Humor en heiligheid: zij en wij Leeftijd: 12-16, 16+ Soort bijeenkomst: club Soort werkvorm: heel programma Thema: Humor, Samenleven Tijdsduur: 60 min. Gesprek over humor en pesten en gesprek over politiek. Humor verbindt mensen, het is leuk, zorgt voor een goede sfeer. Satire (bijtende, cynische humor) en spot scheidt mensen en wordt gebruikt om anderen een flinke spiegel voor te houden of de ‘heilige huisjes' van andere groepen, hun waarden, normen en uitlatingen, omver te schoppen! Soms roep je wel eens iets grappigs tegen iemand, dat heel anders overkomt dan je verwachtte. Je wilt een grap maken, maar iemand neemt het heel serieus op bijvoorbeeld. Of je bent bloedserieus en iedereen begint te lachen. Als iemand een andere mening heeft, of niet in de groep past, kun je daar grappen over maken of zelfs degene daarmee pesten. Beter kun je zo iemand negeren. Maar soms wordt er gezegd dat je nog een stap verder moet gaan. Je moet zo iemand accepteren en proberen bevriend met hem te raken. Soms wordt iemand niet ‘per ongeluk' gekwetst. Er zijn mensen die heel goed in de gaten hebben wat het slachtoffer wordt aangedaan. En die er toch mee doorgaan omdat het ze geen barst interesseert dat een ander onder dat kwetsen lijdt; soms genieten ze er zelfs van. Religieus grensgebied De hardste jodenmoppen zijn afkomstig van joden zelf. Alleen kankerpatiënten zelf ‘mogen' grappen over hun ziekte maken. Hoe komt dit? Humor werkt als relativering, of als verwerking van vervelende gebeurtenissen/ziekten. Je mag overal grappen over maken, vinden sommigen. Maar geldt dit ook voor geloof? Mag je grappen maken over iets dat heilig is voor een ander? Zou jij je bijvoorbeeld beledigd voelen als iemand de spot drijft met wat jij heel belangrijk vindt? De bekende ‘cartoonrellen' brachten een discussie op gang Voor sommige moslims is dit onacceptabel. Allah en zijn profeet zijn heilig, daar maak je geen grappen over. Cabaretier Theo Maassen vindt godsdienstige personen die nergens aan twijfelen maar sneue mensen. Hij drijft de spot met hen; niet alleen met fundamentalistische moslims, maar ook met christenen. In zijn show Tegen beter weten in (2006) loopt hij bijvoorbeeld een kruisbeeld te zoenen. Hij vindt dat je als cabaretier alles moet kunnen zeggen. Er is vrijheid van meningsuiting in Nederland. Dan mogen we toch zelf weten wat we zeggen of tekenen? Of moeten we ons inhouden en rekening houden met de gevoelens van anderen? Deze vragen hebben iets te maken met respect. Waar ligt de grens tussen wat wel en niet mag en wie bepaalt dat?
Spot en zelfspot Humor is een wapen en zoals elk wapen kan je het verkeerd gebruiken: bedoeld of onbedoeld veroorzaak je er dan schade en ellende mee. Maar misschien kun je het wapen ook op een goede manier inzetten. Een mooi voorbeeld van de manier waarop je humor als wapen kunt gebruiken, is de humor als zelfspot. Bij zelfspot lach je als het ware om je eigen ellende. Zelfspot relativeert en lucht op. Mop uit Palestina: Een Amerikaan, een Engelsman en een Palestijn zitten in de hel. Ze vragen de duivel of ze naar het thuisfront mogen bellen. Dat mag. De Amerikaan belt één minuut en moet daarvoor één miljoen dollar betalen (het is tenslotte een hele afstand tot de aarde). Daarna is de Engelsman aan de buurt. Hij belt twee minuten en moet 1,5 miljoen dollar betalen. Ten slotte mag de Palestijn telefoneren. Hij blijft wel twee uur in gesprek en hoeft daarvoor maar twee dollar te betalen. De Amerikaan en de Engelsman zijn razend. "Hoe is dat mogelijk?" vragen zij aan de duivel. "Hij heeft een lokaal gesprek gevoerd," zegt de duivel lachend, "hij belde van hel naar hel."
SPOT OR NOT I. Elvis op het bord Kopieer voor iedereen onderstaand verhaaltje met de vragen, lees het verhaaltje voor en bespreek de vragen. ‘Elvis de Pelvis' was zijn bijnaam in de brugklas. Hij lag er een beetje uit in de groep. Vanaf het begin al. Dat werd nog versterkt toen hij in een van de eerste muzieklessen openlijk verdedigde dat Elvis Presley de beste performer uit de popgeschiedenis was. Veel leerlingen hadden nog nooit van die zanger gehoord. Maar dat was niet de belangrijkste oorzaak waardoor hij zijn bijnaam vestigde. Hij reageerde totaal verkeerd als iemand iets negatiefs over Elvis en zijn muziek durfde te zeggen. Hij werd dan erg kwaad en dat werkte averechts. Zo kwam hij aan zijn bijnaam. Op een dag ging hij helemaal over de rooie toen iemand een raar poppetje op het bord had getekend en daaronder met koeienletters ‘Elvis' had geschreven. De mentor kwam eraan te pas en in een klassengesprek wist die de kou enigszins uit de lucht te halen. In het gesprek werden wat misverstanden opgehelderd. Wat in de ogen van de tekenaar van het poppetje een onschuldige grap was, kwam bij het slachtoffer keihard aan. Niemand wist ook dat de gepeste ‘Elvis' soms jankend thuis kwam en door zijn moeder ‘s morgens bijna met geen stok naar school te krijgen was. Zo erg vond hij het om gepest te worden. Het klassengesprek werd afgerond met een afspraak. Men had het niet zo kwaad bedoeld en niet in de gaten gehad dat hij zich steeds zo gekwetst voelde. Men beloofde hem voortaan met rust te laten. Maar daarmee was de mentor nog niet helemaal tevreden. Iemand met rust laten is één ding. Maar je moet een ander niet alleen niet lastig vallen, je moet hem ook in je groep willen opnemen. Die eis ging volgens sommigen veel te ver: je kunt mensen niet dwingen vrienden te worden. Vragen 1. Klopt het wat de leerlingen zeggen: was het plagen en geen pesten? 2. Dat wat je doet, kan bij een ander heel anders overkomen dan je zou verwachten. Hoe kunnen er zulke misverstanden
ontstaan? 3. Leef je eens in in het slachtoffer. Waardoor zou hij steeds zo kwaad worden? 4. Het verhaaltje eindigt met een verschil van mening tussen de klas en de mentor. Wie heeft er gelijk? Is het voldoende om iemand alleen maar met rust te laten of moet je nog een stapje verder gaan? 5. Stel je voor dat de jongen geen fan van Elvis was, maar van Jezus of van Mohammed. Hoe zou je dan vraag 1 t/m 4 beantwoorden?
Christendom en Islam langs de lijn Grappen en cartoons, gerelateerd aan religie. Print deze voor iedereen uit en knip de grappen los. Markeer in de ruimte een lijn die loopt van aanstootgevend, via gewoon niet leuk naar hilarisch. Iedereen legt zijn print van de grappen langs de lijn, waar zij of hij denkt dat dit past. Bekijk het resultaat. Waar ligt de beoordeling van dezelfde grappen ver uit elkaar? Waar is iedereen het over eens? Waar liggen de verschillen? Hoe komt dit?
Recht op spotten? (16+) Sommige moslims voelden zich zwaar beledigd doordat de Deense krant Jyllandsposten enkele cartoons publiceerde waarop de profeet Mohammed stond afgebeeld. Volgens hen mag je de profeet niet afbeelden en is het dubbel zo erg als je er dan ook nog een terrorist van maakt. Voor journalisten en politici was het een hot item. Bij de demonstraties tegen Denemarken en de cartoonisten zijn er doden gevallen. Juist in islamitische dictaturen als Syrië en Iran waren de demonstraties het hevigst. Het kwam deze landen wel goed uit dat de mensen hun agressie op het westen richtten en dus niet op de binnenlandse problemen. De regeringen van die landen gebruikten de protesten voor hun eigen, niet zulke fraaie bedoelingen. Iedereen heeft het recht op een eigen mening, maar wat heb je aan dat recht als je je mening niet mag verkondigen? Als ik van mening ben dat een bepaalde vorm van godsdienstigheid belachelijk is, dan mag ik dat toch ook duidelijk maken? Bijvoorbeeld door er een tekening aan te wijden. Vragen - Waarom zouden cartoonisten moslims niet op de hak mogen nemen? - Leef je eens in in het slachtoffer. Waardoor zou hij zo kwaad worden? Er zijn eigenlijk drie redenen waarom veel moslims het ergerlijk vinden dat er cartoons verschijnen die de profeet
Mohammed uitbeelden. Allereerst vinden zij dat je de profeet onder geen enkele voorwaarde mag afbeelden (in de islam bestaat een ‘beeldenverbod'). Verder storen zij zich eraan dat Mohammed als terrorist is afgebeeld. En ten slotte vinden zij dat zij zelf als moslim voor de zoveelste keer ten onrechte als terrorist worden neergezet. Vraag - Kun je je daar wat bij voorstellen? Toen de islamitische protesten en demonstraties vanwege de Deense cartoons op hun hoogtepunt waren, plaatsten sommige Arabische kranten uit wraak antisemitische cartoons, die zeer beledigend voor joden waren (bijvoorbeeld: Hitler in bed met Anne Frank). Dat was vreemde actie: de islamitische hoofdredacteuren van deze kranten verwijten westerlingen dat we de spot drijven met wat moslims heel belangrijk vinden en doen vervolgens hetzelfde. Trouwens, voelen wij ons wel zo vernederd als men joden belachelijk maakt? Cabaretiers mogen onder applaus de spot drijven met religieuze symbolen. De Deense cartoonisten en de hoofdredacteur van de Deense krant kregen hevige kritiek te verduren en moesten excuses aanbieden. Vragen - Wat is het verschil? Waarom mag het in het ene geval wel en in het andere niet? - Heeft het misschien te maken met de bedoelingen van de maker? Het heeft onder andere te maken met de manier waarop de grap bij je komt. Als je naar een cabaretvoorstelling gaat, kun je weten dat er van alles op de hak wordt genomen. Dan kan het zijn dat dat ook op jou slaat. Maar in de krant verwacht je nieuws te lezen en niet direct beledigd te worden. - Als een groep mensen die in de minderheid is duidelijk afwijkt wat betreft leefwijze en/of opvattingen, mag je ze dan vertellen (of dat voor hen uittekenen) dat ze er volgens jou niet bij horen? - Mag je zulke groepen buitensluiten omdat je vindt dat hun houding niet voldoende past bij de normen en de smaak van de meerderheid? ‘ - Mag je in een negatief krantenbericht vermelden dat het om een bepaalde groep mensen gaat (jongeren, lager opgeleiden, Marokkanen, christenen, directeuren) als dat er niet direct toe doet voor de berichtgeving? Stel nou dat een conflict niet het gevolg is van een misverstand en dat een cartoonist echt een gruwelijke hekel heeft aan moslims (of aan een andere groepering) en hen op hun ziel wil trappen of haat wil zaaien. - Wat moet de regering dan doen? - Hoe moet je iemand die misbruik maakt van zijn vrijheid van meningsuiting tot de orde roepen? Afsluiting Formuleer tips over de grenzen tussen het recht op vrije meningsuiting en het recht op respect. Kun je deze tips uitbeelden, getekend, of met een toneelstuk of sketch?
Dit programma is gebaseerd op Narthex 63.