Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie
Informatie voor politieprofessionals
HUISELIJK GEWELD
TransAct ondersteunt beleidsmakers, managers, opleiders, artsen, hulpverleners en andere intermediairen in de zorg- en welzijnssector, beroepskrachten werkzaam bij politie, Openbaar Ministerie, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming. De drie kerntaken van TransAct zijn Kennis en Methodiekontwikkeling, Beleidsanalyse en Agendering, Training en Advies.
• TransAct Vinkenburgstraat 2a, 3512 AB Utrecht Postbus 1413, 3500 BK Utrecht T: 030 - 232 65 00 F: 030 - 232 65 55 E:
[email protected] I: www.transact.nl I: www.huiselijkgeweld.nl • TransAct Training en Advies T: 030 - 234 09 33 E:
[email protected]
‘Huiselijk geweld is ons grootste maatschappelijke geweldsprobleem’, aldus de kabinetsnota ‘Privé geweld, publieke zaak’ (2002). De politie heeft een expliciete taak in de opsporing van strafbare feiten, het bieden van hulp en het stoppen van geweld. Ook achter de voordeur. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Want huiselijk geweld zíe je niet gebeuren, het speelt zich vaak af achter de deur van het ‘veilige’ gezin en slachtoffers komen hier niet makkelijk mee naar buiten. Meestal blijkt het slachtoffer al tientallen keren mishandeld, voordat zij/hij hierover met iemand praat. Als de politie bij een melding komt, is dit meestal niet de eerste keer dat er geweld is gebruikt. De politie moet vervolgens een goede risicotaxatie maken in de crisis van het moment. Is hier sprake van strafbare feiten? Wie is de verdachte? Ben ik bevoegd tot binnentreden van de woning? Kan ik in deze situatie aanhouden? Allemaal vragen waar de politie mee geconfronteerd kan worden. En lang niet altijd zal het slachtoffer in deze crisis een volledig beeld kunnen of durven schetsen van de situatie. Als er aangifte wordt gedaan, bestaat de kans dat deze op een later moment weer wordt ‘ingetrokken’. Uit angst voor de pleger of in de hoop dat het toch weer goed komt. Of na korte tijd (b)lijken partijen alweer met elkaar ‘verzoend’ te zijn. Heeft het politieoptreden dan zin gehad? Heb je al het werk voor niets gedaan en heb je op die manier wel bijgedragen aan het stoppen van het geweld of het alleen maar erger gemaakt? Deze en andere vragen komen aan de orde in situaties waarbij politiemensen geconfronteerd worden met huiselijk geweld. De politie dient conform de Aanwijzing Huiselijk Geweld de norm te stellen en op te treden tegen geweld. Daarmee doet zij wat van haar verwacht mag worden. Ze laat zien dat geweld niet getolereerd wordt. Niet op straat en niet achter de voordeur. Huiselijk geweld is een ernstig strafbaar feit. Niet voor niets wordt mishandeling in de relationele sfeer zwaarder gestraft (art. 304 WvS). Deze folder geeft richtlijnen en praktische handvatten voor de politie bij de aanpak van huiselijk geweld, gebaseerd op de juridische verplichtingen en het landelijke politieprotocol.
DE AANWIJZING HUISELIJK GEWELD
Colofon Auteur: Thérèse Evers Vormgeving: Avant la Lettre Uitgave TransAct, 2006. Deze folder is tot stand gekomen in samenwerking met het ‘Landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak’ en met een subsidie van het ministerie van Justitie. Bestellen: www.transact.nl © TransAct, 2006. Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.
Sinds 1 april 2003 is de Aanwijzing Huiselijk Geweld van het Openbaar Ministerie van kracht. Deze aanwijzing beschrijft hoe politie en justitie huiselijk geweld moeten aanpakken. Het doel van de aanwijzing is bij te dragen aan het stoppen van het geweld, het voorkomen van recidive en het vergroten van de aangiftebereidheid van slachtoffers. Er is een effectieve aanpak nodig waarbij het gaat om: • zoveel mogelijk strafrechtelijk ingrijpen bij meldingen van huiselijk geweld • zoveel mogelijk vervolgen, ook zonder aangifte als dat juridisch haalbaar is • zo vroeg mogelijk daderhulpverlening integreren in de strafrechtelijke aanpak 1
De aanwijzing is helder over de visie op huiselijk geweld: het gaat niet om relationele problemen of echtelijke twisten. Het gaat om geweldsdelicten. Daarbij wordt van de politie een duidelijke opstelling verwacht: niet langer sussen en bemiddelen, maar waar mogelijk strafrechtelijk ingrijpen.
WAT I S H U I S E L I J K G E W E L D ?
vernederen of verwaarlozen. Er kan ook sprake zijn van lichamelijk of seksueel geweld. Soms is een melding acuut (heterdaad), soms wordt de melding later gedaan (buiten heterdaad). Het komt voor dat een slachtoffer of pleger zelf melding doet van huiselijk geweld, maar de melding kan natuurlijk ook via derden zoals bijvoorbeeld buren, familie, vrienden of collega’s gedaan worden. Ook kan een melding bij de politie binnenkomen via professionals uit het onderwijs, het welzijnswerk, de gezondheidszorg of bijvoorbeeld via woningcorporaties.
Volgens de Aanwijzing Huiselijk Geweld van het College van Procureurs-generaal wordt onder huiselijk geweld verstaan:
HUISELIJK GEWELD EN DIVERSITEIT Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Een kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader en slachtoffer (waaronder het minderjarige slachtoffer) vaak desondanks - en soms noodgedwongen - deel blijven uitmaken van elkaars leefomgeving. Hiermee hangt samen dat huiselijk geweld vaak een stelselmatig karakter heeft en er een hoog recidiverisico is. Toelichting: Geweld: aantasting van de persoonlijke integriteit (lichamelijk waaronder seksueel, en/of geestelijk) Huiselijke kring: de dader is een (ex-)partner, gezinslid, familielid of huisvriend Huisvrienden: personen die een vriendschappelijke band onderhouden met het slachtoffer of iemand uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer en het slachtoffer in de huiselijke sfeer ontmoeten Slachtoffers: allen die het geweld ervaren, veroorzaakt door hen die tot de huiselijke kring behoren: vrouwen en mannen die door hun (ex-)partners worden mishandeld, kinderen die door hun ouders of huisvrienden worden mishandeld of misbruikt, of die getuige zijn of zijn geweest van huiselijk geweld. Maar ook ouderen die door hun kinderen of verzorgenden worden mishandeld.
Huiselijk geweld komt in alle lagen van de bevolking voor, ongeacht sekse, leeftijd of etniciteit. De aanpak van huiselijk geweld vraagt soms wel specifieke deskundigheid als het gaat om bijvoorbeeld eergerelateerd geweld, slachtoffers met een handicap, ouderen of kindermishandeling. Bij allochtone gezinnen (wij-cultuur) is het belangrijk om voor ogen te houden dat het niet alleen draait om dader en slachtoffer, maar dat andere familieleden ook partij zijn. In geval van vrouwenmishandeling door de partner kan de (schoon)familie (mede)dader zijn of het slachtoffer onder druk zetten om haar mond te houden. In veel allochtone gemeenschappen drukt de schande van het binnen de allochtone gemeenschap bekend worden van huiselijk geweld zwaar op het gezin en de familie. Slachtoffers worden erop aangekeken als ze ‘de vuile was buiten hangen’ en hun veiligheid kan erdoor in gevaar komen. Eergerelateerd geweld / eerwraak is een extra dreiging waar allochtone slachtoffers mee te maken kunnen krijgen. De politie speelt een centrale rol bij de aanpak van eergerelateerd geweld. Door herkenning van signalen en daardoor vroegtijdig ingrijpen van de politie kunnen eermoorden vaak worden voorkomen. Een juiste aanpak, rekening houdend met culturele aspecten, werkt deëscalerend. Het is daarom belangrijk om signalen van eergerelateerd geweld (vanuit het slachtoffer, maar ook vanuit instanties zoals de vrouwenopvang) serieus te nemen en op te pakken.
H O E PA K J E H E T A A N ? V O R M E N VA N H U I S E L I J K G E W E L D De politie wordt met vele soorten van huiselijk geweld geconfronteerd, zoals kindermishandeling, (ex-)partnergeweld, ouderenmishandeling (in de mantelzorg) of bijvoorbeeld huiselijk geweld tegenover mensen met een geestelijk en/of lichamelijke beperking. Het geweld kan bestaan uit psychisch of verbaal geweld zoals bedreigen, 2
Wat kan helpen om het politiewerk bij een melding van huiselijk geweld goed en volledig te doen? De basis van de aanpak is het door de Raad van Hoofdcommissarissen afgeprocedeerde ‘landelijke protocol huiselijk geweld en de politietaak’ (veelal aangevuld met regionale afspraken). Het volgende schema is de basis van de gewenste beroepshouding en –vaardigheden ten aanzien van alle betrokkenen bij huiselijk geweld. Als deze werkwijze wordt gehanteerd, is er een grote kans dat jouw optre3
den een verschil maakt en dat je een bijdrage kunt leveren aan stoppen van het geweld. A: Ask
stel open vragen en vraag door naar eerder geweld (aard, duur en frequentie); oordeel niet B: Believe neem het verhaal serieus (vaak is er al eerder geweld geweest voor een slachtoffer hierover durft te praten C: Call schakel de nodige ondersteuning in (medische hulp, betrouwbare steun uit de omgeving van het slachtoffer, familie, vrienden, professionele hulpverlening, maar ook deskundige collega’s) D: Document leg alle informatie zorgvuldig vast (denk daarbij aan je bevindingen op de plaats delict, de gegevens van kinderen in het gezin, foto’s of beschrijvingen van geconstateerd letsel, vaak onder de kledinglijn etc.) Registreer het incident onder de projectcode ‘huiselijk geweld’ E: Ensure safety bespreek veiligheid voor slachtoffer en kinderen met het slachtoffer zelf en met eventuele andere (professioneel) betrokkenen; indien beschikbaar in jouw regio: denk aan Aware* F: Follow-up hou het slachtoffer op de hoogte van je volgende stappen, van het verloop van het onderzoek en van andere mogelijkheden die er zijn; verleen nazorg
• daarmee stel je ook de norm naar eventueel aanwezige kinderen en doorbreek je het machtspatroon van de pleger(s) • jíj neemt de verantwoording voor wel of niet ingrijpen en je maakt dat niet afhankelijk van de aangiftebereidheid van het slachtoffer op dat moment • je motiveert het slachtoffer zoveel mogelijk tot het doen van aangifte en verwijst het slachtoffer, waaronder eventuele kinderen, door voor specifieke hulp • ook zonder aangifte kan een officier van justitie besluiten over te gaan tot ambtshalve vervolgen • in het vervolgtraject wordt zo snel mogelijk (verplichte) daderhulp geïntegreerd, zodat de pleger niet alleen vervolgd en gestraft wordt, maar vooral ook gewelddadig gedrag afleert en ander gedrag aanleert.
BUITEN HETERDAAD
* Aware = Abused Women’s Active Response Emergency: een beveiligingssysteem om mishandelde vrouwen en evt. kinderen die worden lastiggevallen door de ex-partner, sneller en beter te kunnen beschermen.
Meldingen over huiselijk geweld buiten heterdaad kunnen binnenkomen via 112, 0900-8844, aan de balie of op straat. In alle gevallen is het van belang correcte en volledige informatie te geven aan betrokkenen over de mogelijkheden van de politie. Dossiervorming is daarbij van groot belang: leg informatie goed vast en verzamel gegevens ten behoeve van een eventueel later strafrechtelijk onderzoek. Zodra voldoende informatie over strafbare feiten is verzameld, vindt overleg met een officier van justitie plaats voor toestemming tot aanhouding. Ook in die gevallen waarin de verdachte later wordt aangehouden, is het bijtijds activeren van daderhulp van groot belang. In alle politieregio’s zijn hierover werkafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie, de reclassering en de daderhulpverlening.
U I TG A N G S P U N T: A A N H O U D E N
M OT I V E R E N T OT A A N G I F T E
Bij een heterdaad melding van huiselijk geweld moet de politie zoveel mogelijk overgaan tot aanhouding. Ter plaatse maak je een inschatting van de situatie. Als je de situatie beoordeeld hebt en er zijn feiten en omstandigheden die een persoon in die situatie tot verdachte maken, moet er worden aangehouden. Bemiddelend optreden zoals voorheen vaak gebeurde, is niet effectief en wordt niet als gewenste interventie beschouwd (aanwijzing PG’s). Huiselijk geweld is nog nooit gestopt door dergelijk optreden. En inmiddels is bekend dat strafrechtelijk ingrijpen –in combinatie met hulp en andere interventies– veel vaker wel tot resultaten leidt. Aanhouden alléén is echter niet effectief. Juist de combinatie van een aantal interventies die op de aanhouding volgen, is van groot belang om uiteindelijk het geweld te stoppen: • aanhouden betekent dat je stelling neemt tegen huiselijk geweld; er is een juridische norm overschreden en daar treedt de politie tegen op
In de Aanwijzing Huiselijk Geweld staat dat de politie het slachtoffer van huiselijk geweld zoveel mogelijk moet bewegen tot het doen van aangifte. Het volgende overzicht kan je daarbij helpen:
4
Wat wel doen: • • • •
geef uitleg over de mogelijkheden van de politie stel de norm: huiselijk geweld is niet normaal benoem het gezamenlijke doel: stoppen van het geweld leg uit dat bij een strafzaak zoveel mogelijk geprobeerd zal worden (verplichte) daderhulp te regelen • benadruk de gevolgen van huiselijk geweld voor eventuele kinderen in het gezin • leg goed uit wat de consequenties zijn van het doen van aangifte 5
Wat niet doen: • gebruik geen druk • doe geen toezeggingen over straf of hulp • onthoud je van adviezen over echtscheiding (bemoei je met het stoppen van het geweld en niet met het stoppen van de relatie) • maak het slachtoffer niet verantwoordelijk voor het geweld (dubbel traumatiseren) • maak het slachtoffer niet verantwoordelijk voor jouw ambtshalve optreden (op eigen titel optreden tegen geweld) Meestal wil het slachtoffer niet dat de relatie stopt, maar wil zij/hij dat het geweld stopt. Door het slachtoffer uit te leggen dat aangifte doen kan helpen om het geweld te stoppen, maak je contact over het gezamenlijke doel dat jullie willen bereiken. Tevens stel je de norm ten aanzien van geweld. Benoem dan ook dat aangifte doen kan helpen om de dader met strafrechtelijke druk op de ketel te bewegen richting daderhulpverlening.
In beginsel moet ambtshalve vervolgd worden, indien sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit dat aan één of meer van de volgende criteria voldoet: • de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van het slachtoffer is/wordt ernstig bedreigd, gelet op de aard van het letsel (in ieder geval bij zwaar lichamelijk letsel) en/of de frequentie (stelselmatigheid) van het geweld, en/of • het slachtoffer bevindt zich evident in een afhankelijkheidspositie waardoor hij/zij zich niet kan - of meent te kunnen – onttrekken aan de invloedssfeer van de verdachte. Let op: minderjarige slachtoffers verkeren altijd in een evidente afhankelijkheidspositie. Daarnaast kan afhankelijkheid ook spelen op het gebied van inkomen, taal, verblijfsstatus, zorg en/of huisvesting, psychische afhankelijkheid, of afhankelijkheid om redenen van godsdienstige of culturele aard.
GEEN AANGIFTE ‘INTREKKEN’
De meeste delicten die vallen onder de definitie van ‘huiselijk geweld’ zijn ambtshalve vervolgbare feiten. Een aangifte heeft uiteraard de voorkeur, maar is niet altijd noodzakelijk voor verdere juridische stappen. Dus als het slachtoffer midden in de crisis niet weet of zij/hij aangifte gaat doen - wat heel begrijpelijk is gezien de verwarring en andere emoties op dat moment - mag dat de politie niet weerhouden van een aanhouding. De meeste huiselijk gewelddelicten kunnen ook ambtshalve vervolgd worden. Alleen belaging (art. 285b) en een aantal vermogensdelicten in de relatiesfeer zijn klachtdelicten. Daarbij moet het slachtoffer dus in de vorm van een klacht expliciet de wens tot vervolging uitspreken. Zonder klacht kan het OM deze feiten niet vervolgen. In alle andere gevallen kan ook ambtshalve vervolging plaatsvinden. Bovendien is op de meeste delicten die bij huiselijk geweld aan de orde kunnen zijn, voorlopige hechtenis toegelaten. Ook de artikelen 300 (eenvoudige mishandeling) en 350 (vernieling) zijn sinds oktober 2004 afzonderlijk genoemd als feiten waarop voorlopige hechtenis is toegelaten. Ook in die gevallen kan een verdachte dus buiten heterdaad worden aangehouden en indien daarvoor gronden zijn, in verzekering worden gesteld.
Een aangifte is juridisch gezien niet in te trekken, ook al wordt dit door slachtoffers vaak wel zo verwoord. Het slachtoffer kan alleen een klacht binnen acht dagen intrekken, waarmee de vervolging wordt gestopt. Veel politiemensen weten hoe moeilijk het kan zijn als een slachtoffer (kort) na het doen van aangifte, te kennen geeft dat zij/hij deze liever ‘in wil trekken’. Dit kan frustratie en soms onbegrip veroorzaken en het gevoel geven dat je al je werk voor niets hebt gedaan. Van belang is echter dat je informatie verzamelt over de redenen van deze ‘intrekking’. Het slachtoffer wordt misschien bedreigd of onder druk gezet door (ex-)partner of familieleden om de aangifte in te trekken. Of het slachtoffer hoopt op betere tijden en is bang voor de gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek. Zolang het onderzoek nog bij de politie loopt, kan een slachtoffer een aanvullende verklaring afleggen over de reden waarom het onderzoek geen voortgang zou moeten vinden. Deze informatie kan door de politie aan het dossier worden toegevoegd. De officier van justitie beslist uiteindelijk of een onderzoek voortijdig wordt gestopt. Als de zaak reeds bij het OM ligt, kan het slachtoffer een toelichtende brief aan de officier van justitie schrijven met het verzoek om het onderzoek te stoppen. In principe blijft dan nog steeds vervolging gewenst, juist omdat in deze fase de druk van een strafrechtelijk onderzoek kan helpen om het geweld te stoppen en de verdachte te dwingen hulp te accepteren.
A M B T S H A LV E V E R V O L G E N
D O E A LT I J D I E T S
Als er geen aangifte wordt gedaan, kan onder bepaalde voorwaarden door de officier van justitie besloten worden ambtshalve te vervolgen.
Als het juridisch mogelijk is treed de politie op tegen huiselijk geweld door aan te houden. Zoals al eerder gezegd is het daarbij van belang de Aanwijzing Huiselijk
AANGIFTE OF KLACHT
6
7
S T RO O M S C H E M A A A N PA K H U I S E L I J K G E W E L D vrijwillige route strafrechtelijke route route via voorgeleiding RC
Incident huiselijk geweld
doorverwijzen naar hulp: slachtoffer kinderen pleger (vrijwillige daderhulp) -
geen strafbaar feit
registratie projectcode ‘huiselijk geweld’
strafbaar feit: aangifte / ambtshalve vervolgen verdachte aanhouden onderzoek / dossier kenmerken als HG-zaak
voorgeleiding RC
6 uurszaak of heenzending na inverzekeringstelling
IVS melding kenmerken als HG-zaak
(politie)parketsecretaris onderzoekt bewijsbaarheid / volledigheid dossier niet bewijsbaar
wel bewijsbaar dagvaarding (PR zitting, zittingstermijn min. drie maanden) of TOM oproeping)
piket OvJ vraagt reclassering om rapportage inclusief advies over daderhulpverlening
(politie)parketsecretaris vraagt reclassering om rapportage en het regelen van intake daderhulpverlening (bij voorkeur zoveel mogelijk via vroeghulp) weigering / afwijzing daderhulp
reclassering rapporteert aan OM
reclassering rapporteert aan OM reclassering rapporteert OM
afhankelijk van de ernst van het feit: eventueel schorsing VH (met bijzondere voorwaarde daderhulp)
Indien geen schorsing of indien niet is voldaan aan schorsingsvoorwaarde: opheffing schorsing VH
TOM/PR/MK-zitting eis: (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde (voortzetting) behandeling plus
geslaagde intake daderhulp
toezicht reclassering
eindbeoordeling OM
TOM-zitting
PR-zitting eis> (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere
a. voorwaardelijk sepot, met bijzondere voorwaarde
voorwaarde proeftijd (voortzetting) behandeling
proeftijd (voortzetting) behandeling plus toezicht
plus toezicht reclassering
verrekenen VH, dus in geval TOM-zitting geen
reclassering b. of taakstraf én (voortzetting) behandeling
zitting
voorwaardelijk sepot
eis> bij straffen tot 3 jaar: voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde (voortzetting)
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan nee tenuitvoerlegging voorwaardelijk gedeelte van de straf
8
behandeling plus toezicht reclassering
ja einde zaak
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan nee tenuitvoerlegging voorwaardelijk gedeelte
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan ja einde zaak
nee zaak alsnog naar zitting
van de straf
9
Geweld, de richtlijnen van het landelijke protocol en je eigen regionale huiselijk geweldbeleid te volgen. Daardoor worden andere instanties ook geactiveerd als vervolg op de politieaanpak. Soms kún je niet strafrechtelijk optreden (onvoldoende bewijs, geen aangifte en geen gronden voor ambtshalve vervolgen). Zorg dan in elk geval dat het gezin waarover je signalen van huiselijk geweld hebt, doorverwezen wordt naar de hulpverlening. Dat kan op basis van het convenant huiselijk geweld in je regio, waar veelal concrete afspraken over doorverwijzing zijn gemaakt voor slachtoffers, kinderen en plegers. Deze vind je vaak ook terug op Intranet en op het Politie Kennis Net. Uitgangspunt is dat als de deur van het onveilige gezin eenmaal op een kier staat, deze niet weer gesloten moet worden. Dus is actieve bemoeienis door zowel politie als hulpverlening gewenst. Geef door je bejegening als professionele politieambtenaar slachtoffers altijd het gevoel dat je aanspreekbaar en bereikbaar bent voor ondersteuning als het niet goed gaat en zorg voor doorverwijzing naar outreachende hulpverlening.
• de eventuele wens van het slachtoffer tot het opleggen van een straat- of contactverbod Indien beschikbaar worden bij het proces-verbaal van aangifte gevoegd: - foto’s van lichamelijk letsel en eventuele beschadigingen in en om het huis - een letselbeschrijving en/of medische verklaring over het letsel, processen-verbaal ter zake eerdere waarnemingen van huiselijk geweld in dezelfde huiselijke kring (ter onderbouwing van een vermeend stelselmatig karakter van het geweld) Als de aangifte volgens bovenstaande richtlijnen is opgenomen, kunnen getuigen in het onderzoek ook gericht gehoord worden. Ook de verdachte moet later aangiftegerelateerd gehoord worden: de zaken waarover slachtoffer en/of getuigen verklaard hebben, moeten herkenbaar terugkomen in de verklaring van de verdachte. Op deze manier bouw je een goed en volledig dossier op en lever je bouwstenen aan voor de officier van justitie om de verdachte te kunnen vervolgen. Dat vraagt investering in bijvoorbeeld buurtonderzoek, getuigenverhoor, verzamelen van medische gegevens etc. De ernst van huiselijk geweld rechtvaardigt deze investering.
D E K WA L I T E I T VA N H E T P RO C E S - V E R B A A L Als er sprake is van structureel huiselijk geweld (in de meeste gevallen blijkt het geweld al langer te spelen), is de kwaliteit van de aangifte van groot belang voor verder onderzoek. Aan de aangifte worden kwaliteitseisen gesteld (zie bijlage 2 aanwijzing PG’s). De volgende onderwerpen moeten in een aangifte van structureel huiselijk geweld beschreven worden: INHOUD AANGIFTE: • • • • • • •
relatie algemeen gezinssamenstelling, financiële situatie, evt. alcohol en/of drugsgebruik verandering in de relatie eerste incident typisch incident ergste incident laatste incident
Bovengenoemde feiten moeten met data, tijd en plaats worden aangeduid om inzicht te geven in aard en patroon van het huiselijk geweld. Eventuele andere gepleegde delicten worden daar naar tijd tussen geplaatst. Alle voorkomende elementen van de delicten moeten duidelijk worden omschreven.
• • • •
eventuele getuigen de mate van angst bij het slachtoffer voor herhaling van het geweld de ideeën van het slachtoffer over diens toekomstige contact met de verdachte de eventuele expliciete overweging van het slachtoffer dat zij/hij aangifte doet omdat zij/hij wil dat de dader wordt gestraft e/o hulp krijgt
10
RO L VA N H E T O P E N B A A R M I N I S T E R I E Elk arrondissement heeft een contactofficier voor huiselijk geweld. Deze officier speelt namens het OM een belangrijke rol in de totstandkoming en handhaving van de samenwerkingsafspraken die er zijn gemaakt over de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld. Het OM zal conform de aanwijzing zoveel mogelijk aansturen op snelle integratie van (verplichte) daderhulpverlening in het strafrechtelijke traject. Daarom is het van belang om het OM bij huiselijk geweldzaken tijdig in kennis te stellen en te overleggen over de te volgen route. Afhankelijk van de ernst van de zaak kan dit overleg ook plaatsvinden met de (politie)parketsecretaris, die eveneens tot taak heeft binnen de gekozen strafrechtelijke afhandeling daderhulpverlening in gang te zetten. Dat gebeurt veelal door bij de reclassering een voorlichtingsrapportage en een verzoek om een intake voor daderhulp aan te vragen. Bij in verzekering gestelde verdachten benadert de reclassering in veel regio’s in de vroeghulp de verdachte al, om zo snel mogelijk een inschatting te maken van de mogelijkheden voor daderhulpverlening en daarover ook te rapporteren aan het OM. Als de voorlopige hechtenis van de verdachte na voorgeleiding aan de rechter-commissaris wordt geschorst, bevordert het OM zoveel mogelijk dat daarbij schorsende voorwaarden worden opgenomen, zoals deelname aan een hulpverleningstraject en/of een straat- of contactverbod. Het OM zorgt er tevens voor dat het slachtoffer (vaak via het slachtofferinformatiepunt) tijdig in kennis gesteld wordt van een schorsing en de bijbehorende voorwaarden. Het is in deze periode heel belangrijk dat de wijk/buurtagent regelmatig contact houdt met het betreffende gezin/slachtoffers. 11
DADERHULPVERLENING Hulp voor daders van huiselijk geweld kan op verschillende momenten in gang gezet worden: Vrijwillig: • zolang er geen sprake is van een strafbaar feit kan bijvoorbeeld de politie al dan niet in samenwerking met de hulpverlening een motiveringsgesprek voeren met de betreffende persoon en deze dringend adviseert hulp te gaan zoeken bij een daartoe aangewezen instelling voor daderhulpverlening (drangvariant) • als de verdachte is aangehouden maar niet in verzekering gesteld wordt, bestaat in sommige regio’s de mogelijkheid om de reclassering te verzoeken op vrijwillige basis daderhulpverlening in gang te zetten of deze hulp zelf aan te bieden. Verplicht: • als de verdachte inverzekering gesteld is kan hij/zij (veelal via de vroeghulp van de reclassering) worden doorgeleid naar daderhulpverlening • als voorwaarde bij de schorsing van de voorlopige hechtenis • als voorwaarde bij een voorwaardelijk sepot • als voorwaarde bij een voorwaardelijke straf (dwangvariant).
ventieve huisverbod*. In dit wetsvoorstel kan de veroorzaker van de dreiging van huiselijk geweld voor tien dagen door de politie verplicht worden de woning te verlaten. Het huisverbod wordt vooral gezien als maatregel ter voorkoming van strafbare feiten en biedt een afkoelingsperiode. In deze crisis moeten zo snel mogelijk maatregelen getroffen worden om hulpverlening voor alle betrokkenen in gang te zetten en verdere escalatie te voorkomen.
GEVOLGEN VOOR KINDEREN Kinderen zijn niet zelden getuige of (indirect) slachtoffer van het geweld thuis. Soms zijn zij tussen beiden gekomen en hebben zelf klappen opgelopen. Vaak hebben ze de ruzies gezien of gehoord en de machteloosheid en angst gevoeld. Kinderen die opgroeien in geweld, worden per definitie ernstig in hun ontwikkeling geschaad. Het is goed om je te realiseren dat huiselijk geweld ernstige vormen kan aannemen, vaak juist in de periode na de echtscheiding (o.a. ruzie over omgang met de kinderen). Ook in die gevallen zijn kinderen eigenlijk altijd de dupe van het geweld. Wees alert op kinderen die leven in geweld en meld ze aan bij Bureau Jeugdzorg/AMK. In veel regio’s zijn hier afspraken over gemaakt die je kunt terugvinden in het regionale protocol. Bedenk je dat veel van deze kinderen later weer daders en slachtoffers van allerlei vormen van geweld kunnen worden. Investeren in de aanpak van huiselijk geweld is investeren in de toekomst.
W I E M O E T D E W O N I N G V E R L AT E N ? Als je niet kunt aanhouden, was voorheen vaak de enige oplossing om het slachtoffer en eventuele kinderen uit huis te plaatsen. Het kost meestal veel moeite om een opvangplek te vinden. Tevens blijkt dat veel slachtoffers na een aantal weken om diverse redenen weer terug naar huis gaan en dan –vaak onder druk– het contact met de pleger herstellen. Meestal gaat het dan ook even goed, waardoor er weer geloof komt in herstel van de relatie. In de praktijk blijkt deze periode van relatieve rust echter vaak kortdurend en zal het geweld op enig moment weer oplaaien. Vraag je bij meldingen van huiselijk geweld steeds af of uithuisplaatsing van het slachtoffer en de kinderen de enige en gewenste oplossing is. Soms kun je de verdachte aanhouden, in andere gevallen kun je de pleger bewegen tot het verlaten van de woning. Soms is er sprake van zo’n acute crisis, dat het slachtoffer niet in haar eigen woning kan of durft te blijven. Dan is het belangrijk om een opvangplek te regelen. In steeds meer regio’s is deze taak (het plaatsen van slachtoffers in opvanghuizen) overgedragen aan de hulpverlening. De verwachting is dat in 2007 ook ingrijpen mogelijk wordt vóórdat er een strafbaar feit is gepleegd, dus bij dreíging van huiselijk geweld, door invoering van het pre12
(ex-)partnergeweld kindermishandeling / getuige van partnergeweld
geweld in adolescentie verkeringsgeweld
kind-/gedragsproblemen
partnergeweld in volgende relatie
* Het wetsvoorstel ‘Huisverbod bij huiselijk geweld’ wordt naar verwachting in 2006 in de Tweede Kamer behandeld en zal hoogst waarschijnlijk in de loop van 2007 in werking treden.
13
RO L VA N D E H U L P V E R L E N I N G
I N F O R M AT I E :
Vaak wordt gedacht dat een strafrechtelijke aanpak geen zin heeft gehad als die niet tot vervolging (en veroordeling) heeft geleid. Daarmee onderschat je de invloed van het politieoptreden. In veel gevallen heeft jouw optreden de verdachte misschien wel voor het eerst geconfronteerd met de strafbaarheid van zijn handelingen en heeft het mogelijk een weg geopend richting al dan niet verplichte (dader)hulpverlening. In sommige gevallen heb je onvoldoende gronden voor een (verdere) strafrechtelijke aanpak en dien je vanuit je hulpverlenende taak (ex. Art. 2 Politiewet) alle betrokkenen door te verwijzen naar de hulpverlening (slachtoffer, kinderen en plegers).
Voor algemene informatie over de aanpak van huiselijk geweld: • www.huiselijkgeweld.nl: landelijke website van TransAct in samenwerking met het ministerie van Justitie over de bestrijding van huiselijk geweld • www.transact.nl: TransAct, expertisecentrum huiselijk en seksueel geweld • www.aanpakhuiselijkgeweld.nl: de website van de VNG op de aanpak van huiselijk geweld en de regierol van gemeenten • www.kenniscentrum-ouderen.nl: website met onder het thema ‘ouderenmishandeling’ informatie over bestrijding van ouderenmishandeling en publicaties die door het NIZW hierover zijn uitgebracht • www.kindermishandeling.info: website van het expertisecentrum kindermishandeling over achtergronden en aanpak
Zorg dat het signaal van huiselijk geweld te allen tijde gemeld wordt bij een van de lokale hulpverleningsinstellingen of bij een Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. De overheid stimuleert de totstandkoming van een landelijk netwerk van Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld (per 1 januari 2006). Deze steunpunten zijn bedoeld om hulp en advies dichterbij de burger te brengen en staan open voor alle slachtoffers, ongeacht leeftijd, sekse en etniciteit. Ook hulpzoekende plegers kunnen er terecht voor doorgeleiding naar professionele hulp. Mensen die zijdelings of beroepsmatig bij problemen betrokken zijn, zoals buren, familie en artsen kunnen er eveneens terecht voor advies. Voor de politie zijn deze steunpunten een belangrijke partner in de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Vaak zijn er in de regio’s werkafspraken gemaakt om de signalen van huiselijk geweld waarbij de politie niet strafrechtelijk kan optreden, door te geleiden voor verdere hulp via het Advies- en Steunpunt, dat fungeert als frontoffice voor de samenwerkingspartners in de regio. Voor doorverwijzing van kinderen die direct of indirect bij huiselijk geweld betrokken zijn, hebben de meeste Advies- en Steunpunten afspraken gemaakt met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
A A N PA K K E N D O O R S A M E N T E W E R K E N
Voor specifieke informatie over de aanpak van huiselijk geweld door de politie: • ‘Landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak’ te Dordrecht: ’s ochtends bereikbaar op werkdagen: 078-6308983. • Politie Kennis Net (PKN): onder ‘Criminaliteit’ vind je alles over de aanpak van huiselijk geweld, zoals het landelijke politieprotocol, de Aanwijzing Huiselijk Geweld en het opleidingsprogramma van de Politie Academie voor huiselijk geweld (www.politie.nl/overige/politieABC/geweld/huiselijkgeweld en www.politie.nl/overige/politieABC/criminaliteit/kindermishandeling) • Intranet in de eigen politieregio: hier vind je de regionale convenanten die er zijn gesloten met justitie en hulpverlening over de (strafrechtelijke) aanpak van huiselijk geweld; tevens vind je hier in de meeste regio’s checklisten en stroomschema’s voor de aanpak van huiselijk geweld door de politie (interne werkafspraken) • Voor vragen over de aanpak van eergerelateerd geweld: politie intranet/Haaglanden/In ’t Blauw/Multi-etnisch politiewerk; daar vind je informatie over eergerelateerd geweld en eerwraak, alsmede een protocol ‘Hoe te handelen bij gevaar van eerwraak’ (incl. checklist).
De aanpak van huiselijk geweld vereist een goede samenwerking tussen politie, justitie en hulpverlening. Deze samenwerking wordt steeds meer vorm gegeven onder regie van de gemeente, die een expliciete taak heeft in de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Velen werken steeds meer onderling samen om huiselijk geweld te bestrijden en hulp te bieden aan betrokkenen. Die samenwerking vindt veelal plaats binnen zogeheten samenwerkingsverbanden of bijvoorbeeld door middel van een casusoverleg. Raadpleeg de werkafspraken hierover in je eigen regio of vraag informatie aan de collega’s die aanspreekpunt in je regio zijn voor huiselijk geweld. Ook kun je terecht bij het ‘Landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak’ te Dordrecht.
Voor doorverwijzing naar (juridische) hulpverlening: • Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld in de eigen regio (www.huiselijkgeweld.nl en/of plaatselijke gemeente voor telefoonnummer en contactadres) • Slachtofferhulp Nederland, tel. 0900-0101 (www.slachtofferhulp.nl) • Regionale/lokale instellingen voor hulp aan slachtoffer, kinderen en daders • Regionale/lokale projecten ouderenmishandeling • Advies & Meldpunt Kindermishandeling in de eigen regio, tel. 0900-1231230 (www.amk-nederland.nl) • Stichting Korrelatie, tel. 0900-1450 (www.korrelatie.nl) • SOS telefonisch Hulpdienst, tel. 0900-2025590
14
15
• Raad voor Rechtsbijstand: informatie over civiele procedures, rechtsbijstand, gespecialiseerde advocaten, informatiefolders etc (www.rvr.org) • Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann: informatie over o.a. gespecialiseerde advocaten bij huiselijk geweld (www.vrouwenrecht.nl) Overige informatie: Via de Informatielijn van TransAct kun je je aanmelden voor een abonnement op ‘huiselijkgeweld.nl’ (kwartaalkrant van TransAct, gefinancierd door het ministerie van Justitie) of voor het e-nieuws huiselijk geweld (tweewekelijkse mailservice met het laatste nieuws over de aanpak huiselijk geweld). • Informatielijn van TransAct voor professionals: 030-2300666 of e-mail:
[email protected] Foldermateriaal (vaak ook te downloaden via www.huiselijkgeweld.nl): • ‘Op eigen kracht’: folder van het ministerie van Justitie voor slachtoffers van huiselijk geweld • ‘Bescherming tegen geweld: wat je zelf kunt doen’: folder over huiselijk geweld in het Nederlands, Engels, Frans, Turks, Spaans, Arabisch en Farsi, met name voor migranten of vluchtelingen, van TransAct/Stichting Shakti • ‘Kinderen als getuige van huiselijk geweld’: folder van de Raad voor de Kinderbescherming voor professionals over de aanpak van huiselijk geweld • Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK): Informatie voor melders die beroepshalve te maken hebben met kindermishandeling • ‘Je ziet het pas als je het gelooft’: brochure over preventie en bestrijding van ouderenmishandeling (Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling) • ‘Als u wordt gestalkt – wat politie en hulpverlening voor u kunnen doen’: folder van de politie en TransAct voor slachtoffers van stalking • ‘Juridische aspecten van huiselijk geweld’: informatie voor slachtoffers en hun adviseurs, auteur: Margreet de Boer, uitgave: TransAct 2005 • ‘Als ruzie uit de hand loopt’: folder van De Waag, forensische polikliniek van de Van der Hoevenstichting over geweld in relaties en daderhulpverlening • ‘Seksueel misbruik van kinderen’: brochure van het ministerie van Justitie i.s.m. NISSO over aard en omvang van seksueel misbruik van kinderen • ‘Huiselijk geweld en uw verblijfsvergunning’: brochure van het ministerie van Justitie en de IND in Nederlands, Engels, Frans, Turks en Arabisch, over wat te doen als een relatie na huiselijk geweld verbroken is en het slachtoffer geen zelfstandige verblijfsvergunning heeft
16
• Landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak
Aandachtspunten bij huiselijk geweld Definitie: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring (gezinleden, huisvriend, ex-relatie e.d.) van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis).
• aanhouden bij strafbare feiten • bij voorkeur aangifte slachtoffer (let op 7 gouden w’s en redenen van wetenschap) • indien mogelijk ambtshalve vervolgen • maak foto’s van letsel en/of de vernielingen op de PD • veiligheid voor slachtoffer en kinderen • kijk naar de kinderen, wees alert op signalen • hulp voor alle betrokkenen • hulp voor daders (bij voorkeur verplicht via strafrecht, anders vrijwillig) • aandacht voor diversiteit (slachtoffers onder ouderen, mannen, allochtonen, kinderen etc) • intern registreren met projectcode ‘huiselijk geweld’
• Landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak
A: Ask
stel open vragen en vraag door naar eerder geweld (aard, duur en frequentie); oordeel niet B: Believe neem het verhaal serieus (vaak is er al eerder geweld geweest) C: Call schakel de nodige ondersteuning in (medische hulp, betrouwbare steun uit de omgeving van het slachtoffer, professionele hulpverlening, maar ook deskundige collega’s) D: Document leg alle informatie zorgvuldig vast (bevindingen op de PD, gegevens van kinderen, foto’s of beschrijvingen geconstateerd letsel etc.) E: Ensure safety bespreek veiligheid voor slachtoffer en kinderen met het slachtoffer zelf en met eventuele andere (professioneel) betrokkenen; indien beschikbaar in jouw regio: denk aan Aware* F: Follow-up hou het slachtoffer op de hoogte van je volgende stappen, van het verloop van het onderzoek; verleen nazorg * Aware = Abused Women’s Active Response Emergency: een beveiligingssysteem om mishandelde vrouwen en evt. kinderen die worden lastiggevallen door de ex-partner, sneller en beter te kunnen beschermen.