Chemotherapie – gang van zaken
Behandelwijzer chemotherapie Wat is chemotherapie? Chemotherapie omvat vele verschillende soorten stoffen (cytostatica) die worden gebruikt om kanker te genezen of symptomen van kanker te verlichten. Sommige stoffen zijn gevonden door het bestuderen van planten, andere stoffen worden vervaardigd en getest in laboratoria. Er worden voortdurend nieuwe chemische substanties getest.
Hoe tast chemotherapie de kankercellen aan? Chemotherapie vernietigt kankercellen of remt hun vermogen tot groei en vermenigvuldiging. Zoals verschillende soorten bacteriën gevoelig zijn voor verschillende antibiotica, zijn verschillende soorten tumoren gevoelig voor verschillende soorten chemotherapie. De chemotherapie moet de kankercellen bereiken om ze te kunnen vernietigen en wordt in het lichaam door het bloed vervoerd. Cellen die zich veel delen, zoals kankercellen, nemen het meeste geneesmiddel op. De kankercellen die in een bepaalde groeifase verkeren, worden vernietigd. Daarom moet de behandeling worden herhaald, zodat zoveel mogelijk kankercellen bereikt kunnen worden. De mate waarin de cellen worden vernietigd, hangt af van de soort tumor. Op grond van ervaring weet men welke chemotherapie het meest doeltreffend is tegen verschillende kankercellen. Ook is het bekend dat verschillende middelen de kankercellen op verschillende manieren bestrijden. Daarom worden verschillende therapeutische middelen gecombineerd. Op deze manier is het effect op de kankercellen groter.
Aangetaste gezonde cellen Chemotherapie vernietigt kankercellen. Sommige van de lichaamseigen gezonde cellen kunnen ook worden aangetast. Cellen die bijzonder gevoelig zijn, bevinden zich in: haarfollikels; slijmvliezen (mondholte, maagdarmkanaal); beenmerg.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Cellen hebben een vermogen ‘zichzelf te herstellen’. De bijwerkingen tijdens de behandeling worden veroorzaakt door het effect van de behandeling op de gezonde lichaamscellen.
Oncologie | ONCO-524.1 | versie 5 | pagina 1/5
Wanneer wordt chemotherapie gegeven? Chemotherapie wordt gegeven om kanker te genezen of om de symptomen te verlichten. In sommige gevallen wordt chemotherapie gebruikt als preventieve behandeling. Bijvoorbeeld om het risico van terugkeer van de ziekte, na bijvoorbeeld een operatie, te verminderen. Chemotherapie kan alleen worden gegeven of in combinatie met bestraling of operatie.
Hoe wordt de behandeling gegeven? Cytostatica kunnen op de volgende manieren worden toegediend: via de mond (tablet, capsule, drank); via een injectie onder de huid of in een spier; via een infuus; via inspuiting rechtstreeks in een ader; via spoeling (bijvoorbeeld in de blaas). De behandelingen die in Gelre ziekenhuizen Zutphen het meest worden toegepast zijn tabletvorm, infuus of een combinatie daarvan. Bij behandeling met een infuus worden de cytostatica opgelost in een infuusvloeistof. De vloeistof druppelt via een slangetje in de bloedbaan. De tijd, nodig voor toedieningen, is afhankelijk van de hoeveelheid vloeistof en van de soort cytostatica. De kleur van de vloeistof kan verschillen. Deze kan blank, rood, geel of blauw zijn. Het infuus wordt door een arts of bevoegd verpleegkundige ingebracht. Soms irriteert de naald het bloedvat, maar u mag geen pijn hebben. Pijn betekent meestal dat het middel buiten het bloedvat terecht komt, dit geeft dan pijn, zwelling en huideffecten. Krijgt u cytostatica per tablet of capsule? Dan geeft uw behandelend arts u een recept mee. U kunt de medicijnen dan bij de apotheek gaan halen. U kunt hiervoor ook terecht bij de Gelre apotheek in de hal van het ziekenhuis. Dit geldt ook voor de medicijnen die de arts voorschrijft tegen misselijkheid of braken.
Gang van zaken tijdens de chemotherapie De voorbereiding op uw chemotherapie Afhankelijk van uw kuurgegevens, komt u regelmatig op de polikliniek bij uw behandelend arts of de oncologieverpleegkundige. Meestal gaat er een bloedonderzoek aan vooraf. Op basis van de uitslagen bekijkt de arts of verpleegkundige of u een volgende kuur kunt krijgen. Wanneer uw bloed zich niet voldoende hersteld heeft van de kuur, kan het nodig zijn de volgende kuur uit te stellen. Een andere mogelijkheid is de kuur wel te laten doorgaan maar met een lagere dosis cytostatica. Ook zijn er medicijnen die de aanmaak van bloedcellen kunnen stimuleren. Een andere mogelijkheid is dat u niet via uw arts maar via de afdeling een briefje meekrijgt voor bloedonderzoek bij het laboratorium.
Oncologie | ONCO-524.1 | versie 5 | pagina 2/5
Vervoer naar het ziekenhuis Het is niet verstandig zelf met de auto naar het ziekenhuis te rijden. U weet niet hoe u zich voelt na afloop van de kuur. Overleg dit met uw arts of vraag dit aan de verpleegkundige. Er zijn cytostatica die worden opgelost in medicinaal alcohol. Dit kan de rijvaardigheid tijdelijk beïnvloeden.
Waar vindt uw chemotherapie plaats? De chemotherapie vindt volgens afspraak plaats op Dagbehandeling Chemotherapie of tijdens een opname op afdeling Oncologie. In deze ruimte staan geen bedden, maar een aantal makkelijk zittende, verstelbare stoelen. Indien nodig kunt u natuurlijk wel een bed krijgen.
Het verloop van uw chemotherapie Tijdens de behandeling bent u niet alleen. Vaak zit u samen met andere patiënten, die ook een kuur krijgen. U mag ook een familielid of kennis meebrengen die tijdens de kuur mag blijven. U krijgt drinken aangeboden en als het nodig is, kunt u mee-eten (alleen voor patiënten). U mag de ruimte niet verlaten, behalve voor toiletbezoek. Neem voor uzelf iets te lezen mee of een draagbare muziekspeler om naar uw favoriete muziek te luisteren. Er zijn gespecialiseerde verpleegkundigen aanwezig die u observeren en begeleiden. De kuur wordt gegeven in dagbehandeling of tijdens een opname. In dagopname kunt u dezelfde dag het ziekenhuis weer verlaten. De tijdsduur van de behandeling is afhankelijk van de soort en de hoeveelheid cytostatica. Op uw kuurgegevens staan de tijden globaal vermeld.
Duur van de behandeling Gewoonlijk wordt de chemotherapie gegeven in de vorm van ‘kuren’. Deze duren van enkele uren tot dagen. De kuren worden met tussenpozen herhaald. U krijgt een kuur en daarna volgt een periode van rust. De gezonde cellen kunnen zich dan herstellen. Het aantal kuren en de duur van de behandelingsperiode zijn afhankelijk van de soort kanker, de gebruikte chemotherapie, de werking van de behandeling en de reactie van het lichaam. De arts en verpleegkundige vertellen u hoe de kuur er voor u uit gaat zien. De behandelingsperiode duurt meestal een aantal maanden, soms zelfs een jaar of nog langer.
Tussentijdse controles
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Tijdens de kuur wordt bekeken of de kuur effect heeft. Tussen de kuren door wordt in de meeste gevallen uw bloed gecontroleerd. Soms kan het bloedonderzoek iets zeggen over het effect van de kuren. Dit kan echter niet bij alle kuren. Kuren die ‘preventief’ worden gegeven, hebben geen graadmeter. De arts kan hierover dan ook geen enkele uitspraak doen. Ook ander onderzoek kan plaatsvinden om de ‘stand van zaken’ te kunnen beoordelen.
Oncologie | ONCO-524.1 | versie 5 | pagina 3/5
Wat kunt u zelf doen tijdens de behandeling? Uw medewerking is belangrijk tijdens de therapie. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat u de geneesmiddelen inneemt zoals staat voorgeschreven. Daarnaast moet uw lichaam voldoende vocht, voedsel en rust krijgen. Als u problemen heeft met eten, kan de diëtiste u adviseren. Vraag hiernaar bij de verpleegkundige. Houd er rekening mee dat u tussen de kuren door niet zoveel energie zult hebben. Uw lichaam is voortdurend bezig tumorcellen te vernietigen en dat vraagt energie. Probeer daarom iedere dag een beetje te plannen. Stel een haalbaar doel en eis dan ook niet meer dan wat op dat moment voor u haalbaar is. Voer zware taken niet te snel uit. U wordt er alleen maar verdrietig van als het niet lukt. Wees niet te veeleisend voor u zelf en uw omgeving. Plan gezellige dingen voor de dagen waarop u zich beter voelt. Doe dingen die onderhoudend zijn en die u amuseren. Dit helpt u een positieve instelling te hebben. Doe die activiteiten die u afleiden van de ziekte en behandeling. Ga daarnaast regelmatig de buitenlucht in. Sommige mensen ontspannen door het luisteren naar muziek. Een eenvoudig dagboekje bijhouden tijdens de behandeling kan u helpen uw gevoelens tijdens de behandeling te noteren en bespreekbaar te maken. Ook kan het zo zijn dat als u terugbladert, u zelf constateert dat u zich beter voelt en dat uw conditie verbetert. Zie ook de brochures: Fysiotherapie: oncologische revalidatie en Onco-move.
De verpleegkundige De verpleegkundige speelt een grote rol in de opvang en begeleiding van patiënten die behandeld worden met chemotherapie. U, maar ook uw familie, kunt altijd met vragen bij de verpleegkundige terecht. Het is belangrijk dat u als patiënt iemand naast u heeft, zoals een partner of vrienden, die ook weet welke problemen zich kunnen voordoen. Soms zien chemotherapiepatiënten er uiterlijk goed uit, terwijl zij zich erg moe voelen. Voor buitenstaanders is dit moeilijk te zien. Daarom kunnen regelmatige gesprekken met de verpleegkundige op de chemokamer voor patiënt en eventuele partner nuttig zijn. Door deskundige begeleiding van de verpleegkundige kan een goede relatie met de patiënt worden opgebouwd.
Beschermende maatregelen De cytostatica kunnen voor mensen schadelijk zijn. Ze zijn bedoeld om tumorcellen te doden, maar ze tasten ook gezonde cellen aan. Vooral de verpleegkundigen, die bij hun taakuitoefening veelvuldig met de cytostatica te maken hebben, lopen daarbij een verhoogd risico. Daarom is het nodig dat zij zichzelf hiertegen beschermen. Als zij een handeling verrichten waarbij zij een verhoogd risico lopen, dragen verpleegkundigen een schort, handschoenen, een mond-neus-masker en/of een bril.
Oncologie | ONCO-524.1 | versie 5 | pagina 4/5
Belangrijk! De cytostatica worden in uw lichaam verwerkt tot afvalstoffen die door uw lichaam worden uitgescheiden via de urine en de ontlasting. U wordt geadviseerd na de toediening van de chemotherapie, het toilet altijd twee keer te spoelen met het wc-deksel dicht. Voor mannen geldt dat zij er verstandig aan doen altijd op het toilet te gaan zitten. Draag bij het opruimen van braaksel of bloed handschoenen, zeker als u wondjes aan uw handen heeft. Als u de normale hygiënische maatregelen neemt, zoals handen wassen, niet morsen op de wc-bril en dergelijke, dan loopt u geen risico. Dit geldt ook voor de overige huisgenoten. Transpiratievocht en sperma zijn onschadelijk. De verpleegkundige informeert u hierover, omdat het verwerken van afvalstoffen per soort cytostatica verschillend is. Dit kan variëren van enkele dagen tot een week na toediening.
Gebruik van andere medicijnen Andere medicijnen kunnen de werking van cytostatica beïnvloeden. Het is daarom belangrijk dat uw behandelend arts weet welke medicijnen u gebruikt. Omgekeerd is het voor andere specialisten – ook voor de tandarts – belangrijk, dat zij weten dat u met cytostatica wordt behandeld. Vraag daarom regelmatig een nieuw medicatie-overzicht aan uw apotheek en draag dit tezamen met uw kuurgegevens bij u. U kunt het dan laten zien aan uw zorgverleners.
Kuurgegevens Uw huisarts krijgt informatie toegestuurd van het ziekenhuis over uw behandeling met chemotherapie. U krijgt zelf uw kuurgegevens. Dit is een computeruitdraai waarop de bijwerkingen en adviezen van uw kuur staan Met deze kuurgegevens kunt u tevens een waarnemend (huis)arts, wijkverpleegkundige of andere zorgverleners informeren over de gegeven kuur.
Wat te doen bij ziekte? Bent u niet in staat om de chemotherapie te ontvangen, bijvoorbeeld door koorts of als u te ziek bent? Geef dit dan zo spoedig mogelijk door via tel: 0575 - 592 635 of 0575 - 592 639. De chemotherapie die voor u is klaargemaakt moet anders vernietigd worden.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Oncologie | ONCO-524.1 | versie 5 | pagina 5/5