Aan Van Opsteller Datum Onderwerp
: Bestuur Mn Services Fondsenbeheer BV : Directie VB : Kris Douma, Head of Responsible Investment Support & Active Ownership : 23 februari 2010 : Vaststelling beleid en jaarplan Verantwoord Beleggen 2010 voor Mn Services Beleggingsfondsen
Inleiding Een groot aantal opdrachtgevers van Mn Services neemt deel in Mn Services Beleggingsfondsen. Voor deze Mn Services Beleggingsfondsen voert Mn Services een Maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid. Dit beleid wordt in opdracht van de besturen van die Mn Services Beleggingsfondsen ontwikkeld, vastgesteld en uitgevoerd door Mn Services. Op deze manier wordt voor de opdrachtgevers vorm en inhoud gegeven aan het verantwoord beleggingsbeleid van de in de Mn Services Beleggingsfondsen deelnemende pensioenfondsen en kunnen deze pensioenfondsen voldoen aan de WFT-verplichting tot het hebben en publiceren van een stembeleid en een stemrapportage. In de loop van 2007 stelde Mn Services voor de Mn Services Beleggingsfondsen een beleid vast voor maatschappelijk verantwoord beleggen. In 2008 ondertekende Mn Services de VN Principes voor Verantwoord Investeren (UN PRI). Tevens werden de acht leidende beginselen vastgesteld, gebaseerd op internationale verdragen (Rio Declaration, ILO, OESO, UN GIobal Compact e.a.). Implementatie vindt plaats langs 4 pijlers: uitsluiting; integratie van ESG-criteria in alle asset classes; actief aandeelhouderschap en thematische beleggingen. De afgelopen jaren zijn goede vorderingen gemaakt met de uitvoering van het beleid verantwoord beleggen. Medio 2009 werd echter wel de behoefte gevoeld het beleid te evalueren, mede in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen en van de wens meer duidelijkheid te scheppen over de ambities op het gebied van ‘verantwoord beleggen’. Mn Services voelde de behoefte tot een herijking van het verantwoord beleggingsbeleid en vastlegging van de ambities voor komend jaar in een Jaarplan 2010. In hoofdstuk 1 worden het tot op heden gevoerde beleid en de uitvoering daarvan geëvalueerd. In hoofdstuk 2 worden op basis daarvan aanpassingen in het beleid aangebracht. Hoofdstuk 3 bevat het Jaarplan Verantwoord Beleggen 2010. In hoofdstuk 4 worden enkele formele besluitvormingspunten ten behoeve van het mandaat van de Mn Services Beleggingsfondsen aan Mn Services behandeld.
1/10
Hoofdstuk 1: Evaluatie Verantwoord Beleggen (beleid en uitvoering) De evaluatie van het verantwoord beleggingsbeleid voor de Mn Services Beleggingsfondsen loopt langs twee lijnen. De eerste lijn is een evaluatie van de uitvoering van het beleid. De tweede lijn is een evaluatie van het beleid zelf
Paragraaf 1.1. Evaluatie uitvoering van het beleid Medio 2008 vond een evaluatie plaats van de voortgang. Dat leverde het volgende beeld op voor de vastgestelde vier pijlers van het verantwoord beleggingsbeleid: Pijler 1: Uitsluiting: • Mn Services Beleggingsfondsen voeren een actief uitsluitingbeleid op ondernemingen die direct betrokken zijn bij productie clustermunitie en anti persoonsmijnen Pijler 2: Integratie van ESG-criteria (environment, social en governance): • ESG-criteria zijn opgenomen in contracten externe managers • ESG-criteria is onderdeel van de selectiecriteria voor hedge funds • ESG-criteria worden meegenomen in selectie van private equity. • Alhoewel veelal nog impliciet, worden materiële ESG criteria meegenomen in het overgrote deel van de investeringsbeslissingen. Pijler 3: Actief aandeelhouderschap: • Mn Services Beleggingsfondsen stemmen sinds 2008 op (bijna) alle aandelen wereldwijd • (relevante) Mn Services Beleggingsfondsen bezoeken enkele aandeelhoudersvergaderingen van AEX-fondsen • Mn Services Beleggingsfondsen voeren dialoog met een groot aantal beursgenoteerde ondernemingen die in strijd handelen met de ‘leidende beginselen’ • Mn Services Beleggingsfondsen nemen deel aan initiatieven met andere investeerders via het UN PRI Clearinghouse • Mn Services Beleggingsfondsen zijn verzekerd van deelname in settlements in Amerikaanse class actions en nemen soms deel aan juridische procedures buiten de VS • (Opdrachtgevers van) de Mn Services Beleggingsfondsen publiceren hun stembeleid en een stemverantwoording op de eigen site. Pijler 4: Thematische beleggingen: • Mn Services voert voor de opdrachtgevers van de Mn Services Beleggingsfondsen geen afzonderlijk beleid voor ‘verantwoorde’ thematische beleggingen. Uit deze evaluatie en verschillende benchmarks die op basis van deze resultaten werden uitgevoerd kan de conclusie worden getrokken dat de afgelopen jaren grote voortgang is gerealiseerd in de uitvoering van het beleid verantwoord beleggen. Er zijn enkele zaken die opvallen. Bij uitvoering van het beleid is prioriteit gegeven aan compliance, voorkomen reputatieschade en het meenemen van ‘materiële’ ESG-risico’s. Het meenemen van ‘materiële’ ESG-risico’s in investeringsbeslissingen is onderdeel geworden (c.q. wordt) van reguliere beleggingsbeleid, maar dit proces in nog niet geheel voltooid.
Paragraaf 1.2. Evaluatie van het beleid Naast de evaluatie van de uitvoering van het overeengekomen beleid heeft een evaluatie plaatsgevonden van het beleid zelf. Centrale vraag daarbij is of ontwikkelingen in de samenleving en in eigen gelederen tot aanpassing van het beleid moeten leiden. Die evaluatie heeft geleid tot onderstaande conclusies: •
Onvoldoende duidelijkheid over de ambities en targets
2/10
• • •
Huidige financieel/economische crisis is aanleiding opnieuw te kijken naar de rol en verantwoordelijkheid van pensioenfondsen en institutionele vermogensbeheerders, De permanente evolutie van de definitie van ‘verantwoord’ onder invloed van maatschappelijk debat en nieuwe inzichten vereist meer flexibiliteit in het beleid Beleidsvorming, uitvoering en monitoring van de voortgang zijn nog niet verankerd in een duidelijke jaarlijkse planningscyclus.
Paragraaf 1.3. Conclusie Mn Services meent dat er reden is te komen tot een actualisering van het beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen en voor vergroting van de betrokkenheid van de opdrachtgevers van de Mn Services Beleggingsfondsen in de toekomst.
Hoofdstuk 2: Herijking van het beleid De belangrijke keuzes zijn de vaststelling van een duidelijk ‘statement’ verantwoord beleggen, de goedkeuring van een aangepaste set van tien ‘leidende beginselen’, een uitspraak over de ambities ten aanzien van verantwoord beleggen en een voorstel voor verankering van het verantwoord beleggen in een jaarlijkse planningscyclus.
Paragraaf 2.1. Naar een ‘statement’ Verantwoord Beleggen Mn Services hanteert in het verantwoord beleggingsbeleid voor de Mn Services Beleggingsfondsen een brede doelstelling, niet alleen reputatie risico beperken en ESG-criteria integreren, maar in de volle breedte rekening houden met maatschappelijke effecten. Uitvoering van beleid vindt plaats binnen primaire pensioendoelstelling. Mn Services wil voor de Mn Services Beleggingsfondsen in haar beleggingsbeleid, investeringsbeslissingen en uitoefening van aandeelhoudersrechten, binnen het kader van zijn rol als pensioenfonds, een positieve maatschappelijke bijdrage leveren, voor een duurzame economische ontwikkeling: een goed én verantwoord rendement.
Paragraaf 2.2. Van statement naar ‘tien leidende beginselen’ Het is wenselijk dit ‘statement’ door te vertalen in ‘meer grijpbare’ principes. Rode draad bij de vaststelling van de principes is maximaal aansluiting zoeken bij internationaal erkende verdragen. De huidige acht leidende beginselen worden aangepast/aangevuld tot tien nieuwe/gewijzigde principes (zie bijlage 1). De belangrijkste wijziging is de toevoeging van een nieuw, overkoepelend principe waarin Mn Services uitspreekt in haar beleid voor Mn Services Beleggingsfondsen rekening te houden met de maatschappelijke effecten van haar investeringsbeslissingen. Het principe 4 is niet helemaal nieuw, want hiertoe is bij de vaststelling van het beleid in 2007 en de jaarplannen actief aandeelhouderschap 2009 al besloten. Maar het ligt voor de hand dat ook in de principes op te nemen. Het volledig overzicht van de tien principes treft u in bijlage 1. Principe 1: Mn Services streeft voor de Mn Services Beleggingsfondsen naar een goed én verantwoord rendement, houdt rekening met maatschappelijke gevolgen van haar beleid, voorkomt dat het bijdraagt aan ontstaan c.q. vergroting van maatschappelijke problemen en draagt, binnen het kader van zijn rol als pensioenfonds, bij aan oplossing van maatschappelijke problemen en houdt daarbij rekening met veranderende maatschappelijke inzichten en opvattingen.
3/10
Principe 4: Mn Services investeert in de Mn Services Beleggingsfondsen niet (rechtstreeks noch indirect) in ondernemingen en/of andere investeringsobjecten die producten maken die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen.
Paragraaf 2.3. De ambities Mn Services wil het beleggingsbeleid, investeringsbeslissingen en de uitvoering van aandeelhoudersrechten in volledige overeenstemming laten zijn met het statement en de tien principes. Mn Services kiest daarbij voor een ‘principle based’ benadering. In de uitvoering moeten besluiten worden genomen naar de letter en naar de geest van het statement de tien principes. Mn Services streeft voor de Mn Services Beleggingsfondsen naar een verantwoord rendement en stelt als ambitie dat ultimo 2010 volledige vermogen wordt belegd conform geformuleerde statement en de tien principes. Mn Services houdt voo0r de Mn Services Beleggingsfondsen zicht op het verantwoord realiseren van een goed rendement door middel van een door Mn Services te publiceren jaarplan + jaarverslag verantwoord beleggen voor de (gezamenlijke) Mn Services Beleggingsfondsen.
Hoofdstuk 3: Jaarplan Verantwoord Beleggen 2010 In dit jaarplan wordt aangegeven op welke wijze het statement en de tien principes worden doorgevoerd in het beleggingsproces van alle verschillende asset classes (en de asset allocatie). Onderdeel van het Jaarplan Verantwoord beleggen 2010 is een onderdeel ‘verantwoord aandeelhouderschap’, waarin wordt ingegaan op de volgende onderwerpen: uitsluiting, stemmen op (en evt. bezoek van) aandeelhoudersvergaderingen, dialoog/engagement met ondernemingen en legal actions. Het afzonderlijke jaarplan verantwoord aandeelhouderschap vervalt. Het nieuwe beleid heeft als overkoepelend principe ‘het rekening houden met de maatschappelijke gevolgen’ van (de uitvoering van) het beleggingsbeleid. Dat stelt hogere, bredere eisen aan de uitvoering dan in de afgelopen periode. In een aantal asset classes is de invulling van dat ‘overkoepelende’ principe reeds in het Jaarplan 2010 terug te vinden, maar nog niet overal. Volledige doorvoering van het nieuwe beleid vindt plaats in het Jaarplan Verantwoord Beleggen 2011. Het ‘oude’ beleid rustte in belangrijke mate op de wens tot integratie van ESG-criteria in de investeringsbeslissingen. Voor zover het ‘materiële’ ESG-risico’s betreft zijn deze risico’s al in belangrijke mate in de investeringsbeslissingen geïntegreerd. Waar dat nog niet volledig is gebeurd zal dat zo snel mogelijk plaats moeten vinden. Maar ook ‘niet-materiële’ ESG-risico’s zijn van belang en kunnen reden zijn voor engagement. Ook kunnen ‘niet-materiële’ ESG-risico’s leiden tot de conclusie dat Mn Services voor de Mn Services Beleggingsfondsen niet in een onderneming wenst te investeren omdat de maatschappelijke gevolgen te schadelijk (kunnen) zijn. Een voorbeeld hiervan is schending van mensenrechten. Schending kan onaanvaardbaar zijn, maar tevens ook ‘niet-materieel’. ESG-integratie zal daarom op verschillende momenten nog steeds onderdeel zijn van het Jaarplan.
Paragraaf 3.1. Uitsluiting Het betreft volledige doorvoering van principe 4: Mn Services investeert voor de Mn Services Beleggingsfondsen niet (rechtstreeks noch indirect) in ondernemingen en/of andere investeringsobjecten die direct betrokken zijn bij productie, onderhoud of distributie van producten die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen. Op dit moment worden in feite alleen aandelen uitgesloten van ondernemingen die direct betrokken zijn bij de productie, onderhoud of distributie van anti persoonsmijnen en clustermunitie. Zoals in het kader van het Jaarplan Verantwoord Aandeelhouderschap 2009 overeengekomen wordt met ingang van 2010 het
4/10
uitsluitingbeleid uitgebreid naar alle door Nederland ondertekende internationale verdragen die zich richten op bepaalde producten. Dat zijn de volgende verdragen: • • • • • • •
Montreal Protocol (halogenated hydrocarbons that played a role in ozone depletion); CITES (international trade in specimens of wild animals and plants); Non-Proliferation of Nuclear Weapons Treaty; Chemical Weapons Convention; Biological and Toxin Weapons Convention; Ottawa Convention on the Prohibition of the Use, Stockpiling, Production and Transfer of AntiPersonnel Mines and on Their Destruction; Oslo Convention on Cluster Munitions.
Zodra er relevante nieuwe verdragen worden overeengekomen en (door Nederland worden) ondertekend zullen die met ingang van het daaropvolgende kwartaal aan deze lijst worden toegevoegd. Het uitsluitingbeleid wordt in 2010 uitgebreid naar de beleggingscategorieën bedrijfsobligaties en private equity. De huidige beschikbare research maakt dat het uitsluitingbeleid op bedrijfsobligaties van non-listed ondernemingen vooralsnog beperkt is tot non listed ondernemingen in de iBoxx-300 index (de toonaangevende index voor bedrijfsobligaties). Zodra die research breder beschikbaar is zal het uitsluitingbeleid op bedrijfsobligaties verder worden uitgerold.
Paragraaf 3.2. Capital Markets Capital markets valt uiteen in vier verschillende groepen: aandelen Europa, aandelen extern, bedrijfsobligaties en staatsobligaties. 3.2.a. Aandelen Intern Bij beleggingen in aandelen Europa wordt gebruik gemaakt van ESG-informatie die door brokers wordt aangeleverd. Al enige tijd wordt in de selectie van brokers ook gekeken naar de mate waarin zij relevante ESG-informatie leveren en of die informatie in de reguliere research is geïntegreerd (i.p.v. in afzonderlijke rapporten). De informatie wordt gebruikt voor een optimale beoordeling van het risico rendement profiel van de onderneming. Tevens wordt voor beleggingen in aandelen Europa (evenals voor aandelen in de portefeuilles van externe managers) een beleid gevoerd van ‘verantwoord aandeelhouderschap’ (zie elders). In de (eventueel) intern beheerde actieve mandaten zal in 2010 verder worden gewerkt aan de integratie van ESG-informatie in het beleggingsproces en zal de verbinding worden versterkt tussen het beleggingsproces en het programma van verantwoord aandeelhouderschap. Op de agenda staat: • • • • • •
beschikbaarheid van geïntegreerde ESG-informatie wordt meegenomen in broker review en eventuele selectie nieuwe brokers; onderzoek naar de mogelijkheden om van gespecialiseerde research providers investeringsrelevant ESG-onderzoek te betrekken en te gebruiken voor de portfolio constructie; betrekken van de informatie over ‘non compliant’ (Europese) ondernemingen bij de investeringsbeslissingen; opname van alle ondernemingen waarin een belang is genomen van meer dan 3% in het engagement programma; betrekken van relevante ESG-informatie in ‘one on one’ gesprekken van fundmanagers met ondernemingen; opname van de belangrijkste resultaten van ‘one on one’ gesprekken in de engagement rapportage.
3.2.b. Aandelen Extern Sinds eind 2007 zijn de principes voor verantwoord beleggen van opgenomen in de investment management agreements (IMA’s) met externe managers. Gebleken is dat deze benadering niet leidt tot ESG-integratie in
5/10
de investeringsbeslissingen van externe managers. Daarom is eind 2009 voor een andere benadering gekozen. Op dit moment worden ESG-criteria gebruikt voor de selectie van externe managers. In de loop van 2010 moet blijken of dit een vruchtbaardere benadering is. Externe managers worden al sinds eind 2007 verplicht uitvoering te geven aan het uitsluitingbeleid. De aanpassingen in het uitsluitingbeleid zullen in 2010 ook voor externe managers worden doorgevoerd. Aandelen in de portefeuilles van externe managers lopen mee met de programma’s voor actief/verantwoord aandeelhouderschap en legal actions. 3.2.c. Bedrijfsobligaties Gebleken is dat externe bond managers niet of nauwelijks gebruik maken van ESG-research. Selectie van externe managers op basis van ESG-integratie is wenselijk, maar thans (nog) niet realiseerbaar. Ook voor de intern beheerde obligatieportefeuille is op dit moment geen gespecialiseerde research beschikbaar. In 2010 zal, in samenwerking met ‘Aandelen Intern’ gezocht worden naar een research provider die een volledige integratie van ESG-criteria in het operationele investeringsproces mogelijk maakt. Met ingang van 2011 zal de integratie van ESG volledig operationeel moeten zijn. Bij de beoordeling van herstructureringen van obligaties in de intern beheerde portefeuille zal rekening worden gehouden met mogelijk negatieve maatschappelijke gevolgen. Het Amerikaanse programma voor class actions op aandelen wordt volledig uitgerold naar Amerikaanse bedrijfsobligaties. 3.2.d. Staatsobligaties Voor staatsobligaties, in het bijzonder bij emerging market debt, wordt op dit moment bij investeringsbeslissingen rekening gehouden met ESG-risico’s. Het ligt echter voor de hand om, net als voor capital markets, een (beperkt) uitsluitingbeleid te realiseren. Een uitsluitingbeleid op staatsobligaties voorkomt dat opdrachtgevers in de Mn Services Beleggingsfondsen (indirect) bijdragen aan de financiering van landen die structureel ESG-gerelateerde internationale verdragen overtreden. Mn Services zal voor de Mn Services Beleggingsfondsen een uitsluitingbeleid realiseren gebaseerd op internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend of waaraan Nederland op grond van het lidmaatschap van VN en EU is gebonden. Het voorstel is (pas) tot uitsluiting over te gaan als de relevante organen op basis van hun bevoegdheden inzake handhaving van die verdragen, sancties aan een bepaald land hebben opgelegd. Ter bepaling van de landen waarvoor EU- en/of VN-sancties leiden tot uitsluiting zijn (aanvullende) criteria vereist: • • • •
•
de sancties moeten in relatie staan met schending van internationale verdragen door Nederland ondertekend (of waaraan Nederland is gebonden op grond van haar lidmaatschap van internationale organisaties); de sancties moeten zijn opgelegd door erkende bevoegde organisaties, te weten de VN en aan de VN gelieerde organisaties en, gezien het feit dat Nederland geen eigen sanctiebeleid voert, de Europese Unie; de sancties moeten gericht zijn tegen het land zelf en/of de huidige machthebbers (dus niet tegen voormalige leiders of opstandige groepen in het betreffende land); in sommige gevallen zijn sancties uitgevaardigd zonder duidelijke termijnen of clausules voor de opheffing van die sancties. In die gevallen zal uitsluiting zich beperken tot staatsobligaties van die landen waarvoor de sancties korter dan 10 jaar geleden zijn getroffen, tenzij volstrekt helder is dat de schendingen waarop de sancties zijn gebaseerd nog steeds plaatsvinden; voor landen waarvoor de sancties in de eerste helft van 2010 aflopen geldt dat zij niet voor één of twee kwartalen worden uitgesloten, tenzij reeds thans duidelijk is dat die sancties zullen worden verlengd;
Paragraaf 3.3. Actief, verantwoord aandeelhouderschap Mn Services zag en ziet actief aandeelhouderschap als essentieel onderdeel van verantwoord beleggen voor de Mn Services Beleggingsfondsen. Actief, of verantwoord aandeelhouderschap valt uiteen in vijf activiteiten:
6/10
stemmen, bezoek aandeelhoudersvergaderingen, dialoog/engagement, gezamenlijke sectorale initiatieven met andere investeerders in het kader van de UN PRI en (zo nodig) juridische actie. 3.3.a. Stemmen Mn Services zal voor de Mn Services Beleggingsfondsen in 2010 stemmen op (bijna) alle aandeelhoudersvergaderingen van ondernemingen in de portefeuille. Uitzonderingen zijn landen waar sprake is van blokkering van aandelen en landen waar extreme administratieve belemmeringen bestaan om op afstand te kunnen stemmen. In sommige landen wordt daarom ‘partial’ gestemd, in een beperkt aantal landen niet. Mn Services stemt voor de Mn Services Beleggingsfondsen op basis van een eigen, op maat gesneden stembeleid (zie website), dat jaarlijks wordt geëvalueerd en zo nodig aangescherpt. Het huidige stembeleid is eind 2007 vastgesteld en sindsdien slechts beperkt aangepast om beter rekening te houden met de per land verschillende opvattingen over goede corporate governance, overigens zonder cruciale elementen uit het beleid tekort te doen. Een jaarlijkse evaluatie vindt plaats na de zomer van 2010. In het securities lending programma is opgenomen dat ‘recall’ van aandelen plaatsvindt in die gevallen waarin belangrijke proxy fights worden verwacht en Mn Services wil verzekeren dat in lijn met het eigen stembeleid wordt gestemd. Een ‘recall’ vindt tevens plaats als de Mn Services Beleggingsfondsen zich (fysiek) door Mn Services laten vertegenwoordigen op een aandeelhoudersvergadering. 3.3.b. Bezoek aandeelhoudersvergaderingen Bezoek van aandeelhoudersvergaderingen is geen doel op zich. Wel onderkent Mn Services de bijzondere verantwoordelijkheid actief invulling te geven aan haar rol als aandeelhouder in Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Mn Services wil ook in 2010 een actieve bijdrage leveren aan het werk van Eumedion en zal actief deelnemen aan enkele aandeelhoudersvergaderingen van AEX-ondernemingen, waarbij Mn Services ook (mede) namens andere institutionele vermogensbeheerders kan optreden. Welke aandeelhoudersvergaderingen worden bezocht is afhankelijk van afspraken die Mn Services met andere Eumedion-deelnemers maakt. Alleen in uitzonderlijke situaties, namelijk als dat vanuit het oogpunt van een effectieve engagement wenselijk is, zullen aandeelhoudersvergaderingen in het buitenland worden bezocht. 3.3.c. Dialoog/Engagement Mn Services hecht waarde aan een goede dialoog tussen aandeelhouder en de onderneming, maar erkent dat het onmogelijk is die dialoog te onderhouden met circa 1500 ondernemingen. In het programma van dialoog/engagement gelden daarom in 2010 de volgende prioriteiten: • • • •
Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen waar belangrijke issues spelen ten aanzien van strategie, corporate governance en/of maatschappelijk verantwoord ondernemen; AEX-ondernemingen waarvoor Mn Services in Eumedion-verband de verantwoordelijkheid heeft genomen de aandeelhoudersvergadering te bezoeken; Europese ondernemingen waarin Mn Services voor de Mn Services Beleggingsfondsen en andere opdrachtgevers een belang houdt van meer dan 3%; alle ondernemingen die non compliant zijn met UN Global Compact (de VN-code voor maatschappelijk verantwoord ondernemen) of anderszins structureel in strijd handelen met de vastgestelde principes (ondernemingen met een hoog ESG-risico).
De dialoog wordt gevoerd door Mn Services of door Mn Services aan te stellen gespecialiseerde dienstverleners. Over de inhoud, voortgang en resultaten van het programma van dialoog/engagement wordt in kwartaalrapportages en via de website gerapporteerd. Indien na verloop van tijd blijkt dat de dialoog (of pogingen daartoe) zonder enig resultaat blijft en de onderneming volhardt in ernstige en structurele overtreding van het UN Global Compact en tien principes, dan kan Mn Services besluiten tot ‘engagement led divestment’.
7/10
3.3.d. Gezamenlijke initiatieven met andere investeerders (UN PRI e.a.) Via Mn Services nemen de Mn Services Beleggingsfondsen deel aan een aantal gezamenlijke initiatieven van investeerders onder de vlag van de UN PRI (en eventuele andere samenwerkingsverbanden). Het betreft onder andere het Carbon Disclosure Project, de Sudan Engagement Group, het Extractive Industries Transparency Initiative en de gezamenlijke activiteit van UN PRI en UN Global Compact over ondernemen en investeren in ‘conflict affected countries’. Ook in 2010 zal via Mn Services aan dergelijke initiatieven worden deelgenomen. Over de gezamenlijke initiatieven onder de vlag van UN PRI (en vergelijkbare initiatieven in ander verband) wordt in de kwartaalrapportage, het Jaarverslag en op de website gerapporteerd. 3.3.e. Legal actions (Class actions) Sinds begin 2008 is een programma operationeel waardoor (opdrachtgevers in) de Mn Services Beleggingsfondsen deelnemen in class action settlements in de VS. In incidentele gevallen kan Mn Services besluiten dat een Mn Fonds deelneemt aan class actions als (potentiële) co-lead plaintiff. In 2010 zal tevens een programma voor legal actions buiten de VS operationeel worden. Dat is nodig omdat in een toenemend aantal gevallen niet-Amerikaanse investeerders in de VS worden uitgesloten van class actions tegen nietAmerikaanse ondernemingen (zelfs als de overtredingen van wet- en regelgeving in de VS heeft plaatsgevonden). Het is tevens nodig om in voorkomende gevallen ook in rechtszaken op te kunnen treden die in het geheel geen link hebben met de VS en dus juridische actie elders vereisen.
Paragraaf 3.4. Alternative Investments Mn Services heeft voor opdrachtgevers geen Mn Services Beleggingsfondsen voor thematische beleggingen. Wel investeren (enkele) opdrachtgevers via Mn Services Beleggingsfondsen in hedge funds, private equity (evt. inclusief infrastructuur) en commodities. Zolang de investeringen in commodities ‘passief’ zijn is het niet erg zinvol beleid voor responsible investment in commodities te ontwikkelen. 3.4.a. Hedge Funds (incl. GTAA) Mn Services hanteert ten aanzien van hedge funds het uitgangspunt dat activistische, of agressieve hedge funds niet voor investering in aanmerking komen. Een toets op agressief activisme maakt deel uit van de selectieprocedure. In de selectieprocedure wordt tevens gekeken naar het ESG-beleid van hedge funds. In 2010 zal het bestaande beleid worden geëvalueerd. 3.4.b. Private Equity (incl. Infrastructuur) Eind 2009 is een beleid operationeel geworden voor responsible investment in private equity, waarin het rekeining houden met maatschappelijke gevolgen en de integratie van ESG-criteria zijn opgenomen in het due dilligence proces. Mn Services wil eind 2010 een eerste evaluatie houden van dat recent operationeel geworden beleid. Belangrijke kenmerken van dat beleid zijn: • • • • • • • •
pre investment transparantie over investment strategy en ESG-beleid randvoorwaarden aan de governance en remuneratie van PE-firms en fondsen geen eenzijdige focus op leverage en/of tax arbitrage een duidelijke ESG-policy van het PE-fonds portfolio ondernemingen worden gemanaged conform UN Global Compact PE-fondsen en portfolio ondernemingen zijn gehouden normaal overleg te voeren met stakeholders medewerking aan de uitvoering van het uitsluitingbeleid bereidheid op basis van ‘comply or explain’ belangrijke dilemma’s te bespreken in een advisory board.
8/10
Paragraaf 3.5. Internationaal Onroerend Goed (IOG) Sinds begin 2009 wordt door Mn Services voor de Mn Services Beleggingsfondsen deelgenomen aan een internationaal initiatief op ESG-gebied, de UNEP FI Property Working Group. De meerwaarde voor verantwoord beleggen in IOG lijkt op dit moment beperkt. Nadere besluitvorming in samenwerking met OGNL of dit inderdaad een relevant initiatief is volgt medio 2010. Deelname aan gezamenlijke internationale initiatieven is, gezien de aard van de asset class, wel een belangrijke optie. De mogelijkheden zullen verder worden onderzocht, onder andere bij de Royal Instititution of Chartered Surveyors (RICS, de internationale organisatie voor RE-professionals). De integratie van ESG-criteria in stockselectie en portefeuille samenstelling vindt thans plaats op ad hoc basis. In 2010 zal bezien worden hoe de ‘tien beginselen’ meegenomen kunnen worden in de selectie van beursgenoteerde onroerend goed ondernemingen. Daarnaast is bij een aantal beursgenoteerde fondsen invulling gegeven aan het beleid van actief aandeelhouderschap (Unibail Rodamco en Prologis European Properties). IOG loopt ook in 2010 volledig mee in het programma van actief, verantwoord aandeelhouderschap.
Hoofdstuk 4: Formalisering Jaarplan 2010 Het Beleids- en Jaarplan 2010 Verantwoord Beleggen zal door de besturen van de Mn Services Beleggingsfondsen vastgesteld. Over de uitvoering van het Jaarplan zal voor het eind van het eerste kwartaal van 2011 door middel van een Jaarverslag Verantwoord Beleggen 2010 worden gerapporteerd. Met ingang van 2011 worden opdrachtgevers van de Mn Services Beleggingsfondsen in de gelegenheid gesteld deel te nemen in de discussie en voorbereiding van het door Mn Services voor de Mn Services Beleggingsfondsen te voeren verantwoord beleggingsbeleid en het Jaarplan (te beginnen met Jaarplan 2011).
9/10
Bijlage 1: De tien principes voor verantwoord beleggen •
Principe 1: Mn Services streeft voor de Mn Services Beleggingsfondsen naar een goed én verantwoord rendement, houdt rekening met maatschappelijke gevolgen van haar beleid, voorkomt dat het bijdraagt aan ontstaan c.q. vergroting van maatschappelijke problemen en draagt, binnen het kader van zijn rol als pensioenuitvoerder, bij aan oplossing van maatschappelijke problemen en houdt daarbij rekening met veranderende maatschappelijke inzichten en opvattingen
•
Principe 2: Mn Services draagt in de Mn Services Beleggingsfondsen waar mogelijk bij aan economische stabiliteit en duurzame economische groei en investeert in ondernemingen en andere investeringsobjecten vanuit verwachting dat die zich inzetten voor creatie van economische waarde op (middel-) lange termijn
•
Principe 3: Mn Services voorkomt in de Mn Services Beleggingsfondsen (rechtstreeks en indirect) betrokkenheid bij omkoping, corruptie, kartelvorming en andere vormen van marktmisbruik en zal elke vorm van corruptie, inclusief afpersing en omkoping tegengaan
•
Principe 4: Mn Services investeert voor de Mn Services Beleggingsfondsen niet (rechtstreeks noch indirect) in ondernemingen en/of andere investeringsobjecten die producten maken die in strijd zijn met door Nederland ondertekende internationale verdragen
•
Principe 5: Mn Services eerbiedigt in de Mn Services Beleggingsfondsen de mensenrechten en voorkomt betrokkenheid (rechtstreeks en indirect) bij schending van internationaal aanvaarde mensenrechten zoals neergelegd in Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en aanverwante verdragen en zal zich er steeds van vergewissen dat zij niet medeplichtig wordt aan schending van mensenrechten
•
Principe 6: Mn Services eerbiedigt voor de Mn Services Beleggingsfondsen (inter-) nationale arbeidsnormen zoals vastgelegd in de core labour standards van de ILO, zal vrijheid van vakvereniging respecteren, recht op collectieve onderhandelingen effectief erkennen, zich inzetten voor uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid, kinderarbeid effectief afschaffen, discriminatie in arbeid en beroep bestrijden
•
Principe 7: Mn Services zal in de Mn Services Beleggingsfondsen ten aanzien van vragen van milieu, natuur en biodiversiteit voorzorg betrachten bij de benadering van milieu-uitdagingen, initiatieven ondernemen om groter milieubesef te bevorderen en ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën stimuleren
•
Principe 8: Mn Services onderschrijft voor de Mn Services Beleggingsfondsen de zogenaamde ‘investment nexus’ van de OESO-richtlijnen, waarin (multinationale) ondernemingen verantwoordelijk zijn voor toepassing van deze principes bij zakenpartners en onderaannemers en voor bevordering van de toepassing van deze principes in gehele keten. Zij meent dat die ‘investment nexus’ zowel van toepassing is op geïnvesteerde ondernemingen, als op andere investeringsobjecten
•
Principe 9: Mn Services streeft er voor de Mn Services Beleggingsfondsen naar dat ondernemingen (en andere investeringsobjecten) hun corporate governance zo vorm geven dat rechten van (minderheids-) aandeelhouders worden gerespecteerd, het management voldoende macht heeft strategie en beleid van onderneming uit te voeren, er voldoende checks and balances zijn, er onafhankelijk toezicht is, relevante belanghebbenden betrokken worden, beloningssystemen in overeenstemming zijn met lange termijn doelstellingen en dat nationale wetgeving en codes worden gerespecteerd
•
Principe 10: Mn Services maakt voor de Mn Services Beleggingsfondsen in het geval van twijfel en/of dilemma’s een door bovenstaande principes geïnspireerde gewetensvolle, ethische keuze, is transparant over beleid en uitvoering en is bereid over het gevoerde beleid aan opdrachtgevers, deelnemers en samenleving verantwoording af te leggen.
10/10