Hoofdstuk 13 Participatie en communicatie 1.Inleiding Met het vaststellen van de Nota van Wijzigingen op het Plan van Aanpak de Banne, gaat het plan een volgende fase in, de uitvoeringsfase. Kenmerkend voor deze fase is dat het accent komt te liggen op de planuitvoering in vijf verschillende deelgebieden. Daartoe worden de plannen per gebied verder geconcretiseerd. Het vastgestelde Plan van Aanpak, en de daaraan gekoppelde Nota van Wijzigingen, vormt hiervoor het raamwerk. De participatiestructuur, de wijze van overleg met bewoners en andere betrokkenen, moet passen bij deze nieuwe fase. Bewoners wordt gevraagd te participeren om de plannen inhoudelijk te verbeteren. Zij zijn deskundig op het gebied van hun eigen leefomgeving en hun inbreng in herstructureringsplannen kan de kwaliteit aanmerkelijk verbeteren. Het doel van participatie is dus niet overeenstemming tussen de verschillende partijen, maar verbetering van de plankwaliteit. Daarnaast is het van belang dat er onder bewoners ook draagvlak is en blijft voor de plannen. Om draagvlak te creëren en te behouden, is een goede, open en heldere communicatie nodig. Omdat communicatie en participatie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn -en op sommige gebieden ook in elkaar overvloeien -is in deze notitie ook een passage over communicatie opgenomen. Bij de ontwikkeling van de plannen voor de herstructurering ziet het Opdrachtteam de Banne (woningcorporaties en stadsdeel Amsterdam Noord) de bewoners als consulenten en raadgevers om problemen te signaleren en mogelijke oplossingen te bedenken. Het Opdrachtteam bepaalt in hoge mate zelf de agenda, maar ziet de bewoners als belangrijke gesprekspartners bij de ontwikkeling van de plannen. Het Opdrachtteam wil met deze nota ook méér mensen betrekken bij het Plan van Aanpak. Vooral de stem van direct belanghebbenden moet duidelijk gehoord worden. Bij het opstellen van de nieuwe participatiestructuur is rekening gehouden met de zaken die in het
verleden verkeerd zijn gegaan. In het najaar van 2002 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar het communicatie- en participatieproces tot dan toe, omdat Opdrachtteam en bewoners het erover eens waren dat er sprake was van een teruggelopen vertrouwen aan beide kanten. De belangrijkste conclusies uit dat onderzoek waren dat rollen, verantwoordelijkheden en planproces niet helder waren (gemaakt) voor de bewoners. Daarnaast werkte de starre overlegstructuur van bewonersplatform/bewonersgroep tegenover Opdrachtteam volgens de onderzoekers een ‘wijzij’-gevoel in de hand. Aanbevelingen waren dan ook dat de verschillende rollen en posities van de partijen duidelijk en helder moeten worden geformuleerd en dat een zogenaamd ‘vakbondsmodel’ niet de beste structuur is voor samenwerking. Dit model heeft in de Banne gezorgd voor een grotere polarisatie tussen bewoners en Opdrachtteam. De achterliggende gedachte bij de nieuwe participatiestructuur is dat meer mensen op meer momenten actief betrokken kunnen worden bij het proces en dat voor bewoners, maar ook voor het stadsdeel en de corporaties, duidelijk is welke rol iedereen speelt.
1. Structuur Deelgebieden De komende fase is gericht op uitwerking van het Plan van Aanpak in Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPVE) per deelgebied. Deze deelgebieden zijn: • de Kadoelerbreek; • het centrumgebied (Bezaanjachtplein, Banneplein en Ankerplaats); • Aakstraat en omgeving; • Koopvaardersplantsoen; • Marjoleinterrein. Per deelgebied worden de belanghebbenden gevraagd om mee te denken over de concrete uitwerking van het Plan van Aanpak in hun deelgebied.
91
Wie zijn de belanghebbenden? Dit zijn vaak de omwonenden of de direct betrokkenen. Dit kunnen naast bewoners ook instellingen zijn. In het geval van de Kadoelerbreek bijvoorbeeld stichting de Weeren. Bij de ontwikkeling van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen Centrumgebied zijn, juist vanwege de centrumfunctie, álle Bannebewoners en de ondernemers direct betrokkenen. Bij het deelgebied Aakstraat en omgeving zijn de omwonenden en bewoners die hier geherhuisvest worden (doorschuifrelaties, vergelijkbaar met bouwen voor de buurt) de belanghebbenden. Datzelfde geldt voor het deelgebied Koopvaardersplantsoen. Bij het Marjoleinterrein zijn de omwonenden de directbetrokkenen. Voordat wordt begonnen met het SPvE zal per deelgebied door het Opdrachtteam helder worden omschreven wie de direct belanghebbenden zijn. Daarnaast kunnen anderen, uit belangstelling, ook vergaderingen van de SPVE-groepen bijwonen. Doel van de SPvE-groepen voor de verschillende deelgebieden is het uitwerken van een Stedenbouwkundig Programma van Eisen. 92
Na vaststelling van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen per deelgebied, zullen de SPvE-groepen worden opgeheven. Bewoners worden daarna actief betrokken bij de ontwerpfase van nieuwbouw. Algemene werkgroepen Naast de uitwerking per deelgebied zijn er echter ook zaken die voor de Banne als geheel gelden: het sociaal-economisch programma, het beheer openbare ruimte / complexbeheer en de ruimtelijke gevolgen van ingrepen in woningbestand en infrastructuur. Dit leidt tot het inrichten van de volgende drie werkgroepen: • werkgroep sociaal investeren (incl. economisch programma); • werkgroep openbare ruimte en beheer; • werkgroep bouwen en wonen. In deze werkgroepen zitten niet alleen bewoners, maar ook professionals, instanties en ambtenaren van het stadsdeel.
Taken en werkwijze van de werkgroepen Door het voeren van open discussies en onderzoek te (laten) doen, dragen de werkgroepen bij aan de kwaliteitsverbetering van de plannen. De werkgroepen kunnen hun bevindingen, via het projectbureau, doorgeven aan het Opdrachtteam, het Dagelijks Bestuur of de Stadsdeelraad. Alle werkgroepen worden globaal en breed geïnformeerd over alle zaken die de Banne betreffen en gedetailleerd geïnformeerd over de zaken waar de werkgroep voor is opgericht. Alleen deze laatste categorie zaken wordt besproken en eventueel van een advies voorzien. Het bewonersdeel van elke werkgroep bepaalt zelf of zij een Gekwalificeerd Advies willen uitbrengen. Voor alle werkgroepen geldt dat de limiet aan bewonersdeelname in principe op veertig deelnemers wordt gesteld (mocht dit aantal worden overschreden, dan zal het projectbureau het aantal deelnemers beperken, na overleg met de aanwezigen). De inschrijving is open en bewoners nemen deel op persoonlijke titel. Er is dus geen sprake van een formeel representatieve vertegenwoordiging. Indien een bewoner een achterban wenst te vertegenwoordigen (b.v. de huurdercommissie van een bepaald wooncomplex) dan is het afstemmen met de achterban de verantwoordelijkheid van de betreffende bewoner. Wel zal in de planning rekening worden gehouden met de mogelijkheid om achterbannen te raadplegen. Binnen de verschillende werkgroepen tellen alle meningen even zwaar. Het bewonersdeel van de werkgroepen (bij de drie algemene werkgroepen: alle bewoners, bij de SPvE-werkgroepen: alle belanghebbende bewoners) heeft het recht Gekwalificeerd Advies te geven op stukken die worden voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur of de Stadsdeelraad. Deze vorm van advisering verplicht het Opdrachtteam ertoe het advies vóór te leggen aan het stadsdeelbestuur, vergezeld van argumenten waarom het niet is opgenomen in de betreffende stukken. Of het bewonersdeel gebruik maakt van de mogelijkheid om Gekwalificeerd Advies te geven wordt met meerderheid van de stemmen binnen de werkgroep beslist. Minderheidsstandpunten
• Eventueel leveren van Gekwalificeerd Advies. worden door het Projectbureau aan het Dagelijks Bestuur gemeld. Bewoners kunnen natuurlijk altijd direct contact opnemen met leden van de stadsdeelraad. NB: De woningcorporaties kennen vanuit het BBSH (Besluit Beheer Sociale Huursector) nog hun eigen overlegvormen en vereisten. Deze staan buiten de verantwoordelijkheid van de projectorganisatie. Werkgroep sociaal investeren Aan de orde komt hier het programma op sociaal en economisch gebied zoals vastgesteld in het Plan van Aanpak (inhoud multifunctioneel centrum, dienstencentrum, Dorus Rijkersschool, kinderopvang , bouw extra bedrijvenruimte, bevordering werkgelegenheid, scholing werklozen). Deelnemers zijn geïnteresseerde bewoners en instellingen als buurtwerk Noord, Opbouwwerk, scholen e.d. De werkgroep richt zich voor de gehele Banne op het uitvoeren van het sociaaleconomisch programma. Doel van de werkgroep: • Afstemmen van beleid tussen instellingen en overheid; • Adviseren van projectbureau en opdrachtteam;
Werkgroep openbare ruimte en beheer De werkgroep behandelt de omgevingsplannen van het Plan van Aanpak en het (intensieve) beheerplan zoals vastgesteld door de stadsdeelraad. Aan de orde komen daarbij inrichting en onderhoud openbare ruimte, veiligheid in dat verband, groenplannen e.d. Doel van de werkgroep openbare ruimte en beheer: • Adviseren van projectbureau/opdrachtteam; • Eventueel leveren van Gekwalificeerd Advies. Werkgroep bouwen en wonen Deze werkgroep volgt en levert bijsturing op het punt van samenhang in de uitvoering van de ingrepen in woningbestand en infrastructuur. Ook de uitvoering van het sociaal plan wordt hier gevolgd. Doel van de werkgroep bouwen en wonen: • Adviseren van projectbureau/opdrachtteam; • Eventueel leveren van Gekwalificeerd Advies. Het projectbureau is verantwoordelijk voor de organisatie van de participatie, de werving en deelname aan de drie werkgroepen.
93
Coördinatieoverleg Om te voorkomen dat de werkgroepen dubbel werk verrichten is een coördinatieoverleg nodig. Doel van dit overleg is ook dat de verschillende werkgroepen op de hoogte zijn van elkaars reilen en zeilen (dat bijvoorbeeld de werkgroep SPvE Kadoelerbreek weet welke sociale voorzieningen voor de hele wijk gepland zijn in verband met het nieuwe dienstencentrum en dat iemand van het buurtbeheer kan wijzen op bepaalde knelpunten op het gebied van veiligheid op straat e.d.) In dit overkoepelende overleg vindt op het niveau van de hele Banne afstemming plaats tussen de verschillende deelgebieden en de drie algemene werkgroepen. Behalve leden van het projectbureau hebben per werkgroep 2 à 3 bewoners zitting in dit overleg. Welke bewoners uit de werkgroepen zitting hebben in dit overleg wordt door het bewonersdeel van de betreffende werkgroep bepaald. Het coördinatieoverleg beheert ook de financiële middelen voor extra ondersteuning (zie punt 3).
2.Vormen van participatie 94
Naast de verschillende werkgroepen is het van belang dat ook bewoners die niet deelnemen aan de geformaliseerde overleggen, kunnen laten weten wat zij van de plannen voor de Banne vinden. Dit kan op verschillende manieren. Interactieve participatie direct gericht op de herstructurering kan in kleine kring in de volgende vormen: • expertmeeting • brainstorm • excursie • werkatelier • panel • klankbordgroep/adviesgroep In brede kring, met grotere groepen bewoners kunnen de volgende instrumenten worden ingezet: • manifestatie • themabijeenkomst • enquête om voorkeuren te peilen • digitaal debat • voorkeuren peilen via internet
3.Bewonersondersteuning Voor het gehele proces van vernieuwing kunnen de bewoners een beroep doen op professionele ondersteuning. Het Opbouwwerk Noord is en blijft betrokkenbij de buurtbeheren en heeft ondersteuning geboden bij het informeren en participeren van allochtonen bij het Plan van Aanpak. Voor de komende periode stellen wij voor het Opbouwwerk Noord uit te nodigen een stimulerende en mobiliserende rol te vervullen richting álle bewoners met als doel de participatiegraad te verhogen. De bewonersgroepen op complexniveau hebben eigen afspraken met hun corporatie over budgetten voor ondersteuning. Daarvoor worden vanuit de projectorganisatie geen middelen beschikbaar gesteld. Naast personele ondersteuning vanuit het Opbouwwerk Noord, kunnen de werkgroepen voor de verschillende deelgebieden, alsmede de algemene werkgroepen, een beroep doen op financiële middelen voor het inhuren van professionals, tijdschriftabonnementen, excursies etc. De werkgroep doet een budgetaanvraag bij het coördinatieoverleg dat deze aanvraag zal beoordelen. Verder wordt een structureel overleg gefaciliteerd. Zoals professionals ‘gevoed’ worden door hun bedrijf en hun collega’s, hebben bewoners elkaar nodig om kennis uit te wisselen en ideeën op te doen. De bewoners krijgen voor dit gestructureerde overleg per jaar € 5000. De status en vormgeving van deze bijeenkomsten is aan de bewoners zelf. Doel van deze bijeenkomst is dus het uitwisselen van kennis en informatie en het opdoen van ideeën, ter versterking van de inbreng van individuele bewoners in de diverse werkgroepen.
4. De communicatie, direct gerelateerd aan participatie Participatie wordt zonder een goede communicatie een hol begrip. Alle betrokkenen moeten goed op de hoogte zijn, zodat zij hun mening helder en
duidelijk kunnen formuleren. Niet iedere bewoner zal echter in een werkgroep gaan zitten. Naarmate bewoners méér participeren, hebben zij meer informatie nodig. Deze informatie kan schriftelijk of mondeling zijn. Hieronder zijn kort opgesomd de communicatiemiddelen die het Projectbureau in de komende fase gaat inzetten. Voor de bewoners die actief deelnemen aan één van de werkgroepen zijn er de Interne Nieuwsbrief en de Informele bijeenkomsten. Deze communicatiemiddelen zijn extra. Deelnemers aan werkgroepen ontvangen natuurlijk ook stukken om zich goed op vergaderingen voor te kunnen bereiden en ontvangen ook tijdens vergaderingen de nodige informatie. Interne nieuwsbrief De actief participerende bewoner weet meer van het proces, wil ook meer weten en zal beter en directer geïnformeerd moeten worden. Een qua vormgeving echte nieuwsbrief (op briefpapier) wordt regelmatig toegezonden. In de nieuwsbrief staan uitspraken en besluitenlijstjes (van het Dagelijks Bestuur, het Opdrachtteam), zodat iedereen snel weet hoe de vlag erbij hangt en de informatie ook na kan lezen. Naast de actieve bewoners vallen ook de beslissers (politieke vertegenwoordigers in deelraad en besturen van corporaties) in dit communicatiecircuit. Het projectbureau verzorgt de inhoud. Informele bijeenkomsten Twee keer per jaar treffen opdrachtteamleden, deelraadsleden, actieve bewoners en medewerkers van het projectbureau elkaar informeel. Nieuwjaarsborrel en zomerborrel bijvoorbeeld. Dit werkt positief op de sfeer van samenwerken en geeft gelegenheid eens bij te praten zonder formele setting. Voor de bewoners van de Banne die geen lid zijn van een werkgroep en die niet uitgebreid op de hoogte willen worden gehouden worden de volgende middelen ingezet. Het Informatiecentrum Centrale gedachte bij het Informatiecentrum is de
één-loket gedachte. Bewoners moeten met al hun vragen over sloop en nieuwbouw, verhuizen, rechten, beheer enz. bij dit informatiecentrum terecht kunnen. De publieksvoorlichters zullen niet in alle gevallen meteen een antwoord gereed hebben, maar kunnen in iedere geval bewoners goed doorverwijzen. Het inrichten van een informatiecentrum maakt het mogelijk dat iedereen in de eigen woonbuurt informatie kan halen en brengen. Er wordt nog gewerkt aan het huisvestingsplan, zowel wat betreft deelnemende partijen, de benodigde investeringen als de vaste exploitatielasten. Tot aan de realisatie van het informatiecentrum houdt de publieksvoorlichtster spreekuren in de wijk. Verder worden verschillende middelen in (en gekoppeld aan) het centrum ingezet. Naast de actuele informatie is vooral de permanente presentatie van de plannen van belang. Wanneer er echt gesloopt gaat worden, en in de periode kort daarvoor, zullen de verhuisconsulenten van de woningcorporaties ook een plek krijgen in het informatiecentrum. De Inloopmarkt Het fysiek aanwezig zijn is een belangrijke pijler voor het nauwe contact met buurt. De inloopmarkt is in het verleden als mijlpaal gebruikt. “We gaan kiezen”. “We gaan beginnen” Waarom niet: “we gaan bijpraten” . Hoeveel mensen herinneren zich nu nog een maquette, banieren waarop staat wat het sociaal plan inhoudt? De planning gaat nu uit van één inloopmarkt in de eerste helft van 2003, deelname aan Banne Bruist in de tweede helft van 2003 en één open informatiemiddag. De Bannekrant Voor alle Bannebewoners en belanghebbenden verschijnt vier maal per jaar de Bannekrant. Het informatieblad is opiniërend. De informatie wordt in de geest en de intentie van het opdrachtteam aangeboden. “Zo willen we dat de Banne er gaat uitzien. Bij onze overwegingen telt het resultaat op langere termijn etc.” Het is niet een forum waar iedereen wat kan roepen. Het is een medium ter ondersteuning van het proces.
95
De krant moet door frisse artikelen bewoners goed informeren en oproepen tot participatie. Peilingen schriftelijke enquête Bij een inloopmarkt of tijdens Banne Bruist wordt de Banne bewoners naar hun mening gevraagd. Deze enquête is vooral om de sfeer te proeven. telefonische steekproef Daarnaast is het wenselijk om eens in het jaar een telefonische steekproef af te nemen. Deze representatieve telefonische steekproef omvat maximaal 500 personen. De kosten voor een telefonische enquête zijn relatief laag, er is een korte doorlooptijd, en alle bevolkingsgroepen worden (door een meertalig callcentre) bereikt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid een selectie toe te passen, waardoor enkel relevante doelgroepen ondervraagd worden. Middels de vraagstelling kunnen toekomstige bewoners en gebruikers van het gebied in kaart gebracht worden. Het is hierbij mogelijk respondenten specifieke vragen voor te leggen op basis van hun kenmerken en hun eerder gegeven antwoorden in de vragenlijst. Vanwege de
gebruikte methodiek (computer gestuurd enquêteprogramma) is het mogelijk een relatief moeilijke vragenlijst af te nemen. ” De peilingen zijn er enerzijds op gericht om te meten of mensen kennis hebben genomen van de plannen (meting van effectiviteit van de ingezette communicatiemiddelen) en anderzijds om te peilen in welke mate er draagvlak voor de plannen in de Banne is (meting van mening over de plannen).
96
SPvE-groepen deelgebieden
Structuur participatie de Banne