Zelfstandig werken
Versie 08102007
zelfstandig werken St. Antoniusschool
I nhoud.
Ver antwoor ding .............................................................................................................................................. 3 1.
Inleiding ................................................................................................................................................. 3
2.
Or ganisatie............................................................................................................................................. 3
3.
Zelfstandigheid. ..................................................................................................................................... 4
Pr aktijk ........................................................................................................................................................... 5 1.
Uitgangspunten ...................................................................................................................................... 5
1.1.
Doel van zelfstandig werken............................................................................................................ 5
1.2.
De doorgaande lijn......................................................................................................................... 5
2.
Het zelfstandig werken in de gr oepen 1 en 2 ......................................................................................... 6
3.
Het zelfstandig werken in de gr oepen 3 t/m 8 ....................................................................................... 7
3.1.
Basisafspraken ............................................................................................................................... 7
3.1.1.
Frequentie / tijdsinvestering............................................................................................................ 7
3.1.2.
Het werkblad.................................................................................................................................. 8
3.1.2.1. 3.1.2.2.
Layout van het werkblad........................................................................................................ 8 Afstrepen van het werkblad ................................................................................................... 9
3.2.
Werkwijze in de klas ..................................................................................................................... 10
3.2.1.
Regels leerkracht.......................................................................................................................... 10
3.2.2.
Regels leerling.............................................................................................................................. 10
Bijlage1
Obser vatiepunten ................................................................................................................... 11
Bijlage 2
Planbor d ................................................................................................................................. 12
Bijlage 3
For mulier en............................................................................................................................ 13
pag. 2
zelfstandig werken St. Antoniusschool
Verantwoording 1. Inleiding De mogelijkheid om zorg te geven wordt voor een belangrijk deel bepaald door de mate waarin leerlingen zelfstandig kunnen werken. Op die momenten maakt de leerkracht gebruik van de instructietafel om individuele zorg te verlenen. Om de zelfstandigheid van leerlingen te vergroten, wordt gelet op de volgende zaken: · de organisatie Het rooster, het klassenmanagement en de gedragsregels voor zelfstandig werken staan hier centraal. · het zelfstandig plannen. Hier leren de leerlingen overzien wat ze moeten regelen om de eigen activiteiten uit te voeren. Deze punten worden in hoofdstuk 2 en 3 verder uitgewerkt.
2. Organisatie. Hierbij zijn de volgende doelen geformuleerd: · de leerling ervaart de regierol van de leerkracht. De leerkracht is de regisseur van de onderwijsleersituatie. Hij heeft de eindverantwoordelijkheid en bepaalt wat en op welke wijze in de klas geschiedt. Hij benadert de leerlingen en niet andersom; hij bepaalt welke leerling op welke wijze aandacht krijgt en wanneer. · het leerkrachtengedrag is voorspelbaar. De leerling moet weten dat zij regelmatige aandacht en hulp en/of instructie van de leerkracht krijgt. De regisserende leerkracht bepaalt wanneer en op welke wijze dat gebeurt. · de leerling moet leren omgaan met uitgestelde aandacht van de leerkracht. De leerkracht is voor leerlingen niet op elk willekeurig moment oproepbaar. De leerling moet weten hoe zij kan doorwerken in afwachting van de aandacht van de leerkracht. De activiteiten onder de regie en in het gedrag van de leerkracht zijn de volgende: · de leerkracht formuleert zorgvuldig en nauwkeurig de taak waarvoor de leerlingen staan. · de leerkracht formuleert bij aanvang van de periode van zelfstandig werken één of meerdere attentiepunten, waarbij in het werkgedrag van kinderen op gelet moet worden. Een lijstje van aandachtspunten is opgenomen in bijlage 1. · na beëindiging van de periode worden deze attentiepunten met de gehele klas geëvalueerd. · de leerkracht maakt met zekere regelmaat (maximaal na 15 minuten) een loopronde langs de leerlingen; dit volgens een vaste route door het klaslokaal. · de extra instructie aan de instructietafel kan vooraf worden gepland door de leerkracht, of het kan tussentijds noodzakelijk blijken te zijn via observaties tijdens de looprondjes. · de leerkrachten van de groepen 3 en 4 maken gebruik van een symbool. Dit symbool geeft aan dat de leerkracht op dat moment niet beschikbaar is. · de leerkracht maakt de leerlingen gedurende de periode van zelfstandig werken attent op de voortgang in de tijd. Dit geldt met name bij jongere leerlingen. · de leerkracht geeft aan de instructietafel aandacht aan die leerlingen, die aanvullende of herhalende instructie nodig hebben.
pag. 3
zelfstandig werken St. Antoniusschool
3. Zelfstandigheid. Hierbij gaat het er om dat de leerling zich competenter gaat voelen m.b.t. de leertaak, waarvoor zij zich tijdens het zelfstandig werken geplaatst ziet. Daarnaast wordt beoogd het zelfplannend vermogen van de leerling te ontwikkelen en haar te leren omgaan met probleemsituaties tijdens het werk. De volgende doelen zijn geformuleerd: · optimaliseren van de momenten van zelfstandig werken. Dit doel is een voortzetting van datgene wat door leerling en leerkracht is afgesproken en wat moet worden gerealiseerd. · zelfplannend en –beoordelend vermogen aanleren. De leerling moet de opgedragen taken zelf leren plannen en moet zichzelf reëel kunnen beoordelen op gerealiseerd werkgedrag. · leren omgaan met een “agenda”. De leerkracht geeft in deze fase de leerlingen meer gelegenheid tot zelfstandig werken (meer momenten per week) en geeft de leerlingen de gelegenheid om op door henzelf te bepalen momenten aan de leertaken te werken. · de leerling leert zelfstandig problemen op te lossen. Om deze doelen te realiseren zijn de navolgende afspraken gemaakt: Groep 1 en 2: Jonge leerlingen zijn nog sterk gebonden aan vastomlijnde regels en afspraken. Toch wordt er in de groepen 1 en 2 in bepaalde situaties zelfstandig gewerkt. Groep 3, 4 en 5: Door de noodzakelijke sterk gestructureerde aanpak van de instrumentele vaardigheden (met name leren lezen en schrijven) en de beperkte zelfstandige mogelijkheden van de leerlingen hierbij, beperken de momenten van zelfstandig werken zich in de eerste maanden van groep 3 zich tot het zelfstandig verwerken van de vlak daarvoor aangeboden leerstof. Nadat de leerlingen de basale instrumentele vaardigheden hebben aangeleerd, ontstaan meer mogelijkheden voor zelfstandig werken en zelfplanning. Voor de praktische uitwerking, zie hoofdstuk 2. Groep 6, 7 en 8. Voor deze groepen geldt een inhoudelijke uitbreiding van keuzen over meerdere vakgebieden. Hiervoor is het plannings/administratieformulier aangepast. Zie bijlage “formulieren”.
pag. 4
zelfstandig werken St. Antoniusschool
Praktijk 1. Uitgangspunten 1.1. Doel van zelfstandig werken De doelstelling voor de leerling luidt: · het bevorderen van de eigen zelfstandigheid; · het leren plannen van het eigen werk, aangepast naar specifieke behoeften. De doelstelling voor de leerkracht luidt: Het tijd vrij spelen om · aangepaste instructie te geven aan individuele leerlingen of aan kleine groepjes leerlingen. Het gaat daarbij om: o niet geplande instructie, waarbij de leerkracht aangepaste instructie geeft aan de hand van actuele observatie; o geplande instructie, waarbij de leerkracht volgens planning aangepaste instructie geeft. Het gaat hierbij om leerlingen die extra aandacht verdienen op grond van observaties en/of handelingsplannen. § gerichte observaties te realiseren.
1.2. De doorgaande lijn ·
· · · ·
er is een basisprincipe waarbij geldt dat o de leerkracht regelmatig een vast rondje loopt om actuele problemen te signaleren; o de leerling die een probleem ervaart, gaat als volgt te werk: § eerst zelf proberen op te lossen; § daarna hulp vragen aan een medeleerling; § tot slot de leerkracht om hulp vragen, wanneer deze zijn rondje loopt. o bij het hulp vragen / aanbieden kan de leerling gebruik maken van het “blokje”. Dit blokje kent: § een zijde met een vraagteken; dit is een teken dat de leerling een vraag heeft, bestemd voor de leerkracht. § een groene zijde; dit is een teken dat de leerling om hulp gevraagd mag worden. § een rode zijde; dit is een teken dat de leerling niet om hulp gevraagd mag worden. Het gebruik van het blokje is verplicht in de groepen 3 t/m 5. Het gebruik is in groep 6 facultatief gesteld. In de groepen 7 en 8 wordt het blokje niet meer gebruikt. er wordt, in opbouw naar groep 8, steeds meer tijd aan zelfstandig werken besteed. de taken worden steeds omvangrijker. de leerlingen krijgen steeds meer vrijheid bij het plannen van hun werkzaamheden. noodzakelijk is een goed klassenmanagement, waardoor leerlingen in staat zijn, zonder voor overlast te zorgen, het benodigde materiaal zelf te pakken en weer op te ruimen.
pag. 5
zelfstandig werken St. Antoniusschool
2. Het zelfstandig werken in de groepen 1 en 2 De leerlingen zijn in staat zelf een keuze te maken uit: · het werken met het ontwikkelingsmateriaal uit de kasten; · het werken in de verschillende hoeken. Dit gebeurt met behulp van het keuzebord en het daarmee corresponderende keuzeblad. Iedere leerling heeft een persoonlijk plaatje, dat op het keuzebord gehangen kan worden. Op het keuzebord staan alle mogelijkheden, waaruit het kan kiezen. Er zijn ongeveer 15 keuzemogelijkheden, van watertafel, kleien, luisterhoek, leeshoek, zandtafel, computeren, krijtbord, verfbord, bouwhoek, huishoek,tekenen, knippen en plakken,knutselen,tot het werken met ontwikkelingsmateriaal uit de 5 kasten. Elk onderdeel heeft zijn eigen pictogram. Deze pictogrammen staan ook op het keuzeblad. De leerling moet eerst op het keuzebord kijken , waar hij zijn plaatje nog kan hangen. De plaatsen voor elk onderdeel hebben hun beperking. Zo kunnen er bv. in de hoeken 2 of 3 kinderen, maar uit de verschillende kasten kunnen wel 5 kinderen werken. Dit is dus variabel per onderdeel. Als de leerling zijn plaatje heeft opgehangen,pakt hij zijn keuzeblad. Hij zet op dit formulier een kruisje onder het pictogram waar hij net zijn plaatje heeft opgehangen Ook hier zijn de mogelijkheden beperkt. Je kan bv. 4 keer de poppenhoek kiezen en dan zijn de vakjes onder dit pictogram vol. Je moet dan andere onderdelen kiezen. Als het kind al veel kruisjes op zijn blad heeft gezet, is het handig voor het kind,om eerst zijn keuzeblad te bekijken om te zien welke onderdelen het nog kan doen en vervolgens zijn plaatje op te hangen. Is het hele blad vol met kruisjes, dan kan het aan een nieuw blad beginnen. En dat blad heeft een andere kleur dan het voorgaande. Het materiaal. Het is belangrijk, dat de kinderen goed op de hoogte zijn, van de plaats van de materialen en weten hoe zij daar mee moeten om gaan .Het is belangrijk dat de materialen dusdanig zijn opgesteld en gemaakt, dat de kinderen ze zelfstandig kunnen pakken en terugzetten, zelf kunnen aandoen ( denk aan schilderschorten), en kunnen hanteren. Ook de regels over het hoe en waarom van het materiaalgebruik moeten bekend zijn. De kasten met ontwikkelingsmateriaal zijn volgens een bepaalde logische ordening van ontwikkelingsaspecten ingedeeld. Om de kasten herkenbaar te maken voor de kinderen, hebben zij elk een kleur gekregen. Wij onderscheiden 5 ontwikkelingsaspecten · taalontwikkeling · rekenontwikkeling · construeren en fantaseren · kleine motoriek/vorm en kleur · visuele discriminatie/puzzelen De organisatievorm bij het zelfstandig werken kan verschillend zijn. Zowel de hele groep kan zelf kiezen, als een gedeelte van de groep. Het is mogelijk dat de hele groep mag kiezen behalve een groepje, dat een instructie van de leerkracht krijgt. Het is verder mogelijk, dat de bv. groep 1 mag kiezen uit de hoeken, en dat groep 2 uit een bepaalde kast gaat werken. Er zijn dus veel mogelijkheden te bedenken.
pag. 6
zelfstandig werken St. Antoniusschool
3. Het zelfstandig werken in de groepen 3 t/m 8 In de groepen 3 t/m 8 kunnen leerlingen veel taken zelfstandig verwerken zonder directe begeleiding van de leerkracht. Dit kunnen zowel individuele als groepsopdrachten zijn. In de groepen 3 en 4 zorgen de leerkrachten voor de invulling van de dag/weektaken. In groep 5 wordt taal, rekenen en spelling door de leerkracht ingevuld. Het staat op het planbord voorgeschreven. De andere onderdelen worden, na de kerst, door de leerlingen zelf ingepland. In de groepen 6 t/m 8 zorgen de leerkrachten ervoor dat alle taken zichtbaar op het planbord staan zodat de leerlingen in kunnen plannen. Ook de instructiemomenten voor de komende week zijn op het planbord te zien, zodat leerlingen hiermee rekening kunnen houden bij de planning. Een voorbeeld van een planbordindeling is opgenomen in bijlage 2. Dit betekent dat alle vakken onder het zelfstandig werken kunnen vallen. Het betekent niet dat alle vakken door de leerling zelfstandig gemaakt moeten worden. Soms is het aan te bevelen taken klassikaal te verwerken. Te denken valt aan de lessen begrijpend lezen of wereldoriëntatie. Individuele differentiatie vindt plaats door: · de grootte van de dag/weektaak aan te passen; · moeilijker/ingewikkelder opdrachten i.p.v. het “gewone” werk; · extra opdrachten toe te voegen.
3.1. Basisafspraken 3.1.1.
Frequentie / tijdsinvestering
De momenten van zelfstandig werken variëren per leerjaar. Dit wordt door de jaren heen steeds meer. Er gelden de volgende afspraken: Groep
Frequentie
3
Na kerst: eerst twee taken in twee dagen per week. Na Pasen: halve dagtaken in vijf dagen per week. Tot kerst: halve dagtaken; Na kerst: hele dagtaken. Tot kerst: hele dagtaken; Na kerst: twee en driedagen taken. Tot kerst: twee en driedagen taken; Na kerst: weektaken. Weektaak. Tweewekentaak
4 5 6 7 8
Nagestreefde tijdsinvestering per dag 30 minuten
30 minuten 45 minuten 45 minuten 60 minuten 60 minuten 90 minuten 120 minuten 120 minuten
pag. 7
zelfstandig werken St. Antoniusschool
3.1.2.
Het werkblad
Er wordt in alle groepen gewerkt met een werkblad voor zelfstandig werken. Er zit echter een duidelijke lijn in de opbouw van dit blad. Hieronder een schematische weergave uitgaande van de opbouw van het zelfstandig werken zoals hierboven vermeld. Groep 3
Indeling en opbouw De week is ingedeeld in vijf strookjes. Elke dag ontvangt de leerling een nieuw strookje. Zie bijlage “werkbladen”. De leerkracht vult het blad in. De week is ingedeeld in dagen. Zie bijlage “werkbladen”. De leerkracht vult het blad in. De week is ingedeeld in dagen. Zie bijlage “werkbladen”. De leerkracht deels vult het blad in. De week is ingedeeld in dagen. Zie bijlage “werkbladen”. De leerling vult het blad zelf in. De week is ingedeeld in dagen. Zie bijlage “werkbladen”. De leerling vult het blad zelf in. De twee weken zijn ingedeeld in dagen. Zie bijlage “werkbladen”. De leerling vult het blad zelf in.
4 5 6 7 8
Voorbeelden van groepsformulieren zijn in bijlage 3 opgenomen.
3.1.2.1.
Layout van het werkblad
De layout van het werkblad is voor alle groepen vergelijkbaar. Wel wordt er in groep 3 en 4 gewerkt met pictogrammen, die voor de hogere groepen vervangen zijn door tekst. De volgende afspraken gelden: 1) het weeknummer van de jaarkalender wordt gehanteerd; 2) voor de vakken en namen van de dagen wordt 25% grijs gehanteerd; 3) elke kolom is verdeeld in een groot deel, dat door de leerling wordt ingekleurd wanneer die het werk afheeft. Het kleine deel wordt door de leerling ingekleurd als de leerkracht het schrift heeft geparafeerd. 4) onderaan het werkblad komt standaard een kolom “overig” waar overige taken kunnen worden genoteerd; 5) de datum van de verschillende dagen staan niet op het formulier, deze zijn terug te vinden op het bord; 6) er staat geen overbodige informatie op het formulier; Geen feesten, vieringen, klassendienst e.d. In de onderbouw vult de leerkracht dit zelf in en kan hier dus automatisch rekening mee worden gehouden. In de bovenbouw staat de informatie op het planbord. Weekdagen waarop geen school is worden 75% grijs aangegeven. 7) er staan geen instructiemomenten op dit formulier. Deze staan vermeld op het planbord; 8) de volgende vakken staan per leerjaar op het formulier genoteerd: Groep 3
Vakken · Taal · Schrijven · Rekenen · Keuze
4
Zie groep 3, waaraan toegevoegd: · Spelling · Lezen · Computer
pag. 8
zelfstandig werken St. Antoniusschool
5
Zie groep 4, waaraan toegevoegd: · Wereldorïentatie (aardrijkskunde/geschiedenis) · Begrijpend Lezen · Verkeer · Overig · Keuze
6
Zie groep 5, waaraan toegevoegd: · Wereldoriëntatie (incl. topo)
7
Zie groep 6
8
Zie groep 6
3.1.2.2.
Afstrepen van het werkblad
De wijze waarop de leerling zijn gemaakte werkt afstreept is voor alle groepen gelijk. De dagen hebben een verschillende kleur. Deze kleuren zijn terug te vinden in de weekplanning op het bord. Het werk dat afgemaakt is, wordt in de kleur van de desbetreffende dag gekleurd. Hebben ze het werk voor de helft af? Dan kleuren ze het hokje voor de helft in de kleur van de dag. Wanneer ze het werk de volgende dag afmaken, kleuren ze de andere helft in de kleur van die dag. Zo wordt het voor leerkracht en leerling inzichtelijk, d.m.v. kleuren, wanneer hij/zij tijd over had en of de planning derhalve optimaal was. De afgesproken kleuren: Dag Kleur Maandag Rood Dinsdag Geel Woensdag Blauw Donderdag Groen Vrijdag Paars
pag. 9
zelfstandig werken St. Antoniusschool
3.2. Werkwijze in de klas 3.2.1.
Regels leerkracht
Van de leerkracht wordt, binnen het zelfstandig werken, in ieder geval het volgende verwacht: · de leerkracht deelt aan het begin van de nieuwe werkperiode (dag of week) het werkblad uit. In de groepen 3 en 4 zijn deze ingevuld. In groep 5 zijn ze deels ingevuld. In de groepen 6 t/m 8 worden deze leeg verstrekt. · de leerkracht differentieert qua taakbelasting, taken etc. waar nodig. · de leerkracht hanteert een dagindeling op het bord waarop te zien is wat er die dag gedaan wordt en in welke volgorde. · het zelfstandig werken begint dagelijks, indien nodig, met een korte instructie, waarin kort per taak verteld wordt wat de opdracht is. · de leerkracht draagt er zorg voor dat iedereen aan het werk kan. · indien nodig geeft de leerkracht extra instructie, hetzij klassikaal, hetzij individueel of aan een klein groepje. · de leerkracht houdt zich consequent aan het afgesproken basisprincipe van het zelfstandig werken (zie 1.2). · de leerkracht benut de afgesproken zelfstandige werktijd met: o het doen van gerichte observaties; o het geven van aangepaste instructie; · de leerkracht beschikt over een overzichtslijst, waarop al het zelfstandig gemaakt werk wordt afgetekend.
3.2.2.
Regels leerling
Voor de leerlingen gelden de volgende regels: · de leerlingen hanteren het basisprincipe op de juiste wijze. · de leerlingen kleuren op hun werkblad welke taken afgerond zijn op de afgesproken manier (2.2.2). · de leerlingen kijken de opdrachten in de bovenbouw zoveel mogelijk zelf na en verbeteren op afgesproken wijze het antwoord. · als het werk op het werkblad zelfstandig werken af is, gaat de leerling verder met keuzewerk of een andere opdracht die door de leerkracht is goedgekeurd.
pag. 10
zelfstandig werken St. Antoniusschool
Bijlage1
Observatiepunten
Ik heb ervaren dat: · problemen niet zelf opgelost worden. Ik ga erop letten dat iedereen zelf zijn problemen probeert op te lossen. · kinderen die met een bepaalde opdracht klaar zijn, niet weten hoe ze verder moeten. Ik ga erop letten dat iedereen de afspraken over “hoe je verder moet werken” nakomt. · kinderen wel spullen pakken, maar dat niet zelf opruimen. Ik ga erop letten dat iedereen zelf zijn spullen opruimt. · ik toch regelmatig gestoord word onder het zelfstandig werken. Ik ga erop letten dat ik niet gestoord word tijdens het zelfstandig werken. · kinderen mij lastig vallen omdat bijv. het schrift vol is. Ik ga erop letten dat iedereen zelf voor dit soort zaken een oplossing weet. · veel kinderen problemen hebben, terwijl dat m.i. niet hoeft. Ik ga erop letten dat iedereen problemen voorkomt door goed te luisteren, goed te lezen, goed te kijken en goed na te denken. · medeleerlingen gestoord worden terwijl dat niet altijd echt nodig is. Ik ga erop letten dat anderen alleen gestoord worden als het echt nodig is. · jullie je ook storen aan bepaalde zaken. Ik wil dat jullie vandaag opschrijven waar je je aan stoort. Ik ga erop letten hoe jullie deze storingen oplossen. · jullie (te) veel lawaai maken als je om hulp vraagt. Ik ga erop letten dat het zo stil mogelijk is als jullie elkaar om hulp vragen.
pag. 11
Bijlage 2
Planbord
Weektaak
Klaar ?
Instr uctie Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Hier staan de taken vermeld die de kinderen moeten maken.
Hier staan taken vermeld die kinderen kunnen doen als ze klaar zijn.
Hier staan de momenten vermeld waarop instructie wordt gegeven.
Tijd Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Hier staan de tijden vermeld die de kinderen beschikbaar hebben voor hun taken.
Bijlage 3 Zie Excel bestanden
Formulieren