Bijlage 3 bij collegevoorstel Wmo-besluit (18-12-2012)
Maatschappelijke Ontwikkeling
Notitie aan
WMO-Forum
c.c. van
Ine Sijbers / Berdike Peters / Paul Cox
team MOSAM steller PP Cox/I. Sijbers doorkiesnummer +31 77 3596260 e-mail
[email protected] registratienummer datum 26 november 2012
onderwer Hulp bij het huishouden in de gemeente Venlo p
HULP BIJ HET HUISHOUDEN IN DE GEMEENTE VENLO 1. Inleiding De gemeente heeft, conform artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de compensatieplicht om burgers met beperkingen in staat te stellen: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel; d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. In deze notitie beperken we ons tot Hulp bij het huishouden (Hbh). Met ingang van 1 maart 2012 is de nieuwe Wmo verordening 2012 van kracht die uitgaat van het principe van Kanteling. Het motto is participatie: mensen moeten zoveel mogelijk en zo zelfstandig mogelijk mee (kunnen) doen in de samenleving, met als uitgangspunten eigen verantwoordelijkheid en het compensatiebeginsel van de Wmo. Daarnaast speelt dat als gevolg van een ruimhartig toekenningenbeleid in het verleden, de hoge kostprijs die Venlo nu betaalt en door de stijgende zorgvraag, de kosten van Hbh aanzienlijk stijgen. Daar tegenover staat ook een lager budget uit de Rijksuitkering. Wil de gemeente de benodigde zorg waar nodig kunnen blijven compenseren, zijn maatregelen hard nodig. Dit vraagt om een samenspel van diverse maatregelen, die nu uitgezet worden: 1. aanbesteding hulp bij het huishouden, met een lagere productprijs; 2. organiseren van collectieve voorzieningen, als alternatief voor individuele voorzieningen en het invoeren van keukentafelgesprekken en sociale wijkteams; 3. aanscherpen van de normering hulp bij het huishouden. Dit voorstel gaat over deze laatste maatregel: het aanscherpen van de normering hulp bij het huishouden. In deze notitie gaan we verder in op het hoe en waarom en komen we tot een voorstel.
Notitie
2. Hulp bij het huishouden Zoals bekend, heeft de gemeente sinds 2007 de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de Wmo. Deze wet verplicht de gemeente om beperkingen te compenseren die de burgers ervaren bij het meedoen aan de samenleving. In 2007 is met de toenmalige Wmo-verordening gekozen voor een beleidsarme overgang van de Wet voorzieningen Gehandicapten naar de Wmo. Echter vanuit de opvatting van de Wmo, die gaat over participatie, is in 2012 een nieuwe Wmo-verordening Venlo 2012 en het Wmo-besluit Venlo 2012 (beiden zijn in werking getreden op 1 maart 2012) vastgesteld met de Kanteling als uitgangspunt. Dit alles past ook in de sociale structuurvisie en de aanbevelingen van de raadswerkgroep SAM. In het Wmo-besluit wordt Hbh als volgt gedefinieerd: het ondersteunen bij of overnemen van activiteiten van de verzorging van het huishouden van een persoon, dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort. Er wordt een onderscheid gemaakt in de soort taken die overgenomen kunnen worden, waardoor er twee categorieën Hbh zijn: Hbh1: lichte huishoudelijke taken, zware huishoudelijke taken, de was doen en huishoudelijke spullen in orde hebben; Hbh2: boodschappen doen voor het dagelijkse leven, broodmaaltijd bereiden, warme maaltijd bereiden, opvang en verzorging van in huis wonende kinderen, andere helpen bij maaltijdvoorziening, dagelijkse organisatie van het huishouden. Voor iedere over te nemen taak wordt de omvang van overname in minuten bepaald. De omvang van de overname is afhankelijk van de ernst van de beperkingen, de grootte van de leefeenheid en de grootte van de woning. Vanaf 2007 stijgen de kosten huishoudelijke hulp als gevolg van toenemende vergrijzing en de trend om langer zelfstandig te wonen. Deze stijging zet zich (als we niet ingrijpen) de komende jaren door. Daartegenover staan de rijksbezuinigingen, waardoor Hbh onbetaalbaar lijkt te worden. Momenteel : ca. 2800 klanten Hbh1, 220 klanten Hbh2, 270 klanten een pgb voor deze vorm van compensatie.
3. Kanteling In de oplossingen die we zoeken kijken we niet alleen naar besparing, maar sluiten we ook aan bij de kanteling in beleid; het proces waar de gemeente Venlo midden in zit en waar in deze notitie direct op wordt aangesloten. We zoeken naar de eigen kracht van de burger en kijken wat deze samen met zijn omgeving zelf kan doen/oplossen. We bieden niet langer een kant en klare oplossing aan, maar we zoeken met de klant naar een arrangement waarin de vraag en antwoord een plek krijgt. Iedere klant heeft een eigen unieke situatie, waar bij de een zorg en bij een ander een individuele voorziening de oplossing kan zijn of wellicht een mix van beiden. Bij een hulpvraag gaan we voortaan op zoek naar wat de burger met de omgeving zelf kan op basis van de zgn. verantwoordingsladder op eigen kracht binnen het netwerk Versie 26-11-12 2
Notitie
in algemene / collectieve sfeer (en dan pas) het aanbieden van individuele oplossingen. De burger moet zich bewust zijn van het feit dat deze samen met de omgeving meer kan, dan deze zelf wellicht voor mogelijk had gehouden. En tot slot inzet van individuele hulp(middelen).
4. Normeringskader Hulp bij het huishouden Het huidige normeringskader (zie Wmo-besluit) stamt nog van de overgang vanuit de AWBZ naar Wmo in 2007. Maatschappelijke - en financiële ontwikkelingen zorgen er voor dat nieuw beleid formuleren meer dan wenselijk is. De Wmo verordening is hiertoe al aangepast, met als ingangsdatum 1 maart 2012. Op basis van voornoemde argumenten doen wij nu een voorstel voor aanpassing van het normeringskader. Overigens trekken de gemeenten in de regio Noord-Limburg gezamenlijk op in dit proces, dat wil zeggen dat gezocht wordt naar zoveel mogelijk eenheid in de normering. Elke gemeente heeft wel zijn eigen tijdpad hierin. Bij ons voorstel hebben wij input vergaard van de gemeenten Sittard Geleen en Beesel. Het belangrijkste verschil in huidige normering en de nieuwe voorgestelde normering is: In het huidige normeringskader wordt de indicatie gebaseerd op type woning en het aantal personen die in de woning wonen. In het nieuwe normeringskader wordt een onderscheid gemaakt in kamers die in gebruik zijn in plaats van het type woning. Dus niet de grootte van de woning is leidend, maar het aantal kamers dat daadwerkelijk of in redelijkheid in gebruik is naar het oordeel van de Wmo-consulent. dat betekent dat alleen het noodzakelijke gebruik van kamers wordt gehonoreerd en dat er nadrukkelijker dan in het oude normeringskader een verantwoordelijkheid ligt bij de hulpvrager om kritisch te kijken naar zijn woonsituatie. Belangrijk is te vermelden dat het normeringskader niet zo zeer de toegang tot de verstrekking bepalen, maar de mate van compensatie (in tijd huishoudelijke hulp). De aanscherping heeft een terugdringing van het aantal hulpuren en uiteindelijk een besparing tot het gevolg. Uitgangspunt in het nieuwe normeringskader bij de vaststelling van de zorgbehoefte is maatwerk. Dit wordt gerealiseerd door de invoering van de keukentafelgesprekken. In de bijlage “ normeringskader” is het nieuwe normeringskader verder uitgewerkt, in aansluiting op de normering die Beesel in voorbereiding heeft. Beesel heeft deze normering ook al getoetst bij de grotere zorgaanbieders, deze geven aan dat deze praktisch werkbaar zijn. Wij zullen ook hierover nog in afstemming treden met de zorgaanbieders.
5. Ingangsdatum en overgangstermijn Streven was het nieuwe normeringsbesluit 1 januari 2013 te laten ingaan en voor de huidige klanten een overgangstermijn van 3 maanden in acht te nemen; vanwege de afspraken met het Wmo-forum is dit niet langer haalbaar. Voor klanten die een herindicatie krijgen, wordt voorgesteld een overgangstermijn van 3 Versie 26-11-12 3
Notitie
maanden in acht te nemen, ingaande vanaf de datum van het nieuwe indicatiebesluit.
6. Kosten Huishoudelijke hulp Het budget hulp bij het huishouden bedraagt voor 2013 € 12.062.908,00. Op het totaalbudget Wmo rust daarnaast nog een taakstelling van € 500.000,00 in 2013. Aangezien het budget Wmo hulp bij het huishouden 70% van het totaalbudget bedraagt, en het gaat om vele klanten en uren, is een besparing hierin te zoeken noodzakelijk, maar ook haalbaar. Op dit moment hebben we ca.: 2800 klanten Hbh1 220 klanten Hbh2 270 klanten met een pgb voor hulp bij het huishouden. Gaan we uit van de huidige situatie, dan is het gemiddeld aantal uren per klant nu 3,1 uur per week (op basis van rapportages zorgaanbieders). Landelijk ligt het gemiddelde iets lager nl. 2,9 uur per week. Door nieuwe normering is de inschatting dat het aantal uren wordt teruggebracht naar gemiddeld 2,7 uur per week. Een verdienste van gemiddeld 0,4 uur per week per klant. Dit is de verwachting in ieder geval bij de klanten Hbh1, die zelf regie voeren. Voor de klanten met een Hbh2 indicatie, die zelf geen regie kunnen voeren over het huishouden, is dat wat moeilijker in te schatten. Uitdrukkelijk zij hierbij vermeld, dat het uitgangspunt is de mogelijkheden van de klant en zijn netwerk, en de daadwerkelijke behoefte aan ondersteuning. Dit kan betekenen dat een aantal klanten straks bij indicatiestelling wellicht meer compensatie krijgt.
7. Implementatie/herindicatie Indien het nieuwe normeringskader ingevoerd is, geldt dit in beginsel voor alle nieuwe klanten en klanten die op dat moment opnieuw een herindicatie krijgen. Dat betekent dat daadwerkelijke resultaten van kanteling en besparing over jaren uitstrijken. Dat pleit ervoor om nu een traject van herindicatie van alle klanten uit te voeren na vaststelling van de nieuwe normering. Hiermee bewerkstelligen we enerzijds dat klanten bewust worden van de principes van Kanteling en dus weer meer een beroep op eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden gedaan wordt, anderzijds kan daarmee de daadwerkelijke besparing van kosten een impuls krijgen. Doen wij dit niet volgens een intensief traject van herindicatie, blijven we problemen ondervinden in de beheersing van de budgetten voor Wmo-compensatie en ontstaat er een situatie dat wij niet meer de benodigde zorg kunnen garanderen. Overigens is dit een grote operatie, waarin in een periode van ca. ½ jaar ruim 3.200 klanten geherindiceerd moeten worden. In een apart traject komen we hier op terug en zullen we ook het Wmo-forum hierover informeren.
Versie 26-11-12 4
Notitie
8. Voorstel / planning We stellen dan ook voor het normeringskader aan te passen, gelijk aan het zoals beschreven in de bijlage onder kolom Venlo-nieuw kader van de gemeente Beesel. Hiervoor moet het Wmo-besluit Venlo 2012 worden aangepast middels een collegebesluit, waarbij we inzetten op een nieuw Wmo-besluit per 1 januari 2013 (onder voorbehoud) . Omdat het gaat om wijzigingen in normering, dient het Wmo-forum om advies gevraagd te worden. Deze notitie is inmiddels besproken met de verantwoordelijke wethouder en deze heeft ingestemd met de inhoud van deze notitie en het nieuwe kader. De planning ziet er dan als volgt uit: aanbieden aan Wmo-forum met verzoek advies november 2012 tussentijds afstemming met zorgpartijen november 2012 Bespreking met en advies van Wmo-forum december 2012 Collegevoorstel met uitvoeringsbesluit in UO december 2012 Uitvoeringsbesluit vaststellen in college december 2013 Publicatie en informatie 27 december 2012 Uiterlijke ingangsdatum 1 januari 2013
:
2 : :
10
:
10
:
18 : :
Vervolgens kan vorm gegeven worden aan het proces van herindicatie.
Bijlage : vergelijking normering oud-nieuw van 02-11-12
Versie 26-11-12 5