Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 7: Grenzen en identiteit Dit hoofdstuk sluit aan bij kerndoel 36, 47 en 49.
De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden / werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.
Dit hoofdstuk sluit aan bij leerdoelen instapniveau pabo. De aspirant-student kan verschillende soorten grenzen beschrijven. De aspirant-student kan de relatie tussen grenzen en identiteit verklaren. De aspirant-student kan het ontstaan, de doelstellingen, de namen en de ligging van de belangrijkste landen van de Europese Unie beschrijven. De aspirant-student kan de spreiding van wereldgodsdiensten en belangrijke taalgebieden op een wereldkaart beschrijven.
Geowijzer 2014 | 1
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
7.1 Soorten grenzen Waar houdt Nederland op en waar beginnen de buurlanden België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk? Dat is vastgelegd door een grens, een scheidingslijn. Onze landsgrenzen liggen al jarenlang vast, al zijn er af en toe nog kleine verschuivingen. Natuurlijke en politieke grenzen Grenzen die gevormd worden door natuurlijke belemmeringen zoals een gebergte, woestijn, rivier of zee, worden natuurlijke grenzen genoemd. Bij het vaststellen van natuurlijke grenzen zijn er meestal weinig problemen. Bij een gebergte trekt men de grens meestal over de toppen van het gebergte, de bergkam. Wanneer de grens wordt gevormd door een rivier, ligt deze in principe in het midden van de rivier. De grenzen van de zeeën zijn vastgelegd in het VN-Zeerechtverdrag. Het gebied tussen de kustlijn en twaalf zeemijl (ruim twintig kilometer) vanaf de kust is de territoriale zee. 'Territoriaal' betekent 'behorend bij een bepaald land'. In de territoriale zee van Nederland zijn daarom alle Nederlandse wetten van kracht. Schepen van andere landen mogen dit deel van de zee gebruiken voor doorvaart, maar ze mogen er niet vissen. Andere landen mogen in ons deel van de Noordzee ook niet naar olie boren. De wateren voorbij de territoriale zone worden aangeduid met internationale wateren of open zee. Dit gebied is van niemand in het bijzonder, wat niet wil zeggen dat daar geen regels gelden. Tegen piraterij en slavenschepen mag altijd opgetreden worden. Het gebied tussen de kustlijn en 200 zeemijl (dus inclusief de territoriale wateren) is de exclusieve economische zone (EEZ). Binnen deze zone heeft de aangrenzende staat het recht op de winning van aanwezige grondstoffen zoals olie en gas, het recht op visserij, het recht op het opwekken van energie uit water en wind en het recht op wetenschappelijk onderzoek. Een land dat een EEZ instelt, is verantwoordelijk voor het beheer van de natuur in dit gebied. Wanneer twee landen dichter dan 200 zeemijl van elkaar liggen, wordt meestal het midden als grens genomen. Figuur 7.1 Het drielandenpunt is een kunstmatige grens © Frans Westerveen Kunstmatige grenzen zoals politieke grenzen zijn door mensen bedacht. Een dergelijke grens is in het terrein vastgelegd. Soms zijn grenzen heel open en gemakkelijk over te steken, bijvoorbeeld wanneer er alleen een grenspaal of grenssteen staat (figuur 7.1). Maar er zijn ook grenzen die moeilijker te passeren zijn. Soms is er alleen paspoortcontrole bij de grens. Soms in andere gevallen wil men strikte controle en ongecontroleerde
Geowijzer 2014 | 2
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
grensoverschrijding tegen gaan. Dan plaatst men op de grens een hek of zelfs een muur. Een aantal grenzen is in de loop der jaren verdwenen zoals de Berlijnse Muur of de grenzen binnen de Europese Unie. Soms is een grens nog wel zichtbaar, maar wordt deze niet meer als zodanig gebruikt zoals de Chinese Muur. En af en toe worden er nieuwe muren geplaatst, zoals bij de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico of bij de Westelijke Jordaanoever in Israël. Ook binnen een land kunnen er grenzen zijn. Naast de landsgrens heeft Nederland provinciegrenzen, gemeentegrenzen en grenzen van de waterschappen. Een gemeentegrens kan niet over een provinciegrens of landsgrens heen. De bebouwing kan naadloos op elkaar aansluiten, maar een gemeente ligt niet in twee provincies tegelijk. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn bestuurlijke regio’s. Binnen zo’n gebied gelden eigen regels en wetten. Een bestuurlijke regio heeft altijd een eigen bestuur dat gekozen wordt en zelfstandig beslissingen kan nemen. Gemeente Sinds 1 januari 2014 zijn er 403 gemeenten waarbij in elke gemeente het gemeentebestuur wordt gevormd door raadsleden, wethouders en een burgemeester (zie figuur 7.2). De gemeenteraad stelt de hoofdlijnen van beleid vast en zorgt voor uitvoering van dat beleid. De samenstelling van de gemeenteraad wordt eens per vier jaar bepaald door gemeenteraadsverkiezingen. De politieke partijen stellen een lijst van kandidaten op waaruit de kiezers een keuze maken. Iedere inwoner van 18 jaar of ouder kan lid worden van de gemeenteraad. Raadsbeslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid een even zware stem heeft. De Raad benoemt de wethouders. Elke wethouder heeft zijn eigen portefeuille. Dat is een combinatie van bijvoorbeeld de volgende beleidsterreinen: onderwijs, openbare werken, financiën, huisvesting, sport en cultuur. Het aantal raadsleden en het aantal wethouders van de gemeente is afhankelijk van het aantal inwoners. De burgemeester wordt niet gekozen, maar benoemd op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (de Kroon). De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van het college van B&W. De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De benoeming van de burgemeester geldt steeds voor een periode van zes jaar. Meestal wordt een burgemeester automatisch herbenoemd. Het college van burgemeester en wethouders (B&W) is het dagelijks bestuur van de gemeente. Ze moeten ervoor zorgen dat landelijke regelingen, zoals de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het gemeentebeleid worden uitgevoerd. B&W beslissen bij meerderheid van stemmen, waarbij de stem van de burgemeester dubbel telt als de stemming onbeslist blijft. Het college van B&W moet zich verantwoorden aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid.
Geowijzer 2014 | 3
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.2 De werking van het gemeentebestuur
Met de gemeente komt iedereen in aanraking: het huisvuil wordt opgehaald, bij de verstrekking van een vergunning voor een verbouwing, de verlenging van het rijbewijs of de aangifte van een geboorte. Een van de belangrijkste taken van de gemeente is de zorg voor woningbouw. De gemeente houdt zich ook bezig met verkeer en het milieu, bijvoorbeeld door inzet van de milieupolitie. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de huisvesting van het onderwijs. Provincie In Nederland zijn twaalf provincies. Het provinciebestuur bestaat uit Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin en zetelt in het provinciehuis (zie figuur 7.3). De leden van Provinciale Staten bepalen in hoofdlijnen wat het beleid van de provincie is en controleren de Gedeputeerde Staten. De Provinciale Staten zijn vergelijkbaar met de Tweede Kamer of de gemeenteraad. De statenleden zijn lid van een politieke partij en worden één keer in de vier jaar gekozen door de burgers van de provincie. Het aantal statenleden verschilt per provincie. Hoe meer inwoners een provincie heeft, des te meer statenleden. De Gedeputeerde Staten worden gekozen door de Provinciale Staten. Zij zijn het dagelijks bestuur van de provincie (vergelijkbaar met het kabinet of het College van B&W in een gemeente). De Commissaris van de Koningin wordt, net als een burgemeester, niet gekozen maar benoemd door de Kroon. De commissaris van de Koningin is voorzitter, maar geen lid, van de Provinciale Staten. De commissaris is tevens voorzitter én volwaardig lid van Gedeputeerde Staten.
Geowijzer 2014 | 4
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.3 In Limburg wordt de Commissaris van de Koningin gouverneur genoemd en het provinciehuis het Gouvernement.
© Hollandse Hoogte, Amsterdam Het rijk De rijksoverheid van Nederland bestaat uit de regering en het parlement. De Eerste en de Tweede Kamer vormen samen het parlement. De Eerste Kamer wordt niet rechtstreeks door de burgers gekozen en staat daardoor wat verder van de dagelijkse politiek af. De Eerste Kamer heeft 75 zetels die worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten. Elke dinsdag komen de leden van de Eerste én van de Tweede Kamer bijeen. De belangrijkste taak van Eerste Kamerleden is het beoordelen van wetsvoorstellen. Ze kijken of het wetsvoorstel goed in elkaar zit. Het moet kloppen met andere, bestaande Nederlandse, Europese of internationale wetten. De Eerste Kamer kijkt ook of het wetsvoorstel in de praktijk wel werkt. De Tweede Kamer wordt gekozen door alle Nederlanders van 18 jaar en ouder. Voor de verdeling van de 150 Kamerzetels wordt het totaal aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door het aantal te verdelen zetels. Na de verkiezingen wordt ook een nieuwe regering gevormd. Uiterlijk één week na de installatie van de nieuwe Tweede Kamer debatteren de partijen over de verkiezingsuitslag. In dit debat formuleert de Kamer een informatieopdracht en benoemt zij een informateur. De informateur onderzoekt welke partijen een nieuw kabinet kunnen vormen. Hij is daarin niet vrij, maar moet zich houden aan de informatieopdracht van de Tweede Kamer. Vervolgens onderhandelt de informateur over de inhoud van het beleid met de partijen die het kabinet gaan vormen. Een belangrijke taak van een informateur is het opstellen van een regeerakkoord. Hierin staan de belangrijkste doelstellingen voor het beleid van het nieuwe kabinet. Als de informateur zijn werkzaamheden heeft afgerond, stelt hij / zij de Kamer
Geowijzer 2014 | 5
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
voor een formateur te benoemen. De formateur moet uiteindelijk zorgen voor een regeerakkoord en zoekt kandidaten voor alle ministersposten. De formateur is meestal de toekomstige minister-president. Het kabinet bestaat uit de ministers plus de staatssecretarissen. De ministers houden zich elk met een bepaald terrein bezig. Een staatssecretaris assisteert een minister bij de politieke leiding van een ministerie. De regering bestaat uit de Koning plus de ministers. De Koning zit dus niet in het kabinet en staatssecretarissen zitten niet in de regering. Nederland is een constitutionele monarchie, wat wil zeggen dat een Koning of Koningin staatshoofd is. De positie van het staatshoofd is geregeld in de Grondwet. Op de Derde Dinsdag in september leest het staatshoofd de plannen voor het komende parlementaire jaar (de troonrede) voor aan de leden van de Staten-Generaal (zie figuur 7.4). Figuur 7.4 Koning Willem-Alexander leest de troonrede voor op de Derde Dinsdag in september
© ANP Photo, Rijswijk De regering is verantwoordelijk voor het uitvoeren van wetgeving, voor overheidstaken die te maken hebben met de rijksoverheid en stelt begrotingen op. Wekelijks wordt in de ministerraad vergaderd over het regeringsbeleid omdat dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle ministers is. Koninkrijk der Nederlanden Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat met drie bestuurslagen: het rijk, de provincie en de gemeente. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn alle drie staten met één bestuurslaag: het land. De drie eilanden hebben als regering de Koning (vertegenwoordigd door de gouverneur) en de (Arubaanse / Curaçaose / Sint Maartense) raad van ministers samen. Het volk wordt vertegenwoordigd door het parlement. Bonaire, Sint Eustatius, Saba hebben een aparte status binnen Nederland. Ze worden bestuurd als gemeente en aangestuurd vanuit de provincie Noord-Holland. Zij heten Caribisch Nederland. Met de landen Aruba, Curaçao, en Sint Maarten vormen ze het Caribisch deel van het Koninkrijk. Geowijzer 2014 | 6
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Waterschap De waterschappen vormen een unieke bestuurslaag. De omvang en begrenzing van een waterschap wordt namelijk niet bepaald door gemeentegrenzen of provinciegrenzen, maar door het stroomgebied van een rivier of meerdere wateren in een bepaalde regio. Een waterschap is een overheid, net zoals een gemeente, maar heeft slechts één taak: overal en altijd zorgen voor de juiste hoeveelheid water van een goede kwaliteit. Het waterschap houdt zich alleen bezig met oppervlaktewater, niet met drinkwater. In de praktijk zijn de waterschappen verantwoordelijk voor het beheer van waterkeringen, het regionale waterbeheer (zie figuur 7.5) en het zuiveren van stedelijk afvalwater. Sommige waterschappen hebben ook vaarwegen en landwegen onder hun beheer. Het waterschap is bevoegd om in haar gebied belasting te heffen voor het beheer en onderhoud. Het kabinet wil het aantal waterschappen verminderen naar 10 tot 12.
Geowijzer 2014 | 7
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.5 Via de Elsbeek zal bergingsgebied Kristalbad tijdelijk overtollig regenwater uit Enschede opvangen, in totaal zo’n 70 Olympische zwembaden vol.
© Frans Westerveen Figuur 7.6 De 24 waterschappen in Nederland, 2014
© Unie van waterschappen 2014 Het bestuur van een waterschap bestaat uit een dijkgraaf (of watergraaf), een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur. De dijkgraaf is de voorzitter van een waterschap. Zijn functie is vergelijkbaar met die van Geowijzer 2014 | 8
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
een burgemeester in een gemeente. Het algemeen bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van groepen die (veel) belang hebben bij een goed waterbeheer, zoals vertegenwoordigers van eigenaren van landbouwgrond, eigenaren van bos- en natuurterreinen en vertegenwoordigers van de inwoners uit het gebied vanuit belangengroeperingen, zoals burgers of een politieke partij. Elke vier jaar zijn er waterschap verkiezingen waarbij de leden van het algemeen bestuur worden gekozen.
7.2
Identiteit en conflicten
Klompen, molens en tulpen zijn onderdeel van onze nationale identiteit. Hoewel er maar weinig Nederlanders zijn die nog dagelijks op klompen lopen, toch wordt dit beeld met Holland geassocieerd. Onze nationale identiteit is verbonden met het gebied waar we wonen: Nederland. Identiteit Kleding van kakkers, gothics of skaters zijn niet alleen bedoeld om warm te blijven, maar zeggen iets over de identiteit van de drager. Ook de taal of het dialect van iemand, zegt iets over die persoon. Zolang iemand wil laten horen dat hij uit Twente komt, blijft hij Twents of met een Twentse tongval praten. De regionale identiteit is soms belangrijker dan de nationale identiteit. Op allerlei manieren komt de regionale identiteit terug, bijvoorbeeld in televisieseries (regiosoaps) en in de muziek. Denk maar aan Normaal (Achterhoek), Skik (Drenthe) en Rowwen Hèze (Limburg). Soms wordt in reclame voor een streekproduct gebruik gemaakt van de regionale identiteit. Denk aan Beerenburg uit Groningen (uut Grunn’n) of vlaai uit Limburg. Cultuur verbindt mensen In een cultuurgebied leven mensen met dezelfde cultuur bij elkaar in een gebied (figuur 7.7). De inwoners delen een aantal kenmerken met elkaar, zoals het geloof, de taal, muziek, gewoonten en / of kleding. Als dan een groepsgevoel ontstaat door een gemeenschappelijk verleden en/of gemeenschappelijke waarden en normen, is er sprake van een culturele identiteit. Een oorlog, dezelfde afkomst (etniciteit), taal en/of godsdienst kan de culturele identiteit versterken.
Geowijzer 2014 | 9
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.7 Cultuurgebieden
Een sterk ontwikkelde culturele en/of regionale identiteit heeft in een aantal landen tot problemen geleid. Bijvoorbeeld als mensen door hun afkomst een aparte groep vormen in een land (etnische minderheid) omdat voor hen de culturele identiteit belangrijker is dan de nationale identiteit. Als die groep mensen het gevoel heeft dat hun eigen groep (volk) wordt achtergesteld, kunnen daar conflicten uit voortkomen. Een voorbeeld is de Spaanse provincie Catalonië met een sterk ontwikkelde eigen regionale identiteit. Het gebruik van de Catalaanse taal wordt door de deelstaatregering sterk gepromoot. Een deel van de Catalanen ziet het gebied het liefst onafhankelijk en streeft naar meer politieke rechten en erkenning van de taal en cultuur. In september 2012 betoogden meer dan één miljoen Catalanen in Barcelona voor onafhankelijkheid. Iets soortgelijks speelt in Spaans Baskenland, alleen daar heeft de Baskische Afscheidingsbeweging ETA met geweld geprobeerd de onafhankelijkheid af te dwingen.
Geowijzer 2014 | 10
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.8 België, een land drie talen © Frans Westerveen Taal is een belangrijk cultuurkenmerk. België kent vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel en het Duitse taalgebied. In Vlaanderen, het noordelijke deel van België, spreekt men Nederlands (Vlaams). In het zuidelijke deel, Wallonië, spreekt men Frans. De taalkundige grens tussen beide gebieden is de taalgrens. De mensen die aan de Duitse grens wonen, spreken Duits. Brussel is officieel tweetalig en hoort bij de Vlaamse én de Franse gemeenschap. Het tweetalige Brussel ligt als een eiland in het Vlaamstalige gebied. Dat leidt soms tot problemen. Plaatsnamen en aanwijzingen in de niet gewenste taal (in dit geval het Nederlands) worden onleesbaar gemaakt. Een ander land met taalgebieden is Canada. Quebec is Franstalig en zijn er beperkte rechten voor Engelstaligen en in de rest van Canada is dat precies andersom.
Figuur 7.9 Officiële talen
Geowijzer 2014 | 11
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Grensconflicten Jonge naties zoals de landen van de voormalige Sovjet-Unie of van voormalig Joegoslavië willen het gevoel van nationale identiteit en nationale eenheid bevorderen. Soms herschrijven deze landen hun geschiedenis. Een iets ‘aangepaste werkelijkheid’ van de geschiedenis kan het grondgebied van een staat en haar grenzen legitimeren. De periode tussen het uitroepen van de onafhankelijkheid en het moment waarop het gebied een stabiele staat is, verloopt niet altijd zonder problemen. Vanaf 1991 viel Joegoslavië uiteen in Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië, Kosovo en Macedonië. Dit leidde tot een hevige burgeroorlog. De grensconflicten leiden ertoe dat meer dan één miljoen mensen ergens in voormalig Joegoslavië wonen, maar niet in hun eigen huis en stad. En honderdduizend vluchtelingen bevinden zich in het buitenland. Een vluchteling is een persoon die zich buiten zijn land van herkomst bevindt, die de bescherming van het land niet meer kan of wil inroepen omdat hij een gegronde vrees voor vervolging koestert omwille van zijn ras, religie, nationaliteit, politieke overtuiging of zijn behoren tot een sociale groep. Afhankelijk van de reden waarom iemand vlucht, wordt zo’n persoon ook wel een politieke vluchteling, een etnische vluchteling of een religieuze vluchteling, genoemd. In de 17e eeuw nam Nederland al religieuze vluchtelingen, zoals Joden, Hugenoten en Protestanten uit België en Frankrijk op. Tegenwoordig is er vooral geweld tussen hindoes en christenen, soennitische moslims en sjiitische moslims of tussen de christelijke en islamitische groepen. Een economische vluchteling is iemand die zijn land is ontvlucht in de hoop op een beter bestaan in een ander land. De term 'economische vluchteling' is eigenlijk onjuist. Armoede wordt volgens het internationaal vluchtelingenverdrag niet erkend als een geldige reden om te vluchten. Het probleem is dat de stromen van illegale migranten en vluchtelingen door elkaar lopen. Aan de gezichten van de mensen die in een overvolle, gammele boot de Middellandse Zee oversteken, is niet te zien of ze in die boot zitten omdat ze asiel (= bescherming) zoeken of omdat het gelukzoekers zijn die een beter leven willen.
7.3 Wereldgodsdiensten Eeuwenlang zijn mensen op zoek naar het waarom van hun bestaan. Ze vroegen zich af wie de aarde had gemaakt, en wie de mens had geschapen. Op zoek naar antwoorden ontstonden in de loop van duizenden jaren verschillende religies. Bij een religie (geloof), ben je in de overtuiging dat iets waar is of bestaat. Miljoenen mensen over de hele wereld geloven in iets. Dat kan een heilige berg zijn, maar ook een voorouder of god. De vijf grootste en bekendste georganiseerde religies (gerangschikt naar grootte) zijn het christendom, de islam, het hindoeïsme, het boeddhisme en het jodendom.
Geowijzer 2014 | 12
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.11 Godsdiensten
Christendom Het christendom is met ruim twee miljard aanhangers de grootste religie op aarde. Het geloof is gebaseerd op het Oude en Nieuwe Testament. Samen vormen zij de Bijbel). Christenen geloven in één God. Volgens het Christendom is Jezus Christus de zoon van God. Hij is de Messias die in het Oude Testament voorspeld en aangekondigd werd. Daarnaast gaan zij er vanuit dat God een Drie-eenheid is van drie personen: God de Vader die het leven schiep, God de Zoon die als Jezus Christus op aarde kwam en God de Heilige Geest als ongeziene macht van God in de wereld. Essentieel in het christendom is het geloof dat Jezus Christus drie dagen na zijn dood en begrafenis weer levend uit zijn graf is opgestaan. De christenen herdenken deze verrijzenis jaarlijks met Pasen. Na verschillende ontmoetingen met zijn volgelingen steeg Jezus Christus ten hemel en keerde zo terug naar zijn Vader. Dit wordt herdacht op hemelvaartsdag. Volgens het Nieuwe Testament zond God vijftig dagen na de verrijzenis van Jezus Christus de Heilige Geest naar de apostelen en
Geowijzer 2014 | 13
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
enige andere volgelingen van Jezus om hen en hun navolgers blijvend te helpen bij het vasthouden aan en het uitdragen van de goddelijke boodschap van Jezus Christus. De christenen herdenken deze gebeurtenis met Pinksteren. De viering van de geboorte van Jezus Christus met kerstmis krijgt in Nederland veel meer aandacht, maar speelt in het geloof een minder belangrijke rol. Christenen geloven in een eeuwig leven na de dood. Zij geloven ook dat Jezus Christus zal terugkeren aan het einde der tijden om als rechter het laatste oordeel te vellen over alle levende en al gestorven mensen. Binnen het Christendom zijn er verschillende stromingen. De grootste groep zijn de rooms-katholieken (zo’n 1,2 miljard) gevolgd door de oosters-orthodoxe christenen, de protestanten, de anglicanen en overige christenen die verdeeld zijn over talrijke groepen zoals de Jehova's getuigen en mormonen. Islam Figuur 7.12 Islam
De islam is de op een na grootste godsdienst ter wereld. Wereldwijd noemen 1,5 miljard mensen zichzelf moslim. Nederland telt momenteel naar schatting ruim 900.000 moslims. Moslims in Nederland zijn voornamelijk afkomstig uit Turkije en Marokko (73%), en uit landen als
Geowijzer 2014 | 14
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Suriname, Afghanistan, Irak, Somalië, Pakistan, Iran, Indonesië, Soedan, Bosnië, Palestina, Egypte en Tunesië. Het Arabische woord islam betekent letterlijk 'overgave' (aan God) en wijst op het fundamentele, religieuze principe dat een aanhanger van de Islam zich overgeeft aan Gods wil en wetten, de Sharia. Moslims geloven in één God en noemen hem Allah (Almachtige). Volgens de islam werd de profeet Mohammed (571-632 n Chr.) uitverkoren om Allahs woord te verkondigen. De Koran is het heilige boek van de islam. Het wordt door moslims gezien als de letterlijke weergave van de boodschap die de profeet Mohammed destijds verkondigde. De vijf zuilen van de islam vormen de vijf pijlers waarop het geloof is gebouwd (figuur 7.13).
Figuur 7.13 De vijf zuilen van de islam 1. Shahada is de geloofsbelijdenis. De shahada wordt bij een groot aantal gelegenheden uitgesproken. De vader fluisterde de shahada bijvoorbeeld in het oor van zijn pasgeboren kind, maar het wordt ook opgezegd door degenen die tijdens een uitvaart de kist dragen. De shahada is de basis van de oproep tot het gebed en wordt aan het einde van elk van de vijf dagelijkse gebeden uitgesproken. 2. Salat is een ritueel gebed dat vijf keer per dag wordt uitgevoerd. Vóór elke salat moet een moslim zich ritueel wassen. Het wordt als een verplichting beschouwd voor moslims om op vrijdag de gebeden gezamenlijk in een moskee te doen (figuur 7.14). Als men in een groep bidt, treedt één persoon op als imam, dat wil zeggen "hij (of zij) die leidt, voorgaat". 3. Zakat is de verplichte belasting die elke moslim jaarlijks moet betalen. Iedere moslim moet 2,5% van zijn persoonlijke bezittingen schenken. De zakat wordt gebruikt om armen en zieken te ondersteunen en het islamitische geloof te verspreiden. 4. Sawm is de vastenperiode in de negende maand (ramadan). Alle moslims vasten dan van zonsopgang tot zonsondergang. De vasten wordt beschouwd als een periode van zelfreiniging en zelfbeheersing. De ramadan eindigt met het suikerfeest. 5. Hadj is de bedevaart naar Mekka. Als het mogelijk is, moet iedere moslims deze pelgrimstocht één keer in zijn /haar leven maken.
Geowijzer 2014 | 15
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.14 Gebedsdienst in de Fatih moskee in Oldenzaal © Frans Westerveen Bij het overlijden van de profeet Mohammed in het jaar 632 ontstonden twee verschillende stromingen: de Soennieten (73%) en de Sjiieten (23%). Onder beide groepen zijn gematigde gelovigen en fundamentalisten, die willen dat iedereen leeft volgens de letterlijke, strenge teksten van het geloof. Onder de sjiieten is er ook een vrijzinnige stroming, de alevieten. Zij kunnen bijvoorbeeld alcohol drinken of varkensvlees eten, en veel alevitische vrouwen dragen geen hoofddoek. Hindoeïsme Meer dan 5000 jaar geleden is in India het hindoeïsme ontstaan. Wereldwijd zijn er zo’n 900 miljoen hindoes waarvan 95% in India woont. In Nederland wonende hindoes zijn afkomstig uit Suriname, India, Pakistan, Bangladesh, Zuid-Afrika, Mauritius en Oeganda. Het aantal hindoes in Nederland is te schatten op 100.000 – 200.000. Het overgrote deel van de hindoes in Nederland is hindoestaan, afkomstig uit Suriname (circa 85%). Ongeveer 10% heeft een Indiase achtergrond. Het hindoeïsme is geen godsdienst maar een levensbeschouwing. Het is een verzameling godsdienstige tradities en aanbevelingen voor hoe te leven. Alles wat je doet, denkt of zegt moet erop gericht zijn dat je de ander niet benadeelt. Tijdens je leven moet je zoveel mogelijk leren om jezelf zoveel mogelijk spiritueel te ontwikkelen en uiteindelijk te verlichten. Verlichten betekent dat je wordt bevrijd uit de kringloop van wedergeboorte, om zo nooit meer te hoeven lijden. Zolang je niet verlicht bent, blijf je op deze wereld terugkomen, reïncarneren. Je krijgt als het ware telkens een herkansing in de vorm van een nieuw leven. Het hoogste doel in het hindoeïsme is de verlossing uit de kringloop van leven en dood te komen. Het hindoeïsme is anders dan andere wereldreligies want het kent geen stichter, geen strikte regels en niet één maar meerdere heilige boeken. Daarnaast past het hindoeïsme zich aan aan de tijd, plaats en omstandigheid. Hindoes geloven dat God overal is; alles in de natuur maakt onderdeel uit van God. Er zijn talrijke goden en godinnen die het uiterlijk van mensen en dieren hebben. Drie goden zijn het belangrijkst: Vishnu, Shiva en Brahma. Vishnu houdt alles in leven. Shiva is de god die de wereld laat vergaan en opnieuw laat ontstaan. Brahma heeft de wereld gemaakt. Hindoes vereren ook goden met een speciale betekenis zoals Ganesh, de god van het succes (figuur 7.15).
Geowijzer 2014 | 16
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
Figuur 7.15 Ganesh heeft een olifantenhoofd. © Alice Peters God kan overal worden vereerd omdat God in alles is. Hindoes geloven dat goden niet onbereikbaar zijn, maar naar de mensen toe komen. Ze gaan er van uit dat ze echt aanwezig kunnen zijn, als ze met bepaalde rituelen worden uitgenodigd. In de Mandir, een tempel, komen mensen bijeen om samen te bidden. Deze diensten worden geleid door pandits (priesters). En er worden offers voor God uitgevoerd. Bloemen en zoete hapjes worden op het altaar gelegd. Daarnaast wordt voorgelezen uit een heilig boek. In alle grote steden in Nederland is een Mandir vinden. Deze is vaak elke zondag open en tijdens Hindoefeestdagen. Iedereen is welkom in de Mandir. Als hindoe ben je niet verplicht om elke zondag naar de Mandir te gaan. Er zijn meerdere manieren om je tot God te richten. Veel hindoes hebben een altaar thuis. Maar ook rivieren, zoals de Ganges, zijn voor hindoes heilige plaatsen. Baden reinigt het lichaam en de geest en wast de zonden weg. Het Hindoeïsme kent meerdere stromingen: zoals de Sanatan Dharma, de Arya Samaj, de Iskcon, het Sikhisme, enzovoort. Boeddhisme Wereldwijd zijn er 376 miljoen boeddhisten. Ongeveer 1% van de totale bevolking van Nederland noemt zichzelf boeddhist. De meeste boeddhisten wonen in Azië. Het boeddhisme is ontstaan in India in de vijfde eeuw voor Christus. Wereldwijd zijn er ongeveer 500 miljoen boeddhisten, waarvan de meeste in Azië wonen. Boeddhisten leven volgens de leer van Boeddha. Boeddha is geen god, maar een voorbeeld voor boeddhisten. Rond 500 voor Christus werd Boeddha als prins in India geboren. Hij leefde eerst in luxe, maar besloot het paleis te verlaten omdat hij niet gelukkig was. Hij zag dood, pijn en ziekte van gewone mensen en leerde een wijze man kennen die geestesrust had gevonden. Boeddha leerde dat het leven een oneindige cyclus is van leven, dood en wedergeboorte. Uiteindelijk kunnen mensen het doel, de staat van verlichting, bereiken. Boeddhisten geloven dat er heilige plaatsen zijn zoals gebouwen, bergen of bomen. Ze bezoeken tempels en kloosters om aan Boeddha te denken of om feestdagen te vieren. In het boeddhisme zijn een aantal stromingen. De belangrijkste zijn de Hinayana-boeddhisten en de Mahayana-boeddhisten. De Hinayanaboeddhisten gaan er van uit dat een mens op eigen kracht de verlichting kan bereiken. De Hinayana-boeddhisten worden vaak monnik of non om zo dicht mogelijk bij de leer van Boeddha te blijven. De Mahayana-
Geowijzer 2014 | 17
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
boeddhisten geloven dat je verlichting kunt bereiken door hulp van anderen. Jodendom Voor de Tweede Wereldoorlog bedroeg het aantal joden wereldwijd ongeveer 18 miljoen. Na de genocide door de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog waren daar nog ongeveer 12 miljoen mensen van over. Tegenwoordig lopen de schattingen uiteen van 13,0 tot 14,6 miljoen joden. De grootste groepen Joden wonen in de Verenigde Staten (meer dan 6 miljoen) en Israël (meer dan 5 miljoen). In Nederland wonen ruim 40.000 joden. Uitgangspunt bij deze telling is dat iemand joods is als hij of zij ten minste één ouder heeft die joods genoemd kan worden. Figuur 7.16 Het interieur van de synagoge Enschede
Het Jodendom is ongeveer 3000 jaar geleden ontstaan. Het Jodendom heeft niet echt een stichter. Het is gegroeid uit vele ideeën en gedachten van profeten. Joden aanbidden één God, zij noemen hem Jahweh (JHWH). Het Jodendom kent drie grondbeginselen: het geloof in één God, het geloof in de uitverkiezing van het Joodse volk en het geloof in de Thora (het heilige boek van de joden). De eerste stamvader was Abraham. Alle volgelingen van het Jodendom zijn kinderen van Abraham. In de Thora staat dat God beloofde Abrahams volk te beschermen als zij hem zouden eren en zijn wetten gehoorzaamden. Er waren verschillende joodse stammen, een deel van die stammen verbleef lange tijd in Egypte. Egypte was toen nog een land dat geregeerd door farao's. De joden waren slaven en moesten werken voor de Egyptenaren. Mozes was een uitverkorene van God, hij bevrijdde zijn mensen van de slavernij. Ze gingen door de Rode Zee tot aan de berg Sinaï. Mozes beklom de berg om Gods woord te horen. Hij bleef dagen op de berg en kwam terug met twee stenen tafels: de Tien Geboden (figuur 7.17). Deze geboden zijn de leefregels van de joden. Daarnaast zijn er in het Jodendom een groot aantal, vaak zeer precieze voorschriften voor de Geowijzer 2014 | 18
Auteurs: Alice Peters, Frans Westerveen www.geowijzer.noordhoff.nl
isbn 978-90-01-78504-8 © 2014 Noordhoff Uitgevers bv
sociale omgang, de voedselbereiding en de hygiëne waaraan een jood zich moet houden. De eredienst (in de Hebreeuwse taal) speelt zich af in de synagoge en is een dienst van het woord.
Figuur 7.17 De Tien Geboden 1. Ik ben de enige God. Aanbid geen andere God. 2. Maak geen afbeeldingen van God om te aanbidden. 3. Heb eerbied voor de naam van God. 4. Beschouw de sabbat (rustdag) als heilig. 5. Heb respect voor je vader en moede. 6. Dood niet. 7. Wees niet ontrouw aan je man of vrouw. 8. Steel niet. 9. Vertel geen leugens over andere mensen. 10. Wees niet jaloers op het bezit van anderen.
Het Jodendom kent verschillende stromingen zoals de Farizeeën (een vrome sekte binnen het Jodendom) maar ook zeer vrijzinnige groepen (met name in de Verenigde Staten) en zeer orthodoxe groeperingen als de Chassidiem (de in zwart geklede mannen met ongeknipte haren). In de twintigste eeuw ontwikkelde zich in het oosten een nationalistische stroming die leidde tot het Zionisme, het streven om alle Joden te verenigen op historische grond, Palestina (Israël).
Geowijzer 2014 | 19