Werkinstructies: Buitenschoolse opvang

3. Pedagogisch beleid 1. werkinstructie BSO team

1 van 12

Werkinstructies: Buitenschoolse opvang TESS: BEWUST ZIJN 1. Ken je filters: wat zijn dat? Leer kinderen dat ze filters hebben, brilletjes die ze op hebben. Je kunt dit doen door ze te benoemen als je ze herkent.

2. Focus: waar is jouw aandacht? Probeer zelf goed in aandacht te zijn als je met de kinderen bezig bent. Door het focus gebaar te gebruiken, zorg je dat de groep stil wordt, in aandacht zijn, als je iets wilt vertellen, maar ook de aparte focussen gebaren (oren, ogen, mond) kun je inzetten.

3. Blijf bij jezelf: wie ben jij? Benoem zaken die bij de kinderen passen, zodat ze een goed beeld krijgen van wie ze zelf zijn.

4. Zorg voor jezelf We eten gezonde voeding bij de BSO en leren de kinderen dat het belangrijk is om goed voor zichzelf te zorgen. Hier vind je de werkinstructies omtrent het eten en omtrent het indelen in de eetgroepjes.

5. Ken je bescherming: hoe ziet dat er bij jou uit? Je kunt bij kinderen verschillende beschermingsmechanisme herkennen zoals terugtrekken, druk zijn, grapjes, geweld. Door het gedrag op deze manier te herkennen en te bekijken kun je er anders mee omgaan.

Nieuwe kinderen Om nieuwe BSO kinderen bescherming te bieden en het wennen te vergemakkelijken op de BSO koppelen we een nieuw kindje aan een vriendje of een kind die al bekend is op de BSO. Zo kan het bekend BSO kind, het nieuwe kind laten zien hoe alles werkt en meenemen in het BSO rirme. Als pm-er houdt je het wel in de gaten en vraag of de bekende BSO-er het nog naar zijn zin heeft. Zo niet zoek iemand anders die het overneemt anders ga je zelf meespelen met het nieuwe kindje. Ophalen van kinderen Bescherming is ook het ophalen van de kinderen. Ze moeten er op kunnen vertrouwen dat ze veilig bij de BSO aankomen. Hier staan de werkinstructies omtrent ophalen van de BSO .

Aangepast door de instelling op datum: April 2015


2 van 12

Gebruik van de fluitjes Op elke BSO is een fluitje aanwezig. Door te fluiten kun je de kinderen waarschuwen bij gevaarlijke situaties en zorg je ervoor dat zij (ook bij grote afstand en in drukte) je altijd kunnen horen. Ernaar toe lopen kan namelijk net te laat zijn. Je kunt het fluitje gebruiken als er gevaar dreigt, wanneer bijvoorbeeld een kind plotseling dreigt over te steken of weg dreigt te lopen. Je kunt hem ook gebruiken als signaal voor de kinderen om te verzamelen om weer naar binnen te gaan. Als laatste kun je hem gebruiken als je snel moet ingrijpen wanneer kinderen gaan vechten. Natuurlijk wordt het fluitje gebruikt wanneer er brand is en de kinderen buiten aan het spelen zijn, zodat je de kinderen bij jou kan verzamelen om ze in veiligheid te brengen. Alleen in deze gevallen gebruik je het fluitje. Gebruik veiligheidsvestjes Tijdens het buiten spelen dragen de kinderen een veiligheids(driehoekje) vestje. Hier toe is besloten omdat je zo in één oogopslag ziet welke kinderen op de BSO zijn en onder onze verantwoording vallen. Dit is ook van belang wanneer er kinderen uit de buurt op de speelplaats zijn die zich tussen de BSO kinderen mengen.. Pm-ers dragen zichtbare kleding, bodywarmer, hesjes cq t-shirts op het schoolplein. Behalve op Buytenwegh. Hier is een kleine gesloten speelplaats , zonder doorgang voor ouders naar een school. Eén maal per jaar ontvangen alle betrokken scholen een informatiebrief van de BSO Locatiemanager waarin vermeld de werkwijze van de BSO.

6. Ken je grenzen: waar ligt jouw grens en die van anderen? Het gedrag van de kinderen: onze visie Rond een bepaalde leeftijd worden scheldwoorden erg interessant voor kinderen. Ze experimenteren veel met woorden en verkennen hun grenzen bij de pedagogisch medewerkers. Onze visie is dat wij niet willen dat kinderen schelden in de groep. Dit zal door de pedagogisch medewerker niet geaccepteerd worden en met de kinderen worden besproken en uitgelegd. Ook geweld is gedrag wat wij niet tolereren op de BSO. Alle kinderen (jong en oud) worden erop gewezen dat alle vormen van geweld geen leuke spelletjes zijn en niet binnen de BSO past. De BSO heeft een speciaal boekje dat Staan als een boom heet. Dit boekje wordt twee keer per jaar met de kinderen besproken. Hierin wordt onze visie duidelijk uitgelegd. Het is heel belangrijk dat alle medewerkers deze visie uit dragen naar de kinderen en zelf ook ernaar handelen.

7. Maak ruimte voor anderen: Ga je met anderen om zoals je zou willen dat ze met jou omgaan? We leren kinderen zich in te leven in anderen door ze steeds te vragen hoe ze het zelf zouden vinden. Wat doet jouw gedrag bij een ander, zou jij dat ook zo willen.



3 van 12

MO: BEWUST LEGEN 1. Ken je bak: wat zit er in je eigen bak? Kringmoment Het kringmoment is bedoeld om de kinderen op een rustige en prettige manier hun BSO middag te laten starten in een kleine groep. Je kunt dit tijdens het eten doen. Je neemt de dag door met de kinderen en laat ze om de beurt vertellen wat ze kwijt willen. Door middel van doorvragen en interesse hou je het gesprek op gang. Kinderen kunnen reageren op elkaar en naar elkaar luisteren. Ga ook in op minder leuke ervaringen die de kinderen vertellen, door er met elkaar over te praten. Bij de oudere kinderen kun je zaken uit het nieuws aanhalen die er spelen. Het is de bedoeling dat de kinderen na een drukke dag even tot rust komen. Besteed hier aandacht aan en neem hier dus de tijd voor, raffel het niet af. Je kunt de kaartje uit de IK BOX gebruiken hiervoor.

2. Voel je bak: wat zegt jouw lichaam? Wanneer kinderen niet goed in hun vel zitten, kunnen ze dat in hun lichaam voelen. Wees alert wanneer een kind bijvoorbeeld aangeeft pijn in de buik te hebben. Het kan ook zijn dat er meer aan de hand is dan zich niet lekker voelen.

3. Leeg je eigen bak: wat deel je als je begint met IK……? Zeker bij dit ZaaiGoed is het belangrijk het voorbeeld te geven. Praat steeds in IKboodschappen.

4. Herken stapelen: wat is er in jouw bak gebleven? Kinderen die ineens boos of verdrietig worden hebben waarschijnlijk gestapeld. Zorg dat je juist deze kinderen even spreek



4 van 12

als ze uit school komen, even hun bak laten legen, ze even aanhoren. Dit soort kinderen spreken in overtuigingen: ALTIJD, NOOIT enz.

5. Wees eerlijk: hoe vrij ben je naar jezelf en anderen? Eerlijk zijn is niet altijd makkelijk. Veel hangt af van de reactie van de volwassenen. Probeer je reacties niet te boos en te groot te maken. Benadruk dat fouten gemaakt kunnen worden. Geef complimenten voor de eerlijkheid.

6. Laat los: wat wil je niet meer in je bak? Geef goed ruimte om energie los te laten, zeker bij de jongens. Bewegingsspelletjes moeten eigenlijk iedere middag beschikbaar zijn en gedaan kunnen worden.

7. Vraag om hulp: wanneer heb jij anderen nodig ? Laat kinderen elkaar helpen en hulp vragen aan elkaar. Op deze manier hoef je zelf minder in te springen en kun je kijken hoe het hulp vragen en elkaar helpen verloopt.



5 van 12

MAX: BEWUST ONTVANGEN 1. Herken je filters: door welke bril zie jij de wereld? Hou goed in de gaten welk filters je zelf hebt naar de kinderen en naar de ouders. Door bepaalde filters ga je ook op een bepaalde manier reageren. Wees je hier steeds van bewust. Mocht het met een kind niet goed lukken, zet dan eens heel bewust een andere bril op en kijk wat je dan ziet. Bespreek dit goed met je collega.

2. Kijk verder: wat ontdek je bij jezelf en bij anderen? Kijk steeds verder achter het gedrag van kinderen. Waarom doen ze zo? Door alleen op het gedrag te reageren mis je de oorzaak eronder. Kijk verder, graaf verder en ontdek wat er mis is.

3. Ken je verwachtingen: waar vertrouw jij op? Vertrouwen kan groeien als de verwachtingen uitkomen. Hou je daarom goed aan het dagritme. Dit betekent voor de kinderen hou vast. Dagritme BSO 07.00 - 08.30 brengen en spelen (kinderen mogen drinken als ze willen, geen eten, de kinderen worden geacht thuis te ontbijten). 08.30 - 08.45 spullen verzamelen en naar school 14.30 - 15.30 De kinderen komen op verschillende tijden uit school en gaan dan eten en drinken. 15.30 - 17.00 Na het eten begint het activiteitenschema 17.15 - 17.30 opruimen van de knutselactiviteit 17.30 –18.00 gezamenlijke activiteit 17.00 - 18.30 ophalen



6 van 12

Vakantieopvang Tijdens de vakanties is er een vrije indeling. Er zijn wel vaste onderdelen die moeten gebeuren: maar het tijdstip waarop mag wisselen omdat die afhankelijk zijn van de activiteiten. 07.00 - 09.00 09.00 - 09.30 11.40 - 12.15 15.00 - 15.30 16.30 - 17.00

brengen van de kinderen tussendoortje bestaande uit rijstwafel/cracker met smeersels uit voedingsschema. eten (Broodjes gezond, tosti, broodje knakworst, zelf pizza maken etc.) fruit en groente eten en drinken tussendoortje (Volkoren biscuit, rozijnen, volkoren soepstengel en (2e keer groente misschien andere soort of overgebleven groente van 15:00 uur) 17.00 - 18.30 ophalen (uiterlijk 17.00 uur weer terug op de vestiging)

4. Ontvang open: hoe voel je je daarbij? Probeer de kinderen elke keer weer met een schone bril te ontvangen en ontdek wanneer je dit niet lukt. Je kunt er met een collega of met het kind over praten, een ander contact leggen, zodat je een andere bril krijgt. Wees je zelf bewust van je verwachtingen die je hebt.

5. Maak een keuze: waar kies jij voor? Het is belangrijk dat kinderen leren kiezen, wat ze willen eten of waarmee ze willen spelen bijvoorbeeld. Dit maakt dat ze een completer beeld van zichzelf krijgen en in hun eigen kracht gaan staan. Ook de keuze in hoe ze met andere omgaan is belangrijk. Laat een kind zichzelf steeds afvragen: Wie wil ik zijn? Iemand die slaat of niet, iemand die niks zegt of niet.

6. Wees verantwoordelijk: welke verantwoordelijkheid ligt bij jou? Verantwoordelijkheid nemen doe je met elkaar, zowel met je collega’s als met de kinderen. Wijs elkaar daar ook op. Ochtend Voorbereiding is bij de buitenschoolse opvang noodzakelijk om de werkzaamheden soepel te laten verlopen. De ochtendploeg controleert of de krat met de activiteit voor de middag klaar staat. Dat de labels klaar liggen van de kinderen die die dag komen. Voorbereiding Tijdens de BSO vergaderingen met schema agenda wordt een aantal werkzaamheden verdeeld onder de BSO medewerkers : 1) De observaties van de kinderen worden per teamlid ingedeeld en op de jaarkalender genoteerd. Zo is er een eerlijke verdeling van het werk en weet iedereen ruim van te voren wie die moet observeren. Zorg bij langdurig ziekte van een collega dat haar observaties worden verdeeld onder de collega’s. 2) Voor iedere vakantie word een activiteitenschema gemaakt voor op de site. Daarbij wordt een onderscheidt gemaakt tussen een activiteit voor de jongeren 4+ en ouderen 7+ kinderen ook wordt erbij gemeld wat er extra is aan eten. Laat je stukje door een collega nakijken (ook op taalfouten). De uitjes worden met de kinderen, Pm-ers en locatiemanager gezamenlijk bedacht. De praktische zaken tav de uitjes worden vermeld op het daarvoor bestemde formulier planning uitjes. 3) Aan de hand van het maandschema wordt de dagcoach bepaald.



7 van 12

Taken De taken zijn:  het afluisteren van de voicemail,  het aanmelden van de kinderen op de tablet bij binnenkomst en uitzoeken waar een kind is als deze niet is afgemeld,  het afmelden bij het weggaan van de kinderen op de tablet en het opruimen van de badge in het juist bakje voor de volgende dag (op de achterkant staan de dagen van de kinderen),  het doorgeven aan de locatiemanager van het werkelijke aantal kinderen dat is gekomen.  het op de juiste plaats en manier laten opruimen van de luizenzakken door de kinderen,  het controleren en toezien op het uitvoeren van de werkzaamheden op de schoonmaaklijst (het controleren van de toiletten),  verantwoordelijkheid nemen voor en controle van de apparatuur (computer, tablet, Nintendo, X- box e.d.) Controleer bij aanvang van je werk eerst of alle apparatuur in orde is, anders kun jij verantwoordelijk worden gesteld. 4) Het verdelen van de schoonmaak werkzaamheden om te zorgen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. 5) Het verdelen van de activiteiten: degene die de activiteit heeft bedacht met de kinderen, zorgt er ook voor dat de materialen hiervoor klaar liggen in een krat. Mocht je ziek worden draag je werkzaamheden dan over, zodat de groep niet onvoorbereid een activiteit moet uitvoeren (er staat). 6) Het maken van de ophaallijst. Zorg dat iedereen weet hoe het ophalen op een school verloopt, dus zorg ervoor dat alle Pm-ers bekent zijn met het halen van kinderen op de verschillende scholen en uit de verschillende klassen. Computerprotocol Om misbruik op de computer te voorkomen is een protocol opgesteld dat ieder nieuw BSO kind moet tekenen als deze op de computer wil. Dit protocol hangt zichtbaar voor de kinderen bij de computer. De Pm-er noteert de naam van alle kinderen wie wanneer op de computer mag (intekenlijst) en zorgt dat iedereen aan de beurt komt. Spreek de kinderen er op aan wanneer zij zich niet aan de regels houden. De regels zijn:  Kinderen van alle leeftijden mogen op de X-box  Vanaf 6 jaar mogen kinderen op de Nintendo  Vanaf 7 jaar mogen kinderen op de computer  Kinderen mogen wel bij elkaar kijken, maar maximaal 2 kinderen bij een computer.  Er is een intekenlijst wie aan de beurt is, de kinderen moeten om de 10  minuten wisselen. Zelfstandigheid  De kinderen mogen alleen naar de wc. Ze moeten het wel vragen. Controleer steeds of ze terugkomen.  Alleen kinderen met schriftelijke toestemming van de ouders mogen alleen buiten spelen. Zij krijgen/hebben dan een rood hangertje.  Alleen kinderen met schriftelijke toestemming van de ouders mogen zelfstandig naar huis gaan. In de kindplanner op de bijzonderhedenlijst wordt dit genoteerd tezamen met een persoonlijk codewoord. Als een ouder belt moet dit codewoord genoemd worden en zal de pm-er op de kindplanner kijken of dit klopt.  Als een kind zelf mag bepalen of het naar huis mag , moet het kind ook de code zeggen. De pmer controleert dit ook op de kindplanner



8 van 12

Veiligheid  Thee bij de BSO kinderen moet worden gemengd met koud water zodat verbrandingsgevaar nihil is.  Wijs kinderen die skaten een daarvoor bestemd stuk op het plein aan zodat ze niet steeds met andere botsen en zorg dat er bescherming gedragen wordt.  Laat kinderen met koekjes bakken niet zelf dingen in oven zetten, zet de oven zo weg zodat ze er niet bij kunnen.  Laat de kinderen wanneer ze buiten spelen de veiligheidsdriehoekjes schuin over het hoofd dragen en als ze te groot zijn leg je er nog een extra knoop in.  Let bij tv kijken en dvd kijken op de leeftijdgrens van de programma’s en dvd’s. Meespelen Een Pm-er speelt ook mee met de kinderen Opruimen Leer de kinderen opruimen waar ze mee gespeeld hebben. Zorg ervoor dat alle materialen compleet blijven en alles op de plek wordt opgeborgen waar het hoort. Met labels kun je duidelijk maken waar wat moet staan. Al het speelgoed is gelabeld Er is een aftekenformulier voor het gebruik van alle kostbare speel/spelmaterialen zoals de Nintendo etc. De dagcoach beheert deze en is verantwoordelijk. (zie bijlage) E-mail Alle BSO locaties hebben een eigen e-mailadres. Het is de taak van bepaalde daarvoor aangewezen pm-ers om deze mail te openen. Over het algemeen ontvangen jullie alleen mail van de locatiemanager hier op en de nieuwsbrief van de scholen. Zorg dat de informatie bij alle pedagogische medewerkers terecht komt. Elke BSO heeft een eigen mailadres. Zo zijn jullie ook onderling bereikbaar. BSO annie mg schmidt [email protected] BSO prinses margriet [email protected] BSO prins claus [email protected] BSO floriant [email protected] BSO davinci [email protected] BSO ‘t groene hart [email protected] BSO noorderlicht [email protected] BSO vuurtoren [email protected] BSO noordeinde [email protected] BSO passe partout [email protected] BSO prins floris [email protected] BSO de tjalk [email protected] BSO toverberg [email protected] BSO speelboerderij [email protected] Uitleg van de uitvoering en aanvraag van vakantieopvang. Voor de 9 weken schoolvakantie per jaar kopen de klanten/ouders standaard een pakket vakantiedagen in. Dit betekent dat wij van te voren niet weten welke vakantie het kind zal gaan



9 van 12

komen. Wanneer ouders gebruik willen maken van de vakantieopvang moeten zij uiterlijk 4 weken voordat de betreffende vakantie begint hun kind aanmelden via het ouderportaal. Om de vakantieplanning goed te laten verlopen en uit klantvriendelijkheid herinneren wij ouders hier ruim van te voren aan. De pm-er hangt daarom 6 weken voor aanvang van de vakantie, bij de deur, de geplastificeerde oranje herinneringsbrief op met het verzoek aan ouders om hun kind via het ouderportaal in te schrijven. Daarnaast herinneren de Pm-ers de ouders er ook aan door er naar te vragen. Het tijdig aanmelden en de inschrijving is en blijft echter de verantwoording van ouders. Op iedere BSO locatie mogen en kunnen ouders ook gebruik maken van de BSO computer. Op deze computer is het ook mogelijk om na te kijken welke (andere) kinderen gebruik gaan maken van de vakantieopvang. Deze lijst is terug te vinden in KD Admin. Vlak voor de sluitingsdatum van inschrijving (vier weken voor de vakantie) ontvangen ouders nog een herinnering (nieuwsbrief) mail. Het is daarom van belang dat wij over de juiste e-mailadres beschikken. Ouders kunnen via het ouderportal hun e-mailadres wijzigen doorgeven. Ouders die alleen gebruik maken van vakantieopvang voor hun kind(eren), melden zich ook aan via het ouderportaal. Voor de vakantieopvang maken de Pm-ers een apart activiteitenoverzicht die op de site komt te staan. Een pm-er controleert voor aanvang van de vakantie of het overzicht dat op de site is geplaatst ook daadwerkelijk klopt. Check de vermelde uitjes. De genoemde activiteiten moeten ook op die dag worden uitgevoerd. Dit voorkomt teleurstelling bij kinderen en ouders. Evaluatie door kinderen over de vakantieopvang Om de vakantieopvang te kunnen verbeteren is het van belang om te weten wat kinderen van de vakantieopvang vonden. Na iedere vakantie gaan de pm-ers per locatie samen met de kinderen de vakantieopvang evalueren. Onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn:  de activiteiten die werden aangeboden,  gaven de pm-ers voldoende aandacht aan de kinderen,  was er ruimte voor de kinderen om hun eigen activiteiten uit te voeren,  hebben de kinderen plezier gehad en lekker gegeten.  is het programma uitgevoerd zoals het op de website stond vermeld. Van de evaluatie wordt een verslag gemaakt en dit verslag wordt naar de locatiemanager van de BSO gemaild. Wees alert dat de kinderen die alleen tijdens de vakantie komen ook hun mening kunnen geven, door hen op de laatste dag van hun vakantieopvang naar hun ervaringen te vragen en deze vast op te schrijven.

7. Max Werk samen: wat kan je met anderen bereiken? Teamvergadering Aan het begin van het kalenderjaar maken de teams een vergaderschema iedere anderhalf a twee maanden één vergadering, deze data wordt genoteerd in de jaarkalender en naar de (ass) locatiemanager gemaild. De teamvergadering duurt drie kwartier en begint bij voorkeur voor aanvang van de BSO. Op alle BSO’s in Oosterheem moet hierbij rekening gehouden worden met de werktijden van de pleinwachten. Mocht het niet voor aanvang van de BSO lukken, dan in de avonduren. Let wel op dat je de tijd bewaakt.



10 van 12

Voor de vergadering mailen alle pm-ers hun agendapunten naar de BSO en maakt de voorzitter van de vergadering een agenda op. Tips voor het leiden van de vergadering:  Zorg ervoor dat de vergaderpunten kort en bondig besproken worden.  Blijf niet te lang hangen op 1 onderwerp.  Zijn onderwerpen niet duidelijk of heb je geen antwoord, geef dan aan dat je hier later op terug komt.  Overleg met de locatiemanager over onduidelijkheden Je laat weten dat er een vergadering aankomt, zodat de locatiemanager eventueel aan kunnen schuiven. Wanneer de notulen opgeslagen zijn mail je dit naar de (ass) locatiemanager zodat zij dit kunnen lezen

Pleinwachten In Oosterheem werken we samen met de basisschool De Oostwijzer en verzorgen wij de Tussen schoolse opvang aldaar. De pedagogisch medewerkers hebben die taak en heten dan pleinwachten. In de werkinstructies staat vermeld welke afspraken gemaakt zijn. Lees ze goed door voordat je de taak van pleinwacht krijgt toebedeeld.



11 van 12

TESS: BEWUST VULLEN 1. Zaai Goed in je eigen bak: waar word jij sterker van? Leer kinderen zichzelf complimenten te geven (een schouderklopje). Dat maakt ze sterk. Door te bespreken waar ze goed in zijn, kunnen ze in hun eigen kracht komen.

2. Maak ruimte voor jezelf: wat zijn jouw behoeftes? Kinderen mogen best aangeven waar ze behoefte aan hebben. Alleen niet alles kan altijd, het willen is geen probleem. Door bewust te zijn van je eigen behoeftes, kun je jezelf goed leren kennen. Rust- en stiltemomenten Je kunt de dag rustig afsluiten door voor te lezen of een ander kind voor te laten lezen. Gezellig bij elkaar te gaan zitten of door een klein spelletje te spelen in een groep. Ook de kinderen zelfstandig aan het lezen zetten is een goede afsluiting. Één Pmer kan de overgebleven groep begeleiden, terwijl de ander de ouders ontvangt.

3. Laat alles er zijn: durf je te zijn wie je bent? Het is belangrijk dat kinderen er helemaal kunnen zijn. Let dus goed op dat ze elkaar niet belachelijk maken. Door optredens te doen of te laten dansen kunnen kinderen vrijer worden in wie ze zijn. Boos, verdrietig, blij, alles mag er zijn, natuurlijk altijd weer tussen de grenzen van zichzelf en de groep. Bedenk dat jongens iets anders nodig hebben dan meisjes. Geef hen de ruimte om te kunnen bewegen, gillen, stoeien

4. Van fouten kun je leren: waar ben je door gegroeid? Door steeds goed te herhalen dat kinderen fouten mogen maken, geef je ze de ruimte om dit ook te durven doen. Natuurlijk mag het niet als excuus gebruikt worden. Fouten maken mag, het heeft wel consequenties waar je je verantwoording voor neemt.

5. Bedank: waar ben je blij mee? Bespreek regelmatig met de kinderen waar ze blij van worden, wat er fijn was die dag? Even die vraag als ze naar huis gaan. Wat was er leuk vandaag? Het maakt ze bewust dat ze op een bepaalde manier kunnen kijken en kunnen zien wat er leuk was.

6. Sta in je eigen kracht:durf jij jezelf vrij te laten zien en horen? Door met het ZaaiGoed aan de gang te gaan, kun je kinderen in hun eigen kracht laten staan. Maak een cultuur waarin een ieder gerespecteerd wordt en mag zijn wie hij is.



12 van 12

7. Zaai Goed bij anderen : wat kun je geven waar anderen sterk van worden? Door complimenten te geven en ook terug te geven wat je niet fijn vindt, kunnen kinderen sterker worden. Leer ze dit uit te spreken naar elkaar, zodat ze elkaar kunnen spiegelen. En het gewoon wordt om de ander een compliment en feedback te geven.


Werkinstructies: Buitenschoolse opvang

Recommend Documents