regelmatig Kleine jagers. Verder nog Torenvalk, Graspiepers en Rotsduiven. Vervolgens reden we naar het wereldberoemd (echt waar hoor) neolithisch dorp Skara Brae, de archeologisch attraktie van Orkney en door specialisten gedateerd op ongeveer 3.000 jaar voor onze jaartelling. Onderweg een honderdtal Wulpen en erg veel Rotsduiven op een pas gemaaide weide. Achter de parking van Skara Brae bleek een grote kolonie Noordse sterns te huizen die natuurlijk niet aan onze aandacht kon ontsnappen. Ook hier een grote groep Kieviten en vrij veel Rotsduiven. Vervolgens reden we naar het wereldberoemd (echt waar hoor) neolithisch dorp Skara Brae, de archeologische attraktie van Orkney en door specialisten gedateerd op ongeveer 3.000 jaar voor onze jaartelling. Skara Brae, die we bezochten van 17.15 tot 18.30, viel enigszins wel een beetje tegen alleen al door het feit dat het dorp slechts uit enkele huizen bestaat. Wel moet gezegd dat ze nog in uitstekende staat zijn en men niet veel verbeelding moet hebben om zich het leven van 5.000 jaar geleden voor te stellen. Op de terugweg naar Stromness reden we langs Loch of Skaill waar verschillende Knobbelzwanen, twee Brilduikers en enkele Kuifeeden op zwommen.
DINSDAG 9 JULI 1996 Weer : mistig en zwaar bewolkt met motregen tot ongeveer 9 uur, nadien bewolkt met zon. Vrij veel en koude wind. Bezochte gebieden : WEST MAINLAND - BEZOEK AAN KIRKWALL - RSPB RESERVAAT HOBBISTER. Waargenomen : Vandaag ben ik vrij vroeg (rond 6 uur) opgestaan met de bedoeling een toer te maken tot rond 10.30 uur om nadien met de rest van de familie Kirkwall en omgeving te bezoeken. Via de A 965 reed ik tot aan de Bridge of Waithe, gelegen aan de verbinding tussen Loch of Stenness en de zee. Hier deed ik van 6.45 tot 7.30 uur een wandeling richting de zee. Het begon erg goed met een drietal Bontbekplevieren en iets verder twee Bergeenden, tussen de talloze Graspiepers en Scholeksters. Een verrassing was een overvliegende Grote zaagbek (in vrouwtjes- of eclipskleed) , die ik dit keer wel kon determineren. Maar de mooiste waarneming was ongetwijfeld een Zeehond die juist over de brug in de Loch of Stenness aan het rond zwemmen was. Alles op een rij : BERGEEND, EIDER, GROTE ZAAGBEK, SCHOLEKSTER, BONTBEKPLEVIER, WULP, TURELUUR, NOORDSE STERN EN GRASPIEPER.
Vervolgens reed ik naar de B 9055, deze baan ligt tussen Loch of Stenness en Loch of Harray en biedt een goed uitzicht over deze Lochs. Op Loch of Stenness zwommen erg veel Knobbelzwanen en min. één Roodkeelduiker. Opmerkelijk was een Oeverloper, een erg zeldzame broedvogel op Orkney. ROODKEELDUIKER, AALSCHOLVER, KNOBBELZWAAN, OEVERLOPER, GRASPIEPER EN RIETGORS.
Daar Loch of Clumly in de onmiddellijke omgeving ligt besloot ik ook daar even een kijkje te gaan nemen, Ook hier zaten Knobbelzwanen en als mooie verrassing een vr. Middelste zaagbek met een zevental juveniele vogels achter haar aan. Tegen een kleine rotswand zaten verschillende Noordse stormvogels te broeden
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 20
NOORDSE STORMVOGEL, VELDLEEUWERIK.
KNOBBELZWAAN,
KUIFEEND,
MIDDELSTE
ZAAGBEK,
KIEVIT,
WULP,
ROTSDUIF
EN
De volgende halte was dan Loch of Skaill waar we gisteren ook eventjes een korte halte hielden. Achteraan dit water ligt een prachtige natte weide waar boven twee Watersnippen aan het vechten waren. Op het water twee Middelste zaagbekken, enkele Knobbelzwanen, twee Brilduikers, een tiental Kuifeenden en niet minder dan 12 Tafeleenden. Verder waren de Noordse sterns van een nabij gelegen kolonie niet uit de lucht. Na enig getwijfeld vertrok ik dan richting het RSPB reservaat The Loons, dit bleek een goede keuze te zijn. Naast de verbindingsweg tussen de B 9056 en de A 967 staat een schuilhut die een mooi zicht heeft over het reservaat. Vooraan ligt een vrij kleine plas met rechts een groot rietveld. De rest van het reservaat is erg goed te zien als men enkele honderden meter de zelfde weg volgt, hier is er een uitkijkpunt met informatie borden. Nieuw voor de reis waren twee Slobeenden en twee Meerkoeten met een juveniel ex. Verder veel broedende Kokmeeuwen, Wulpen, Kieviten en Tureluren. Een Waterhoen was slechts de derde waarneming van deze soort tijdens de reis. WILDE EEND, SLOBEEND, KUIFEEND, WATERHOEN, MEERKOET, KIEVIT, WULP, TURELUUR, KOKMEEUW EN RIETZANGER.
Rond 10.30 was ik terug in Stromness waarna we met de rest van de familie eerst de graftombe van Maes Howe bezochten waarna we doorreden naar KIRKWALL voor een uitgebreid bezoek. Vervolgens reden we naar de Churchill Barriers tussen Mainland en Burray en brachten tevens een bezoek aan de Italiaanse kapel. In de omgeving van de Churchill Barriers haalde ik mijn verrekijker terug boven voor twee Zwarte zeekoeten, één Middelste zaagbek, enkele Noordse stormvogels, Noordse sterns en drie Grote jagers. Een ver mannetje Eider volop aan het ruien deed met zijn zwart/wit kleed aanvankelijk aan een andere vogel denken. Iets verder nog enkele Noordse sterns, een Grote stern en terug een Middelste zaagbek tot op enkele meter van de auto. Een Zwarte zwaan kwam niet in het notitieboekje. De terugweg naar Stromness leidde ons (bewust) langs het RSPB RESERVAAT HOBBISTER. Langs de A 964 is een parking voorzien van waaruit men kan wandelen in het reservaat naar de zee toe, dit gedeelte van het reservaat is open voor het publiek en ook interessant daar het niet alleen uit heide bestaat maar ook enkele (vrij lage) kliffen. Hier broeden niet alleen Noordse stormvogels maar naar verluid ook Zwarte zeekoeten. Deze laatste soort zagen we inderdaad enkele keren laag over het water vliegen maar konden ze , waarschijnlijk omdat ze erg laag tegen de zee broeden, niet vinden op de kliffen. Indrukwekkend was een alarmerende Slechtvalk die onze aanwezigheid niet kon waarderen, hij bleef maar alarmeren tot we vertrokken. Een familie Roodborsttapuit zorgde voor enige opwinding terwijl we terug naar de auto wandelden. Dit reservaat, dat zorgde voor een mooie afsluiter van onze welgevulde dag, verdient zeker een uitgebreid bezoek maar onze tijd op de Orkney eilanden is helaas te beperkt. NOORDSE STORMVOGELS, SLECHTVALK, WULP, GROTE JAGER, ZWARTE ZEEKOET, GRASPIEPER, ROODBORSTTAPUIT, MEREL, ZANGLIJSTER EN SPREEUW.
WOENSDAG 10 JULI 1996 Weer : erg veel wind en regen tot ongeveer 10.30 uur. Nadien zwaar bewolkt met veel en koude wind. Regelmatig mistig, tegen de avond vrij veel zon.. Bezochte gebieden : BEZOEK AAN HET EILAND ROUSAY. Waargenomen : Vandaag bezochten we Rousay, wat een hoogtepunt van deze reis had moeten worden is door het weer serieus tegengevallen. Bij mooi weer moet er inderdaad erg veel te zien zijn. Jammer maar helaas. De overtocht werd geregeld via de toeristische dienst van Stromness die voor ons reserveerde. Vertrek in Tingwall op Mainland om 8.20 uur en terug naar keuze om 14.40 of 17.20 uur. Wij hadden onze auto mee maar bij goed weer zou het misschien interessanter zijn te informeren of men op Rousay een fiets kan huren. Veel goedkoper en milieuvriendelijker. Kostprijs : 4.20 GBP per volwassen persoon heen/terug 12.60 GBP voor de wagen heen/terug.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 21
Oorspronkelijk hadden we de bedoeling bij aankomst op het eiland eerst een wandeling te maken in het RSPB reservaat Trumland maar door het slechte weer besloten we eerst een rit rond het eiland te maken en dan bij het terug rijden alsnog het reservaat te bezoeken. We hielden onze eerste halte bij de Saviskaill Bay waar we onze eerste Tapuit van de dag konden bewonderen, beneden ons op het water zaten een tiental Zwarte zeekoeten. De volgende halte was aan het Loch of Wasbisterin in het noorden van het eiland. Hier zaten vrij veel Grote mantelmeeuwen, enkele Grote jagers, vrij veel Stormmeeuwen en een zestal overvliegende Kuifeenden. In dezelfde omgeving hielden we ook een halte aan een kleine baai Nousty Sand genoemd. Hier vlogen een tiental Tureluren, Rotsduiven, verschillende Noordse stormvogels, Eiders en erg veel Drieteenmeeuwen. Maar het waren vooral de Zeehonden die hier onze aandacht kregen. Een drietal lagen op het strand terwijl er nog een viertal constant aan het rond zwemmen waren in de onmiddellijke omgeving. Vervolgens reden we door een prachtig gebied, aangeduid op de kaart als Brings. Een sterk naar de zee toe hellend weide/heide landschap met prachtige natte stukken. Hier broeden tal van sterns, overwegend Noordse sterns, naar verluid een 4.000 paar. Veel dichter tegen de baan broeden dan de Kleine jagers (een honderdtal naar het schijnt) die we dan ook veel beter konden bekijken, ook hier waren het overwegend Kleine jagers van de donkere faze. Tussen een grote groep Kieviten vlogen er verschillende Goudplevieren die hier ook tot broeden komen. In het noord westen van het eiland zijn er terug kliffen met tal van zeevogels, volgens ons is de enige manier om in deze omgeving te komen een wandeling door de weiden te maken. Door het bar slecht weer besloten we, met spijt in het hart, dan maar door te rijden De volgende halte hielden we aan de parking bij het wandelpad naar de Broch Mid Howe (een van de vele verdedigingstorens van rond de eerste eeuw, met in de nabije omgeving een opgegraven begraafplaats van ongeveer 3.000 jaar voor onze jaartelling namelijk Chambered Cairn en een ruïne van een 18 de eeuws dorp. Boven de begraafplaats hebben ze na de opgravingen een gebouw geplaatst zodat alles onder ideale omstandigheden te bezichtigen is. Vol moed gingen we op pad om al die oude stenen te gaan bezoeken en wonder boven wonder het stopte met regenen. Natuurlijk hielden we onze verrekijkers in aanslag, er vlogen vrij veel Tapuiten rond en op de terugweg konden we onze eerste (en laatste) familie Fraters van deze reis bewonderen. Ook hier kregen een zestal Zeehonden de nodige aandacht. NOORDSE STORMVOGEL, TURELUUR, KLEINE JAGER, GROTE JAGER, MEEUWEN, WINTERKONING, TAPUIT EN FRATER.
Vervolgens reden we naar het gehucht Westness waar we na het verorberen van onze boterhammen een wandeling begonnen (van 13 tot 14.30 uur) naar Peerie Water en Muckle Water, de twee grootste Lochs van Rousay. Een prachtige wandeling daar niet van maar het werd wel serieus verbrod door de opkomende mist en de felle wind. Tegen enkele hellingen zaten broedende Noordse stormvogels, terwijl de Kleine - en Grote jagers omzeggens niet uit de lucht waren. Op Muckle Water zaten twee Roodkeelduikers waarvan er een vrij dicht te benaderen was, samen met een grote groep Grote mantelmeeuwen. Verder hoorden we nog de onvermijdelijke Graspiepers en een zotte Veldleeuwerik begon zelfs eventjes te zingen. Reeds op de terugweg hielden we onze laatste halte van de dag aan het RSPB reservaat Trumland in de omgeving van de aanlegplaats voor de overzetboot. Achteraf gezien was het een vergissing, we hadden beter terug naar het noorden gereden en een wandeling gemaakt in de Brings opzoek naar de sterns en Kleine jagers. De wandeling in het reservaat zelf leverde niet veel nieuws op, verschillende Wulpen, Scholeksters, Graspiepers en Bonte kraaien zijn natuurlijk niet min maar voor deze soorten zijn we niet zo ver gekomen. Na het drinken van een koffie werden we rond 17.20 terug gevaren naar Mainland. De belangrijkste waarnemingen tijdens deze boottocht van een 20-tal minuten waren verschillende Noordse sterns, Kuifaalscholvers maar vooral een erg dichte Zwarte zeekoet kon ik naar waarde schatten. Daar het ondertussen terug aan het regenen was besloten we hier maar onze vogeldag af te sluiten.
DONDERDAG 11 JULI 1996 Weer :.bewolkt met erg veel zon, erg veel en hinderlijke wind. Bezochte gebieden : RONDRIT OP MAINLAND. Waargenomen :
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 22
Het was de bedoeling dat we vandaag het eiland Hoy zouden bezoeken, door de slechte weervoorspelling en na de vrij zware (koude) dag van gisteren besloten we van Hoy af te zien en terug een rondrit te maken op Mainland. Op vraag van Benjamin bezochten we eerst de Broch of Gurness, een versterkte toren met de ruïnes van een omliggend dorp uit de eerste eeuw voor onze jaartelling. Deze gebouwen stonden tegen het water zodat we drie eeuw later bij een bezoek toch nog vogels kunnen kijken. De Broch zelf is zeker de moeite waard, er is een klein informatie centrum en via maquettes krijgt men een idee hoe het er enkele eeuwen geleden uitzag. Daar we deze morgen vrij lang hadden geslapen kwamen we slechts rond 10.30 uur ter plaatse dit tot ongeveer 11.45 uur. De belangrijkste waarnemingen waren een familie Bontbekplevier, enkele Zwarte zeekoeten en verschillende Visdiefjes. Verder vrij veel Eiders, enkele Aalscholvers, overvliegende Noordse stormvogels en langs vliegende Kleine jager. Vervolgens reden we naar de schuilhut, gelegen in de onmiddellijke omgeving van het windmolen park, met uitzicht op het Lowrie’s Water. Hier hadden we terug de Roodkeelduiker op nest maar ook twee foeragerende vogels die we natuurlijk uitstekend konden bekijken. Voor de rest was het in tegenstelling tot maandag vrij kalm, dit waarschijnlijk door de sterke wind. Daar het ondertussen reeds 12.30 uur was zochten en vonden we een mooie plaats waar we onze boterhammen konden opeten. We reden via een zijweg van de A 966 richting Loch of Swannay en stopten in de omgeving van Peerie Water. Na het eten deden Marleen en ik nog een wandeling tot aan het Peerie Water dat we vanaf de weg niet konden zien liggen. Boven de natte heide (met erg veel Wateraardbei) regelmatig overvliegende Grote - en Kleine jagers en ongelooflijk veel Wulpen en Scholeksters. Tijdens de wandeling stootten we twee Watersnippen op en hoorden we Graspiepers en Veldleeuweriken. Op het water zaten een juveniele Smient, Wilde eend en verschillende Kleine mantelmeeuwen. De mooiste waarneming tijdens deze stop was ongetwijfeld een jagende Velduil die we erg kort te zien kregen. Op vraag van Benjamin reden we naar het iets verder gelegen Brough of Birsay , onderweg zagen we op Loch of Swannay een 50-tal Grauwe ganzen. Daar het laag water was konden we op het eiland Brough of Birsay de ruïnes van een Noordse nederzetting (bewoond van de 9 de tot de 12 de eeuw) bezoeken. Op het eiland vlogen enkele Tapuiten en al de zeevogels (inclusief Papegaaiduikers en Kuifaalscholvers) die iets verder op Marwick Head broeden. Vanaf Birsay kan men in de verte de kliffen zien liggen waar de zeevogels broeden, de afstand is echter vrij groot en het beeld dat we met de verrekijker kregen deed denken aan bijen die rond hun korven vlogen. Na dit kort toeristisch tussendoortje reden we naar de Marwick baai van waaruit we een wandeling maakten naar het natuurreservaat Marwick head. Volgens informatie borden die aan de baai staan broeden aan Marwick Head ongeveer 25.000 Zeekoeten, 1.000 Alken, 1.000 Noordse stormvogels, 5.000 Drieteenmeeuwen, één paar Raaf, 1 à 2 Bergeenden en 2 paar Bontbekplevier. De wandeling begon er goed met een familie Tapuit, op de kaap terug prachtige beelden van Zeekoeten, Alken, Drieteenmeeuwen, Noordse stormvogels en een zevental Papegaaiduikers. Onze Benjamin was fier als een gieter toen we na veel aanwijzingen en erg veel geduld (we hadden onze telescoop niet bij) de Papegaaiduikers konden tonen aan een familie op uitstap. Al deze waarnemingen werden dan nog aangevuld met voorbijvliegende Grote - en Kleine jagers, Rotsduiven, twee voorbijvliegende Jan van Genten en een Oeverpieper. Daar we dan toch in de omgeving waren hielden we onze laatste halte van de dag aan de schuilhut van het RSPB reservaat The Loons. Dit leverde als uitschieters een Watersnip en twee (volwassen & juveniel) Kuifeenden op. WILDE EEND, KUIFEEND, MEERKOET, KIEVIT, WATERSNIP, WULP, KOKMEEUW EN STORMMEEUW.
VRIJDAG 12 JULI 1996 Weer :.redelijk goed weer, bewolkt met vrij veel zon en weinig wind.. Bezochte gebieden : REIS VAN STROMNESS VIA THURSO NAAR ULLAPOOL. Waargenomen : Vandaag hadden we de boot geboekt om 8.45 uur om terug naar Scrabster te varen. Met een half uur vertraging vertrokken we rond 9.15 uur, de boottocht duurde tot ongeveer 11.15 uur.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 23
In tegenstelling tot zondag was er tijdens de overtocht vrij weinig te beleven, verrassend was wel het groot aantal Papegaaiduikers. Verschillende keren kon ik een volwassen Zeekoet samen met een juveniele vogel midden op zee waarnemen, de jonge vogels springen in zee terwijl ze nog geen slagpennen hebben en worden dan door de volwassen exemplaren verder gevoederd. NOORDSE STORMVOGEL, KUIFAALSCHOLVER, KLEINE JAGER, GROTE JAGER, DRIETEENMEEUW, ZEEKOET, ALK, ZWARTE ZEEKOET EN PAPEGAAIDUIKER.
Vervolgens reden we van Scrabster naar Ullapool, dit van 11.30 tot 16 uur, we hielden enkele korte haltes onder andere aan het informatie centrum van het Inverpolly National Nature Reserve te Knockan. In dit klein informatie centrum kregen we enige informatie over de alhier voorkomende vogels (o.a. met een goede plaats voor de Parelduiker) en kochten we een gedetailleerde kaart van de streek. Zo’n kaart is wel echt een must wil men de streek bezoeken. Onderweg konden we een tweetal Buizerds, enkele Torenvalken en op een Loch twee Roodkeelduikers noteren. Opvallend is wel dat er onnoemelijk veel lochs zijn waar kennelijk niets op zit. Via de toeristische dienst van Ullapool konden we vrij rap een B & B op de kop tikken dit voor 12 GBP per persoon/nacht. Voor die prijs sliepen we wel alle drie in dezelfde kamer met een WC en badkamer op de gang. Tijdens een korte wandeling in de omgeving van de haven van Ullapool konden we een Zeehond en een (verdwaalde?) Zwarte zeekoet waarnemen.
ZATERDAG 13 JULI 1996 Weer : ‘s morgens veel mist en motregen. De rest van de dag bewolkt met vrij veel zon, met een strakke en hinderlijke wind. Bezochte gebieden : RONDRIT IN DE OMGEVING VAN HET BEN MOR COIGACH RESERVAAT. Waargenomen : Onze eerste dag in de omgeving van Ullapool hebben we besteed in de omgeving van het Ben Mor Coigach reservaat. Via een zijweg van de A 835 reden we via een “one track road” langs Loch Lurgainn, Loch Bad à Ghaill dan via Loch Raa en Loch Vatachan naar het dorp Achiltibuie en zo verder tot het gehucht Culnacraig. Door het slechte weer konden we hier jammer genoeg geen wandeling maken zodat we besloten terug te keren via het dorp Altandhu waar we een pint dronken in de lokale pub om vervolgens naar de Achnahaird baai te rijden waar we onze boterhammen opaten. Op de terugweg hielden we in de omgeving van Loch Lurgainn een stop voor een wandeling naar de berg Stac Pollaidh, daar er nogal wat mist ging aan de top drongen we niet echt aan om de top te bereiken dit tot grote ontgoocheling van onze Benjamin. Het moet gezegd dat het uitzicht gewoon adembenemend was. Rond 17.30 begon het dan terug te regenen zodat we de dag enigszins ontgoocheld afsloten en terug reden naar Ullapool. Op Loch Lurgainn konden we de aangekondigde Parelduiker niet vinden, toch begon de dag vrij goed toen we tijdens een van de vele haltes tussen verschillende Graspiepers een prachtig mannetje Barmsijs vonden. In dezelfde omgeving zaten er een twintigtal Grauwe ganzen. De halte aan de Achnahaird baai op de heenweg leverde enkele Bontbekplevieren en 21 Bonte strandlopers op. In de omgeving van Achiltibuie waren de Tapuiten niet zeldzaam en konden we ook ons eerste Paapje van deze reis noteren. Aan het gehucht Culnacraig hadden we gedacht van een flinke wandeling te maken maar door het slecht weer werd deze wandeling met pijn in het hart afgelast. Ter compensatie reden we dan maar naar de omgeving van Altandhu waar een korte halte een prachtige waarneming opleverde van twee baltsende Roodkeelduikers op zee. Dit werd gevierd met een pint in een plaatselijke pub. Van hieruit reden we naar de Achnahaird baai waar we tijdens het eten enkele mooie “zee” waarnemingen konden noteren. Twee Noordse sterns kwamen in ruzie met een Roodkeelduiker (later vonden we nog een tweede ex.) die het op zijn beurt aan de stok kreeg met een Zeehond, dit terwijl enkele Kuifaalscholvers het schouwspel gade sloegen van op een ver gelegen rots. Op zee vonden we nog een tiental Zwarte zeekoeten (die mannen moeten hier toch ergens broeden) en een Zeekoet samen met een juveniele vogel. Verder nogal wat Stormmeeuwen en verschillende Eiders.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 24
De berg Stac Pollaidh die slechts 613 m hoog is mag men weliswaar niet onderschatten. Als je er onderaan staat zou je denken dat hij zekere dubbel zo hoog is. We hadden terug niet veel geluk, de top van de berg was verdoken in de mist zodat een inspanning om tot boven te geraken verloren moeite zou zijn. Onze Benjamin wou van geen wijken weten en wilde perse klimmen tot aan de top. Argumenteren over zin of onzin had niet veel effect zodat ik mijn trucks moest boven halen en wijzen op het feit dat ik nogal last had van mijn knieën zoals dit in de bergen nogal eens gebeurt. Had ik dat maar niet gedaan ik moet nog iedere dag horen dat mijn fysiek maar zus en zo is. Over vogels kan ik vrij kort zijn, deze wandeling van 15 tot 16 uur leverde verschillende Graspiepers en een Torenvalk op. Terug aan Loch Lurgainn gingen we terug fel op zoek naar de alhier gesignaleerde Parelduikers, zoals deze morgen leverde ons intens zoekwerk (jagen zou Marleen zeggen) niet het gewenste resultaat op. We konden “slechts” enkele Roodkeelduiker en twee overvliegende Raven noteren. Toen het rond 17.30 terug begon te regenen zonk de moed in onze schoenen en reden we enigszins teleurgesteld terug naar Ullapool.
ZONDAG 14 JULI 1996 Weer : zwaar bewolkt met weinig of geen zon, terug een felle en erg koude wind. Een weinig regen zonder betekenis. Bezochte gebieden : RONDRIT IN DE OMGEVING VAN HET INVERPOLLY RESERVAAT. Waargenomen : Via dezelfde weg van gisteren reden we langs Loch Lurgainn en Loch Bad à Ghaill. Juist voorbij dit laatste Loch namen we de weg richting het stadje Lochinver om via de A 837 en de A 835 terug te keren naar Ullapool. Ook onze derde poging om aan Loch Lurgainn Parelduikers waar te nemen mislukte grandioos, we konden dit keer zelfs geen Roodkeelduikers vinden. Zouden er hier wel parelduikers zitten? Ik begon in ieder geval serieus te twijfelen. Onze volgende halte hielden we terug aan de “Cattlegrid” waar we gisteren vrij veel kleine vogels hadden waargenomen. Ook nu was het de moeite waard, drie Bonte kraaien, een Grote mantelmeeuw en twee Raven deden verwoede pogingen om een dood schaap op te eten. Verder terug een familie Barmsijs en erg veel Graspiepers. De Fish Farm aan de rivier Polly leverde nogal wat soorten meeuwen op maar het was vooral de vallei van de rivier met de onmogelijke naam Allt Glean an t Srathain (of zoiets) die ons kon bekoren. We zagen er Paap, Buizerd en hoorden Winterkoning maar het was vooral landschappelijk gewoon subliem. De monding van de rivier met de onmogelijke naam was goed voor Roodkeelduiker, twee Reigers en twee Oeverlopers. Rond 12 uur vertrokken we dan voor een wandeling aan de brug over de rivier Kirkarg naar de watervallen “Sulven Falls” stroomopwaarts. Aan de brug is een parking en iets verder (richting watervallen) een tea/koffie & boekshop, wat wil je nog meer.?? Aan “vogelkijkers snelheid” duurde de wandeling van de brug tot aan de watervallen ongeveer 1.15 uur. De vallei waar men doorloopt loont zeker de moeite voor een bezoek, ze vormt een oase van groen in een landschap dat overwegend bestaat uit heide zodat er onvermijdelijk veel (zang) vogels moeten zitten. Door het guur weer kunnen we het niet echt bevestigen maar toch leverde deze wandeling enkele mooie waarnemingen op. Een familie Roodborsttapuit, overvliegende Sijs, twee Grasmussen die hun kroost van eten voorzagen, enkele Oeverlopers, veel Graspiepers, Veldleeuwerik en een onvergetelijke waarneming van een foerageerde Waterspreeuw waar we zeker een 15-tal minuten op zaten (letterlijk) te kijken. Van de mooie waterval wandelden we dan nog verder tot aan Loch Fionn (een wandeling van een half uur) maar zoals dikwijls met die meren ook hier zat er niets op. Rond 16 uur dronken we een koffie met een eigenaardige notencake (eigenaardige mensen die Schotten) en reden we verder richting Lochinver. Aan de lagere school van Lochinver (gelegen op een schiereiland van Loch Culag) hielden we een noodstop daar Marleen “iets” zag zwemmen op het Loch waar we langs reden.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 25
Het bleek dan toch onze eerste Parelduiker te zijn die we een tiental minuten van vrij dichtbij met de telescoop konden bewonderen, een moment om U tegen te zeggen. Al moet ik ook toegeven dat het ook een moment van opluchting was, ze zaten er dan toch, oef. Op de terugweg noteerde Benjamin (die deze zware taak voor een dag van mij had overgenomen) nog een Roodkeelduiker op Loch Assynt en enkele Buizerds. Verder hadden we nog tijd om de ruïne van het kasteel Ardvreck Castle aan Loch Assynt te bezoeken. ‘s Avonds zwom aan de monding van de rivier te Ullapool een Grote zaagbek.
MAANDAG 15 JULI 1996 Weer : deze morgen vrij zacht weer met regen, nadien zon en erg mooi weer. Bezochte gebieden : TOERISTISCHE UITSTAP NAAR LOCH NESS - LONGMAN POINT TE INVERNESS. Waargenomen : Vandaag speelden we, op vraag van Benjamin, voor toerist en gingen een bezoek brengen aan het wereld beroemd Loch Ness. Na een rit van ongeveer 100 km bezochten we eerst het stadje Drurnnadrochit, waarna we de beroemde ruïnes van Urquhart Castle bezochten. Dit is de plaats om het monster te zien, jammer genoeg zagen we enkel monsterende mensen. Opmerkelijk was wel dat ik hier verschillende Kraaien zag met kenmerken van Kraai en Bonte kraai dooreen. Na het gemist monster reden we naar Inverness waar we een gebied bezochten dat in Where to Watch Birds in Scotland staat beschreven, namelijk Longman Point. Een schorre gebied gelegen op de zuiderzijde van Beauly Firth onmiddellijk oostelijk van de monding van de rivier Ness, dus zo goed als onder de brug Kessock. We hadden tegenslag dat het laag water was zodat de vogels niet geconcentreerd zaten en het loonde dan ook niet echt de moeite. We bleven hier van 15 tot 15.30 uur kijken naar tientallen Grote zaagbekken en erg veel (tientallen) Brilduikers, verder nogal wat Kuifeenden en erg veel Kokmeeuwen. AALSCHOLVER, BLAUWE REIGER, KNOBBELZWAAN, KUIFEEND, BRILDUIKER, GROTE ZAAGBEK, SCHOLEKSTER, KOKMEEUW, ZILVERMEEUW, GROTE MANTELMEEUW.
Na aankomst in Ullapool deden we nog een korte wandeling aan de rand van de rivier, hier zagen we een Grote gele kwikstaart en nogal wat Oeverzwaluwen. Aan de monding enkele Wulpen, erg veel Scholeksters en veel meeuwen.
DINSDAG 16 JULI 1996 Weer : schitterend weer, zon en erg warm. Bezochte gebieden : REIS VAN ULLAPOOL NAAR SEAHOUSES (FARNE EILANDEN). Waargenomen : Daar de afstand Ullapool naar Hull ons te groot leek om in een keer te overbruggen besloten we nog een dag te besteden aan de oostkust van Engeland, dit had het voordeel dat we donderdag geen grote afstanden meer zouden moeten afleggen. De afstand Ullapool naar Seahouses is slechts 492 km, maar daar we over weinig afstand over autosnelweg konden rijden was het alles bij elkaar toch een zware klus. In de omgeving van Inverness deden we een korte omweg teneinde onze Benjamin toe te laten een steen te zoeken op het beroemd slachtveld (letterlijk van het werkwoord slachten) Culloden Battlefield waar de Schotten hun onafhankelijkheidsdromen voor goed konden opbergen. Aangekomen in Seahouses reden we eerst naar de winkel van “The National Trust” (eigenaars en beheerders van de Farne eilanden) waar we via een informatie bord te weten kwamen dat er voor een bezoek van de Farne eilanden we een beroep moesten doen op één van de drie reders die toelating hadden om de trips te organiseren. De toegang tot de eilanden moet ter plaatse worden betaald. Daar de kantoren aan de kaai reeds gesloten waren namen we een folder en belden we naar de reder voor een reservatie van drie plaatsen. We opteerden voor een “All Day” toer bij Billy Shiels met een bezoek aan de Staple Island en de Inner Farne, de ganse tocht duurt ongeveer 6 uur.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 26
Prijzen in 1996 : Overzet : twee volwassen en een kind 31 GBP. Landingsrecht op de eilanden : 3.60 GBP voor een volwassen en 1.8 GBP per kind. Nadien reden we naar het toeristisch informatie centrum waar we een B &B vastlegden voor twee nachten. Daar we in Seahouses wilden blijven betaalden we wel iets meer dan we gewoon waren. Prijs voor drie personen (in familiekamer) 50 GBP per nacht. Voor die prijs hadden we wel een “En Suite”, ze verstaan hieronder een kamer met WC & douche.
WOENSDAG 17 JULI 1996 Weer : schitterend weer, zon en weinig wind. Bezochte gebieden : BEZOEK AAN DE FARNE EILANDEN. Waargenomen : Vandaag deden we dan onder ideale weersomstandigheden, het moet niet altijd regenen niet waar, de boottocht naar de Farne eilanden. Eerst deden we een rondvaart door en tussen verschillende eilanden waarna we voor twee uur werden los gelaten (bij wijze van spreken) op Staple Island. Van Staple eiland vaarden we dan verder om nog eens twee uur te vertoeven op Inner Farne. Van Inner Farne vaarden we dan terug naar Seahouses, de ganse tocht duurt ongeveer 6 uur. De grote attractie tijdens de rondvaart was ongetwijfeld de erg grote kolonie Zeehonden die we bezochten, de boot kwam tot op een vijftal meter van de Zeehonden zonder dat ze zichtbaar op onze aanwezigheid reageerden. Hoe groot dat de kolonie is weet ik niet maar het aantal Zeehonden in de omgeving moet wel erg groot zijn als we hoorden dat het aantal geboorten per jaar wordt geschat op 1.000 ex. Tijdens de overtocht/rondvaart zagen we ook al de broedvogels van de eilanden in grote aantallen, sommigen werkelijk tot op enkele meter afstand, in vlucht of zittend op de rotsen waar we langs vaarden. Bij aankomst op Staple Island zat een eenzame Regenwulp op een rots, ook hadden we tijdens de overtocht een lijntje wulpen spec. die mannen vlogen zo rap voorbij dat ik hopeloos te laat was voor determinatie. Waarschijnlijk waren het ook Regenwulpen. We verbleven van 11.15 tot 13.15 op STAPLE EILAND, voor vogelaars ruim tijd genoeg voor alles tien keer te bekijken, voor fotograferende vogelaars was de tijd waarschijnlijk nogal krap. Daar het eerste keer was dat ik een zeevogel eiland bezocht was ik op de eerste momenten werkelijk overweldigd. Duizenden Papegaaiduikers ( ongeveer 11.000 paar op Staple) die soms tot op enkele meter te benaderen waren. Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen waren konstant aan het rondlopen op zoek naar iets eetbaar (zoals daar zijn jonge Papegaaiduikers) in de met gaten bezaaide kolonie van de Papegaaiduikers.. Om enigszins een kans te hebben moeten de jonge Papegaaiduikers ‘s avonds het nest verlaten om zo snel mogelijk de zee te bereiken. Eén van de jongen die blijkbaar niet kon wachten werd, onder grote belangstelling van de aanwezige vogelaars, opgeraapt door een wachter en in zee gezet. Sommige Kuifaalscholvers hadden hun nest gemaakt tegen het knuppelpad, deze vogels waarvan vele met erg grote jongen waren dus tot op enkele cm te benaderen. Het viel me op dat de Kuifaalscholvers een groenige schijn hadden in hun zwart kleed, ook de ogen waren opvallend groen. De Drieteenmeeuwen maakten het meest lawaai van allemaal, ieder keer dat een van de vogels zijn partner benaderde riep hij steeds zijn Engelstalige naam, soms leek het wel op “hard rock”. Verder erg veel Zeekoeten en enkele tientallen Alken, als ze samen zaten was het opvallend dat de Alken veel donkerder waren en ook aanzienlijk kleiner. Ook Noordse stormvogels maken van het eiland gebruik om te broeden maar dan wel in erg kleine aantallen. Daar er slechts enkele soorten te zien waren begonnen we na enige tijd reeds uit te kijken naar wat het volgend eiland zoal te bieden had. Tussen Staple Island en Inner Farne konden we natuurlijk alle broedvogels van de eilanden nog eens goed bekijken, maar een Kleine jager en een negental Jan van genten waren natuurlijk ook welkom.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 27
Op INNER FARNE bleven we dan van 13.30 tot 15.30, hier broeden zowat dezelfde soorten als op Staple uitgebreid met niet minder dan vijf soorten sterns. Op Inner Farne is een klein informatie centrum van The National Trust maar vooral de bijbehorende Wc’s waren voor veel lotgenoten welkom. Bij aankomst moest men zich, bij wijze van spreken, een baan vrij maken tussen de Noordse sterns. Overal Noordse sterns, sommigen met erg grote jongen, andere nog aan het broeden. Vooral deze laatste vogels waren vrij agressief, ze komen werkelijk waar op uw hoofd zitten en pikken er lustig op los, het dragen van een hoed is dan ook geen overbodige luxe. In het centrum wisten ze te vertellen dat er dit jaar twee paar Dougalls sterns broeden (een soort die hoog op mijn verlanglijst stond en de reden van dit bezoek) en dat “ELSIE” de Bengaalse stern voor het dertiende jaar na elkaar aanwezig was. Dit keer broedde ze succesvol met een Grote stern en had naar verluid één jong. Volgens de wachters was het zien van de Dougalls sterns geen probleem maar voor Elsie moest men enig geluk hebben. Het aantal broedende sterns op Inner Farne is vrij indrukwekkend met 1540 paar Noordse sterns, 1786 Grote stern en 184 paar Visdiefjes. De Dougalls sterns broedden midden een kolonie Grote sterns en een paar was, mits de bereidwillige hulp van de wachters vrij gemakkelijk te vinden. Ze broeden namelijk in een plat liggende autoband, vrij vlug kon ik een volwassen ex. en even later een juveniel ex. zien rondvliegen maar het duurde achteraf nog bijna een uur voor ik ze dan nogmaals deftig kon bekijken. Juist voor het vertrek van het eiland ging ik nogmaals loeren en nu kon ik ze onder ideale omstandigheden met een telescoop zien, werkelijk schitterend om een lievelingssoort zo te zien voor de eerste keer. Maar ik loop vooruit op de feiten, toen ik ongeveer een half uur op zoek was naar de Dougalls sterns kwamen er plots uit het niets (dichterlijke vrijheid) een tiental Engelse Twitchers aangevlogen op zoek naar de Bengaalse stern of wat dacht je, ze wisten nog niet eens dat er hier Dougalls sterns broedden. Ik mag niet zagen want het was door die mannen dat ik een, zij het vrij kortstondige, waarneming kon doen van ELSIE die eventjes met prooi kwam aangevlogen voor haar jong. Toen ze aankwam vloog ze eventjes enkele rondjes en het duurde uren voor ik ze in het vizier kreeg, jammer ! De sensatie van dit eiland waren, voor mij, ongetwijfeld de prachtige sterns maar ik zou bijna vergeten te vertellen dat er nog andere broedvogels aanwezig waren. Met vrij veel moeite kon ik me vrij maken van de sterns om een korte toer te wandelen op de rest van het eiland, het loont zeker de moeite zoals de lijst met de broedparen hieronder laat vermoeden. Tijdens deze wandeling noteerde ik ook Bontbekplevier en Oeverpieper. In het informatie centrum noteerde ik volgende gegevens over het broedseizoen 1996 : Kuifaalscholver Papegaaiduiker Zeekoet Alk
317 paar 15.495 4.829 93
Drieteenmeeuw Noordse stormvogel Eider
2.462 94 1.318
Mijn algemene indruk was dat op de Staple Island de aldaar broedende Zeekoeten, Alken, Kuifaalscholvers en Drieteenmeeuwen veel beter te zien waren dan op Inner Farne, dit laatste eiland heeft echter de zelfde soorten uitgebreid met de vijf soorten sterns. Als er een keuze gemaakt moet worden welk eiland men moet bezoeken (bijvoorbeeld bij tijdsgebrek) dan zou ik persoonlijk niet twijfelen en zeker kiezen voor Inner Farne. Rond 16 uur waren we terug in Seahouses waarna we onmiddellijk reden naar Bamburgh voor een bezoek aan het kasteel. Bij aankomst bleek het te sluiten om 16.30 uur zodat een bezoek zinloos was. Onze Bes was enorm ontgoocheld. Het speet me dat we geen dag langer konden blijven maar ja de boot in Hull zou niet wachten. In Bamburgh noteerde ik nog Grasmus, Heggemus en een zingende Geelgors. Meteen werd de reis afgesloten met een schitterende dag vogelskijken, de Farne eilanden zijn, bij goed weer, zeker een aanrader.
Norbert Willaert Kievitlaan 13 B-2290 VORSELAAR
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 28
IV. SOORTENLIJST ROODKEELDUIKER RED-THROATED DIVER Een eerste ex. werd gezien op Lochindorb (omgeving van Aviemore), in de omgeving van Ullapool en op Orkney regelmatig gezien. In de schuilhut bij het Lowrie’s Water keken we op een broedend ex. PARELDUIKER BLACK-THROATED DIVER Na lang zoeken vonden we dan toch een ex. op Loch Culag (omg. Ullapool) die we op een schitterende manier konden bekijken. KUIFDUIKER SLAVONIAN GREBE Min. drie ex. op Loch Vaa (waarvan twee ex. tot op enkele meter) en een ex. op Loch Ruthven beide in de omgeving van Aviemore. NOORDSE STORMVOGEL FULMAR Massaal aanwezig bij Dunnet Head, de Orkney eilanden en de Farne eilanden. JAN VAN GENT GANNET Werd enkele keren waargenomen, o.a. op de overtocht van Scrabster naar de Orkney eilanden en op de boot in de omgeving van de Farne eilanden. AALSCHOLVER CORMORANT De eerste ex. werden gezien in de omgeving van Thurso, op de Orkney eilanden regelmatig maar met kleine aantallen. KUIFAALSCHOLVER SHAG Werd op de Orkney eilanden iedere dag gezien, op de Farne eilanden erg veel waargenomen hier broeden sommige ex. tegen het knuppelpad. BLAUWE REIGER GREY HERON Werd regelmatig (niet op de Orkney eilanden) gezien tijdens de reis met enkele ex. KNOBBELZWAAN MUTE SWAN Werd op de Orkney eilanden soms in grote aantallen waargenomen op de Lochs. GRAUWE GANS GREYLAG GOOSE Een vijftig tal ex. op een Loch Swannay (Orkney), in de omgeving van Ullapool regelmatig waargenomen. BERGEEND SHELDUCK Twee ex. in de omgeving van de Bridge of Waithe op Orkney. SMIENT WIGEON Twee keer waargenomen op de Orkney eilanden. WINTERTALING TEAL Verschillende ex. werden waargenomen op Loch Insh in de omgeving van Kincraig (Aviemore). WILDE EEND MALLARD Werd regelmatig tijdens de reis waargenomen in kleine aantallen. SLOBEEND SHOVELER Twee ex. op enkele meter van de schuilhut in het RSPB reservaat The Loons op Orkney. TAFELEEND POCHARD Twaalf ex. samen op Loch of Skaill (Orkney). KUIFEEND TUFTED DUCK Werd net als de Wilde eenden regelmatig waargenomen, bijna steeds met kleine aantallen. EIDER COMMON EIDER Op de Orkney eilanden, de omgeving van Ullapool en de Farne eilanden een erg algemene vogel. Regelmatig waargenomen met jonge vogels. De mannetjes in rui leverden bij grote afstanden soms determinatie problemen op. BRILDUIKER GOLDENEYE Verschillende keren verspreid waargenomen, steeds in vr. kleed of exlipskleed. Erg veel ex. aan de monding van de rivier Ness (Longman Point) bij Inverness.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 29
MIDDELSTE ZAAGBEK RED-BREASTED MERGANSER Op de Orkney eilanden enkele keren waargenomen, o.a. op Loch of Clumly een vr. met 7 juv. vogels. GROTE ZAAGBEK GOOSANDER Een overvliegend ex. aan de Bridge of Waithe (Orkney) en erg veel ex. aan de monding van de rivier Ness (Longman Point) bij Inverness BLAUWE KIEKENDIEF HEN HARRIER Slechts een keer een man. gezien aan de schuilhut met uitzicht op Lowrie’s Water. Is naar verluid niet zeldzaam op de Orkney eilanden, bij beter weer hadden we waarschijnlijk veel meer ex. kunnen zien. BUIZERD COMMON BUZZARD In de omgeving van Aviemore en Ullapool iedere dag met enkele ex. waargenomen. Niet op de Orkney eilanden. STEENAREND GOLDEN EAGLE Een mooie waarneming van een overvliegende vogel in de prachtige Findhornvallei (Omg. Aviemore). VISAREND OSPREY Bij aankomst in Boat of Garten vloog een ex. over. Verder waargenomen aan de schuilhut bij Loch Garten en een tweede nest aan Loch Insh in de omgeving van Kingussie. In Schotland broeden reeds een 100-tal paar. TORENVALK COMMON KESTREL Werd regelmatig waargenomen maar met erg kleine aantallen, leek in de omgeving van Ullapool iets algemener. SLECHTVALK PEREGRINE Een prachtige waarneming van een alarmerende vogel aan het RSPB reservaat Trumland op de Orkney eilanden. SCHOTS SNEEUWHOEN RED GROUSE Werd slechts een keer waargenomen in de omgeving van Loch Ruthven (omg. Aviemore), deze vogel had ik veel meer verwacht. ALPENSNEEUWHOEN PTARMIGAN Een overvliegend mannetje en een vr. met enkele jongen tijdens de bergwandeling tussen Cairn Gorm en Ben Macdui (omg. Aviemore). AUERHOEN CAPERCAILLIE Een wegvliegend ex. in de bossen bij het golfterrein van het dorp Grantown-on-Spey (omg. Aviemore). FAZANT PHEASANT Enkele keren gezien in de omgeving van Aviemore en een keer op de Orkney eilanden. WATERHOEN MOORHEN Enkele ex. in het RSPB reservaat Insh Marshes (omg. Aviemore) en bij het reservaat The Loons op de Orkney eilanden. MEERKOET COOT Ook deze vogel werd slechts gezien bij het reservaat The Loons op de Orkney eilanden. SCHOLEKSTER OYSTERCATCHER Een erg algemene vogel, was opvallend veel te zien en vooral te horen. BONTBEKPLEVIER RINGED PLOVER Een tweetal keer op de Orkney eilanden één keer in de omgeving van Ullapool en een ex. op de Farne eilanden. GOUDPLEVIER GOLDEN PLOVER Enkele ex. werden gezien op het eiland Rousay (Orkney eilanden). KIEVIT LAPWING Vrij veel waargenomen soms in erg grote groepen. BONTE STRANDLOPERDUNLIN Een 20-tal ex. aan de Achnahaird Bay in de omgeving van Ullapool.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 30
WATERSNIP COMMON SNIPE Twee ex. aan Loch of Skaill en nog een ex. in het RSPB reservaat The Loons op de Orkney eilanden. ROSSE GRUTTO BAR-TAILED GODWIT Een overvliegend ex. aan Fot Georges in de omgeving van Inverness. REGENWULP WHIMBREL Een rustend ex. op de Farne eilanden. WULP CURLEW Opvallend veel waargenomen, op de Orkney eilanden een erg algemene broedvogel. TURELUUR COMMON REDSHANK In de omgeving van Aviemore slechts een keer waargenomen, op de Orkney eilanden regelmatig gehoord en gezien. OEVERLOPER COMMON SANDPIPER In de Spey vallei (Aviemore) en de omgeving van Ullapool een algemene broedvogel, op de Orkney eilanden een zeldzame broedvogel en slechts een keer gezien. KLEINE JAGER ARCTIC SKUA Op de Orkney eilanden een veel geziene vogel, was vooral in het noorden van het eiland Rousay erg algemeen, jammer dat we hier juist enorm slecht weer hadden. De licht faze werd slechts enkele keren waargenomen. GROTE JAGER GREAT SKUA Ook deze vogels werd op de Orkney eilanden erg veel waargenomen, de eerste ex. werden reeds in de omgeving van Thurso waargenomen. KOKMEEUW BLACK-HEADED GULL In de omgeving van Ullapool vrij zeldzaam, toch iedere dag waargenomen. STORMMEEUW COMMON GULL Bijna iedere dag waargenomen, soms met erg grote aantallen. KLEINE MANTELMEEUW LESSER BLACK-BACKED GULL Slechts een enkele keer gezien in de omgeving van Aviemore, op de Orkney eilanden, de Farne eilanden en de omgeving van Ullapool regelmatig gezien. ZILVERMEEUW HERRING GULL Alleen in de omgeving van Aviemore niet algemeen. GROTE MANTELMEEUW GREAT BLACK-BACKED GULL Is erg zee gebonden en werd dan ook niet in de omgeving van Aviemore gezien, de rest van de reis algemeen. DRIETEENMEEUW KITTIWAKE Deze prachtige meeuw werd massaal gezien op zijn nestplaatsen aan Dunnet Head bij Thurso, de Orkney eilanden en op de Farne eilanden. Roept bij aankomst bij zijn partner steeds zijn engelstalige naam “KITTIWAKE”. BENGAALSE STERN LESSER CRESTED TERN “ELSIE” broedt reeds voor de 13 de keer op rij in een Grote stern kolonie op Inner Farne (Farne eilanden). Ook dit jaar heeft ze gebroed met een Grote stern en het paar had een jong groot te brengen zodat ik samen met enkele Engelse vogelkijkers het geluk had haar eventjes te zien toen ze haar jong kwam voeden. GROTE STERN SANDWICH TERN Verschillende ex. zien overvliegen in de omgeving van Fort Georges (omg Inverness), een ex. op de Orkney eilanden en een kolonie van 1786 paar op Inner Farne (Farne eilanden). DOUGALLS STERN ROSEATE TERN Dit jaar broeden er twee paar op Inner Farne, daar een paar in een autoband broed was het waarnemen van dit paar volgens het info centrum vrij gemakkelijk. Toch koste het me vrij veel tijd voor ik de vogels goed kon zien. Toen we het eiland moesten verlaten ging ik nog eens een kijkje nemen en had dan werkelijk prachtige beelden.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 31
VISDIEF COMMON TERN Vrij veel ex. aan Fort Georges (omg Inverness), en één ex. in de Findhornvallei, op de Orkney eilanden vrij zelden waargenomen (broed naar verluid vrij massaal op Rousay). Op Inner Farne broeden er dit jaar 184 ex. NOORDSE STERN ARCTIC TERN Op de Orkney eilanden vrij regelmatig waargenomen, broed onder andere in de omgeving van de parking van het wereldberoemd neolithisch dorp Skara Brae. Op de Farne eilanden massaal aanwezig, sommige van deze vogels waren vrij agressief. ZEEKOET GUILLEMOT De eerste ex. van deze reis werden waargenomen aan Dunnet Head (omgeving Thurso) waar ze massaal broeden. Ook op de Orkney eilanden en op de Farne eilanden massaal aanwezig. De gebrilde vorm werd regelmatig waargenomen, op de Farne eilanden zou ongeveer 4 % van deze vorm zijn. ALK RAZORBILL Op de zelfde plaatsen als de zeekoet maar veel minder talrijk. ZWARTE ZEEKOET BLACK GUILLEMOT De eerste Zwarte zeekoeten werden waargenomen in de haven van Thurso, op de Orkney eilanden regelmatig in kleine aantallen waargenomen. Zou broeden er op de eilanden Papa Westray en Copinsay, op Mainland zouden ze tevens broeden in het RSPB reservaat Hobbister waar we ze ook konden waarnemen. PAPEGAAIDUIKER PUFFIN De mascotte van de Orkney eilanden werd vooral waargenomen aan Dunnet Head (omgeving Thurso) en het eiland Hoy (Orkney). Massaal aanwezig in en op de Farne eilanden, in 1993 34.710 paar nu volgens de kenners ongeveer 42.000 paar. ROTSDUIF ROCK DOVE Werd alleen met zekerheid waargenomen op de Orkney eilanden. HOUTDUIF WOODPIGEON Regelmatig gezien in de omgeving van Aviemore en de Orkney eilanden, in de omgeving van Ullapool niet gezien. TURKSE TORTEL COLLARED DOVE Regelmatig in de dorpen, met kleine aantallen, waargenomen. KOEKOEK CUCKOO Een keer horen roepen in het bos bij Grantown-on-Spey. VELDUIL SHORT-EARED OWL Twee ex. jagend waargenomen uit de schuilhut met uitzicht op Lowrie’s Water, de zelfde dag (8/07) een ander ex. tot op enkele meter van de auto aan Loch of Hundland. Opvallend was dat deze drie vogels erg bleek waren. Op 11/08 konden we nog een ex. waarnemen in de omgeving van Peerie Water. Dit alles op Mainland Orkney. GIERZWALUW COMMON SWIFT In de omgeving van Aviemore regelmatig waargenomen. VELDLEEUWERIK SKYLARK In al de bezochte gebieden regelmatig gezien en gehoord. OEVERZWALUW SAND MARTIN In de omgeving van Aviemore veel gezien, verder alleen enkele ex. in het stadje Ullapool. BOERENZWALUW SWALLOW Werd iedere dag waargenomen. HUISZWALUW HOUSE MARTIN Slechts sporadisch waargenomen. BOOMPIEPER TREE PIPIT Enkele zingende ex. in de omgeving van Aviemore. GRASPIEPER MEADOW PIPIT Werkelijk massaal aanwezig, we hoorden en zagen vrijwel overal Graspiepers waar heide was.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 32
OEVERPIEPER ROCK PIPIT Enkele ex. waargenomen verspreid over gans de reis. GROTE GELE KWIKST. GREY WAGTAIL Enkele keren waargenomen in de omgeving van Aviemore, oa aan de brug over de rivier Spey te Boat of Garten. Verder bij de rivier te Thurso en bij de rivier aan de golfterrein te Ullapool. ROUWKWIKSTAART PIED WAGTAIL Erg veel waargenomen. WATERSPREEUW DIPPER Een mooie waarneming aan de brug over de rivier Spey te Boat of Garten, en aan Loch Morlich dit voor de omgeving van Aviemore. In de omgeving van Ullapool zagen we twee ex. aan de rivier Kirkarg. WINTERKONING WREN Regelmatig zingend waargenomen in al de bezochte gebieden. HEGGEMUS DUNNOCK Werd slechts twee keer gehoord. ROODBORST ROBIN In de omgeving van Aviemore regelmatig gezien. GEKRAAGDE ROODST. COMMON REDSTART Werd slechts een keer waargenomen in de omgeving van Loch Garten (Aviemore). PAAP WHINCHAT In de omgeving van Ullapool een tweetal keer prachtig waargenomen. ROODBORSTTAPUIT STONECHAT Gezien op de heenweg, in het RSPB reservaat Hobbister op de Orkney eilanden en tijdens de wandeling naast de rivier Kirkarg in de omgeving van Ullapool. TAPUIT NORTHERN WHEATEAR Een ex. tijdens de bergwandeling naar Cairn Gorm, regelmatig enkele ex. op de Orkney eilanden en in de omgeving van Ullapool vrij algemeen. MEREL BLACKBIRD Iedere dag waargenomen. ZANGLIJSTER SONG THRUSH Iedere dag gehoord of gezien maar in kleinere aantallen dan de Merel. GROTE LIJSTER MISTLE THRUSH Een tweetal keer waargenomen in de omgeving van Aviemore. SPRINKHAANZANGER GRASSHOPPER WARBLER Visueel waargenomen tot op enkele meter van een schuilhut in het reservaat Insh Marshes in de omgeving van Aviemore. RIETZANGER SEDGE WARBLER Enkele ex. gehoord en gezien in de Insh Marshes (omg. Aviemore), verder ook enkele keren waargenomen op de Orkney eilanden. GRASMUS COMMON WHITETHROAT Een koppeltje die volop aan het voederen was in de Kirkarg vallei (omg. Ullapool) en warempel een zingend ex. bij het Bamburgh kasteel (omg. Farne eilanden). TJIFTJAF CHIFFCHAFF Een keer eventjes horen zingen. FITIS WILLOW WARBLER In de omgeving van Aviemore erg veel horen zingen, was een van de weinige vogels die volop aan het zingen was. GOUDHAAN GOLDCREST Een keer horen zingen in het bos bij Grantown-on-Spey (omg. Aviemore). GRAUWE VLIEGENV. SPOTTED FLYCATCHER In de omgeving van Aviemore verschillende keren waargenomen.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 33
STAARTMEES LONG-TAILED TIT Alleen op de heenweg kunnen waarnemen. KUIFMEES CRESTED TIT In de omgeving van Aviemore enkele keren gehoord, zowat de enige broedplaats voor gans UK. ZWARTE MEES COAL TIT In de omgeving van Aviemore enkele keren waargenomen, ook gezien in de omgeving van Ullapool. PIMPELMEES BLUE TIT Onder andere in de tuin van ons verblijf te Boat of Garten enkele keren waargenomen. KOOLMEES GREAT TIT Ook deze mees werd slecht zelden gezien en dan nog alleen in de omgeving van Aviemore. EKSTER MAGPIE Werd alleen gezien op de grens van Schotland en Engeland, deze vogel broedt niet in de Schotse Highlands. KAUW JACKDAW In de omgeving van Aviemore en Ullapool veel gezien, leek op de Orkney eilanden zeldzaam. ROEK ROOK Een van de meest waargenomen vogels van gans de reis KRAAI CARRION CROW In de omgeving van Aviemore vrij veel gezien, op de Orkney eilanden en in de omg. van Ullapool vervangen door de Bonte kraai. BONTE KRAAI HOODED CROW Op de Orkney eilanden en in de omgeving van Ullapool algemeen, zeldzamer in de omgeving van Aviemore. RAAF RAVEN Een ver ex. op de Orkney eilanden, in de omgeving van Ullapool tot tweemaal toe waargenomen. SPREEUW STARLING Een algemene vogel in al de bezochte gebieden. HUISMUS HOUSE SPARROW Ook deze vogel werd erg veel gezien. VINK CHAFFINCH Leek op de Orkney zo goed als afwezig, in de andere gebieden veel gezien. Opvallend was dat we veel vinken zagen op parkeerplaatsen waar ze kwamen aanvliegen als er een auto stopte, dit om een “graantje” mee te pikken. Soms kwamen ze letterlijk uit de hand eten. GROENLING GREENFINCH Regelmatig met slechts enkele ex. waargenomen. PUTTER GOLDFINCH Ook de Putter was verre van algemeen en werd slechts sporadisch gehoord of gezien. SIJS SISKIN In de omgeving van Aviemore veel gehoord, slechts enkele keren gezien. KNEU LINNET Gezien in de omgeving van Fort Georges te Inverness, verder alleen gehoord en gezien in de omgeving van Ullapool. FRATER TWITE Een familie gezien tot op enkele meter op het eiland Rousay (Orkney) en nog een keer waargenomen in de omgeving van Ullapool. BARMSIJS REDPOLL Slechts twee keer met zekerheid waargenomen, waarschijnlijk veel algemener maar weinig waargenomen daar ik de vliegroep niet ken. GOUDVINK BULLFINCH Alleen op de heenweg in Schotland waargenomen.
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 34
SNEEUWGORS SNOW BUNTING Een prachtige waarneming van een koppel en dan nog een mannetje tijdens de bergwandeling op de Cairn Gorm (Aviemore). GEELGORS YELLOWHAMMER Slechts enkele keren gehoord, waarschijnlijk niet veel gehoord daar de Geelgors alleen zingt bij goed weer. RIETGORS REED BUNTING Enkele keren gehoord en gezien in de omgeving van Aviemore en op de Orkney eilanden.
Norbert Willaert Kievitlaan 13 B-2290 VORSELAAR BELGIË E-mail
[email protected]
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
Blz. 35
V. STREEPLIJST ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
SPEY VALLEI (Aviemore)
OMG. THURSO & ORKNEY
ROODKEELDUIKER
RED-THROATED DIVER
X
PARELDUIKER
BLACK-THROATED DIVER
KUIFDUIKER
SLAVONIAN GREBE
NOORDSE STORMVOG.
FULMAR
JAN VAN GENT
GANNET
X
AALSCHOLVER
CORMORANT
X
KUIFAALSCHOLVER
SHAG
X
BLAUWE REIGER
GREY HERON
KNOBBELZWAAN
MUTE SWAN
GRAUWE GANS
GREYLAG GOOSE
BERGEEND
SHELDUCK
SMIENT
WIGEON
WINTERTALING
TEAL
WILDE EEND
MALLARD
SLOBEEND
SHOVELER
TAFELEEND
POCHARD
KUIFEEND
TUFTED DUCK
EIDER
COMMON EIDER
X
X
X
X
X
17 FARN
X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X X
X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X
BRILDUIKER
GOLDENEYE
MIDDELSTE ZAAGBEK
RED-BREASTED MERGANSER
GROTE ZAAGBEK
GOOSANDER
BLAUWE KIEKENDIEF
HEN HARRIER
BUIZERD
COMMON BUZZARD
STEENAREND
GOLDEN EAGLE
VISAREND
OSPREY
X
TORENVALK
COMMON KESTREL
X
SLECHTVALK
PEREGRINE
SCHOTS SNEEUWHOEN
RED GROUSE
ALPENSNEEUWHOEN
PTARMIGAN
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
X
OMG. ULLAPOOL
WOE
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X X
X X
Blz. 34
X
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
SPEY VALLEI (Aviemore)
OMG. THURSO & ORKNEY
OMG. ULLAPOOL
AUERHOEN
CAPERCAILLIE
FAZANT
PHEASANT
WATERHOEN
MOORHEN
MEERKOET
COOT
SCHOLEKSTER
OYSTERCATCHER
BONTBEKPLEVIER
RINGED PLOVER
GOUDPLEVIER
GOLDEN PLOVER
KIEVIT
LAPWING
BONTE STRANDLOPER
DUNLIN
WATERSNIP
COMMON SNIPE
ROSSE GRUTTO
BAR-TAILED GODWIT
REGENWULP
WHIMBREL
WULP
CURLEW
TURELUUR
COMMON REDSHANK
OEVERLOPER
COMMON SANDPIPER
KLEINE JAGER
ARCTIC SKUA
GROTE JAGER
GREAT SKUA
KOKMEEUW
BLACK-HEADED GULL
X
STORMMEEUW
COMMON GULL
X
KLEINE MANTELMEEUW
LESSER BL.-BACKED GULL
X
ZILVERMEEUW
HERRING GULL
X
GROTE MANTELMEEUW
GREAT BLACK-BACKED GULL
DRIETEENMEEUW
KITTIWAKE
BENGAALSE STERN
LESSER CRESTED TERN
GROTE STERN
SANDWICH TERN
DOUGALLS STERN
ROSEATE TERN
VISDIEF
COMMON TERN
NOORDSE STERN
ARCTIC TERN
ZEEKOET
GUILLEMOT
X
X
X
X
ALK
RAZORBILL
X
X
X
X
ZWARTE ZEEKOET
BLACK GUILLEMOT
X
X
X
X
17 FARN
X X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X X
X
PAPEGAAIDUIKER
PUFFIN
X
X
ROTSDUIF
ROCK DOVE
X
X
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
WOE
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
Blz. 35
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
SPEY VALLEI (Aviemore) X
X
X
OMG. ULLAPOOL
WOODPIGEON
X
X
TURKSE TORTEL
COLLARED DOVE
X
X
KOEKOEK
CUCKOO
VELDUIL
SHORT-EARED OWL
GIERZWALUW
COMMON SWIFT
X
X
VELDLEEUWERIK
SKYLARK
X
X
OEVERZWALUW
SAND MARTIN
X
X
X
X
X
BOERENZWALUW
SWALLOW
X
X
X
X
X
X
HUISZWALUW
HOUSE MARTIN
X
X
X
BOOMPIEPER
TREE PIPIT
X
X
GRASPIEPER
MEADOW PIPIT
OEVERPIEPER
ROCK PIPIT
GROTE GELE KWIKST.
GREY WAGTAIL
ROUWKWIKSTAART
PIED WAGTAIL
WATERSPREEUW
DIPPER
WINTERKONING
WREN
HEGGEMUS
DUNNOCK
ROODBORST
ROBIN
X
GEKRAAGDE ROODST.
COMMON REDSTART
X
PAAP
WHINCHAT
ROODBORSTTAPUIT
STONECHAT
TAPUIT
NORTHERN WHEATEAR
X
X
X
X
X
MEREL
BLACKBIRD
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
ZANGLIJSTER
SONG THRUSH
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
GROTE LIJSTER
MISTLE THRUSH
SPRINKHAANZANGER
GRASSHOPPER WARBLER
X
RIETZANGER
SEDGE WARBLER
X
GRASMUS
COMMON WHITETHROAT
TJIFTJAF
CHIFFCHAFF
FITIS
WILLOW WARBLER
GOUDHAAN
GOLDCREST
GRAUWE VLIEGENV.
SPOTTED FLYCATCHER
STAARTMEES
LONG-TAILED TIT
KUIFMEES
CRESTED TIT
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
17 FARN
HOUTDUIF
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
X
OMG. THURSO & ORKNEY
WOE
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
Blz. 36
X
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
MAA
DIN
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
SPEY VALLEI (Aviemore) ZWARTE MEES
COAL TIT
X
PIMPELMEES
BLUE TIT
X
KOOLMEES
GREAT TIT
EKSTER
MAGPIE
X
KAUW
JACKDAW
X
X
X
ROEK
ROOK
X
X
X
KRAAI
CARRION CROW
X
X
X
BONTE KRAAI
HOODED CROW
RAAF
RAVEN
SPREEUW
STARLING
X
X
HUISMUS
HOUSE SPARROW
X
X
VINK
CHAFFINCH
X
X
GROENLING
GREENFINCH
X
X
PUTTER
GOLDFINCH
X
X
SIJS
SISKIN
X
X
KNEU
LINNET
FRATER
TWITE
BARMSIJS
REDPOLL
GOUDVINK
BULLFINCH
SNEEUWGORS
SNOW BUNTING
GEELGORS
YELLOWHAMMER
RIETGORS
REED BUNTING
Schotse Hooglanden & Orkney / juli 1996
X
X
OMG. THURSO & ORKNEY
OMG. ULLAPOOL
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
17 FARN
X
X
X
WOE
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X X X
X
X
X
Blz. 37