Huishoudelijk reglement MR
Minkema College Bijlage als bedoel in artikel 16, tweede lid van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992.
Nadere regeling optreden namens het bevoegd gezag. Artikel 1. – Commissie voor geschillen De school is aangesloten bij de Landelijke Geschillencommissie voor het Openbaar Onderwijs (LGC), Polanerbaan 15, Woerden. Artikel 2. – Mandaat centrale directie De centrale directie voert het overleg in de Medezeggenschapsraad Artikel 3. – Voorbehoud bevoegd gezag 1. Het bevoegd gezag voert in ieder geval zelf de besprekingen met de medezeggenschapsraad: a. in de gevallen als bedoeld in artikel 20 en artikel 23, onderdelen g en h van het reglement; b. indien het een aangelegenheid betreft die het lid van de directie persoonlijk aangaat of diens functie betreft; c. in de gevallen ter beoordeling van het bevoegd gezag. 2.
Indien het bevoegd gezag in de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b besluit zelf de besprekingen met de medezeggenschapsraad te voeren, stelt het de medezeggenschapsraad en de directie daarvan tijdig in kennis.
Artikel 4. – Overgangsrecht Indien het lid van de directie zitting heeft in de medezeggenschapsraad op het moment dat het bevoegd gezag hem opdraagt de besprekingen met de medezeggenschapsraad te voeren, vangt deze taak niet aan dan nadat: a. de periode waarvoor het lid van de directie zitting heeft in de medezeggenschapsraad is verstreken of b. het lid van de directie zijn lidmaatschap van de medezeggenschapsraad schriftelijk heeft opgezegd. Artikel 5. – Decentraal georganiseerd overleg
De centrale directie voert het overleg in het kader van het decentraal overleg. Aldus vastgesteld namens het bestuur van de “Stichting Minkema College voor openbaar voortgezet onderwijs in Woerden en omstreken”. Woerden, ………………….. W. Drijver,
Mr. Drs. Q.J. Tersteeg,
secretaris.
voorzitter.
Minkema College Bijlage als bedoel in artikel 16, eerste lid van de WMO 1992 bij het reglement voor de medezeggenschapsraad openbare scholen Huishoudelijk reglement medezeggenschapsraad Artikel 1. – Taak voorzitter 1.
De voorzitter is belast met het openen, schorsen, heropenen, sluiten en het leiden van de vergaderingen van de medezeggenschapsraad.
2.
De voorzitter vertegenwoordigt de medezeggenschapsraad in en buiten rechte.
3.
Er is een plaatsvervangend voorzitter die de voorzitter bij diens afwezigheid in zijn taakvervulling vervangt.
Artikel 2. – Taak secretaris De secretaris is belast met het bijeenroepen van de medezeggenschapsraad, het opmaken van de agenda, het opstellen van het verslag, het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de medezeggenschapsraad bestemde en van de medezeggenschapsraad uitgaande stukken. Artikel 3. – Taak penningmeester 1.
De penningmeester voert de financiële huishouding van de medezeggenschapsraad; hij stelt ieder jaar de begroting op en legt over ieder jaar verantwoording af in het jaarverslag.
2.
De penningmeester legt in de begroting de wijze vast waarop de door het bevoegd gezag beschikbaar gestelde middelen voor de raad en de geledingenraden worden verdeeld.
Artikel 4. – Bijeenroepen en agenda van de medezeggenschapsraad
1.
De medezeggenschapsraad komt ten behoeve van de uitoefening van zijn taak bijeen in de in het medezeggenschapsreglement bepaalde gevallen.
2.
De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een vergadering wordt, behoudens spoedeisende gevallen, gehouden binnen 14 dagen nadat het verzoek daartoe is ingekomen.
3.
De bijeenroeping geschiedt door de secretaris door middel van een schriftelijke oproeping aan de leden en eventuele adviseurs. De secretaris stelt voor iedere vergadering een agenda op, waarop de door de voorzitter en door de leden opgegeven onderwerpen worden geplaatst. Ieder lid van de medezeggenschapsraad kan een onderwerp op de agenda doen plaatsen. Behoudens spoedeisende gevallen geschiedt de bijeenroeping en het rondsturen van de agenda ten minste 10 dagen voor de te houden vergadering van de medezeggenschapsraad.
4.
De secretaris draagt er zorg voor dat de agenda van de vergadering van de medezeggenschapsraad wordt toegezonden aan het bevoegd gezag, de geledingenraad en ter inzage wordt gelegd op een algemeen toegankelijke plaats in de school ten behoeve van belangstellenden.
Artikel 5. – Quorum 1.
Een vergadering van de medezeggenschapsraad kan slechts plaatsvinden indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.
2.
Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd op de in artikel 4 voorgeschreven wijze met dien verstande dat er slechts vierentwintig uren tussen de rondzending der convocaties en het uur der vergadering behoeven te verlopen.
3.
Deze laatste vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.
Artikel 6. – Stemming 1.
De medezeggenschapsraad beslist bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij het medezeggenschapsreglement anders bepaalt. Over zaken wordt mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd, tenzij de medezeggenschapsraad in een bepaald geval anders besluit. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Stemmen bij volmacht is niet mogelijk.
2.
Wordt bij een stemming over personen bij de eerste stemming geen gewone meerderheid behaald, dan vindt herstemming plaats tussen hen die bij de eerste stemming de meeste stemmen kregen. Bij deze herstemming is degene gekozen die
alsdan de meeste stemmen op zich verenigd heeft. Indien de stemmen staken, beslist het lot. 3.
Bij staking van de stemmen over een door de medezeggenschapsraad te nemen besluit dat geen betrekking heeft op personen, wordt deze zaak op de eerstvolgende vergadering van de medezeggenschapsraad opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4.
Door een schriftelijke volmacht te verlenen kan een afwezig lid een ander lid uit dezelfde geleding een stem laten uitbrengen. De volmacht is mogelijk voor alle geledingen en kan gebruikt worden voor de vergaderingen van de deelraad en MR. De volmacht kan alleen schriftelijk worden verleend. De gemachtigde kan mede namens het afwezige lid een stem uitbrengen als hij de volledig ingevulde en ondertekende volmacht bij de opening van de vergadering overhandigt aan de voorzitter of secretaris van de desbetreffende raad. Zie voorbeeldformulier in Bijlage volmacht.
Artikel 7. – Verslag De secretaris maakt van iedere vergadering van de medezeggenschapsraad een verslag dat in de volgende vergadering door de medezeggenschapsraad wordt vastgesteld. Het verslag wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, vierde lid, van dit reglement bekend gemaakt. Artikel 8. – Jaarverslag 1.
De secretaris maakt jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van de medezeggenschapsraad in het afgelopen jaar.
2.
De secretaris draagt er zorg voor dat het jaarverslag ter kennisneming gezonden dan wel bekendgemaakt wordt aan het bevoegd gezag, de directie, het personeel, de ouders en/of de leerlingen, alsmede aan de eventuele geledingenraden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Voorts draagt de secretaris er zorg voor dat het verslag ten behoeve van belangstellende ter inzage op een algemeen toegankelijke plaats op de school wordt gelegd.
Artikel 9. – Onvoorziene omstandigheden In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de medezeggenschapsraad op voorstel van de voorzitter, met inachtneming van het bepaalde in de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 en het medezeggenschapsreglement. Artikel 10. - Interne procedure’s/bepalingen a. Verkiezing voorzitter en secretaris:
De voorzitter en de secretaris worden voor een termijn van één jaar gekozen. Dit gebeurt op de laatste vergadering van ieder schooljaar. Hierbij is het volgende van belang: 1. De verkiezing wordt elke laatste vergadering van het schooljaar gehouden, de kandidaten kunnen hun kandidatuur voorafgaand aan deze laatste vergadering aankondigen. De eerste vergadering in het volgend schooljaar wordt dan direct door de nieuwe voorzitter voorgezeten. 2. De verkiezing gaat per schriftelijke geheime stemming. 3. Het zou ongewenst zijn, als het voorzitterschap of secretarisschap te frequent wisselt. Het is om die reden dat er geen maximumtermijn aan het voorzitterschap gebonden is. 4. Als er geen tegenkandidaten zijn, is er in ieder geval een verantwoordingsmoment voor de voorzitter en de secretaris. b. Langdurige afwezigheid van MR lid bijvoorbeeld vanwege ziekte. Indien duidelijk is dat een bepaald MR -lid langere tijd afwezig zal zijn door ziekte, dan wordt de volgende procedure gevolgd: 1. Als er onlangs verkiezingen zijn gehouden onder de betreffende geleding, dan wordt nummer 2 van deze verkiezingen benaderd om tijdelijk plaats te nemen in de MR totdat het afwezig e lid terug is. 2. Indien er geen nummer 2 is worden versnelde verkiezingen gehouden, om de vervanging snel te kunnen regelen. 3. Het gekozen MR lid is lid van MR tot het afwezige lid weer terugkeert. Het tijdelijke lid heeft stem en advies recht. c. Zittingstermijn: Een MR-lid stelt zich niet vaker dan twee keer herkiesbaar – de maximale duur van het MRlidmaatschap is dan negen jaar in totaal. Voor de leden die hier reeds overheen zitten, geldt een overgangsregeling: deze leden kunnen zichzelf nog één keer herkiesbaar stellen. d. Deskundigen en/of adviseur 1.
De medezeggenschapsraad kan besluiten één of meer deskundigen/adviseurs uit te nodigen tot het bijwonen van een vergadering met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.
2.
Aan de in het eerste lid bedoelde personen worden tijdig de agenda en de stukken van de betrokken vergadering verstrekt.
3.
De leden van de raad kunnen in de vergadering aan de in het eerste lid genoemde personen inlichtingen en advies vragen.
4.
Een deskundige kan ook worden uitgenodigd schriftelijk advies te geven.
e. Commissies De medezeggenschapsraad kan commissies instellen ter voorbereiding van de door de raad te behandelen onderwerpen. f. Wijzing en vaststelling van het huishoudelijke reglement 1. De medezeggenschapsraad is te allen tijde bevoegd het huishoudelijke reglement te wijzigen en opnieuw vast te stellen. 2. De secretaris draagt er zorg voor dat het bevoegd gezag over de wijzigingen na vaststelling door de medezeggenschapsraad wordt geïnformeerd. Artikel 11. - Instemmingbevoegdheid medezeggenschapsraad MR Dit artikel regelt de herverdeling van de onderwerpen over de Deelraad(D) en Medezeggenschapsraad (M): M
a. verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school;
D
b. vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan of de onderwijsen examenregeling en het zorgplan;
D
c. vaststelling of wijziging van een mogelijk schoolreglement;
D
d. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het verrichten van ondersteunende werkzaamheden door ouders ten behoeve van de school en het onderwijs;
M
e. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheidsen welzijnsbeleid, voor zover niet behorend tot de bevoegdheid van de personeelsgeleding;
M
f. de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen anders dan in artikel 13, onderdeel c, en artikel 14, tweede lid, onderdeel c, bedoeld en niet gebaseerd op de onderwijswetgeving indien het bevoegd gezag daarbij verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden respectievelijk het onderwijs en tijdens de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd;
M
g. de vaststelling of wijziging van de voor de school geldende klachtenregeling;
M
h. overdracht van de school of van een onderdeel daarvan, respectievelijk fusie van de school met een andere school, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake, waaronder begrepen de fusie-effectrapportage, bedoeld in artikel 64b van de
Wet op het primair onderwijs, artikel 66b van de Wet op de expertisecentra en artikel 53f van de Wet op het voortgezet onderwijs. Artikel 11. Adviesbevoegdheid medezeggenschapsraad MR D
a. vaststelling of wijziging van het lesrooster in het voortgezet onderwijs;
M
b. vaststelling of wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid voor de school, waaronder de voorgenomen bestemming van de middelen die door het bevoegd gezag ten behoeve van de school uit de openbare kas zijn toegekend of van anderen zijn ontvangen, met uitzondering van de middelen, bedoeld in artikel 13, onderdeel b, en artikel 14, tweede lid, onderdeel b;
M
c. beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school of van een belangrijk onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;
M
d. het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een duurzame samenwerking met een andere instelling, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;
D
e. deelneming of beëindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;
M f. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de organisatie van de school; M
g. vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van aanstellings- of ontslagbeleid voor zover die vaststelling of wijziging verband houdt met de grondslag van de school of de wijziging daarvan;
M
h. aanstelling of ontslag van de schoolleiding;
M
i. vaststelling of wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding, alsmede vaststelling of wijziging van het managementstatuut;
M
j. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating en verwijdering van leerlingen;
M
k. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating van studenten die elders in opleiding zijn voor een functie in het onderwijs;
M
l. regeling van de vakantie;
M
m. het oprichten van een centrale dienst;
M
n. nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school;
D o. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het onderhoud van de school. M
q. vaststelling van de competentieprofielen van de toezichthouders en het toezichthoudend orgaan.
Artikel 12. Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel Medezeggenschapsraad Het instemmingsrecht in het artikel 12, leden a tot en met q, vallen onder de instemmingsbevoegdheid van het personeel en worden derhalve toebedeeld aan de (gemeenschappelijke) PMR. Artikel 14. Instemmingsbevoegdheid ouders/leerlingendeel medezeggenschapsraad bij een school als bedoeld in de WVO of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC 1) Het bevoegd gezag van een school als bedoeld in de WVO en van een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de WEC behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders en de leerlingen gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: D
a. de vaststelling van de schoolgids;
D
b. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot activiteiten die buiten de voor de school geldende onderwijstijd worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag;
D
c. vaststelling van de onderwijstijd.
2.) Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: M
a. regeling van de gevolgen voor de ouders van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 11 onder c, d, e, en m;
M
b. verandering van de grondslag van de school of omzetting van de school of van een onderdeel daarvan, dan wel vaststelling of wijziging van het beleid ter zake;
D
c. de vaststelling of wijziging van de hoogte en de vaststelling of wijziging van de bestemming van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat onderscheidenlijk zijn ontvangen op grond van een overeenkomst die door de ouders is aangegaan;
D
d. de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot het beheersbaar houden van de middelen die van de ouders of de leerlingen worden gevraagd voor schoolkosten met uitzondering van lesmateriaal als bedoeld in artikel 6e, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, die door het bevoegd gezag noodzakelijk worden bevonden
D
e. vaststelling of wijziging van een mogelijk ouderstatuut;
M
f. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van ouders;
M
g. vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders; h. vaststelling of wijziging van de regeling, bedoeld in artikel 28, voor zover die betrekking heeft op ouders.
3.) Het bevoegd gezag behoeft tevens de voorafgaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de leerlingen is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: D
a. regeling van de gevolgen voor de leerlingen van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 11 onder c, d, e, en m;
D
b. vaststelling of wijziging van het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een mogelijk leerlingenstatuut anders dan bedoeld in artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
D
c. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van de leerlingen;
M
d. vaststelling of wijziging van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van leerlingen; e. vaststelling of wijziging van de regeling, bedoeld in artikel 28 voor zover die betrekking heeft op leerlingen.
Bijlage volmacht: Voorbeeldformulier: Hierbij verklaart ondergetekende als lid van de leerling/ouder/personeelsgeleding* van de MR/deelraad Mink/Stein* dat ………………………….. (naam gemachtigde) door hem/haar* gemachtigd is te stemmen over de agendapunten die tijdens de DR/MR*-vergadering van ………………………….. (datum) instemming respectievelijk advies behoeven van de deelraad/medezeggenschapsraad*.
…………………………….. (naam) …………………………..
(datum)
………………………………(handtekening) ……………………………
(plaats)
Aldus vastgesteld door de Medezeggenschapsraad Minkema College Woerden, …………..
A.C. Stout,
B. Peijnenburg,
secretaris.
voorzitter.