Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 1 van 33
Huisregels en werkinstructies Ravenshorst Holding
Versie : mei 2007
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 2 van 33
Inhoudsopgave handboek t.b.v. monteurs 1.00 2.00 2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23 2.24 2.25
3.00
Voorwoord Huisregels van Ravenshorst Installatietechniek B.V. Toepasselijkheid CAO Werktijden Bedrijfskantine Bezoek artsen en ziekmeldingen. Verslaglegging van werkzaamheden. Uren administratie. ADV, vrije dagen, vakantie. Gedrag tijdens het werk. Benodigde materialen en materieel op een werk Werkkleding. Gebruik veiligheidsmiddelen. Reparatie aan machines en installaties. Gebruik van open vuur en chemicaliën. Gereedschappen. Bedrijfsauto’s. Privé gebruik materialen Opleidingen Leerling monteurs of stagiairs. Legitimatie. Beëindiging dienstverband. Eigendommen van werknemer. Personeelsbijeenkomsten. Functioneringsgesprekken. Gebruik van mobile telefoon
Regels ten aanzien van VCA / VGM / ARBO / KAM
3.01 3.02 3.03 3.04 3.05 3.06 3.07 3.08 3.09
Werkinstructies algemeen *) Wat te doen bij een ongeval? Werkinstructies gereedschappen/hulpmiddelen Feedback document (voorbeeld) Meerwerkbon (voorbeeld) Beoordeling nieuwe monteurs Werkzaamheden / risico’s / PBM’s VCA informatie: 1.3 /1.4 / 2.8 / 2.9 & 2.10 Milieu regels *)
4.00 5.00 6.00 7.00 8.00
Regels ten aanzien van BRL6001 Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering NEN 3140 keuringsrapporten Veiligheidsbladen. Diversen
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 3 van 33
1.00 Voorwoord Om duidelijkheid te verschaffen in alle procedures Ravenshorst Installatietechniek B.V. betreffende is in 2002 besloten een organisatie onderzoek te laten uitvoeren. Dit onderzoek is uitgevoerd door ABC - Automotive Business Consultancy, waarna een rapportage is opgesteld aan de hand waarvan nieuwe procedures zijn opgesteld en waarin functies, taken, rechten en plichten van alle werknemers van Ravenshorst Installatietechniek B.V. zijn vastgelegd. Voor de beschrijving van de procedures en voor werknemers benodigde informatie is een zogenaamd ‘Handboek Monteur’ samengesteld, hierna te noemen handboek. Het handboek is een losbladig systeem waarin desgewenst pagina’s kunnen worden gewijzigd of worden toegevoegd. Het handboek is eigendom van Ravenshorst Installatietechniek B.V. en uitgereikt aan iedere werknemer van deze B.V.. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werknemer moet het handboek bij de bedrijfsleiding worden ingeleverd. Het handboek of delen daarvan mogen niet gekopieerd worden of aan derden ter inzage gegeven worden. ( zie het verboden te kopiëren teken “ © “ onderaan elke pagina)
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 4 van 33
2.0 Huisregels van Ravenshorst Installatietechniek B.V.
2.01 2.02 2.03 2.04 2.05 2.06 2.07 2.08 2.09 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23 2.24 2.25
Toepasselijkheid CAO Werktijden Bedrijfskantine Bezoek artsen en ziekmeldingen. Verslaglegging van werkzaamheden. Uren administratie. ADV, vrije dagen, vakantie. Gedrag tijdens het werk. Benodigde materialen en materieel op een werk Werkkleding. Gebruik veiligheidsmiddelen. Reparatie aan machines en installaties. Gebruik van open vuur en chemicaliën. Gereedschappen. Bedrijfsauto’s. Privé gebruik materialen Opleidingen Leerling monteurs of stagiairs. Legitimatie. Beëindiging dienstverband. Eigendommen van werknemer. Personeelsbijeenkomsten. Functioneringsgesprekken. Gebruik van mobile telefoon
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.01
pag. 5 van 33
Toepasselijkheid
Dit huishoudelijk reglement is van toepassing op alle bij Ravenshorst Installatietechniek BV in dienst zijnde personen en personen welke voor tijdelijk werk van andere bedrijven worden ingehuurd. Waar in de huisregels wordt gesproken over ‘werknemer’ wordt bedoeld de in loondienst zijnde werknemer. Waar gesproken wordt over ‘het bedrijf’ wordt bedoeld de vestiging van Ravenshorst Installatietechniek BV aan de Vulcanusweg 4 te Brummen. In onderstaande artikelen wordt gesproken over ‘servicewerkzaamheden’, hiermee worden werkzaamheden van korte duur bedoeld, zoals reparaties en onderhoud aan installaties. 2.02
CAO
Voorzover dit niet uitdrukkelijk door middel van deze regels anders is aangegeven, zijn de betreffende CAO bepalingen van toepassing aangaande de CAO voor het Loodgieters- en Fittersbedrijf. 2.03
Werktijden
De werktijden zijn van maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot 16.30 uur. Tijdens de werktijden kunnen pauzes genomen worden, ‘s ochtends een pauze van 15 minuten, tussen de middag een pauze van 30 minuten en ‘s middags een pauze van 15 minuten. De pauzes zijn geen vast gestelde tijden en kunnen genomen worden wanneer het werk dit toelaat. Wanneer de middagpauze in de bedrijfskantine wordt doorgebracht is de duur van de pauze 30 minuten waarbij de duur van het verlaten van de werkplek maximaal 30 minuten bedraagt. De pauzes ‘s ochtends en ‘s middags worden op de werkplek gehouden. Elke werknemer dient om 7.30 uur op de werkplek te zijn. Wanneer de werkzaamhedenplaats vinden op een locatie welke reistijd vergt, is 50 % van de benodigde reistijd voor rekening van werknemer en 50 % van de benodigde reistijd voor rekening van het bedrijf. 2.04
Bedrijfskantine
De bedrijfskantine is gedurende de normale werktijden open voor iedere werknemer, met inachtneming van pos. 2.03. In de kantine mag gerookt worden na overleg met de aanwezige werknemers op dat moment. In de kantine is een koffieautomaat aanwezig waaruit gratis koffie of thee kan worden genomen. Wanneer koffie wordt meegenomen voor gebruik tijdens het werk moet dit vóór aanvang van de werkzaamheden worden gedaan. De werknemer draagt zelf zorg voor het opgeruimd achterlaten van de kantine.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.05
pag. 6 van 33
Bezoek artsen en ziekmeldingen.
Jaarlijks kan de werknemer huis- en tandarts bezoeken voor ten hoogste 5 uur zonder verrekening van uren op vrije dagen. Meer dan 5 uur wordt in mindering gebracht op het tegoed van vakantiedagen. Vorenstaande geldt niet voor bezoek aan specialisten. Het bezoek dient wel genoteerd en gemeld te worden bij de bedrijfsleiding. De afspraken met huis- en of tandarts moeten zo vroeg mogelijk aan de bedrijfsleiding worden doorgegeven i.v.m. de planning. Ziekmeldingen moeten voor 7.30 uur worden doorgegeven aan de bedrijfsleiding onder opgaaf van de reden van de ziekte. De werknemer volgt instructies en aanwijzingen op van de controlerende instantie. Op dit moment is dat ArboNed. Tijdens de ziekteperiode informeert de werknemer het bedrijf over het verloop van zijn/haar ziekte en beantwoordt desgewenst vragen bij telefonisch contact met het bedrijf. De herstelmelding dient men ook zo vroeg mogelijk, doch uiterlijk een werkdag voor hervatting van de werkzaamheden, door te geven aan de bedrijfsleiding. Bij een tweede ziekmelding binnen 1 kalenderjaar kan er een verlofdag worden ingehouden, conform de CAO bepalingen. Bij ziekte zorgt werknemer voor het, zo spoedig mogelijk, per post of anderszins verzenden van zijn werkverslagen naar het bedrijf. Voor verzending per post zijn antwoordenveloppen (te verzenden zonder frankering) bij het bedrijf verkrijgbaar. 2.06
Verslaglegging van werkzaamheden.
De werknemer maakt verslag van zijn werkzaamheden op werk- of servicebonnen. Werken/of servicebonnen worden dagelijks volledig ingevuld, dat wil zeggen met de exact gewerkte uren en verwerkte materialen. De werknemer moet de werk- en/of servicebonnen bonnen uiterlijk vóór maandag ochtend 7.30 uur volgend op de verslagweek in de daarvoor bestemde ordner in de kantine deponeren. Bij materialen bestemd voor een bepaald werk wordt de aantekening gemaakt dat deze vóór het verlaten van het magazijn op werkbonnen worden genoteerd. Op deze bonnen wordt naast de materialen de bestemming en de datum aangegeven. Bij het uitvoeren van servicewerkzaamheden (kleine reparaties, onderhoud aan verwarmingsketels, etc.) zorgt werknemer voor ondertekening van de service- of werkbon door de opdrachtgever of diens gemachtigde. 2.07
Uren administratie.
De uren zoals onder pos. 2.06 door de werknemer genoteerd worden geadministreerd in de urenadministratie. Wanneer het aantal gewerkte uren per week meer dan 40 bedraagt worden deze in de urenadministratie als overuren verwerkt en bij de eerst volgende salarisbetaling als overuren betaald. Ook kunnen de overuren als verlofuren worden opgenomen. Dit moet dan op de werkbonnen duidelijk vermeld worden. 2.08
ADV, vrije dagen, vakantie.
In de maand januari ontvangt iedere werknemer een lijst met daarop de vastgestelde ADV dagen. Vrije dagen dienen zo vroeg mogelijk, doch minimaal 2 dagen van tevoren bij
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 7 van 33
de bedrijfsleiding te worden aangevraagd op het daarvoor bestemde formulier. Voor het opnemen van meer dan 2 aaneengesloten vrije dagen wordt eerst overleg gepleegd met de bedrijfsleiding alvorens de dagen aan te vragen. 2.09
Gedrag tijdens het werk.
De werknemer gedraagt zich bij de opdrachtgever/klant correct. Tijdens de uitoefening
van de werkzaamheden en de pauzes mogen geen alcoholische dranken, drugs of stimulerende middelen worden gebruikt. Werknemers die roken moeten bij de opdrachtgever/klant te vragen of er gerookt mag worden. Wanneer de pauzes worden gehouden op de werkplek zorgt werknemer dat na afloop van de pauze de pauzeplek opgeruimd wordt achter gelaten. Bij servicewerkzaamheden meldt de werknemer zich bij de opdrachtgever of diens vertegenwoordiger, voert zijn werkzaamheden uit en meldt zich na afloop van de werkzaamheden af bij dezelfde persoon. Bij het afmelden wordt de servicebon voor akkoord getekend en kan de monteur eventueel bijzonderheden het werk aangaand aan opdrachtgever vertellen. De werknemer verstrekt aan de opdrachtgever/klant geen gegevens over prijzen, levertijden, materiaalkwaliteit, etc. Wenst de opdrachtgever/klant deze gegevens, dan kan de opdrachtgever/klant contact opnemen met kantoor. Klachten van opdrachtgevers/klanten over deze gegevens worden vermeld op de werkbonnen. De werknemer gaat niet in discussie met de opdrachtgever/klant. Bij terugkomst op de zaak wordt de klacht terstond doorgegeven aan de bedrijfsleiding. Het kan voorkomen dat de werknemer, tijdens de uitoefening van zijn werk, wordt gebeld door de bedrijfsleiding met het verzoek na afloop van de werkzaamheden naar een ander adres te gaan. In dergelijke gevallen noteert de werknemer de naam op papier zonder dit hardop te herhalen. Dit in verband met privacy. 2.10
Benodigde materialen en materieel op een werk
Door de bedrijfsleiding zal voor werken zo mogelijk een materiaal-behoeftelijst worden gemaakt. De materialen worden door de magazijnmeester in het magazijn klaar gelegd. Wanneer tijdens het werk blijkt dat er aanvullende materialen nodig zijn deze telefonisch uiterlijk vóór 15.00 uur op te geven bij de magazijnmeester, waarna deze kan zorgen dat de materialen de volgende ochtend om 7.30 uur klaar staan om te worden meegenomen. Materialen welke door de magazijnmeester klaar worden gezet voor een bepaald werk behoeven door de monteur niet op werkbonnen genoteerd te worden. Het is in principe niet toegestaan tijdens het werk materiaal te halen bij het bedrijf. Wanneer de aanvoer van materialen op een werk direct noodzakelijk is wordt in overleg met de magazijnmeester of bedrijfsleiding bepaald op welke wijze de gewenste materialen op het werk worden aangevoerd. 2.11
Werkkleding.
Voor persoonlijke bescherming stelt het bedrijf aan werknemers bedrijfskleding ter beschikking. Tevens zorgt het bedrijf voor het éénmaal per week reinigen en eventueel repareren van de bedrijfskleding. Hiervoor moet de bedrijfskleding minimaal éénmaal per week op de daarvoor bestemde plaats worden ingeleverd. De werkkleding dient er netjes uit te zien.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
2.12
pag. 8 van 33
Gebruik veiligheidsmiddelen.
Iedere werknemer van het bedrijf is in het bezit van een VCA diploma. Volgens dit diploma is de werknemer op de hoogte van het gebruik van PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) alsmede veiligheidsvoorzieningen benodigd tijdens werken. De werknemer is verplicht gebruik te maken van de door de werkgever ter beschikking gestelde PBM’s en veiligheidsvoorzieningen wanneer vereist. Zie werkzaamheden / risico en PBM’s overzicht. Bij het defect raken van PBM’s geeft werknemer dit aan bij de bedrijfsleiding, waarna vervangende PBM’s ter beschikking worden gesteld. De werknemer dient zelf zorg te dragen voor zijn veiligheid tijdens het werk. Het is dan ook zijn eigen verantwoordelijkheid of al dan niet gebruik gemaakt wordt van de veiligheidsvoorzieningen In geval van schade, in welke vorm dan ook, welke ontstaan is als gevolg van het niet gebruiken van veiligheidsmiddelen, is de werkgever niet aansprakelijk. De werkgever draagt zorg voor de voorraad en het tijdig vervangen van de ter beschikking gestelde veiligheidsmiddelen. 2.13
Reparatie aan machines en installaties.
Bij reparatie aan machines en/of installaties moet de werknemer de betreffende machines of installaties uitschakelen of afsluiten, dit ter voorkoming van ongelukken voor zichzelf en anderen. De uitschakeling moet zodanig geschieden dat inschakeling of inbedrijfstelling niet door derden kan worden uitgevoerd. 2.14
Gebruik van open vuur en chemicaliën.
Bij werkzaamheden met open vuur (las-, soldeer- en dakwerkzaamheden) moet gehandeld worden overeenkomstig de eisen welke worden gesteld door de bedrijfsaansprakelijk-heidsverzekering. Deze eisen zijn opgenomen onder hoofdstuk 5. Bij het werken met chemicaliën en technische gassen aan installaties worden de veiligheidsvoorschriften van de betreffende stof(fen) in acht genomen, ter bescherming van de werknemer zelf en zijn omgeving. De veiligheidsbladen zijn opgenomen onder hoofdstuk 6.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.15
pag. 9 van 33
Gereedschappen.
De beschikbare gereedschappen worden onderverdeel in twee categorieën, t.w.: 1.
Hand- en klein elektrisch gereedschap De werknemer is aansprakelijk voor de hem ter beschikking gestelde gereedschappen en materialen. Bij vermissing hiervan, door opzet of grove schuld, is de werknemer schadeplichtig voor de vermiste gereedschappen en/of materialen. Alsmede voor de gevolg- en vervolgschade. De werknemer is eveneens aansprakelijk voor het tijdig vervangen van gereedschappen wanneer deze door het gebruik niet functioneel meer zijn. De werkgever zorgt tegen inlevering van versleten gereedschap voor vervanging. Het elektrisch handgereedschap (alle gereedschap wat voorzien is van een snoer en steker, alsmede accumachines) wat een werknemer ter beschikking is gesteld, is gekeurd. Het gereedschap werkend op een hogere spanning dan de veilige spanning is gekeurd volgens NEN 3140. Jaarlijks vindt opnieuw een keuring plaats van het elektrisch handgereedschap. Tijdens deze keuring wordt het gereedschap eveneens in- en uitwendig schoongemaakt en voor zover nodig van nieuwe onderdelen voorzien. Van de NEN 3140 inspecties worden per stuk gereedschap verslagen gemaakt. Deze verslagen moet de werknemer desgevraagd op het werk kunnen tonen aan b.v. opdrachtgevers, opzichters of medewerkers van de Arbeidsinspectie. De verslagen moet werknemer opbergen in hoofdstuk 6 van zijn handboek monteur. Voor de jaarlijkse herkeuring van het elektrisch handgereedschap wordt een planning gemaakt. De werknemer krijgt tijdig bericht wanneer zijn gereedschap voor keuring moet worden ingeleverd. Voor klimmaterialen welke zijn geregistreerd op de gereedschaplijst van werknemer geldt eveneens dat deze moeten zijn voorzien van een keurmerk. De keuring voor klimmaterialen moet eveneens jaarlijks uitgevoerd worden overeenkomstig bovenstaande procedure.
2.
Groot elektrisch gereedschap, klimmaterialen, ladders Onder groot elektrisch gereedschap, klimmaterialen en ladders wordt verstaan gereedschap wat niet op de gereedschaplijst van werknemer voorkomt, doch wordt betrokken uit het gereedschapmagazijn. Dit gereedschap wordt uitgegeven door de magazijnmeester en geregistreerd op naam van de werknemer welke het gereedschap gebruikt. Wanneer gereedschap uit het gereedschapmagazijn niet wordt ingeleverd bij de magazijnmeester, maar aan een andere werknemer wordt doorgegeven, zorgt de werknemer welke in 1e instantie het gereedschap op zijn naam heeft laten registreren dat het betreffende gereedschap op naam van die werknemer wordt geregistreerd waaraan hij het gereedschap heeft afgegeven. Groot elektrisch gereedschap en klimmaterialen worden eveneens jaarlijks gekeurd, conform de geldende eisen.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 10 van 33
De keuringscertificaten voor groot elektrisch gereedschap en klimmaterialen bevinden zich in het kantoor van de magazijnmeester. Wanneer tijdens het werk defecten aan groot elektrisch gereedschap of klimmaterialen geconstateerd worden, wordt dit bij inlevering gemeld aan de magazijnmeester Algemeen: Bij uit dienst treden dient de werknemer al de verstrekte gereedschappen en materialen minstens één dag voor de laatste werkdag bij de bedrijfsleiding in te leveren. 2.16
Bedrijfsauto’s.
Werknemers die een bedrijfsauto ter beschikking hebben gekregen dienen deze netjes te onderhouden. Gebreken aan de bedrijfsauto dienen onmiddellijk aan de bedrijfsleiding gemeld te worden. De ter beschikking gestelde bedrijfsauto mag uitsluitend gebruikt worden voor het verrichten van werkzaamheden binnen het dienstrooster en voor zover vooraf overeengekomen voor woon/werk verkeer. Privé-gebruik van de bedrijfsauto dient te worden aangevraagd bij de directie. De alsdan verreden kilometers worden tegen een op dat moment geldende kilometervergoeding kilometer aan de werknemer in rekening gebracht. Verrekening vindt plaats middels inhouding op de salarisbetaling. De werknemer die privé gebruik maakt van een bedrijfsauto is persoonlijk verantwoordelijk voor alle fiscale consequenties welke door privé gebruik ontstaan. Bedrijfsauto’s zijn all-risk verzekerd. Wanneer er schade ontstaat aan de bedrijfsauto tijdens privé gebruik is de werknemer aansprakelijk voor eventuele extra kosten van de verzekering (zoals eigen risico, verhoging premie, e.d.) welke ten gevolge van de schade zijn ontstaan. Bij het gebruik van de bedrijfsauto voor woon- werk verkeer is de werknemer aansprakelijk voor diefstal van gereedschappen en materialen welke zich in of op de bedrijfsauto bevinden. Wanneer de bedrijfsauto nabij de eigen woning of elders geparkeerd is, is de inhoud van de bedrijfsauto niet verzekerd. Indien de werknemer een bedrijfsauto ter beschikking heeft en deze tijdens zijn ziekte op het bedrijf is gewenst dan moet de werknemer zorg dragen voor het vervoer van de auto van zijn woning naar het bedrijf. Wanneer de bedrijfsauto bij ziekte tijdens werkuren door andere werknemers op worden opgehaald worden de daarvoor benodigde uren in mindering gebracht op de verlofuren van de werknemer. Boetes ten gevolge van verkeersovertredingen, welke worden gemaakt bij het bedrijfsautogebruik tijdens werkuren, woon-/werkverkeer of privé-gebruik, worden verrekend middels inhouding op de salarisbetaling.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.17
pag. 11 van 33
Privé gebruik materialen
Bij het meenemen van materialen uit het magazijn voor privé doeleinden dient vóór het verlaten van het magazijn een magazijnbon te worden ingevuld en ondertekend door de betreffende werknemer. Vragen, bestellingen en betalingen van materiaal ten behoeve van de werknemer zelf, uitsluitend na werktijd. 2.18
Opleidingen
Voor het op peil houden of brengen van de vakkennis moet de werknemer op verzoek van de werkgever cursussen volgen. De cursussen onderscheiden zich in twee soorten, t.w.: A.
Eéndaagse cursussen bij fabrikanten of leveranciers voor instructie van apparatuur, producten of werkmethoden. Deze cursussen komen geheel voor rekening van werkgever, zonder dat bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst sprake kan zijn van verrekening van kosten.
A.
Meerdaagse cursussen bij onderwijsinstellingen. De kosten hiermede gemoeid komen eveneens volledig voor rekening van de werkgever, met de volgende restricties: De werknemer, die op eigen verzoek de dienstbetrekking beëindigt, betaalt aan de werkgever een percentage van de door de werkgever betaalde cursuskosten terug volgens onderstaand schema: 1. Binnen 1 jaar na de cursus 100% 2. Binnen 2 jaar na de cursus 50% 3. Binnen 3 jaar na de cursus 25% Onder cursuskosten wordt hierbij verstaan de daadwerkelijke kosten van de cursus, kosten van boeken en overige leermiddelen, gedurende werktijd aan de cursus bestede uren (berekend tegen de op dat moment geldende bruto salariskosten), examenkosten en reiskosten voorzover gemaakt met een bedrijfsauto berekend tegen het op dat moment geldende kilometertarief. Door de werkgever wordt 1 maal examengeld per cursus betaald, daarna is het examengeld voor dezelfde cursus voor rekening van de werknemer. De werknemer die de cursus vroegtijdig, zonder geldige reden beëindigt is schadeplichtig en betaalt aan de werkgever 100% terug van de reeds door de werkgever gemaakt cursuskosten, alsook de werknemer die ontslagen wordt op staande voet.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.19
pag. 12 van 33
Leerling monteurs of stagiairs.
De werknemer die een leerling begeleidt, maakt periodiek (bij voorkeur maandelijks) een kort verslag over de vorderingen van de betreffende leerling. De werknemer motiveert de leerling door een positieve opstelling en benadering van het vakgebied, begeleidt en controleert de werkzaamheden van de leerling. Bij toevoeging van een stagiaire bij een monteur zorgt de monteur voor notitie van het aantal productief door de stagiaire gewerkte uren. 2.20
Legitimatie.
Iedere werknemer moet op het werk in het bezit zijn van een identiteitsbewijs waarvan de geldigheidstermijn niet is verstreken. Een kopie van voornoemd identiteitsbewijs van iedere werknemer moet aanwezig zijn bij de personeelsadministratie. Identiteitsbewijzen zijn een paspoort, rijbewijs of toeristenkaart. De Bedrijfsvereniging, de Sociale Verzekeringsbank, de dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of de Vreemdelingendienst van de Politie zijn bevoegd op de werkplek te vragen naar het identiteitsbewijs. 2.21
Beëindiging dienstverband.
Het is de werknemer wiens dienstverband eindigt, verboden om binnen een straal van 20 kilometer van de vestigingsplaats van de werkgever zich als zelfstandig ondernemer in dezelfde branche te vestigen. De werknemer wiens dienstverband eindigt is het verboden opdrachtgevers van de werkgever te benaderen alsmede het “meenemen” van collega’s. Alle bescheiden van welke aard ook, in het bezit van de werknemer de werkgever betreffende, zijn eigendom van de werkgever en dienen bij het beëindigen van het dienstverband onmiddellijk bij de bedrijfsleiding te worden ingeleverd. De werknemer die, na het beëindigen van het dienstverband toch informatie meeneemt en/of gebruik maakt van deze informatie is schadeplichtig. 2.22
Eigendommen van werknemer.
Voor verlies en/of diefstal van persoonlijke eigendommen van de werknemer is het bedrijf niet aansprakelijk. 2.23
Personeelsbijeenkomsten.
De werknemer is verplicht de personeelsvergaderingen bij te wonen, tenzij de werknemer dringende reden heeft deze niet bij te wonen. Dit laatste zal in overleg met de bedrijfsleiding besproken dienen te worden.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 2.24
pag. 13 van 33
Functionering & beoordeling gesprekken.
Bij een functioneringsgesprek ligt de nadruk op het uitwisselen van meningen en ideeën en is gericht op de toekomst. De werknemer kan/mag commentaar leveren op zijn leidinggevende zonder dat dit voor hem enige consequentie heeft. Op deze manier kunnen knelpunten in de werksituatie worden weggenomen en kunnen indien nodig, de arbeidsomstandigheden worden verbeterd. De gesprekken zullen worden gevoerd door de direct leidinggevende samen met de directie en worden in principe éénmaal per jaar gehouden, of vaker wanneer hier aanleiding toe is of afspraken over zijn gemaakt. Een beoordelingsgesprek is een eenzijdig gesprek gericht op de werknemer. Het doel van een beoordelingsgesprek is om de medewerker te beoordelen op zijn functioneren tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden. 2.25
Gebruik van mobiele telefoon
Voor zover een werknemer een mobile telefoon van het bedrijf ter beschikking is gesteld, is deze uitsluitend bestemd voor zakelijke gesprekken, zoals het bellen met het bedrijf, klanten of leveranciers. Privé-gebruik is niet toegestaan. Indien dit toch wordt gedaan kan werkgever de gesprekskosten bij werknemer declareren. Het gebruik van een privé mobile telefoon tijdens werkuren, alsmede het voeren van privé gesprekken tijdens werkuren is niet toegestaan
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 14 van 33
3.0 Regels ten aanzien van VCA / VGM / ARBO / KAM
3.01 3.02 3.03 3.04 3.05 3.06 3.07 3.08 3.09
Werkinstructies algemeen Wat te doen bij een ongeval? Werkinstructies gereedschappen/hulpmiddelen Feedback document (voorbeeld) Meerwerkbon (voorbeeld) Beoordeling nieuwe monteurs Werkzaamheden / risico’s / PBM’s VCA informatie: 1.3 /1.4 / 2.8 / 2.9 & 2.10 Milieu regels
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 15 van 33
3.01 Werkinstructies algemeen Algemene werkinstructies voor de monteurs bij Ravenshorst Installatietechniek BV De werkinstructies en algemene VGM-maatregelen dienen altijd te worden opgevolgd. 1) Voor aanvang en na voltooiing van de werkzaamheden moet de monteur (of inleenkracht) zich melden bij de, voor de locatie verantwoordelijke, (contact)persoon; 2) voor aanvang van de werkzaamheden dient de monteur (of inleenkracht) zich te vergewissen van de plaats en de bediening van de dichtstbijzijnde brandblusmiddelen; 3) de monteur (of inleenkracht) dient de werkplek in dezelfde staat achter te laten als hij deze aangetroffen heeft voordat er met de werkzaamheden begonnen was; 4) de aanvullende veiligheidsvoorschriften en -instructies van de betreffende locatie en de werkinstructies van Ravenshorst Installatietechniek BV dienen altijd op de werkplek aanwezig zijn en ten allen tijde worden gevolgd; 5) ingeval van een onveilige situatie en / of noodzakelijke onveilige handeling, mag niet worden aangevangen met de werkzaamheden en moet dit direct worden gemeld aan: * verantwoordelijke op de locatie * planner/projectleider Tel: 0575 561336 Î Hervatting van de werkzaamheden in overleg; 6) het gebruik van de voorgeschreven PBM’s is verplicht en worden vervangen op eigen aangeven 7) productinformatiebladen van de gebruikte (schadelijke) producten dienen altijd op de werkplek c.q. in de servicebus aanwezig zijn; 8) de gereedschappen en hulpmiddelen dienen altijd op de juiste wijze gebruikt te worden en worden vervangen op eigen aangeven van de monteur 9) (hulp) gereedschappen moeten veilig zijn, er dient dan ook strikt de hand te worden gehouden aan de “werkinstructie aangaande kritische (elektrische) gereedschappen”. 10)de volgende situaties moeten schriftelijk worden gemeld aan de VGM coördinator van (zie ook werkinstructie “Wat te doen bij ongeval/letsel”) Ravenshorst Installatietechniek BV: • letsel • (bijna) ongeval • (milieu) schade • onveilige situaties / handelingen Milieu 1: Het verzamelen van eventueel, bij het uitvoeren van de werkzaamheden, ontstane afval, dient conform de voorschriften van de hoofdaannemer te worden verwijderd. Indien gebruik gemaakt kan worden van het afvaldepot van de opdrachtgever dan dienen de voorschriften van de opdrachtgever gevolgd te worden ten aanzien van afvalscheiding. Milieu 2: Indien geen gebruik kan worden gemaakt van bovenstaande, wordt de afvalstroom verzorgd zoals dit aangegeven in het bedrijfseigen milieuplan. Versie : dd maart 2007
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
03.02
pag. 16 van 33
Wat te doen bij een ongeval / noodsituatie
DIRECT BETROKKENEN Wat te doen bij ongeval / letsel Blijf in alle gevallen rustig! Ga nooit in discussie over de schuldvraag! Bij ongeval: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Zorg voor eigen veiligheid. Zorg voor directe veiligheid van anderen. Meldt datgene wat gebeurd is via het alarmnummer van de locatie en bel zo nodig 112. Stel eventuele slachtoffers gerust en verleen indien mogelijk eerste hulp. Volg zodra de deskundigen ter plekke zijn, verdere instructies op. Stel de desbetreffende leidinggevende van Ravenshorst Holding op de hoogte. Tel: 0575 561336
Bij materiële schade/brand/milieuschade: 1. 2. 3. 4. 5.
Alarmeer de verantwoordelijke van desbetreffende locatie Tref maatregelen ter verdere voorkoming van materiële schade en uitbreiding van brand en milieuschade. Volg lokale instructies op Neem contact op met de desbetreffende leidinggevende van Ravenshorst Holding en de leidinggevende over de desbetreffende locatie Werkzaamheden hervatten op aanwijzing van de eigen leidinggevende i.o.m. de locatieverantwoordelijke
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 17 van 33
3.03 Werkinstructies aangaande gereedschappen/hulpmiddelen Werkinstructies aangaande kritische (elektrische) gereedschappen van 2 Detailuitwerking van artikel 2.15 huisregels
blad
1
Hieronder wordt verstaan: -
alle hijs- en hefmiddelen, alsmede klimmaterialen alle elektrische gereedschappen eventuele momentsleutels eventuele manometers
Algemeen: Gereedschappen die door de gebruiker als niet veilig worden beschouwd moeten worden aanboden voor een nadere controle. Dit wordt geregeld door de projectleider van de betreffende monteur. Hijs en hefmiddelen, alsmede klimmaterialen:
1)
controle voor het gebruik.
Voordat deze middelen worden gebruikt dient de gebruiker elke keer zich ervan te verzekeren dat in zijn ogen het gereedschap veilig gebruikt kan worden.
Controlepunten zijn: vervorming / mate van lekkage/ beschadiging Vervorming: Een vervormd gereedschap mag niet worden gebruikt en zal ter controle moeten worden aangeboden. Mate van lekkage: Een lekkend hijs- en /of hefgereedschap mag niet worden gebruikt indien kan worden aangenomen dat daardoor de veiligheid van het gereedschap wordt aangetast. Het gereedschap zal ter controle moeten worden aangeboden. Beschadiging: Wanneer van b.v. hijsbanden de buitenmantel beschadigd is, mag deze niet meer gebruikt worden en wordt deze op het magazijn ingeleverd. Wanneer bv bij klimmaterialen dwarsverbindingen beschadigd zijn of ontbreken, mag dit klimgereedschap niet meer gebruikt worden
2)
Jaarlijkse controle Elk jaar zal het gereedschap conform artikel v d 2.15 huisregels worden gekeurd. Behalve aandacht voor de dagelijkse punten, wordt nu ook gekeken naar de noodzakelijke gebruikersaanduidingen. De keuring wordt door de projectleider gearrangeerd. De planner/projectleider kan besluiten om hef- en /of hijsmaterialen te laten keuren door een derde.
3)
4 jaarlijkse controle/keuring
Tenminste 1 x per 4 jaar worden de hijs- en /of hefmiddelen, alsmede klimmaterialen door een derde geïnspecteerd, volgens de geldende adviesnormen.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
Werkinstructies aangaande kritische (elektrische) gereedschappen Detailuitwerking van artikel 2.15 huisregels
pag. 18 van 33
blad 2 van 2
Elektrische gereedschappen: Alle elektrische gereedschappen, maar tenminste die welke werken op een spanning welke hoger is dan de veilige spanning, zijn (worden) voorzien van een uniek nummer dat wordt toegepast in de gereedschap administratie. Dit nummer is de basis voor alle registraties.
1)
gebruikerscontrole: Elke keer dient voor gebruik van een elektrisch gereedschap de monteur zich ervan te overtuigen dat dit gereedschap veilig gebruikt kan worden. Er dient te worden gelet op: * kabelbeschadigingen * loszittende stekkerverbindingen * kabels zodanig leggen dat deze niet beschadigd worden tijdens het gebruik * haspels uitrollen om warmteontwikkeling tegen te gaan * goedwerkende schakelaars * het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor het ontworpen is Na gebruik dienen kabels en toebehoren te worden gereinigd alvorens te worden opgeruimd.
2)
1 jaarlijkse controle Tijdens de jaarlijkse onderdeeltelling en gereedschapsinspectie/inventarisatie, zal een Keurmeester uw elektrische gereedschappen beoordelen op veiligheid. Hierbij wordt de adviesnorm als leidraad gebruikt. Het kan zijn dat een elektrisch gereedschap niet voldoet aan de adviesnorm, maar toch veilig wordt bevonden. Bij vervanging van dit betreffende gereedschap zal steeds materiaal worden aangeschaft dat voldoet aan de geldende adviesnorm. De resultaten van deze controle worden vastgelegd in het gereedschap administratiesysteem. Elektrische gereedschappen die aan de adviesnorm voldoen krijgen een keuringssticker. Eventuele momentsleutels en manometers, A en B meetgereedschappen Gebruikerscontrole: Wanneer tijdens gebruik de indruk ontstaat dat de werking niet veilig / betrouwbaar is, dient u het betreffende gereedschap onverwijld in te leveren. Via de planner/projectleider kan dit worden geregeld. De A en B meetgereedschappen worden conform de waarborg/BRL6001 regeling gecontroleerd en gekalibreerd. Zie de specifieke BRL6001 voorschriften.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
3.04
pag. 19 van 33
Feedbackdocument Feedback document t.a.v. __________________________
Projectmonteur: _______________________________
Datum : _______________
Projectadres: _______________________________________________________________________ Project omschrijving: _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________
Voortgangsrapportage:
_________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Afwijkingen in de uitvoering t.o.v. de oorspronkelijke opdracht: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Te verwachten meer- minderwerk: _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Opmerkingen: _________________________________________________________________________ Paraaf (project)monteur / projectleider ________________
Noodzakelijke actie : _________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
3.05
pag. 20 van 33
Meerwerkbon
Meerwerkbon
Locatie: ________________________
Datum: __________
________________________________
In opdracht van : ______________________________________________ Functie van opdrachtgever: ______________________________________ Uitgevoerde werkzaamheden, of nog uit te voeren werkzaamheden: _____________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ _______________________________________________________________ Akkoord opdrachtgever: _______________________
Gebruikte materialen: _____________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _____________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________________________________ ______________________________________ nog meer bladen? J / N
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
3.06
pag. 21 van 33
Beoordelingprocedure nieuwe monteurs
Beoordelingsprocedure nieuwe monteurs 1. Iedere nieuwe monteur wordt eerst 3 periodes meegestuurd met een ervaren projectmonteur, die de monteur begeleidt en corrigeert. 2. Per projectmonteur wordt maximaal 3 weken begeleid tbv de beoordeling 3. Na elke begeleidingsperiode van ~ 3 weken wordt door de beoordelende projectmonteur een evaluatielijst opgesteld (volgende blad) 4. Deze beoordeling wordt afgegeven aan de verantwoordelijke projectleider 5. Aan het einde van de 3 periodes wordt bepaald, uiteraard mede aan de hand van de beoordelingslijsten, of het bedrijf met de nieuwe monteur door wil gaan 6. Wanneer blijkt dat een beoordeling om directe actie vraagt, zal dit ook gebeuren
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 22 van 33
Beoordelingsdocument nieuwe monteurs Naam nieuwe monteur: __________________________________ Beoordelende monteur: ______________________________
datum: ______________
Het aantal weken dat valt binnen de beoordeling: ______ weken Beoordeel de nieuwe werknemer op onderstaande punten, door een kruisje te zetten bij de meest juiste omschrijving. Omschrijving
Slecht
Redelijk
Voldoende Goed
NEE
Liever niet
Weet niet…
Inzicht in het vakgebied ? Netjes in het werk ? Goed in taalgebruik en omgang met klanten ? Is hij leergierig ? Is hij betrouwbaar ? Hoe gaat hij om met gereedschap, auto en materiaal ?
Zie je deze medewerker graag als je nieuwe collega? Moeten we een aanvullend leerprogramma opzetten ? (geef bij opmerkingen aan wat jouw voorstel is) Wordt hij binnen 2 jaar een echte vakman ?
Opmerkingen: ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ In te vullen door directie: ________________________________________________________________________________
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
JA
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV 3. 07
pag. 23 van 33
Werkzaamheden / Risico’s en bijbehorende PBM’s
Werkzaamheden
Gaten boren in staal, beton en hout
Risico’s Staal: Rondvliegende scherpe stalen boorkrullen, die in het oog kunnen komen danwel de handen kunnen beschadigen. Daarnaast wordt de boor warm Beton: Boorstof kan gemakkelijk in het oog terecht komen (zeker bij boven het hoofd boren) en kan worden ingeademd. (Steenstof / kwartsstof is gevaarlijk) Hout: Houtspaanders / houtstof kan in de ogen terecht komen en splinters kunnen in de handen komen Rondvliegend slijpsel in het oog
Slijpen: Afkorten van buizen of ander materiaal
Sleuven frezen in muren Zie opmerking 2e blad!
Dakbedekking aanbrengen en daarbij gebruik maken van Propaanbrander
Laswerkzaamheden met zuurstof en acetyleen
PBM,s / etc. Staal: Veiligheidsbril (V)(bij voorkeur met zijkappen) en werkhandschoenen (A)
Beton: Veiligheidsbril en bij boven het hoofd werken een overzetbril. (V) Bij steenstof: een P2 ½ gelaatmasker gebruiken (V) Bij Kwartsstof een verseluchtkap! (V) Werkhandschoenen gebruiken.(A) Hout: Veiligheidsbril (V) en werkhandschoenen (A) Slijpbril = overzetbril gebruiken (V)
In brand vliegen van brandbaar materiaal door de gloeiende slijpdelen
Brandbare materialen verwijderen
Gehoorschade Steenstof in de ogen en longen (Steenstof is schadelijk!)
Gehoorbescherming gebruiken (V) Overzetbril gebruiken (V) Bij stof: P2 ½ gelaatmasker (V) Bij kwartsstof: verseluchtkap (V) Nat frezen met afzuiging (V)
Handcontact met de frees, snijwonden Brandwonden aan handen, armen en benen
Werkhandschoenen gebruiken (A) Beschermende kleding en werkhandschoenen dragen (V)
Lekkage propaangas
Controleer aansluitingen en slangen regelmatig (V)
Vrijkomende dampen
Ga bovenwinds staan (A)
Lopen door heet asfalt Brandwonden aan handen, armen en benen
Veiligheidschoenen dragen (V) Beschermende kleding, schoeisel en werkhandschoenen dragen (V)
Lekkage zuurstof (verhoogd brandgevaar) Controleer aansluitingen en slangen en lekkage acetyleen (explosiegevaar) regelmatig (V) Giftige lasdampen
Niet inademen! Ventileren! (A)
Brandwonden aan handen, armen en benen
Beschermende kleding, isolerend schoeisel en (las) werkhandschoenen dragen (V)
Giftige lasdampen
Niet inademen! Ventileren! (A)
Elektrocutie door spanning op het werkstuk, contact met elektrode en massa en losse/blote elektrokabels
Altijd de massa kabel goed vast maken Elektrode niet met de blote handen aanraken (A)
UV straling (verbranden huid)
Gebruik van lasshort / laskap, alle lichaamsdelen dienen bedekt te zijn (V)
Elektrisch lassen
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
Werkzaamheden
Risico’s
Meten aan onder spanning staande delen
Elektrocutie
pag. 24 van 33
PBM,s / etc. Gereedschap gebruiken dat daarvoor bestemd is (V) Opletten dat geen andere delen worden aangeraakt (A) Werken aan onder spanning staande installatie is verboden (V)
Soldeerbout / soldeerpistool
Graafwerk
Werken in kruipruimtes zoals het aanleggen van riolering c.q. waterleiding
Brandwonden aan handen, armen en benen
Let op handcontact en bij wegzetten pistool of bout (A)
Giftige soldeerdampen Rugblessures
Niet inademen! (A) Let op de juiste graafhouding, niet teveel bukken (A)
Blaarvorming aan de handen Gebruik van oplosmiddelen (PVC lijm) en/of te weinig ventilatie Æ Bedwelmd raken, onwel worden
Werkhandschoenen gebruiken (A)
Gebruik van branders om te solderen Æ let op gaslekkages
Controleer de hulpmiddelen voor gebruik (A)
Rondvliegende steenbrokken en steenstof Kwartsstof is schadelijk!
Zorg ervoor dat iemand anders weet dat je in de kruipruimte zit en dat deze persoon af en toe kijkt, c.q. op roepafstand is, danwel bij de opening blijft (V) Damp niet inademen! Zorg voor ventilatie (A) Overzetbril gebruiken (V) P2 ½ gelaatmasker (V) Kwartsstof: verseluchtmasker (V)
Op de handen slaan
Werkhandschoenen gebruiken (A)
Materiaal op de voeten krijgen
Veiligheidschoenen gebruiken (V) Veiligheidsgordel (V)
Bekneld raken of onwel worden
Gebruik van oplosmiddelen (PVC lijm) Hakken en breken
Zie opmerking deze pagina
Rijden in de servicebus
Damp niet inademen! Zorg voor ventilatie, anders meten! (A)
Bedwelmd raken, onwel worden
verkeersongevallen Verkeersregels opvolgen (V)
Werken op hoogte
Vallen
Klimhulpmiddelen gebruiken (A) (val)beveiligingen gebruiken (A) (conform VCA instructie)
Gereedschap of materialen vallen
Markeren (A)
Algemeen:
Het gebruik van PBM’ s is weliswaar vaak normaal, maar mag ons niet verhinderen om eerst te kijken of het gevaar / risico ook vermeden kan worden. Met betrekking tot de gevaren van kwartsstof, zijn er inmiddels aanvullende maatregelen van kracht. Bij alle andere, hier niet nader genoemde werkzaamheden, dienen die voorzorgsmaatregelen te worden genomen welke logisch zijn en volgens de geldende wetgeving zijn voorgeschreven. Wanneer kans op (veel) kwartsstof aanwezig is, zal bij voorkeur een verseluchtmasker gebruikt moeten worden. Bij minder stof toch nog minimaal een P2 masker. (bv in combinatie met een sleuvenfrees met afzuiging)
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 25 van 33
3.08 VCA informatie: handboeknummer: 1.3 / 1.4 / 2.8 / 2.9 & 2.10
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
3.09
pag. 26 van 33
Milieu regels
Milieu plan Activiteiten op locatie •
Milieu 1: Het verzamelen van eventueel, bij het uitvoeren van de werkzaamheden, ontstane afval, dient conform de voorschriften van de hoofdaannemer/opdrachtgever te worden verwijderd. Indien gebruik gemaakt kan worden van het afvaldepot van de opdrachtgever, dan dienen de voorschriften van de opdrachtgever gevolgd te worden ten aanzien van mogelijke afvalscheiding.
•
Milieu 2: Indien geen gebruik kan worden gemaakt van bovenstaande, wordt de afvalstroom verzorgd zoals aangegeven in dit bedrijfseigen milieuplan. Het transport van het afval naar de vestiging in Brummen gebeurt met de eigen service wagen of middels speciaal transport.
Activiteiten in de eigen werkplaats/magazijn •
de afvalstroom dient te worden verzorgd zoals dit is aangegeven in dit bedrijfseigen milieuplan.
Afvalverwerking Al het afval wordt gescheiden verzameld in verschillende afvalbakken/opslaglocaties of wordt direct afgevoerd (bv asfalt / bitumen) •
Gebruik afvalbakken: retour genomen afvalstoffen van werklocaties of afvalstoffen ontstaan in onze werkplaats dienen te worden gestort in de daarvoor bestemde opslaglocaties, te weten: •
Oude metalen
•
Restafval (verpakkingen)
•
Papier en karton
•
TL buizen
Medewerkers hebben de instructie om het afval in de betreffende afvalbakken te deponeren, c.q. in overleg direct af te voeren naar de verwerkingslocatie. Het is de taak van Ravenshorst Holding BV om deze afvalstromen verantwoord af te voeren. Hiervoor zijn met verschillende afvalverwerkers afspraken gemaakt , c.q. afspraken met afval verzamelplaatsen. Het afval wordt aantoonbaar afgevoerd.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 27 van 33
4.00 Regels ten aanzien van BRL 6001 / KOMO Instal
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
5.0
pag. 28 van 33
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
pag. 29 van 33
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. 012 Beperkte verzekering som brand/ontploffing. Ten aanzien van de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering met name ten aanzien van schade aan zaken veroorzaakt door of verband houdend met brand, brandblussen of ontploffing gelden een aantal voorwaarden, waar bij uitvoering van werkzaamheden rekening mee moet worden gehouden. De maximale aanspraak bedraagt per schade een bedrag van € 500.000,00 en € 1.000.000,00 per verzekeringsjaar. 013 Eigen risico brand. Voor schade, veroorzaakt door of verband houdend met brand en/of ontploffing, geldt per aanspraak een eigen risico van € 22.685,00 indien de schade verband houdt met de uitvoering van werkzaamheden bij derden, met gebruikmaking van open vuur, zoals lassen, snijden, slijpen, vlamsolderen, verfafbranden, dakbedekken en dergelijke. Het eigen risico zal echter € 4.535,00 bedragen, indien voldaan is aan de voorschriften. 014 Brandgevaarlijk werk. Inzake de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door of verband houdend met brand en/of ontploffing, in verband met brandgevaarlijke werkzaamheden dient aan onderstaande voorschriften te worden voldaan. De verzekerde dient aan te tonen: a.
b.
c. d. e.
f. g. h.
Dat brandbare stoffen waren verwijderd tot op een afstand van minimaal 15 meter van de werkplek. Indien verwijdering niet mogelijk was, waren deze stoffen beschermd of afgedekt met lasdekens of gelijkwaardige bescherming; Dat het branden met open vuur van dakbedekkingsmaterialen niet is uitgevoerd binnen twee meter van opgaande muren, wanden en/of aansluitingen van andere dakvlakken; Dat geen open vuur is gebruikt bij dakdoorvoeren, openingen en lichtkoepels op daken met brandbaar isolatiemateriaal; Dat de werkzaamheden niet werden uitgevoerd bij een windkracht van vier of meer; Dat de gasfles en de brander onderling verbonden waren door middel van een deugdelijke hogedrukslang die met klembeugels tegen losraken was gewaarborgd Dat geen gebruik is gemaakt van gasflessen met zichtbare beschadigingen; Dat enkel- of meervlams branders voorzien waren van opleg steunen en automatische spaarvlamregeling. Dat bij de werkplek, vanaf de aanvang van de werkzaamheden tenminste twee verzegelde voor direct gebruik gereedstaande en bedrijfsklare blustoestellen met 12 kg poeder per blustoestel aanwezig waren of dat, bij grotere werken, tenminste twee van deze blustoestellen in de nabijheid van elke werkplek aanwezig waren en dat, ongeacht de omvang van het werk beschikt kon worden over toereikend bluswater;
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
i. j.
k.
l.
pag. 30 van 33
Dat tijdens het schaften en andere werkonderbrekingen branders gedoofd en kranen van gasflessen gesloten waren dat tot een uur na de beëindiging van de werkzaamheden zonder onderbreking een brandwacht op de werkplek aanwezig was. Indien deze brandwacht niet aanwezig was, dient de verekerde aan te tonen dat geen verband aanwezig was tussen de afwezigheid van de brandwacht enerzijds en het ontstaan van de schade, alsmede de omvang daarvan anderzijds. Dat de smeltinrichting 10 cm vrij van de vloer was geplaatst in een ijzeren bak, die tweemaal het volume van de smeltinrichting kan bevatten. Voorts was de smeltinrichting voorzien van een goed passend deksel, dat in geval van brand terstond op de ijzeren bak geplaatst kon worden. Dat de branders, die niet daadwerkelijk werden gebruikt, waren gedoofd of dat bij aanwezigheid van brandersteunen de branders laag gedraaid en op de brandersteun geplaatst waren.
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
6.0
pag. 31 van 33
NEN 3140 keuringsrapporten
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
7.0
pag. 32 van 33
Veiligheidsbladen
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007
Huisregels en Werkinstructies Ravenshorst Holding BV
8.00
pag. 33 van 33
Diversen
© Ravenshorst Holding (Ravenshorst Installatietechniek / installatie Bureau Dolderman)
versie mei 2007