Hoofdstuk 9: Financiële gang van zaken
9.1 Kerncijfers 9.2 Algemeen 9.3 Financiële kengetallen 9.4 Maatschappelijke prestatie 9.5 Toekomstige ontwikkelingen 9.5 Balans 9.6 Winst- en verliesrekening
9.1
Kerncijfers
Huuropbrengsten Bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen Resultaat na belastingen Maatschappelijke prestatie
€ 37,3 miljoen € 41,5 miljoen € 37,3 miljoen € 4,2 miljoen € 40,8 miljoen negatief € 35,9 miljoen negatief € 23,4 miljoen
Vastgoedbelegging Loan to value
€ 618 miljoen 24%
Eigen vermogen Eigen vermogen per vhe Solvabiliteit
€ 469 miljoen € 66.700,73%
Vreemd vermogen Vreemd vermogen per vhe
€ 161 miljoen € 22.900,-
Interest coverage ratio Debt services coverage ratio Operationele kasstroom
2,1 1,8 € 8,5 miljoen
Aantal verhuureenheden (vhe) - Woongelegenheden - Overige verhuureenheden - Totaal ongewogen - Totaal gewogen - Totaal gewogen gemiddeld (2012/13)
6.755 859 7.614 7.023 7.033
9.2
Algemeen
Waarderingsgrondslag Woonpartners Midden-Holland streeft naar transparantie in de financiële berichtgeving van de corporatie. De waarderingsgrondslag is daar een onderdeel van. Vanaf verslagjaar 2011 wordt de herziene richtlijn 645 ‘Toegelaten Instellingen volkshuisvesting’ toegepast. Door te waarderen tegen de actuele waarde, marktwaarde in verhuurde staat wordt het beste inzicht gegeven in het resultaat, de vermogenspositie en de kasstromen. Er heeft zich in 2013 geen wijziging van de waarderingsgrondslag voorgedaan. Resultaat Het bedrijfsresultaat over 2013 is € 4,2 miljoen positief. Het resultaat na belastingen komt uit op een verlies van € 35,9 miljoen. Dit verlies is voor een belangrijk deel veroorzaakt door de waardedaling van het bezit. Het afgelopen jaar is ons bestaande bezit circa 6% in waarde gedaald, in totaal een bedrag van € 40,8 miljoen. Dit is verwerkt onder de post niet-gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille.
Bedrijfsopbrengsten In 2013 werden wij geconfronteerd met de verhuurdersheffing en een toename van de saneringsheffing. Om de verhuurdersheffing te kunnen financieren, biedt de overheid ons de mogelijkheid om extra inkomensafhankelijke huurstijgingen door te voeren. In 2013 was een maximale huurstijging mogelijk van 6,5%. Woonpartners Midden-Holland heeft ook in 2013 geen inkomensafhankelijke huurverhoging doorgevoerd.
De huren hebben we per 1 juli 2013 verhoogd met 4%, waarbij in een aantal gevallen de huurstijging lager is uitgevallen om de woningen voor onze specifieke doelgroep te behouden, of vanwege contractuele afspraken. De totale huuropbrengsten (na derving) komen hiermee uit op ruim € 37 miljoen. Ten opzichte van de begroting zijn de gerealiseerde huuropbrengsten € 0,3 miljoen lager. Dit komt onder andere omdat een aantal woningen eerder is gesloopt dan verwacht. Daarnaast ligt de derving hoger. Dit komt vooral doordat nieuw opgeleverde woningen bij aanvang nog niet volledig verhuurd waren en beperkte leegstand in het maatschappelijk vastgoed. Bij toekomstige nieuwbouwprojecten wordt nadrukkelijker rekening gehouden met de aanvangsleegstand. Het aantal verkochte en geleverde woningen bestaand bezit is uitgekomen op 36, terwijl een aantal van 15 woningen begroot was. De verkopen zorgen voor een kasstroom van bijna € 5,0 miljoen en een netto verkoopresultaat dat uitkomt op € 1,2 miljoen. Bedrijfslasten De bedrijfslasten bestaan uit: afschrijvingen, overige waardeverandering vastgoedportefeuille, personeelslasten, onderhoudslasten en overige bedrijfslasten. De totale bedrijfslasten komen in 2013 uit op € 37,3 miljoen. Ten opzichte van de begroting zijn de bedrijfslasten circa € 2,3 miljoen hoger. Dit wordt vooral verklaard door meer maatschappelijk verantwoorde, maar financieel onrendabele-, investeringen en een toename in de saneringsheffing. Als corporatie zijn wij bereid te investeren in projecten die financieel onrendabel zijn. De onrendabele investeringen verantwoorden we in de jaarrekening onder overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille. De hogere waardeveranderingen vastgoedportefeuille worden met name veroorzaakt doordat voor enkele nieuwbouwprojecten onrendabele investeringen in de jaarrekening zijn verwerkt die tijdens het samenstellen van de begroting 2013 nog niet waren voorzien. In 2013 bedragen de totale overige waardeveranderingen van de vastgoedportefeuille € 10,8 miljoen. In de bestaande bouw zijn de toekomstige onrendabele investeringen van het project Weideplantsoen in Zevenhuizen opgenomen. Daarnaast wijken bij enkele al afgeronde projecten de stichtingskosten af van wat eerder werd voorzien, zodat daar nog een aanvulling op de onrendabele investering heeft plaatsgevonden. In de nieuwbouw betreft het de toekomstige onrendabele investeringen in de projecten Springerslocatie in Gouda, De Triangel en Centrumplan in Waddinxveen, Moerkapelle Oost in Zuidplas. Voor enkele complexen die zijn afgerond of nog in aanbouw zijn, wordt nu een lagere marktwaarde voorzien, zodat ook voor deze projecten nog een aanvulling op de onrendabele investering heeft plaatsgevonden. In het Corporatie Benchmark Centrum worden de netto bedrijfslasten per verhuureenheid (vhe) van corporaties met elkaar vergeleken. De netto bedrijfslasten worden gedefinieerd als variabele lasten exclusief onderhoud en de aan het onderhoud toegerekende personeelskosten, verminderd met de ontvangen vergoedingen voor geleverde diensten, de overige bedrijfsopbrengsten en de geactiveerde productie voor het eigen bedrijf. Het landelijk gemiddelde van de netto bedrijfslasten kwam in 2012 uit op € 1.396,- per vhe. De bedrijfslasten van Woonpartners Midden-Holland liggen hoger. In 2013 komen de netto bedrijfslasten uit op € 1.592,- per vhe. De netto bedrijfslasten bestaan voor circa 25% uit de nauwelijks beïnvloedbare gemeentelijke, riool- en waterschapsheffingen. Deze heffingen zijn bij Woonpartners Midden-Holland de afgelopen jaren harder gestegen dan bij de gemiddelde corporatie. In 2014 worden de netto bedrijfslasten nader geanalyseerd. De onderhoudslasten bij Woonpartners Midden-Holland waren de afgelopen jaren aanzienlijk hoger dan gemiddeld in de sector. Het afgelopen jaar zijn we actief bezig geweest om door middel van efficiënter werken en aanbestedingsvoordelen de onderhoudslasten naar beneden te brengen. We hebben hierin forse besparingen gerealiseerd en verwachten volgend jaar op het niveau van de benchmark uit te komen.
Als gevolg van de financiële problemen bij een aantal corporaties is de saneringsheffing voor 2013 verhoogd van 1% naar 4%. Per zelfstandige woongelegenheid komt dit neer op een bedrag van € 225,-. Voor Woonpartners Midden-Holland betekent dit een totale kostenpost van € 1,5 miljoen. De verhoging was niet meegenomen in de begroting en verklaart voor een belangrijk deel de toename van de sector specifieke heffingen. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille In de begroting was rekening gehouden met een marktdaling van 3,7%. De waarde van ons bezit is in 2013 sterker gedaald. Ten opzichte van vorig jaar is de leegwaarde gedaald met 4,9%. Daarnaast hebben de sloopcomplexen, verhuurdersheffing en verkopen een negatief effect op de marktwaarde gehad. Hiermee komt de niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille uit op € 40,8 miljoen. Ten opzichte van de begroting is dit een extra verlies van € 16,8 miljoen. Rentebaten en lasten De lijn om hoogrentende leningen indien mogelijk vervroegd af te lossen en tijdig op renteconversiemomenten in te haken is doorgezet. In 2013 hebben we een lening van € 6,4 miljoen met een rentepercentage van 7,45% vervroegd afgelost. Voor het eerder aflossen van de leningen is dit jaar een rentevergoeding betaald van € 1,6 miljoen. Begin 2014 is de lening geherfinancierd met een rentepercentage van 3,36% en een looptijd van 20 jaar. Voor dit jaar betekent dit een extra last, maar de komende jaren hebben we hierdoor een lagere rentelast. De gemiddelde rentelast zonder de rentevergoeding bedraagt in 2013 4,18%. Dit is een daling ten opzichte van 2012 (2012: 4,48%). Verder is het beleid van Woonpartners Midden-Holland om gebruik te maken van de relatief goedkope mogelijkheid van korte financiering via de rekening courant faciliteit. Belastingen De fiscale verliezen zijn vooral een gevolg van de waardedaling van het bezit. In 2013 heeft de fiscale aangifte over 2011 plaatsgevonden. Het fiscale verlies 2011 van € 29,3 miljoen werd bij het opstellen van de jaarrekening 2012 nog niet voorzien. Over 2013 wordt een fiscaal verlies verwacht van € 19,5 miljoen. Vanuit onze meerjarenbegroting verwachten we de fiscale verliezen binnen de maximale termijn van 9 jaren te compenseren met fiscale winsten. Daarom leiden de verliezen tot een in de toekomst te verrekenen belastingbedrag van € 8,2 miljoen. Investeringen Ondanks de verhuurders-en saneringsheffing zijn we het afgelopen jaar opnieuw in staat geweest om te blijven investeren. In totaal hebben we dit jaar € 26 miljoen geïnvesteerd in bestaande en nieuwbouw. Dit is per vhe een bedrag van ruim € 3.700,-.
De investeringen vonden onder ander plaats in de nieuwbouwprojecten Centrumplan en Alblaslocatie tweede fase in Waddinxveen en De Parkwachters en de Gouwe Oever in Boskoop. Verder zijn uitgaven gedaan ten behoeve van het Margrietplein en het Zuidelijk Stempel West in Gouda. In 2013 zijn twee nieuwbouwprojecten opgeleverd. Dit betreffen het project De Parkwachters in Boskoop (24 sociale huurwoningen) en de tweede fase van het project op de Alblaslocatie in Waddinxveen (22 sociale huurwoningen en 6 markthuurwoningen). Verder zijn uitgaven gedaan voor enkele projecten in het bestaande bezit, waaronder Jan van Bijnenpad en de Bomenwijk in Waddinxveen en de Dahliastraat in Zuidplas. Ook zijn woningverbeteringen aangebracht en zijn energetische maatregelen genomen in het bestaande bezit. Daarnaast is er geïnvesteerd in de materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie. Vermogen Het negatieve resultaat over 2013 groot € 35,9 miljoen is aan het eigen vermogen onttrokken. Per ultimo 2013 komt het eigen vermogen uit op € 468,8 miljoen. Per gewogen vhe is dit een bedrag van € 66.700,-. Vreemd vermogen Woonpartners Midden-Holland is ten opzichte van andere corporaties in beperkte mate gefinancierd met vreemd vermogen. Door onze investeringsopgave is onze leningportefeuille het afgelopen jaar gegroeid van € 132,2 miljoen naar € 145,7 miljoen. Dit komt neer op een lening van € 20.700 per gewogen vhe. Sector breed was dit ultimo 2012 € 32.000,-. Ultimo 2013 is de totale schuldpositie bij Woonpartners Midden-Holland € 22.900,- per gewogen vhe, sector breed ligt dit op € 38.300,- (ultimo 2012). Financiering Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) heeft voor de jaren 2013 tot en met 2015 een faciliteringsvolume afgegeven van € 67,1 miljoen. De volgende leningen zijn ten laste van het faciliteringsvolume gebracht.
Geldverstrekker BNG BNG Inter Lebensversicherung Aegon Aegon
Lening x 1.000 € 10.950 € 6.000 € 5.000 € 5.000 € 5.000
Type
Storting
Looptijd
Rente %
Conversie
Fixe Fixe Fixe Fixe Fixe
dec ‘13 en ‘14 okt ‘13 dec ‘13 nov ‘13 nov ‘13
8 jaar 8 jaar 40 jaar 30 jaar 30 jaar
2,64% 2,30% 3,41% 3,22% 3,25%
n.v.t. n.v.t. n.v.t. nov ’28 nov ‘29
Per ultimo 2013 zijn twee leningen van de gemeente Gouda vervroegd afgelost. Het schuldrestant van deze twee leningen per ultimo 2013 bedroeg circa € 6,4 miljoen. In januari 2014 is de herfinanciering van deze aflossingen gerealiseerd. Er is een fixe lening met een stortingsdatum 1 april 2014, een looptijd van 20 jaar en een rente van 3,36% afgesloten. Omdat dit een herfinanciering betreft, legt deze nieuwe lening geen beslag op het beschikbare faciliteringsvolume. Het nieuwbouwproject Margrietplein te Gouda wordt in de niet-DAEB sfeer ontwikkeld. Voor de financiering van het Margrietplein is een niet-geborgde financiering aangetrokken van € 2,8 miljoen. De lening zal in december 2014 gestort worden. Woonpartners Midden-Holland financiert geen buitenlandse activiteiten en heeft geen derivaten. Woonpartners Midden-Holland is met één van de huisbankiers een rekening-courantfaciliteit overeengekomen. Hierdoor heeft Woonpartners Midden-Holland indien nodig de beschikking over een bedrag van € 10,0 miljoen. Ten opzichte van de totale leningenportefeuille blijft het percentage van het relatieve renterisico onder de 15%, in de sector een gebruikelijk maximum.
9.3 Financiële kengetallen De volgende kengetallen geven een goede indicatie in hoeverre Woonpartners Midden-Holland financieel gezond is: • Operationele kasstroom • Solvabiliteit • Loan to Value • Interest Coverage Ratio • Debt Service Coverage Ratio Bovenstaande kengetallen worden ook gebruikt in het nieuwe toetsingskader van WSW. De uitkomsten geven aan dat Woonpartners Midden-Holland een financieel gezonde corporatie is. Operationele kasstroom Kasstromen zijn belangrijk voor onze financiële sturing. Een positieve operationele kasstroom kan samen met de verkoopontvangsten worden aangewend om investeringen te doen of om leningen af te lossen.
* 2014 is gebaseerd op de begroting
Voor het verkrijgen van financiering wordt steeds nadrukkelijker naar de kasstromen gekeken. WSW stelt als norm dat corporaties in staat moeten zijn de komende 5 jaren gemiddeld 2% per jaar af te kunnen lossen (=aflossingsfictie). Woonpartners Midden Holland voldoet aan deze norm. Ultimo 2013 hebben we na de aflossingsfictie een positieve operationele kasstroom van € 6,2 miljoen. Ondanks de saneringsheffing en de rentevergoeding die is betaald voor het vervroegd aflossen van hoog rentedragende leningen is de kasstroom in 2013 gestegen. Dit is vooral te danken aan het optimaliseren van onze bedrijfsvoering. In 2014 zetten we dit proces voort. Hierdoor kunnen we ondanks de sanerings- en verhuurdersheffing van bijna € 5 miljoen een positieve operationele kasstroom laten zien.
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in welke mate de organisatie gefinancierd is met eigen vermogen. Een hoog eigen vermogen is een buffer voor zowel operationele als marktrisico’s.
* 2014 is gebaseerd op de begroting
Het eigen vermogen ultimo 2013 bedraagt € 468,8 miljoen en de solvabiliteit op basis van marktwaarde 73%. De dalende trend is vooral een gevolg van de waardedaling van ons bezit. WSW hanteert als norm een solvabiliteit van minimaal 20% op basis van bedrijfswaarde. De solvabiliteit van Woonpartners op basis van bedrijfswaarde is ultimo 2013 38% en voldoet ruimschoots aan deze norm. Loan to Value De loan to value geeft aan in welke mate het bezit is gefinancierd met leningen.
* 2014 is gebaseerd op de begroting
In de markt is een loan to value van maximaal 70% van de marktwaarde gangbaar. Ultimo 2013 heeft Woonpartners Midden-Holland een loan to value van 24%. De stijging ten opzichte van vorig jaar is vooral een gevolg van het investeringsprogramma dat we hebben weten te financieren, omdat we een financieel gezonde organisatie zijn. Volgens de norm van het WSW mag de loan to value maximaal 75% (op basis van bedrijfswaarde) bedragen. Woonpartners Midden-Holland voldoet aan deze norm.
Interest Coverage Ratio De interest coverage ratio/rate(=ICR) geeft aan in welke mate de organisatie kan voldoen aan de renteverplichtingen.
* 2014 is gebaseerd op de begroting
Het WSW berekent een gewogen ICR over de afgelopen 3 jaren en de komende 5 jaren. De gewogen ICR moet minimaal 1,4 zijn. Woonpartners Midden-Holland heeft een gewogen ICR van 1,9. Ultimo 2013 bedraagt de ICR 2,1. De stijging ten opzichte van 2012 is vooral een gevolg van de verbeterde operationele kasstroom. Debt Service Coverage Ratio De debt service coverage ratio (DSCR) geeft aan of voldoende operationele kasstroom wordt gegenereerd voor aflossingen en de renteverplichtingen.
* 2014 is gebaseerd op de begroting
WSW berekent een gewogen DCSR op basis van de afgelopen 3 jaren en de komende 5 jaren. De gewogen DSCR moet minimaal 1,0 zijn. Woonpartners Midden-Holland heeft een gewogen DSCR van 1,7 en voldoet ruimschoots aan deze norm.
Ultimo 2013 bedraagt de DSCR 1,8. De daling ten opzichte van vorig jaar is een gevolg van de eerder genoemde saneringsheffing en rentevergoeding.
9.4 Maatschappelijke prestatie Als we onze maatschappelijke prestaties uitdrukken in geld krijgen we een beeld welke financiële bijdrage Woonpartners Midden-Holland levert in het kader van haar maatschappelijke functie. Dit zijn financiële prestaties die commerciële vastgoedondernemingen niet leveren. Woonpartners Midden-Holland bepaalt de maatschappelijke prestatie uitgedrukt in geld door de som te nemen van: 1. het verschil maximaal redelijke en werkelijke huur 2. onrendabele investeringen 3. investeringen in leefbaarheid. Bij Woonpartners Midden-Holland liggen de werkelijke huren meestal lager dan de maximaal redelijke huur. Om voldoende betaalbare huurwoningen voor onze primaire doelgroep te houden, beperken wij onze huren bewust. Op basis van het Woningwaarderingsstelsel kan Woonpartners Midden-Holland voor de woningen een maximaal redelijke huur vragen van € 50 miljoen per jaar. Onze werkelijke huuropbrengsten voor derving komen in 2013 uit op € 37,8 miljoen. Het verschil is de maatschappelijke bijdrage in huren. Voor 2013 is dit een bedrag van € 12,2 miljoen. In bovenstaande cijfers is nog geen rekening gehouden met de commerciële huren die gevraagd hadden kunnen worden voor maatschappelijk onroerend goed. Woonpartners Midden-Holland investeert in sociale huisvesting, waarbij de toename marktwaarde ïn verhuurde staat vaak lager is dan de investering. Hierdoor ontstaan financieel onrendabele investeringen. In 2013 bedragen de onrendabele investeringen voor nieuwbouwwoningen € 8,5 miljoen en voor bestaande woningen € 2,3 miljoen. In totaal een bedrag van € 10,8 miljoen. In 2013 heeft Woonpartners Midden-Holland aan leefbaarheid € 0,4 miljoen uitgegeven. De totale huurbijdrage, onrendabele investeringen en investeringen in leefbaarheid komen in 2013 uit op € 23,4 miljoen. Dit is de maatschappelijke prestatie van Woonpartners Midden-Holland, uitgedrukt in geld.
9.5
Toekomstige ontwikkelingen
Woonpartners Midden-Holland is en blijft een financieel gezonde organisatie. Sectorheffing De sanerings- en verhuurdersheffing bedraagt volgend jaar € 5 miljoen en loopt in 2018 op tot € 6 miljoen. Dit heeft een drukkend effect op de besteedbare middelen. Investeringen In 2014 investeren we circa € 34 miljoen in nieuwbouw en het bestaande bezit. Dit is circa € 4.800,per gewogen verhuureenheid. De trendanalyse van het WSW geeft aan dat de middelgrote corporaties in 2014 circa € 3.300,- per eenheid gaan investeren. Ook in de jaren na 2014 blijven we investeren. De investeringen vinden onder andere plaats in de nieuwbouwprojecten: Centrumplan in Waddinxveen, 118 sociale huurwoningen en 8 markthuurwoningen De Triangel in Waddinxveen, 11 sociale huurwoningen en 14 koopwoningen die met een starterslening gefinancierd kunnen worden Margrietplein in Gouda, 31 markthuurwoningen Zuidelijk Stempel West in Gouda, circa 110 woningen de Gouwe Oever in Boskoop, 22 sociale huurwoningen De investeringen in bestaand bezit vinden onder andere plaats in complexen aan het Jan van Bijnenpad en de Bomenwijk in Waddinxveen en het Weideplantsoen in Zuidplas. Daarnaast blijven we investeren in energetische maatregelen.
Financiering Financiering, ook van geborgde DAEB activiteiten, is geen vanzelfsprekendheid meer. WSW classificeert corporaties in drie risicoklassen. Alleen corporaties uit de laagste risicoklasse komen in aanmerking voor een faciliteringsvolume van 3 jaar. Momenteel heeft Woonpartners een faciliteringsvolume van 3 jaar. Bij het aangaan van elke financiering toetst het WSW of de borgstelling nog steeds verantwoord is. Niet-DAEB projecten moeten gefinancierd worden uit het eigen-middelen-beleid of vanuit de markt. Dit laatste zal leiden tot een hogere rente. In februari 2014 heeft de Minister de conceptnovelle gepubliceerd. Op basis van deze informatie is de verwachting dat de ontwikkeling- en financiering van niet-DAEB projecten in de toekomst lastiger wordt. Eind 2013 heeft het WSW alle corporaties gevraagd een onvoorwaardelijke en onherroepelijke volmacht te verstrekken, zodat het WSW in staat is om op een later gewenst moment over te gaan tot een hypotheekvestiging zonder dat daarbij de voorafgaande toestemming van de corporatie nodig is. Begin 2014 heeft WSW richtlijnen opgesteld voor vrijgave van een deel van het ingezette onderpand. Dit biedt Woonpartners Midden-Holland voldoende mogelijkheden om onderpand te gebruiken voor het aantrekken van niet-DAEB financiering. Een gezond financieel beleid zorgt er voor dat er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om de maatschappelijke taken te kunnen realiseren. Scenario’s Om te kijken of onze maatschappelijke doelstellingen ook financieel haalbaar zijn, rekenen wij verschillende scenario’s door. In de scenario’s worden de mogelijke ontwikkelingen van het nieuwbouw- en verkoopprogramma in de komende jaren doorgerekend. Er zijn drie scenario’s uitgewerkt, te weten: 1. Een ‘harde variant’ waarin alleen ‘harde’ nieuwbouwprojecten zijn opgenomen. Projecten zijn ‘hard’ als er een onherroepelijke bouwvergunning is verleend, dan wel contractuele verplichtingen zijn aangegaan. 2. Een ‘kansrijke variant’ waarin naast de ‘harde’ ook de ‘kansrijke’ nieuwbouwprojecten zijn opgenomen. Projecten zijn ‘kansrijk’ als het komende jaar een onherroepelijke bouwvergunning wordt verwacht of contractuele verplichtingen worden aangegaan. 3. Een ‘zachte variant’ waarin naast bovenstaande projecten ook de ‘zachte’ nieuwbouwprojecten zijn opgenomen. Projecten zijn ‘zacht’ als sprake is van een mogelijk toekomstig project. De ‘kansrijke variant’ is gebruikt voor de financiële meerjarenbegroting. De belangrijkste kengetallen blijven toereikend om ons toegang te bieden tot de kapitaalmarkt. Woonpartners Midden-Holland verwacht dan ook in de komende jaren de gemaakte prestatieafspraken waar te blijven maken.
9.6
Balans
9.7
Winst- en verliesrekening
WINST- EN VERLIESREKENING Bedragen x € 1.000,Werkelijk Begroting Werkelijk 2013 2013 2012
Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
37.269 2.121 1.165 438 458
37.603 2.007 500 502 582
35.430 1.911 1.038 431 467
Som der bedrijfsopbrengsten
41.451
41.194
39.277
533 10.751 4.608 696 901 9.583
534 9.452 4.591 725 900 9.841
508 31.321 4.477 703 870 12.317
Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
389 2.008 6.143
402 1.979 6.129
673 1.904 6.228
Sector specifieke heffingen
1.659
455
129
37.271
35.008
59.131
4.181
6.186
-19.854
-40.817
-24.048
-27.326
212 -7.616
523 -6.486
419 -5.825
-44.040
-23.825
-52.587
8.161 -0
-646 -
6.156 -0
-35.879
-24.471
-46.430
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten
Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Financiële baten en lasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelnemingen
Resultaat na belastingen