Hoofdstuk 4 Jaarrekening Grondslagen van resultaatbepaling en waardering. Resultaatbepaling. Waardering

H4 502

Provincie Overijssel Jaarverslag 2013

Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2013

4. Jaarrekening 2013 4.1 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering Resultaatbepaling Toerekening van baten en lasten De lasten en baten worden verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Op 11 december 2013 is de Financiele Verordening 2013 door Provinciale Staten vastgesteld en daarmee is de Verordening Financieel Beheer vervangen. Op advies van de accountant is in de nieuwe verordening het beleid ten aanzien van het nemen van baten en lasten aangescherpt. Bij verleende opdrachten worden de lasten verantwoord naar rato van de geleverde prestatie. Subsidies worden in de regel als last verantwoord in het boekjaar waarin de beschikking verzonden is, tenzij één van de in de verordening opgesomde uitzonderingsregels van toepassing is. Rente reserves /doeluitkeringen en instandhoudingsbijdragen voorzieningen Ten laste van het resultaat is aan de betreffende reserves rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerde voorcalculatorische percentage van 2%. Voor de reserves Regionale bereikbaarheid, Provinciale infrastructuur en Waterwegen is een ander percentage gehanteerd. Aan de algemene reserves en diverse reserves samenhangend met de Kracht van Overijssel is geen rente toegevoegd. De instandhoudingstoevoeging aan de voorzieningen is gebaseerd op de toename van de risico’s door inflatie, hiervoor wordt hetzelfde percentage gehanteerd als voor de reserves (2%). Hierop bestaan enkele uitzonderingen, waarbij de instandhoudingstoevoeging is gebaseerd op een ander percentage, werkelijk gerealiseerde opbrengsten of geen bijdrage. De aan doeluitkeringen toegevoegde rente is gebaseerd op de voorwaarden waaronder de middelen door overheden zijn verstrekt; als hierover geen voorwaarden zijn gesteld, dan wordt geen rente toegevoegd. Als er rente toegevoegd dient te worden, dan wordt in principe het percentage gehanteerd dat geldt voor de reserves, tenzij ook het percentage is voorgeschreven. ILG | Dienst Regelingen (DR) en Dienst Landelijk Gebied (DLG) Voor de verwerking van de rapportages van Dienst Regelingen en Dienst Landelijk Gebied gelden de volgende, afwijkende grondslagen. Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer (PSN) / Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) / (DR): de lasten voor deze regelingen bestaan uit de door DR in het boekjaar betaalde bedragen. Opdrachtverlening Dienst Landelijk Gebied: de verantwoorde last komt overeen met de betaalde facturen, conform de Provinciale Maandverantwoording van DLG.

Waardering De balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarden, tenzij onderstaand anders is vermeld. Immateriële vaste activa Onder deze post is het positieve saldo van agio, afschrijvingen op agio en disagio veroorzaakt door de obligatieportefeuilles opgenomen. Dit saldo betreft het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de nominale waarde van de uitzettingen verminderd met de afschrijvingen op agio. Het op uitzettingen betaalde agio wordt gedurende de looptijd van het actief lineair afgeschreven; bij tussentijdse verkoop wordt het op dat moment resterende agio als last genomen. Op grond van het voorzichtigheidsprincipe wordt disagio als baat genomen bij tussentijdse verkoop of afloop van de uitzetting en hier wordt niet over afgeschreven.


503

Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut worden te allen tijde geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden geactiveerd tenzij op specifieke gronden incidentele afschrijving van (een deel van) het investeringsbedrag plaatsvindt. De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs vermindert met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, variëren van drie jaar tot vijftig jaar. Het afschrijven op investeringswaarden start in het jaar ná investeren. Financiële vaste activa De kapitaalverstrekkingen zijn gewaardeerd op de historische kostprijs. Daar waar nodig zijn de kapitaalverstrekkingen vermindert met de daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen. De leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarden. Daar waar nodig zijn de leningen vermindert met de daarvoor voorzichtigheidshalve gevormde voorzieningen. De obligatieportefeuilles zijn gewaardeerd op nominale waarden, eventueel vermindert met een negatief saldo van agio, afschrijvingen op agio en disagio. De wijze van waarderen van dit negatieve saldo wijkt niet af van hetgeen beschreven is onder immateriële vaste activa. Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd, uitgezonderd de voorraad (ruil)gronden. Deze laatste voorraad wordt tegen verkrijgingsprijs gewaardeerd, tenzij de taxatiewaarde lager is. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarden. Daar waar nodig zijn de vorderingen voorzichtigheidshalve lager gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd tot redelijkerwijs te schatten bedragen, wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is. De schattingsmethodiek voor de Voorziening APPA is gebaseerd op actuariële berekeningen.

504



4.2 Overzicht van baten en lasten ( x € 1 miljoen) Begroot 2013 Kerntaak

Rekening 2012

na wijzigingen

Rekening 2013

Verschil

Saldo

Saldo

Saldo

Saldo

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer

-20,0

-74,7

-63,4

-11,3

Milieu en energie

-18,6

-1,9

24,2

-26,1

Inrichting landelijk gebied

-27,3

0,8

-24,0

24,8

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

-57,8

-77,5

-69,6

-7,9

Regionale economie

-27,2

-43,0

-36,4

-6,6

Culturele infrastructuur en monumentenzorg

-37,5

-27,4

-27,1

-0,3

-7,4

-3,9

-3,6

-0,3

Niet-kerntaak en overig

-108,4

-111,8

-104,3

-7,5

Gebiedsontwikkelingen

-35,2

-43,6

-37,6

-6,0

-339,4

-383,0

-341,8

-41,2

277,0

275,9

288,2

-12,3

0,0

-0,3

0,0

-0,3

Saldo van baten en lasten

-62,4

-107,4

-53,6

-53,8

Storting/onttrekking reserves

115,0

107,4

84,7

22,7

52,6

0,0

31,1

-31,1

Kwaliteit van het openbaar bestuur

Subtotaal kerntaken Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien

Resultaat Resultaatbestemmingsvoorstellen Storting in de Algemene dekkingsreserve reguliere resultaatbestemmingsvoorstellen t.g.v. de exploitatie 2013

20,4 9,3

storting in de bestemmingsreserves

11,9

storting in de Algemene reserve KvO

2,2

storting in de bestemmingsreserve uKvO

9,5

toevoeging aan doeluitkeringen

0,3

onttrekking aan doeluitkeringen

-0,6

onttrekking aan de bestemmingsreserve t.g.v. de exploitatie 2012

-0,4

Vrij besteedbaar resultaat

0,0


505

4.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 4.3.1 Analyse van het resultaat over 2013 Resultaat Het financiële resultaat over 2013 is als volgt samen te vatten:

Resultaatoverzicht 2013

( x € 1 miljoen) Actuele begroting

Realisatie

Realisatie t.o.v. Begroting


-107,4

-53,6

53,8

Stortingen en onttrekkingen aan de reserves

107,4

84,7

-22,7

0,0

31,1

31,1

Resultaat

Met ingang van 1 januari 2013 is er een administratieve aanpassing doorgevoerd door het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) in verband met het versterken van de transparantie van de begroting en de controle (Jaarverslag) daarop. De term “resultaat voor bestemming” is vervangen door “saldo van baten en lasten”. En de term “resultaat na bestemming” is vervangen door “resultaat”. Het saldo van baten en lasten (beter bekend als onderuitputting) is € 54 miljoen. Dit is het verschil tussen de actuele begroting en de realisatie. In 2013 is er € 22,9 miljoen minder onttrokken aan de reserves dan begroot. Dit brengt het resultaat op € 31,1 miljoen. Het resultaat 2013 wordt beïnvloed door een bijzondere post “waardering gronden”.

Resultaatoverzicht 2013

( x € 1 miljoen) Actuele begroting

Saldo van baten en lasten (exclusief bijzondere

Realisatie -107,4

Realisatie t.o.v. Begroting -27,0

-80,4

posten) Saldo van baten en lasten (bijzondere posten) Saldo van baten en lasten (inclusief bijzondere

-26,4

26,4

-107,4

-53,6

53,8

107,4

84,7

-22,7

0,0

31,1

31,1

posten) Stortingen en onttrekkingen aan de reserves Resultaat

506



Exclusief deze bijzondere post komt de onderuitputting uit op € 80,4 miljoen. In het saldo van baten en lasten is een afwaardering van de voorraad gronden verwerkt van € 26,4 miljoen. Per 12 november 2013 hebben de 1e en de 2e kamer ingestemd met het wetsvoorstel Decentralisatie Investeringsbudget waarin de diverse aanpassingen in de wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) zijn opgenomen. Met dit besluit kan de bestuursovereenkomst Inrichting Landelijk Gebied (ILG) 2007 - 2013 ook formeel worden afgewikkeld. De instemming heeft daarmee ook consequenties voor de presentatie van de ILG “nieuw” voorraad grond en gebouwen en de waardering hiervan in de provinciale balans. De afgelopen jaren is de aangekochte grond als vordering op BBL in onze balans opgenomen. Nu de nieuwe wet is aangenomen, is deze vordering omgezet in de voorraadrekeningen ILG “nieuw” (grond binnen de begrenzing Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en grond buiten de begrenzing EHS en gebouwen). De gronden binnen de EHS-begrenzing zijn gewaardeerd tegen de natuurwaarde. En als gevolg van de waardering tegen natuurwaarde afgewaardeerd met € 21,3 miljoen. Zowel de gronden buiten de EHS begrenzing als de gebouwen zijn gewaardeerd tegen boekwaarde. Voor de situaties waarin de marktwaarde lager is dan de boekwaarde is een voorziening getroffen. De dotatie aan de voorziening als gevolg van de waardering bedraagt € 5,1 miljoen. De afwaardering van de gronden is ten laste geboekt van de Algemene Reserve Gronden (ARG). Analyse saldo van baten en lasten jaarrekening periode 2013 - 2009

Analyse saldo van baten en lasten jaarrekening periode 2013 - 2009


( x € 1 miljoen)

2013

2012

2011

2010

2009

54,0

88,0

63,3

91,0

-13,0

(inclusief bijzondere posten) (bijzondere posten) 2013 - Afwaardering van de voorraad gronden 2012 2011 - Dotatie voorziening realisatie EHS en voorziening en plan kosten gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente 2010 2009 - technische aanpassing a.g.v. verkoop productie en leveringsbedrijf Essent

In vergelijking met 2012 is het saldo van baten en lasten in 2013 € 34 miljoen lager (€ 54 miljoen in 2013 ten opzichte van € 88 miljoen in 2012). Dit heeft grotendeels te maken met de afwaardering gronden in 2013 (€ 26,4 miljoen) en lagere extra baten in 2013 ten opzichte van 2012 (€ 6,1 miljoen).


507


100

x € 1 miljoen

80 60 40 20 0 -20

2009

2010

2011

2012

2013

Jaren inclusief bijzondere posten exclusief bijzondere posten

Het saldo van baten en lasten in de Jaarrekening 2009 en 2013 wordt beïnvloed door bijzondere posten. De bijzondere posten hebben betrekking op de verkoop van het productiebedrijf / leveringsbedrijf Essent in 2009 en op de afwaardering grond in 2013. In deze paragraaf beperken wij ons tot een toelichting op het totaal; de toelichting op de financiële afwijking per kerntaak is opgenomen in hoofdstuk 2. Het saldo van baten en lasten kan als volgt worden gepresenteerd.

Analyse saldo baten en lasten De toelichting op het resultaat is gericht op het saldo van baten en lasten. Het gaat daarbij om het saldo van baten en lasten tussen de actuele begroting en de realisatie. De stortingen en onttrekkingen aan de reserves worden meegenomen bij de resultaatbestemmingen. Voor een nadere analyse is het saldo van baten en lasten ontleed in de volgende componenten. Beleid Onderbesteding en overschrijding op budgetten waar de provincie invloed op kan uitoefenen; weliswaar niet altijd voor 100%, vanwege de betrokkenheid van andere partijen bij het beleid, maar er is een bepaalde mate van handelingsvrijheid. Niet meer benodigde middelen Budgetten zijn over en niet meer nodig voor het realiseren van prestaties. Niet-geraamde lasten Overschrijdingen door administratieve regelgeving / verwerking. Extra bate Hogere / lagere lasten op de ontvangen bedragen van derden.

508



( x € 1 miljoen) 2013

2012

2011

2010

2009 18,6

1. Beleid

63,7

53,2

52,6

68,5

2. Niet meer benodigde middelen

10,4

24,0

8,6

13,1

4,0

3. Niet geraamde lasten

-4,6

-5,4

-12,1

2,3

-11,1

4. Extra bate

10,9

16,2

14,2

7,1

-3,2

Totaal

80,4

88,0

63,3

91,0

8,3

Bijzondere posten

-26,4


54,0

-21,3 88,0

63,3

91,0

-13,0

1. Beleid (€ 63,7 miljoen) In totaal is er binnen beleid in 2013 een onderuitputting van € 34,8 miljoen op het investerings programma uitvoering Kracht van Overijssel. De grootste afwijkingen per project binnen het investeringsprogramma Kracht van Overijssel betreffen: Netwerksteden (kerntaak 1, beleidsdoel 1.1.1) € 9,0 miljoen • Het budget dat destijds vanuit IMG beschikbaar is gesteld voor Waterboulevard Almelo ad € 8,9 miljoen is door vertraging van de plannen niet gerealiseerd. N340 (1e fase) (kerntaak 4, beleidsdoel 4.1.7) € 6,7 miljoen • De onderuitputting wordt veroorzaakt doordat er minder grond is verworven dan gepland. Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid (kerntaak 9, beleidsdoel 9.0.2) € 5,1 miljoen • Deze onderuitputting komt voornamelijk omdat geplande grondtransacties in 2013 niet zijn doorgegaan. Het betreft ook de grondtransactie met de gemeente Kampen. Deze transactie heeft plaatsgevonden op de eerste werkdag in 2014 en is daarom in 2014 verantwoord. Uitvoeringprogramma’s uitvoeren voor Overijssels water, Cultuurbeleving en Puur (kerntaak 5, beleidsdoel 5.5.4) € 1,9 miljoen Transitie- en transformatietraject Jeugdzorg (kerntaak 8, beleidsdoel 8.4.1) € 1,8 miljoen Duurzaam opwekken energie (kerntaak 2, beleidsdoel 2.1.1) € 1,6 miljoen Uitvoeringsprogramma versterking van de concurrentiekracht en de verduurzaming van de sector land- en tuinbouw (kerntaak 5, beleidsdoel 5.3.4) € 1,0 miljoen Vitale bedrijventerreinen (kerntaak 5, beleidsdoel 5.1.2) € 0,9 miljoen Uitvoeringsprogramma Businessplan voor de sector High Tech in Twente (kerntaak 5, beleidsdoel 5.3.1) € 0,8 miljoen Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta (pMJP2.3.4) (kerntaak 3, beleidsdoel 3.4.5) € 0,7 miljoen Beheer en onderhoud oeverbeschoeiingen en kunstwerken (kerntaal 4, beleidsdoel 4.6.1) € 0,7 miljoen Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht € 0,7 miljoen Overige investeringsprojecten Kracht van Overijssel € 3,9 miljoen Totaal investeringsprojecten € 34,8 miljoen


509

Reguliere kerntaken Op een aantal reguliere kerntaakbudgetten is een bedrag overgebleven. Het gaat hier om overgebleven budgetten 2013, waarvan het voorstel is om deze over te hevelen naar 2014 om daarmee de geplande doelstellingen te kunnen realiseren. Of te storten in de bestemmingsreserve. Het betreft hier onder andere: • Subsidieregeling “asbest eraf, zonnepanelen er op” € 1,2 miljoen • Pieken in de Delta, bijstelling project voor de topsector Health € 1,2 miljoen • Implementatie RUD € 0,7 miljoen • Vrijval doeluitkering Gooiermars t.b.v. natuurbeheer € 0,3 miljoen • Juridische ondersteuning grondzaken € 0,2 miljoen • Uitvoering meerjarig project Rietimpuls € 0,1 miljoen Totaal overheveling reguliere kerntaakbudgetten naar 2014 € 3,7 miljoen Storting in bestemmingsreserve: • Bestemmingsreserve Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) • Bestemmingsreserve energiebesparing duurzaamheidpremie • Bestemmingsreserve bodemsanering In 2013 is de doeluitkering bodem van € 9,3 miljoen vrijgevallen. Bij het Jaarverslag 2013 wordt voorgesteld om dit bedrag toe te voegen aan de Reserve bodemsanering. • Bestemmingsreserve Europese Programma’s • Bestemmingsreserve Provinciale Infrastructuur Totaal afstorting in de bestemmingsreserve

€ 0,8 miljoen € 2,4 miljoen € 9,3 miljoen

-/- € 0,2 miljoen -/- € 0,6 miljoen € 11,7 miljoen

In 2013 is er minder onttrokken dan begroot aan de volgende bestemmingsreserves: • Bestemmingsreserve bodemsanering € 6,6 miljoen • Bestemmingsreserve energiebesparing € 2,6 miljoen • Bestemmingsreserve waterwegen € 2,0 miljoen • Bestemmingsreserve egalisatiereserve ILG € 1,5 miljoen • Bestemmingsreserve uitvoeringsreserve EHS € 0,6 miljoen • Bestemmingsreserve ISV € 0,2 miljoen Totaal minder onttrokken aan de bestemmingsreserves € 13,5 miljoen Totaal beleid

€ 63,7 miljoen

2. Niet meer benodigde middelen (€ 10,4 miljoen) Van de onderstaande investeringsprojecten Kracht van Overijssel zijn de prestaties gereed gemeld. Het restant budget kan vrijvallen ten gunste van de Algemene Dekkingsreserve (ADR). Ontwikkelen en uitvoeren programma leefbaarheid, stadsrandzones en groene omgeving € 0,2 miljoen Duurzaam opwekken energie (energiepact) € 0,2 miljoen Bedrijfsverplaatsingen ten behoeve van EHS en Natura 2000 € 0,4 miljoen Overige investeringsprojecten Kracht van Overijssel € 0,1 miljoen Totaal vrijval investeringsprojecten KvO ten gunste van de ADR € 0,9 miljoen Vrijval “oude verplichtingen” Streefbeeld en generieke voorzieningen Budget voormalig personeel Apparaatskosten Personeelsgebonden kosten Totaal niet meer benodigde middelen

510


€ 4,6 miljoen € 1,6 miljoen € 0,4 miljoen € 1,6 miljoen € 1,3 miljoen € 10,4 miljoen


3. Niet-geraamde lasten (-/- € 4,6 miljoen) De niet-geraamde lasten betreffen extra dotaties aan de voorzieningen om deze op het vereiste niveau te brengen. • Voorziening “Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers” -/- € 0,5 miljoen • Voorziening reorganisatie -/- € 1,6 miljoen Aanvulling toekomstige WW-aanspraken boventallige medewerkers naar aanleiding van de functieplan die door de directie is vastgesteld op 1 mei 2012. • Voorziening dubieuze debiteuren -/- € 0,9 miljoen • Voorziening actualisering gebiedsontwikkeling -/- € 1,6 miljoen Totaal niet-geraamde lasten -/- € 4,6 miljoen 4. Extra bate (€ 10,9 miljoen) Hogere opbrengst provinciefonds Hogere renteopbrengsten Actualisering rentebaten bruglening Enexis en dividend Wadinko Totaal extra bate

€ 0,8 miljoen € 7,5 miljoen € 2,6 miljoen € 10,9 miljoen

4.3.2 Financiering en algemene dekkingsmiddelen (inclusief onvoorzien)

Algemene dekkingsmiddelen

( x € 1.000) Begroting 2013 na wijzigingen

Algemene dekkingsmiddelen Organisatie nutsvoorzieningen

Baten

Lasten

Rekening 2013

Saldo

Baten

Lasten

Saldo

Verschil -1.164

0

4

-4

1.369

209

1.160

Rente kortlopende deposito's & uitzettingen

1.100

0

1.100

1.610

0

1.610

-510

Rente langlopende deposito's & uitzettingen

49.864

60.375

-10.511

55.964

60.725

-4.761

-5.750

Bespaarde rente Uitkering provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Deelneming Bank Nederlandse Gemeenten Onderuitputting Totaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal algemene dekkingsmiddelen

68.505

0

68.505

68.505

0

68.505

0

118.024

0

118.024

118.857

0

118.857

-833

96.200

0

96.200

95.657

0

95.657

543

131

7

124

131

7

124

0

0

-2.500

2.500

-57

-7.150

7.093

-4.593

333.824

57.886

275.938

342.036

53.791

288.245

-12.307

0

250

-250

0

0

0

-250

333.824

58.136

275.688

342.036

53.791

288.245

-12.557

Organisatie nutsvoorzieningen Binnen dit onderdeel worden de baten en lasten van de SPV’s samenhangend met de verkoop van Essent verantwoord (exclusief Vordering op Enexis; deze wordt samen met Enexis verantwoord in Kerntaak 2). Bij de Monitor Overijssel 2013-I is reeds gemeld dat de Verkoop Vennootschap een dividend heeft uitgekeerd van € 1,1 miljoen. De resterende afwijkingen op zowel de baten als de lasten hebben te maken met de verwerking van de advieskosten in 2010 en 2011. Deze kosten zijn door de Verkoop Vennootschap aan NoordBrabant uitbetaald via een aanvullende dividenduitkering. Nu Noord-Brabant de kosten bij ons in rekening heeft gebracht, zijn deze samen met ons aandeel in de aanvullende dividenduitkering nu verantwoord. Per saldo een voordeeltje van € 40.000.


511

Rente kortlopende deposito’s en uitzettingen Bij de Perspectiefnota 2014 werd nog voorzien dat het verplicht Schatkistbankieren halverwege 2013 ingevoerd zou worden en dat – mede gelet op een ontbrekend rendement bij het Rijk – de opbrengsten op kortlopende uitzettingen vanaf dat moment non-existent zouden zijn. Omdat het schatkistbankieren pas per 1 januari 2014 is ingevoerd, hebben de kortlopende uitzettingen € 0,5 miljoen meer opgebracht dan voorzien. Rente langlopende deposito’s en uitzettingen Bij de Monitor Overijssel 2013-II was op dit onderdeel al een overschrijding van de baten aangekondigd van € 3,7 miljoen. In december bleken aanvullende verkopen en aankopen door de vermogensbeheerders noodzakelijk, om binnen de aan hen verleende mandaten te kunnen blijven. Deze transacties leverden een positieve bijdrage aan het resultaat van per saldo € 2,1 miljoen. Uitkering provinciefonds Na het verschijnen van de septembercirculaire 2013 zijn over de invulling van het aanvullende beleidspakket van € 6 miljard nieuwe afspraken gemaakt in de begrotingsafspraken 2014. Deze begrotingsafspraken hebben ook effect op de hoogte van de accressen in 2013 en verder. Ook de najaarsnota (NJN) van het Rijk heeft effect op het accres 2013. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013. Dit effect wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen die bij NJN bekend is geworden. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van ruim € 10 miljoen. Voor Overijssel is dit een plus van ongeveer € 0,8 miljoen. Opcenten motorrijtuigenbelasting De baten die hier zijn verantwoord zijn gebaseerd op de cijfers zoals deze ontvangen van de Belastingdienst, die deze vaststelt via een landelijke geldende systematiek. Voor meer informatie zie verplichte paragraaf provinciale heffingen. Onderuitputting De negatieve lasten op het product onderuitputting (-/- € 7,1 miljoen) betreffen correcties op de lasten van voorgaande jaren. Deze correcties bestaan voor het grootste deel uit de vrijval van de volgende verplichtingen: • IMG Fabrieksschool Enschede € 1,8 miljoen • Revival KITO € 0,7 miljoen • Asbestlocaties Hof van Twente € 0,3 miljoen • Artez Hogeschool van de Kunsten € 0,3 miljoen • Onderzoek Culturele Hoofdstad ONL € 0,2 miljoen • Houtgestookte verwarmingsinstallatie Kronnenzommer € 0,2 miljoen • IMG Zwolle Binnenhavenvisie € 0,2 miljoen • GOBT € 0,2 miljoen • Reconstructie fietsroute Ceintuurbaan € 0,1 miljoen • Subsidie jonge agrariërs € 0,1 miljoen • Vrijval van ca. 300 verplichtingen kleiner dan € 100.000 € 3,0 miljoen Totaal € 7,1 miljoen

512



4.3.3 Structurele en incidentele baten & lasten Inleiding In deze paragraaf worden de incidentele lasten en baten in de begroting en realisatie over 2013 gepresenteerd. Het toezicht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is onder meer gericht op duurzaam financieel evenwicht in de begroting. Dit betekent dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten, wat betekent dat de structurele baten gelijk of hoger dienen te zijn dan de structurele lasten. De volgende overzichten zijn opgesteld aan de hand van de uitgangspunten zoals die geformuleerd zijn in de Kerntakenbegroting 2013 (§ 4.4.2, pagina 298 en verder). In bijlage 1 zijn de baten en lasten gespecificeerd opgenomen. Samenvattend overzicht

( x € 1.000) Omschrijving

Begroting 2013

Resultaat 2013

Totale lasten

1.484.934

1.430.480

54.454

Totale baten

1.484.934

1.461.581

-23.353

0

31.101

31.101

Toevoegingen aan algemene reserves

268.139

241.791

26.348

Overige incidentele lasten

812.317

789.287

23.030

1.080.456

1.031.078

49.378

Onttrekkingen aan algemene reserves

517.818

517.818

0

Overige incidentele baten

540.316

509.570

-30.746

1.058.134

1.027.388

-30.746

404.478

399.402

5.076

425

171

254

426.800

434.193

7.393

806

752

54

22.322

34.791

12.469

1,5%

2,4%

n.v.t.

Saldo na bestemming (baten -/- lasten)

Totaal incidentele lasten

Totaal incidentele baten Structurele lasten waarvan toevoegingen aan reserves Structurele baten waarvan onttrekkingen aan reserves Structureel saldo als percentage van de totale begrotingslasten

Saldo 2013


513

Incidentele baten & lasten per Kerntaak

Incidentele lasten per Kerntaak

( x € 1.000) Begroting 2013

Realisatie 2013

Saldo 2013

Incidentele lasten kerntaken Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

74.958

64.252

Milieu en energie

64.233

52.336

11.897


51.234

77.253

-26.019


42.573

33.372

9.201

Regionale economie

40.015

33.867

6.148


6.053

5.762

292

Kwaliteit openbaar bestuur

1.292

1.180

112

Sociale infrastructuur, jeugd en overige kerntaken

16.384

13.825

2.559


42.754

36.861

5.893

339.496

318.708

20.788

206

-206

268.139

241.791

26.348

4.141

4.141

28.711

26.271

4.000

4.000

Totaal kerntaken

10.706

Overige incidentele lasten (inclusief algemene reserves) Advieskosten spv's afwikkeling Essent Toevoegingen aan de algemene reserves Toevoegingen aan de Reserve Europese programma's Toevoeging aan de Egalisatiereserve ILG Toevoeging aan de Reserve energiebesparing Toevoeging aan de Reserve bodemsanering 2010 - 2014 Toevoegingen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel Toevoeing aan de Reserve Energiefonds Overijssel Toevoeging aan de Reserve Uitvoering EHS Toevoegingen aan overige reserves Totaal overige lasten

Totaal incidentele lasten

514


11.393

11.408

321.273

321.273

5.000

5.000

94.207

94.207

2.440 -15

4.096

4.073

23

740.960

712.370

28.590

1.080.456

1.031.078

49.378


Incidentele baten per Kerntaak

( x € 1.000) Begroting 2013

Realisatie 2013

Saldo 2013

Incidentele baten kerntaken Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer

493

636

143

Milieu en energie

45.703

57.169

11.466


54.946

55.704

758

1.030

1.375

345

716

790

74

10

10

91

77

-14

138

192

54

103.117

115.953

12.836

1.369

1.369

Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Regionale economie Culturele infrastructuur en monumentenzorg Kwaliteit openbaar bestuur Sociale infrastructuur, jeugd en overige kerntaken Gebiedsontwikkelingen Totaal kerntaken Overige incidentele baten (inclusief algemene reserves) Dividend Verkoop Vennootschap B.V. Dividend N.V. BNG

131

131

1.106

7.874

Bespaarde rente

54.635

54.635

Decentralisatie - uitkeringen provinciefonds

51.182

51.182

517.818

517.818

Rente overige uitzettingen

Onttrekkingen aan de algemene reserves Onttrekkingen aan de Reserve Europese programma's Onttrekkingen aan de Egalisatiereserve ILG Onttrekkingen aan de Reserve bodemsanering 2010 - 2014 Onttrekkingen aan de Reserve uitvoering Kracht van Overijssel Onttrekkingen aan overige reserves Totaal overige baten Totaal incidentele baten Saldo incidentele baten en lasten

6.768

9.707

9.707

45.063

41.086

-3.977

9.541

2.956

-6.585

240.108

204.274

-35.834

25.726

20.403

-5.323

955.017

911.435

-43.582

1.058.134

1.027.388

-30.746

-22.322

-3.690

18.632


515

4.3.4 Informatie op grond van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector en semipublieke sector Op 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) in werking getreden. Deze wet handelt over het maximum inkomen van topfunctionarissen. Als het gaat om de provinciale organisatie is de conclusie dat geen van onze medewerkers, dus ook niet diegenen die moeten worden gekwalificeerd als topfunctionaris, de norm zoals gesteld in de WNT overstijgen. De uitleg van de wet is overigens dat de Griffier en de provinciesecretaris / algemeen directeur als topfunctionaris moeten worden gezien. Alhoewel dat geen onderdeel vormt van de wet, is met de inwerkingtreding van de WNT ook gekeken naar de tarieven van externen. Ten aanzien daarvan is de beleidslijn vastgesteld de WNT-norm begrenzend te laten zijn voor het uurtarief van externen. De WNT-norm is gebaseerd op 130% van het salaris van een minister. Op dit moment is regelgeving in voorbereiding de norm terug te brengen naar 100%. Verder is de gedachte de reikwijdte van de WNT uit te breiden. Ook wanneer de norm wordt teruggebracht naar 100% overschrijdt het salaris van onze topfunctionarissen – en dus ook van andere medewerkers – de norm niet.

Naam H.A. Timmerman

Beloning (€)

Belastbare

Voorzieningen

Duur (dagen)

vaste en varia-

voor beloningen

/ omvang (%)

Sociale verzeke-

bele onkosten

betaalbaar op

ringspremies (€)

vergoedingen (€)

termijn (€)

166.0951

-

1.361

26.314

dienst-verband Functie(s) Algemeen directeur /

in 2013 365 / 100

provincie-secretaris R. Wiggers

69.083

-

-

12.327

Griffier van de provincie

365 / 80

Overijssel

1

Inclusief € 23.764 brutogratificatie 35-jarig ambtsjubileum.

Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de op 27 februari 2014 gedateerde Beleidsregels toepassing WNT van het Ministerie van BZK als uitgangspunt gehanteerd. De provincie Overijssel herkent de onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen, zoals opgenomen in de op 27 februari 2014 gedateerde Kamerbrief van de Minister van BZK. De provincie Overijssel heeft deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT-verantwoording betrokken.

516




517

4.3.5 Detailoverzicht baten en lasten

Kerntakenbegroting 2013


Baten rekening

Lasten rekening

Saldo rekening

2012

2012

2012

5,9

25,9

Milieu en energie

44,2

62,8

-18,6


17,1

44,4

-27,3


52,7

110,5

-57,8

Regionale economie

0,9

28,1

-27,2


0,4

38,0

-37,6

Kwaliteit van het openbaar bestuur

0,3

7,7

-7,4

Niet-kerntaak en overig

119,8

228,2

-108,4


3,8

39,1

-35,3

245,1

584,7

-339,6

Totaal kerntaken

-20,0

Financiering en Algemene dekkingsmiddelen Deelnemingen afwikkeling verkoop Essent (incl. PBE)

1,0

Geldleningen en uitzettingen korter dan één jaar

4,6

Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan één jaar Bespaarde rente Algemene uitkering provinciefonds

59,0

1,0 4,6 32,2

26,8

19,4

106,5

23,1 125,9

23,1

Eigen middelen (opcenten motorrijtuigenbelasting)

97,3

97,3

Overige financiële middelen (deelneming N.V. BNG)

0,1

0,1

Algemene baten en lasten Algemene dekkingsmiddelen

-17,8

17,8

310,9

33,9

277,0

556,1

618,6

-62,4

Onvoorzien Totaal financiering en algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten

518



( x € 1.000) Baten 2013

Lasten 2013

Gerealiseerd

Baten begroot

Lasten be-

Saldo begroot

Baten reke-

Lasten reke-

Saldo reke-

Primitief

Primitief

2013 Primitief

2013

groot 2013

2013

ning 2013

ning 2013

ning 2013

4,2

19,5

-15,3

2,6

77,3

-74,7

2,9

66,3

39,4

41,4

-2,0

75,1

77,0

-1,9

89,1

64,9

24,2

58,1

105,2

-47,1

54,9

54,1

0,8

55,7

79,7

-24,0

53,4

136,0

-82,6

49,4

126,9

-77,5

50,2

119,8

-69,6

0,3

44,6

-44,3

0,8

43,8

-43,0

0,9

37,3

-36,4

25,5

-25,5

27,4

-27,4

0,0

27,1

-27,1

0,1

4,0

-3,9

0,2

4,1

-3,9

0,2

3,8

-3,6

119,9

228,3

-108,4

118,9

230,7

-111,8

123,1

227,4

-104,3

18,8

-18,8

0,4

44,0

-43,6

0,5

38,1

-37,6

623,3

-347,9

302,3

685,3

-383,0

322,5

664,2

-341,7

1,4

0,2

2,0

1,1

1,1

1,6

-4,3

49,9

-10,5

56,0

275,4

2,0 47,5

51,8

60,4

-63,4

1,2 1,6

60,7

-4,7

61,8

61,8

68,5

68,5

68,5

68,5

86,1

86,1

118,0

118,0

118,9

118,9

99,2

99,2

96,2

96,2

95,6

95,6

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

-2,5

2,5

-0,1

-7,1

7,0

57,9

275,9

342,0

53,8

288,2

0,3

-0,3

743,5

-107,4

664,6

718,2

-53,6

-2,5

2,5

49,4

247,3

0,3

-0,3

296,7

49,6

247,1

572,1

672,9

-100,8

296,7

333,8

636,2


519

Mutaties reserves per kerntaak

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo rekening

rekening 2012

rekening 2012

2012


45,0

80,9

-35,9

Milieu en energie

88,5

99,3

-10,8


26,5

99,5

-73,0

100,0

350,4

-250,4

Regionale economie

26,8

126,5

-99,7


30,6

26,9

3,7


Kwaliteit van het openbaar bestuur Niet-kerntaak en overig Gebiedsontwikkelingen

1,0

4,8

-3,8

12,4

31,2

-18,8

96,4

122,0

-25,6

Algemene dekkingsmiddelen

1.652,3

1.022,8

629,5

Totaal mutaties reserves

2.079,4

1.964,4

115,0

Mutaties reserves Algemene dekkingsmiddelen

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo rekening

rekening 2012

rekening 2012

2012

Saldireserve Algemene dekkingsreserve Reserve Kracht van Overijssel

30,0

-30,0

1.007,7

55,9

951,8

565,9

936,9

-371,0

Reserve uitvoering KvO - algemeen Ontwikkelingsreserve Vrijval Ontwikkelingsreserve

13,0

13,0

Reserve investeren in Overijssel

55,8

55,8

9,9

9,9

Reserve IiO - vrijval Reserve investeren met gemeenten Totaal mutaties reserves Algemene dekkingsmiddelen

520


1.652,3

1.022,8

629,5


( x € 1.000) Onttrekkingen

Stortingen

Saldo 2013

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo begroot

Onttrekkingen

Stortingen re-

Saldo reke-

2013 Primitief

2013 Primitief

Primitief

begroot 2013

begroot 2013

2013

rekening 2013

kening 2013

ning 2013

15,7

4,8

10,9

75,4

74,7

0,7

65,8

74,9

-9,1

27,9

5,4

22,5

33,1

20,8

12,3

21,4

20,6

0,8

38,9

18,1

20,8

66,4

23,9

42,5

62,8

21,5

41,3

45,9

1,3

44,6

41,5

135,3

-93,8

31,3

135,3

-104,0

39,6

7,5

32,1

42,8

45,9

-3,1

36,1

45,8

-9,7

5,2

7,8

-2,6

6,7

7,6

-0,9

6,5

7,7

-1,2

1,2

1,2

1,2

1,2

1,1

9,8

9,8

16,7

10,0

6,7

14,0

9,8

1,1 4,2

18,8

18,8

42,3

60,9

-18,6

36,0

60,9

-24,9

89,8

147,1

-57,3

522,7

362,3

160,4

522,2

336,0

186,2

292,8

192,0

100,8

848,8

741,4

107,4

797,2

712,5

84,7

( x € 1.000) Onttrekkingen

Stortingen

Saldo 2013

Onttrekkingen

Stortingen

Saldo begroot

Onttrekkingen

Stortingen re-

Saldo reke-

2013 Primitief

2013 Primitief

Primitief

begroot 2013

begroot 2013

2013

rekening 2013

kening 2013

ning 2013

1,0

-1,0

1,0

-1,0

82,8

4,8

78,1

134,4

15,6

118,8

134,4

15,6

118,8

7,0

142,3

-135,3

383,4

160,5

222,9

383,4

160,5

222,9

91,0

-91,0

4,9

94,2

-89,3

522,7

362,3

160,4

89,8

147,1

-57,3

64,7

-64,7

4,4

94,2

-89,8

522,2

336,0

186,2


521

4.4 Balans Activa 31-12-2012

31-12-2013

1.874.122

1.819.578

38.287

41.174

158.134

148.775

Investeringen met een economisch nut

59.122

53.035

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

99.012

95.740

1.677.701

1.629.629

Vaste activa (1)

Immateriële vaste activa

(2)

Materiële vaste activa

(3)

Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen

3.462

6.462

waarvan aan deelnemingen

3.224

6.224

waarvan aan overige verbonden partijen Leningen waarvan aan openbare lichamen waarvan aan deelnemingen waarvan aan overige verbonden partijen Overige langlopende geldleningen Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd ≥ één jaar Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ één jaar Vlottende activa (4)

Voorraden

(5)

( x € 1.000)

Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

238

238

311.105

283.265

4.000

4.000

306.438

278.598

667

667

38.639

48.746

135.600

138.600

1.188.895

1.152.556

491.752

356.449

23.298

82.665

276.039

104.138

Vorderingen op openbare lichamen

34.078

33.492

Overige verstrekte kasgeldleningen

202.494

Rekening-courantverhouding met het Rijk

(6)

2.633

2.665

Overige vorderingen

6.569

3.994

Overige uitzettingen

30.265

28.487

Liquide middelen

40.081

120.147

152.334

49.499

29.009

19.114

123.325

30.385

2.365.874

2.176.027

(7)

Overlopende activa

(13)

Nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen Totaal

522

35.500

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier



Passiva

(8)

( x € 1.000) 31-12-2012

31-12-2013

Vaste passiva

1.903.561

1.809.974

Eigen vermogen

1.837.851

1.784.291

1.785.253

1.753.190

waarvan algemene reserves

798.815

575.386

waarvan bestemmingsreserves

Reserves

986.438

1.177.804

Resultaat na bestemming

52.598

31.101

Voorzieningen

65.498

25.471

(10) Vaste schulden

212

212

462.313

366.053

31.356

36.578

430.957

329.475

Nog te betalen in het begrotingsjaar opgebouwde verplichtingen

286.080

240.752

Nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen

139.867

82.613

5.010

6.110

2.365.874

2.176.027

19.948

18.595

(9)

Vlottende passiva (11) Netto-vlottende schulden (12) Overlopende passiva (13)

Overige vooruitontvangen bedragen

Totaal (14)

Verstrekte borgen garantstellingen


523

4.5 Toelichting op de balans Ten opzichte van onze Jaarrekening 2012 hebben wij de categorisering van bepaalde activa herzien. De redenen hiervoor zijn de verwerving van EHS-gronden, de recente aanpassing van het BBV als gevolg van het schatkistbankieren en de nadere controle op navolging van wet- en regelgeving. Om de cijfers vergelijkbaar te houden met die van 2013 hebben wij in de balans per ultimo 2012 verschuivingen aangebracht, die wij onderstaand toelichten. Investeringen met een economisch nut De overname van de BBL-gronden van DLG heeft geleid tot een heroverweging inzake de classificering van alle gronden in bezit van de provincie Overijssel. In overleg met de accountant heeft nadere interpretatie van de Notitie grondexploitatie van de Commissie BBV ertoe geleid dat de gronden die bij de Jaarstukken 2012 nog onder de materiële vaste activa werden gepresenteerd, bij deze jaarstukken onder de voorraden worden gepresenteerd. Alle gronden zijn direct beschikbaar voor verdere ruiling of verkoop en passen daardoor beter onder de voorraden. Van het bedrag ad € 81,04 miljoen dat eind 2012 in de Jaarstukken 2012 is opgenomen, is in deze jaarstukken een bedrag van € 21,918 miljoen opgenomen onder voorraden. Overige langlopende geldleningen Bij de invoering van het verplicht schatkistbankieren zijn in het BBV enkele wijzigingen doorgevoerd. Eén daarvan betreft de presentatie van aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden verstrekte leningen. Van het bedrag ad € 42,639 miljoen dat eind 2012 in de Jaarstukken 2012 is opgenomen, is in deze jaarstukken een bedrag van € 4 miljoen opgenomen onder leningen aan openbare lichamen. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van ≥ 1 jaar Bij de invoering van het verplicht schatkistbankieren zijn in het BBV enkele wijzigingen doorgevoerd. Onderdelen daarvan betreffen alle uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier. Daarnaast is gebleken dat de opgebouwde rente in de obligatieportefeuilles qua karakter beter past onder de uitzettingen met een looptijd van korter dan één jaar. Van het bedrag ad € 1.357,393 miljoen dat eind 2012 in de Jaarstukken 2012 is opgenomen, is in deze jaarstukken een bedrag van € 135,6 miljoen opgenomen onder Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van ≥ 1 jaar, een bedrag van € 2,633 miljoen opgenomen onder Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van < 1 jaar en een bedrag van € 30,265 miljoen opgenomen onder Overige uitzettingen met een looptijd van korter dan één jaar. Overlopende activa Bij deze jaarrekening is gebleken dat de vordering op het Rijk uit hoofde van het btw-compensatiefonds niet onder overlopende activa gepresenteerd dient te worden, maar onder de vorderingen op openbare lichamen. Van het bedrag ad € 142,619 miljoen dat eind 2012 in de Jaarrekening 2012 is opgenomen, is in deze jaarrekening een bedrag van € 19,294 miljoen opgenomen onder vorderingen op openbare lichamen.

524



4.5.1 Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa Saldo van agio en disagio

( x € 1.000) Agio

Disagio

Saldo

Waarde per 31 december 2012

60.104

-5.372

54.732

Afschrijvingen t/m 31 december 2012

-16.445

n.v.t.

-16.445

Boekwaarde per 31 december 2012

43.659

-5.372

38.287

Mutaties 2013 (Dis)agio bij verwerving

13.439

-10

13.429

Afschrijvingen

-11.058

n.v.t.

-11.058

-4.698

516

-4.182

4.698

n.v.t.

4.698

Vrijval door afloop of verkoop Vermindering afschrijving bij afloop/verkoop

68.845

-4.866

63.979

Afschrijvingen t/m 31 december 2013

Waarde per 31 december 2013

-22.805

n.v.t.

-22.805


46.040

-4.866

41.174

Door het verschil van het gefixeerde rentepercentage op de uitzettingen met een looptijd van een jaar of langer en de op het moment van aanschaf geldende marktrente, ontstaan verschillen tussen de aanschafwaarde en de nominale waarde. Als er meer wordt betaald dan de nominale waarde ontstaat agio en als er minder wordt betaald dan de nominale waarde ontstaat disagio. Over het bedrag aan agio wordt gedurende de looptijd afgeschreven, omdat bij de afloop van de uitzetting slechts de nominale waarde ontvangen zal worden. De jaarlijkse afschrijvingen zijn een correctie op de renteopbrengsten. Disagio is een potentiële extra baat die pas bij de afloop van de uitzetting gerealiseerd zal worden; op dat moment is pas volledig zeker dat de nominale waarde wordt ontvangen. Op grond van wet- en regelgeving wordt een positief saldo van agio en disagio onder immateriële vaste activa gepresenteerd en wordt een negatief saldo rechtstreeks in mindering gebracht op de uitzettingen met een looptijd van één jaar of langer. In 2013 hebben de vermogensbeheerders diverse aan- en verkopen gedaan om binnen het door Provinciale Staten gegeven mandaat te blijven. De agio is daardoor met per saldo € 11,8 miljoen toegenomen, de daarna resterende afname van de agio met € 3,1 miljoen betrof amortisatie van agio op afgeloste obligaties. Door genoemde aan- en verkopen hebben er in 2013 afschrijvingen plaatsgevonden van € 2,1 miljoen, een bedrag van € 9 miljoen heeft betrekking op agio op al in bezit zijnde obligaties. Van de verminderingen van de afschrijvingen heeft € 1,6 miljoen betrekking op bij verkopen geamortiseerde agio en heeft € 3,1 miljoen betrekking op amortisatie van agio op afgeloste obligaties. De per saldo afname van de disagio heeft nagenoeg geheel betrekking op de aan- en verkopen gedurende 2013. Slechts € 5.000 is vrijgevallen door aflossing van obligaties.


525

4.5.2 Materiële vaste activa Toelichting op de balanspositie


( x € 1.000) Woonruimten

Bedrijfs

Grond-, wegen

Machines, appara-

Overige materi-

gebouwen

water-bouwkundige

ten en installaties

ële vaste activa

werken

Aanschafwaarde per 31 december 2012

260

76.680

275.100

44.050

836

Afschrijvingen tot en met 31 december 2012

-179

-37.924

-176.088

-24.553

-48

81

38.756

99.012

19.497

788

766

2.631

2.399

254

-6

-2.065

-5.743

-7.201

-76

-160

-158

Boekwaarde per 31 december 2012 Mutaties 2013 Investeringen of desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van derden Afwaarderingen wegens duurzame waarde verminderingen Aanschafwaarde per 31 december 2013

260

77.446

277.571

46.291

1.090

Afschrijvingen tot en met 31 december 2013

-185

-39.989

-181.831

-31.754

-124

75

37.457

95.740

14.537

966


Materiële vaste activa met een economisch nut

Woonruimten

( x € 1.000) Boekwaarde per

Boekwaarde per

31-12-2012

31-12-2013

81

75

Bedrijfsgebouwen

38.756

37.457

Machines, apparaten en installaties

19.497

14.537

788

966

59.122

53.035

Overige materiële vaste activa Totaal

Op grond van het BBV worden de materiële vaste activa verdeeld in twee categorieën. • Met economisch nut: dit zijn bezittingen die verhandelbaar zijn en daarmee een waarde kennen in het economische verkeer. • Met maatschappelijk nut: dit zijn bezittingen die door hun aard (infrastructuur) niet verhandelbaar zijn en waarvoor dus geen waarde te bepalen is in het economische verkeer. De grond-, wegen waterbouwkundige werken vallen in zijn geheel onder vaste activa met een maatschappelijk nut. De vaste activa met een economisch nut betreffen de overige categorieën.

526



De investeringen in 2013 betroffen hoofdzakelijk ICT en provinciale wegen. Gronden en terreinen De overname van de BBL-gronden van DLG heeft geleid tot een heroverweging inzake de classificering van alle gronden in bezit van de provincie Overijssel. In overleg met de accountant heeft nadere interpretatie van de Notitie grondexploitatie van de Commissie BBV ertoe geleid dat de gronden die bij de Jaarstukken 2012 nog onder de materiële vaste activa werden gepresenteerd, bij deze jaarstukken onder de voorraden worden gepresenteerd. Alle gronden zijn direct beschikbaar voor verdere ruiling of verkoop en passen daardoor beter onder de voorraden. In paragraaf 4.5.4 wordt het verloop van de gronden in 2013 nader toegelicht.

Toelichting op de investeringskredieten voor activa Uit de toelichting op de balans blijkt dat de toename van de aanschafwaarden € 5,8 miljoen bedraagt ((des)investeringen vermindert met bijdragen van derden). Deze toename bestaat uit een drietal componenten: de benutting van de investeringskredieten voor een bedrag van € 6,4 miljoen, ontvangen investeringsbijdragen van derden voor een bedrag van € 0,3 miljoen en amortisatie van volledig afgeschreven en verkocht gladheidsbestrijdingsmaterieel ter grootte van € 0,3 miljoen. In 2013 waren investeringskredieten voor activa beschikbaar gesteld voor een bedrag van € 14,1 miljoen. De per saldo benutting van de investeringskredieten (investeringen vermindert met bijdragen van derden) bedroeg in 2013 € 6,1 miljoen. Van de resterende kredieten wordt voorgesteld € 1,2 miljoen over te hevelen naar 2014 en volgende jaren, de overige kredieten kunnen vrijvallen. Hierna worden de geraamde en gerealiseerde investeringen per krediet vermeld en toegelicht.


( x € 1.000) Nog te besteden

Omschrijving Duurzame ruimtelijke ordening en ontwikkeling, waaronder

Begroting 2013

Rekening 2013

Saldo

in 2014

154

154

154

154

na 2014

waterbeheer Grondwatermeetnet Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Studie en onderzoek Aanleg provinciale wegen (inclusief KEM)

2.981

2.726

255

128

124

4

2.347

2.347

Gladheidsbestrijdingsmaterieel

296

255

Patrouilleboot Noordwest-Overijssel

210

Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Digitaal loket Vastgoed Huisvesting en inrichting Documentproductie Informatie- en communicatietechnologie Logistieke services Totaal

10.513

210

41 210

3.321

30

7.192

210 972

30

1.961

685

1.276

155

72

83

580

27

9

18

8.340

2.555

5.785

412

20

392

392

14.060

6.067

7.993

972


210

527

Kerntaak Duurzame ruimtelijke ordening en ontwikkeling, waaronder waterbeheer Grondwatermeetnet De geplande investeringen in 2013 voor ICT-kosten grondwaterreserve (Landelijk Grondwater register) hebben geen doorgang gevonden omdat het Landelijk Grondwaterregister (LGR) inmiddels in IPO-verband op landelijk niveau wordt geregeld. De Overijsselse bijdrage aan het LGR wordt gefinancierd vanuit het onderzoeksbudget ten laste van de voorziening grondwaterbeheer. De investeringen voor het grondwatermeetnet worden ook gefinancierd uit dit onderzoeksbudget. De geraamde investeringskredieten zijn daarom niet besteed. Voor de Perspectiefnota 2015 zal onderzocht worden of en in hoeverre de investeringskredieten in stand gehouden moeten worden of eventueel (deels) omgezet moeten worden naar programmabudgetten. Kerntaak Regionale bereikbaarheid, regionaal OV Studie en onderzoek Het investeringsbudget Studie en Onderzoek met betrekking tot realiseren van een goede bereikbaarheid bedroeg in 2013 € 0,1 miljoen. Dit krediet is in 2013 onder meer aangewend voor onderzoek voor monitoring openbaar vervoer, een onderzoek naar een maatschappelijke kostenbatenanalyse en het verkrijgen van informatie over bereikbaarheidsprofielen (‘speed profiles’). Aanleg provinciale wegen (inclusief KEM) De aanleg of vervanging van provinciale infrastructuur, die geprogrammeerd is in de Dynamische Beleidsagenda (zie bijlage bij Kerntaakbegroting 2013), wordt gefinancierd door de bestemmingsreserve Provinciale Infrastructuur en een investeringskrediet. Bij het opstellen van het huidige bestuursakkoord is besloten om de investeringskredieten structureel te schrappen, behoudens de kredieten die in het verleden aan lopende projecten zijn toegekend. Het investeringskrediet 2013 bedroeg € 2,3 miljoen, inlcusief € 1 miljoen aan Kosteneffectieve Maatregelen (KEM), en is volledig benut. Het jaar 2013 was het laatste jaar dat een investeringskrediet beschikbaar was. Gladheidsbestrijdingsmaterieel Het budget voor de aanschaf van gladheidsbestrijdingsmaterieel bedroeg in 2013 € 0,3 miljoen voor de aanschaf van zoutstrooiers en sneeuwploegen. Hiermee is de kwantiteit en kwaliteit van het gladheidsbestrijdingsmaterieel gewaarborgd. Patrouilleboot Noordwest-Overijssel Het investeringskrediet voor De Belter is een periodiek investeringskrediet. Het investeringskrediet dat voor het jaar 2013 beschikbaar was, is niet aangewend, maar is wel nodig voor de onderhoudscyclus van de boot. Daarom wordt voorgesteld dit investeringskrediet uit 2013 door te schuiven naar 2018.

528



Kerntaak Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken Digitaal loket Door herprioritering is de voorgenomen investering van circa € 10.000 in het onderdeel ‘Sturingsrapportages en managementrapportages’ van Zaakgericht Werken niet gerealiseerd. Het daarvoor beschikbare bedrag kan komen te vervallen nu hier op een alternatieve manier in is voorzien. In het kader van e-dienstverlening is in de tweede helft van 2013 gestart met het ontwerpen van e-formulieren. De technische aspecten zijn nagenoeg klaar; aansluitend kan de benodigde investering van € 20.000 voor de content van de e-formulieren gerealiseerd worden. Met dit onderdeel kan de externe dienstverlening op het terrein van subsidies verbeterd worden. De uitgaven voor dit onderdeel kunnen worden gefinancierd uit het reeds voor 2014 beschikbaar gestelde krediet voor ICT-investeringen. Vastgoed De uitgaven hadden met name betrekking op de vervanging van de dakbedekking van het bestuurscentrum, de bouwkundige aanpassingen van de vergaderruimten Carré en Triangel en de renovatie van dienstwoningen bij het Nijenhuis. Als gevolg van voordelige aanbestedingen en het vervallen van enkele investeringen is € 0,7 miljoen niet besteed. Daarnaast wordt voorgesteld een bedrag van € 0,6 miljoen door te schuiven naar 2014 voor de vervanging van de dakbedekking op de vloer / dakoverstekken (omlopen), het plaatsen van zonnecellen op het dak van het bestuurscentrum, de vervanging van de luchtbehandeling-installaties in de vleugel van het provinciehuis en de renovatie van de laatste dienstwoning bij het Nijenhuis. Huisvesting en inrichting De uitgaven hebben betrekking op de afronding van de verbouwing van de 4e en 5e verdieping van de vleugel van het provinciehuis voor het Shared Service Centrum (SSC). De kosten van deze verbouwing worden volledig terugverdiend via de verhuurbaten. Documentproductie De investering betreft de vervanging van een snijmachine. Informatie- en communicatietechnologie De trend lijkt zich door te zetten dat een-op-een vervangingen van ICT tegen lagere kosten dan begroot kunnen worden uitgevoerd. In 2013 zijn projecten in het kader van de vervanging van de ICTinfrastructuur beperkt uitgevoerd. De uitvoering van de vervanging zal plaatsvinden via het Shared Service Center. Het doel is te komen tot een geïntegreerde infrastructuur. In 2013 bevond dit zich in de opstartfase. De vervanging en vernieuwing van applicaties is in 2013 deels gerealiseerd. In een aantal gevallen is de geplande oplevering door de leveranciers niet gehaald. Bij e-dienstverlening heeft de aanbesteding vertraging opgelopen. Logistieke services De investering heeft betrekking op de vervanging van de audiovisuele faciliteiten voor de Statenzaal en de diverse vergaderzalen. In 2013 betreffen de uitgaven de juridische advisering rondom diverse europese aanbestedingen voor de benodigde apparatuur. De daadwerkelijke levering en betaling van de apparatuur zal in 2014 plaatsvinden. Daarom wordt voorgesteld een bedrag van € 0,4 miljoen door te schuiven naar 2014.


529

4.5.3 Financiële vaste activa

Financiële vaste activa

( x € 1.000) Kapitaalverstrekkingen aan

Deelnemingen Waarde verstrekte middelen

Overige verbon-

Openbare

den partijen

lichamen

27.944

Waardeverminderingen

Leningen aan Deelnemingen

den partijen

238

5.800

-24.720

306.438

667

306.438

667

-1.800

Boekwaarde per 31-12-2012

3.224

Mutaties waarde verstrekte middelen

9.430

-24.440

Mutaties waardeverminderingen

-6.430

-3.400

Mutaties 2013

3.000

-27.840

Waarde verstrekte middelen

238

37.374


4.000

238

-31.150


6.224

238

Overige lang

Uitzettingen

Overige uit

lopende leningen

in Nederlands

zettingen

5.800

281.998

-1.800

-3.400

4.000

278.598

schuldpapier Waarde verstrekte middelen

44.639


-6.000

135.600

1.188.895


38.639

135.600

1.188.895

Mutaties waarde verstrekte middelen

18.257

3.000

-36.339

Mutaties waardeverminderingen

-8.150

Mutaties 2013

10.107

3.000

-36.339

Waarde verstrekte middelen

62.896

138.600

1.152.556


-14.150


48.746

138.600

1.152.556

530


Overige verbon-

667

667


Kapitaalverstrekkingen

Kapitaalverstrekkingen

( x € 1.000)

Instelling

Intrinsieke waarde

% van het (aandelen)

Boekwaarde per

per 31-12-2012

kapitaal

31-12-2013

NV Bank Nederlandse gemeenten

4.336

0,16

199

Oost N.V.

5.816

8,82

5.117

Vitens N.V.

24.770

6,42

91

Wadinko N.V.

13.817

25,12

Zuiderzeehaven Beheer B.V. Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. Herstructureringsmij. Bedrijventereinen Overijssel NV (HMO) Enexis Holding N.V. Vordering op Enexis B.V.

3

16,67

3

856

16,46

238

22.326

100,00

606.828

18,71

707 19

18

18,71

Verkoop Vennootschap B.V.

77.791

18,71

Attero Holding N.V.

51.158

18,71

3

306

18,71

19

18,71

47

18,71

19

Publiek Belang Electriciteitsproductie BV (PBE) CBL Vennootschap B.V. Claim Staat Vennootschap B.V.

12

Energiefonds Overijssel B.V.

100,00

Totaal

808.037

6.462

Conform de regelgeving zijn de kapitaalverstrekkingen voor het bedrag van de oorspronkelijke investering in de balans gepresenteerd, waar nodig is voorzichtigheidshalve afgewaardeerd. De kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen betreft de Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V. In 2013 is aanvullend kapitaal verstrekt aan Oost N.V. van € 6 miljoen en aan HMO van € 3,4 miljoen. Geleidt op de bestaande waardering van beide deelnemingen zijn de bestaande voorzieningen aangevuld met respectievelijk 50% en 100% van het aanvullend verstrekte kapitaal Deze waardeverminderingen ultimo 2013 bestaan uit € 25,9 miljoen voor HMO, € 5,1 miljoen voor Oost N.V. en € 0,1 miljoen voor Verkoop Vennootschap B.V. Leningen Leningen aan openbare lichamen Op grond van wet- en regelgeving dienen leningen aan openbare lichamen conform artikel 1, onderdeel a van de Wet FIDO, afzonderlijk te worden opgenomen onder de leningen. In de Jaar stukken 2012 waren deze leningen nog opgenomen onder de overige langlopende leningen. In deze post zijn twee leningen opgenomen; een lening van € 4 miljoen aan de gemeente Enschede bedoeld voor energiezuinige maatregelen en een lening van € 1,8 miljoen aan de gemeente Hengelo voor het Warmtenet Hengelo. Gelet op het risicovolle karakter van het laatste project en de intentie deze lening te laten overgaan naar een afzonderlijke rechtspersoon, is de lening aan de gemeente Hengelo geheel voorzien.


531

Leningen aan deelnemingen

( x € 1.000)

Lening verstrekt aan

31-12-2012

Enexis Holding N.V.

39.297

Vitens N.V.

14.615

Vordering op Enexis B.V.

Vermeerderingen

31-12-2013

1.624

12.991

93.528

158.998

39.297

252.526

Energiefonds Overijssel B.V.

Verminderingen

67.312

Innovatiefonds Overijssel B.V. i.o. Waardeverminderingen leningen Innovatiefonds Totaal

306.438

67.312

3.400

3.400

-3.400

-3.400

67.312

95.152

278.598

Omdat de leningen voor het Innovatiefonds een hoog risico kennen en het Innovatiefonds Overijssel nog in de oprichtingsfase verkeert, zijn deze leningen volledig voorzien. Leningen aan overige verbonden partijen Deze post bestaat volledig uit een achtergestelde renteloze lening aan Zuiderzeehaven Ontwikkelingsmaatschappij C.V.

Overige langlopende leningen

( x € 1.000)

Lening verstrekt aan

31-12-2012

Stichting WMC

Vermeerderingen

Verminderingen

31-12-2013

500

Waardevermindering stichting WMC

500

-500

DLG | Revolving fund kavelruil

13.396

SVn | Startersleningen

15.468

SVn | Energieleningen

8.664

SVn | Energieleningen MKB

-500 1.693

4.085

11.004

4.106

725

18.849

7.500

164

16.000

800

2.000

2.800

Biobrandstoffabriek Hardenberg V.O.F.

1.046

47

1.093

Waardevermindering Biobrandstoffabriek Hardenberg

-1.000

Aardwarmtecluster KKP I B.V.

4.765

Waardevermindering aardwarmte koekoekspolder

-4.500

Stork Thermeq B.V., Hengelo | bedrijfsverplaatsing Waardevermindering Stork Thermeq Totaal

-1.000 265

38.639

4.500 -4.500

8.150

8.150

-8.150

-8.150

15.346

5.239

48.746

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier van één jaar of langer Op grond van wet- en regelgeving dienen uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer afzonderlijk onder de financiële vaste activa te worden gepresenteerd. In de Jaarstukken 2012 waren deze uitzettingen nog opgenomen onder de overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Het hier gepresenteerde saldo is onderdeel van de portefeuilles van de externe vermogens beheerders en betreft de nominale waarden van Nederlandse obligaties. De toename van

532



€ 3 miljoen in 2013 is veroorzaakt door de transacties van de vermogensbeheerders om binnen de gegeven mandaten te kunnen blijven opereren. Overige uitzettingen van één jaar of langer Onder deze post zijn de nominale waarden van de beleggingen in obligaties opgenomen exclusief die van Nederlandse obligaties. Deze post bevatte in de Jaarrekening 2012 daarnaast de ultimo jaareinde in obligaties opgebouwde rente. Omdat deze opgebouwde rente binnen een jaar wordt betaald, past de opgebouwde rente qua karakter beter onder de kortlopende uitzettingen. Van het bedrag van € 1.357,4 miljoen dat in de Jaarrekening 2012 is gepresenteerd, is in deze jaarrekening een bedrag van € 32,9 miljoen opgenomen onder de kortlopende uitzettingen en wordt nader toegelicht in § 4.5.5. Vanaf eind 2009 wordt er gebruik gemaakt van externe vermogensbeheerders. Zij beheren de ontvangen gelden uit de verkoop van Essent en beleggen deze in obligaties die vervolgens in principe tot het einde van de looptijd worden aangehouden. De per saldo afname van € 36,3 miljoen is veroorzaakt door € 66,6 miljoen aan afgeloste obligaties, € 79,6 miljoen aan verkopen en € 109,9 miljoen aan vervangende aankopen. De aan- en verkopen betreffen transacties van de vermogensbeheerders om binnen de gegeven mandaten te kunnen blijven opereren. Het geheel aan uitzettingen kent ultimo 2013 een nominale waarde van € 1.291,1 miljoen. Inclusief het saldo van agio en disagio van € 41,2 miljoen bedraagt de boekwaarde ultimo 2013 € 1.332,3 miljoen. De marktwaarde van de portefeuille bedraagt ultimo 2013 € 1.414,6 miljoen. Vanaf 2012 hebben de Kabinetten Rutte-I / II ingezet op de invoering van verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden (SKB). Tot de zomer van 2012 was er veel onduidelijkheid over de formulering en uitwerking van deze maatregelen. Op 4 juni 2012 heeft het Ministerie van Financiën via een advertentie in de Staatscourant aangekondigd wat de kern van de wetsaanpassing op het gebied van Verplicht Schatkistbankieren zou gaan betekenen. Na de val van Rutte-I was het zeer onduidelijk hoe een nieuw Kabinet zou omgaan met de genoemde maatregelen. In het regeerakkoord voor Rutte-II van eind oktober 2012 werd vastgehouden aan het voornemen m.b.t. SKB. Vanaf de zomer 2012 is door de koepels van de decentrale overheden met het Kabinet gesproken over de invoering van o.a. SKB. Op 18 januari 2013 is door een kerndelegatie van de koepels een Onderhandelaarsakkoord Financiën gesloten met het Kabinet, dat in maart 2013 door de besturen van de koepels is geaccepteerd. Eind maart 2013 heeft het ministerie van Financiën een overgangsregeling SKB gepubliceerd. Kern daarvan is dat lopende contracten van voor 4 juni 2012 (publicatie Staatscourant) geëerbiedigd worden. Vrijvallende middelen kunnen eind 2013 in de schatkist vloeien, transacties binnen een portefeuille zijn toegestaan, zolang verkoop en aankoop aan elkaar gekoppeld kunnen worden en de gemiddelde looptijd van de portefeuille mag niet toenemen. Op 16 december is SKB via een aanpassing van de Wet Fido van een wettelijk kader voorzien. Zolang de status van het voornemen tot invoeren van SKB zeer onduidelijk was, heeft Overijssel haar beleid richting haar vermogensbeheerders BNG Capital Management en Lombard Odier niet aangepast om de rente-opbrengsten vanuit de portefeuilles zoveel mogelijk te beschermen. Herbelegging van vrijvallende middelen binnen de portefeuilles naar eigen inzicht van de beheerders bleef daarmee mogelijk. Nadat de koepels in maart 2013 het financieel akkoord met het Rijk hebben geaccordeerd, heeft Overijssel de instructie aan de beheerders aangepast. Vrijvallende middelen zijn vanaf april 2013 niet meer herbelegd en beschikbaar gehouden voor SKB. Onze handelswijze valt daarmee binnen de geldende rechtsregels op het moment van handelen, zoals ook via toetsing door een externe juridisch adviseur is bevestigd.


533

Het bedrag dat tot april 2013 per saldo is herbelegd bedraagt € 40,1 miljoen (op basis van marktwaarde). Na 1 april heeft BNG alleen nog wijzigingen in de portefeuille aangebracht vanuit onderhoudsperspectief (verkoop en aankoop gekoppeld), waarbij de duration niet is verlengd en de portefeuille niet is uitgebreid. Lombard heeft in het geheel geen aan- of verkopen meer gedaan.

4.5.4 Voorraden De in deze Jaarstukken gepresenteerde voorraden vallen onder de categorie ‘Overige gronden hulpstoffen’ en bestaan volledig uit aangekochte gronden en gebouwen. De overname van de BBL-gronden van DLG heeft geleid tot een heroverweging inzake de classificering van alle gronden in bezit van de provincie Overijssel. In overleg met de accountant heeft nadere interpretatie van de Notitie grondexploitatie van de Commissie BBV ertoe geleid dat de gronden die bij de Jaarstukken 2012 nog voor een bedrag van € 21,9 miljoen onder de materiële vaste activa werden gepresenteerd, bij deze Jaarstukken onder de voorraden worden gepresenteerd. Alle gronden zijn direct beschikbaar voor verdere ruiling of verkoop en passen daardoor beter onder de voorraden.

Voorraden

( x € 1.000)

Voorraad gronden hulpstoffen, overig (Ruil)gronden IJsseldelta-Zuid (Ruil)gronden N340 / N377 / N48

Stand per 31-12-2012

Vermeerderingen

Verminderingen


20.370

4.474

2.693

22.151

1.288

1.397

(Ruil)gronden N34

260

(Ruil)gronden EHS

1.380

Waardeverminderingen i.v.m. lagere marktwaarde Totaal

23.298

2.685 88

172

87.770

89.150

-31.493

-31.493

62.148

2.781

82.665

(Ruil)gronden IJsseldelta-Zuid De vermeerderingen betreffen een bedrag van € 4,5 miljoen. Het betreft grotendeels de aankoop van de camping Roggebotsluis. De verminderingen betreffen een bedrag van € 2,7 miljoen. Van de verminderingen heeft een bedrag van circa € 1 miljoen betrekking op een koopovereenkomst die in 2012 onder de voorraad is opgenomen, waarvan tot op heden de feitelijke levering nog niet heeft plaatsgevonden. Dit bedrag is gecorrigeerd en zal na feitelijke levering tot een mutatie in de voorraad leiden. Daarnaast betreft het een aantal ruilingen van grond waarbij grond geleverd is vanuit de voorraad. (Ruil)gronden N340 / N377 / N48 De vermeerderingen in 2013 betroffen aankopen bedoeld om de verwerving van traceegronden te faciliteren. (Ruil)gronden N34 De verminderingen in 2013 betroffen de verkoop en ruiling van reeds verworven gronden voor percelen onder het tracee van de N34. (Ruil)gronden EHS In de ILG-periode 2007 - 2013 heeft het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) in opdracht van de provincie gronden aangekocht. De bevoorschotting aan het BBL was in de provinciale administratie

534



als vooruitbetaling verwerkt. In verband met de afwikkeling van het ILG is deze vooruitbetaling van € 87,8 miljoen in 2013 omgezet naar voorraad. De voorraad bestaat uit gronden binnen de EHS-begrenzing en (nog te ruilen) gronden buiten de EHS-begrenzing. Daarnaast bevat de voorraad ook gebouwen. In het kader van het grond-voor-grondprincipe worden de gronden buiten de begrenzing en gebouwen ingezet als dekking van de juridische verplichtingen verwerving en inrichting EHS (grond voor grond) en de ontwikkelopgave Natura 2000 / PAS. Waardeverminderingen in verband met lagere marktwaarde De BBV-richtlijnen bepalen dat gronden moeten worden gewaardeerd op basis van verkrijgingswaarde tenzij de marktwaarde lager is. Ook de ‘nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond’ (PS/2012/874) bevat dit uitgangspunt. In het Statenvoorstel ‘Samen verder aan de slag met de EHS’ (PS/2013/412) is opgenomen dat voor toepassing van het grond-voor-grondprincipe de buiten de EHS gelegen EHS-gronden worden ondergebracht in de grondbank als onderdeel van de ARG. Daarbij is aangegeven dat de waardering wordt bepaald aan de hand van de actuele marktwaarde. Op basis van de geldende BBV-richtlijnen en vastgestelde uitgangspunten voor het grondbeleid en de grondbank is de voorraad gronden gesplitst in gronden binnen de EHS-begrenzing en gronden buiten de EHS-begrenzing. Waardevermindering gronden gelegen binnen de EHS-begrenzing Deze categorie gronden ligt op de juiste plek en kan worden ingezet voor doelrealisatie. De marktwaarde voor deze categorie is gebaseerd op een natuurbestemming. Op deze categorie gronden is daarom een afwaardering van € 21,3 miljoen verwerkt. Waardevermindering gronden gelegen buiten de EHS-begrenzing en gebouwen Deze categorie betreft ruilgronden en gebouwen die zullen worden verkocht of geruild ten behoeve van verwervingen binnen de EHS. Voor dit onderdeel van de vooraad zijn voor de objecten waarbij de marktwaarde lager is dan de verkrijgingswaarde per einde 2013 voorzieningen getroffen voor gronden buiten de EHS (€ 3,5 miljoen) en gebouwen (€ 6,7 miljoen).

4.5.5 Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar

( x € 1.000) Stand per 31-12-2012



34.078

33.492

Overige verstrekte kasgeldleningen

202.494

Rekening-courantverhouding met het Rijk

35.500

Uitzettingen in Nederlands schuldpapier

2.633

2.665

Overige vorderingen

6.569

3.994

Overige uitzettingen

30.265

28.487

276.039

104.138

Totaal


535


( x € 1.000) Stand per 31-12-2012


28.403

31.296

Europese Unie Rijksoverheid Provincies Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Totaal

500

298

5.175

1.898

34.078

33.492

De belangrijkste vorderingen ultimo 2013 betreffen het btw-compensatiefonds (€ 22,2 miljoen) en de opcenten motorrijtuigenbelasting over december (€ 8 miljoen). Overige verstrekte kasgeldleningen In verband met de liquiditeitsbehoefte en de invoering van verplicht schatkistbankieren zijn de in 2013 vrijgevallen kortlopende deposito’s niet herbelegd. Rekening-courantverhouding met het Rijk Op grond van wet- en regelgeving dienen overtollige middelen aangehouden te worden in ’s Rijks schatkist en afzonderlijk te worden verantwoord. Ultimo 2013 is het op dat moment beschikbare saldo aan liquiditeiten aan deze rekening-courant toegevoegd. Uitzettingen in Nederlands schuldpapier Het saldo betreft een afsplitsing van het in de Jaarrekening 2012 onder ‘Overige uitzettingen van één jaar of langer’ verantwoorde saldo van de obligatieportefeuilles. Specifiek betreft het de per jaareinde opgebouwde rente op Nederlandse obligaties binnen de obligatieportefeuilles.

Overige vorderingen

( x € 1.000) Stand per 31-12-2012


Nog te ontvangen rentebaten

5.451

2.806

Overige vorderingen

1.118

1.188

Totaal

6.569

3.994

Het verplicht schatkistbankieren betekent ook dat de nog te ontvangen rentebaten sterk dalen. Het saldo eind 2013 bevat de nog over 2013 te ontvangen rente van de bruglening aan Enexis en de achtergestelde lening aan Vitens. Overige uitzettingen Het saldo betreft een afsplitsing van het in de Jaarrekening 2012 onder ‘Overige uitzettingen van één jaar of langer’ verantwoorde saldo van de obligatieportefeuilles. Specifiek betreft het de per jaareinde opgebouwde rente op de obligaties (exclusief Nederlandse) binnen de obligatieportefeuilles.

536



4.5.6 Liquide middelen

Liquide middelen

( x € 1.000)

Rekeningen-courant Kas Totaal



40.075

120.145

6

1

40.081

120.147

Wij streven naar het aanhouden van zo laag mogelijke saldi liquide middelen op onze reguliere rekeningen-courant. Het hoge saldo eind 2013 wordt veroorzaakt door een vrijval van deposito’s van € 92 miljoen op 31 december 2013.

4.5.7 Overlopende activa

Overlopende activa

Nog te verrekenen / te declareren bedragen Vooruitbetaalde bedragen

( x € 1.000) Stand per 31-12-2012


121.218

20.562

2.101

9.771

29.009

19.114

Ontvangsten onderweg en kruisposten

0

48

Overige

6

4

152.334

49.499

Doeluitkeringen

Totaal

Nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen Voor de toelichting op de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen verwijzen wij u naar paragraaf 4.5.13, waar deze gezamenlijk met de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht worden. Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen Alle nog te verrekenen en te declareren bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grootste posten betreffen betaalde voorschotten DLG-ILG (€ 8,4 miljoen) en een vooruitbetaald bedrag voor SNL (€ 7,8 miljoen). EHS/ILG In de ILG-periode 2007 - 2013 heeft het BBL (Bureau Beheer Landbouwgronden) in opdracht van de provincie gronden aangekocht. De bevoorschotting aan het BBL was in de provinciale administratie als vooruitbetaling verwerkt. In verband met de afwikkeling van het ILG is deze vooruitbetaling van € 87,8 miljoen in 2013 omgezet naar voorraad.


537

4.5.8 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit twee componenten: de reserves en het resultaat over het boekjaar. Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en vrij besteedbaar zijn. Het instellen, wijzigen en opheffen van reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Dit is in het BBV vastgelegd. De reden hiervoor is dat reserves worden gevormd door positieve resultaten of bewust zijn vrijgemaakt vanuit andere middelen, om op een later moment aan te kunnen wenden. Ook kunnen reserves worden gevormd om risico’s af te dekken, waardoor tegenvallers in andere jaren kunnen worden opgevangen. In alle gevallen raken de reserves het budgetrecht van Provinciale Staten. Reserves zijn er in twee vormen: algemene reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserves betreffen vermogensbestanddelen waaraan door Provinciale Staten nog geen bestemming is gegeven. Hoewel deze reserves vrij besteedbaar zijn, dienen deze ook als buffer tegen algemene risico’s. Bestemmingsreserves zijn vermogensbestanddelen waaraan Provinciale Staten een bestedingsrichting hebben gegeven. Het resultaat over het boekjaar betreft het overschot of tekort ten opzichte van de begroting nadat de stortingen en onttrekkingen aan de reserves in dat jaar hebben plaatsgevonden. Het resultaat staat eveneens ter beschikking aan Provinciale Staten.

538




539


Toevoegingen per

Onttrekkingen per

1-1-2013

1-1-2013

Stand per 1-1-2013

Algemene reserves Saldireserve

37.000

37.000

Algemene dekkingsreserve

390.855

59.430

Reserve Kracht van Overijssel

370.960

2.150

373.110

1.043

1.043

Algemene reserve grondzaken Subtotaal

798.815

62.623

23.880

426.405

23.880

837.558

5.000

8.368

Bestemmingsreserves Reserve Europese programma's

13.368

Reserve Reconstructie

2.055

2.055

Reserve beheersing fiscale risico's

1.000

1.000

Reserve regionale bereikbaarheid

3.487

3.487

Reserve Provinciale infrastructuur

36.560

36.560

Reserve waterwegen

7.612

7.612

Egalisatiereserve ILG

63.047

63.047

Reserve startersleningen

5.437

5.437

Reserve energiebesparing

10.510

Reserve herstructurering bedrijventerreinen Reserve bodemsanering 2010 - 2014 Reserve ISV-3 Reserve Uitvoering Kracht van Overijssel

24.027

3.406

313

3.719

735.950

9.500

Reserve majeure projecten EHS

19.793

Uitvoeringsreserve EHS

Totaal reserves

6.079 8.393

62.500

Resultaat na bestemming

986.438

21.426

52.598 1.837.851

742.986 19.793

3.220

3.220 7.875

999.989

52.598 84.049

Bij de resultaatbestemming 2013 is een bedrag van -/- 305 toegevoegd aan de doeluitkering Gooiermars.


2.464

62.500

In 2013 zijn er geen bedragen in verband met afschrijvingen onttrokkken aan reserves.

540

10.099

15.634

Reserve Energiefonds Overijssel

Subtotaal

411

6.079

84.353

1.837.547


( x € 1.000) Toevoegingen 2013 Geraamd

Gerealiseerd

Onttrekkingen 2013

Afwijking

Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

Stand per

Waarvan

31-12-2013

verplicht per jaareinde

1.000

1.000

8.793

8.793

38.000

158.320

158.320

90.000

63.652

26.348

258.113

231.765

26.348

4.141 41 167

158

770

770

5.314

5.313

1

343

343

5.238

3.210

2.028

4.745

28.713

26.271

45.062

41.086

3.976

48.232

109

109

399

400

-1

5.146

4.425

4.171

5.160

2.566

2.594

11.704

10.794

2.354

2.354

8.433

8.433

3.000

3.000

1.877

110.557

110.557

324.641

383.380

383.380

148.050 64.695

493.937

493.937

575.386

4.141

4.707

4.706

1

7.803

2.803

41

500

465

35

1.631

1.217

1.000

1.000

9

2.442 254

3.645 32.017

9.541

2.956

6.585

24.071

2.135

1.981

154

1.738 852.949

311.773

311.773

237.644

201.810

35.834

5.000

5.000

50

54

-4

1.413

1.413

4.912

4.343

569

89.864

323.075

271.303

51.772

1.177.804

90.987

90.987

451.823

449.118

2.705

31.101

-31.101

711.984

-2.048

709.936

67.446

9.167

17.446

18.380

31.101 817.012

765.240

51.772

1.784.291

51.737


541

Algemene reserves

Saldireserve Soort

Algemene reserve (inclusief risicoreserve).

Ingesteld op

Besluit PS/1989 van Provinciale Staten van Overijssel in 1989 betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reserve- en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’.

Doel

Deze reserve vervult een belangrijke functie als buffer, om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder gunstige tijden kan deze gebruikt worden, of om een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen, of om de mogelijkheid te hebben geleidelijk het bestaande beleid om te buigen.

Specifieke spelregels

De reserve behoort tot de algemene middelen, aanwending is (binnen het doel van risicobuffer) voorbehouden aan PS.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.

Onderdeel weerstandsvermogen

€ 38.000.000. Gelet op doel en spelregels van de reserve behoort het volledige saldo tot de beschikbare weerstandscapaciteit.

Toelichting verloop 2013

In 2013 is de reserve beheersing fiscale risico’s opgeheven. Het saldo van de reserve is bedoeld voor een regulier

Gelet op doel en spelregels van de reserve n.v.t.

bedrijfvoeringsrisico, dat daarom beter in de Saldireserve thuishoort. Daarom is het saldo van € 1 miljoen aan de Saldireserve toegevoegd.

542



Algemene dekkingsreserve ( x € 1.000) Soort


Ingesteld op

Besluit PS/2002/26 van Provinciale Staten van Overijssel op 14 mei 2002.

Doel

Tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen.


N.v.t.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee. Gelet op doel en spelregels van de reserve n.v.t.

Vrije ruimte

€ -20.329.000 Per eind 2013.


€ 4.969.000 Betreft twee risicoreserveringen. De eerste van € 2,3 miljoen is bedoeld voor eventuele risico’s voortvloeiend uit de Reconstructiewet en de tweede van € 2,7 miljoen is bedoeld voor de eventuele resterende risico’s rondom ADT.


In 2013 is € 68,2 miljoen aan de reserve toegevoegd, bestaand uit toevoegingen bij de primitieve begroting van € 4,8 miljoen, het resultaat over 2012 van € 52,6 miljoen, € 6,8 miljoen aan resultaatbestemmingsvoorstellen per 1 januari 2013 bij het Jaar verslag 2012 en € 4 miljoen via begrotingswijzigingen (waarvan € 3,7 miljoen aan saldi van P&C-documenten).

Daarnaast is € 134,4 miljoen aan de reserve onttrokken, bestaand uit onttrekkingen bij de primitieve begroting van € 82,8 miljoen, € 23,8 miljoen aan resultaatbestemmingsvoorstellen per 1 januari 2013 bij het Jaarverslag 2012 en € 27,8 miljoen via begrotingswijzigingen. De onttrekkingen waren voor € 96 miljoen bestemd voor toevoeging aan de reserve Kracht van Overijssel. Het verloop van de Algemene dekkingsreserve in 2013 is daarmee als volgt:

beginstand per 31-12-2012

€ 390,9 miljoen

toevoegingen per 01-01-2013

€ 59,4 miljoen +

onttrekkingen per 01-01-2013

€ 23,8 miljoen -/-

toevoegingen in 2013

€

onttrekkingen in 2013

€ 110,6 miljoen -/-

eindstand per 31-12-2013

€ 324,6 miljoen

8,8 miljoen +

In de stand ultimo 2013 is een bedrag van € 340 miljoen tot en met 1 januari 2014 beklemd. De stand ultimo 2013 vermindert met deze beklemming en het onderdeel van het weerstandsvermogen is de aanwezige vrije ruimte in deze reserve per ultimo 2013. In het budgettair perspectief wordt de vrije ruimte per ultimo 2015 gepresenteerd.


543

Reserve Kracht van Overijssel Soort


Ingesteld op

Besluit PS/2011/426 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 juli 2011.

Doel

De middelen voor de Investeringsimpuls als bepaald in het Hoofdlijnenakkoord 2011 - 2015 worden door Provinciale Staten gereserveerd in een algemene reserve ‘Kracht van Overijssel’. De reguliere bevoegdheden voor deze reserve liggen bij Provinciale Staten. Voor de investeringsfasen ‘toelating’, ‘verkenning’ en ‘planvorming’ worden hieruit door Provinciale Staten voorbereidingsbudgetten beschikbaar gesteld. Indien Provinciale Staten besluiten een investering over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluiten Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de bestemmings reserve ‘Uitvoering Kracht van Overijssel’.


De spelregels maken nader onderdeel uit van het begrotingswijzigingenbeleid.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee. Uit deze reserve worden geen bestedingen gefinancierd. Onttrekkingen aan deze reserve worden gestort in of de reserve Uitvoering Kracht van Overijssel of de Algemene dekkingsreserve.

Vrije ruimte

-

Onderdeel weerstandsvermogen Toelichting verloop 2013

In 2013 bedroegen de totale toevoegingen € 160,5 miljoen, bestaande uit € 104,5 miljoen ter dekking van de oorspronkelijke investeringsimpuls en € 56 miljoen ter dekking van diverse p.m.-posten en nagekomen posten.

De onttrekkingen in 2013 bedroegen € 383,4 miljoen, waarvan € 7 miljoen via de primitieve begroting was voorzien en het overige is onttrokken middels investeringsvoorstellen gedurende 2013. Van de onttrekkingen is € 311,8 miljoen toegevoegd aan de reserve Uitvoering Kracht van Overijssel en is € 71,6 miljoen toegevoegd aan de Uitvoeringsreserve EHS.

544



Algemene reserve grondzaken Soort

Algemene reserve.

Ingesteld op


Doel

Afdekken van het risico dat gepaard gaat met grondbezit voorzover dit buiten de projectbegrenzing ligt.


Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico’s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. In de Algemene reserve grondzaken (ARG) worden de risico’s die gerelateerd zijn aan grondbezit afgedekt. De ARG maakt het mogelijk om éénduidig risico’s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit.

De volgende risico´s zijn daarin het meest bepalend:

• Risico waardeontwikkeling t.o.v. inbrengwaarde (positief als negatief).

• Risico tijdelijke exploitatie (Verliesgevende tijdelijke exploitatie leidt tot verliezen in de Voorraadrekening Gronden).

• Risico tijd (langer tijdelijk exploiteren en beheer).

Verwachte einddatum

Geen einddatum aangegeven.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

0


0


Naar aanleiding van de financiële afwikkeling van de ILG periode is in het Jaarverslag 2013 de vordering op BBL in verband met de aankopen ILG nieuw omgezet naar voorraad gronden ILG nieuw. Overijssel heeft met rijksmiddelen in totaal € 90 miljoen aan gronden verworven (per afrekendatum 1-1-2011). De ILG nieuw gronden worden, samen met ILG oud gronden, ingezet als dekking van de juridische verplichtingen verwerving en inrichting EHS (grond voor grond) en de ontwikkelopgave N2000 / PAS. De beschikbare middelen ad € 90 miljoen zijn conform besluitvorming bij de monitor 2013-II toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondzaken (ARG). Bij verkoop en doorleveringen van de gronden worden de inkomsten, conform het Statenvoorstel ‘Samen verder aan de slag met de EHS’ (PS/2013/412), gestort in de uitvoeringsreserve EHS. Bij het Jaarverslag is de geraamde storting van de € 90 miljoen verlaagd met € 26,3 miljoen. Deze verlaging vloeit voort uit het conform het beleidskader Algemene Reserve Grondzaken afwaarderen van de ILG gronden binnen de begrenzing naar natuurwaarde (€ 21,3 miljoen) en een bijstorting (€ 5 miljoen) in de voorziening waarderisico BBL voor de gronden buiten de EHS begrenzing en de gebouwen.


545

Bestemmingsreserves

Europese programma’s Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/1995/19 van Provinciale Staten van Overijssel in 1995.

Doel

Ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. De voeding van deze egalisatiereserve geschiedt met eigen middelen om fluctuaties in de uitvoering van de meerjarige deelprogramma’s op te vangen. Op basis van diverse voorstellen hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitvoering van Europese programma’s; de zogenaamde EPD’s.


De spelregels van de reserve zijn bepaald bij instelling van de reserve in 1995 (nummer 19). De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen. Conform het statenvoorstel PS/2008/27 wordt een risicobuffer binnen de reserve aangehouden van € 5 miljoen.

Verwachte einddatum

Dit is niet van tevoren aan te geven. Zolang het beleid is om cofinanciering te leveren aan Europese programma’s zal de reserve intact blijven.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

Geen


€ 5.000.000


In 2013 is de laatste tranche voor het programma 2007 - 2013 gestort in de reserve. Parallel hieraan hebben er onttrekkingen plaatsgevonden ter cofinanciering van projectsubsidies. In 2013 is er € 242.000 meer uitgegeven dan begroot. Deze overschrijding zal gecorrigeerd worden via een resultaatbestemmingsvoorstel.

546



Reconstructie Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2004/526 van Provinciale Staten van Overijssel op 23 juni 2004.

Doel

De bestedingen van reconstructie middelen zal, in de tijd gezien, een naar verwachting grillig sterk wisselend patroon vertonen. Om deze fluctuaties in baten en lasten te verevenen, is besloten om een bestemmingsreserve in te stellen. De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor reconstructie, voor zover deze (nog) niet besteed zijn aan de uitvoering van reconstructie. De jaarlijkse stand van de reserve hangt mede samen met de spreiding van bestedingen over de jaren.


Zie besluit PS/2004/526, bestedingen ten behoeve van reconstructie. Jaarlijks vindt er een rente toerekening plaats aan de bestemmingsreserve.

Verwachte einddatum

Dit is onder andere afhankelijk van de voortgang van lopende projecten die gefinancierd worden uit de reserve.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0,4 miljoen


€ -


De onttrekking voor de projecten Vitaal Azelo en De Doorbraak zijn in 2013 € 0,2 miljoen lager dan begroot. Daarnaast zijn circa € 0,15 miljoen extra kosten voor de verplaatsing intensieve veehouderij ten laste van de reserve reconstructie gebracht. Het resterende saldo in de reserve van € 1,6 miljoen is grotendeels verplicht, namelijk De Doorbraak (€ 1,1 miljoen) en Vitaal Azelo (€ 0,1 miljoen). Voorgesteld wordt om € 0,4 miljoen van deze reserve vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen.


547

Reserve beheersing fiscale risico’s Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2003/421 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 juni2003. Doel en naam reserve gewijzigd via besluit PS/2010/521 van Provinciale Staten van Overijssel op 25 mei 2010.

Doel

Afdekking eventuele toekomstige fiscale risico’s, zoals verwoord in PS/2010/256, resultaatbestemmingsvoorstel 32 in bijlage VI.


N.v.t.

Verwachte einddatum

3-7-2013

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


De reserve beheersing fiscale risico’s was bedoeld ter dekking van eventueel optredende fiscale risico’s. Omdat deze risico’s behoren tot de risico’s uit normale bedrijfsvoering van de provincie is bij de Perspectiefnota 2014 het saldo van de reserve van € 1 miljoen toegevoegd aan de Saldireserve en is de reserve beheersing fiscale risico’s opgeheven.

548



Regionale bereikbaarheid Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2006/223 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 april 2006.

Doel

De reserve draagt bij aan de financiering van grote infrastructurele projecten waardoor knelpunten in de regionale bereikbaarheid worden opgelost. Hiermee kan adequaat en snel worden ingespeeld op ontwikkelingen. Het betreft infrastructuur van wegen, waterwegen en railverbindingen van Rijk en gemeenten. De provinciale bijdrage aan het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMF) is in de reserve Regionale Bereikbaarheid gestort. De provinciale bijdrage aan RMF-projecten mag volgens regelgeving BBV namelijk niet geboekt worden ten gunste van de doeluitkering RMF. In de doeluitkering RMF worden de rijksbijdragen en de bijdragen van de gemeenten verantwoord.


Zie besluit PS/2006/223.

Verwachte einddatum

Einddatum voor de RMF-component van deze reserve is 31-12-2012.Financiële verantwoording aan het Rijk is in 2012 ingediend. Afrekening met het Rijk vindt in 2014 plaats waarna de definitieve stand van het RMF kan worden bepaald. Einddatum van het reguliere onderdeel van de reserve is niet bepaald.

Bestedingsplan

Nee. De reserve Regionale Bereikbaarheid is ingesteld om als provincie adequaat en slagvaardig te kunnen reageren op initiatieven van Rijk en gemeenten waarvoor op korte termijn cofinanciering van de provincie wordt gevraagd.

De reserve draagt bij aan de financiering van grote infrastructurele projecten waardoor knelpunten in de regionale bereikbaarheid worden opgelost.

Bijvoorbeeld een regionale bijdrage als tegenhanger van rijksbijdrage (quick wins, RMF e.d.), of indexering N18 e.d. Het betreft infrastructuur van wegen, waterwegen en railverbindingen van Rijk en gemeenten. Samen met onze partners wordt een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de infrastructuur in onze provincie. Omdat het karakter van de bijdragen is om bij zich voordoende mogelijkheden snel te kunnen inspelen op de situatie ligt er geen vooraf uitgewerkt bestedingsplan aan ten grondslag.

Vrije ruimte

€ -


€ -


De beginstand van deze reserve in 2013 bedroeg € 3,4 miljoen, waarvan € 0,3 miljoen ten behoeve van co-financiering RMF-projecten waarvoor in 2012 een eindverantvoording is ingediend. De stortingen in 2013 betreffen de rentetoevoeging à € 0,1 miljoen en de reguliere storting van € 0,1 miljoen. Er heeft in 2013 geen onttrekking plaatsgevonden. De stand van de reserve Regionale Bereikbaarheid per 31-12-2013 is € 3,6 miljoen.


549

Provinciale infrastructuur Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

De reserve is ingesteld om daarmee de kosten van investeringen op eigen provinciale wegen te dekken. Basis daarvoor is het Provinciaal MIRT (onderdeel van de Dynamische Beleidsagenda verkeer en vervoer).



Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


In 2013 is € 0,77 miljoen rente toegevoegd aan de reserve. De geraamde onttrekkingen over 2013 zijn volledig gerealiseerd. Bij het Jaarverslag wordt een voorstel gedaan voor het meerjarig budgettair naar voren halen van een additionele onttrekking van € 593.000 in verband met versnelde uitvoering van projecten.

Waterwegen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2006/759 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 oktober 2006.

Doel

Het afdekken van het toekomstig (groot) onderhoud en vervanging van bruggen voor alle provinciale waterwegen in Overijssel, naast het onderhoud van de waterweg Kanaal Almelo-De Haandrik.


Zie besluit PS/2006/759

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Ja. De reserve wordt ingezet voor de instandshoudingsverplichtingen aan Kanaal Almelo de Haandrik jegens het Rijk (zie overeenkomst overdracht OV 2800 (2012/0179069)), grootschalige baggerwerkzaamheden tbv diverse vaarwegen en de herinrichting van Kanaal Almelo-De Haandrik voor 700-tons vervoer.

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


Er heeft een onttrekking plaatsgevonden van € 3 miljoen ter dekking van de kosten voor de herinrichting van Kanaal Almelo-De Haandrik. Dit heeft ten doel om het kanaal bevaarbaar te maken voor 700-tons scheepstransporten en behelst onder andere baggerwerkzaamheden, vervangen van oeverbeschoeiing en de vervanging van vijf beweegbare bruggen. Daarnaast is voor periodieke bagerwerkzaamheden een bedrag van € 0,2 miljoen onttrokken. In 2013 is € 0,3 miljoen rente toegevoegd aan de reserve ter compensatie van inflatie.

550



Egalisatiereserve ILG Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/36 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007.

Doel

Doel van deze reserve is om: • Egalisatie van de middelen over de zevenjarige ILG-periode mogelijk te maken (2007 - 2013); • In te spelen op de door het Rijk voorgestane ontschotting en deze in onze eigen financiële huishouding voort te zetten; • Flexibiliteit te creëren binnen de voor het pMJP beschikbare middelen zodat adequaat en snel kan worden ingespeeld op

ontwikkelingen.



Verwachte einddatum

De reserve is voor egalisatie van middelen, de aanwezige middelen zullen na afronding van de resterende pMJP periode (oorspronkelijk tot en met 2013) tot besteding komen.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ -


€


Provinciale Staten hebben bij de besluitvorming over de Begroting 2007 op 11 november 2006 ingestemd met het creëren van een financieel-technische reserve voor de provinciale budgetten die worden ingezet voor het pMJP. Per saldo is € 26,3 miljoen gestort en € 41,1 miljoen onttrokken. Het restant aanwezige middelen in de reserve worden ingezet om lopende ILG / pMJP verplichtingen uit te financieren (€ 13 miljoen). Daarnaast is bij de Kerntakenbegroting 2014 een vrijval van € 15 miljoen onttrokken uit de reserve. Het restant, ad. € 20 miljoen, zal gebruikt worden om de effecten van de afrekening ILG op te vangen.


551

Startersleningen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/837 van Provinciale Staten van Overijssel op 19 december 2007.

Doel

Als uitwerking van de motie Morskate uit 2006 om voorstellen te doen om de positie van de Overijsselse starter te versterken zijn in de vorige en huidige bestuursperiode financiële middelen beschikbaar gesteld. Hiervoor is een regeling getroffen voor het verstrekken van startersleningen om de positie van de starters op de woningmarkt te verbeteren. Deze regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). De provincie heeft bij SVn een provinciaal startersfonds ingesteld van in totaal € 38 miljoen. Ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan het verstrekken van startersleningen is de reserve Startersleningen ingesteld. Deze kosten bestaan uit gederfde rente en het saldo van de rentebaten en externe beheerkosten.


Geen.

Verwachte einddatum

Omstreeks 2046. Een exacte einddatum is niet te bepalen vanwege onzekerheden met betrekking tot het moment van verstrekken van leningen en de mate waarin gebruik wordt gemaakt van vervroegde aflossing.

Bestedingsplan

Ja. Verloop wordt bepaald door de verstrekte leningen.

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


Het saldo van de jaarlijkse rentelasten en -baten en de beheerkosten aangaande dit fonds worden onttrokken aan de reserve Startersleningen. In 2013 is € 0,1 miljoen rente toegevoegd aan de reserve en er is € 0,4 miljoen onttrokken voor beheer- en rentekosten.

552



Energiebesparing Soort

Bestemmingsreserve

Ingesteld op


Doel

Uit de reserve worden kosten gedekt die gemaakt worden door cofinanciering van gemeentelijke subsidieregelingen en

projecten van gemeenten en woningbouwcorporaties op het gebied van energiebesparing. Verder worden de subsidies voor onder andere gemeentelijke energieloketten en investeringspremies uit deze reserve gedekt. Tenslotte wordt de reserve ingezet ter dekking van de kosten van verstrekte duurzaamheidsleningen aan particulieren en leningen ten behoeve van energiebesparende maatregelen aan het MKB. Specifieke spelregels

Het verstrekken van energieleningen vindt plaats in de jaren 2009 tot en met 2015. De leningen hebben een looptijd van 15 jaar. Er wordt geen rente aan de reserve toegevoegd. De toegerekende rente aan de verstrekte leningen en de beheerskosten SvN worden gedekt uit de reserve. De ontvangen rente op leningen wordt erin gestort.

Verwachte einddatum

31 december 2029. De leningen hebben een looptijd van 15 jaar.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


€ 910.000


De storting in de reserve betreft een bijdrage uit de reserve Kracht van Overijssel van € 4 miljoen. Dit is enerzijds ter dekking van de rentekosten en beheerskosten van de verstrekte duurzaamheidsleningen aan particulieren. Anderzijds ter dekking van de verstrekte subsidies aan gemeenten en woningbouwcorporaties. Voorts is er circa € 171.000 toegevoegd aan rentebaten.

Een bedrag van € 352.000 is onttrokken ter dekking van de toegerekende rente- en de beheerskosten. Voor de subsidieregeling Energiebesparing op woningen is € 2,2 miljoen onttrokken. Bij de Monitor Overijssel 2013-II is een groter deel van het totaal bedrag beschikbaar gesteld voor 2013, op basis van prognoses van uitvoeringsorganisatie Meer Met Minder die achteraf te hoog bleken.


553

Herstructurering bedrijventerreinen Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

Voor herstructurering bedrijventerreinen vanuit de hiervoor beschikbare decentralisatie-uitkering. Het Rijk heeft de gelden voor de herstructurering van bedrijventerreinen gedecentraliseerd naar provincies. Het betreft de voormalige TOPPER-gelden. Overijssel zal in de periode 2010 tot en met 2016 € 9,6 miljoen ontvangen. De middelen worden aangewend ter realisatie van de ambities die in het provinciale meerjarenprogramma Vitale Bedrijventerreinen zijn opgenomen.



Verwachte einddatum


Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


In 2013 is een tranche van € 2,3 miljoen ontvangen en afgestort. In 2013 zijn er nog geen uitgaven gedaan ten laste van deze reserve.

554



Bodemsanering 2010 - 2014 Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

Deze reserve is in het kader van de Wet Bodembescherming en vangt faseverschillen op tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bijdragen door het Rijk voor het programma 2010 - 2014 via het provinciefonds en de daadwerkelijke uitvoering van projecten.



Verwachte einddatum

2017

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 12.000.000. Van de middelen in de reserve Bodemsanering is € 12 miljoen nog niet gekoppeld aan concrete bodemsaneringsprojecten. Deze middelen zijn in de toekomst benodigd voor het opvangen van de effecten van de stortbelasting bij asbest- en bodemsaneringen. Bovendien worden nog kosten verwacht voor uitvoering van maatregelen die voortvloeien uit de inventarisatie van spoedlocaties en gasfabrieklocaties.


€


De bestedingen betreffen uitgaven in het kader van de saneringsregeling asbestwegen, uitgaven binnen de Wet Bodembescherming, voornamelijk het uitvoeren van bodemsaneringen. De kosten voor de bodemsaneringsprojecten die onder andere gedekt worden uit de reserve bodemsanering sluiten € 6,6 miljoen lager dan begroot. Het betreft met name de projecten Sanering asbestwegen, gasfabrieklocaties en het Gymink. Daarnaast is de benodigde bijdrage uit de reserve aan de KvO projecten spoed en asbest niet nodig. In verband met de lagere kosten zal de onttrekking verlaagd worden met € 6,6 miljoen.


555

ISV-3 2010 - 2014 Soort

Egalisatiereserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2010/887 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 november 2010.

Doel

De reserve ISV 3 dient ter regulering van ontvangsten van de rijksbijdragen en bestedingen ten aanzien van Stedelijke Vernieuwing. Het investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing.


Bij beschikking van het Ministerie voor Wonen Wijken en Integratie is in het kader van Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor 2010 - 2014 aan de provincie Overijssel een budget toegekend van in totaal € 15 miljoen. Dit investeringsbudget is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing. De rijksbijdrage vindt plaats door storting in het provinciefonds. Teneinde de ontwikkelingen in het bestedingsritme over de jaren te reguleren is bij de begroting 2011 de reserve ISV-3 ingesteld. Indien de bestedingen in enig jaar achterblijven zal het restant van het budget gestort worden in deze reserve waardoor de middelen beschikbaar blijven waarvoor de specifieke rijksbijdrage is verstrekt. Niet bestede budgetten vanaf 2010 zijn gestort in de reserve ISV-3.

Verwachte einddatum


Bestedingsplan

Ja / deels. De ISV-3 reserve is bestemd voor 3 onderdelen: Wonen, Bodem, Spoedhumaanlocaties.

De ruimte die de stand van de reserve laat zien is € 1,7 miljoen en dient beschikbaar te blijven voor genoemde onderdelen. Voor Wonen is verlenging van de regeling Kwaliteit van de Leefomgeving een optie. De voor Bodem gereserveerde middelen dienen voor de komende jaren beschikbaar te blijven in verband met het verruimen van de subsidieregeling voor ISV-Bodem. Daarnaast zijn deze middelen inzetbaar voor de aanpak van de spoedhumane locaties in stedelijk gebied/niet-bedrijfsterreinen.

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


Voor de regelingen Kwaliteit van de leefomgeving, stedelijke vernieuwing, wonen zorg en welzijn en Bodemsanering in binnenstedelijk gebied is een combinatie van budgetten beschikbaar gesteld. In 2013 is € 2 miljoen onttrokken aan de reserve ten behoeve van genoemde regelingen.

556



Uitvoering Kracht van Overijssel Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

Indien Provinciale Staten besluiten een investering over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluiten Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de bestemmingsreserve ‘Uitvoering Kracht van Overijssel’. Provinciale Staten hebben het College gemandateerd om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting.


Provinciale Staten mandateert het College om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting. Daarvoor gelden de spelregels zoals opgenomen in het begrotingswijzigingenbeleid.

Verwachte einddatum

Geen einddatum aangegeven.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ -


€ -


Zie hiervoor bijlage 5 uit het Jaarverslag 2013 (KvO).


557

Energiefonds Overijssel Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op

Besluit PS/2011/461 van Provinciale Staten van Overijssel op 21 september 2011.

Doel

Bij de start van het Energiefonds waren de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hierdoor werd eerst een bestemmingreserve ingesteld die de maximale omvang aangeeft van de middelen die Provinciale Staten willen besteden voor de doelen. Wanneer het fonds operationeel is, zal aan de hand van de concreet ingevulde portefeuille worden ingeschat welke risico’s we lopen. De lasten van deze risicovoorziening worden dan gedekt uit de gevormde bestemmingsreserve.



Verwachte einddatum

Conform de financiële randvoorwaarden bedraagt de looptijd van de reserve minimaal 15 jaar. De einddatum is nog niet te bepalen, maar ligt zeker ná 2026.

Bestedingsplan

Nee. De omvang van de reserve is bepaald aan de hand van een globale risico-inschatting.

Vrije ruimte

N.v.t.


€ 50,000,000


De storting in de reserve betreft een bijdrage uit de Kracht van Overijssel, ten behoeve van het Energiefonds van € 5 miljoen. Dit is ter dekking van de rentekosten en beheerskosten van de verstrekte leningen en participaties. Over de verstrekte leningen is geen rente verschuldigd, derhalve zijn er geen rentebaten. Op termijn wordt dividend uitgekeerd. In 2013 is een bedrag van € 54.000 onttrokken ter dekking van de toegerekende rente- en de beheerskosten.

558



Majeure projecten EHS Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

De provincie Overijssel heeft (voor)investeringen gedaan of is bestuurlijke verplichtingen aangegaan ter waarde van € 22,3 miljoen. Dit in het kader van het vervolgtraject van ILG / EHS voor verwerving en inrichting in een aantal majeure projecten (IJsseldelta-Zuid, Ruimte voor de Vecht en gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente). Bij Statenvoorstel (PS/2011/974, onderhandelingsakkoord Decentralisatie Natuur) is besloten dat voor dit doel voor maximaal € 22,3 miljoen een voorziening moet worden gevormd. Middels een resultatenbestemming bij het Jaarverslag 2011 is dit gerealiseerd.

Op aanwijzing van de accountant is in 2012 besloten om de voorziening om te zetten naar een reserve. Bij het Jaarverslag 2011 hebben Provinciale Staten (PS/2012/131) de reserve majeure projecten ingesteld.


Zie Doel

Verwachte einddatum


Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ 16,68 miljoen


€ -


In 2013 is € 1,4 miljoen onttrokken voor het verwerven en inrichting gronden ten behoeve van de aansluiting EHS met het Luchthaven Twente (ADT terrein). Het restant van de beschikbare middelen, met uitzondering van € 1,7 miljoen, kunnen bij het Jaarverslag 2013 vrijvallen omdat de uitgaven zijn opgenomen in de ontwikkelopgave EHS. De ontwikkelopgave EHS wordt volledig gedekt uit de uitvoeringsreserve EHS. Het huidige tekort op de ontwikkelopgave EHS, ad. € 1,7 miljoen, wordt via een resultaat bestemming toegevoegd aan de uitvoeringsreserve EHS.


559

Uitvoering EHS Soort

Bestemmingsreserve.

Ingesteld op


Doel

In de EHS zijn maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de neerslag van stikstof uit onder andere landbouw, verkeer en industrie te verminderen. Dat zijn vooral landelijke, generieke maatregelen. Daarnaast worden in de PAS maatregelen opgenomen die gebieden minder gevoelig maken voor de uitstoot van stikstof. Dat zijn vooral gebiedsspecifieke inrichtingsmaatregelen, zoals het verwijderen van de aanwezige stikstofvoorraad door maaien, plaggen, of afgraven of het plaatselijk aanpassen van de waterstand. De EHS reserve moet de juridische en financiële borging bieden om vergunningen te kunnen verlenen voor nieuwe economische activiteiten, voor zover deze tot extra uitstoot van stikstof leiden.


In het Statenbesluit PS/2013/412 is bij het bepalen van de spelregels aansluiting gezocht bij de systematiek zoals vastgesteld voor de KvO middelen. Besluitvorming over resterende spelregels voor de reserve zullen in het voorjaar van 2014 aan de Staten worden voorgelegd.

Verwachte einddatum

31 december 2022.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t


€


In 2013 is een groot deel van de beschikbare KvO middelen ten behoeve het realiseren van de EHS, ad. € 76,1 miljoen, en de beschikbaar gestelde rijksmiddelen, ad. € 14,9 miljoen, toegevoegd aan de uitvoeringsreserve EHS. De onttrekking, ad. € 4,3 miljoen, heeft betrekking op de uitfinanciering van de ILG inrichtingsprojecten in 2013. De lagere realisatie van € 0,6 miljoen zal in 2014 worden onttrokken.

560



4.5.9 Voorzieningen Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen van de provincie. Aan voorzieningen kleven verplichtingen. Voorzieningen worden met name gevormd om risico’s en verplichtingen die bij de uitvoering van beleid kunnen ontstaan af te dekken. Voorzieningen zijn onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van het beleid en borgen mede een stabiele bedrijfsvoering. In lijn hiermee is in de nota ‘Reserves, voorzieningen en doeluitkeringen Provincie Overijssel 2009’ het mandaat voor het instellen, wijzigen en opheffen van de voorziening neergelegd bij Gedeputeerde Staten. Wanneer het instellen, wijzigen of opheffen budgettaire consequenties met zich meebrengt blijft de goedkeuring door Provinciale Staten in stand. De voorzieningen kunnen worden ingedeeld naar: • Voorzieningen voor verplichtingen en risico’s Deze voorzieningen vormen een apart gezet bedrag voor een onvermijdelijke toekomstige uitgave waarvan tijdstip en omvang niet exact bekend zijn. • Voorzieningen voor middelen van derden Voor een aantal oude regelingen is in overleg met de accountant de voorziening middelen derden afkomstig van Rijksoverheden en Europese overheden in stand gehouden. Het gaat hierbij om voorzieningen waarvan de eerste betalingen voor 1 januari 2007 zijn begonnen. De komende jaren zullen deze voorzieningen langzaam uitsterven. Nieuwe tranches worden als doeluitkeringen op de balans opgenomen. • Gesaldeerde voorzieningen De provincie Overijssel kent een aantal administratieve voorzieningen ter dekking van risicovolle participaties en leningen. Deze worden in de balans gesaldeerd opgenomen met het betreffende actief. De aansluiting met de balans betreft het subtotaal van de reguliere voorzieningen.


561

Stand per

Resultaat-

Stand per

31-12-2012

bestemming

1-1-2013

Toevoegingen 2013 Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

2013 Voorzieningen Voorziening bodemsanering Voorziening natuurbeleidsplan

24.637

-24.637 1.948

1.604

1.604

7.984

399

399

5.511

5.511

450

911

-461

400

400

Voorziening resultaten gebiedsexploitaties

8.077

8.077

1.695

-1.695

Voorziening besteding grondwaterheffing

2.312

2.312

90

7

Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL*

8.160

8.160

4.900

4.900

1.600

-1.600

6.299

-3.749

Voorziening Europese programma's Voorziening voorfinanciering Rijksweg 35 Voorziening geluidssanering NaNOV Voorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Voorziening ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder

1.948 716

-716

7.984 853

-853

97

Voorziening grondbezit Voorziening beheer en onderhoud N340 / N48 Voorziening beheer en onderhoud provinciale wegen Voorziening reorganisatie Subtotaal

65.498

-26.206

39.292

2.550

Voorzieningen gesaldeerd met activa Voorziening lening Stichting WMC Voorziening Ruimte voor Ruimte Voorziening participatie HMO Voorziening participatie Oost N.V. Voorziening afwikkeling verkoop Essent | ESCROW

500

500

2.236

2.236

22.500

22.500

3.430

3.430

2.117

2.117

3.000

3.000

82.782

82.782

Voorziening ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder

4.500

4.500

Voorziening lening Warmtenet Hengelo

1.800

1.800

Voorziening lening Biorights Hardenberg

1.000

1.000

1.011

1.011

Voorziening lening Empyro Hengelo Voorziening dubieuze debiteuren

250

250 932

-932

Voorziening verplaatsing Stork Hengelo

8.000

8.150

-150

Voorziening deelneming Innovatiefonds Overijssel

5.000

3.400

1.600

11.585

-11.585

Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL* Subtotaal

118.446

Totaal voorzieningen

183.944

-26.206

118.446

19.680

30.497

-10.817

157.738

22.230

36.796

-14.566

* Voorziening waarderisico grondvoorraad BBL is in verband met de verwerving van de EHS gronden in de loop van 2013 gesaldeerd met de verworven activa.

562



( x € 1.000) Vrijval 2013 Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

400 138

Geraamd

Gerealiseerd


Afwijking

1.656

1.656

8.383

8.383

202

165

1.896

37

7.038

6.257

-400

138 6.500

138

Aanwendingen 2013

9.634 -6.500

-6.900

1.199

747

1.660

1.660

452

1.655

870

471

399

6.029

13.970

13.082

888

25.471

500 2.236 25.930 5.117 82.782 346

346

120

120

4.500 1.800 1.000 1.943 8.150 3.400

138

7.038

-6.900

1.355

-1.355

10.230

466

1.355

-889

147.588

14.436

14.437

-1

173.059


563

Voorzieningen

Bodemsanering Soort

Voorziening middelen derden.

Ingesteld op


Doel

Ter egalisatie van inkomsten en uitgaven in het kader van de Wet Bodembescherming als gevolg van faseverschillen in de tijd tussen de bevoorschotting door het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van saneringsprojecten.


N.v.t.

Verwachte einddatum

03-07-2013

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


De voorziening bodemsanering is bij Monitor Overijssel 2013-I (PS/2013/377) omgezet naar een doeluitkering. Voor een toelichting op de bestedingen zie de doeluitkering bodemsanering.

564



Natuurbeleidsplan Soort


Ingesteld op


Doel

In het convenant zijn afspraken gemaakt en financiële regelingen vastgelegd die gericht zijn op de realisatie van het Natuur beleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten.


Naast de bijdragen aan het Groenfonds zijn de bestedingen specifiek bestemd voor aankoop en inrichting van natuurterreinen. Er vindt jaarlijks een inflatie toerekening plaats.

Verwachte einddatum

De jaarlijkse rijksbijdrage (geïntegreerd in de uitkering uit het provinciefonds) is voor onbepaalde tijd afgesproken. De provincie heeft samen met de andere provincies de laatste aflossingsdatum van de convenantleningen vooralsnog op 31-12-2023 vastgesteld. De uitloop die mogelijk is op basis van de (in principe eeuwigdurende) afspraak tussen Rijk en Provincies vormt een buffer voor onvoorziene omstandigheden.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ -


€ -


In 2013 zijn, behalve de algemene rentetoevoeging, de bovengenoemde convenantmiddelen toegevoegd aan de voorziening. De onttrekkingen ten laste van de voorziening bedragen € 1,7 miljoen, dit betreft de bijdrage aan het Groenfonds ter dekking van aflossingverplichtingen op opgenomen geldleningen voor grondaankopen op basis van bovengenoemd convenant. De stand van de voorziening per ultimo 2013 bedraagt € 1,9 miljoen. De resterende middelen moeten conform de convenant afspraken aangewend worden voor de realisatie van de ecologische hoofdstructuur.


565

Europese programma’s Soort


Ingesteld op


Doel

Ten behoeve van uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. Op basis van diverse voor stellen hebben Provinciale Staten van Overijssel ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s, de zogenaamde EPD’s.


N.v.t.

Verwachte einddatum

03-07-2013

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


Bij de monitor Overijssel 2013-I is deze voorziening omgezet naar een doeluitkering. De voorziening is daarbij opgeheven. Voor een toelichting op de bestedingen zie de doeluitkering Europese programma’s.

Fondsvorming voorfinanciering Rijksweg 35 Soort

Egalisatievoorziening.

Ingesteld op


Doel

De partijen rond de packagedeal Rijksweg 34 / 35 / 36 hebben in 2001 bijdragen gestort in een Regiofonds, waarmee een bijdrage vanuit de regio wordt gerealiseerd voor het oplossen van grote knelpunten op genoemde rijkswegen rond Almelo, Wierden en Nijverdal. De provincie beheert het Regiofonds.


Zie besluit PS/2001.

Verwachte einddatum

31-12-2013

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


De voorziening voorfinanciering RW35 bedroeg per 01-01-2013 circa € 8 miljoen. In 2013 is € 0,4 miljoen instandhoudingsbijdrage toegevoegd. Er is € 8,4 miljoen onttrokken aan de voorziening in verband met de laatste betaling aan Rijkswaterstaat betrekking hebbend op geleverde prestaties voor de Rijksweg 35. De totale verplichting op deze voorziening is voldaan in 2013, de eindstand van de voorziening is € 0. Dit betekent dat de voorziening kan worden opgeheven.

566



NaNOV-geluidssanering Soort


Ingesteld op


Doel

De voorziening is bedoeld om tijdsverschillen te overbruggen tussen het moment van ontvangst van de rijksmiddelen en het moment van besteding daarvan, voor het plaatsen van geluidsschermen in het kader van NaNOV geluidssaneringsprojecten spoorlijnen.


N.v.t.

Verwachte einddatum

03-07-2013

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


Bij de monitor Overijssel 2013-II is deze voorziening omgezet naar een doeluitkering. De voorziening is daarbij opgeheven. Zie voor verdere toelicthing de doeluitkering NaNOV-geluidssanering.

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

De voorziening vormt de dekking voor lasten die voortvloeien uit de pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers.


Jaarlijkse storting van € 450.000

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


Door Loyalis is per (ex) gedeputeerde de benodigde hoogte van de pensioenvoorziening per 1 januari 2014 berekend. Het tekort van € 200.000 dat per ultimo 2013 in de pensioenvoorziening zou ontstaan, is door een extra storting in 2013 (à € 200.000) geheel weggewerkt. Daarmee is de pensioenvoorziening APPA op het vereiste niveau.


567

Ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/1135 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 januari 2010.

Doel

Voor het ontwikkelen van een aardwarmtebron hebben Provinciale Staten via besluit PS/2009/1135 besloten een lening van € 4,5 miljoen te verstrekken aan Aardwarmte Koekoekspolder Doublet 1 BV. Deze lening wordt verstrekt met een rentevoet van 4% en een looptijd van 15 jaar. De aardwarmtebron dient daarbij als onderpand, waarop een pandrecht / hypotheek wordt verleend op het onroerend goed. Voor de afdekking van risico’s in verband met dit project is een voorziening gevormd ten hoogte van € 4,9 miljoen. Het gaat om het provinciale aandeel in de kapitaalsuitkering van € 0,4 miljoen, ingeval te weinig water wordt gevonden en het risico dat ontstaat wanneer tuinders de provinciale lening ad € 4,5 miljoen niet meer kunnen aflossen of dat de boring geen succes heeft.


N.v.t.

Verwachte einddatum

2026

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


Omdat het gewenste resultaat is bereikt, kan het garantiebedrag van € 0,4 miljoen vrijvallen. Het saldo van de voorziening ad € 4,5 miljoen betreft nu alleen nog de afdekking van de verstrekte lening. Conform de aanvullende afspraken heeft in 2013 nog geen aflossing plaatsgevonden.

568



Resultaten gebiedsexploitaties Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Het gaat hier om een voorziening voor verplichtingen en risico’s vanuit gebiedsexploitaties Op grond van het Besluit Begroting en Verslaglegging (BBV) artikel 44, moet een voorziening worden gevormd wegens ‘op de balansdatum bestaande risico’s terzake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten’.



Verwachte einddatum

Deze is afhankelijk van de jaarlijkse actualisering van grondexploitaties.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


In 2013 heeft een onttrekking van € 138.000 plaatsgevonden. Dit betreft de storting in de ARG van 2012 voor ADT. Deze was in 2012 ten onrechte onttrokken aan de reserve Uitvoering KvO. Dit is in 2013 gecorrigeerd. Verder heeft voor RBT een storting plaatsgevonden van € 1,43 miljoen, ter afdekking van het negatieve resultaat van de grondexploitatie. Daarnaast heeft nog een storting plaatsgevonden van € 269.000 voor de instandhoudingsbijdrage voor de grondexploitatie van ADT.


569

Besteding grondwaterheffing Soort


Ingesteld op

De voorziening is ingesteld bij de Perspectiefbrief 2012 (PS/2011/426 op 13 juli 2011). De reserve grondwaterbeheer is op dat moment omgezet in een voorziening. De tariefsvaststelling geldt per 01-01-2010 tot en met 2015 (PS/2009/1021). In 2015 zal de nieuwe tariefsvaststelling in gang gezet worden.

Doel

Het doel is om fluctuaties tussen de inkomsten en de uitgaven te verevenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven, dat de opbrengst uit heffingen slechts alleen voor de genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien, maar in de voorziening blijven. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen.


Op grond van artikel 7.7, 1e lid van de Waterwet is de provincie Overijssel bevoegd een heffing in te stellen ter dekking van door de provincie te maken kosten betrekking hebbend op het grondwaterbeleid. De opbrengsten van deze heffing dienen uitsluitend besteed te worden aan de in de wet genoemde doelen.

De personeelsgebonden kosten (€ 60.000 / jaar), de kapitaallasten van het grondwatermeetnet (circa € 30.000 / jaar) en (tot en met 2013) de bijdrage uit de heffing aan pMJP-prestatie 2.2.6, worden op grond van de BBV in mindering gebracht op de storting.

Verwachte einddatum

Bij voortzetting van het bestaande beleid zal de voorziening bij realisatie van de huidige geraamde stortingen en onttrekkingen t/m 2015 toereikend zijn.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


De voorziening wordt gevoed door de grondwaterheffing, in 2013 is € 1 miljoen ontvangen, waarvan na aftrek van de personeelsgebonden kosten, kapitaallasten en de bijdrage aan pMJP-prestatie 2.2.6, € 0,1 miljoen is gestort in de voorziening. De onttrekkingen zijn uitgaven in het kader van de Waterwet. De onttrekking in 2013 is € 0,8 miljoen en bestaat uit kosten met betrekking tot de volgende onderdelen: onderzoek grondwaterbeleid, beleidsinformatie en commissie advies grondwater. Het saldo van de voorziening is eind 2012 € 1,6 miljoen.

570



Grondbezit Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

De voorziening is bedoeld voor het verschil tussen taxatiewaarde en boekwaarde van het provinciaal grondbezit voorzover dit buiten projectbegrenzing ligt. Met PS/2012/874 is de Nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond door Provinciale Staten vastgesteld en de wijze waarop deze voorziening alsmede de Algemene Reserve Grondzaken ingezet zullen worden.


Zie PS/2012/275.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


In 2013 hebben zich geen mutaties voor gedaan.

Beheer en onderhoud N340 / N48 Soort


Ingesteld op


Doel

De voorziening is bedoeld om de toename van de beheer-en onderhoudskosten als gevolg van de herinrichting van de N340 / N48 te dekken.


N.v.t.

Verwachte einddatum

Geen

Bestedingsplan

Nee. Onderhoudsproblematiek zal nog nader worden uitgewerkt in een integraal Statenvoorstel over beheer en onderhoud.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


In 2013 hebben zich geen mutaties voor gedaan. Gebeleken is dat de geraamde storting niet gerealiseerd kon worden, omdat a. de weg nog niet is aangelegd en b. een beheer en onderhoudsplan nog niet is opgesteld.


571

Beheer en onderhoud provinciale wegen Soort


Ingesteld op


Doel

De voorziening is ingesteld naar aanleiding van de besluitvorming over de herinrichting van de N34. Besloten is om een voorziening in te stellen waar niet eerder dan in 2016 € 1,5 mliljoen gestort zal worden ter dekking van additionele beheer- en onderhoudskosten als gevolg van de areaaluitbreiding N34. Deze storting loopt vooruit op de behandeling van een integraal beheer- en onderhoudsplan, dat de beheer- en onderhoudsbehoefte in kaart moet brengen van het gehele provinciale infra areaal. Het ligt in de rede om op termijn ook stortingen ten behoeve van andere arealen aan deze voorziening toe te voegen en zo een integrale voorziening voor beheer en onderhoud te creëren.


N.v.t.

Verwachte einddatum

Geen

Bestedingsplan

Nee. Onderhoudsproblematiek zal nog nader worden uitgewerkt in een integraal Statenvoorstel over beheer en onderhoud.

Vrije ruimte

Geen


N.v.t.


Er is nog geen bedrag gestort in de voorziening. Eerste storting wordt voorzien voor 2016.

Voorziening reorganisatie Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

De voorziening reorganisatie wordt gevuld met de toekomstige WW lasten en de overige kosten van de huidige groep boventallige medewerkers als gevolg van de reorganisatie.


Zie Doel.

Verwachte einddatum

Geen

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


N.v.t.


In 2013 is voor @search € 0,4 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Daarnaast is bij het Jaarverslag 2013 een aanvullende storting van € 1,6 miljoen verwerkt in verband een herberekening van de toekomstige WW lasten.

572



Voorzieningen gesaldeerd met activa

Lening Stichting WMC Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

In 2003 is besloten om voor € 0,5 miljoen een voorziening te vormen ter dekking van het risico van het onverhoopt niet nakomen van de aflossingsverplichting van de verstrekte renteloze langlopende geldlening aan Stichting WMC. De lening is verstrekt met het doel expertise en werkgelegenheid te behouden na sluiting van de vestiging van Ericsson in Enschede. Er ligt een verzoek van WMC voor om de aflossingsverplichtingen uit te stellen tot 2016. Dat zou investeringen in de productie en het vermarkten van de ontwikkelde producten mogelijk maken.


Geen. Betreft een risicovoorziening.

Verwachte einddatum

De voorziening heeft een looptijd tot eind 2025.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


Gedeputeerde Staten heeft in november 2013 besloten om de leenovereenkomst WMC niet aan PPM Oost te cederen.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat de stichting WMC nog aan haar betalingsverplichtingen jegens de provincie zal kunnen voldoen nu WMC B.V., waaraan zij gelinkt is, begin april 2014 failliet is verklaard. Hierdoor is de overdracht van de vordering on hold, in afwachting van de verdere faillissementsafwikkeling. Deze ontwikkeling heeft geen materiële verandering van de vermogenpositie van de provincie tot gevolg, omdat voor dit risico reeds een voorziening was getroffen en de lening daardoor geen boekwaarde heeft.


573

Ruimte voor Ruimte Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied is in april 2000 door Provinciale Staten besloten tot een garantstelling voor de kosten voortvloeiende uit bovengenoemde regeling. In december 2000 is besloten de openstelling van de beëindigingsregeling met één maand te verlengen wat een aanvullende garantstelling met zich meebracht van circa € 6,4 miljoen. Aangezien de uitvoering van de regeling na het verstrijken van het jaar 2000 zijn beslag heeft gekregen, is besloten dit bedrag als een voorziening beschikbaar te houden. Op het moment van uitvoering van de beëindigingsregeling zal voor het verlenen van subsidiebijdragen op deze voorziening een beroep worden gedaan.


Zie PS/2000/57.

Verwachte einddatum


Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


De voorziening Ruimte voor Ruimte dient ter dekking van de openstaande vorderingen op gemeenten, voor bijdragen die zij gaan betalen aan de provincie voor het recht om extra woningen te mogen bouwen. Het nog te vorderen bedrag is € 2,2 miljoen, waarop in 2013 geen betalingen zijn ontvangen. Dit heeft tot gevolg dat de stand van de voorziening eveneens niet naar beneden kan worden bijgesteld. Met twee gemeenten zijn nog onderhandelingen gaande met betrekking tot betaling van de vorderingen.

574



Participatie HMO Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Medio 2009 is de herstructureringmaatschappij Overijssel (HMO) van start gegaan die zich richt op de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen in Overijssel. De provincie Overijssel heeft een 100% participatie in deze rechtspersoon. Daarnaast is op basis van het investeringsvoorstel PS/2013/355 de HMO aanvullend opdracht gegeven om de leegstand van kantoren te bestrijden. Voor beide opgaven zet HMO de haar ter beschikking staande middelen in voor cofinanciering. De verwachting is dat het eigen vermogen van de onderneming, en daarmee onze participatie in HMO, na tien jaar volledig geïnvesteerd is in projecten. Dit betekent dat het eigen vermogen van deze onderneming gedurende de looptijd zal afnemen. Deze voorziening is bedoeld ter dekking van de afwaardering van de participatie in HMO.


Geen. Betreft een risicovoorziening.

Verwachte einddatum

Medio 2019.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


De voorziening is in 2013 opgehoogd met aanvullende kapitaalstorting van € 3,43 miljoen met betrekking tot de opdracht ‘bestrijding kantorenleegstand”.


575

Participatie Oost N.V Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Voor uitvoering van de motie Antuma c.s. van 3 juni 2009, versterken vermogen PPM Oost, is de reserve herwaardering aandelen Oost N.V. door Provinciale Staten ingesteld via besluit PS/2009/728. Via het Jaarverslag 2009 is de reserve opgeheven en omgezet in de voorziening Participatie Oost NV. Aan het einde van 2013 heeft er een aandelen emissie plaatsgevonden waarbij de bestaande aandeelhouders (provincie Overijssel, Gelderland en het Rijk) hun belang hebben uitgebreid. Bij Statenbrief PS/2013/756 bent u hierover geinformeerd. Deze voorziening is bedoeld om het financiële risico af te dekken van deelname in het eigen vermogen van Oost N.V.


Geen, betreft een risicovoorziening.

Verwachte einddatum

Geen, blijft bestaan zolang de provincie een participatie in Oost N.V. heeft.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


Gedurende 2013 heeft er een kapitaaluitbreiding plaastgevonden van € 6 miljoen. Om het risico op deze uitbreiding te dekken, heeft een storting in de voorziening plaatsgevonden van € 3 miljoen.

576



Afwikkeling verkoop Essent | ESCROW Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Bij een verkooptransactie van deze omvang is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in ESCROW gestort en uitgekeerd aan de koper – als het gedefinieerde risico optreedt – en / of de verkoper aan het eind van de afgesproken looptijd van de ESCROW. Voor deze transactie is bepaald dat er € 800 miljoen ten laste van de verkoopsom in ESCROW gestort moet worden. Met deze storting ontstaat een vordering van dezelfde omvang op de Verkoop vennootschap B.V., het daarvoor opgerichte SPV. Ons aandeel in deze vordering bedroeg € 149,7 miljoen. In 2011 is een deel van de vordering ad € 66,9 miljoen voldaan, waarmee momenteel € 82,8 miljoen van de vordering resteert. Omdat het bedrag in ESCROW een risico vertegenwoordigt, is het – in overeenstemming met de uniforme gedragslijn – nodig de vordering en ons aandeel in de SPV (momenteel € 82,8 miljoen) volledig te voorzien.


N.v.t.

Verwachte einddatum

eind 2015, omdat de termijn van de ESCROW op 30 september 2015 afloopt.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


In 2013 is deze voorziening niet gemuteerd, omdat de bijbehorende vordering ook geen veranderingen heeft ondergaan.


577

Ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Besluit PS/2009/1135 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 januari 2010.

Doel

Voor het ontwikkelen van een aardwarmtebron hebben Provinciale Staten via besluit PS/2009/1135 besloten een lening van € 4,5 miljoen te verstrekken aan Aardwarmte Koekoekspolder Doublet 1 B.V. Deze lening wordt verstrekt met een rentevoet van 4% en een looptijd van 15 jaar. De aardwarmtebron dient daarbij als onderpand, waarop een pandrecht / hypotheek wordt verleend op het onroerend goed. Voor de afdekking van risico’s in verband met dit project is een voorziening gevormd ten hoogte van € 4,9 miljoen. Het gaat om het provinciale aandeel in de kapitaalsuitkering van € 0,4 miljoen, ingeval te weinig water wordt gevonden en het risico dat ontstaat wanneer tuinders de provinciale lening ad € 4,5 miljoen niet meer kunnen aflossen of dat de boring geen succes heeft.


N.v.t.

Verwachte einddatum

2026.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€ -


Omdat het gewenste resultaat is bereikt, kan het garantiebedrag van € 0,4 miljoen vrijvallen. Het saldo van de voorziening ad € 4,5 miljoen betreft nu alleen nog de afdekking van de verstrekte lening. Conform de aanvullende afspraken heeft in 2013 nog geen aflossing plaatsgevonden.

578



Lening Warmtenet Hengelo Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Vanwege de verwachte aanloopverliezen van circa € 3,6 miljoen heeft het Warmtebedrijf de provincie om ondersteuning gevraagd. Vanuit de provincie is een bijdrage aan het Warmtenet geleverd van € 1,8 miljoen in de vorm van een achtergestelde lening, met het oogmerk deze op termijn om te zetten in een deelname in Warmtenet. Dit is afhankelijk van de uitspraak van de Europese Commissie of er wel of niet sprake is van ongeoorloofde staatsteun. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening.



Verwachte einddatum

2026

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


Vanuit de Europese Commissie is nog geen uitspraak gedaan. Om deze reden is ook nog geen aflossing verschuldigd. De aflossing van € 120.000 was ten onrechte geraamd.


579

Lening BioRights Hardenberg Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

GS-besluit 2011/0117590.

Doel

De provincie draagt met een geldlening van € 3,5 miljoen bij om het project Green Deal van de grond te krijgen, voor zover dat als staatssteun onder artikel 23 van de Algemene Groepsvrijstelling is toegestaan.

Het eerste deel van de lening, ter grootte van € 1,0 miljoen, is eind 2011 verstrekt voor de doorontwikkeling en uitwerking van het technisch concept. De resterende € 2,5 miljoen wordt naar verwachting in 2013 verstrekt, zodra aan de daartoe geformuleerde voorwaarden is voldaan. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening.


Zie 2011/0117590.

Verwachte einddatum

Uitgaande van het overeengekomen aflossingsschema heeft de voorziening een looptijd tot en met 2024.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


De resterende € 2,5 miljoen is niet in 2013 verstrekt. Naar verwachting zal dit in 2014 geschieden. Derhalve heeft in 2013 geen aanvullende storting plaatsgevonden in de voorziening.

580



Lening Empyro Hengelo Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Empyro vestigt in Hengelo een (proef-)fabriek voor de productie van bio-olie uit hout. Als deze fabriek succesvol is, kan de techniek en installatie wereldwijd geëxporteerd worden. De fabriek biedt directe werkgelegenheid aan 25 fte voor de productie. Per verkochte unit, die elders op de wereld gevestigd wordt, geeft het circa 15 fte directe werkgelegenheid in Overijssel. De totale investering bedraagt € 13 miljoen. De ontwikkeling van pyrolyse is door de Europese Unie voor € 5,0 miljoen gesubsidieerd binnen het Kaderprogramma 7. Deze subsidie kan in zijn geheel gebruikt kan worden voor de bouw van de fabriek. Eerder heeft de provincie een subsidie van € 0,5 miljoen verleend in de tenderregeling duurzame energie.

GS heeft op 28 juni 2011 besloten tot verstrekking van een lening van € 3 miljoen, welk besluit is uitgewerkt in een op 22 februari 2012 gesloten geldovereenkomst. Gezien de risico’s is besloten een voorziening te vormen ter grootte van de aan te gane lening.


Zie PS/2013/820.

Verwachte einddatum

De looptijd van de lening bedraagt 10 jaar. De voorziening zal, analoog aan de aflossing in 10 jaar worden afgebouwd.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


€


Omdat de lening in 2013 nog niet is verstrekt, heeft er nog geen storting in de voorziening plaatsgevonden.

Dubieuze debiteuren Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

De voorziening wordt bij de vaststelling van het Jaarverslag 2013 (PS/2014/169) ingesteld.

Doel

De voorziening is bedoeld om openstaande saldi van debiteuren, waarvan twijfelachtig is of de vordering kan worden geïnd, te dekken.


N.v.t.

Verwachte einddatum

N.v.t.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


In 2013 is een bedrag à € 0,9 miljoen bijgestort in de voorziening, voor vermoedelijk oninbare vorderingen.


581

Verstrekte lening Stork Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

Provinciale Staten zijn hierover geïnformeerd middels de brief met kenmerk 2013/0342258 d.d. 15-10-2013.

Doel

Het doel van deze voorziening is het risico af te dekken van de terugbetalingsverplichting zoals is aangegeven in de subsidiebeschikking. Het gaat in totaal om een bedrag van € 19,5 miljoen. In 2013 is aan de voorziening € 8,15 miljoen toegevoegd. Deze voorziening behoort tot de categorie van verplichtingen en risico’s.


N.v.t.

Verwachte einddatum

2015

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ -


€ -


In 2013 is een lening verstrekt van € 8,15 miljoen. Voor dit bedrag heeft ook een storting in de voorziening plaatsgevonden.

582



Deelneming Innovatiefonds Overijssel Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op

De voorziening is door GS ingesteld bij Monitor Overijssel 2013-II. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Monitor Overijssel 2013-II (PS/2013/820).

Doel

Provincie Overijssel stimuleert innovatie en versterkt de regionaal economische structuur in Overijssel. Fondsen voor innovatie zijn hiervoor een belangrijk instrument. Provinciale Staten van Overijssel hebben in december 2012 de kaderstelling voor het Innovatiefonds Overijssel vastgesteld (PS/2012/945). Gedeputeerde Staten hebben, omwille van ontwikkelingen in de markt, besloten een tijdelijke regeling te treffen van € 10 miljoen om per direct te kunnen starten met het Innovatiefonds Overijssel. Zie ook de Statenbrief ‘Proces Innovatiefonds Overijssel’ (PS/2013/470).

Gegeven het risicoprofiel van de partijen / businesscases waaraan de leningen worden verstrekt, gevoegd bij de revolverende aanwending van de middelen binnen de regeling c.q. fonds in oprichting, hebben Gedeputeerde Staten besloten een risicovoorziening te treffen. De hoogte van de voorziening zal fluctueren, gelijk aan de hoogte van de uitstaande geldleningen.


N.v.t.

Verwachte einddatum

Nog niet bekend. Het voornemen bestaat tot oprichting van het Innovatiefonds B.V. Hiertoe heeft Provinciale Staten nog niet besloten. Als dan, wordt voorgesteld om de leningen over te hevelen naar dit fonds. De looptijd van het fonds c.q. verstrekte leningen zal de einddatum van de voorziening bepalen.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ -


€ -


In 2013 is totaal € 3,4 miljoen aan leningen verstrekt. Voor hetzelfde bedrag is een storting gedaan in de voorziening Innovatiefonds.


583

Waarderisico grondvoorraad BBL Soort

Risicovoorziening.

Ingesteld op


Doel

Het Bureau Beheer landbouw gronden koopt en verkoopt in opdracht van de provincie gronden en opstallen ten behoeve van de realisatie van de EHS- en landbouwdoelen. Met betrekking tot de waardering van de gebouwen en de gronden buiten de EHS begrenzing is er, mede door de actuele marktomstandigheden, sprake van een waarderingsrisico. Om deze risico’s af te dekken is besloten een voorziening te treffen. Deze voorziening zal worden aangesproken indien de verkoopwaarde van de opstallen lager ligt dan de historische aankoopwaarde. In 2013 zijn de gronden buiten de EHS en de gebouwen opnieuw beoordeeld, op basis actuele gegevens moet de voorziening verhoogd worden tot € 10,23 miljoen per 31-12-2013.


Het afdekken van waarderingsrisico op het BBL bezit.

Verwachte einddatum

Waarschijnlijk 31-12-2018, e.e.a. afhankelijk van verkoop opstallen en gronden

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


€


In 2013 heeft BBL € 3 miljoen aan negatieve transactieresultaten verrekend met de provincie. Tevens zijn de aanwezige gronden buiten de EHS begrenzing en de aanwezige gebouwen opnieuw beoordeeld, op basis van deze gegevens is een aanvullende storting noodzakelijk van € 5,1 miljoen.

584



4.5.10 Vaste schulden

Vaste schulden

( x € 1.000)

Stand per 1 januari

Verloop over 2012

Verloop over 2013

233

212

Bij: opgenomen in het boekjaar Af: afgelost in het boekjaar Stand per 31 december

-

-

21

-

212

212

Het saldo betreft een twaalftal achtergestelde, renteloze leningen (looptijd: 10 jaar) die in 2005 zijn opgenomen bij de oprichting van het Cultuurfonds Monumenten Overijssel. Het Cultuurfonds Monumenten Overijssel is ingesteld bij de Perspectiefnota 2005 (PS/2004/522) om bezitters van gemeentelijke en provinciale monumenten, die aanvullende middelen voor onderhoud en renovatie nodig hebben en die niet in aanmerking komen voor een rijkssubsidie, leningen tegen een zeer lage rente te verstrekken om zodoende het behoud van gemeentelijke en provinciale monumenten een krachtige impuls te geven. In 2012 hebben twee leningverstrekkers afgezien van hun vordering. In 2013 hebben er geen mutaties plaatsgevonden.

4.5.11 Netto-vlottende schulden

Netto-vlottende schulden

( x € 1.000) Stand per 31-12-2012


Overige nog te betalen bedragen

31.356

36.578

Totaal

31.356

36.578

( x € 1.000)

De overige nog te betalen bedragen ultimo 2013 betreffen hoofdzakelijk crediteuren ad € 31,2 miljoen.


585

4.5.12 Overlopende passiva

Overlopende passiva

( x € 1.000)

Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten



3.108

3.196

Vooruitontvangen bedragen

480

2.172

Overig te verrekenen

109

722

20

20

Ontvangen waarborgsommen Betalingen onderweg en kruisposten

1.293

Doeluitkeringen

139.867

82.613

Verplichtingen

286.080

240.752

Totaal

430.957

329.475

Voor de toelichting op de nog te besteden voorschotbedragen op doeluitkeringen verwijzen wij u naar paragraaf 4.5.13, waar deze gezamenlijk met de nog te ontvangen voorschotbedragen op doeluitkeringen toegelicht zullen worden. Het bedrag onder “Te verrekenen of af te dragen salarissen en sociale lasten” betreft nog af te dragen loonbelasting, pensioenpremies en overige sociale lasten. Het saldo op “Vooruitontvangen bedragen” bestaat uit bedragen die betrekking hebben op het jaar 2014 en verder.

( x € 1.000) Stand per 31-12-2012


2.574

1.161

2008

16.713

8.434

2009

11.235

6.827

2010

70.432

58.708

2011

73.920

55.754

2012

70.425

47.565

2007 en eerder

2013

35.372

2007 ILG

769

674

2008 ILG

3.045

2.602

2009 ILG

5.568

4.062

2010 ILG

16.159

10.379

2011 ILG

9.791

5.021

2012 ILG

5.449

2.038

2013 ILG Totaal verplichtingen

586


2.155 286.080

240.752


Opbouw en afloop verplichtingen 2009 - 2013 350 300

x € 1 miljoen

250 200 150 100 50 0

31-12-2009

31-12-2010

31-12-2011

31-12-2012

31-12-2013

Jaren 2008 e.e.

2011

2009

2012

2010

2013

Totaal

4.5.13 Doeluitkeringen In de zomer van 2007 is het Besluit begroting en verantwoording (BBV) provincies en gemeenten gewijzigd (Staatsblad 2007 278 2). Op grond van de nieuwe artikelen 44 en 49 dienen ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, afzonderlijk onder de overlopende passiva te worden opgenomen. Doeluitkeringen behoren tot het vreemd vermogen van de provincie. Aan doeluitkeringen kleven verplichtingen. Doeluitkeringen worden gevormd voor niet-bestede middelen van Europese en Nederlandse overheidslichamen. Doeluitkeringen zijn onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van het beleid en borgen mede een stabiele bedrijfsvoering. In lijn hiermee is het mandaat voor het instellen, wijzigen en opheffen van de doeluitkeringen in de nota ‘Reserves, Voorzieningen en doeluitkeringen Provincie Overijssel 2009’ neergelegd bij Gedeputeerde Staten. Daar waar het instellen, wijzigen of opheffen budgettaire consequenties met zich meebrengt blijft de goedkeuring van Provinciale Staten in stand. Hieronder volgt een specificatie van de doeluitkeringen.


587

Stand per

Resultaat-

Stand per

31-12-2011

bestemming

1-1-2013

Toevoegingen 2013 Geraamd

Gerealiseerd

Afwijking

2013 Doeluitkering Investeringsbudget Landelijk Gebied Doeluitkering jeugdzorg Doeluitkering regionaal mobiliteitsfonds Doeluitkering weidevogels IJsseldelta

54.174

54.174

6.145

6.145

808

808

100

100

Brede Doeluitkering verkeer en vervoer

46.803

46.803

Doeluitkering verbetering N34

12.118

Doeluitkering Gooiermars

-260

115.057

121.710

-6.653

35.477

38.385

-2.908

260

-260

120

479

12.118 305

45

Doeluitkering Natura 2000 Doeluitkering natuurbeheer rietteeltsector Doeluitkering quick wins binnenvaart Doeluitkering bodemsanering 2009 e.e. Doeluitkering garantielening grondaankopen EHS

860

860

-189 -9.925

599

-189 24.637

224

14.712

1.809

204

-204

675

1.134

-360

360

224

Doeluitkering Europese programma's

716

716

Doeluitkering geluidssanering NaNOV

853

853

2.696

3.583

-887 -8.939

Totaal doeluitkeringen

110.858

26.511

137.369

155.638

164.577

Doeluitkeringen als passiva gepresenteerd

139.867

716

140.583

151.133

159.855

Doeluitkeringen als activa gepresenteerd

-29.009

25.795

-3.214

4.505

4.722

Verschil

588



( x € 1.000) Vrijval 2013 Geraamd

Aanwendingen 2013

Gerealiseerd

Afwijking

123

123

20

1

Geraamd

394

-43

545

546

-1

294

14

14

17

17

1.364

1.389

1.053 311

31-12-2013

Afwijking

54.174

54.174

117.893

121.429

50

50

44.250

42.404

1.846

305

-305

722

622

100

15

-15

6.816

15.681

-8.865

224

-224

-3.536

6.549

19

351

294

Gerealiseerd

Stand per

809 50 43.178 12.664

358

370 3.200

4.932

-1.732

-479

227.105

239.836

-12.731

63.499

1.078

217.089

218.903

82.613

311

10.016

20.933

-19.114

-25


589

Investeringsbudget landelijk gebied Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

In de zomer van 2007 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten gewijzigd (Staatsblad 2007 278 2). Op grond van de nieuwe artikelen 44 en 49 dienen ontvangen voorschotbedragen van Europese en Nederlandse overheidslichamen, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, afzonderlijk onder de overlopende passiva te worden opgenomen. De effectuering van deze wijziging is in 2008 verwerkt en toegelicht. In december 2007 hebben Provinciale Staten (PS/2007/830) besloten tot de effectuering van deze wijziging.

Doel

Op basis van de actuele ILG beschikking van 24 december 2009 (NLP.2009-0871) heeft het Rijk totaal € 296 miljoen beschikbaar gesteld voor het ILG 2007 - 2013. De jaarlijkse voorschotbedragen worden gestort in de doeluitkering ILG. Hier tegenover staat dat de provincie Overijssel een aantal doelen / prestaties dient te realiseren, deze zijn vastgelegd in de bestuursovereenkomst 2007 - 2013 van 18 december 2006 tussen het Rijk en de provincie Overijssel.


N.v.t.

Verwachte einddatum

Reeds opgeheven

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


Bij de monitor Overijssel 2013-II is de doeluitkering ILG opgeheven. De vrijgevallen middelen zijn conform besluit PS/2013/820 toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondzaken voor de dekking van de juridische verplichtingen verwerving en inrichting EHS (grond voor grond).

590



Jeugdzorg Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Bij besluit van PS/2008/630 is de voorziening Jeugdzorg opgeheven. Op grond van het BBV worden de niet bestede rijksmiddelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva.

Doel

Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en VWS in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitke ringen Bureau Jeugdzorg en Jeugdzorgaanbod via een voorziening in de jaarrekening van de Provincie moet worden verantwoord. In de loop van 2006 heeft VWS de verantwoording van beide doeluitkeringen samengevoegd in één voorgeschreven verantwoordingsformat. Hierin is voorgeschreven de middelen die in enig jaar niet tot besteding zijn gekomen te storten in één egalisatiereserve jeugdzorg. Bij Statenbesluit van 11 april 2007. PS/2007/151 zijn de voorzieningen Bureau Jeugdzorg en Jeugdzorgaanbod samengevoegd tot één voorziening Jeugdzorg. De voorziening Jeugdzorg is bij besluit van PS/2008/630 opgeheven. Op grond van het BBV worden de niet bestede rijksmiddelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva.


Op grond van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg zijn de in enig jaar niet bestede gelden geoormerkt voor besteding in de jeugdzorg. Op grond van dit besluit is eveneens voorgeschreven dat de over de niet bestede middelen genoten rente beschikbaar moet zijn voor de realisatie van de doeleinden in de jeugdzorg.

Verwachte einddatum

Zolang de Rijksdoeluitkering Jeugdzorg aan de Provincie wordt uitgekeerd. In verband met de voorgenomen overheveling van de provinciale jeugdzorg naar de gemeenten is dit in elk geval tot en met 2014.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


De stortingen betreffen de ontvangen doeluitkeringen van het Rijk. Deze worden rechtstreeks geboekt ten gunste van de doeluitkering. Onder de stortingen is ook verwerkt de rentetoevoeging aan de doeluitkering jeugdzorg. De onttrekkingen betreffen verleende subsidies voor de jeugdzorg, onder aftrek van de terugontvangen subsidies op grond van vastgestelde subsidiebeschikkingen. In 2013 is er € 122 miljoen rijksbijdrage ontvangen en € 121 miljoen aan subsidies verleend. Er is € 0,1 miljoen rente toevoegd aan de doeluitkering.


591

Regionaal mobiliteitsfonds Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

Uit het fonds worden vanaf 2007 benuttingsmaatregelen en quick winprojecten ter uitvoering netwerkanalyses gefinancierd. Het Rijk en de regionale overheden stellen voor de eerste fase gezamenlijk € 18,0 miljoen beschikbaar. In 2008 is met het Rijk overeenstemming bereikt over een tweede fase, waarbij het Rijk en de provincie beiden € 3,5 miljoen bijdragen. In totaal is uitvoering gegeven aan quick win projecten en benuttingsmaatregelen voor een bedrag van €25 miljoen.

In deze doeluitkering worden de bijdragen van Zwolle en het Rijk verantwoord. Het aandeel van deze partijen in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt op de doeluitkering in mindering gebracht. De provinciale bijdrage en het aandeel van de provincie in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt verantwoord in de reserve Regionale bereikbaarheid.


De regionale bijdrage wordt verdubbeld door het Rijk. Werkelijk ontvangen rente over de gelden in het RMF wordt volledig toegevoegd aan dit fonds. Tevens geldt de voorwaarde dat op 31-12-2012 niet bestede middelen door het Rijk teruggevorderd worden.

Verwachte einddatum

Einddatum voor de RMF-doeluitkering is 31-12-2012. Afrekening met gemeenten heeft in 2012 plaatsgevonden. Verantwoording aan het Rijk is in 2012 afgelegd. Afrekening met het Rijk vindt in 2014 plaats waarna de doeluitkering kan worden opgeheven.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


De stand van de doeluitkering op 31-12-2013 is € 0,8 miljoen. De ontvangen rente op de doeluitkering over 2013 op de RMF-gelden is € 803. Naar verwachting zal in 2014 het restant van deze doeluitkering, zijnde € 0,8 miljoen, worden teruggevorderd door het Rijk.

592



Weidevogels IJsseldelta Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2004/1018 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 september 2004. Omgezet in een doeluitkering door besluit PS/2009/449 van Provinciale Staten van Overijssel op 17 juni 2009.

Doel

Rijkswaterstaat stelde voor een periode van 10 jaar € 0,43 miljoen ineens beschikbaar aan de provincie. Dit zal vooral moeten bijdragen aan het behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Het bedrag van € 0,43 miljoen is in 2004 van RWS ontvangen en is, conform voorwaarde van RWS, opgenomen in een voorziening. Op basis van wijziging in BBV regelgeving is met ingang van 2008 de voorziening omgezet in een doeluitkering.


Bestedingen specifiek voor behoud en herstel van leefgebieden voor weidevogels. Er vindt geen inflatie toerekening plaats.

Verwachte einddatum

2015, dan loopt de periode van 10 jaar af.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


De stand van de doeluitkering per ultimo 2013 bedraagt € 50.000.


593

Brede doeluitkering verkeer en vervoer Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

De wet Brede doeluitkering (BDU) verkeer en vervoer is in 2005 in werking getreden. Met deze wet wordt beoogd om een belangrijke verbetering te bereiken in de realisering van het verkeer- en vervoerbeleid op regionaal niveau in samenhang met dat op landelijk niveau. Uitgangspunt is dat het regionale niveau zelf een integrale afweging kan maken van maatregelen en de daarvoor in te zetten middelen. De diverse geldstromen op het gebied van verkeer en vervoer, die van het Rijk naar de decentrale overheden gaan, worden met de komst van de BDU gebundeld en ontschot.

Deze Rijksbijdrage is bestemd voor de voorbereiding en uitvoering van het provinciale verkeer- en vervoerbeleid. De provincie krijgt ruimte om integrale afwegingen te maken, maatwerkoplossingen uit te werken en prioriteiten te stellen (in tijd en uitgavencategorieën). De provincie overlegt daarover met gemeenten en andere belanghebbende bestuursorganen (onder meer buurprovincies).


De doeluitkering wordt gevoed met de jaarlijkse rijksbijdrage voor BDU. De lasten van BDU-projecten worden jaarlijks ten laste van de doeluitkering gebracht. De lasten vloeien voort uit het BDU-bestedingsplan dat jaarljks door Gedeputeerde Staten wordt vastgesteld. Voor de jaren 2007 tot en met 2011 zijn voor BDU-taken ook autonome middelen beschikbaar gesteld, oplopend van € 0,3 miljoen in 2007 tot € 1,5 miljoen in 2011.

Verwachte einddatum

Nog niet bepaald.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


€ 4.000.000


In 2013 is de Rijksbijdrage en de rente, voor een totaalbedrag van € 38,8 miljoen toegevoegd aan de doeluitkering Verkeer en Vervoer. De Rijksbijdrage is € 3 miljoen hoger dan begroot in verband met een specifieke uitkering voor het project maatregelenpakket Ontsluiting Zwolle voortkomende uit de Gebiedsgerichte Verkenning Regio Zwolle / A28. In totaal is er € 42,4 miljoen onttrokken. De middelen zijn besteed aan de uitvoering van diverse taken op het gebied van openbaar vervoer, ontwikkeling van beleid bereikbaarheid, verkeersveiligheid, gedragsbeïnvloeding en bijdragen aan infrastructuur van andere overheden. De lagere realisatie ten opzichte van de begroting van € 1,9 miljoen houdt verband met gunstiger aanbestedingen dan verwacht, lagere vaststellingen van subsidies, aanpassingen met betrekking tot indexatie van subsidies en niet begrote bijdragen van gemeenten. De stand van de doeluitkering per 31-12-2013 is € 43,2 miljoen.

594



Verbetering N34 Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Besluit PS/2007/2 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007.

Doel

Om de met het Rijk afgesproken verbeteringen van de N34 uit te kunnen voeren.


Verplichte rentetoevoeging van 4,5% per jaar over beginsaldo per 1 januari

Verwachte einddatum

Geen specifieke einddatum. Einddatum ligt bij afronding project.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


Vanuit de doeluitkering zijn geen uitgaven gedaan. Het project Herinrichting N34 wordt gefinancierd uit verschillende dekkingsbronnen. De doeluitkering wordt pas later aangesproken.


595

Gooiermars Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

Vanuit de Koopmansgelden is ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Gooiermars een subsidie toegekend van € 1,3 miljoen. De subsidie is verleend op basis van het plan van aanpak voor de inrichting van Gooiermars.


Het Rijk stelt de volgende voorwaarden: • De middelen zijn specifiek bestemd voor de inrichting van Gooiermars • Halfjaarlijks moet er een rapportage naar het Rijk. • Voor 1 april 2011 moet verantwoording worden afgelegd met een accountantsverklaring. • Bij nalatigheid wordt de subsidie teruggevorderd verhoogd met wettelijke rente.

Verwachte einddatum

2013

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


Naar aanleiding van het subsidieverzoek betreffende de inzet van Koopmansgelden ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Gooiermars heeft het ministerie van EL&I (LNV) een subsidie toegekend van maximaal € 1,3 miljoen. Begin 2011 is de subsidie van € 1,3 miljoen ingezet als co-finaniering voor de verwerving van twee agrarische bedrijven in het gebied. Volgens afspraak is voor 1 april 2011 een aanvraag tot vaststelling ingediend bij het Ministerie EL&I, waarvan wij in december 2013 de definitieve vaststelling hebben ontvangen. De doeluitkering kan daarom bij het Jaarverslag 2013 worden opgeheven. De restant middelen moeten echter beschikbaar blijven om lopende verplichtingen te kunnen uitfinancieren. Hiervoor zal bij het Jaarverslag 2013 een resultaatbestemming worden opgesteld.

596



Natura 2000 Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Voor het opstellen van Natura2000 beheersplannen heeft het ministerie van EL&I (LNV) in december 2007 een subsidie (DN2007/3362) verleend van € 2,05 miljoen. In februari 2008 heeft het ministerie een aanvullende subsidie (DN 2008/60) verleend van € 150.0000 voor het opstellen van het beheersplan Wieden Weerribben. Tot en met 2008 waren deze subsidie bedragen opgenomen in de doeluitkering ILG. Bij de Perspectiefnota 2010 (PS2009/449) is voor Natura2000 een afzonderlijke doeluitkering ingesteld.

Doel

Voor het opstellen van Natura2000 beheersplannen heeft het ministerie totaal € 2,2 miljoen beschikbaar gesteld voor het opstellen van 16 beheersplannen.


Het Rijk stelt de volgende voorwaarden • De middelen zijn specifiek bestemd voor het opstellen van beheersplannen. • De laatste 10% wordt beschikbaar gesteld wanneer het ministerie van EL&I (LNV) een exemplaar heeft ontvangen van de vastgestelde beheersplannen.

Verwachte einddatum

2013

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


Geen mutaties in 2013. De doeluitkering kan worden opgeheven.


597

Natuurbeheer rietteeltsector Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

Naar aanleiding van het plan “Eenmalige impuls rietsector Noordwest Overijssel” heeft het ministerie van EL&I (LNV) een subsidie van € 3 miljoen beschikbaar gesteld als impuls voor het onderhoud en beheer van rietland in de Wieden en Weerribben voor rietsnijders.


De gesubsidieerde activiteiten hebben betrekking op de periode 01-01-2009 tot 31-12-2010. Subsidie is verleend onder andere met als voorwaarde dat voor 31 maart 2011 verantwoording afgelegd moet worden.

Verwachte einddatum

2014

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


In 2013 is er € 0,1 miljoen minder onttrokken doordat eind 2013 een gemeentelijke bijdrage van € 0,1 miljoen is ontvangen. Tot slot hebben wij in 2013 minder rijksmiddelen ontvangen dan begroot.

Quick-wins binnenvaart Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op

Naar aanleiding van de beschikking van Ministerie Verkeer en Waterstaat nr. 5000001160 dd. 24 nov. 2009 is doeluitkering quick wins binnenvaart ingesteld.

Doel

Het betreft een doeluitkering voor niet bestede overheidsmiddelen. Het betreft een Rijksbijdrage voor het project Openbare kade voor open overslag stukgoed en bulk Hengelo uitgevoerd door Container Terminal Hengelo.


N.v.t.

Verwachte einddatum

Geen einddatum bepaald. Afrekening met het Rijk in 2013.

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

N.v.t.


N.v.t.


De in 2010 verleende rijksbijdrage ad. € 1,8 miljoen is in 2010 als subsidie verleend. In 2013 heeft afrekening met het Rijk plaatsgevonden. De doeluitkering is op nihil gesteld en kan worden opgeheven.

598



Bodemsanering 2009 e.e. Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

De doeluitkering bodemsanering 2009 e.e. is ingesteld in het kader van de Wet Bodembescherming. De doeluitkering vangt faseverschillen op tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bijdragen door het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van projecten.


N.v.t,

Verwachte einddatum

2013

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


Bij de Monitor Overijssel 2013-I (PS/2013/377) zijn de middelen van de voorziening toegevoegd aan de doeluitkering bodem. In september 2013 hebben wij de definitieve vaststelling ontvangen. De doeluitkering kan daarom bij het Jaarverslag 2013 worden opgeheven. De restant middelen moeten echter beschikbaar blijven om lopende verplichtingen te kunnen uitfinancieren. Hiervoor zal bij het Jaarverslag 2013 een resultaatbestemming worden opgesteld.

Garantieleningen grondaankopen EHS Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

Op 14 februari 2008 is tussen het IPO en het ministerie EL&I de Kaderovereenkomst financiering grondaankopen EHS ondertekend. Hierin is vastgelegd dat voor de aankoop van EHS grond het Rijk een leenfaciliteit van ruim € 41 miljoen beschikbaar stelt bij het Groenfonds voor alle provincies. Het Overijssels aandeel hierin is € 7,3 miljoen.


De beschikbare middelen moeten ingezet worden voor de aankoop van EHS grond.

Verwachte einddatum

2013

Bestedingsplan

N.v.t.

Vrije ruimte

€ 0


N.v.t.


Het Overijssels aandeel is € 7,3 miljoen die echter als gevolg van het ILG afrekening verlaagd is naar € 3,7 miljoen. In 2011 is totaal € 3,4 miljoen onttrrokken uit de doeluitkering voor subsidies van aankoop van natuurgebieden. In 2013 hebben geen mutaties meer voorgedaan. Omdat de kosten voor de ontwikkelopgave EHS vanaf 2014 volledig gedekt worden uit de uitvoeringsreserve EHS en de ILG afrekening heeft plaatsgevonden kunnen de resterende middelen uit de doeluitkering garantielening grondaankopen EHS vrijvallen. De doeluitkering kan opgeheven worden.


599

Europese Programma’s Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

Ten behoeve van uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. Op basis van diverse voor stellen hebben Provinciale Staten van Overijssel ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s, de zogenaamde EPD’s.


Bepaald bij de instelling van de voormalige voorziening in 2004 (nummer 53).

Verwachte einddatum

Afhankelijk van wanneer het Ministerie van EZ definitief het programma 1997 - 1999 afrekent.

Bestedingsplan

Nee

Vrije ruimte

€ 0


€ 0


In 2013 is het programma 2000 - 2006 met het Ministerie van EZ afgerekend. Dit heeft geleid tot een uitgave van € 360.000. Daarnaast is rente over het saldo van de doeluitkering toegevoegd (instandhoudingsbijdrage). Over het programma 1997 - 1999 bestaat nog een verschil van mening met EZ. Hiervoor loopt een juridische procedure. Zolang er nog geen definitieve afrekening is, wordt het saldo op de doeluitkering vastgehouden.

600



NaNOV-geluidssanering Soort

Doeluitkering.

Ingesteld op


Doel

De doeluitkering is bedoeld om tijdsverschillen te overbruggen tussen het moment van ontvangst van de rijksmiddelen en het moment van besteding daarvan, voor het plaatsen van geluidsschermen in het kader van NaNOV geluidssaneringsprojecten spoorlijnen.


Zie besluit PS/2004/53 en PS/2013/377.

Verwachte einddatum

Naar verwachting kan de doeluitkering in 2017 worden opgeheven. De geplande financiële afhandeling van de laatste geluidssanering is medio 2017, daarna volgt de eindverantwoording van de Rijksmiddelen.

Bestedingsplan

Ja

Vrije ruimte

Circa € 0,2 miljoen Vrijval van dit bedrag na afrekening met het Rijk.


€ 0


In 2013 is € 3,6 miljoen ontvangen en gestort in de doeluitkering. Er is € 17.000 rente toegevoegd. De kosten met betrekking tot de geluidsaneringsprojecten, ad. € 4,9 miljoen, zijn onttrokken aan de doeluitkering. De stand per 31-12-2013 is € 0,5 miljoen negatief. Dit negatieve saldo is veroorzaakt door uitgaven die te laste van 2013 zijn gebracht waarvan de rijksbijdrage nog niet is ontvangen. De afronding van het totale programma zal naar verwachting in 2017 zijn beslag krijgen. Afrekening met het Rijk zal in 2017 plaatsvinden waarna de doeluitkering kan worden opgeheven.

4.5.14 Verstrekte borgen garantstellingen De provincie heeft voor een bedrag van € 18,6 miljoen (2012: € 19,9 miljoen) waarborgen afgegeven op geldleningen van in totaal € 99,2 miljoen (2012: € 106,3 miljoen) die zijn opgenomen in de markt door o.a. een aantal zorginstellingen, de Overijsselse bibliotheekdienst en het Nationaal Groenfonds (gerelateerd aan de Ecologische Hoofdstructuur). In 2013 is één nieuwe garantstelling ter grootte van € 0,2 miljoen afgegeven. Nadere informatie is opgenomen in het bijlagenboek (bijlage B.14).


601

4.5.15 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Niet uit de balans blijkende verplichtingen Omschrijving

( x € 1.000) Einde contract

Resterende verplichting ultimo 2013

Leaseverplichting 63 dienstauto's (verschillende merken)

juli 2014

408

Leaseverplichting 5 BMW's

juli 2016

388

Leaseverplichting VW Transporter PD

september 2015

Onderhoud SAP licenties

december 2014

Onderhoud bouwkundig/installaties

januari 2016

307

Onderhoud Oracle database

december 2014

445

Onderhoud Microsoft

augustus 2013

115

Onderhoud helpdesk

maart 2015

Onderhoud ARGIS licenties

december 2015

288

Onderhoud netwerkcomponenten

december 2016

406

Onderhoud EDO

december 2016

579

Onderhoud diversen

diversen

462

Onderhoud en support IPROX-licenties

december 2016

164

Onderhoud drankenautomaten

augustus 2015

401

Licenties informatiesysteem Milieuvergunningen en Handhaving

december 2015

172

Huurovereenkomst Bergstraat en Bergsingel

juni 2025

276

Schoonmaakwerkzaamheden

mei 2015

609

Inhuur helpdesk

december 2014

369

Bibliotheekapplicatie

december 2015

220

Mobiele verbindingen

december 2014

110

Totaal

32 58

17

5.826

De onderstaande onderdelen zijn dit jaar toegevoegd aan deze paragraaf naar aanleiding van de overeengekomen akkoorden met het Rijk (Bestuursovereenkomst Grond en het Natuurakkoord). Vaststellingovereenkomst BBL-gronden Op 13-11-2013 (kenmerk PS/2013/761) hebben Provinciale Staten besloten in te stemmen met de tussen het Rijk en de provincies gesloten bestuursovereenkomst grond. De Bestuursovereenkomst Grond heeft betrekking op BBL-oud-gronden en bijbehorende gebouwen. In de Bestuursovereenkomst Grond is opgenomen dat de provincie met Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) over de betreffende gronden een vaststellingsovereenkomst sluit waarin het economisch eigendom ten gunste van de provincie wordt vastgelegd en waarin nadere afspraken worden gemaakt omtrent beheer en exploitatie. De Vaststellingsovereenkomst BBL Gronden is 6 januari 2014 door partijen getekend en kent een ingangsdatum van 1-1-2014. Mede in relatie tot de voorgenomen overdracht van (een deel van) DLG naar de provincies per 1-1-2015 wordt in 2014 een besluit genomen over de positie van BBL en het juridisch eigendom (thans nog bij BBL) van de BBL-oud en -nieuw-gronden. Omdat het economisch eigendom per 1-1-2014 is overgegaan naar de provincie zal in de Jaarrekening 2014 de BBL-oud-voorraad onderdeel uitmaken van de provinciale verslaglegging. De waardering zal worden bepaald aan de hand van de bepalingen in de BBV-artikelen 63 en 65.

602



Subsidieverplichtingen beheerscontracten, inrichting en functieverandering In de periode voorafgaand aan de ILG-periode 2007 - 2013 zijn door de Dienst Regelingen, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terrein beherende organisaties voor de inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering aangegaan zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Op basis van de ILG-afspraken is voor de bestuursperiode 2007 - 2013 de verantwoordelijkheid voor de subsidieverlening, inclusief het uitfinancieren van voor 1-1-2007 aangegane verplichtingen, overgenomen door de provincie. Via de ILG-doeluitkeringen zijn hiervoor middelen door het Rijk verstrekt. In de provinciale administratie zijn vanaf 2007 jaarlijks de gerealiseerde kasuitgaven verantwoord. Met het natuurakkoord is de verantwoordelijkheid voor het beheer, inrichting en functiewaardering volledig overgegaan naar de provincie. Met ingang van 2014 ontvangt de provincie hiervoor, via het provinciefonds, middelen van het Rijk waarmee een deel van de langlopende verplichtingen worden gedekt. Aanvullend stelt de provincie, conform het natuurakkoord, uit eigen middelen ook bedragen beschikbaar voor het beheer. Per einde 2013 bedroeg het totaal aan openstaande verplichtingen volgens opgave van de dienst Regelingen € 121,8 miljoen. Deze verplichtingen komen ten laste van de reserve KvO (openstelling SNL 2012), de uitvoeringsreserve EHS (overig) en het in de kerntakenbegroting geraamde budget voor de juridische verplichtingen (openstelling SNL 2011). De opgave van DR is door de provincie nog niet op betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid getoetst. Omdat de afwikkeling van deze verplichtingen met ingang van 2014 volledig onder de verantwoordelijkheid van de provincie vallen, zal in 2014 een onderzoek worden uitgevoerd naar de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van de verplichtingen. Op basis van dit onderzoek zal ook een besluit worden genomen over de administratieve verwerking in de provinciale jaarrekening 2014.

4.5.16 Gebeurtenissen na balansdatum Begin december 2013 is de verkoop van afvalverwerkingsbedrijf Attero Holding N.V. aan investeringsmaatschappij Waterland bekend gemaakt. In deze vennootschap had de Provincie Overijssel een belang van 18,7%. Met het voorgenomen besluit van Gedeputeerde Staten om haar aandelen aan te bieden heeft Provinciale Staten ingestemd akkoord te gaan met de Sale and Purchase Agreement (SPA) d.d. 4 februari 2014 waarbij de provincie haar aandelen in Attero Holding N.V. aanbiedt en verkoopt. Voorwaarde was dat ten minste 80% van de aandelen zouden worden aangeboden. Deze drempel werd gehaald waardoor de aandelen definitief op 4 mei 2014 overgaan naar Waterland. Attero zal standalone verder gaan onder de naam Recycleco.

4.6 Personeelsgebonden lasten Inleiding De personeelsgebonden kosten bestaan uit de directe (werkelijke) salarislasten, inclusief sociale lasten werkgever, verhoogd met de toelagen voor fuwa-correctie, garantietoelage, onregelmatigheidstoeslag, overwerk en medewerkertoelagen conform CAO-bepalingen. De personeelsgebonden kosten worden vervolgens verhoogd met de daaraan gerelateerde kosten voor inhuur van uitzendkrachten, externe deskundigheid, vervanging bij ziekte en overige personeelskosten. De overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training.


603

Salarissen en personeelsgebonden kosten

Salarislasten inclusief sociale lasten Uitzendkrachten en externe deskundigheid Overige gerelateerde personeelsgebonden kosten

( x € 1.000)

Jaarrekening

Primitieve be-

Begrotings

Actuele be-

Jaarrekening

Verschil

2012

groting 2013

wijziging 2013

groting 2013

2013

2013

53.044

56.141

463

56.604

54.578

2.026

5.704

2.494

358

2.852

4.649

-1.797

-920

920

-809

Totaal salarislasten

57.939

58.635

Reis- en verblijfkosten

873 35

Onkostenvergoedingen

821

59.456

58.307

1.149

924

0

924

808

116

52

-10

42

59

-17 13

Opleiding, studie, cursus, congressen

779

988

0

988

975

Frictiekosten

362

2.000

-2.000

0

0

0

Overige kosten

318

78

9

87

56

31

60.306

62.677

-1.180

61.497

60.205

1.292

Totaal Personeelsgebonden kosten

Het totale verschil tussen de begroting en de realisatie 2013 op de personeelsgebonden kosten bedraagt € 1,3 miljoen. Dit is een onderuitputting van 2,1% ten opzichte van de (actuele) begroting. De onderuitputting wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting op de brutosalariskosten (inclusief sociale lasten werkgever) van € 2,0 miljoen. Verder is er een onderuitputting op de overige gerelateerde personeelsgebonden kosten (onder andere uitkeringen in verband met zwangerschappen, WAO en hogere opbrengsten uit detachering verminderd met de kosten voor de WW-lasten van voormalige medewerkers) van € 0,9 miljoen. Tegenover de onderputting staat een overschrijding van het budget voor inhuur uitzendkrachten en externe deskundigheid van € 1,8 miljoen. Als gevolg van de bezuinigingsopdracht, de implementatie van het bedrijfsplan, de implementatie van het formatieplan en de financiering van de boventallige medewerkers is er besloten alleen in eerste instantie de prioritaire vacatures en later gedurende het jaar de minder prioritaire vacatures open te stellen. Voor de continuering van de uit te voeren werkzaamheden is besloten dat er extra inzet mag worden geregeld middels tijdelijke inhuur van uitzendkrachten en externe deskundigheid indien dit nodig is. Zoals eerder aangegeven in het Jaarverslag 2012 en de Perspectiefnota 2014 loopt de uitwerking van het formatieplan niet parallel aan de ontwikkeling van de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord. De taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord is om de formatie aan het einde van deze Statenperiode 2016 terug te brengen van 831 fte naar minimaal 753 fte. Komende jaren groeien het formatieplan en de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord maar elkaar toe. De taakstelling en de uitvoering van de personeelsplanning heeft geleid in een bezetting per 31 december 2013 van 749 fte ten opzichte van een formatie per 31 december 2013 conform het formatieplan van 788 fte.

604



Formatieontwikkeling 2012-2016 Jaar

Bezetting

( x € 1.000) Hoofdlijnen akkoord

Formatieplan

2012

743

839

795

2013

749

823

788

2014

797

788

2015

778

772

2016

753

747

Formatieontwikkeling 850

839

FTE’s

830

823

810

797 795

790

788

792

778 776

770

753

750 743

730

2012

751

749

2013

2014

2015

2016

Jaren Bezetting Hoofdlijnenakkoord Formatieplan

Opmerkingen formatie: • De daling van de formatie met 6 fte ten opzichte van de doelstelling uit het hoofdlijnen akkoord (753 fte hoofdlijnenakkoord ten opzichte van 747 fte formatieplan) wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitbesteding in 2013 van de catering en beveiliging. • De formatie is vooralsnog inclusief de formatie voor het Shared Service Centre. De verwachting is dat de formatie ten behoeve van het Shared Service Centre in de loop van 2014 in kader van de samenwerking met de gemeente Zwolle en Kampen wordt ondergebracht bij de gemeente Zwolle. De financiële ruimte die als gevolg van de bezetting ten opzichte van de gewenste formatie per 31 december 2013 is ontstaan, wordt gebruikt om nieuwe kwaliteiten aan onze organisatie toe te voegen. Deze nieuwe kwaliteiten, vaak ook nieuwe functies, zijn nodig om nieuwe of gewijzigde kerntaken uit te voeren, maar ook om een toekomstige vaste match tussen opgaven en personeel te realiseren. Salarislasten De realisatie van de totale salarislasten inclusief uitzendkrachten en externe deskundigheid bedraagt € 58,3 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 59,4 miljoen. Per saldo is derhalve een onderuitputting van € 1,1 miljoen.


605

Analyse van de onderuitputting ten opzichte van de actuele begroting Op basis van de gegevens uit de formatie en bezettingsoverzichten bedraagt de formatieruimte over 2012 39 fte. (Formatie volgens het formatieplan 788 fte ten opzichte van een bezetting van 749 fte). • Rekening houdend met een formatieruimte van 39 fte zou de verwachte onderuitputting op de salarislasten € 2,3 miljoen bedragen. € 2,3 miljoen • De financiële ruimte in de begroting als het gevolg van het verschil tussen het hoofdlijnenakkoord versus het formatieplan van €1,3 miljoen is gebruikt in 2013 voor een extra dotatie aan de Voorziening reorganisatie van € 1,6 miljoen. -/- € 0,3 miljoen • Overschrijding budget voor inhuur uitzendkrachten en externe deskundigheid. -/- € 1,8 miljoen • Hogere opbrengsten uit detachering, en uitkeringen in verband met zwangerschappen en WAO verminderd met de kosten voor de WW-lasten van voormalige medewerkers. € 0,9 miljoen Per saldo een onderuitputting van de salarislasten. € 1,1 miljoen Overige personeelskosten Naast de personeelsgebonden kosten resteert er binnen de personeelskosten nog een post voor overige personeelskosten. Deze overige personeelskosten bestaan uit de reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten van vorming door opleiding en training. De onderuitputting op deze post bedraagt € 143.000 (realisatie € 1,89 miljoen ten opzichte van een actuele begroting van € 2,04 miljoen) en wordt voornamelijk veroorzaakt door een onderuitputting van €116.000 op de reis- en verblijfkosten.

Formatie in fte’s Eenheid

Jaarrekening

Primitieve

Begrotings-

Actuele

Jaarrekening

2012

begroting 2013

wijziging 2013

begroting 2013

2013

Totaal

formatie

formatie

formatie

Totaal

Griffie

7

7

7

Directie

2

2

2

2

Bestuurs en Concernzaken

71

72

72

72

Economie en Cultuur

57

50

53

56

Natuur en Milieu

3

7

57

71

71

59

148

156

156

147

Project en Programma Management

34

39

39

36

Ruimte en Bereikbaarheid

70

74

74

72

Wegen en Kanalen

116

123

123

124

Bedrijfsvoering

181

188

181

174

Publieke Dienstverlening

Kwaliteitsimpuls Totaal

606


-7

10 743

792

10 -4

788

749


In bovenstaande tabel wordt een overzicht gegeven betreffende de ontwikkeling van de toegestane formatie. De formatie per ultimo 2013 bedraagt volgens het formatieplan 788 fte. De formatie is in 2013 aangepast ten opzichte van het oorspronkelijk formatieplan met -/- 4 fte. Dit als gevolg van de uitbesteding in 2013 van de catering en beveiliging (-/- 7 fte) en een tijdelijke uitbreiding (2013 en 2014) van de formatie met 3 fte voor de uitvoering van het programma Nieuwe Energie en het Energiefonds.

Rechtstreeks op programma’s verantwoorde salarissen

( x € 1.000)( x € 1.000)

Rekening

Begroting

Begrotings

Actuele

Rekening

Verschil

2012

2013

wijziging 2013

begroting 2013

2013

2013

Vergoeding PS-leden

774

715

0

715

741

-26

1.107

1.112

0

1.112

1.068

44

Jaarwedde CdK

189

188

0

188

191

-3

Voormalig personeel/seniorenbeleid

282

738

0

738

246

492

Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden

Salaris stagiaires

37

35

0

35

49

-14

Bedrijfshulpverlening

34

35

0

35

34

1

2.423

2.823

0

2.823

2.329

494

Totaal

Naast bovengenoemde personeelsgebonden kosten kennen we ook salarissen / vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten voormalig personeel en enkele overige kosten. Deze kosten worden direct verantwoord binnen de kerntaak Kwaliteit Openbaar Bestuur. Deze kosten maken geen deel uit van de hiervoor weergegeven tabellen. Voor 2013 bedragen deze kosten € 2,3 miljoen. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (inclusief oud-leden), totaal € 1,8 miljoen, en op de kosten van voormalig personeel en seniorenbeleid, totaal € 0,3 miljoen. Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, worden weergegeven in het volgende overzicht.

( x € 1.000) Jaarrekening 2012

Begroting 2013

Jaarrekening 2013

Verschil 2013

68,5

70,2

70,7

-0,5

Reis- en verblijfskosten / onkostenvergoedingen en Overige kosten

1,6

1,3

1,2

0,1

Verming, opleiding en training

1,0

1,3

1,3

0,0

71,1

72,8

73,2

-0,4

775

788

749

39

Gemiddelde salariskosten

Totaal Gemiddelde bezetting over het jaar in fte's


607

De gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 70,7 ten opzichte van de gemiddelde loonsom per fte volgens de actuele begroting van € 70,2. Het verschil in de gemiddelde loonsom tussen de realisatie en de actuele begroting is het gevolg dat in de begroting wordt gerekend met een percentage van 97% van de maximale loonsom per functieschaal. In de realisatie ligt dit percentage op 97,8%. De verhoging van de salariskosten als gevolg van de aanpassing van de sociale lasten werkgever is doorgevoerd in zowel de realisatie als in de actuele begroting. Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en apparaatskosten In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de toerekening van de personeelsgebonden kosten naar de verschillende kerntaken.

Verdeling personeelsgebonden kosten naar kerntaken

( x € 1.000)

Jaarrekening

Primitieve be-

begrotings

Actuele be-

Jaarrekening

Verschil

2012

groting 2013

wijziging 2013

groting 2013

2013

2013

Duurz. ruimtelijke ontwikkeling incl. water

2.995

3.098

-123

3.040

2.975

65

Milieu en Energie

7.933

8.450

-364

8.291

8.086

205


4.328

4.476

-175

4.392

4.301

91 239

11.952

12.356

-471

12.124

11.885

Regionale economie

Regeionale bereikbaarheid, regionaal OV

2.262

2.340

-99

2.296

2.241

55


1.920

1.985

-75

1.948

1.910

38

Kw. Openbaar bestuur

8.760

9.213

-364

9.040

8.849

191

Sociale infrastructuur, jeugdzorg, app.kosten

1.216

1.257

-46

1.233

1.211

22


3.416

3.532

-134

3.466

3.398

68

Middelenbeleid en beheer = apparaatskosten*

15.524

15.967

-618

15.667

15.349

318

Totaal

60.306

62.676

-2.471

61.497

60.205

1.292

608



4.7 Single information, single audit (SISA) Met ingang van 2006 is de regelgeving Single Information, Single Audit (SISA) op provincies en gemeenten van toepassing. Deze regels zijn erop gericht om de verantwoording aan het Rijk over de specifieke uitkeringen aan lokale overheden te laten plaatsvinden via het jaarverslag en niet meer via een afzonderlijke verantwoording per specifieke uitkering. In 2013 vallen voor ons nog maar zes regelingen onder SISA. Voor elke regeling is door het betreffende vakdepartement vastgesteld welke indicatoren verantwoord moeten worden. Deze zijn opgenomen in een overzicht, dat als afzonderlijke bijlage bij het jaarverslag is gevoegd (zie bijlage 2). De SISA-bijlage valt onder de accountantsverklaring bij de Jaarrekening en daarmee vervangt deze verklaring de afzonderlijke verklaringen per regeling. Het gaat voor de provincie om de volgende specifieke uitkeringen: 1. (E3) Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) 2. (E10) Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland 3. (E11) Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) 4. (E27) Brede doeluitkering verkeer en vervoer 5. (F3) Verzameluitkering EL&I 6. (H8) Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) Zowel de specifieke uitkering voor Bodemsanering (2005 - 2009), de regionale mobiliteitsfondsen als de quick wins binnenhavens zijn via de Jaarrekening 2012 vastgesteld en afgerekend.


609

Hoofdstuk 4 Jaarrekening Grondslagen van resultaatbepaling en waardering. Resultaatbepaling. Waardering

Recommend Documents