Hygiënisch werken bij waterdistributie
Trainershandleiding VERSIE 1
Inhoud 1 Inleiding........................................................................................3 2 Beginsituatie ............................................................................4 Inleiding..................................................................................................4 Randvoorwaarden ..................................................................................4 Studiebegeleider.....................................................................................5 Cursisten ................................................................................................5 Bronnen..................................................................................................5
3 Inhoud van de cursus .....................................................6 Inleiding..................................................................................................6 Soorten leerdoelen .................................................................................6 Hoofdleerdoel .........................................................................................7 Leerdoelen .............................................................................................7
4 Voorbereiden van de cursus....................................9 Inleiding..................................................................................................9 Werkvormen...........................................................................................9 Onderwijsleermiddelen .........................................................................10 Evalueren .............................................................................................11 Lesplan.................................................................................................12
5 Cursus uitvoeren ...............................................................20 Inleiding................................................................................................20 Organiserende maatregelen .................................................................20 Leerstijl van onze cursisten...................................................................21 Aandachtspunten bij de uitvoering ........................................................21 Lastige situaties....................................................................................22 Omgaan met heterogene groepen ........................................................24
Samengesteld met medewerking van het bedrijfsleven. Uitgave : SBW Postbus 440 3840 AK Harderwijk Datum : augustus 2005
2
Inhoud
1
Inleiding Deze trainershandleiding is ontwikkeld in samenwerking met enkele studiebegeleiders van de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie. Van hen kwamen onder andere de volgende vragen: ‘hoe kom ik over, hoe ga ik met de groep om, hoe breng ik de stof zodat het aanspreekt, hoe betrek ik de cursisten erbij en hoe kan ik vaststellen of ze inderdaad wat geleerd hebben?’ In deze trainershandleiding wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze vragen. Tevens biedt het een structuur aan die een belangrijk houvast is bij het geven van de cursus. Deze structuur is gebaseerd op een didactisch model waarmee vooral de studiebegeleider uit de voeten kan zonder een didactische opleiding of achtergrond. Om het gebruik van de trainershandleiding te vergemakkelijken is deze opgebouwd uit vijf losse hoofdstukken. Hoofdstuk 1 is de inleiding. Hoofdstuk 2 behandelt de beginsituatie. In de beginsituatie vind je alle gegevens die invloed hebben op het verloop van de cursus. Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van de leerdoelen die in de cursus behandeld worden, het geeft een helder beeld van de inhoud van de cursus. In hoofdstuk 4 vind je alle voorbereidingen die je moet treffen vóór de cursus. Kern van dit hoofdstuk is het lesplan van de cursus. In hoofdstuk 5 vind je tips die je kunt gebruiken tijdens de uitvoering van de cursus. Wie deze trainershandleiding hanteert, zal de eerder gestelde vragen makkelijker kunnen beantwoorden en een hoger rendement met de cursus bereiken.
SBW
1 Inleiding
3
2
Beginsituatie Inleiding In de beginsituatie vind je alle gegevens die invloed hebben op het verloop van de cursus. Voor de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie zijn dat de randvoorwaarden, jij als studiebegeleider en natuurlijk onze cursisten.
Randvoorwaarden Voorafgaand aan de cursus is het handig dat je een aantal zaken controleert. Bijvoorbeeld of de locatie aan de eisen voldoet, de tafelopstelling in de U-vorm staat en de gereserveerde hulpmiddelen er zijn. In deze paragraaf behandelen we achtereenvolgens het thema, de locatie, de beschikbare tijd, de groepsgrootte en de onderwijsleermiddelen.
thema Hygiënisch werken bij waterdistributie.
locatie De eisen waaraan de locatie moet voldoen zijn: 2 • Afgesloten, verwarmde en goed verlichte ruimte: minimaal ca. 40m en voldoende stroomaansluitingen • Tafelopstelling in U-vorm • Projectiescherm minimaal 1,80 m breed (of een geschikte witte muur) • Whiteboard of flip-over • Beamer of overheadprojector • TV en videorecorder.
beschikbare tijd 2 dagdelen.
groepsgrootte maximaal 12 cursisten.
4
SBW
2 Beginsituatie
onderwijsleermiddelen Voor de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie heb je de volgende media ter beschikking: media voor de studiebegeleider: • flip-over • TV en videorecorder • beamer of overheadprojector • PowerPointpresentatie of sheets • videofilm of Cd-rom • stiften (rood, zwart en groen), tape • evaluatieformulier • modellen.
media voor de cursist: • cursusboek • naambordje • pen en stift • schrijfpapier.
Studiebegeleider Als studiebegeleider ben je een inhoudsdeskundige op het gebied van waterdistributie. Je hebt ervaring met het trainen van grotere groepen. Het hanteren van activerende didactische werkvormen is voor jou geen probleem. Daarnaast ben je bekend met de doelgroep en spreek je hun ‘taal’.
Cursisten Heterogene doelgroep
Dit zijn vooral (Assistent)monteurs die werken volgens de Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven (CKB) en tijdens het leggen en repareren van leidingen voor water in contact komen met rein water. Er zitten echter ook voormannen en zelfs leidinggevende uitvoerders in de cursus. De heterogene doelgroep is dus zeer divers.
Bronnen • Cursusboek Hygiënisch werken bij waterdistributie. • Hygiënecode (KIWA)
SBW
2 Beginsituatie
5
3
Inhoud van de cursus Inleiding Voor het vormgeven van de cursus zijn leerdoelen nodig. De leerdoelen beschrijven wat de cursist moet kunnen bij het afronden van een leersituatie. De leerdoelen zijn weer afgeleid van het hoofdleerdoel. Het hoofdleerdoel beschrijft het gedrag dat de cursist moet kunnen vertonen aan het eind van de cursus. Voor deze cursus zijn de leerdoelen al vastgesteld.
Soorten leerdoelen In de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie wordt gebruik gemaakt van verschillende soorten leerdoelen. Leren omvat veelal drie soorten leerdoelen: • kennisdoelen • vaardigheidsdoelen • houdingsdoelen.
kennisdoelen Bij kennisdoelen gaat het om het aanleren van kennis, het richt zich vooral op het denken. Een voorbeeld van een kennisdoel is: • De cursist kan de vormen van verontreiniging noemen en enkele voorbeelden van deze vormen van verontreiniging toelichten.
vaardigheidsdoelen Bij vaardigheidsdoelen moeten de cursisten bepaalde handelingen leren verrichten. Het gaat hier om het doen. Een voorbeeld van een vaardigheidsdoel is: • De cursist kan de maatregelen nemen om verontreinigingen te voorkomen bij werkzaamheden aan drinkwaterleidingen.
houdingsdoelen Bij deze doelen gaat het om de houding van de cursist. Een voorbeeld van een houdingsdoel is: • De cursist kan het belang aangeven van een goede persoonlijke hygiëne en kan enkele voorbeelden geven van persoonlijke hygiëne.
6
SBW
3 Inhoud van de cursus
Hoofdleerdoel Het hoofdleerdoel luidt als volgt: Na de cursus is de cursist in staat om op een verantwoorde wijze maatregelen te treffen of in acht te nemen, die nodig zijn om hygiënisch te kunnen werken bij waterdistributie.
Leerdoelen Uitgangspunt van de leerstof.
De leerdoelen vormen het uitgangspunt bij het kiezen van de leerstof uit het cursusboek, de didactische werkvormen en bij de toetsing van de leerresultaten aan het eind van de cursus. In onderstaand overzicht vind je de leerdoelen geordend per hoofdstuk. Hoofdstuk 1 is de inleiding van de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie, hierin zitten geen leerdoelen.
hoofdstuk 2: hygiëne De cursist kan: • de maatregelen nemen om verontreinigingen te voorkomen bij werkzaamheden aan drinkwaterleidingen. • de vormen van verontreiniging noemen en enkele voorbeelden van deze vormen van verontreiniging toelichten. • het belang aangeven van een goede persoonlijke hygiëne en kan enkele voorbeelden geven van persoonlijke hygiëne. • de gevolgen van niet-hygiënisch werken noemen en enkele voorbeelden daarvan geven. • de gevolgen van verontreinigingen noemen en uitleggen waarom het belangrijk is dat hij preventief werkt aan drinkwaterleidingen.
hoofdstuk 3: hygiënisch omgaan met materiaal en materieel De cursist kan: • uitleggen hoe hij om moet gaan met zijn gereedschap om verontreinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen. • uitleggen hoe hij om moet gaan met leidingmaterialen om verontreinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen. • uitleggen hoe hij om moet gaan met appendages om verontreinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen. • aangeven waarop gelet moet worden bij het werken met glijmiddel.
hoofdstuk 4: leidingen aanleggen De cursist kan: • uitleggen hoe verontreiniging ontstaat tijdens het leggen van distributie, transport- en aansluitleidingen en kan daarbij aangeven welke maatregelen hij dan moet nemen.
SBW
3 Inhoud van de cursus
7
hoofdstuk 5 onderhoud en reparatie De cursist kan: • uitleggen hoe verontreiniging ontstaat tijdens het onderhoud en reparatie van distributie-, transport- en aansluitleidingen en kan daarbij aangeven welke maatregelen hij dan moet nemen.
hoofdstuk 6: schoonmaken en testen De cursist kan: • de stappen noemen om een waterleiding te spuien en kan daarbij uitleggen wat de eisen zijn. • de stappen noemen om een waterleiding te proppen en kan daarbij uitleggen wat de eisen zijn. • het belang aangeven van bemonsteren en kan daarbij de bacteriën noemen en de eisen noemen waarop gecontroleerd wordt.
hoofdstuk 7: desinfecteren en neutraliseren De cursist kan: • vertellen op welke momenten er gedesinfecteerd wordt bij werkzaamheden aan waterleidingen. • in stappen beschrijven hoe een waterleiding gedesinfecteerd wordt. • in stappen beschrijven hoe een waterleiding geneutraliseerd en in gebruik genomen wordt. • de stappen noemen om een waterleiding te spuien en kan daarbij uitleggen waarin de eisen verschillen met schoonmaken en testen. • het belang aangeven van bemonsteren en kan daarbij de bacteriën noemen waarop gecontroleerd wordt. • de veiligheidsaspecten noemen om veilig om te kunnen gaan met chemicaliën, in geval van een incident kan de cursist met behulp van de betreffende veiligheidskaart de juiste maatregelen nemen.
8
SBW
3 Inhoud van de cursus
4
Voorbereiden van de les Inleiding Het voorbereiden van de cursus is minstens zo belangrijk als de uitvoering van de cursus. Immers in de voorbereiding leg je de basis voor een goede uitvoering. In dit hoofdstuk worden die elementen behandeld die het rendement van de cursus verhogen. Achtereenvolgens komen aan bod: • werkvormen • onderwijsleermiddelen • evalueren • lesplan.
Werkvormen Afwisselende cursus.
Als je inzicht hebt in het leerproces van onze cursisten ben je als studiebegeleider veel beter in staat om de cursus afwisselend te maken. Je kunt dan optimaal inspelen op de leerstijl van onze cursisten en je kunt het lesprogramma op een didactisch verantwoorde wijze opzetten. Een werkvorm is de manier waarop je onze cursisten in aanraking brengt met de leerstof, zodat zij de leerdoelen bereiken. Er zijn uiteraard veel manieren waarop onze cursisten met de leerstof ‘in aanraking’ gebracht kunnen worden. Je kunt onze cursisten bij de les betrekken door ze zelf actief te laten werken of je kunt de inhoud voordragen. Iets zelf ervaren of zelf actief met kennis aan de slag gaan, is nodig om echt iets te leren. Dit blijkt ook uit onderstaand spreekwoord: Wat ik hoor, vergeet ik. Wat ik zie, onthoud ik. Wat ik doe, begrijp ik.
Activerende werkvormen.
Activerende werkvormen kunnen helpen om de deze ervaring op te bouwen, omdat de cursist actief bezig gaat in plaats van alleen te luisteren, te lezen of toe te kijken. Het ligt aan jouw creativiteit of je een inspirerende en vernieuwende manier kunt bedenken waarop je onze cursisten actief kennis kunt laten verwerven. Belangrijk is dat de activerende werkvorm past bij dat specifieke leerdoel, bij die situatie en bij onze specifieke doelgroep. Hierna vind je enkele activerende werkvormen die je terug vindt in het lesplan.
SBW
4 Voorbereiden van de les
9
onderwijsleergesprek Leiding en begeleiding.
Je geeft als studiebegeleider leiding en begeleiding in situaties waarin de cursisten tijdens onderwijsleergesprekken en discussies hun bijdragen leveren. Je houdt in het onderwijsleergesprek met de volgende punten rekening: 1 Peil en toets het beginniveau van de cursisten. 2 Leg een probleem voor, verkondig een stelling of stel de openingsvraag. 3 Voer het onderwijsleergesprek met de cursisten. 4 Stel vervolgvragen, speel vragen van de cursisten door, laat antwoorden geven. 5 Moedig de cursisten aan om deel te nemen aan het leergesprek. 6 Maak gebruik van de juiste vraagtechnieken. 7 Vat samen en trek conclusies gericht op de leerdoelen. Maak bij het onderwijsleergesprek gebruik van media, in het bijzonder de flip-over.
opdrachtwerkvorm Opdrachten maken.
Het zelf doen, uitproberen en experimenteren, maken deel uit van het leerproces. De opdrachtwerkvorm gebruik je om hier invulling aan te geven. Je houdt bij de opdrachtwerkvorm met de volgende punten rekening: 1 Geef instructie over de oefening of opdracht. 2 Noem leerdoel, aanpak en beoogde resultaat. 3 Geef de werkwijze helder en stapsgewijs aan. 4 Laat de cursisten zelfstandig of in groepjes de opdracht uitvoeren. 5 Begeleid, loop rond, geef aanwijzingen, moedig aan, stel en beantwoord vragen. 6 Leid de nabespreking en laat de cursisten terugkoppelen. 7 Geef een samenvatting en een waardering van het werk en de resultaten. De opdrachtwerkvorm wordt vaak in combinatie met de andere werkvormen gebruikt. Zo kun je ook andere werkvormen mengen in een onderwerp.
Onderwijsleermiddelen Onderwijsleermiddelen of media gebruik je ter aanvulling om nieuwe informatie te verstrekken, zoals een videofilm of PowerPoint presentatie over het besproken onderwerp. Maar ook ter ondersteuning om de leerstof te verduidelijken of te ordenen, zoals de flip-over met daarop de kernpunten van de leerstof. Flip-over.
10 SBW
Aandachtspunten bij het gebruik van de flip-over: • Schrijf duidelijk leesbaar: het liefst in blokletters. • Schrijf groot genoeg, ook achterin de klas moet het leesbaar zijn. • Schrijf niet te veel tekst op 1 vel. • Gebruik meerdere kleuren stiften: Zwart en blauw zijn schrijfkleuren. Rood en Groen zijn signaalkleuren. • Praat nooit tegen de Flip-over.
4 Voorbereiden van de les
Overheadprojector.
Film.
Aandachtspunten bij het gebruik van de overheadprojector: • Ontwerp je transparanten met behulp van een computer. • Verwerk niet te veel tekst op 1 transparant. • Wees sober met kleurgebruik. • Indien mogelijk maak je gebruik van een projectiescherm tegen vervorming. • Temper het licht in de ruimte. Dit verbetert de leesbaarheid enorm. • Zet de OHP-projector uit na gebruik vanwege geluidsoverlast van de koeling. • Praat niet tegen de OHP-projector. Aandachtspunten bij het gebruik van de film: • Temper het licht in de ruimte; dit verbetert de kwaliteit enorm. • Vertel vóóraf het doel van de film en globaal de inhoud. • Geef zonodig de cursisten de opdracht op speciale zaken te letten. • Onderbreek de film eventueel om nadere toelichting te geven, verbanden te leggen met eerder behandelde zaken, of vragen te stellen. • Bespreek na afloop de film en vat hem samen aan het einde van de cursus.
Evalueren Wanneer je de cursus en jezelf op niveau wilt houden moet je evalueren. Evalueren doe je daarom op twee manieren. De eerste manier is het evalueren van de cursus: dit noem je de productevaluatie. In deze cursus doen we dat met een evaluatieformulier. Daarnaast kun je ook nog met de deelnemers evalueren. De tweede manier is het evalueren van het verloop van de cursus: dit noem je de procesevaluatie. In de procesevaluatie evalueer je jezelf.
evalueer de cursus Zelfreflectie stimuleren.
Na elke cursus evalueer je met de deelnemers. Enkele vragen om zelfreflectie te stimuleren, waardoor de cursisten zich meer bewust zijn van wat ze in de praktijk anders kunnen gaan doen zijn: • Wat zijn voor jou de belangrijkste eye-openers? • Wat ga je morgen anders doen? • Welke afspraak maak je met jezelf? • Wat vertel je op het werk dat je geleerd hebt in deze training? • Wat wil je in de toekomst nooit meer doen? • Waar mag iedereen je op aanspreken in de toekomst?
evalueer jezelf Wanneer zinvol?
SBW
Minstens net zo belangrijk is, nadat iedereen is vertrokken, ook kort met jezelf te evalueren. Hierbij kun je denken aan de werkvormen, het tempo en de gebruikte leermiddelen. Maar ook de locatie, de groep en de koffie zijn zaken die je kunt evalueren. Bedenk echter wel dat het pas zinvol is om te evalueren als je er ook echt iets mee doet! Bijvoorbeeld voor het bijstellen van de cursus of het formuleren van opdrachten.
4 Voorbereiden van de les
11
Vragen om jezelf te evalueren: • Hoe heb ik deze cursus ervaren? • Wat voelde ik hierbij? • Wat deed ik uitzonderlijk goed? • Wat ging er eventueel fout? • Wat heb ik ervan geleerd? Vervolgvragen die je jezelf verder kunt stellen: • Wat wil ik nog leren? • Hoe ga ik dit de volgende keer aanpakken? • Waarin verschilt het resultaat van deze cursus in vergelijking met eerdere cursussen? • Welk onderwerp zou ik de volgende keer anders doen? • Welke nieuwe opmerkingen hoorde ik bij de cursusevaluatie? Op basis van deze reflecties kun je jezelf, je lesprogramma en de werkvormen aanscherpen!
Lesplan Als studiebegeleider denk je tijdens het lesgeven aan duizend-en-één dingen. Je vertelt, luistert en kijkt naar de cursisten, vraagt en beantwoordt vragen. Nagenoeg gelijktijdig bedien je de overheadprojector, schrijft op de flip-over en controleert resultaten. Het lesplan geeft je structuur en vertelt je stapsgewijs wat je moet doen. Door deze stappen te volgen krijgen alle belangrijke elementen van het leerproces aandacht. Driedeling.
Op de volgende bladzijden vind je het lesplan. Om het lesplan zo duidelijk mogelijk te houden is er gekozen voor een driedeling in de les: • inleiding • kern • afsluiting. Elk deel wordt in een overzichtelijk schema weergegeven met daarin een tijdbalk, de leerdoelen (inhoud), de werkvormen en de media.
12 SBW
4 Voorbereiden van de les
Lesschema voor de cursus “Hygiënisch werken bij waterdistributie” Begin van de les Tijd
Inhoud
Didactische werkvormen aanbieden
09:00
Ontvang de cursisten: • Deel de naamkaartjes en stiften uit.
09:02
Opening van de cursus: • Heet iedereen van harte welkom. • Begin met een praatje om de spanning te breken.
gesprek/ discussie
09:05
Vertel informatie over de huishoudelijke zaken, zoals rook- en koffiepauzes, het gebruik van mobiele telefoons en sanitaire stops.
aanbieden
09:07
Maak kennis met de groep: • Doe een kennismakingsronde.
gesprek/ discussie
Media naambordjes stiften, tape
Vragen: • Wat verwacht jij van deze cursus? • Wat zijn jouw doelstellingen voor deze cursus? 09:10
Vertel informatie over het programma: • Maak het hoofdleerdoel bekend.
aanbieden
beamer (powerpoint): • hoofdleerdoel
09:12
Vertel de werkwijze: hoe gaan we het doen. Dus de planning in tijd. De werkvormen die worden gebruikt en bijzonderheden, zoals werken in groepjes, opdrachten en de toets (case).
aanbieden
beamer (powerpoint): • leerdoelen • programma
09:15
Controleer of het begin van de cursus duidelijk is:
gesprek/ discussie
Vragen: • Wat wordt op het eind van de cursus van je verwacht? • Op welke wijze gaan we dit aanpakken? • Wat is het belang van deze cursus voor jouw werk? Wat in het eerste lesuur (zelfs de eerste 10 minuten) gebeurt, heeft een zeer grote invloed op het verdere verloop van de cursus. Wat in die eerste periode plaats vindt zal als norm gehanteerd worden door de cursist. Besteed daarom aan het begin van de les uitgebreid aandacht!
SBW
4 Voorbereiden van de les
13
Kern van de les Tijd Inhoud 09:20
Uitvoeren opdracht: • Vertoon op het projectiescherm ‘water is het goede van alle dingen’. • Deel de groep in subgroepen in. • Laat de subgroepen op de flip-over schrijven waar zij aan denken bij ‘hygiënisch werken bij waterdistributie’.
Didactische werkvormen opdracht (cursisten gaan met elkaar aan de slag, loop rond om te begeleiden)
Media
onderwijsleergesprek
flip-over: laat de flappen hangen, dit kun je aan het eind van de les gebruiken stift en tape
flip-over beamer (powerpoint): • de 10 geboden
Vragen: • Waar denken jullie aan bij hygiënisch werken bij waterdistributie? • Welke maatregelen moet je nemen om…? 09:35
Nabespreken opdracht: Laat de flip-over papieren ophangen door de groepen. • Bespreek de opdracht gezamenlijk na. • Stel vragen, discussieer, vat samen en betrek alle cursisten zoveel mogelijk bij de nabespreking. • Controleer of je alles boven water hebt gekregen wat jij belangrijk vindt om de cursus mee in te gaan.
bord
Aanwijzingen: • Schrijf het woord hygiëne op het bord. • Schrijf daarom heen wat de groepen belangrijk vinden. 09:50
Inleiding: historie bacteriologisch drinkwater: 1 Peil wat de cursisten weten over de historie van bacteriologisch betrouwbaar drinkwater. 2 Doceer de theorie van het onderwerp. 3 Vertel nogmaals het kader waarbinnen het onderwerp valt en geef globaal de inhoud van de cursus aan: hygiëne, materiaal en materieel, aanleggen van leidingen, schoonmaken en testen en desinfecteren en neutraliseren. 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 2: Hygiëne.
14 SBW
4 Voorbereiden van de les
gesprek/ discussie
doceren
Tijd
Inhoud
10:00
De cursist kan de maatregelen noemen om verontreinigingen te voorkomen bij werkzaamheden aan drinkwaterleidingen. 1 Geef een leesopdracht uit het boek over verontreinigingen. 2 Haal enkele maatregelen uit de groep, schrijf deze op de flip-over. 3 Laat de juiste maatregelen nog eens zien op sheet of PP. 4 Vraag of iemand een voorbeeld kan geven uit de praktijk.
Didactische werkvormen onderwijsleergesprek
Media flip-over cursusboek
opdracht
10:10
De cursist kan de vormen van verontreiniging noemen en enkele voorbeelden van deze vormen van verontreiniging toelichten. 1 Vertoon de film. 2 Bespreek de film na. 3 Laat de juiste vormen en voorbeelden nog eens zien.
opdracht
beamer (powerpoint): • plaatjes met bacteriën film
10:20
De cursist kan het belang aangeven van een goede persoonlijke hygiëne en kan hiervan enkele voorbeelden geven. 1 Haal enkele voorbeelden en het belang van persoonlijke hygiëne uit de groep. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Schrijf enkele voorbeelden op het bord of flip-over. 4 Vul zonodig de ontbrekende kennis aan.
onderwijsleergesprek
flip-over
10:30
De cursist kan de gevolgen van niethygiënisch werken noemen en enkele voorbeelden daarvan geven. 1 Geef een praktijkvoorbeeld over de gevolgen van niet-hygiënisch werken. 2 Vertel vanuit de theorie en ervaring. 3 Laat de juiste maatregelen nog eens zien.
onderwijsleergesprek
beamer flip-over
10:40
De cursist kan de gevolgen van verontreinigingen noemen en uitleggen waarom het belangrijk is dat hij preventief werkt aan drinkwaterleidingen. 1 Probeer de gevolgen van verontreiniging uit de groep te halen. 2 Vertel vanuit de theorie en ervaring. 3 Laat de gevolgen nog eens zien, vertaal naar toepassing in de praktijk. 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 3: Materiaal en materieel.
onderwijsleergesprek
beamer flip-over
SBW
4 Voorbereiden van de les
15
Tijd
Inhoud
10:45
Koffiepauze
11:00
De cursist kan uitleggen hoe hij om moet gaan met zijn gereedschap om veront-reinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen.
Didactische werkvormen
Media
onderwijsleergesprek
beamer gereedschap vuil materiaal flip-over
De cursist kan uitleggen hoe hij om moet gaan met leidingmaterialen om veront-reinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen. De cursist kan uitleggen hoe hij om moet gaan met appendages om verontreinigingen te voorkomen en de maatregelen daarvoor nemen. 1 Laat de groep vertellen hoe ze nu omgaan met hun materiaal en materieel. 2 Schrijf de belangrijkste punten op. 3 Laat enkele voorbeelden zien hoe het niet moet, haal uit de groep wat ze in de voorbeelden hebben gezien. 4 Bespreek met de groep welke maatregelen je kunt nemen om verontreinigingen tegen te gaan.
gesprek/ discussie
11:15
De cursist kan aangeven waarop gelet moet worden bij het werken met glijmiddel. 1 Peil wat de cursisten weten over het gebruik van glijmiddel. 2 Doceer de theorie van het onderwerp. 3 Leg nadruk op eisen door waterleidingbedrijven. 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 4: Aanleggen van leidingen.
doceren
flip-over voobeelden van glijmiddelen
11:25
De cursist kan uitleggen hoe verontreiniging ontstaat tijdens het leggen van distributie-, transport- en aansluitleidingen en kan daarbij aangeven welke maatregelen hij dan moet nemen. 1 Laat de groep vertellen hoe zij denken dat verontreinigingen ontstaan tijdens het leggen van leidingen. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Leg de nadruk op het nemen van maatregelen en de houding van de cursist. 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 5: Onderhoud en reparatie.
onderwijsleergesprek
beamer flip-over
16 SBW
4 Voorbereiden van de les
Tijd
Inhoud
11:40
De cursist kan uitleggen hoe verontreiniging ontstaat tijdens het onderhoud en reparatie van distributie-, transport- en aansluitleidingen en kan daarbij aangeven welke maatregelen hij moet nemen. 1 Laat de groep vertellen hoe zij denken dat verontreinigingen ontstaan tijdens het onderhoud en reparatie van leidingen. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Leg de nadruk op het nemen van maatregelen en de houding van de cursist. 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 6: Schoonmaken en testen.
12:00
Lunch
13:00
De cursist kan de stappen noemen om een waterleiding te spuien en kan daarbij uitleggen wat de eisen zijn. 1 Vertoon de film. 2 Bespreek de film na. 3 Leg de nadruk op de eisen die gesteld worden.
opdracht
powerpoint film
13:30
De cursist kan de stappen noemen om een waterleiding te proppen en kan daarbij uitleggen wat de eisen zijn. 1 Laat de cursist opzoeken wat de stappen zijn om een leiding te proppen. 2 Leg de nadruk op de eisen die gesteld worden.
opdracht
beamer (powerpoint): • afbeeldingen foampig
13:40
De cursist kan het belang aangeven van bemonsteren en kan daarbij de bacteriën noemen en de eisen noemen waarop gecontroleerd wordt. 1 Stel een prikkelende openingsvraag. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Het is hier belangrijk om samen met de cursisten conclusies te trekken over het belang van bemonsteren (houdingsaspect). 4 Maak een inleiding naar hoofdstuk 7: Desinfecteren en neutraliseren.
onderwijsleergesprek
beamer (powerpoint): • de bacteriën en eisen flip-over
SBW
4 Voorbereiden van de les
Didactische werkvormen onderwijsleergesprek
Media beamer flip-over
17
Tijd
Inhoud
Didactische werkvormen doceren
Media
13:50
De cursist kan vertellen op welke momenten er gedesinfecteerd wordt bij werkzaamheden aan waterleidingen. 1 Peil wat de cursisten weten over het desinfecteren van leidingen. 2 Doceer de theorie van het onderwerp. 3 Leg de nadruk op de houdingsaspect van de cursist.
14:00
De cursist kan in stappen beschrijven hoe een waterleiding gedesinfecteerd wordt. 1 Laat de cursisten in groepjes de stappen opzoeken en opschrijven op bijvoorbeeld een flip-over. 2 Bespreek het resultaat na. 3 Laat een voorbeeld zien van desinfecteermiddel.
opdracht
beamer monster desinfecteermiddel (chloor of herlisil)
14:10
De cursist kan in stappen beschrijven hoe een waterleiding geneutraliseerd en in gebruik genomen wordt. 1 Laat de cursisten in groepjes de stappen opzoeken en opschrijven op bijvoorbeeld een flip-over. 2 Bespreek het resultaat na. 3 Laat een voorbeeld zien van desinfecteermiddel.
opdracht
beamer monster natriumthiosulfaat
14:20
De cursist kan de stappen opnoemen om een waterleiding te spuien en kan daarbij uitleggen waarin de eisen verschillen met schoonmaken en testen. 1 Stel een prikkelende openingsvraag. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Leg de nadruk op de eisen gesteld door de waterleidingbedrijven.
onderwijsleergesprek
beamer (powerpoint): • afbeeldingen • eisen flip-over
14:30
De cursist kan het belang aangeven van bemonsteren en kan daarbij de bacteriën noemen waarop gecontroleerd wordt. 1 Peil het beginniveau van de cursist. 2 Houd het onderwijsleergesprek. 3 Leg de nadruk op de houdingsaspect van de cursist.
onderwijsleergesprek
beamer flip-over
18 SBW
4 Voorbereiden van de les
flip-over
Tijd
Inhoud
14:40
De cursist kan de veiligheidsaspecten noemen om veilig om te kunnen gaan met chemicaliën, in geval van een incident kan de cursist met behulp van de betreffende veiligheidskaart de juiste maatregelen nemen. 1 Laat de cursisten de veiligheidsaspecten opzoeken om veilig te kunnen werken met chemicaliën. 2 Laat de cursist met behulp van een veiligheidskaart vertellen welke maatregelen hij moet nemen, schrijf dit op een flip-over.
14:55
Pauze
15:00
Toetsing cursus: Zorg dat het toetsen door de cursisten gezien wordt als een van de werkvormen. Maak duidelijk wat de plaats van het toetsen is in het gehele leerproces. 1 Verstrek de toets zoals een opdracht. 2 Bespreek de toets op het eind na.
Eind van de les Tijd Inhoud 15:30
Samenvatten: • Vat in het kort de hoofdpunten van de cursus samen. • Laat nog een keer het hoofdleerdoel zien.
15:35
Productevaluatie: Vragen: • Wat zijn voor jou de belangrijkste eye-openers? • Wat ga je morgen anders doen? • Waar mag iedereen je op aanspreken in de toekomst?
16:00
Procesevaluatie: • Vul afhankelijk van de locatie ook zelf een evaluatieformulier in. Gebruik de formulieren van de cursisten voor je eigen evaluatie.
SBW
4 Voorbereiden van de les
Didactische werkvormen opdracht
Media
opdracht
beamer (powerpoint): • opdracht toetsformulier
Didactische werkvormen aanbieden
Media
aanbieden (deel de evaluatieformulieren uit)
beamer (powerpoint): • veiligheidskaarten
beamer (powerpoint): • hoofdleerdoel
evaluatieformulier
gesprek/ discussie
evaluatieformulier
19
5
Cursus uitvoeren Inleiding Nu je alle voorbereidingen hebt getroffen, kun je starten met het geven van de cursus. In dit hoofdstuk vind je suggesties en tips om met die specifieke elementen om te gaan waar je tegen aan loopt bij het geven van de cursus. Achtereenvolgens komen aan bod: organiserende maatregelen, de leerstijl van onze cursisten, lastige situaties en het omgaan met een heterogene groep.
Organiserende maatregelen Om een goede les te kunnen geven is een goede lesvoorbereiding een vereiste. Maar ook de locatie waar je les geeft is van invloed op je resultaten, net zoals het controleren van de media die je in de les gaat gebruiken. Daarom moet je de volgende praktische voorbereidingen treffen om de cursus goed te laten verlopen.
locatie Afterdinner dip.
Veel licht werkt prettig: indien mogelijk reserveer je dus een ruimte met grote ramen. Kijk of je eenvoudig de temperatuur kunt regelen. Een wat koelere temperatuur helpt tegen afterdinner dips. Zet de tafelopstelling vast in de U-vorm, bij kleine ruimtes kun je eventueel de carrévorm gebruiken. Reserveer gewenste media op tijd.
praktische zaken Voorafgaand aan de cursus.
20 SBW
Voorafgaand aan de cursus is het handig om het volgende te organiseren: zorg voor goede stiften, tape, voldoende flip-over papier enzovoort. Overleg met de catering dat je niet gestoord wordt of dat je zonder koffie en thee komt te zitten. Geef aan de receptie door waar je de cursisten wilt opvangen buiten de locatie. Hierdoor voorkom je dat je gestoord wordt tijdens je voorbereiding. Wees ervan overtuigd dat je OHP-projector, beamer, videorecorder enzovoort werkt. Wees daarom minstens een uur van te voren op locatie!
5 Cursus uitvoeren
Leerstijl van onze cursisten Optimale leeromgeving.
Er zijn vier leerstijlen te onderkennen: denkers, doeners, dromers en beslissers. Uit onderzoek is gebleken dat onze cursisten over het algemeen ‘doeners’ zijn. Doeners leren het beste door ‘concrete ervaring’. Voor de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie betekent dit dat de theorie uitdagend gepresenteerd moeten worden. Dit bereik je door hen een optimale leeromgeving te bieden, zoals: • uitdagende en spanningsvolle situaties, die om keuzes vragen • veel afwisseling in werkvormen • plaats voor humor, plezier en ontspanning • feedback op eigen actie • sfeer en contact zijn belangrijk.
Aandachtspunten bij de uitvoering Ook tijdens het uitvoeren van de les zijn er een aantal zaken die het rendement van je les vergroten. Om de groep te leren kennen moet je zeker kennis met ze (en elkaar) maken. Maar ook je houding, de manier van vragen stellen, het indelen van groepen en het geven van opdrachten zijn van invloed op de uitvoering.
kennismaken met de groep Waarom moet je kennismaken?
Bij de start van de cursus vragen cursisten zich vaak het volgende af: Wie staat daar voor de groep? Met wat voor mensen zit ik in de groep? Wil ik mezelf blootgeven in deze groep? Het is dan ook belangrijk om kennis met de cursisten te maken omdat: • het een ontspannen sfeer creëert • het veiligheid schept • cursisten elkaar en de studiebegeleider leren kennen • je als studiebegeleider kunt aftasten of mensen er zin in hebben, of dat er bijvoorbeeld weerstand bestaat • het een ingang biedt naar de cursusinhoud.
vragen stellen aan de groep • • • • • • •
SBW
Zet je vragen van tevoren op papier. Weet welk doel je met een vraag wilt bereiken. Stel korte enkelvoudige vragen. Ga ‘ja’ en ‘nee’ vragen uit de weg (deze vragen beginnen altijd met een werkwoord) Stel eerst de vraag, laat vervolgens na een korte stilte iemand de vraag beantwoorden. Maak logische stappen in de opbouw van vragen. Check of de groep je vragen begrijpt; in het bijzonder bij onbegrijpende blikken van de cursisten.
5 Cursus uitvoeren
21
opdrachten geven In de cursus geef je wel eens een studieopdracht om de cursisten aan te zetten tot leeractiviteiten zoals oefenen, lezen, opdrachten uitvoeren, samenwerken enzovoort. Het verstrekken van een opdracht doe je op de volgende wijze: 1 Maak bekend welk doel of resultaat van de cursist wordt verwacht. 2 Maak bekend hoeveel tijd er voor de opdracht beschikbaar is 3 Geef aan wat er met het resultaat moet gebeuren en op welke wijze de nabespreking plaatsvindt 4 Geef de cursist de gelegenheid vragen over de opdracht te stellen 5 Controleer of de opdracht begrepen is. (Zie ook vragen stellen aan de groep.)
houding Lichaamstaal.
Door je lichaamstaal probeer je rust, harmonie en evenwichtigheid uit te stralen. Aandachtspunten hierbij zijn: • Richt je lichaam naar de ander, hiermee trek je de aandacht. • Loop rechtop en zorg dat je er verzorgd uitziet. • Straal zelf energie uit, activeren van cursisten lukt alleen als je zelf ook actief bent. Tics, heen en weer wiebelen van het ene been op het andere, ijsberen voor de groep, spelen met je pen kunnen zoveel aandacht van de cursisten vragen dat er te weinig aandacht over blijft voor de inhoud van de les.
Lastige situaties Zoals je in de praktijk al hebt ervaren, heb je vaak te maken met stille cursisten of juist cursisten die de boventoon voeren. Soms zijn cursisten stil omdat hun leidinggevende ook in de cursus aanwezig is, anderen vertonen juist weer weerstand door aanwezigheid van hun leidinggevende. Anderen weer weten overal een antwoord op en laten de rest niet uitpraten. Hierna vind je enkele tips hoe je met deze lastige situaties om kunt gaan.
grijze muizen? Veiligheid creëren.
22 SBW
Voor het omgaan met stille cursisten is het vaak belangrijk om meer veiligheid te creëren, bijvoorbeeld op de volgende manieren: • Stel direct vragen aan de persoon zelf. Probeer deze vragen zoveel mogelijk af te stemmen op zijn expertise of ervaring. • Laat stille cursisten reageren op inbreng van anderen. • Geef iedereen 1 minuut om ergens op te reageren. • Beloon de bijdrage van cursisten; ook de minder slimme opmerkingen. • Spreek mensen tijdens een pauze aan. Laat weten dat je opvalt dat ze stil zijn, vraag eventueel naar de reden en benadruk het belang van hun bijdrage voor de groep, voor henzelf en voor het eindresultaat. • Benoem de stille cursist bij naam en laat deze naam vaak vallen.
5 Cursus uitvoeren
veelpraters Dominante cursisten.
Cursisten die discussies domineren, dragen er vaak toe bij dat andere cursisten hun ideeën voor zich houden of verveeld raken. De consequentie kan zijn dat er bijvoorbeeld bij het maken van keuzes een beslissing wordt genomen waar het merendeel niet echt voor gaat: • Voorkom het afremmen van de veelprater. Probeer juist de anderen zoveel mogelijk te stimuleren een bijdrage te leveren. • Maak een rondje, en geef iedereen de gelegenheid om te reageren. • Onderbreek de veelprater met een vraag aan een andere cursist. • Gebruik het commentaar van de veelprater om anderen te betrekken; ‘Peter, dat is een interessante mening. Gerard, wat vind jij ervan?’ • Tijdens de pauze kun je de veelprater aanmoedigen de stillere cursist er bij te betrekken. • Stel aan het begin van de cursus met de cursisten vast dat ieders inbreng noodzakelijk is en dat men er gezamenlijk voor waakt dat iedereen zijn bijdrage kan leveren.
omgaan met weerstand
Van zacht naar hard.
SBW
De cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie is voor veel cursisten een verplichte cursus. Hierdoor kun je met weerstand te maken krijgen. Dat het omgaan met weerstand in groepen lastig kan zijn, is iets wat je al weet. Eigenlijk zijn er verschillende gradaties waarin je iets met de weerstand kan doen. Met als motto: van zacht naar hard: 1 In eerste instantie: Observeren: neem de signalen waar en laat bijvoorbeeld met je blikken merken dat het je opvalt. 2 Als dat niet helpt: Informeren: geef aan wat je opvalt. Vraag de groep waar zij bezwaar tegen hebben, of wat ze graag willen vertellen. 3 Als dat niet helpt: Onderzoeken: probeer de werkelijke bron van weerstand te onderzoeken. (Waar zijn mensen bang voor? Waar geloven ze precies niet in? Wat betekent iets voor hen?) 4 Als dat niet helpt: Overtuigen: probeer de groep op basis van argumenten te overtuigen. 5 Als dat niet helpt: Afdwingen: doordrukken richting deelnemer of groep? Bijvoorbeeld: ‘je kunt kiezen of je blijft en doet mee of je gaat weg’.
5 Cursus uitvoeren
23
Omgaan met heterogene groepen Je hebt in de cursus Hygiënisch werken bij waterdistributie te maken met grote verschillen binnen je cursusgroep, bijvoorbeeld op het gebied van ervaring, leeftijd en functie. In de cursus kun je hier als volgt mee omgaan: • Maak bij groepsopdrachten zo mogelijk een voorselectie. Dus cursisten met meer/minder kennis kunnen bij elkaar in de groep komen. • Zorg voor afwisselende werkvormen. • Zorg voor (extra) opdrachten op verschillende niveaus. • Geef cursisten met meer ervaring een actieve rol (bijvoorbeeld het begeleiden van een groepje cursisten) • Zorg voor veel evaluatiemomenten zodat je zicht blijft houden op de verschillen. Besef dat niet iedere cursist de leerdoelen voor 100% zal behalen!
24 SBW
5 Cursus uitvoeren