Huisarts en Centrum voor Jeugd en Gezin: Samen sterk voor jeugd Projectplan ten behoeve van de Pilot ‘Zorg voor jeugd in samenwerking met de eerstelijns huisartsenzorg’
Opgesteld door: Marjon Lemmens Senior adviseur Kennis en Innovatie GGD Zuid Limburg, Afdeling K&I
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 1 van 17
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 | Inleiding .................................................................................. 3 1.1 | Aanleiding en context van de opdracht .................................................. 3 1.2 | De huisarts ........................................................................................ 3 1.3 | Het CJG ............................................................................................. 4 1.4 | Knelpunten ........................................................................................ 5 1.5 | Probleemstelling ................................................................................. 6 1.6 | Doelstelling ........................................................................................ 6 1.7 | Doelgroep .......................................................................................... 7 1.9 | Samenhang met andere projecten ........................................................ 7 Hoofdstuk 2 | Samenwerkingsvormen per pilotpraktijk ...................................... 7 2.1 | Keuze per pilotpraktijk ........................................................................ 7 2.2 | De CJG adviseur of Jeugd en Gezinswerker in de huisartsenpraktijk .......... 8 2.3 | Pilot Vernieuwde Toegang, sociale wijkteam en rol van de huisarts ......... 10 2.4 | Triple P als verbindende schakel tussen huisarts en CJG ........................ 11 2.5 | Intensiveren van samenwerking JGZ en huisartsen ............................... 13 Hoofdstuk 3 | Proces en Organisatie .............................................................. 15 3.1 | Projectstructuur................................................................................ 15 3.2 | Training CJG adviseurs ...................................................................... 16 3.3 | Rapportage fase 2 ............................................................................ 16 3.4 | Rapportage fase 3 en 4 ..................................................................... 16 3.5 | Evaluatie ......................................................................................... 16 Hoofdstuk 4 | Fasering en planning ............................................................... 17 Hoofdstuk 5 | Begroting en financiering ......................................................... 17
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 2 van 17
Hoofdstuk 1 | Inleiding 1.1 | Aanleiding en context van de opdracht Met ingang van 1 januari 2012 dient elke Nederlandse gemeente te beschikken over een Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG streeft ernaar om jeugdigen en gezinnen met risico’s en problemen in beeld te brengen en escalatie te vermijden, laagdrempelig advies en ondersteuning te bieden en zelfredzaamheid te herstellen, een mogelijkheid te creëren voor opvoed- en opgroeiondersteuning, en te voorzien in effectieve coördinatie van de zorg. In het nieuwe regeerakkoord (2012) wordt de intentie uitgesproken alle taken op het gebied van jeugdzorg (inclusief J-GGZ en LVG-voorzieningen) neer te leggen bij de gemeenten. De gemeente wordt daarbij de spil van alle voorzieningen voor kinderen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin dient daarbij als front office voor alle jeugdzorg. Naast een aanzienlijke uitbreiding van verantwoordelijkheden voor de gemeente betekent dit ook een nieuwe uitdaging: het ontwikkelen van een sterk op preventie gericht programma voor opvoedingsondersteuning met daarop aansluitend een samenhangend geheel van voorzieningen voor de meer specialistische vormen van ondersteuning. De combinatie van verantwoordelijkheden voor het Centrum voor Jeugd en Gezin, de jeugdgezondheidszorg, de schakelfunctie voor de jeugdzorg èn de zorg rondom het onderwijs maken het mogelijk om op lokaal niveau de zorg voor kinderen beter op elkaar af te stemmen. De relatie tussen gemeenten en eerstelijns huisartsenzorg kent geen wettelijke of formele basis. Toch is het zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden in het kader van CJG ontwikkeling van groot belang. De huisarts heeft immers de zorg voor veel kinderen en hun ouders en speelt daardoor een belangrijke signalerende rol als er opvoedings-of gedragsproblemen ontstaan. De zorg voor kinderen mag niet verder versnipperen, maar de integrale zorg voor kinderen moet juist worden gewaarborgd. Samenwerking tussen CJG en eerste lijn betekent dat de bureaucratische last wordt beperkt en dat middelen efficiënt worden ingezet. Door middel van het uitvoeren van verschillende uitvoeringspraktijken gaan we onderzoeken hoe die samenwerking tussen de eerstelijns huisartsenzorg en CJG het beste vorm gegeven kan worden. Dit projectplan is onderdeel van fase 2, de voorbereidende fase voor de daadwerkelijke uitvoering van het project. In 2012 heeft gedurende fase 1 reeds een eerste oriëntatie en inventarisatie plaatsgevonden ten behoeve van de mogelijkheden en mogelijke partners die willen participeren. Het projectplan is het concrete resultaat en daarmee de afsluiting van de tweede fase. Fase 3 betreft de uitvoering van het project, fase 4 de evaluatie en afronding van het project.
1.2 | De huisarts
1
Er komen veel opvoedvragen van ouders binnen bij de huisarts. De huisarts werkt vraaggericht en is het eerste aanspreekpunt voor alle leden van het gezin met vragen of problemen over gezondheid en ziekte. De relatie heeft bovendien een continu karakter. De huisarts kan daarom gezien worden als gezinsarts en vertrouwenspersoon. Hierdoor zijn huisartsen bij uitstek een schakel die het CJG kan versterken met zijn of haar kennis over de jongeren en de gezinnen.
1
Dit project heeft betrekking op de eerstelijns huisartsenzorg, voor de leesbaarheid spreken we hierna echter over de huisarts
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 3 van 17
De huisarts heeft ook een belangrijke functie bij vroegsignalering van bijvoorbeeld psychosociale problemen of ontwikkelingsachterstand bij het kind, en opvoedgezins- en familieproblemen. Regeerakkoord en akkoord over huisartsenzorg In het nieuwe regeerakkoord staat beschreven dat goede basiszorg zo dicht mogelijk bij de patiënt moet worden georganiseerd in een netwerk van zorg in de buurt. Eerstelijnszorg moet voor iedereen makkelijk bereikbaar zijn en het kabinet wil bereiken dat eerstelijnszorgverleners meer gaan samenwerken. Zo moeten er meer gezondheidscentra komen en andere samenwerkingsverbanden waar meerdere zorgverleners samenwerken (bijvoorbeeld huisartsen, apothekers, kraamzorg en fysiotherapeuten). Zij kunnen patiënten naar elkaar doorverwijzen of elkaars advies vragen. Zo wordt de patiënt sneller en completer geholpen. Zorgverleners en verzekeraars zijn met elkaar in overleg hoe deze samenwerkingsverbanden vorm kunnen krijgen. Ook als patiënten door meerdere zorgverleners tegelijk worden geholpen, moeten deze beter gaan samenwerken en elkaar vaker informeren. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) hebben in juni 2012 een akkoord gesloten over de huisartsenzorg. In het akkoord zijn onder meer de volgende afspraken gemaakt: Huisartsen hebben een centrale rol bij de verdere ontwikkeling van meer zorg in de buurt. Zij zullen daarvoor de invoering van innovatieve methoden gaan stimuleren, zoals e-health (consult en begeleiding via internet) en openingstijden die op de burger zijn afgestemd. Huisartsen zetten zich in om zo min mogelijk door te verwijzen naar medisch-specialistische zorg. In de nieuwe versie van de concept tekst Jeugdwet (februari 2013), die binnenkort van kracht wordt, krijgt de huisarts bovendien de bevoegdheid om naar alle vormen van jeugdhulp te verwijzen. Dus niet alleen bij gezondheidsproblemen maar ook bij problemen rond opvoeding en gedrag. In dat kader is een verdergaande samenwerking met het CJG een logische eerste stap
1.3 | Het CJG De Gemeente en de partners van het CJG geven de huisarts de plek van algemene voorziening binnen dit speelveld, echter de huisarts is niet op de hoogte van zijn positie en rol binnen dit speelveld. De huisartsen die deelnemen aan het project geven overigens ook aan niet bekend te zijn met onderstaand schema en met (een deel van) de genoemde organisaties en betrokkenen. CJG Maastricht beschrijft zelf het speelveld als volgt:
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 4 van 17
Centrum voor Jeugd en Gezin - netwerkorganisatie:
Eigen kracht
Jeugdigen en hun gezinnen
Sociale netwerk
Verloskundige Huisarts Consultatiebureau Kinderopvang Onderwijs Jongeren- CJGKraamzorg MEE GGD Peuterspeelzalen werker inloop Sociale dienst Politie Woningstichtingen Schuldhulpverlening (fysiek + Overig lokale veld virtueel) V E Consultatie CJG-adviseur* of raadplegen CJG-website
R W
Steun voor professionals
Casusoverleg Zorg- en Advies Team (ZAT)
Verwijzing / begeleiding naar de juiste CJG-partner
IJ Melding AMK
S I N D
Steun voor complexe zorg en complexe samenwerking
Netwerkoverleg Risicojeugd / Multiproblem Aanpak (Veiligheidshuis)
OUDERS
HUN
Raad voor de Kinderbescherming Schuldhulpverlening Sociale dienst EN
JEUGD I GEN
MET JEUGDIGEN EN HUN OUDERS / VERZORGERS
Algemene voorzieningen
Sociale netwerk
E X
Samenwerkende partners Multiproblem: o.a. Politie Woningstichtingen Mondriaan zg / Riagg
Overig lokale veld
Jeugdigen en hun gezinnen
CJG-adviseur: opvoed-/opgroeideskundige. Zoals de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdarts / –verpleegkundige of de CJG-adviseur in het CJG-inlooppunt.
Regeerakkoord en de nieuwe jeugdwet Hoewel in het nieuwe regeerakkoord niet meer expliciet wordt gesproken over het CJG krijgt de gemeente wel degelijk de verantwoordelijkheid om op een laagdrempelige en herkenbare wijze jeugdhulp te bieden, advies te geven over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp, professionals te adviseren die zich zorgen maken over een minderjarige én de toegang tot de raad voor de kinderbescherming (raad) en het gedwongen kader in samenhang te organiseren. De gemeente zorgt er voor dat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen, gezinnen en medeopvoeders integraal en op laagdrempelige wijze worden aangeboden. Het reeds bestaande CJG kan daar uiteraard een belangrijke rol in vervullen en zich verder door ontwikkelen. De gemeente dient in haar beleidsplan aan te geven hoe ze de laagdrempelige en herkenbare jeugdhulp organiseert. Het ‘etiket’ Centrum voor Jeugd en Gezin wordt niet wettelijk verplicht. Belangrijk aandachtspunt is dat de huisarts zijn rol als poortwachter (dat wil zeggen als verwijzer naar jeugd-ggz) blijft vervullen in het nieuwe stelsel. 1.4 | Knelpunten Het huidige stelsel kent een aantal knelpunten (Algemene Rekenkamer 2012): Er is een te grote druk op de specialistische zorg. Tekortschietende samenwerking rond kinderen en gezinnen. Afwijkend gedrag wordt onnodig gemedicaliseerd. Oplopende kosten als gevolg van deze knelpunten.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 5 van 17
Hoewel het CJG al deels een antwoord had moeten zijn op bovengenoemde knelpunten kent ook het CJG nog zijn beperkingen (het CJG van de toekomst, De jeugdzaak.nl, oktober 2012) zoals: Vaak is niet of onvoldoende geformuleerd welke taken het CJG precies heeft en welk maatschappelijk effect bereikt dient te worden. De bekendheid van het CJG onder jongeren/gezinnen, maar zeker ook onder andere professionals blijkt nog onvoldoende. Tijdig vaststellen dat een kind een probleem heeft lukt nog niet. Het afstemmen van zorg tussen diverse hulpverleners gebeurt nog onvoldoende. Uit de gesprekken met huisartsen en CJG partners in Maastricht is gebleken dat huisartsen onvoldoende bekend zijn met het Centrum voor Jeugd en Gezin, maar ook met het aanbod voor jeugdigen. Men vindt dit aanbod te versnipperd en onoverzichtelijk. Men heeft weinig of geen structureel overleg met elkaar. Communicatie en vooral de terugkoppeling na een verwijzing is een punt van aandacht. Daarnaast benoemt men het gemis aan een goede sociale kaart en kennis van elkaars werk, werkgebied en bereikbaarheid. 1.5 | Probleemstelling Er is weinig of zelfs geen relatie in Maastricht tussen de eerstelijnszorg en Centra voor Jeugd en Gezin. Het aanbod aan hulp en zorg voor jeugd is niet bekend bij de huisartsen en teveel versnipperd. Communicatie is minimaal, evenals terugkoppeling na een verwijzing. Kennis hebben van de totale gezinscontext is zowel voor het CJG als voor de huisarts een belangrijk item, vandaar dat er aandacht gevraagd wordt om de verbinding tussen beide partijen te verstevigen. Belangrijke vragen daarbij zijn: Is het mogelijk de verbinding tot stand te brengen en daar waar die al is te verstevigen ? (Hoe) kan de kennis en expertise van de huisarts bijdragen aan de ontwikkeling van een CJG ? Levert de samenwerking tussen CJG en huisarts meerwaarde in de zorg voor jeugd en hun gezin en wat is die meerwaarde dan ? 1.6 | Doelstelling Hoofddoel: Het versterken van de verbinding tussen CJG en huisartsen in Maastricht om de kwaliteit en continuïteit van het zorgproces in de eerstelijnszorg rondom jeugd te verbeteren. Bewustwording van de samenwerking. Subdoelen: Verbeteren van de signalering en het snel inzetten van de juiste actie: dichtbij huis en niet zwaarder dan noodzakelijk. Integrale kijk op gezondheid; zicht hebben op invloed van medische en pedagogische aspecten op elkaar. (Leiden buikklachten bij kinderen tot opvoedingsvragen en andersom ?) Duidelijkheid in rol en positie van CJG adviseurs in de samenwerking met de eerstelijnszorg in het algemeen en de huisarts in het bijzonder. De sociale kaart is bekend; professionals in de wijk kennen elkaar en weten waar en wanneer men te bereiken is. De communicatie tussen professionals is helder en de terugkoppeling gebeurt op een eenduidige en effectieve manier. Streven naar een vermindering van de instroom in de 2e lijn. (Dit is in deze fase van het project helaas niet meetbaar te maken in cijfers)
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 6 van 17
Belangrijke elementen in de realisatie van de doelen: - Preventie staat centraal (zo vroeg en zo licht mogelijk). - Gezinnen zijn in beeld. - Meerwaarde voor huisarts en CJG professionals. - Geen extra tijd en geld nodig voor structurele verbetering in samenwerking. - Communicatie en bereikbaarheid van alle partijen is optimaal. - Gebruik van resultaten en uitrol naar hele gemeente en mogelijk andere gemeenten in de Provincie. Speerpunten Het project wordt uitgevoerd met 5 huisartsenpraktijken die gaan experimenteren met de verschillende samenwerkingsvormen, men koerst daarbij voornamelijk op de volgende speerpunten, welke zijn vastgesteld in de eerder genoemde fase 1.
Psychosociale problematiek; Overgewicht/ obesitas; Middelengebruik; Kindermishandeling; Chronische ziekten.
In de uitvoeringspraktijken wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met lopende projecten en nieuwe initiatieven zodat de verschillende professionals niet het gevoel hebben dat er geen samenhang is tussen de verschillende initiatieven. Huisartsen die deelnemen aan deze pilot worden geacht als ambassadeur op te treden voor collega huisartsen. 1.7 | Doelgroep De doelgroep die bereikt dient te worden met dit project zijn de kinderen / jongeren en hun gezinnen in Maastricht. 1.9 | Samenhang met andere projecten In Maastricht zijn er meerdere projecten die direct raakvlakken hebben met het project verbinden huisarts en CJG zoals het nieuwe “Casusoverleg CJG”, de “sociale wijkteams” en “Pilot Vernieuwde Toegang” (voorheen “CJG generalist”). Er wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk verbinden van de verschillende projecten zodat er geen aparte en parallelle trajecten lopen die tot verwarring dan wel extra werkdruk kunnen leiden bij organisaties en hun medewerkers.
Hoofdstuk 2 | Samenwerkingsvormen per pilotpraktijk 2.1 | Keuze per pilotpraktijk In fase 2 hebben per pilotpraktijk bijeenkomsten plaatsgevonden waarin door huisartsen en CJG adviseurs2 gezamenlijk gesproken is over de gewenste vorm van samenwerking. Na deze eerste bijeenkomst is de samenwerkingsvorm nader uitgewerkt en via schriftelijke terugkoppeling gecommuniceerd. Tevens zijn de voorstellen besproken met de gemeente Maastricht en de managers van de welzijnsorganisatie en de organisaties voor jeugdgezondheidszorg.
2
De term CJG adviseur wordt gebruikt voor alle disciplines die werkzaam zijn bij het CJG. Dit kunnen dus verschillende functies bij verschillende organisaties zijn.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 7 van 17
In de gesprekken met huisartsen en CJG adviseurs komen veelal dezelfde onderwerpen ter sprake; het betreft dan met name: Signaleren en doorverwijzen (Sociale kaart en “tom-tom” functie CJG). Lichte opvoedproblematiek (Triple P factsheet ipv pilletje of verwijzing naar psycholoog). Concrete vragen t.a.v. fysieke en psychische gezondheid (integrale blik hoe beïnvloeden lichamelijke klachten pedagogische klachten en omgedraaid). Bespreking/in kaart hebben van probleemgezinnen en mogelijke interventies. Digitaal delen van informatie en eenvoudige instrumenten voor terugkoppeling. Deze aspecten zijn meegenomen bij de voorstellen voor een bepaalde samenwerkingsvorm. Er is bewust gekozen voor verschillende manieren om de samenwerking vorm te geven om zo te ervaren welke manier het meest effect oplevert in de samenwerking èn voor de zorg-en dienstverlening rondom het kind, rekening houdend met de aspecten zoals hierboven benoemd. In de volgende paragrafen worden de keuzes per praktijk beschreven en verder geconcretiseerd. 2.2 | De CJG adviseur of Jeugd en Gezinswerker in de huisartsenpraktijk
Uitgevoerd door:
* Huisartsen Maastricht Oost * Gezondheidscentrum Heer
Toelichting Alle huisartsen geven aan het CJG niet of nauwelijks te kennen en ook niet te weten wanneer en waarom door te verwijzen naar het CJG. In twee praktijken kiest men ervoor het CJG een duidelijke plek te geven in een huisartsenpraktijk. Huisartsen worden immers regelmatig geconfronteerd met vragen van ouders en/of kinderen die betrekking hebben op opvoeding. Een laagdrempelige vorm van opvoedingsondersteuning in de praktijk van de huisarts kan de huisarts wellicht de mogelijkheid bieden om ouders snel door te verwijzen naar een pedagogisch deskundige. Op die manier kan de verbinding gelegd worden naar het CJG. Dit leidt enerzijds tot grotere bekendheid van het CJG, anderzijds kan de huisarts bij lichte opvoedingsvragen snel verwijzen naar iemand die “verbonden” is aan de praktijk. Ook de NHG adviseert het CJG (of een inloopspreekuur van het CJG) te plaatsen binnen de eerstelijns- of huisartsenvoorziening. Op deze manier wordt optimaal gebruik gemaakt van de bestaande, goed functionerende en laagdrempelige voorzieningen in de wijk. Vooralsnog wordt ervoor gekozen om per praktijk 1 dagdeel per week spreekuur te houden Omdat er twee praktijken zijn die hier voor kiezen kan de invulling verschillen: CJG in Praktijk1: Accent op opvoed- en opgroeivragen Huisartsen Maastricht Oost: CJG adviseur in praktijk kan zowel van Trajekt als van JGZ zijn en is vooral gericht op opvoedvragen en licht pedagogische hulpverlening. Concreet wordt door Trajekt 2 dagdelen per maand en door JGZ 0-19 (afwisselend of verdeeld over een aantal maanden) de andere 2 dagdelen in de praktijk bezet. CJG in Praktijk 2: Accent op verwijzen naar Jeugdhulp Gezondheidscentrum Heer: De huisarts krijgt in de nieuwe Jeugdwet de bevoegdheid om te verwijzen naar alle vormen van jeugdhulp.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 8 van 17
In dat kader is het raadzaam dat de kennis en expertise van Bureau Jeugdzorg, die is opgebouwd met betrekking tot toegang en indicatiestelling, goed benut en overgedragen wordt. Specifieke kennis van BJZ heeft betrekking op het signaleren van ontwikkelingsbedreigingen, matching van zorg en uitvoeren van veiligheidstaxaties. Een direct contact in de praktijk kan het overleg en de kennisoverdracht stimuleren. Een medewerker van Bureau jeugdzorg, bij voorkeur in de (nieuwe) functie van een CJG Jeugd-en Gezinswerker (CJG J&G, zie ook paragraaf 2.3), is wekelijks aanwezig in de praktijk en voert op basis van casuïstiek het overleg met de huisarts. Doelstelling voor beide pilots Bekendheid CJG vergroten bij cliënten van de huisartsenpraktijk. Voorkomen van verwijzing naar zwaardere zorg door te verwijzen naar CJG adviseur en of CJG J&G. Ondersteuning voor huisarts in geval er sprake is van lichte opvoedingsvragen. Duidelijkheid over het soort vragen op gebied van opvoeden en opgroeien en vragen voor verwijzing naar jeugdhulp. Rol van de huisarts Actief verwijzen naar CJG adviseur/ CJG J&G en afspraken (laten) inplannen indien er vragen zijn. Rol van CJG De CJG adviseur/ CJG J&G die het spreekuur gaat invullen heeft als taak de vragen die door de huisarts worden doorverwezen te beantwoorden, dan wel door te geleiden naar de juiste professional. De CJG adviseur/ CJG J&G maakt die reguliere werkafspraken in de praktijk en is daarnaast bereikbaar voor algemene opvoedvragen. Voor de medewerker van Bureau jeugdzorg geldt specifiek dat er sprake is van kennisoverdracht ten aanzien van de verwijzing naar andere vormen van jeugdhulp of het voorkomen daarvan. Meten Aantal uren dat CJG adviseur/CJG J&G in praktijk aanwezig is Aantal patiënten dat door de huisarts wordt doorgestuurd naar de CJG adviseur/CJG J&G. Aantal keren dat huisarts en CJG adviseur/CJG J&G direct contact/overleg hebben naar aanleiding van vraag van een patiënt. Inschatting van het aantal gezinnen dat eerder geholpen wordt door directe verwijzing naar CJG Effect van hulp voor gezinnen. Meerwaarde voor huisarts. Aandachtspunten: Specifieke opdracht voor CJG adviseur en CJG J&G in de twee verschillende praktijken. Verhelderen van wederzijdse verwachtingen. Creëren van randvoorwaarden zoals de beschikbare ruimte en technische mogelijkheden in ICT en telefonie, zodat de CJG adviseur en CJG J&G zijn of haar reguliere werk kan blijven doen.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 9 van 17
CJG in Praktijk 1 en Praktijk 2: Inzet middelen en uren per pilotpraktijk (18 maanden, 78 weken)
Aanwezigheid CJG adviseur of CJG J&G in praktijk Gedurende het traject 1 maal per 2 maanden overleg tussen huisarts en CJG adviseur of CJG J&G over voortgang Huur ruimte praktijk Informatiemateriaal Evaluatiemomenten
Benodigde aantal eenheden 4 uur per week 9 X 2 uur CJG adv of J&G
Totaal 312 uur (waarvan de helft regulier3) 18 uur 18 uur
9 X 2 uur huisarts 1 dagdeel per week Reguliere foldermateriaal 3 X 2 uur CJG advof J&G
78 dagdelen nvt 6 uur 6 uur
3 X 2 uur huisarts 6 uur 3 X 2 uur manager kernpartner 2.3 | Pilot Vernieuwde Toegang, sociale wijkteam en rol van de huisarts Uitgevoerd door:
* Praktijk Caberg
Toelichting In Caberg worden naast het project verbinden huisarts en CJG ook de pilot “Vernieuwde Toegang”(voorheen het project “CJG generalist”) en de invoering van de sociale wijkteams gerealiseerd. Om te voorkomen dat projecten teveel langs elkaar heen lopen, wordt getracht de drie projecten met elkaar te verbinden en de huisarts in ieder geval zo vroeg en zo veel mogelijk te betrekken bij de start van deze projecten en de daarbij horende ontwikkelingen. Door de huisarts direct bij dit project te betrekken, wordt de rol van de huisarts in de hele keten duidelijk, maar leert de huisarts tevens het CJG en de belangrijkste partners kennen. De term “generalist” is inmiddels vervangen door “CJG Jeugd- en Gezinswerker”. De rol van deze CJG Jeugd en Gezinswerker is vooral het oppakken van vragen van collega professionals en deze te bespreken met betrokken professionals, waaronder uiteraard de huisarts. Doelstelling Vaststellen rol en positie van huisarts in lopende projecten. Relatie CJG jeugd-en gezinswerker en huisarts. Rol van de huisarts Nader te bepalen, mede afhankelijk van andere projecten. Rol van CJG Nader te bepalen, mede afhankelijk van andere projecten.
3
Deze uren worden niet meegenomen in de begroting
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 10 van 17
Meten Aantal casussen dat besproken wordt in Sociale wijkteam. Aantal keren direct contact tussen huisarts en CJG jeugd-en gezinswerker. Aantal gezinnen dat eerder geholpen wordt door inzet van wijkteams en CJG generalist. Effect van hulp voor gezinnen. Meerwaarde voor huisarts. Aandachtspunten: Start projecten CJG Jeugd en Gezinswerker en Sociale buurtteam. Rol van BJZ als CJG Jeugd en Gezinswerker ten aanzien van verwijzing naar jeugdhulp Deelname huisarts aan overlegstructuur. CJG Jeugd en Gezinswerker: Inzet middelen en uren (18 maanden, 78 weken)
Gedurende het traject 1 maal per 2 maanden overleg over project CJG jeugd-en gezinswerker Informatiemateriaal Evaluatiemomenten
Benodigde aantal uren 9 X 2 uur CJG J&G
Totaal
9 X 2 uur huisarts
18 uur
Reguliere foldermateriaal 3 X 2 uur CJG J&G
nvt
3 X 2 uur huisarts
6 uur
3 X 2 uur manager kernpartner
6 uur
18 uur
6 uur
2.4 | Triple P als verbindende schakel tussen huisarts en CJG Uitgevoerd door:
* Praktijk Bruijns-Franssen
Toelichting Triple P is een methode waarin ouders een positieve opvoedstijl aanleren. Hierdoor verminderen gedragsproblemen bij kinderen en krijgen ouders sneller antwoord op opvoedingsvragen. Triple P bestaat uit verschillende onderdelen, van een publiekscampagne, korte gesprekken over alledaagse opvoedvragen tot intensieve begeleiding. Sinds 1 oktober 2012 wordt er in Maastricht gebruik gemaakt van deze methodiek. Medewerkers van het CJG zijn getraind in de verschillende niveaus van Triple P. In overleg met de projectleider Triple P is gekeken naar de rol van de huisarts in deze. De huisarts kan een belangrijke schakel zijn bij het attenderen op Triple P door het aanbieden van informatiemateriaal en te verwijzen of zelfs een afspraak te laten maken voor het CJG. Op die manier is het gebruik van de communicatiemiddelen van Triple P en de bekendheid met het programma een belangrijke laagdrempelige stap van huisarts naar CJG.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 11 van 17
Doelstelling Meer bekendheid over Triple P bij zowel huisarts als doelgroep. Laagdrempelige manier om ouders naar CJG te “verwijzen”. Ouders krijgen snel een antwoord op hun opvoedingsvraag en vinden de weg naar het CJG. Rol van de huisarts De huisarts is goed op de hoogte van het programma Triple P De huisarts weet welke informatie aan te bieden bij bepaalde opvoedingsvragen aan ouders en gebruikt het informatiemateriaal van Triple P als een soort “verwijsbrief” om mee te geven aan de ouder. Liefst gekoppeld aan een afspraak bij het CJG of het doorgeven van de naam van de CJG adviseur die verder op weg helpt. Rol van CJG De CJG adviseur gaat serieus in op de vraag van de huisarts en ouder en verdiept zich verder in de vraag met behulp van Triple P. De CJG adviseur koppelt de bevindingen terug aan de huisarts. Meten Aantal mensen dat een tipsheet meekrijgt. Aantal mensen dat een “CJG-recept” meekrijgt. Aantal mensen dat daadwerkelijk “CJG-recept” gebruikt. Effect van de tipsheet. Vervolg van eerste informatie en evt. verwijzing. Meerwaarde voor huisarts. Is ouder geholpen en wordt zwaardere hulp voorkomen ? Aandachtspunten: Financiering informatiemateriaal Triple P na afloop projectperiode . Scholing niveau 2 voor de huisarts en uitbreiden scholing voor andere huisartsen. CJG recept www.cjgmaastricht.nl Triple P: Inzet middelen en uren (18 maanden, 78 weken) Benodigde aantal eenheden Gedurende het traject 1 maal per 2 9 X 2 uur CJG adviseur maanden overleg tussen huisarts en CJG adviseur over verwijzing Triple P 9 X 2 uur huisarts 4 keer per jaar apart casusoverleg 6 X 2 uur CJG adviseur Scholing huisarts Triple P niveau 2 Informatiemateriaal Evaluatiemomenten
4
Totaal 18 uur 18 uur Regulier
6 X 2 uur huisarts 1 dag Gebruik van Triple P materialen die voorradig zijn 3 X 2 uur CJG adv
Regulier 8 uur nvt
3 X 2 uur huisarts
6 uur
3 X 2 uur manager kernpartner
6 uur
Deze uren worden niet meegenomen in de begroting
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 12 van 17
6 uur
4
2.5 | Intensiveren van samenwerking JGZ en huisartsen Uitgevoerd door:
Praktijk van Kleef
Toelichting De JGZ heeft een hoog bereik en volgt de gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen / jongeren gedurende een lange periode. De huisarts is als gezinsarts vaak het eerste aanspreekpunt bij vragen over gezondheid en ziekte en is 24/7 beschikbaar. Bij signaleren van problemen rondom gezondheid, ontwikkeling, gedrag van kinderen / jongeren, bij problemen in de gezinssituatie en ook bij opvoedproblematiek is een goed contact en samenwerking tussen JGZ en huisarts essentieel. In de praktijk van Van Kleef is er in het verleden structureel overleg geweest en wordt het verdwijnen van dit structurele overleg tussen huisarts en JGZ als een groot gemis benoemd. Het (opnieuw) intensiveren van dit contact tussen beiden kan een belangrijke eerste stap vormen in de verbinding naar het CJG. Ook de LHV adviseert ervoor te zorgen dat de huisarts één aanspreekpunt heeft binnen het CJG. Idealiter is dit de jeugdarts. De LHV heeft een handreiking gemaakt met tips voor de samenwerking tussen huisarts en JGZ. Op basis van deze aanbeveling kan in deze praktijk bekeken worden of de samenwerking tussen huisarts en JGZ als basis kan dienen voor de samenwerking tussen huisarts en CJG. De samenwerking kan getoetst worden aan de “Handreiking samenwerking huisarts en JGZ”. Bij deze aansluiting kan er tevens gekeken worden naar het gebruik van de methode één gezin, één plan en het gebruik/ontwikkeling van een toolkit die de onderling communicatie kan vergemakkelijken. Gezamenlijk wordt gekeken naar de volgende vragen: Zijn alle kinderen en hun gezin in beeld ? Op welke manier signaleren we risico’s bij het kind en bij de ouders ? Welke zorgen/signalen zouden huisartsen kunnen melden bij het CJG en hoe zou de informatie uitwisseling dan moeten verlopen ? Welke informatie is relevant om te delen en hoe gebeurt dat ? Is er een (evidence based) toolkit die gebruikt kan worden om dit delen van informatie te vergemakkelijken en te structureren ? Hoe komen we tot eenheid van taal ? Kan de methodiek van “één gezin, één plan” gebruikt worden om de samenwerking tussen beide professionals te verbeteren en vervolgens de verbinding met het CJG als netwerkorganisatie steviger weg te zetten ? Doelstelling Huisarts en CJG adviseurs spreken dezelfde taal als het gaat om zorg voor kinderen en hun gezinnen. Men weet welke informatie gedeeld moet worden en op welke manier. Er is sprake van eenheid van taal die ook bekend is bij alle andere partners van het CJG. Rol van de huisarts De huisarts gaat in overleg met de jeugdarts onderzoeken welke informatie van belang is in de samenwerking en hoe deze informatie gedeeld kan worden met elkaar. Rol van CJG In deze pilot is de JGZ de verbindende schakel tussen huisarts en CJG. De jeugdarts is dan ook de professional die op basis van de signalen en vragen van de huisarts bekijkt hoe en waar een vraag doorgeleid wordt naar partners van het CJG.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 13 van 17
Van belang hierbij is het doorlopen van een aantal cruciale stappen (conform de methodiek van één gezin, één plan): Welke hulpverlener/ professional is al betrokken, dan wel op de hoogte van de problematiek. Zijn er al afspraken gemaakt over de acties die per hulpverlener/ professional uitgevoerd worden. Meten Aantal casussen dat besproken wordt met behulp van één gezin, één plan. Aantal keren direct contact tussen huisarts en jeugdarts met betrekking tot zorgen rondom kind en gezin. Aantal keren dat huisarts bij MDO aanwezig is. Aantal gezinnen dat eerder geholpen wordt door inzet van één gezin, één plan. Wenselijk, maar moeilijk meetbaar is het te kijken naar het effect van gebruik toolkit de concrete hulp voor gezinnen. Bij de start van deze pilot kan wellicht een deelresultaat vastgelegd worden. Meerwaarde voor huisarts. Aandachtspunten: Uitwerken van toolkit (360º Childoc) om communicatie tussen huisarts en JGZ te vergemakkelijken (eenheid van taal). Inventarisatie van gewenste informatie omtrent kinderen en hun gezinnen zoals kindvragen, risicofactoren bij kind en in gezin. Gebruik van (moeilijk meetbaar). Huisarts en jeugdartsen bereiden de pilot voor door middel van een inventarisatie van bovenstaande vragen en aandachtspunten. Verbinding JGZ: Inzet middelen en uren (18 maanden, 78 weken)
Gedurende het traject maandelijks overleg tussen huisarts en 2 jeugdartsen ten behoeve van - Gebruik en ontwikkelen toolkit - Gebruik en ontwikkelen één gezin, één plan
Deelname MDO door huisarts en jeugdarts Evaluatiemomenten
Benodigde aantal eenheden CJG adviseur JGZ 0-4 18 x 2 uur
Totaal
CJG adviseur JGZ 4-19 18 X 2 uur
JGZ 4-19 36 uur
Huisarts 18 X 2 Indien nodig
Huisarts 36 uur regulier
3 x 2 uur JGZ 0-4
6 uur
3 X 2 uur JGZ 4-12
6 uur
3 X 2 uur huisarts
6 uur
3 X 2 uur manager kernpartner
6 uur
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 14 van 17
JGZ 0-4 36 uur
Hoofdstuk 3 | Proces en Organisatie 3.1 | Projectstructuur Stuurgroep Opdrachtgever is ZIO, voorheen RHZ Heuvelland in samenwerking met gemeente Maastricht, GGD Zuid Limburg en Provincie Limburg. Afgevaardigden van deze organisaties, aangevuld met een vertegenwoordiging vanuit de kernpartners vormen de stuurgroep Overlegfrequentie: 3 maal gedurende projectperiode. Werkgroep Afgevaardigde van de huisartsen en de CJG kernpartners nemen zitting in de werkgroep. De werkgroep volgt het project en wordt voorgezeten door de projectleider. Overlegfrequentie: 1 X per 2 maanden Projectleider De projectleider is verantwoordelijk voor de voortgang van het project, de communicatie, het bewaken van knelpunten en behalen van geformuleerde doelstellingen. De projectleider zit de werkgroep voor en verzorgt de tussentijdse en eindrapportages van het project. De functie van projectleider is een parttime functie en van tijdelijke aard. Aangezien het een complex en dynamisch werkveld betreft, wordt gezocht naar een projectleider die reeds bekend is met het werkveld en dit project kan verbinden met en verankeren in aanpalende beleidsterreinen. Mocht er een mogelijkheid bestaan de uren van de projectleiding te combineren met een coördinerende functie in het CJG, dan gaat daar sterk de voorkeur naar uit. Overzicht inschatting benodigde uren projectleider actie frequentie Inwerken, kennismaken Training CJG adviseurs CJG in praktijk voortgang 1 CJG in praktijk evaluatie 1 CJG in praktijk voortgang 2 CJG in praktijk evaluatie 2 CJG generalist voortgang CJG generalist evaluatie Triple P voortgang Triple P evaluatie JGZ en huisarts voortgang JGZ en huisarts evaluatie Overleg stuurgroep plus voorbereiding Overleg werkgroep plus voorbereiding Rapportage fase 3 Evaluatie en rapportage fase 4 Voorbereiden en presentatie Eindresultaat Implementatieplan uitrol Overleggen divers Reistijd Overige werkzaamheden
40 uur 40 uur 9 X 3 uur 3 X 3 uur 9 X 3 uur 3 X 3 uur 9 X 3 uur 3 X 3 uur 9 X 3 uur 3 X 3 uur 15 X 3 uur 3 X 3 uur 3 X 4 uur 8 X 4 uur 15 mnd X 8 3 mnd X 16 24 uur 40 uur 18 mnd X 4 18 mnd X 4 100 uur
Aantal uren 40 40 27 9 27 9 27 9
uur uur
uur uur
Totaal
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 15 van 17
27 9 45 9 24 32 120 48 24 40 72 72 100 802
De totale projecttijd is 18 maanden oftewel 78 weken,minimale formatie per week nodig: 10,28 uur. Advies inzet 12 uur 3.2 | Training CJG adviseurs Voor de start van het daadwerkelijke project is het zinvol de deelnemende CJG adviseurs een gezamenlijke training te geven. Inzet van deze training is de CJG adviseurs informatie te geven over het project, maar ook over hun rol en positie als adviseur. Gedacht wordt aan een training van maximaal 1 dagdeel, welke voorbereid en verzorgd wordt door de projectleider, eventueel aangevuld met externe deskundigheid. 3.3 | Rapportage fase 2 Aan het einde van fase 2 dient het definitieve projectplan opgeleverd te zijn en kan dit als zodanig beschouwd worden als de afsluitende rapportage van deze fase. In deze rapportage zijn conform de subsidievoorwaarden opgenomen: Verzoek tot subsidievaststelling voor 1 juli 2013. Het opgestelde uitvoeringsplan. Publicaties over het project. Inhoudelijke eindrapportage. 3.4 | Rapportage fase 3 en 4 Gedurende het project worden er vaste evaluatiemomenten gepland met zowel de betrokken huisartspraktijken als de CJG adviseurs en hun managers. Op basis van deze evaluaties worden de resultaten gevolgd en de tussentijdse en eindrapportage beschreven. De projectleider is verantwoordelijk voor deze rapportages, evenals de presentatie hiervan aan werkgroep en stuurgroep. Aan het einde van fase 4 kan de rapportage dienen als voorbereiding voor een implementatieplan voor de uitrol van resultaten en samenwerking in hele gemeente of regio/provincie. 3.5 | Evaluatie De evaluatiecriteria zijn deels al beschreven in dit projectplan, maar dienen in de voorbereiding voor het project nader geconcretiseerd te worden. Er wordt een procesevaluatie en een effectevaluatie uitgevoerd, zowel op deelnemerniveau als op projectniveau. Met de procesevaluatie wordt : Nagegaan of de activiteiten op de juiste wijze en naar tevredenheid zijn uitgevoerd; Informatie verkregen over positieve ervaringen en aandachtspunten bij de uitvoering; Achterhaald of en hoe specifieke activiteiten ingezet worden en in welke mate ze aansluiten op de behoeften van de doelgroep. Om voldoende gegevens te kunnen verzamelen, is het van belang dat de procesevaluatie al tijdens de uitvoeringsfase van start gaat. Met een effectevaluatie wordt gemeten of een de gekozen samenwerkingsvorm het gewenste effect heeft gehad door de situaties voor en na de pilot met elkaar te vergelijken. Bij de evaluatie wordt samenwerking gezocht met de Academische Werkplaats (Klein maar fijn).
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 16 van 17
Hoofdstuk 4 | Fasering en planning Einde fase 2: Voorbereiding project Maart 2013:
- Indienen projectplan bij Provincie Limburg. - Besluit over werving projectleider.
April 2013
Voorbereidende werkzaamheden voor start project per april 2013: - concretisering uitvoeringspraktijken - vastleggen evaluatiemomenten - definitieve evaluatiecriteria en te meten resultaten beschrijven - Besluit Provincie Limburg over projectplan - start werving projectleider.
Fase 3: Uitvoering project Juni 2013- November 2014
Uitvoering projectplan: start uitvoering van de vier pilots.
Fase 4 Evaluatie en afronding Augustus 2014-November 2014 -
-
-
Eindevaluatie en monitoring van de gekozen samenwerkingsvormen binnen de pilots gedurende fase 3 door de projectleider. Presentatie van de pilotresultaten: eerste scenario’s van het implementatieplan. Regionaal implementatieplan uitwerken dat draagvlak heeft bij zowel de eerstelijns zorgverleners als bij de gemeente en het CJG.
Hoofdstuk 5 | Begroting en financiering De begroting ten behoeve van dit project zal omvatten: − De kosten per uitvoeringspraktijk in de periode juni 2013 tot en met november 2014; − De kosten een projectleider in de periode junil 2013 tot en met november 2014; − De kosten voor het opstellen van een accountantsverklaring. De begroting wordt ingediend conform format van de Provincie Limburg welke als bijlage aan dit projectplan wordt toegevoegd.
Projectplan verbinding huisarts- CJG/maart 2013/MLPagina 17 van 17