logo movisie
Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie
Informatie voor politieprofessionals
logo movisie
Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie
Informatie voor politieprofessionals
Huiselijk geweld ‘Huiselijk Geweld is een van de omvangrijkste geweldsvormen in onze samenleving’, aldus het kabinetsplan Huiselijk Geweld tot 2011, getiteld ‘De volgende fase’. Deze vervolgnota op ‘Privé geweld - publieke zaak’ (2002) benadrukt dat huiselijk geweld moet worden voorkomen en bestreden door een gezamenlijke, doorlopende aanpak, van preventie tot (strafrechtelijk) ingrijpen. De politie heeft een expliciete taak in de opsporing van strafbare feiten, het bieden van hulp en het stoppen van geweld. Ook of misschien wel juíst achter de voordeur. De overheid is helder in haar visie: huiselijk geweld is onaanvaardbaar en het strafrecht bevestigt die norm. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Want huiselijk geweld zíe je niet gebeuren, het speelt zich vaak af achter de deur van het ‘veilige’ gezin. Schaamte, angst en schuldgevoelens verhinderen dat mensen dit melden. Als de politie bij een melding komt, is dit meestal niet de eerste keer dat er geweld is gebruikt. Vaak blijkt het slachtoffer al tientallen keren mishandeld, voordat hierover met iemand gesproken wordt. De politie moet vervolgens een goede risicotaxatie maken in de crisis van het moment. Is hier sprake van strafbare feiten? Ben ik bevoegd tot binnentreden van de woning? Kan ik in deze situatie aanhouden? Wat zijn de consequenties voor dit gezin? Allemaal vragen waar je mee geconfronteerd kunt worden. En lang niet altijd zal het slachtoffer in deze crisis een volledig beeld kunnen of durven schetsen van de situatie. Als er aangifte wordt gedaan, bestaat de kans dat deze op een later moment weer wordt ‘ingetrokken’. Uit angst voor de pleger of in de hoop dat het toch weer goed komt. Of na korte tijd (b)lijken partijen alweer met elkaar ‘verzoend’ te zijn. Heeft het politieoptreden dan zin gehad? Heb je al het werk voor niets gedaan en heb je op die manier wel bijgedragen aan het stoppen van het geweld of het alleen maar erger gemaakt? Deze en andere vragen komen aan de orde in situaties waarbij politiemensen geconfronteerd worden met huiselijk geweld. De politie dient conform de Aanwijzing Huiselijk Geweld d.d. 1 januari 2009 de norm te stellen en op te treden tegen dit vaak onzichtbare geweld. Daarmee doet zij wat van haar verwacht mag worden. Ze laat zien dat geweld niet getolereerd wordt. Niet op straat en niet achter de voordeur. Huiselijk geweld betreft vaak ernstige strafbare feiten. Niet voor niets geldt voor mishandeling in de relationele sfeer strafverzwaring (art. 304 WvS). Deze folder geeft richtlijnen en praktische handvatten voor de politie bij de aanpak van huiselijk geweld, gebaseerd op de juridische verplichtingen en het landelijke politieprotocol.
De Aanwijzing Huiselijk Geweld Sinds 1 januari 2009 is de nieuwe Aanwijzing Huiselijk Geweld van het College van procureurs-generaal van kracht. Deze Aanwijzing beschrijft hoe politie en justitie huiselijk geweld moeten aanpakken. Het doel van de Aanwijzing is bij te dragen 1
aan het stoppen van het geweld, het voorkomen van recidive, het vergroten van de aangiftebereidheid van slachtoffers en het waarborgen van de veiligheid van het slachtoffer en in het bijzonder de betrokken kinderen. Dat betekent: • zoveel mogelijk strafrechtelijk ingrijpen (aanhouden) bij meldingen van huiselijk geweld • zoveel mogelijk vervolgen, ook zonder aangifte als dat juridisch haalbaar is • zo vroeg mogelijk gerichte interventies, zoals het integreren van daderhulpverlening in de strafrechtelijke aanpak (strafrecht als ‘stok achter de deur’ voor verplicht hulp) en aandacht voor kinderen die slachtoffer of getuige zijn van huiselijk geweld (Kindspoor) De Aanwijzing is helder over de visie op huiselijk geweld: het gaat niet om relationele problemen of echtelijke twisten. Het gaat om geweldsdelicten. Daarbij wordt van de politie een duidelijke opstelling verwacht: niet sussen en bemiddelen, maar waar mogelijk strafrechtelijk ingrijpen en samenwerken met ketenpartners. Dat laatste wil zeggen dat de politie dit probleem niet alléén kan oplossen maar daarvoor samen moet werken met verschillende hulpverleningsinstanties en andere betrokken instellingen of personen.
Wat i s h u i s e l i j k g e w e l d ? Volgens de Aanwijzing Huiselijk Geweld wordt onder huiselijk geweld verstaan: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Een kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader en slachtoffer (waaronder het minderjarige slachtoffer) vaak desondanks - en soms noodgedwongen - deel blijven uitmaken van elkaars leefomgeving. Hiermee hangt samen dat huiselijk geweld vaak een stelselmatig karakter heeft en er een hoog recidiverisico is. Geweld: aantasting van de persoonlijke integriteit (lichamelijk waaronder seksueel, en/of geestelijk) Huiselijke kring: de dader is een (ex-)partner, gezinslid, familielid of huisvriend Huisvrienden: personen die een vriendschappelijke band onderhouden met het slachtoffer of iemand uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer en het slachtoffer in de huiselijke sfeer ontmoeten Slachtof fers: allen die het geweld ervaren, veroorzaakt door hen die tot de huiselijke kring behoren: vrouwen en mannen die door hun (ex-)partners worden mishandeld of misbruikt, kinderen die door hun broer, zus, ouders of huisvrienden worden 2
mishandeld of misbruikt of die getuige zijn of zijn geweest van huiselijk geweld. Maar ook ouderen die door hun kinderen of verzorgers worden mishandeld.
V o r m e n va n h u i s e l i j k g e w e l d De politie wordt met vele soorten van huiselijk geweld geconfronteerd, zoals kindermishandeling, (ex-)partnergeweld, ouderenmishandeling (bv. in de mantelzorg) of huiselijk geweld tegenover mensen met een geestelijk en/of lichamelijke beperking. Het geweld kan bestaan uit psychisch of verbaal geweld zoals bedreigen, vernederen of verwaarlozen. Er kan ook sprake zijn van lichamelijk of seksueel geweld. Soms is een melding acuut (heterdaad), soms wordt de melding later gedaan (buiten heterdaad). Het komt voor dat een slachtoffer of pleger zelf melding doet van huiselijk geweld, maar de melding kan natuurlijk ook via derden zoals bijvoorbeeld buren, familie, vrienden of collega’s gedaan worden. Ook kan een melding bij de politie binnenkomen via professionals uit het onderwijs, het welzijnswerk, de gezondheidszorg of bijvoorbeeld via woningcorporaties.
Huiselijk geweld en diversiteit Huiselijk geweld komt in alle lagen van de bevolking en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving voor, ongeacht sekse, leeftijd of etniciteit. De aanpak van huiselijk geweld vraagt soms specifieke deskundigheid als het gaat om bijvoorbeeld eergerelateerd geweld, slachtoffers met een handicap, ouderen, kindermishandeling of de aanpak van seksuele delicten. Bij allochtone gezinnen (wij-cultuur) is het belangrijk om voor ogen te houden dat het niet alleen draait om dader en slachtoffer, maar dat andere familieleden ook partij zijn. In geval van vrouwenmishandeling door de partner kan de (schoon)familie (mede)dader zijn of het slachtoffer onder druk zetten om haar mond te houden. In veel allochtone gemeenschappen drukt de schande van het binnen de allochtone gemeenschap bekend worden van huiselijk geweld zwaar op het gezin en de familie. Slachtoffers worden erop aangekeken als ze ‘de vuile was buiten hangen’ en hun veiligheid kan erdoor in gevaar komen. Eergerelateerd geweld en eerwraak zijn extra dreigingen waar slachtoffers met een andere etnische achtergrond mee te maken kunnen krijgen. De politie speelt een centrale rol bij de aanpak van eergerelateerd geweld. Door herkenning van signalen en daardoor vroegtijdig ingrijpen van de politie kunnen eermoorden vaak worden voorkomen. Een juiste aanpak, rekening houdend met culturele aspecten, werkt vaak deëscalerend. Het is daarom belangrijk om signalen van eergerelateerd geweld (vanuit het slachtoffer, maar ook vanuit instanties zoals de vrouwenopvang) serieus te nemen en op te pakken. Soms is daarbij een andere aanpak nodig dan gebruikelijk. De veiligheid van het slachtoffer staat daarbij voorop, en dus moet je rekening houden met een verhoogd escalatierisico. In de praktijk kan dat betekenen 3
dat een aanhouding moet worden uitgesteld of de directe aanpak van de politie op een andere manier vorm moet krijgen. (Voor de aanpak van eergerelateerd geweld en kindermishandelingen worden door het College van Procureurs-generaal aparte Aanwijzingen ontwikkeld).
Gevolgen voor kinderen Kinderen zijn niet zelden getuige of (indirect) slachtoffer van het geweld thuis. Soms zijn zij tussenbeide gekomen en hebben zelf klappen opgelopen. Vaak hebben ze de ruzies gezien of gehoord en de machteloosheid en angst gevoeld. Kinderen die opgroeien in geweld, worden per definitie ernstig in hun ontwikkeling geschaad. Het is goed om je te realiseren dat huiselijk geweld ernstige vormen kan aannemen, vaak juist in de periode na de echtscheiding (o.a. ruzie over omgang met de kinderen). Ook in die gevallen zijn kinderen eigenlijk altijd de dupe van het geweld. Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld, worden beschouwd als slachtoffers van (psychische) kindermishandeling. Wees alert op kinderen die leven in geweld en meld ze aan bij Bureau Jeugdzorg/ AMK. Het traject dat hiervoor in gang gezet moet worden heet (in de meeste regio’s) ‘Kindspoor’ en kinderen krijgen via dat traject snel passende hulp aangeboden (zie de Aanwijzing Huiselijk Geweld). In alle gevallen waarin een kind slachtoffer of getuige is van huiselijk geweld, moet de politie hiervan een melding doen bij Bureau Jeugdzorg/Het Advies en Meldpunt Kindermishandeling, en in voorkomende gevallen opnemen in het proces-verbaal. Bij kindermishandeling of vermoedens daarvan stelt de politie in samenwerking met Het Advies en Meldpunt Kindermishandeling een nader onderzoek in (zie Aanwijzing Huiselijk Geweld). Bedenk je dat veel van deze kinderen later weer daders en slachtoffers van allerlei vormen van geweld kunnen worden. Nu investeren in de kinderen die betrokken zijn bij huiselijk geweld is investeren in de toekomst van deze kinderen en van de samenleving als geheel. (ex)partnergeweld
H o e pa k j e h u i s e l i j k g e w e l d aa n ? Wat kan je helpen om het politiewerk bij een melding van huiselijk geweld goed en volledig te doen? De basis van de aanpak is het door de Raad van Hoofdcommissarissen goedgekeurde ‘landelijke protocol huiselijk geweld en de politietaak’ (veelal aangevuld met regionale afspraken). Het volgende schema is de basis van de gewenste beroepshouding en –vaardigheden van politiemensen tegenover alle betrokkenen bij huiselijk geweld. Als je deze werkwijze hanteert, is er een grote kans dat jouw optreden een verschil maakt en dat je een bijdrage kunt leveren aan stoppen van het geweld. A:Ask stel open vragen en vraag door naar eerder geweld (aard, duur en frequentie); oordeel niet B: Believe neem het verhaal serieus (vaak is er al eerder geweld geweest voordat een slachtoffer hierover durft te praten) C: Call schakel de nodige ondersteuning in (medische hulp, betrouwbare steun uit de omgeving van het slachtoffer, familie, vrienden, professionele hulpverlening voor betrokkenen, maar denk ook aan deskundige collega’s) D: Document leg alle informatie zorgvuldig vast (denk daarbij aan je bevindingen op de plaats delict, de gegevens van kinderen in het gezin, foto’s of beschrijvingen van geconstateerd letsel, vaak onder de kledinglijn etc.). E: Ensure safety bespreek veiligheid voor slachtoffer en kinderen met het slachtoffer zelf en met eventuele andere (professioneel) betrokkenen; indien beschikbaar in jouw regio: denk aan de mogelijkheden van AWARE* F: Follow-up hou het slachtoffer op de hoogte van je volgende stappen, van het verloop van het onderzoek en van andere mogelijkheden die er zijn; verleen nazorg * AWARE = Abused Women’s Active Response Emergency: een beveiligingssysteem om mishandelde vrouwen en evt. kinderen die worden lastiggevallen door de expartner, sneller en beter te kunnen beschermen.
R e g i s t r at i e kindermishandeling / getuige van partnergeweld
geweld in adolescentie verkeringsgeweld
kind-/gedragsproblemen
partnergeweld in volgende relatie
Dit schema laat zien hoe geweld voor kinderen kan doorwerken in een volgende generatie.
4
Alle incidenten van huiselijk geweld (dus ook vormen van seksueel geweld, kindermishandeling, eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling, stalking etc), moeten in de politiesystemen worden geregistreerd onder de projectcode ‘huiselijk geweld’. Dit is vooral van belang om op termijn de stelselmatigheid van het geweld aan te kunnen tonen. Daarnaast is het ook noodzakelijk om aard en omvang van meldingen huiselijk geweld inzichtelijk te maken. Behalve registratie in de politiesystemen, moet de politie de huiselijk-geweld-dossiers ook geoormerkt bij het Openbaar Ministerie aanleveren. Het OM draagt in haar eigen systeem eveneens zorg voor registratie van deze dossiers door het kenmerk ‘huiselijk geweld’ toe te voegen. 5
U i t g a n g s p u n t: aa n h o u d e n Bij een heterdaad melding van huiselijk geweld moet de politie zoveel mogelijk overgaan tot aanhouding. Ter plaatse maak je een inschatting van de situatie. Als je de situatie beoordeeld hebt en er zijn feiten en omstandigheden die een persoon in die situatie tot verdachte maken, moet er worden aangehouden. Bemiddelend optreden zoals voorheen vaak gebeurde, is niet effectief en niet wenselijk (Aanwijzing PG’s). Huiselijk geweld is nog nooit gestopt door sussend optreden van de politie. En inmiddels is bekend dat strafrechtelijk ingrijpen – in combinatie met hulp en andere interventies – veel vaker wel tot resultaten leidt. Aanhouden alléén is echter niet effectief. Juist de combinatie met vervolgstappen na die aanhouding, is van groot belang om uiteindelijk het geweld te stoppen: • aanhouden betekent dat je stelling neemt tegen huiselijk geweld; er is een juridische norm overschreden en daar treedt de politie tegen op • daarmee stel je ook de norm naar eventueel aanwezige kinderen en doorbreek je het machtspatroon van de pleger(s) • jíj neemt de verantwoording voor wel of niet ingrijpen en je maakt dat niet afhankelijk van de aangiftebereidheid van het slachtoffer op dat moment (ambtshalve optreden dus) • je motiveert het slachtoffer zoveel mogelijk tot het doen van aangifte en verwijst het slachtoffer door voor specifieke hulp • betrokken kinderen (slachtoffers en getuigen) worden doorverwezen naar Kindspoor • ook zonder aangifte kan een Officier van justitie besluiten over te gaan tot ambtshalve vervolgen • in het vervolgtraject wordt zo snel mogelijk (verplichte) daderhulp gestart, zodat de pleger niet alleen vervolgd en gestraft wordt, maar vooral ook gewelddadig gedrag afleert en ander gedrag aanleert ter voorkoming van recidive • als betrokkenen bij elkaar willen blijven, wordt indien mogelijk ook de partner zoveel mogelijk bij die hulpverlening betrokken; vaak zullen beide partijen moeten leren om anders met spanningen en conflicten om te gaan
B u i t e n h e t e r d aa d Meldingen over huiselijk geweld buiten heterdaad kunnen binnenkomen via 112, 0900-8844, aan de balie of op straat. Vaak is het slachtoffer dan al vaker mishandeld. Het is dus van groot belang dat je daarnaar vraagt en je niet alleen op het meest recente incident richt. In alle gevallen is het van belang correcte en volledige informatie te geven aan betrokkenen over de mogelijkheden van de politie. Dossiervorming is daarbij een sleutelwoord: leg informatie over de melding, aard, omvang en frequentie van het geweld goed vast en verzamel gegevens ten behoeve van een eventueel later strafrechtelijk onderzoek. Het streven daarbij is om de verdachte na daartoe verkregen toestemming van de Officier van justitie, zo spoedig mogelijk aan te houden. Ook in die gevallen waarin de verdachte later wordt aangehouden, is het 6
bijtijds activeren van daderhulpverlening van groot belang. In alle politieregio’s zijn hierover werkafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie, de reclassering en de instellingen voor daderhulp. Ook hier geldt dat betrokken slachtoffers en kinderen moeten worden doorverwezen naar hulpverlening (Advies- en steunpunt huiselijk geweld, Kindspoor en/of jeugdhulpverlening).
M ot i v e r e n t ot aa n g i f t e o f k l ach t In de Aanwijzing Huiselijk Geweld staat dat de politie het slachtoffer van huiselijk geweld zoveel mogelijk moet bewegen tot het doen van aangifte (en bij belaging tot het doen van klacht). Het volgende overzicht kan je helpen als je met een slachtoffer in gesprek bent over het doen van aangifte: Wat wel doen in gesprek met een slachtof fer: • geef uitleg over de mogelijkheden van de politie • stel de norm: huiselijk geweld is niet normaal • benoem het gezamenlijke doel: stoppen van het geweld • benoem dat niets doen in elk geval het geweld niet zal stoppen • leg uit dat bij een strafzaak zoveel mogelijk geprobeerd zal worden (verplichte) daderhulp te regelen • benadruk de kwalijke gevolgen van huiselijk geweld voor eventuele kinderen in het gezin en de mogelijkheden van Kindspoor of jeugdhulpverlening • leg duidelijk uit wat de consequenties zijn van het doen van aangifte zodat een slachtoffer goed kan overwegen wat zij wil Wat niet doen in gesprek met een slachtof fer: • gebruik geen druk • doe geen toezeggingen over straf of hulp (daar kun je niets over beloven • onthoud je van adviezen over echtscheiding (bemoei je met het stoppen van het geweld en niet met het stoppen van de relatie) • maak het slachtoffer niet verantwoordelijk voor het geweld (dubbel traumatiseren) • maak het slachtoffer niet verantwoordelijk voor jouw ambtshalve optreden (neem zelf de verantwoording om op eigen ambtshalve titel op te treden tegen het geweld) In veel gevallen wil het slachtoffer niet zozeer dat de relatie stopt, maar dat het geweld stopt. Door uit te leggen dat aangifte doen kan helpen om het geweld te stoppen, maak je contact over het gezamenlijke doel dat jullie willen bereiken. Tevens stel je de norm ten aanzien van geweld. Benoem dan ook dat aangifte doen kan helpen om de dader met strafrechtelijke druk op de ketel te bewegen richting daderhulpverlening. Soms spelen slachtoffers zelf ook een (actieve of passieve) rol in het ontstaan van 7
het geweld. Daarmee worden zij niet verantwoordelijk voor het geweld, maar soms wel mede-verantwoordelijk voor het ontstaan ervan. Dat betekent niet dat de politie dan niet hoeft op te treden. Juíst strafrechtelijk optreden kan dan helpen om in eerste instantie de pleger, maar later mogelijk beide partijen de hulp te bieden die nodig is om het geweld te laten stoppen.
A a n g i f t e o f k l ach t De meeste delicten die vallen onder de definitie van huiselijk geweld zijn ambtshalve vervolgbare feiten. Een aangifte heeft uiteraard de voorkeur, maar is niet altijd noodzakelijk voor verdere juridische stappen. Dus als het slachtoffer midden in de crisis niet weet of zij/hij aangifte gaat doen – wat heel begrijpelijk is gezien de verwarring en andere emoties op dat moment – mag dat de politie niet weerhouden van een aanhouding (ambtshalve optreden). De meeste huiselijk gewelddelicten kunnen ook ambtshalve vervolgd worden. Alleen belaging (art. 285b) en o.a. een aantal vermogensdelicten in de relatiesfeer zijn klachtdelicten. Daarbij moet het slachtoffer dus in de vorm van een klacht expliciet de wens tot vervolging uitspreken. Zonder klacht kan het OM deze feiten niet vervolgen. In alle andere gevallen kan ambtshalve vervolging plaatsvinden. Bovendien is op de meeste delicten die bij huiselijk geweld aan de orde kunnen zijn, voorlopige hechtenis toegelaten. Ook de artikelen 300 (eenvoudige mishandeling) en 350 (vernieling) zijn sinds oktober 2004 afzonderlijk genoemd als feiten waarop voorlopige hechtenis is toegelaten. Ook in die gevallen kan een verdachte dus buiten heterdaad worden aangehouden en indien daarvoor gronden zijn, in verzekering worden gesteld.
A m b t s ha lv e v e r v o l g e n Als het slachtoffer na motivatie daartoe door de politie, toch geen aangifte wil of durft te doen, kan onder bepaalde voorwaarden door de officier van justitie besloten worden ambtshalve te vervolgen. Daarvoor moet de politie zoveel mogelijk bewijs verzamelen in de vorm van het vastleggen van de bevindingen over de aard van de laatste melding, eventueel letsel, de aangetroffen situatie in huis, gedrag van kinderen en andere betrokkenen etc. Ook omschrijving van eerdere meldingen met betrekking tot aard, duur en frequentie van het geweld kunnen daaraan bijdragen. In de Aanwijzing Huiselijk Geweld staat expliciet genoemd dat in beginsel ambtshalve vervolging plaatsvindt. Met het oog daarop dient de politie in alle gevallen van Huiselijk Geweld nader onderzoek te doen.
i n v e r z e k e r i n g s t e l l i n g e n vo o rg e l e i d i n g Als de verdachte van huiselijk geweld in verzekering gesteld wordt, meldt de politie dit zo snel mogelijk aan de reclassering. Om de reclassering te attenderen op de 8
wenselijkheid van vroeghulp voor de verdachte, moet de politie deze melding kenmerken als ‘huiselijk geweld’, vaak in de vorm van een stempel of digitaal kenmerk op het formulier dat naar de reclassering wordt gestuurd. Tijdens de inverzekeringstelling overlegt de hulpofficier met de piketofficier van justitie over voorgeleiding of heenzending met dagvaarding. In beide gevallen vraagt de officier van justitie aan de reclassering om advies uit te brengen. Bij recidive wordt de verdachte in beginsel voorgeleid.
aa n g i f t e n i e t ‘ i n t r e k k e n ’ Een aangifte is juridisch gezien niet in te trekken, ook al wordt dit door slachtoffers vaak wel zo verwoord. Het slachtoffer kan alleen een klacht binnen acht dagen intrekken, waarmee de vervolging wordt gestopt. Veel politiemensen weten hoe moeilijk het kan zijn als een slachtoffer (kort) na het doen van aangifte, te kennen geeft deze liever ‘in te willen trekken’. Dit kan frustratie en soms onbegrip veroorzaken en het gevoel geven dat je al je werk voor niets hebt gedaan. Van belang is echter dat je informatie verzamelt over de redenen van deze ‘intrekking’. Het slachtoffer wordt misschien bedreigd of onder druk gezet door (ex-)partner of familieleden om de aangifte in te trekken. Of het slachtoffer hoopt op betere tijden en is bang voor de gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek. Zolang de zaak nog bij de politie in onderzoek is, kan een slachtoffer een aanvullende verklaring afleggen over de eigen mening en reden waarom het onderzoek geen voortgang zou moeten vinden. Deze informatie kan door de politie aan het dossier worden toegevoegd. De Officier van justitie beslist uiteindelijk of een onderzoek voortijdig wordt gestopt. Als de zaak reeds bij het OM ligt, kan het slachtoffer een toelichtende brief aan de Officier van justitie schrijven met het verzoek om het onderzoek te stoppen, de aangifte te nuanceren of te melden dat zij/hij geen straf wil voor de dader. In principe blijft dan nog steeds vervolging gewenst, juist omdat in deze fase de druk van een strafrechtelijk onderzoek kan helpen om het geweld te stoppen en de verdachte te dwingen hulp te accepteren.
D e k wa l i t e i t va n h e t p r o c e s - v e r baa l Als er sprake is van structureel huiselijk geweld (in de meeste gevallen blijkt het geweld al langer te spelen), is de kwaliteit van de aangifte van groot belang voor verder onderzoek. Aan de aangifte worden kwaliteitseisen gesteld (zie Aanwijzing Huiselijk Geweld). De volgende onderwerpen moeten in een aangifte van structureel huiselijk geweld beschreven worden: (lees verder op p.12) 9
s t r o o m s ch e m a aa n pa k h u i s e l i j k g e w e l d vrijwillige route strafrechtelijke route route via voorgeleiding RC bestuursrechtelijke route
registratie projectcode ‘huiselijk geweld’
Incident huiselijk geweld
doorverwijzen naar hulp: slachtoffer kinderen pleger (vrijwillige daderhulp) -
geen strafbaar feit
ja
kinderen altijd doorverwijzen (Kindspoor / Bureau Jeugdzorg)
nee
start procedure huisverbod
strafbaar feit: aangifte / ambtshalve vervolgen verdachte aanhouden
huisverbod? (zie pag. 15)
voorgeleiding RC
onderzoek / dossier kenmerken als HG-zaak 6 uurszaak of heenzending na inverzekeringstelling
IVS melding kenmerken als HG-zaak
(politie)parketsecretaris onderzoekt bewijsbaarheid / volledigheid dossier niet bewijsbaar
wel bewijsbaar dagvaarding (PR zitting, zittingstermijn min. drie maanden) of TOM oproeping)
piket OvJ vraagt reclassering om rapportage inclusief advies over daderhulpverlening
(politie)parketsecretaris vraagt reclassering om rapportage en het regelen van intake daderhulpverlening (bij voorkeur zoveel mogelijk via vroeghulp) weigering / afwijzing daderhulp
reclassering rapporteert aan OM
reclassering rapporteert aan OM reclassering rapporteert OM
afhankelijk van de ernst van het feit: eventueel schorsing VH (met bijzondere voorwaarde daderhulp) Indien geen schorsing of indien niet is voldaan aan schorsingsvoorwaarde: opheffing schorsing VH
TOM/PR/MK-zitting eis: (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde (voortzetting) behandeling plus
geslaagde intake daderhulp
toezicht reclassering
eindbeoordeling OM
TOM-zitting
PR-zitting eis> (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere
a. voorwaardelijk sepot, met bijzondere voorwaarde
voorwaarde proeftijd (voortzetting) behandeling
proeftijd (voortzetting) behandeling plus toezicht
plus toezicht reclassering
verrekenen VH, dus in geval TOM-zitting geen
reclassering b. o f taakstraf én (voortzetting) behandeling
zitting
voorwaardelijk sepot
eis> bij straffen tot 3 jaar: voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde (voortzetting)
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan nee tenuitvoerlegging voorwaardelijk gedeelte
10 10
van de straf
behandeling plus toezicht reclassering
ja einde zaak
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan nee tenuitvoerlegging voorwaardelijk gedeelte van de straf
reclassering rapporteert aan OvJ of aan bijzondere voorwaarde is voldaan ja einde zaak
nee zaak alsnog naar zitting
11 11
INHOUD AANGIFTE: • • • • • • • • • • • •
ontstaan van de relatie gezinssamenstelling, financiële situatie, evt. alcohol en/of drugsgebruik verandering in de relatie (moment en aanleiding geweld) eerste incident typerend incident ernstigste incident laatste incident eventuele getuigen (van kinderen in het gezin expliciet vermelden of zij getuige of slachtoffer zijn van het geweld) de mate van angst bij het slachtoffer voor herhaling van het geweld de ideeën van het slachtoffer over toekomstig contact met de verdachte de eventuele expliciete overweging van het slachtoffer om aangifte te doen omdat zij/hij wil dat de dader wordt gestraft en/of hulp krijgt de eventuele wens van het slachtoffer tot het opleggen van een straat- of contactverbod
Bovengenoemde feiten moeten met data, tijd en plaats worden aangeduid om inzicht te geven in aard en patroon van het huiselijk geweld. Eventuele andere gepleegde delicten worden daar naar tijd tussen geplaatst. Alle voorkomende bestanddelen en elementen van de delicten moeten duidelijk worden omschreven. Indien beschikbaar worden bij het proces-verbaal van aangifte gevoegd: - foto’s van lichamelijk letsel en eventuele beschadigingen in en om het huis - een letselbeschrijving en/of medische verklaring over het letsel - processen-verbaal ter zake eerdere waarnemingen van huiselijk geweld in dezelfde huiselijke kring (ter onderbouwing van een vermeend stelselmatig karakter van het geweld) Als de aangifte volgens bovenstaande richtlijnen is opgenomen, kunnen getuigen in het onderzoek ook gericht gehoord worden. Overigens is het van belang je te realiseren dat je bij het verhoren van kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld, uiterst terughoudend moet zijn. Gezien hun te verwachten loyaliteit worden kinderen alleen gehoord als dat voor de bewijsvoering echt noodzakelijk is. Ook de verdachte moet later aangiftegerelateerd gehoord worden: de zaken waarover slachtoffer en/of getuigen verklaard hebben, moeten herkenbaar terugkomen in de verklaring van de verdachte. Op deze manier bouw je een goed en volledig dossier op en lever je bouwstenen aan voor de Officier van justitie om de verdachte te kunnen vervolgen. Dat vraagt investering in bijvoorbeeld buurtonderzoek, getuigenverhoor, verzamelen van medische gegevens etc. De ernst van huiselijk geweld rechtvaardigt deze investering. 12
R o l va n h e t o p e n baa r m i n i s t e r i e Elk arrondissementsparket heeft een contactfunctionaris voor huiselijk geweld. Deze Officier van justitie speelt namens het OM een belangrijke rol in de totstandkoming en handhaving van de samenwerkingsafspraken die er zijn gemaakt over de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld. Het OM zal conform de Aanwijzing zoveel mogelijk aansturen op snelle integratie van (verplichte) daderhulpverlening in het strafrechtelijk traject. Daarom is het van belang om het OM bij huiselijk geweldzaken tijdig in kennis te stellen en te overleggen over de te volgen route. Afhankelijk van de ernst van de zaak kan dit overleg ook plaatsvinden met de parketsecretaris, die eveneens tot taak heeft binnen de gekozen strafrechtelijke afhandeling daderhulpverlening in gang te zetten. Dat gebeurt veelal door bij de reclassering een voorlichtingsrapportage en een verzoek om een intake voor daderhulp aan te vragen. Bij in verzekering gestelde verdachten benadert de reclassering in veel regio’s in de vroeghulp de verdachte al, om zo snel mogelijk een inschatting te maken van de mogelijkheden voor daderhulpverlening en daarover te rapporteren aan het OM. Als de voorlopige hechtenis van de verdachte na voorgeleiding aan de rechter-commissaris wordt geschorst, bevordert het OM zoveel mogelijk dat daarbij schorsende voorwaarden worden opgenomen, zoals deelname aan een hulpverleningstraject en/of een straat- of contactverbod. Het OM zorgt er tevens voor dat het slachtoffer tijdig in kennis gesteld wordt van een schorsing en de bijbehorende voorwaarden of van de eventuele invrijheidstelling van de verdachte. Het is in deze periode heel belangrijk dat de wijk/buurtagent of betrokken rechercheur regelmatig contact houdt met het betreffende gezin/slachtoffers. Ook bij elk ressortsparket is een advocaat-generaal aangewezen als contactfunctionaris huiselijk geweld.
aa n pa k s e k s u e e l g e w e l d Seksueel geweld kan deel uitmaken van de problematiek van huiselijk geweld. Denk o.a. aan verkrachting binnen de (ex-)relatie of seksueel misbruik van kinderen binnen het gezin. Deze samenloop van delicten moet tijdig onderkend worden, omdat voor de afhandeling van zedenzaken een gespecialiseerde zedenrechercheur moet worden ingeschakeld. Samenwerking met de zedenafdeling is van groot belang, mede omdat de Aanwijzing opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik soms andere uitgangspunten hanteert dan de Aanwijzing Huiselijk Geweld. Zo stuurt de Aanwijzing bij zeden niet direct aan op ambtshalve vervolging, terwijl dat bij huiselijk geweld wel aan de orde is. Voorkomen moet worden dat seksueel en huiselijk geweld als afzonderlijke ‘sporen’ worden behandeld door de politie. Samenwerking kan leiden tot: • afstemming van de aanpak in het belang van betrokkenen (stoppen van het geweld, veiligheid van kinderen, doorverwijzing naar hulpverlening, keuze strafrechtelijke aanpak) 13
• effectieve (en bij zedenzaken verplichte) inzet van deskundigheid van collega’s en externe samenwerkingspartners • betere registratie (zedendelicten dienen in veel gevallen ook de projectcode huiselijk geweld te krijgen in de politiesystemen) • meer zicht op eerdere signalen van huiselijk e/o seksueel geweld ten behoeve van dossiervorming, strafrechtelijke aanpak en doorverwijzing naar hulpverlening
s t r o o m s ch e m a PRO C EDURE H UIS V ER B OD
Melding op bureau
Melding meldkamer
Check antecedenten Check BVH en BVO
wet tijdelijk huisverbod Inschakelen suveillance / BPZ
Als je in een situatie van huiselijk geweld niet tot aanhouding kunt overgaan, was voorheen vaak de enige oplossing om het slachtoffer en eventuele kinderen uit huis te plaatsen. Het kost meestal veel moeite om een opvangplek te vinden. Tevens blijkt dat veel slachtoffers na een aantal weken om diverse redenen weer terug naar huis gaan en dan – vaak onder druk – het contact met de pleger herstellen. Meestal gaat het dan ook even goed, waardoor er weer geloof komt in herstel van de relatie. In de praktijk blijkt deze periode van relatieve rust echter vaak kortdurend en zal het geweld op enig moment weer oplaaien. Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht. Het huisverbod is bedoeld om huiselijk geweld verder terug te dringen. Het betekent dat een (meerderjarige) pleger van huiselijk geweld tien dagen zijn of haar woning niet meer in mag en in die periode ook geen contact mag opnemen met de partner of de kinderen. De maatregel maakt het mogelijk om bij een ernstig en onmiddelijk gevaar of een ernstig vermoeden daarvan te voorzien in een afkoelingsperiode waarbinnen de nodige hulpverlening op gang kan worden gebracht en escalatie kan worden voorkomen. Het huisverbod kan ook worden opgelegd bij kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan. De burgemeester is verantwoordelijk voor het huisverbod, maar zal in veel gevallen de hulpofficier van justitie mandateren. Die zal dan ter plaatse de situatie moeten beoordelen (risicotaxatie) en in voorkomende gevallen het huisverbod (namens de burgemeester) opleggen. De burgemeester kan afhankelijk van de situatie het huisverbod verlengen tot maximaal vier weken. Een uithuisgeplaatste die zich niet aan het huisverbod houdt, kan maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen of een taakstraf. De uithuisgeplaatste heeft de mogelijkheid om tegen het huisverbod in beroep te gaan bij de bestuursrechter. Een huisverbod kan worden opgelegd aan een meerderjarig persoon als uit feiten of omstandigheden blijkt dat zijn aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen of als op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. De mogelijkheden om op te treden tegen huiselijk geweld worden hiermee uitgebreid. De mogelijkheden nog even op een rijtje: 14
Check 3 criteria • meerderjarig • woonachtig op adres • gevaarsdreiging
Ter plaatse
Eerste gesprek betrokkenen
Geen strafbaar feit Niet huisverbodwaardig
Afhandeling volgens protocol en eindmutatie
Concrete situatie in de woning bekijken
Geen strafbaar feit Wel huisverbodwaardig
Oproepen hovj (die bevoegd is tot het opleggen huisverbod)
Strafbaar feit Wel huisverbodwaardig
Strafrechtelijke afhandeling
Afname RiHG wel of geen huisverbod (eventueel na overleg burgemeester)
Soms is er sprake van zo’n acute crisis, dat het slachtoffer niet in haar eigen woning kan of durft te blijven. Dan is het belangrijk om alsnog een opvangplek te regelen. In steeds meer regio’s is deze taak (het plaatsen van slachtoffers in opvanghuizen) overgedragen aan de hulpverlening. 15
d o e a lt i j d i e t s Als het juridisch mogelijk is, treedt de politie op tegen huiselijk geweld door aan te houden. Zoals al eerder gezegd is het daarbij van belang de Aanwijzing Huiselijk Geweld, de richtlijnen van het landelijke protocol en je eigen regionale huiselijk geweldbeleid te volgen. Daardoor worden andere instanties ook geactiveerd als vervolg op de politieaanpak. Soms kún je niet strafrechtelijk optreden (onvoldoende bewijs, geen aangifte en geen gronden voor ambtshalve vervolgen). Als ook niet aan de criteria voor een huisverbod wordt voldaan, zul je op grond van art. 2 Politiewet tenminste moeten zorgen dat het gezin waarover je signalen van huiselijk geweld hebt, doorverwezen wordt naar de hulpverlening. Dat kan op basis van het convenant huiselijk geweld in je regio, waar veelal concrete afspraken over doorverwijzing zijn gemaakt voor slachtoffers, kinderen en plegers. Deze vind je vaak ook terug op Intranet en op het PolitieKennisNet. Je kunt daarvoor een gesprek aangaan met beide betrokken partners om hen te attenderen op de mogelijkheden en noodzaak van hulpverlening. Zo’n doorverwijzingsgesprek moet in de politieregistratie vastgelegd worden ten behoeve van dossiervorming. Uitgangspunt is dat als de deur van het onveilige gezin eenmaal op een kier staat, deze niet weer gesloten moet worden. Dus is actieve bemoeienis door zowel politie als hulpverlening gewenst. Geef door je bejegening als professionele politieambtenaar slachtoffers en andere betrokkenen altijd het gevoel dat je aanspreekbaar en bereikbaar bent voor ondersteuning als het niet goed gaat en zorg voor doorverwijzing naar de hulpverlening. Ook als een slachtoffer nú nog geen stappen durft te ondernemen, behoort het tot je vakmanschap om de (politie)deur niet te sluiten voor een volgende melding. Ook dan moeten betrokkenen bij je terecht kunnen.
Da d e r h u l p v e r l e n i n g Hulp voor daders van huiselijk geweld kan op verschillende momenten in gang gezet worden: Verplicht via de route van het strafrecht: • als de verdachte in verzekering gesteld is kan hij/zij (veelal via de vroeghulp van de reclassering) worden doorgeleid naar daderhulpverlening • als voorwaarde bij de schorsing van de voorlopige hechtenis • als voorwaarde bij een voorwaardelijk sepot • als voorwaarde bij een voorwaardelijke straf (dwangvariant). Hulpverleningsaanbod tijdens een huisverbod: • als specifiek aanbod bij een opgelegd huisverbod (al dan niet in combinatie met een strafrechtelijk traject na de aanhouding) 16
• in samenwerking met hulpverlening aan de andere gezinsleden • op te starten binnen de termijn van de eerste tien dagen van het huisverbod Geen strafbaar feit/geen huisverbod: • als er geen sprake is van een strafbaar feit en/of een opgelegd huisverbod, kan bijvoorbeeld de politie al dan niet in samenwerking met de hulpverlening een motiveringsgesprek voeren met de betreffende persoon en deze dringend adviseren hulp te gaan zoeken bij een daartoe aangewezen instelling voor daderhulpverlening • als de verdachte is aangehouden maar niet in verzekering gesteld wordt, bestaat in sommige regio’s de mogelijkheid om de reclassering te verzoeken op vrijwillige basis daderhulpverlening in gang te zetten of deze hulp zelf aan te bieden.
r o l va n d e h u l p v e r l e n i n g Vaak wordt gedacht dat een strafrechtelijke aanpak geen zin heeft gehad als die niet tot vervolging (en veroordeling) heeft geleid. Daarmee onderschat je de invloed van het politieoptreden. In veel gevallen heeft jouw optreden de verdachte misschien wel voor het eerst geconfronteerd met de strafbaarheid van zijn handelingen en heeft het mogelijk een weg geopend richting al dan niet verplichte (dader)hulpverlening. In sommige gevallen heb je onvoldoende gronden voor een (verdere) strafrechtelijke aanpak. Mogelijk is een tijdelijk huisverbod een optie. En anders dien je op z’n minst conform je hulpverlenende taak (ex. art. 2 Politiewet) alle betrokkenen door te verwijzen naar de hulpverlening (slachtoffer, kinderen en plegers). Zorg dat het signaal van huiselijk geweld te allen tijde gemeld wordt bij een van de lokale hulpverleningsinstellingen of bij een Advies- en steunpunt huiselijk geweld. Deze steunpunten zijn bedoeld om hulp en advies dichterbij de burger te brengen en staan open voor alle slachtoffers, ongeacht leeftijd, sekse en etniciteit. Ook hulpzoekende plegers kunnen er terecht voor doorgeleiding naar professionele hulp. Mensen die zijdelings of beroepsmatig bij problemen betrokken zijn, zoals buren, familie en artsen kunnen er eveneens terecht voor advies. Voor de politie zijn deze steunpunten een belangrijke partner in de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Vaak zijn er in de regio’s werkafspraken gemaakt om de signalen van huiselijk geweld waarbij de politie niet strafrechtelijk kan optreden, door te geleiden voor verdere hulp via het Advies- en steunpunt huiselijk geweld, dat fungeert als frontoffice voor de samenwerkingspartners in de regio. Voor doorverwijzing van kinderen die direct of indirect bij huiselijk geweld betrokken zijn, moet de politie gebruik maken van het (landelijk in te voeren) protocol Kindspoor. 17
A a n pa k k e n d o o r s a m e n t e w e r k e n De aanpak van huiselijk geweld vereist een goede samenwerking tussen politie, justitie en hulpverlening. Deze samenwerking wordt meer en meer vorm gegeven onder regie van de gemeente, die een expliciete taak heeft in de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Velen werken steeds meer onderling samen om huiselijk geweld te bestrijden en hulp te bieden aan betrokkenen. Die samenwerking vindt veelal plaats binnen zogeheten samenwerkingsverbanden of bijvoorbeeld door middel van een casusoverleg. Ook in de Veiligheidshuizen vinden politie, justitie en hulpverlening elkaar steeds beter in de samenwerking tegen huiselijk geweld. Raadpleeg de werkafspraken over samenwerkingsafspraken in je eigen regio of vraag informatie aan de collega’s die aanspreekpunt in je regio zijn voor huiselijk geweld. Ook kun je terecht bij het ‘Landelijk programmabureau huiselijk geweld en de politietaak’ te Ede.
I n f o r m at i e Voor algemene informatie over de aanpak van huiselijk geweld: • www.huiselijkgeweld.nl: landelijke website van MOVISIE in samenwerking met het ministerie van Justitie over de bestrijding van huiselijk geweld • www.movisie.nl: MOVISIE, kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling • www.aanpakhuiselijkgeweld.nl: de website van de VNG op de aanpak van huiselijk geweld en de regierol van gemeenten • www.kenniscentrum-ouderen.nl: website met onder het thema ‘ouderenmishandeling’. Informatie over bestrijding van ouderenmishandeling en publicaties van het NIZW • www.kindermishandeling.info: website van het expertisecentrum kindermishandeling over achtergronden en aanpak • www.huisverbod.nl: meer informatie over het huisverbod, e-learning, publicaties en een film • www.steunpunthuiselijkgeweld.nl: meer informatie over het steunpunt, folders en advies voor slachtoffers en daders • www.veiligheidbegintbijvoorkomen.nl: website van de rijksoverheid in het kader van het project Veiligheid begint bij Voorkomen Voor specifieke informatie over de aanpak van huiselijk geweld door de politie: • ‘Landelijk programmabureau huiselijk geweld en de politietaak’ te Ede, bereikbaar op werkdagen: 0318-688290,
[email protected] of www.politiehuiselijkgeweld.nl (vanaf juni 2009 online) • Politie Kennis Net (PKN): onder ‘Criminaliteit’ vind je alles over de aanpak van huiselijk geweld, zoals het landelijke politieprotocol, de Aanwijzing Huiselijk Geweld en het opleidingsprogramma van de Politieacademie voor huiselijk geweld (www.politie.nl/overige/politieABC/geweld/huiselijkgeweld en www.politie.nl/overige/politieABC/criminaliteit/kindermishandeling) 18
• Intranet in de eigen politieregio: hier vind je de regionale convenanten met justitie en hulpverlening over de (strafrechtelijke) aanpak van huiselijk geweld; tevens vind je hier in de meeste re-gio’s checklisten en stroomschema’s voor de aanpak van huiselijk geweld door de politie (interne werkafspraken) • Voor vragen over de aanpak van eergerelateerd geweld: politie intranet/Haaglanden/In ’t Blauw/Multi-etnisch politiewerk; daar vind je informatie over eergerelateerd geweld en eerwraak, alsmede een protocol ‘Hoe te handelen bij gevaar van eerwraak’ (incl. checklist) • www.eerwraak.info: website voor professionals met onderzoek, beleid en methoden van aanpak Voor doorverwijzing naar (juridische) hulpverlening: • Advies- en steunpunt huiselijk geweld in de eigen regio (www.huiselijkgeweld.nl en/ of plaatselijke gemeente voor telefoonnummer en contactadres); algemeen nummer: 0900-1262626 (5 cent per minuut) • Slachtofferhulp Nederland, tel. 0900-0101 (www.slachtofferhulp.nl) • Regionale/lokale instellingen voor hulp aan slachtoffer, kinderen en daders • Regionale/lokale projecten ouderenmishandeling • Advies & Meldpunt Kindermishandeling in de eigen regio, tel. 0900-1231230 (www.amk-nederland.nl) • Stichting Korrelatie, tel. 0900-1450 (www.korrelatie.nl) • SOS telefonische Hulpdienst, tel. 0900-0767 • Raad voor Rechtsbijstand: informatie over civiele procedures, rechtsbijstand, gespecialiseerde advocaten, informatiefolders etc (www.rvr.org) • Landelijk advocaten netwerk zedenslachtoffers, voor een gespecialiseerde advocaat bij seksueel geweld (www.lanzs.nl) • Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann: informatie over o.a. gespecialiseerde advocaten bij huiselijk geweld (www.vrouwenrecht.nl) Overige informatie: • Via de Kennislijn van MOVISIE kun je je aanmelden voor een abonnement op het e-nieuws huiselijk geweld (tweewekelijkse mailservice met het laatste nieuws over de aanpak huiselijk geweld) • Informatielijn van MOVISIE voor professionals: 030-7892112 of e-mail:
[email protected] Foldermateriaal (vaak ook te downloaden via www.huiselijkgeweld.nl): • ‘Op eigen kracht’: folder van het ministerie van Justitie voor slachtoffers van huiselijk geweld • ‘Bescherming tegen geweld: wat je zelf kunt doen’: folder over huiselijk geweld in het Nederlands, Engels, Frans, Turks, Spaans, Arabisch, Chinees, Pools, Somalisch en Farsi, met name voor migranten of vluchtelingen, van MOVISIE/Shakti 19
• ‘Kinderen als getuige van huiselijk geweld’: folder van de Raad voor de Kinderbescherming voor professionals over de aanpak van huiselijk geweld • Advies & Meldpunt Kindermishandeling (AMK): Informatie voor melders die beroepshalve te maken hebben met kindermishandeling • ‘Je ziet het pas als je het gelooft’: brochure over preventie en bestrijding van ouderenmishandeling (Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling) • ‘Als u wordt gestalkt – wat politie en hulpverlening voor u kunnen doen’: folder van de politie en MOVISIE voor slachtoffers van stalking • ‘Juridische aspecten van huiselijk geweld’: informatie voor slachtoffers en hun adviseurs • ‘Als ruzie uit de hand loopt’: folder van De Waag, forensische polikliniek van de Van der Hoevenstichting over geweld in relaties en daderhulpverlening • ‘Seksueel misbruik van kinderen’: brochure van het ministerie van Justitie i.s.m. NISSO over aard en omvang van seksueel misbruik van kinderen • ‘Huiselijk geweld en uw verblijfsvergunning’: brochure van het ministerie van Justitie en de IND in Nederlands, Engels, Frans, Turks en Arabisch, over wat te doen als een relatie na huiselijk geweld verbroken is en het slachtoffer geen zelfstandige verblijfsvergunning heeft • ‘Geweld in huis raakt kinderen’: brochure met informatie en advies voor ouders van kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld • ‘Horen, zien en zwijgplicht’: brochure met veel informatie en adviezen over de mogelijkheden van gegevensuitwisseling bij huiselijk geweld voor beroepskrachten • ‘Slaande ruzie met je partner: je bent te ver gegaan. Wat nu?’: folder die door professionals van politie, opvang en maatschappelijk werk gebruikt kan worden om plegers van huiselijk geweld te motiveren om hulp te zoeken
20
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.
Het Landelijk Programmabureau Huiselijk Geweld en de Politietaak ondersteunt de 25 politieregio’s bij de aanpak van Huiselijk Geweld. In het programmaplan “Een kwestie van lange adem 2008-2011” zijn 22 activiteiten benoemd die deze periode zullen worden uitgevoerd. Het programma richt zich daarin op duurzame ontwikkeling van de organisatie.
Colofon Auteur: Thérèse Evers Vormgeving: Avant la Lettre Uitgave: Movisie, 2009. Deze folder is tot stand gekomen in samenwerking met het ‘Landelijk programmabureau huiselijk geweld en de politietaak’ en met subsidie van het ministerie van Justitie. Landelijk Programmabureau Huiselijk Geweld en de Politietaak Breelaan 2, 6711 MR Ede Postbus 30071, 6803 AB Arnhem Tijdens werkdagen bereikbaar onder: 0318 - 688290 e-mail:
[email protected] Internet: www.politiehuiselijkgeweld.nl (vanaf juni 2009 online) © Movisie, 2009. Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet.
Het Landelijk Programmabureau Huiselijk Geweld en de Politietaak ondersteunt de 25 politieregio’s bij de aanpak van Huiselijk Geweld. In het programmaplan “Een kwestie van lange adem 2008-2011” zijn 22 activiteiten benoemd die deze periode zullen worden uitgevoerd. Het programma richt zich daarin op duurzame ontwikkeling van de organisatie.
Colofon Auteur: Thérèse Evers Vormgeving: Avant la Lettre Uitgave: Movisie, 2009. Deze folder is tot stand gekomen in samenwerking met het ‘Landelijk programmabureau huiselijk geweld en de politietaak’ en met subsidie van het ministerie van Justitie. Landelijk Programmabureau Huiselijk Geweld en de Politietaak Breelaan 2, 6711 MR Ede Postbus 30071, 6803 AB Arnhem Tijdens werkdagen bereikbaar onder: 0318 - 688290 e-mail:
[email protected] Internet: www.politiehuiselijkgeweld.nl (vanaf juni 2009 online) © Movisie, 2009. Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.