1.
Hoorn Bangert & Oosterpolder Stedenbouwkundig Programma van Eisen - Fase 3 (Oost) Datum: 4 september 2007
Stedenbouwkundig Programma van Eisen Fase 3 (Oost) Bangert & Oosterpolder, Hoorn 2.
opdrachtgever: Gemeente Hoorn Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn T +31(0)229 - 25 22 00 F +31(0)229 - 25 20 40
[email protected] www.hoorn.nl ontwerp: van den Oever, Zaaijer & Partners Architecten Kromwijkdreef 11 1108 JA Amsterdam Zuidoost T +31(0)20 - 691 91 15 F +31(0)20 - 686 53 49
[email protected] www.oz-p.nl
INHOUDSOPGAVE
01. Inleiding 02. Uitgangspunten 2.1 stedenbouwkundige uitgangspunten 2.2 centrum in Hoge Hemen 2.3 variantenstudie van het centrum aan De Strip 2.4 duurzaam bouwen 2.5 centrumgebied binnen het stedenbouwkundig plan voor fase 4 03. Programma 3.1 programma in het centrumgebied 04. Concept voor het centrum 4.1 stedenbouwkundig model 4.2 uitgangspunten 05. Beeldkwaliteit
3.
01 INLEIDING
Op 31 januari 2006 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan ‘Bangert en Oosterpolder Herziening ex artikel 30 WRO’ (opnieuw) vastgesteld, nadat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland (GS) voor een eerder bestemmingsplan had vernietigd. Op 3 oktober 2006 hebben GS het nieuwe bestemmingsplan (opnieuw) goedgekeurd. Tegen het goedkeuringsbesluit is beroep ingesteld, maar is er geen voorlopige voorziening aangevraagd, waardoor het bestemmingsplan op 30 november 2006 in werking is getreden. Een later gevraagde voorlopige voorziening is door de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State afgewezen. Behandeling en uitspraak op het beroep zal naar verwachting in januari/februari 2008 plaatsvinden. Het bestemmingsplan is dus nog niet onherroepelijk Het gebied is globaal gelegen in het noordoosten van de gemeente en wordt begrensd door de Westfrisiaweg (N302) aan de noordzijde, de grens met de gemeente Drechterland aan de oostzijde, de spoorlijn aan de zuidzijde en de bestaande woonwijken van Blokker en Zwaag aan de westzijde. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe woonwijk met circa 3.400 woningen en een bijbehorend centraal gelegen voorzieningencentrum. De noord-zuid gerichte Strip, in het midden van het gebied, verbindt de Westfrisiaweg met de (verlengde) IJsselweg. 1.1 fase 3 in luchtfoto
Er is door middel van vrijstellingsprocedures vooruit gelopen op de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, waardoor de ontwikkeling van de Bangert en Oosterpolder al bijna twee jaar in volle gang is. Op korte termijn zal het grootste deel van de woningen van de eerste twee fasen gereed zijn. De gemeente Hoorn wil daarom spoedig overgaan tot de realisatie van de centrumvoorzieningen van Bangert en Oosterpolder. Het is van belang dat de nieuwe bewoners zo snel mogelijk een volwaardige woonomgeving wordt geboden. Deze voorzieningen worden gerealiseerd aan de oostzijde van De Strip in fase 3. Het gaat hier om de realisatie van scholen en opvang voor kinderen, winkels, een gezondheidscentrum, een sporthal en een buurthuis. Een aantal van deze voorzieningen zal in combinatie met woningen worden gerealiseerd. Naast het gemak voor de nieuwe bewoners om op loop- en fietsafstand de kinderen naar school te kunnen brengen en de dagelijkse boodschappen te doen heeft het centrum ook een belangrijke symbolische waarde voor het te ontwikkelen gemeenschapsgevoel in de nieuwe wijk. Het centrum wordt het hart van de hele Bangert en Oosterpolder en dus voor de ongeveer 9.000 mensen die hier komen te wonen. Dit Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) voor het centrumgebied beschrijft in hoofdlijnen de kwalitatieve en kwantitatieve eisen die de gemeente Hoorn stelt aan de ruimtelijke opzet en de functionele structuur.
5.
6.
Wonen W on in i fruitkamers ffrru ru kam me mer er (buffer ((b bu er voor vo oo o oor or huidige ge g e bebouwing) ouw ou uw g
Wonen o n in w e watergebied waterge
Wonen nen aan n Wonen o en en iin n W de zichtlijn zicchtlij lliij ijn jn een laan
LEGENDA: Boomgaard (fruitteelt) kassen plangebiedgrens Fase 3 (Oost)
kunstwerk waterstructuur Fase 4 waterstructuur naar Fase 1 en 2 NAP -1.75 /
waterpeil
boomsoort 1 boomsoort 2 houtwallen (els)
2.1 locatie van het centrum in landschappelijke structuur
02 UITGANGSPUNTEN 2.1 stedenbouwkundige uitgangspunten 2.1.1 Stedenbouwkundige uitgangspunten. Vanuit de ruimtelijke opzet van de totale stedenbouwkundige structuur (stedenbouwkundig structuurplan) voor de Bangert en Oosterpolder vormt de locale lint- en bodemstructuur één van de voornaamste randvoorwaarden voor het totale planconcept. Hiermee worden de verscheidenheid in verkavelingpatronen en de inpassing van water- en groenstructuren tussen Waterland en Hoge Hemen verklaard. In het stedenbouwkundig ontwerp voor fase 4 is dit onderscheid nog manifester gemaakt door de hiërarchie tussen water- en groenstructuren te variëren, door windsingels te gebruiken voor de coulissewerking van de ruimtes. De omkering van water- en groenstructuur wordt voelbaar en zichtbaar in het stedenbouwkundig plan en geeft daarmee Hoge Hemen en Waterland een eigen identiteit. De Strip is de hoofdontsluitingsweg en identiteitsdrager voor de gehele Bangert en Oosterpolder. Het circa 80 meter brede laanprofiel heeft een representatieve en recreatieve functie. Het nieuwe centrum van Bangert en Oosterpolder wordt hieraan gesitueerd en opent zich ruimtelijk naar De Strip. Hierdoor krijgt het centrum een herkenbare en bereikbare plek binnen de wijk. Het centrum, fase 3 van de Bangert en Oosterpolder, is centraal gesitueerd tussen de linten van de Dorpsstraat en de Bangert en ligt ingeklemd in fase 4 ten oosten van De Strip, binnen het woongebied Hoge Hemen.
Het centrum biedt plaats aan een concentratie van zowel maatschappelijke, commerciële als zorgvoorzieningen, met daaraan toegevoegd een woonprogramma. Hierdoor ontstaat er een belangrijke gemeenschappelijke referentie voor de nieuwe bewoners van de Bangert en Oosterpolder. Dit dient ook versterkt te worden door het openbaar gebied als verblijfsgebied in te richten en het centrum goed bereikbaar te maken voor zowel langzaam verkeer (voetganger en fiets) als voor autoverkeer en openbaar vervoer. Er wordt veel waarde gehecht aan de idee van een lokaal voorzieningencentrum als gemeenschappelijke referentie voor alle nieuwe bewoners van de Bangert en Oosterpolder. Er wordt uitgegaan van een zo sterk mogelijke concentratie van de voorzieningen in één gebied, aan de oostzijde van De Strip. Hierdoor ontstaat ook de mogelijkheid voor een combinatie van activiteiten, zoals boodschappen doen en kinderen van school halen. De centrale openbare ruimten voor de wijk winnen ook aan betekenis als het ruimtelijk programma eromheen publiekgericht is. Deze bijzondere combinatie van activiteiten vergroot voor mensen de verblijfsduur in het centrum, terwijl ook de belevingswaarde onder andere kwalitatief wordt vergroot. Naast de publieke functies kunnen in het centrum ook zorgwoningen en zorggerelateerde woningen worden gebouwd. Deze combinatie met voorzieningen en een goede bereikbaarheid zorgt voor een ideale synergie.
Het centrum heeft een relatief intensief programma en maakt deel uit van Hoge Hemen. Om de karakteristiek en het beeld van de linten zoveel mogelijk te handhaven liggen de centrumfuncties niet direct aan de Dorpsstraat en de Bangert. 2.1.2 Positie centrum in het bestemmingsplan In paragraaf 2.2 wordt aangegeven wat de positie van het voorzieningencentrum in het bestemmingsplan is. De positie van het centrum overlapt maar gedeeltelijk de bestemming ‘Centrumdoeleinden’ van de bestemmingsplankaart. Het oostelijke gedeelte van het gebied dat nodig is voor de realisatie van de voorzieningen valt binnen de woonbestemming. Scholen en peuterspeelzalen mogen in het nieuwe bestemmingsplan echter ook worden gebouwd op de bestemming ‘Woondoeleinden’. Voor de functionele organisatie van het centrum worden scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen aan de oostzijde van het gebied ingepast. In de zones tussen de Dorpsstraat en het centrum kunnen semi-permanente of tijdelijke voorzieningen worden opgenomen.
7.
8.
DORPSSTRAAT
BANGERT
LEGENDA: de afrondingen Hoge Hemen Waterland
WESTERBLOKKER
voorzieningenkern Bangert en Oosterpolder voorzieningenkern Zwaag en Blokker waterpartij wijkgroen talud
2.2 structuurplan met voorzieningen
02 UITGANGSPUNTEN 2.2 centrum in Hoge Hemen Om het centrum goed te kunnen positioneren in fase 4 is een globale schets gemaakt van het verkavelingprincipe van Hoge Hemen in fase 3 en fase 4. Trefwoorden voor Hoge Hemen zijn intensief, compact en kleinschalig. Voor Waterland zijn dat extensief, wijds en lineair. Dit verschil komt het sterkst tot uitdrukking in de watersystemen in de twee woonmilieus: een langgerekt singelpatroon in Waterland en vijvers in Hoge Hemen. Aan één zijde grenst het centrum aan De Strip en aan twee zijden grenst het centrum aan de buurtontsluitingswegen. Aan de oostelijke zijde grenst het centrum aan een deel van Hoge Hemen.
2.3 uitsnede bestemmingsplankaart
9.
10.
2.4
2.6
varianten centrum aan De Strip:
2.5
2.4 eenzijdig model 2.5 tweezijdig model 2.6 terpmodel
02 UITGANGSPUNTEN 2.3 variantenstudie van het centrum aan De Strip 2.4 duurzaam bouwen 2.3 Variantenstudie van het centrum aan De Strip In het Bestemmingsplan voor de Bangert en Oosterpolder zijn er voor de positionering van het centrum aan De Strip twee opties aangegeven: het centrum aan weerszijden van De Strip of het centrum aan één zijde van De Strip. Hoewel in het bestemmingsplan nog steeds de mogelijkheid is opgenomen voor een tweezijdige ontwikkeling van het voorzieningencentrum aan De Strip is bij de verdere voorbereiding duidelijk geworden dat het voorzieningencentrum aan de oostzijde van De Strip zal worden gerealiseerd. Aan de westzijde van De Strip zijn eveneens voorzieningen mogelijk, gecombineerd met woonfuncties. Aan het begin van de planontwikkeling voor het centrumgebied zijn door de gemeente en een extern stedenbouwkundig bureau reeds de merites van de bovengenoemde twee opties afgewogen op basis van een drietal modellen (en varianten daarop), namelijk: - Het tweezijdige model; - Het éénzijdige model; - Het terpmodel. Deze modellen zijn op ruimtelijke, functionele en financiële aspecten beoordeeld. Door het gemeentebestuur is uiteindelijk gekozen voor een oplossing waarbij de voorzieningen geclusterd aan de oostzijde van De Strip worden gerealiseerd. Binnen het beperkte gebied is het dan wel noodzakelijk om te zoeken naar een combinatie van parkeren op maaiveld en parkeren in een garage, dit om de parkeerbehoefte evenredig te spreiden over het behoef-
tige programma. De volgende overwegingen gaven hierbij de doorslag: - Alle voetgangersrelaties tussen de verschillende functies kunnen gerealiseerd worden zonder kruisingen met het autoverkeer op De Strip; - Het model van gebouwde voorzieningen boven De Strip wordt met betrekking tot sociale veiligheidsaspecten als té kwetsbaar beschouwd; - Maximale concentratie van het aantal voorzieningen; - Parkeervoorzieningen op maaiveld zijn goed toegankelijk en vormen een heldere koppeling met de voorzieningen. - Parkeervoorzieningen in de garage direct gekoppeld aan programma (woningen en supermarkt) zijn financieel realiseerbaar. 2.4 Duurzaam bouwen De gemeenteraad van Hoorn heeft besloten dat in Bangert en Oosterpolder gestreefd moet worden naar: - Een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van gemiddeld 7 à 8. Dit houdt in dat de woningen in het centrumgebied moeten worden gebouwd met een gemiddelde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van 0,75; - Gebruik van duurzame energie voor 20% van de totale energiebehoefte; - Daarnaast heeft de gemeente ook een klimaatconvenant gesloten met het ministerie van VROM en de provincie Noord-Holland. Onderdeel van dit convenant is een aanscherping van de EPC-waarde bij de nieuwbouw
van gemeentelijke gebouwen. Dit houdt in dat de EPC waarde van de gemeentelijke scholen en daaraan gekoppelde peuterspeelzalen, een EPC-waarde moeten krijgen die 10% lager ligt dan de wettelijke norm. Om het bereiken van deze doelstellingen te kunnen toetsen, maakt de gemeente gebruik van het computerprogramma Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR). Dit programma is ontwikkeld door de gemeente Tilburg in samenwerking met W/E Adviseurs en biedt de mogelijkheid de duurzaamheidaspecten van het ontwerp objectief uit te drukken in ‘rapportcijfers’. De duurzaamheidaspecten zijn verdeeld in zes categorieën: energie, water, materialen, afval, gezondheid, woonkwaliteit. Op de energiemodule is een uitkomst van 8 verplicht. De overige modules moeten minimaal een 6 scoren. Projectontwikkelaars/architecten krijgen een gratis sublicentie van het programma.
11.
291
Kas
255
245A
253
251
247
261
257
259
249
263
265
267
283
264
268
Dorpsstraat
273
285
293
289
281
272
Tra fo
266 1
278 282
Dorpsstraat
Dorp
298
295
314
274
276
278A
280
270
284
300
302
316
294
294A
296
286
290
310
287
312
304 290A
3
12.
5
Kas
kas 7
semi permanent
semi permanent
k as
Kas
Unjerpad
kas
centrumgebied
gestapelde bouw
Kas
Kas
Unjerpad
Kas
9
kas
11
Kas
23 37
13
39
kas
31
33
15
9
17
kas 19
tra fo
5
5a
21
17
19
13 7
35
23
43
47
49
45
Bangert
41
Bangert 6
-.85
10
8
12
10A
-1.4 -1.4 2 5
14
16
14A
20
18
2
22
26
24
28
32
30
44
-.18
34
36
42
40 -1.7 -.23 -2.4 4
-.79
4
-1.7 -1.4 -1.7 5 89 -1.1 -1.0 -.69 -1.2 39
2A
Bangert
11
.01
48
46
50
38
-.68
15
27 -.56
-.84
-.77
7
Kas
-.56
-.37
-1.6 -1.0 -2.4 5 17
2
-.59
-.53 -.83-1.7
6
-.65
-1.6 -.83
7
-.75
-2.4 -1.7 63
-.02
-.93 .17 -1.8-1.0-.84 -2.4 83 5 -2.2 -.99-1. 878 -1.2-.88 9
Kas
-.21 -2.8 -1.5-1.2 7 7
-.91
.23
-.77
-.5
-1.7
-1.0
5
8
-.89 -1.8 -2.5 42 .21
-.860 -1.4 7 6
-1.3 .02-.83
-1.1 -1.7 -2.1 -2.4 68 5 -.84-1.6 6
-1.8-.77 -2.3-2.6 2 -.93 -1.8 5
-.38
-.61 -.55
-.26
kas
-.71.01 -1.3 4
-.8-1.6 -.07
1
-1.9
-1.5 -.11-.88
-1.4 -1.8 -2.7 13 1 -1.7 -1.2 -2.4 4 62
-.65
-2.5 -.84 -1.8 28 -1.8 -.7 -2.4 63
-.36
-1.5 -.83 -.04 5
-.85 -2.5 -1.4 -1.1 6 5
-.66 -1.7
2
.49 -1.2 -1.7 79
-.79
-.56
-.82 -1.8
0
-.86-.1 -.88 -.84 -1.5 5
-.61 -.86
-.65
-.7
-.96-1.8
-.61
.17 -1.6
-.67
-.02
-.42 -1.8 -2.5 -2.5 -.83 -1.8 53 62
-.28
kas
-.98 -.9 -1.7-1.7 3 -.79 -2.0 -.68 -1.6 -1.6 -2.39 682 9
kas
Kas
-.16 -.27
-.5
-.51.15 -1.1 8
.26
-1.8 -.3 -2.3 58
Kas
-2.6 -1.8 -.85 11
-.99
-1.4
-1.4-1.1 6
-.72
-1.1-.74 1
-.61 -.83 .04-.62
-1.6 -1.4 3 .07-.82 2
-.58
-1.6 -1.7 -1.4 6 -2.5 125 -1.1 -1.7 -2.4 44 2
-.88
3
-.87-1.5 -2.19 8
-1.3 -1.8 -2.3 66 1
-.87
.07 -1.2 -1.3 6 -1.3 5 2 -1.3 9 -.54
Bangert
.17 .07 .22 -.91 .03 .15 -.71 -.87
-1.1 -1.0 -2.3 15
-.91
-.49 -.52
-1.0 -.81 -1.8 -.81 -.83 77 -1.7 -2.6-2.4 2 21
-.65
29
8
-1.2 -1.7 36
-1.0
2
Kas
-.77 -.38 -.6 -2.5 -1.6 -1.4 19
-1.1 -1.8 -2.2 98 9
-1.2 -2.4 -1.6 34 .18
-2.6 -1.9 -.45 9
-.89
-1.2
2
.63
-.58
.25 -2.1 -1.8 -.8 84 -.65 -.32 -1
-.39
-2.6 -.87 -1.8 23 -1.8 -.88 -2.4 93
-.4
-2.3 -.96-1.7 23
-2.2-2.0 -.44 -1.7-1.0 -.79 -1.7 7 18 8
.03-.8 -1.7 31
-.77 -.83
-1.3 -1.4 -.86 -.02 -.18 2 -.858
.1
-1.7-.84 -2.4 59
K
-.18
-2.1 -.84-1.6 7-1.6-.91 5-2.2 4
-.14
-2.5 -1.8-1.0 -2.4 45 5 -.97-1.8 23
-.63
-2.5 -.92-1.9
6
-1.8
9
kas
2.7 plangebied
02 UITGANGSPUNTEN 2.5 centrumgebied binnen het stedenbouwkundig plan voor fase 4 2.5.1 Ontwikkelingstraject Bij de ontwikkeling van het stedenbouwkundig plan voor fase 4 zijn twee scenario’s (modellen) uitgewerkt, met ieder hun eigen kenmerken, karakteristieken en een eigen identiteit, maar met hetzelfde ruimtegebruik en programma. De gemeente en de ontwikkelende partijen hebben inmiddels gezamenlijk bepaald dat het model Inverse zal worden uitgewerkt tot een stedenbouwkundig plan en verkavelingplan, met daaraan gekoppeld een beeldkwaliteit- of beeldregieplan. 2.5.2 Kenmerken model Inverse Model ‘Inverse’ wordt gekenmerkt door noordzuid- en oostwestverbindingen. In de functieverdeling van het openbaar gebied vindt tussen Hoge Hemen en Waterland een omkering (de ‘inverse’) plaats. In Hoge Hemen wordt het
openbaar gebied voornamelijk gevormd door aansluitende groengebieden, in combinatie met waterpartijen/vijvers. In Waterland bestaan deze structuren uit gekoppelde waterpartijen en zijn afgebakende openbare groengebieden opgenomen. 2.5.3 Stedenbouwkundig model Inverse In model Inverse wordt Hoge Hemen gekenmerkt door openbaar gebied in de vorm van voornamelijk groengebieden en Waterland door waterpartijen en vijvers. Het grootste deel van de vereiste waterberging zal dan ook in Waterland plaatsvinden. In het stedenbouwkundig model is aan de noord- en zuidzijde (Dorpsstraat en Bangert/ Koewijzend) de stedenbouwkundige structuur dusdanig dat de bestaande enkele strook
lintbebouwing voor een groot deel ‘afgemaakt kan worden’ tot een dubbele strook woningen, met de voorzijde van de woningen georiënteerd op de ontsluitingsweg en het openbaar gebied. Deze locaties bieden ruimte aan (vrijstaande) woningen, die in schaal en maat aansluiten op de bestaande lintbebouwing. Gezien het gewenste programma een optimale plek voor de vrije kavels. De oostzijde van Fase 4 grenst aan een historische structuur (Noorderdracht), een lange doorgaande route, waaraan de locatie zich toont. In het stedenbouwkundig plan is het essentieel dat de overgang tussen bebouwd gebied via de Noorderdracht naar het groene landschap een vriendelijke en transparante overgang is. Daarnaast is het van belang dat de woningen zich met de voorzijde oriënteren op deze weg. Gedacht wordt aan woningen met een kleinschalig karakter; vrije kavels en/ of vrijstaande woningen en twee-onder-éénkap-woningen. De westelijke begrenzing vindt aansluiting op de bestaande structuren van de jaren ’70 uitbreidingswijken van Zwaag. Zowel ruimtelijk als visueel zal op een aantal plekken worden getracht deze koppeling in de vorm van doorsteken (fysiek) of doorlopende groen/waterzones (visueel) te versterken. Het reeds aanwezige Unjerpad is in de stedenbouwkundige structuur opgenomen.
stedenbouwkundig scenario: 2.8 concept scenario ‘Inverse’
De centrale as, ‘De Strip’, die in noordwestelijke richting de gehele Bangert en Oosterpolder
13.
Hoge Hemen en Waterland, in het bijzonder. Het openbaar gebied, of het nu om groen, water of verhard oppervlak gaat, maakt onderdeel uit van het totale stedenbouwkundig plan en heeft een collectieve functie voor de bewoners van Bangert en Oosterpolder. Het openbaar gebied is grotendeels openbaar toegankelijk en vormt daarmee een collectief kwalitatief hoogwaardig verblijfsgebied, waarin bijvoor-
beeld ook ruimte is voor speelplekken voor diverse leeftijdscategorieën. Anderzijds wordt in bepaalde plandelen ook direct aan het groen of water gewoond, waarmee het gebied een meer semi-openbaar of zelfs privé-karakter krijgt. Al met al levert dit een gedifferentieerd beeld op met verschillende woonmilieus, die ieder hun eigen specifieke kenmerken en kwaliteiten hebben.
AS "DE STRIP"
14.
doorsnijdt, is eveneens een belangrijke drager in het stedenbouwkundig plan. Zowel de bebouwingsstructuur als het openbaar gebied en de (langzaam)verkeerverbindingen van Hoge Hemen en Waterland sluiten aan op deze as. Het centrumgebied van de Bangert en Oosterpolder (fase 3) krijgt aan De Strip haar positie binnen de totale Bangert en Oosterpolder in het algemeen en in fase 4, ingeklemd tussen
2.9 structuurplan ‘Inverse’
03 PROGRAMMA 3.1 programma in het centrumgebied Bij deze financieringscategorieën gelden de volgende oppervlaktes per woning: - Goedkoop 120 m2 b.v.o. - Middelduur 150 m2 b.v.o. - Duur 180 m2 b.v.o. Voor het bruto vloeroppervlak geldt de definitie, zoals vermeld boven de tabel op p. 17.
lijk appartementen gebouwd. Er moet hier voldoende aanbod worden gerealiseerd voor ouderen, maar de gemeente streeft ook naar een uitdrukkelijk gemengd woonmilieu in het centrum. Dus ook voor starters en gezinnen en met een evenredige vertegenwoordiging van prijsklassen.
* Deze worden geïndexeerd tot het moment van start bouw. Voor de goedkope woningen wordt de BDB index
Minimaal 20% van het totale aantal woningen moet worden gerealiseerd in de goedkope categorie. Van het totaal aantal woningen dient 10% in de sociale huur te worden gerealiseerd. Deze woningen hebben een huur van maximaal € 520, prijspeil 1 jan 2007. De overige woningen mogen zowel in de huur als in de koop worden gerealiseerd. De maximale bouwhoogte bedraagt 16,50 meter. Voor bijzondere elementen kunnen Burgemeester en Wethouders een vrijstelling verlenen tot 10% van de maximale bouwhoogte.
aangehouden. Voor de middeldure en dure woningen wordt geïndexeerd op basis van extrapolatie en aan de hand van de NVM-indexcijfers per categorie, voor de regio West-Friesland.
De parkeernormen per woning staan vermeld in onderstaande tabel. In het centrum zelf worden binnen deze categorieën voorname-
In het in dit SPvE opgenomen stedenbouwkundige ruimtelijk model is, mede in relatie tot de opbrengstverwachting, rekening gehouden met de realisatie van circa 135 woningen (minimaal) binnen het centrumgebied. Gezien de gewenste compactheid en het feit dat zich op de begane grond voornamelijk voorzieningen bevinden zullen dit vrijwel allemaal appartementen zijn. Grondgebonden wonen binnen het centrumgebied is maar beperkt mogelijk, bijvoorbeeld in combinatie met kantoor, praktijk aan huis of zorgvoorzieningen. Dit kan een positieve bijdrage leveren aan een levendig beeld op maaiveldniveau.
Alle woningen in het centrumgebied dienen geschikt te zijn voor bewoning door ouderen. Zij dienen dan ook te voldoen aan het basispakket van de Woonkeur. Afwijking daarvan is slechts mogelijk als kan worden aangetoond dat uitvoering daarvan absoluut niet haalbaar is. De gemeente Hoorn kent drie financieringscategorieën voor woningen. Voor het centrumgebied gelden daarvoor de volgende vrij op naam prijzen: Prijs v.o.n. (prijspeil 1 januari 2007) * - Goedkoop tot € 147.000 - Middelduur tot € 182.500 - Duur vanaf € 223.000
Parkeernorm woningprogramma centrumgebied B&O aantal parkeerplaatsen per woning woningsector dure categorie middeldure categorie goedkope categorie seniorenwoning jongerenwoning
grondgebonden
1,9 1,7 1,4 1 0,6
appartementen
1,6 1,5 1,4 1 0,6
15.
psz 145m2
psz 145m2
kdv 660m2
br 395m2**
bso 739m2
br 15m2
16.
school 2750m2*
br 2030m2**
sporthal 2200m2
br 195m2
school 2750m2*
br 2030m2**
schoolgebouw uitbreidingen peuterspeelzaal kinderdagverblijf buitenschoolse opvang
90 m2 comm. sport 700m2 buurthuis 800 m2
terras 240 m2
sporthal
gez. centrum 1200 m2 br 25 m2
commerciele sport buurthuis gezondheidscentrum supermarkt overige winkels evenemententerrein 2100
evenemententerrein buitenruimte
supermarkt 1700m2
br 167m2
overige winkels 1100m2
br 50m2
fietsenstalling 3.1 oppervlakteschema
03 PROGRAMMA 3.1 programma in het centrumgebied 17.
Bruto oppervlaktes (1) voorzieningen centrumgebied B&O (1) bvo =
bruto vloeroppervlakte. De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw wordt gemeten binnenwerks, tussen (de binnenste verticaleprojecties van) de binnenzijde van de gevels en/of scheidmuren gebouw
schoolgebouwen (2x16) uitbreidingen (2x4)
buitenruimte
parkeernorm 25 m2 pp incl wegstructuur 1,0 pp per leslokaal *
totaal
4280 920 5200
3865
8145 920 9065
peuterspeelzalen (2 stuks) kinderdagopvang buitenschoolse opvang sporthal commerciële sport buurthuis gezondheidscentrum subtotaal welzijnsvooziening
290 660 739 2200 700 800 1200 11789
176 395 ****15 195 100 150 25 4906
466 1055 754 2395 800 950 1225 16710
2,5 pp per leslokaal 2,5 pp per 100 m2 bvo 2,5 pp per 100 m2 bvo 10 pp per eenheid ** 3 pp per 100 m2 3 pp per 100 m2 2 pp per behandelkamer ***
5 16,5 18,5 20 21 24 25
supermarkt overige winkels TOTAAL
1700 1100 14589
167 49 5122
1867 1149 19726
6 pp per 100m2 bvo 3 pp per 100m2 bvo TOTAAL
112 34 316
2100
2100
evenemententerrein
3865
totaal
geen
* voor halen en brengen is een overmaat noodzakelijk ** overdag in gebruik door de scholen, 's avonds en in het weekend andere sportactiviteiten *** met minimum van 3 pp per praktijk, +8 voor apotheek **** bso maakt gebruik van schoolplein
32 8
fietsenstallingen ruimtegebruik 1,4 m2 per stalling 30-40 per 100 leerlingen
totaal stuks 350 80 430
meters m2 490 112 602
10 20
14 28
34-45 per 100 bezoekerscapaciteit bepaling adv bedrijfsvoering geen norm beschikbaar, aanname 25 stuks geen norm beschikbaar, aanname 10 stuks subtotaal welzijnsvooziening
62 50 25 10 607
87 70 35 14 850
6-8 per 100 m2 bvo buurtwinkelcentrum 6-8 per 100 m2 bvo buurtwinkelcentrum TOTAAL
130 80 817
182 112 1144
1-3 per 10 kinderen 1-3 per 10 kinderen
geen
parkeerveld uit het zicht
o.v. halte
P
P P
18.
plein open naar ‘Strip’ voetgangersgebied via noord en zuid bereikbaar
o.v. halte randen bebouwing aan ‘Strip’ 3-4 lagen
P
P
P
entree en uitgang P-veld
randen
ontsluiting
4.1
4.3
‘hoogbouw’ aan de ‘Strip’ plintfunctie + lagen
semi-openbare buitenruimte
P
l
h
appartementen (hoog)
privé-ruimte
+3
1
+7
P 2
2
(visuele relatie) verbinding met buurtgroen
2
omsloten plein geopend naar ‘Strip’
openbare ruimte evenementen
l
h 2
+4 openbare ruimte verblijfsgebied ’Strip’ semi-openbare ruimte plintfunctie gerelateerd
orientatie naar ‘Strip’
P
l
openbaar gebied
h
+3 1
P
bebouwing en entree
4.2
4.4
04 STEDENBOUWKUNDIG RUIMTELIJK MODEL 4.1 stedenbouwkundig model 4.1.1 Ruimtelijk en functioneel Een belangrijk uitgangspunt voor het centrum is de synergie tussen de maatschappelijke en commerciële functies. Hierdoor kunnen bezoekers in het centrum verschillende activiteiten combineren, waardoor er een levendig centrum ontstaat. Niet alleen tijdens winkelopeningstijden, maar ook daarbuiten in de avonduren en op zondagen. Dit stelt hoge eisen aan de combinatie en situering van de diverse functies. Er is gekozen om de functies rond het centrale plein te positioneren met hun voorkanten georiënteerd op het plein. Hierdoor ontstaat er een verblijfsgebied dat als huiskamer van het centrum fungeert. Men kan elkaar daar ontmoeten. Het centrale plein biedt daarnaast ruimte aan bijvoorbeeld evenementen. Bij het ontwerp van de gebouwen en de openbare inrichting dient rekening gehouden te worden met het voorkomen van overlast door bijvoorbeeld hanggroepen of brommerverkeer. parkeren
zorg
educatie
sport
concept centrumgebied fase 3: 4.1 randen 4.2 openbaar gebied 4.3 ontsluiting 4.4 parkeren 4.5 programmaclusters
centraal plein
voorzieningen
educatie
parkeren
4.5
De hoofdgebouwen worden georiënteerd op De Strip. Dit is niet alleen ruimtelijk wenselijk, maar ook in het bestemmingsplan vastgelegd. In een deel van het centrum moet het parkeren voor de bewoners boven de supermarkt en ondernemers op maaiveld worden opgelost. Bezoekers van de supermarkt en bewoners van de woningen boven het gezondheidscentrum zullen moeten parkeren in parkeergarages. Bezoekers van het gezondheidscentrum en van de nevenfuncties van het gezondheidscentrum parkeren op maaiveld. Voor het stedenbouwkundig concept betekent dit dat het parkeren verdeeld is over het centrumgebied en aan de randen is gesitueerd op twee parkeerpleinen (noord en zuid) en aan de oostkant als haaks parkeren. Hierdoor wordt ook de bereikbaarheid en de doorstroming bevorderd. In de wijkontsluitingswegen aan de noord- en zuidkant zal geen parkeervoorziening komen. Parkeren wordt in de straatprofielen met hagen omzoomd en daar waar mogelijk gecombineerd met bomen. Een andere positieve consequentie van deze ruimtelijke opzet is dat bevoorrading, parkeren en achterzijden van de volumes met elkaar zijn gecombineerd en dat alle voorkanten aan het plein liggen en langs De Strip zijn gepositioneerd. Het centrum is er voor alle bewoners van de Bangert en Oosterpolder. Het is daarom belangrijk dat het zich als een extrovert centrum aan De Strip profileert. Een ander belangrijk uitgangspunt is de flexibiliteit binnen deze
structuur om met functies te kunnen schuiven en om eventueel nieuwe functies toe te voegen en te integreren. Door het intensieve ruimtegebruik is er gekozen voor een combinatie van functies daar waar dat gewenst is en de ruimtelijke opzet de kwaliteit van het functioneren van het centrum versterkt. Woningen worden in het gehele centrum ingepast, veelal gecombineerd met andere functies, door de woningen op en rond deze functies te positioneren. Dit is mogelijk voor alle commerciële en maatschappelijke functies in het centrumgebied, behalve voor de scholen en de sporthal. Hierdoor ontstaat er bovendien een ruimtelijke massa’s in het centrum en krijgt het plein haar wanden. Er ontstaat wonen boven de functies, wat de levendigheid, maar ook de sociale controle in het centrum versterkt. De verschijningsvorm van het centrum is er één van een dorpskern. Kwaliteit door verscheidenheid, maar wel in hetzelfde architectuuridioom, aansluitend op de architectuurtaal van het omliggende (woon)gebied (fase 4). De architectuurstijl moet tot uitdrukking komen in een zorgvuldige detaillering. Materiaalgebruik en toepassen van kapvormen zorgt voor de dorpse schaal en maat en sluit aan bij de woningen in fase 4.
19.
AS "DE STRIP"
20.
10 m.
4.6 stedenbouwkundig plan
04 STEDENBOUWKUNDIG RUIMTELIJK MODEL 4.1 stedenbouwkundig model Dit geldt ook voor de inrichting van het openbaar gebied en de situering en keuze van bomen. Straatmeubilair zoals banken, afvalbakken, verlichting etc. van duurzame en kwalitatief hoogwaardige materialen verhogen de verblijfskwaliteit van het centrum. Bijzondere voorzieningen voor jongeren kunnen in De Strip worden opgenomen als zogenaamde ‘stepping stones’ tussen het centrum en Hoge Hemen in fase 4. Het vereist een zorgvuldige inpassing in het kader van de verkeersveiligheid, sociale controle en geluid. 4.1.2 Planbegrenzing, overgangen en aansluitingen Aan de westzijde wordt het centrumgebied begrensd door De Strip met haar auto- en langzaamverkeerverbindingen. Aan de noordzijde ligt een ontsluitingsweg van het centrum en Hoge Hemen. Ditzelfde geldt voor de zuidzijde. Aan de oostzijde wordt deze planbegrenzing gevormd door de aansluiting op fase 4, het plandeel Hoge Hemen. De grondgebonden woningen in dit deel van fase 4 zijn door ondermeer een waterpartij en een weg van het centrumgebied gescheiden. Deze wegen liggen grotendeels binnen de begrenzing van fase 3. Aan de noordzijde van het centrumgebied is een locatie gereserveerd ten behoeve van de semi-permanente voorzieningen. Aan deze noordzijde zal in het stedenbouwkundig plan voor fase 4 vanuit de wateropgave tevens een waterpartij van ca. 6 m breed worden opgenomen.
De Strip Direct ten westen van het feitelijke voorzieningencentrum ligt in De Strip, tussen de twee buurtontsluitingswegen, een groenzone van ongeveer 0,8 hectare, bij een breedte van ca. 37 meter. Deze zone is reeds in het structuurplan voor Bangert en Oosterpolder een belangrijke openbare functie toegedicht. Het is op te vatten als een openbare tuin van de wijk, de ‘voortuin’ van het centrum. Een deel van de functies van het manifestatieterrein, die minder gewenst zijn in het centrum vanwege eventuele overlast voor de bewoners, kunnen ook hier een plek krijgen (bijv. skaten, basketbal, minivoetbal). In het inrichtingsontwerp dient veel aandacht te worden gegeven aan aspecten van veiligheid (oversteken en spel) in relatie tot het autoverkeer. De Dorpsstraat Hier grenst het centrum aan een singel in Waterland en aan nieuwe woonbebouwing. Het water parallel aan de buurtontsluitingsweg koppelt de singels van de tweede fase van Waterland met de De Strip. De woningen in deze zone zijn allemaal grondgebonden en liggen in een groene omgeving. De rand functioneert als een goede overgang tussen de bestaande lintbebouwing en het centrum. De Bangert Ook hier vormt een zone met grondgebonden woningen in een beperkte schakeling de overgang tussen het bestaande lint en het centrum. Door de maatvoering in de verkaveling aan te laten sluiten op de ritmiek van de lint-
bebouwing kan de bestaande openheid vanaf het lint zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. De Singeloever De oostzijde van het centrum grenst aan het woonmilieu van Hoge Hemen. De zone tussen de centrumbebouwing en de singel wordt opgevat als een brede oever met daarin geplaatst losse bebouwingsclusters. Direct tegen het centrum aan wordt hier ook een deel van de parkeerbehoefte op maaiveld opgelost. Aan vier zijden grenst het centrum aan open en/of groene/blauwe zones. Hiermee wordt een maximale autonome positie van het centrumblok nagestreefd. Het contrast tussen het centrum en de omgeving moet groot zijn, zodat het zijn zelfstandigheid behoudt. De identiteit van het centrum kan daardoor sterker worden. Ook ontstaat er een betere overgang tussen de schaal van de centrumbebouwing en de nieuwe en bestaande woonbebouwing. 4.1.3 Ontsluiting en parkeren Autoverkeer Het centrumgebied is gepositioneerd aan De Strip, tussen twee buurtontsluitingswegen, aan de noord- en zuidzijde. Deze buurtontsluitingswegen zijn 30km/uurstraten en krijgen een daarbij aansluitend profiel. Het centrumgebied wordt vanaf deze buurtontsluitingswegen ontsloten, evenals vanuit de weg die de oostelijke begrenzing van het centrumgebied vormt. De drie aan de randen van het centrumgebied gesitueerde parkeerpleinen worden eveneens vanuit bovengenoemde wegen ont-
21.
1.
22. 2.10
2.00
5.90
3.00
11.00
5.00
5.50
3.50
1.60
32.00
1.60
3.50
5.50
5.00
2.10
2.00
5.90
3.10
11.00
5.00
5.50
3.50
1.60
32.00
1.60
3.50
5.50
5.00
8.20
2.
3.
2.90
3.00
5.90
2.10
8.00
9.25
32.50
6.50
9.50
23.
42.50
5.00
9.50
6.00
5.00
10.00
0.80
20.00
6.10
8.65
6.25
51.00
13.30
2.10
3.50
6.75
2.00
5.00
3.50
5.50
5.50
4.00
4.00
3.
2. AS "DE STRIP"
4.85
1. 5.50
2.10
5.75
2.10
4.7 principedoorsnedes centrum
10.00
13.00
berging
berging
buitenruimte school + psz 2200 m2
gezondheidscentrum 1400 m2 84 pp
84 pp
kinderdagverblijf 660 m2
32.0
woning 110 m2
school + psz 1465 m2
24. buurthuis 800 m2
sportzaal 2040 m2
school 1400 m2
woning 150 m2
bso 375 m2
sportschool 720 m2
bso 375 m2
120 pp woning woning 130 m2 150 m2
AS "DE STRIP"
berging
berging
winkel 325 m2
woning 130 m2
woning 150 m2
winkel 300 m2 120 pp
school + psz 1400 m2
woon/werk 450 m2
AS "DE STRIP"
woning 100 m2
woning 150 m2
woning 150 m2
winkels 520 m2
school 1400 m2
Deen (incl expeditie) 1950 m2
buitenruimte school + psz 2200 m2
woning 94 m2
plattegrond (laag 0)
plattegrond (laag 1)
berging
berging
woning 110 m2
84 pp
84 pp
schoolgebouw peuterspeelzaal kinderdagverblijf woning 150 m2
woning 150 m2
woning 150 m2
woning 150 m2
woning 100 m2 woning 150 m2
buitenschoolse opvang sporthal commerciele sport buurthuis gezondheidscentrum
120 pp berging
woning 150 m2
AS "DE STRIP"
AS "DE STRIP"
berging
woning 130 m2 woning 150 m2
120 pp woning 130 m2
supermarkt overige winkels woningen buiten ruimte
woning 94 m2
evenemententerrein
plattegrond (laag 2/4)
plattegrond (laag 5/8)
4.8 programmaoverzicht per laag
04 STEDENBOUWKUNDIG RUIMTELIJK MODEL 4.1 stedenbouwkundig model ontsloten. Autoverkeer vindt haar weg buiten het centrumgebied, waardoor het centrumgebied autovrij blijft. Voor hulpdiensten en in eventuele bepaalde gevallen voor bevoorrading zal het gehele centrumgebied toegankelijk zijn. Fietsverkeer Voor fietsers en voetgangers zijn er verbindingen met het centrum vanuit De Strip en vanuit de bestaande linten en de nieuwe woonbebouwing van Hoge Hemen en Waterland. Aan de randen van het centrumgebied moeten voldoende fietsenstallingen (beugels) worden aangebracht, op logische plaatsen, dichtbij de entrees van de desbetreffende functies. De functies als de scholen en het kinderdagverblijf dienen de capaciteitsvraag voor fietsenstallingen op eigen terrein op te lossen (3.1 Oppervlakteschema). Voetgangers Rondom het centrum liggen voetpaden. Deze liggen langs de ontsluitingswegen aan de zijde van het centrum. Aan de oostzijde is ook aan de overzijde van de weg, grenzend aan één van de waterpartijen in het woongebied van Hoge Hemen en Waterland, een wandelroute opgenomen met het karakter van een boulevard. De Strip biedt voor voetgangers voldoende ruimte en mogelijkheden het centrumgebied vanuit deze richting te benaderen. In het centrumgebied is de inrichting afgestemd op de voetganger en ook met minder validen is rekening gehouden in het kader van toegankelijkheid. Bushalten aan beide zij-
den van De Strip zijn zodanig gepositioneerd dat voetgangers direct hun weg vinden van en naar het centrum. Winkelwagens In de uitwerking van het stedenbouwkundig plan zullen in de directe nabijheid van de supermarkt en de overige winkels opstelplaatsen voor winkelwagens moeten worden ingepast. Onder andere bij de (entree en in de parkeergarage) van de supermarkt, maar wellicht ook in relatie tot de dichtstbijzijnde parkeerplaatsen. Bevoorrading Bevoorrading voor de supermarkt, winkels en overige functies in het centrumgebied zal zodanig moeten plaatsvinden dat dit tot minimale overlast leidt voor zowel de bewoners in het centrum als voor de toekomstige woningen rondom het centrum. Daarnaast moeten bezoekers van het centrum zo min mogelijk overlast van bevoorrading ondervinden. De supermarkt zal vanaf de achterzijde (zuidzijde) worden bevoorraad, direct vanaf de ontsluitingsweg. Om overlast zoveel mogelijk te voorkomen moet de bevoorrading intern opgelost worden. Overige winkels en functies worden zoveel mogelijk aan de achterzijde, direct vanuit de omliggende wegen (noord-, oost- en zuidzijde) via de parkeervelden, bevoorraad. Parkeren In een deel van het centrum moet het parkeren voor de bewoners en ondernemers op maaiveld worden opgelost. Bezoekers van de
supermarkt en bewoners van de woningen boven het gezondheidscentrum zullen moeten parkeren in parkeergarages. Op maaiveld kan men parkeren op de twee aan de randen van het centrumgebied gesitueerde parkeervelden (noord-, en zuidzijde). Deze velden zijn direct toegankelijk vanaf de ontsluitingswegen. Totaal worden ca. 250 parkeerplaatsen gerealiseerd. Aan de oostzijde van het centrum is nabij de scholen parkeerruimte voor 60 haaks te parkeren auto’s. In het stedenbouwkundig plan is getracht de parkeerbehoefte van de diverse centrumfuncties ook zodanig in het centrum in te passen dat een evenwichtige situatie ontstaat. Kortom, daar waar de grootste parkeerbehoefte is, is er het grootste aantal parkeerplaatsen gesitueerd, ten behoeve van de supermarkt en de bewoners van de woningen boven het gezondheidscentrum. Aan de zojuist genoemde functievolumes zijn parkeergarages gekoppeld van respectievelijk 120 en 84 parkeerplaatsen. Van de parkeerplaatsen zal minimaal 1 op de 50 parkeerplaatsen gereserveerd moeten worden voor mensen met een handicap. Deze parkeerplaatsen moeten bij voorkeur worden gesitueerd binnen 50 meter van de entrees van publiek toegankelijke functies. De voor het centrumgebied geldende parkeernormen zijn opgenomen in paragraaf 3.1 ‘Programma in het centrumgebied’. Deze normen zijn opgegeven door de gemeente Hoorn en zijn gebaseerd op de parkeernormen van
25.
berging
26.
114 pp 29 pp
84 pp
120 pp
AS "DE STRIP"
berging
132 pp
31 pp
10 m.
parkeren in parkeergarage (niveau -1 parkeren op maaiveld
4.9 parkeeroverzicht
04 STEDENBOUWKUNDIG RUIMTELIJK MODEL 4.1 stedenbouwkundig model 4.2 uitgangspunten het CROW. Voor zorgwoningen is nog geen parkeernorm opgenomen, maar deze zal rond de norm van jongerenwoningen liggen. In de berekeningen voor de parkeervraag en de parkeercapaciteit is een zekere mate van dubbelgebruik meegenomen. Aan deze aantallen ligt een door de gemeente Hoorn uitgevoerde controlerende berekening ten grondslag. In de uitwerking van het stedenbouwkundig plan zal het exacte programma winkels, woningen en overige functies voor het centrumgebied worden bepaald en wordt daarmee de exacte parkeerbehoefte bekend, evenals de mogelijkheid tot dubbelgebruik van parkeerplaatsen en de verdeling van de aantallen parkeerplaatsen over het centrumgebied. 4.1.4 Programma stedenbouwkundig model - De parkeergarage onder de supermarkt is uitsluitend bedoeld voor bezoekers en personeel van de supermarkt. Bewoners boven de supermarkt parkeren op maaiveld. - De parkeergarage onder het gezondheidscentrum is uitsluitend bedoeld voor de bewoners van de woningen erboven en eventueel voor personeel van de voorzieningen erboven. Bezoekers voor deze voorzieningen parkeren op maaiveld. - Het woningaantal bedraagt ca. 135 woningen, waarbij het Bestemmingsplan en de parkeercapaciteit bepalend zijn; - Alleen de scholen, gymzalen (sporthal), peuterspeelzalen en kinderopvang mogen worden gerealiseerd binnen de bestemming
‘woondoeleinden’; - Overige bestemmingen moeten binnen het gebied ‘centrumvoorzieningen’ worden gerealiseerd; - De scholen moeten twee aparte gebouwen blijven; - Iedere school moet worden gekoppeld aan een peuterspeelzaal; - Iedere school moet een eigen identiteit krijgen; - De commerciële sport moet worden gekoppeld aan de sporthal; - De sporthal moet op te delen zijn in drie volwaardige gymzalen en een tribune van 400 zitplaatsen (C-categorie); - De terreinen van de scholen en de dagopvang dienen te worden voorzien van een hekwerk. Bij de scholen dient deze 2,00 m. hoog te zijn. 4.2.1 Ruimtelijk en functioneel aangepast Gedurende het ontwikkeltraject voor het stedenbouwkundig model voor het centrum van Bangert en Oosterpolder heeft een aantal veranderingen plaatsgevonden, waardoor de visie met betrekking tot welzijnsvoorzieningen een aantal nieuwe kansen biedt en daarmee nieuwe en aanvullende randvoorwaarden en uitgangspunten voor het stedenbouwkundig plan (ruimtelijk kader) voor het centrumgebied. De notitie over deze welzijnsvoorzieningen betreft momenteel nog een concept notitie. Onderstaand een aantal programmatische en ruimtelijke uitgangspunten en randvoorwaarden, deze zijn meegenomen in het stedenbouwkundig plan.
4.2.2 Aanvullend programma stedenbouwkundig model - De twee scholen mogen in twee bouwlagen worden gerealiseerd; - Boven de schoolgebouwen mogen geen woningen worden gerealiseerd; - Sporthal: een combinatie is mogelijk met het buurtcentrum en het is mogelijke de nietcommerciële en commerciële sport met elkaar te combineren; een combinatie van scholen met de sporthal is gewenst. - In het centrum moeten peuterspeelzaalvoorzieningen worden gerealiseerd, waarvoor in iedere school één lokaal is ingepast (dat is echter in deze notitie niet als hard uitgangspunt meegenomen); - De buitenschoolse opvang kan worden gerealiseerd in een gebouw met twee bouwlagen. De dagopvang kan alleen worden gerealiseerd in één bouwlaag op de begane grond. - De buitenschoolse opvang moet gekoppeld zijn aan de beide scholen. - Het buurtcentrum staat niet op zichzelf, maar vormt een functioneel verlengstuk van de sporthal (o.a. horeca, restaurant, keuken). Een fysieke koppeling van functies en volumes is wenselijk om gescheiden circuits te voorkomen. Het buurtcentrum kan tevens plaats bieden aan de Brede School Bibliotheek (BSB). Het buurtcentrum realiseren over twee lagen is mogelijk.
27.
28.
4.2.3 Beeldkwaliteit In het voorliggend Stedenbouwkundig Programma van Eisen is een aanzet opgenomen voor het Beeldkwaliteitkader, dat uiteindelijk samen met het verkavelingplan de kaders voor de uitwerking van de architectuur en de openbare ruimte vormt. Het Beeldkwaliteitkader heeft ten doel de richting en kaders voor de uitwerking van het stedenbouwkundig plan aan te geven. Zowel wat betreft het ontwerp voor de architectuur, als voor de inrichting van de openbare ruimte. Het Beeldkwaliteitkader fungeert als inspiratie(bron) en als toetsingskader. Dit betekent voor de architecten ook dat betere oplossingen bespreekbaar zijn, ook al zijn deze niet als zodanig aangegeven in het Beeldkwaliteitkader. Het biedt architecten de ruimte creatief met de ontwerpopgave om te gaan. De in dit SPvE opgenomen referentiebeelden hebben het doel de uitwerkingsrichting aan te geven en bepaalde karakteristieken en uitgangspunten vast te leggen en te waarborgen. Deze zijn per referentiebeeld aangegeven. Een referentiebeeld zal dus nooit als een totaalbeeld terugkomen in de uitwerking (zie H5 beeldkwaliteit en sfeerbeelden).
05 BEELDKWALITEIT 5.1 beeldkwaliteit en sfeerbeelden Algemene kenmerken voor de architectuur van het centrumgebied zijn weergegeven in steekwoorden: Eenheid in verscheidenheid; Toepassen van baksteen gevels; Eenvoudige architectuur; De architectuurstijl moet tot uitdrukking komen in een zorgvuldige detaillering. Details dienen mee ontworpen te worden; De hoogbouw (toren) moet een eigenzinnig en sculpturaal uiterlijk krijgen, zo mogelijk doorzetten in de openbare ruimte; Het kleurgebruik dient terughoudend te zijn; Er dienen traditionele elementen terug te komen in moderne architectuur: klassieke gevelopbouw van plint, midden, kap. Voor de scholen en de sporthal geldt eveneens dat er eenheid in verscheidenheid moet ontstaan (school – sporthal – school) en de losse onderdelen moeten herkenbaar gemaakt worden door ze te onderscheiden in architectuur.
referentiebeelden: moderne interpretatie in vorm en materiaal
29.
30.
referentiebeelden: metselwerk architectuur
31.
referentiebeelden: gestapelde bouw hoogteaccent
32.
referentiebeelden: metselwerk architectuur samenhang scholen
33.
referentiebeelden: scholen
34.
referentiebeelden: sporthal
Hoorn Bangert & Oosterpolder Fase 3 Datum: 4 september 2007