Zomer 2011
31
Read.me verschijnt meerdere keren per jaar en wordt verspreid onder relaties van Furore
“Honderd eilandjes met elkaar verbinden, dat is een grote uitdaging”
Foto: Photoworkx
Onno Overbeek, neuroloog LUMC
n n n n
n n n
Digitaal dossier biedt JGZ Zuid-Holland West schat aan cliëntinformatie Medical Intelligence: analyse van zorg Furore pleit: meer aandacht voor gebruikersinterface Vijf vragen aan Arjen Brussaard, wetenschappelijk directeur van de Neuroscience Campus Amsterdam – VU Universitair Medisch Centrum Avedas en Furore trekken zich terug uit NLRIS Carante Groep wil gezamenlijke visie op ECD-project Bijzondere mensen. Bijzondere prestaties. Joris van Wijngaarden
Bruggebouw, Bos en Lommerplein 280, Postbus 9204, 1006 AE Amsterdam, tel. (020) 346 71 71, www.furore.com
Foto: Photoworkx
Vervolg pagina 1:
LUMC stapt als eerste UMC volledig over op Ziekenhuis Informatie Systeem ChipSoft
Foto: Photoworkx
Terwijl de landelijke invoering van het EPD op zich laat wachten, ontplooien steeds meer ziekenhuizen en Universitaire Medische Centra (UMC’s) eigen initiatieven op dit gebied. Ze willen met de ingebruikname van een Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) de zorgprocessen stroomlijnen, de communicatie tussen afdelingen verbeteren en de zorgefficiëntie en -kwaliteit naar een hoger niveau brengen. Zo ook het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Dit UMC nam eind april 2011 CS-EZIS.Net van ChipSoft in gebruik. Het LUMC had hiermee een primeur: het is het eerste UMC dat ziekenhuisbreed – in dit geval met vijfduizend gebruikers – overstapt op dit elektronische zorginformatiesysteem. Furore leverde op diverse fronten een bijdrage aan het project. Het LUMC vatte een jaar of twee geleden het plan op om een nieuw, centraal ZIS te selecteren. Tot die tijd waren weliswaar diverse processen gedigitaliseerd, maar deze waren erg versnipperd. Diverse specialismen gebruikten hun eigen ZIS, waardoor wildgroei was ontstaan. Er was nog onvoldoende samenwerking tussen de afdelingen en specialismen. Ook de communicatie tussen specialisten en afdelingen kon beter, zo was het idee. Doelstelling was om een basisdossier voor het gehele ziekenhuis te ontwikkelen, waarin alle patiëntdata, waaronder medische voorgeschiedenis, medicijngebruik, allergieën en onderzoeksuitslagen zijn vastgelegd. Alle specialismen zouden een eigen elektronisch patiëntendossier krijgen, waardoor iedere arts en afdeling die bij een behandeling is betrokken, de benodigde informatie direct beschikbaar heeft. Patiënten hoeven niet steeds dezelfde vragen te beantwoorden als ze met een andere specialist te maken krijgen. Dit komt de zorgverlening en de patiënttevredenheid sterk ten goede.
2
“Met dit systeem is de brief bij wijze van spreken al op weg naar de huisarts als de patiënt net is ontslagen uit het ziekenhuis”
“Het succes van een big bang-implementatie staat of valt met communicatie”
Onno Overbeek, neuroloog Read.me nr. 31 Zomer 2011
Foto: Photoworkx
Uit een uitgebreide selectieprocedure bleek dat het elektronische zorginformatiesysteem van ChipSoft – CS-EZIS.Net – qua mogelijkheden en functionaliteit het best aansloot bij de eisen, wensen en processen van het LUMC. Na de pakketselectie begon het echte werk. Het LUMC formeerde diverse werkgroepen, die voor ieder specialisme verantwoordelijk waren voor het in kaart brengen van processen en de inrichting van het systeem. Daarnaast schakelde het UMC Furore in voor de voorbereiding, dossiervorming, het in kaart brengen van processen en de inrichting van ChipSoft. Ook bij de opleiding – volgens het train-de-trainerprincipe – was Furore betrokken. Neuroloog Onno Overbeek werd aangewezen als werkgroepvoorzitter voor het specialisme Neurologie. In deze en de andere werkgroepen zaten ook vertegenwoordigers van het UMC Utrecht (UMCU), omdat beide UMC’s hadden besloten gezamenlijk op te trekken in het project. Zo konden ze kennis en best practices delen, en gezamenlijk specialismendossiers ontwikkelen. “Onze taak was om het basisdossier toe te passen op de specifieke processen binnen de afdeling Neurologie. Furore heeft een belangrijke rol gespeeld als intermediair tussen de medisch specialisten en ChipSoft. De mensen van Furore kennen de technologie én de ziekenhuisprocessen en hebben ChipSoft en ons dichter bij elkaar gebracht. Belangrijk, omdat we allebei een andere taal spreken.”
Tijdwinst Een belangrijke taak van de werkgroep Neurologie was de inrichting van het neurologisch onderzoek in CS-EZIS.Net. “Dit luisterde zeer nauw”, zegt Overbeek stellig. “Het neurologisch onderzoek en de bijbehorende vragenlijst zijn dusdanig uitgebreid dat een totaalbeeld voorheen lastig te krijgen was. Het was dan ook zaak dit proces zeer goed en nauwkeurig in te richten. Dit ook met het oog op de brief voor de huisarts, waarin een samenvatting staat van het neurologisch onderzoek. Met duizend klinische en Read.me nr. 31 Zomer 2011
zesduizend poliklinische contacten op jaarbasis is veel tijdwinst te behalen als je deze brieven automatisch kunt genereren met ChipSoft. Nu is de brief bij wijze van spreken al op weg naar de huisarts als de patiënt net is ontslagen uit het ziekenhuis.”
Alle afwijkende processen werden genoteerd en eventueel verwerkt in het ordermanagement. Het LUMC heeft er bewust voor gekozen om ChipSoft in één keer ziekenhuisbreed in te voeren volgens het big bang-principe. Omdat er zo veel op het spel staat en alle specialismen erbij zijn betrokken, was het voor het LUMC belangrijk om het systeem zo goed mogelijk in te richten. Overbeek: “Toch ontkom je er niet aan om voor bepaalde processen iets aan het systeem aan te passen of om processen iets aan te passen aan het ZIS. Zoveel mogelijk informatie moet tenslotte in ChipSoft worden gedigitaliseerd. Hoe meer relevante gegevens er beschikbaar zijn, hoe beter een ZIS werkt.”
Parelsnoer Initiatief
Foto: Photoworkx
Samen met UMC Utrecht
Ordermanagement Een van de belangrijkste in ChipSoft ondergebrachte processen is ordermanagement, het interne communicatiesysteem voor patiëntbeleid. Overbeek: “Door dit proces goed in te regelen, zijn de honderd eilandjes binnen het LUMC onderling te verbinden. Met ordermanagement is de status van bijvoorbeeld een CT-scanvraag over afdelingen heen te volgen. Het is als het ware het bloed van ChipSoft.” Ordermanagement is alleen goed in te richten als sprake is van exact inzicht in processen. Om dit in kaart te brengen, is Furore met een procesblauwdruk het LUMC ingegaan. De Furore-consultants onderzochten bij de diverse specialismen of de blauwdruk overeen kwam met de werkelijkheid.
Ook het LUMC is betrokken bij het Parelsnoer Initiatief, dat gegevens verzamelt over het ziekteverloop en lichaamsmaterialen van patiënten. Doelstelling is om hier op een later moment wetenschappelijk onderzoek mee te doen. In hoeverre is het mogelijk om vanuit ChipSoft data aan te leveren voor de database van het Parelsnoer Initiatief? “Op dat vlak hebben we al belangrijke stappen gezet”, zegt Overbeek. “De lange invullijsten van Parelsnoer zijn opgeknipt in eenvoudiger te navigeren tabs. Dit verlaagt de drempel om ze in te vullen. De uitdaging in de komende maanden is om het wetenschappelijke en het klinische gedeelte zoveel mogelijk te integreren. Furore zal daar een bijdrage aan leveren.” Overbeek heeft enkele tips voor andere UMC’s of ziekenhuizen die een ZIS in gebruik willen nemen. “Ten eerste zou ik het zo simpel mogelijk houden. Een project als dit – en zeker een ziekenhuisbrede implementatie – kent al zo veel haken en ogen en belangen, dat je niet alles in één keer moet willen. Verder staat of valt het succes van een big bang-implementatie met communicatie. Zorg ervoor dat de lijnen zo kort mogelijk zijn en dat je dezelfde taal spreekt, elkaar dus begrijpt. Dat vereist aardig wat afstemming aan het begin. We mogen met zijn allen trots zijn op het systeem dat er nu staat.”
3
Digitaal dossier biedt JGZ Zuid-Holland West schat aan cliëntinformatie
JGZ Zuid-Holland West biedt zorg aan in totaal ongeveer 130.000 kinderen en jongeren. De groep van nul- tot vierjarigen bestaat uit zo’n 25.000 kinderen. “Dit is de groep die we het meeste zien”, zegt Tuyp. “Kinderen in de hogere leeftijdscategorie zien we minder vaak. ” De vijf organisaties die nu JGZ ZuidHolland West vormen hadden allemaal een eigen digitaal planningsysteem. Tuyp: “De onderzoeksgegevens van de kinderen stonden echter nog in papieren dossiers. Dit was geen ideale situatie,
Petra Tuyp, projectleider digitaal dossier JGZ
Foto: Photoworkx
aangezien het lastig is om epidemiologische gegevens en managementinformatie te genereren en er natuurlijk ook altijd een risico bestaat dat een papieren dossier kwijtraakt. Bovendien is het lastig samen te werken tussen behandelaars als niet iedereen tegelijkertijd dezelfde informatie heeft.”
4
In eigen hand Het ministerie van Jeugd & Gezin heeft het digitale kinddossier verplicht gesteld. Het ministerie wil hiermee de hulp aan en behandeling van kinderen en jongeren stroomlijnen en voorkomen dat
Foto: Photoworkx
In de regio Zuid-Holland West werd de jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor nul- tot vierjarigen tot 1 januari 2011 uitgevoerd door vier thuiszorgorganisaties. De GGD Zuid-Holland West was verantwoordelijk voor zorg aan de leeftijdsgroep vier tot negentien jaar. Het overheidsbeleid voor jeugdgezondheidszorg is momenteel echter sterk in beweging. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. In ZuidHolland West is ervoor gekozen om de Integrale Jeugdgezondheidszorg onder te brengen in de nieuwe, zelfstandige uitvoeringsorganisatie JGZ Zuid-Holland West. Projectleider Petra Tuyp was onder andere betrokken bij de conversie van gegevens van de vijf organisaties naar het digitaal dossier JGZ (voorheen: het elektronisch kinddossier).
kinderen ‘uit het oog worden verloren’. Tuyp: “Officieel moest dit dossier al in werking zijn op 1 juli 2010. We zaten toen echter middenin de fusie, waardoor het wat langer duurde. Wel hebben we al voor de fusie een aanbesteding uitgeschreven. Deze is samen met de GGD Den Haag opgestart.” JGZ Zuid-Holland West wist al vanaf de start dat ze de implementatie in eigen hand wilde houden. “We hebben intern de technische kennis en weten als geen ander hoe processen lopen. Via de aanbesteding hebben we een ICT-partner gevonden in Topicus, die de applicatie KD+ op de markt brengt. Read.me nr. 31 Zomer 2011
Dit bedrijf heeft ons geholpen bij het treffen van de juiste voorbereidingen en begeleidde ons op technisch vlak.”
Hulp bij conversie Een van de grootste uitdagingen bij het opzetten van het digitaal dossier JGZ was de conversie van gegevens van kinderen, inclusief historische gegevens en afspraken, in KD+. Dit systeem vormt de basis voor het digitaal dossier bij JGZ ZuidHolland West. “Conversie is een complex en bedrijfkritisch proces, waarvoor we de hulp hebben ingeroepen van Furore”, zegt Tuyp. “Kanttekening was dat de conversie snel moest worden afgerond.” Furore ging voortvarend te werk en bracht in korte tijd de wensen van JGZ Zuid-Holland West in kaart. Tuyp: “Wij hebben aangegeven welke gegevens we wilden converteren. Door de flexibiliteit en snelheid van werken van onze Furore-consultant was na enkele weken de eerste conversiefase afgerond.
De tweede en derde volgden redelijk snel daarna.” Tuyp is zeer te spreken over de voordelen van het digitaal dossier JGZ. “We beschikken binnenkort over een schat aan managementinformatie. Zo kunnen we bijvoorbeeld in kaart brengen hoeveel kinderen bepaalde risico’s lopen. Deze informatie was eerder erg lastig naar boven te halen omdat deze in papieren dossiers stond. Ook is er altijd snel informatie over een kind of jongere beschikbaar; essentieel voor samenwerking tussen behandelaars.” Tuyp noemt echter het feit dat kinderen nooit meer buiten beeld raken als grootste winstpunt. “Risicogezinnen verhuizen vaak, waardoor het soms gebeurt dat een kind niet langer wordt gevolgd. Dat voorkomen we met het digitaal dossier. En dat komt uiteindelijk de hulp aan kinderen ten goede.”
Kort nieuws Informatiestrategie bij Stichting Epilepsie Instellingen Nederland De Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) is een zorginstelling die zich volledig toelegt op epilepsiezorg. Onder het dak van SEIN bevinden zich de (poli)klinische epilepsiezorg, de langdurige woonzorg op het terrein zelf, speciaal onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De twee klinieken van SEIN bevinden zich op locatie Meer en Bosch in Heemstede en locatie Heemstaete in Zwolle. De twaalf poliklinieken zijn gevestigd in Almelo, Almere, Amsterdam, Arnhem, Cruquius, Den Haag, Groningen, Heemstede, Leeuwarden, Rotterdam, Utrecht en Zwolle. De verschillende activiteiten, alle georganiseerd rond epilepsiezorg, maken SEIN een bijzondere en diverse organisatie. SEIN is tegelijkertijd een ziekenhuis, een care-instelling, een school en een onderzoeksinstituut. Dit stelt bijzondere eisen aan de informatievoorziening en ICT. Iedere activiteit heeft zo zijn eigen kenmerken en eisen, maar aangezien het vaak om dezelfde patiënten gaat, is er ook veel behoefte aan het delen van informatie. Onlangs is een nieuwe organisatiestructuur in het leven geroepen, gebaseerd op RvE’s (resultaatverantwoordelijke eenheden). Daar hoort ook een nieuwe informatiestrategie bij. De Raad van Bestuur van SEIN heeft Furore gevraagd hierin te adviseren en deze samen met de RvB, de resultaatverantwoordelijke eenheden en de afdeling ICT op te stellen. De opdracht is inmiddels gestart en wordt nog voor de zomervakantie afgerond.
Read.me nr. 31 Zomer 2011
5
Medical Intelligence: analyse van zorg Door Duco Roolvink Waar als gevolg van de veranderende zorgfinanciering (DBC, DOT) de informatieverstrekking voor de ondersteunende en managementprocessen de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen, is de informatieverstrekking rondom het primaire proces, de analyse van daadwerkelijke zorg, binnen ziekenhuizen nog veel te vaak onderbelicht.
Foto: Fotoshoot
Of het nu gaat om wetenschappelijk onderzoek, prestatie-indicatoren of stuuren managementinformatie: afdelingen hebben een steeds grotere behoefte aan betrouwbare patiëntenzorginformatie. Informatie die juist, tijdig en volledig beschikbaar is voor de onderzoeker, kwaliteits- of afdelingsmanager.
Vier datadomeinen Dit betreft in de eerste plaats klinische data, waarin het ziekteverloop van een patiënt staat beschreven. Daarnaast zijn er biobanken die informatie bevatten over bloed, urine, ontlasting of weefsel die patiënten voor onderzoek hebben afgestaan. Een derde soort data zijn data afkomstig van medische beeldvorming, zoals röntgen, MRI- of PET-opnames. En ten slotte zijn er data die de patiënt beschrijven in demografische en socioeconomische karakteristieken. Doordat deze vier datadomeinen apart van elkaar zijn ontwikkeld, blijkt deze informatie zeer gefragmenteerd in een groot aantal verschillende systemen binnen het ICT-landschap geregistreerd. Combineren van deze gegevens, een eerste voorwaarde voor overkoepelende analyse, is dan ook niet zonder meer mogelijk. Daarbij wordt lang niet alle benodigde informatie correct, volledig en digitaal opgeslagen. Veel informatie is deels alleen vastgelegd in papieren dossiers. Of het is wel digitaal opgeslagen, maar dan in een niet-gekoppeld systeem. Onderzoek over deze data is alleen mogelijk na tijdrovende handmatige verwerking. Binnen ziekenhuizen waar veel
6
Duco Roolvink onderzoek plaatsvindt, ziet men hierdoor complete afdelingen, met als enige functie: het verzamelen van gegevens. Verantwoordelijk voor het ‘overkloppen’ van data van systeem naar systeem. Of onderzoekers die buitenproportioneel veel tijd besteden aan de verzameling van onderzoeksdata. Handmatig verzamelen en kopiëren van data leidt vervolgens weer tot lange doorlooptijden en inconsistenties tussen de verschillende systemen.
Zorg goed analyseren Medical Intelligence is een methode waarmee de informatievoorziening wordt verbeterd om geleverde zorg goed te kunnen analyseren. Medical intelligence is gericht op het verzamelen en analyseren van informatie over patiënten, zorgprocessen en medische interventies teneinde wetenschappelijke en/of beslissingsondersteunende informatie te verkrijgen. Het omvat een pakket van diensten, systemen en processen om bovengenoemde knelpunten op te lossen.
Om te voorkomen dat aan de vele puzzelstukjes in het ICT-landschap weer een nieuw stukje wordt toegevoegd zonder dat de puzzel wordt opgelost, wordt bij een Medical Intelligence-project gestart met een onderzoek naar de knelpunten en wensen. Dit onderzoek analyseert op gedetailleerd niveau de bestaande situatie: wat zijn de knel- en verbeterpunten; en beschrijft vervolgens een oplossingsrichting.
Toegankelijk Belangrijk is om in dit onderzoek ruimte te houden voor toekomstige ontwikkelingen. Waar een Medical Intelligenceinitiatief vaak lokaal bij een afdeling ligt, zijn de belanghebbenden ook juist buiten de afdeling te vinden, zoals andere afdelingen, andere (ziekenhuisbrede) informatiesystemen, centrale ICT, wetenschappelijke verenigingen, onderzoeksinstituten, kwaliteitsmonitors en verzekeraars. Om het informatiesysteem toegankelijk en bevraagbaar te maken voor deze partijen, wordt zoveel mogeRead.me nr. 31 Zomer 2011
lijk gebruik gemaakt van open standaarden, bijvoorbeeld het HL7 protocol voor communicatie, ICD-10 voor registratie van diagnoses, CBV voor verrichtingen en SNOMED voor opslag van klinische gegevens. Het informatiesysteem geeft de onderzoeker of manager idealiter directe toegang tot de onderzoeksdata, zonder dat daar een tijdrovend dataverzamelingsproces aan vooraf gaat. Dit informatiesysteem vormt daarmee een zogeheten ‘single version of the truth’ voor analytische toepassingen. Mogelijk zijn er andere afgeleide versies van de data in het ziekenhuis in gebruik, maar de juiste en volledige versie van de waarheid bevindt zich altijd hier. Een geautomatiseerde verzameling van de gefragmenteerde registraties en historische opslag wordt een Medical Data Warehouse genoemd. Maar ook diverse andere technische oplossingen zijn mogelijk.
Permanente Medical Intelligence omarmd als basis van zorgkwaliteit. Hierdoor kunnen tijdens de handelingen in het zorgproces betere, beter geïnformeerde beslissingen gemaakt worden.
Bloed ■ Urine ■ Weefsel ■
Diagnose ■ Verloop ■ Uitkomst ■
Klinisch
Biobank
Medical Intelligence Patiënt ■
Imaging
Leeftijd
■ Geslacht ■
In de Verenigde Staten hebben grote zorgorganisaties als Medicare en Kaiser
Voor meer informatie over Medical Intelligence kunt u contact opnemen met Duco Roolvink, telefoonnummer (020) 346 71 71 of e-mail
[email protected].
NAW
Röntgen ■ MRI ■ PET ■
Kennisdag ECD en iPad bij AriënsZorgpalet
AriënsZorgpalet heeft samen met Furore, Betagraphics, Intermediate Business Solutions en PinkRoccade Healthcare op 8 juni jl. een kennisdag georganiseerd over de implementatie van een ECD-systeem, in combinatie met iPad’s en een draadloos netwerk. Aan de hand van de succesvolle case bij AriënsZorgpalet werd gekeken naar de verschillende invalshoeken, de aandachtspunten en de te maken keuzes. Read.me nr. 31 Zomer 2011
7
Furore pleit: meer aandacht voor gebruikersinterface Interactie vaak onderbelicht ondanks belang voor succes van nieuw systeem Organisaties besteden veel tijd, aandacht en geld aan de ontwikkeling van (maatwerk)systemen en applicaties voor de ondersteuning van bedrijfsprocessen. Ze schakelen technische partners in, maken medewerkers vrij, brengen processen in kaart en ontwikkelen de juiste functionaliteit. De ontwikkeling wordt vanuit de proceskant ingestoken, waarbij de functionaliteit rol-gebaseerd wordt benaderd. De interactie, de bruikbaarheid en de Grafische Userinterface (GUI), oftewel het ‘uiterlijk’ van een systeem, blijven echter ondergeschoven kindjes. Onterecht, want deze aspecten bepalen voor een groot gedeelte de gebruikersvriendelijkheid en daarmee het succes van een systeem. “Zonde om hier geen geld voor vrij te maken”, zegt Hans Vonkeman, technisch specialist bij Furore.
Door de opkomst van nieuwe apparaten – zoals smartphones en tablets – en de toepassing daarvan in bedrijfsprocessen, is aandacht voor de gebruikersinterface belangrijker dan ooit. Daarnaast geldt het adagium dat niet het proces, maar de mens centraal moet staan. Patiëntgeoriënteerde toepassingen versterken dit. Philip-Jan Bosch, testcoördinator bij Furore: “In zorginstellingen zijn veel verschillende soorten gebruikers, zoals artsen, verpleegkundigen, apothekers en – tot een bepaalde hoogte – de patiënt. Het gevaar bij de ontwikkeling van een systeem is dat je iedereen tevreden wilt houden. Dat is haast onmogelijk en daarom is een andere manier van ontwikkelen noodzakelijk. Eerst breng je in kaart wie de gebruikers zijn, welke taken het systeem moet ondersteunen en in welke omgeving dat gebeurt. Daarnaast is het zaak de verschillende gebruikers vanaf het begin van het bouwproces te betrekken bij de ontwikkeling van een
8
Foto: Fotoshoot
Mens centraal
Philip-Jan Bosch en Hans Vonkeman nieuw systeem. Om goed in te spelen op de gebruikersbehoeften, zijn usabilitytests voor én na de bouw nodig. Alleen als je deze testprocessen vast onderdeel maakt van het ontwikkelproces, kun je een systeem bouwen dat de juiste functionaliteit biedt, maar ook gebruikersvriendelijk en logisch werkt.”
Effectief en gebruiksvriendelijk De groeiende aandacht voor de gebruiker zorgt voor een verschuiving van use case design, oftewel ontwerpen volgens omschreven processen, naar interaction design. Vonkeman: “Interaction design gaat meer uit van hoe iemand een systeem gebruikt en hoe effectief en
gebruiksvriendelijk een systeem is. Het heeft tenslotte weinig zin om een applicatie te bouwen waar niemand mee wil of kan werken omdat deze onlogisch in elkaar zit of geen weerslag vormt van de fysieke omgeving.”
Geen rol, maar persona Waar de huidige systemen vooral uitgaan van rollen, pleiten Vonkeman en Bosch als startpunt van een ontwerpproces voor het beschrijven van persona’s . “Om de meest optimale gebruikersinterface te kunnen bouwen, moet je weten wie deze gaat gebruiken”, aldus Vonkeman. “Dat betekent dat je niet alleen de rol van een gebruiker beschrijft, zoals arts, verpleegRead.me nr. 31 Zomer 2011
bord, zoals proactief advies over vervolgstappen in het proces, ben je op het vlak van interaction design goed bezig.”
Foto: Hans Vonkeman
Logisch Wat volgens Furore ook van belang is, is in welke omgeving je een systeem plaatst; volgens Bosch en Vonkeman een belangrijk onderdeel van de interactie. Vonkeman: “Het is niet ongebruikelijk dat de pc’s waarop verpleegkundigen observaties in moeten voeren, in een aparte ruimte staan. Het risico dat een medewerker iets vergeet in te voeren of geen tijd heeft om dit te doen, is dan groot. Het is veel logischer om schermen op de kamers te plaatsen zodat gegevens direct zijn in te voeren. Dit is veelal niet eenvoudig en stelt eisen aan de applicatie; maar het is wel beter.”
Foto: Hans Vonkeman
Groot belang
Gebruikersvriendelijk of logisch? kundige of administratief medewerker. Ook het karakter, de sociale achtergrond, cultuur en de affiniteit met techniek omschrijf je in een persona. Je brengt letterlijk in kaart wie iemand is. Dit is een aanpak die we kennen vanuit de marketing.” De omschreven persona’s vormen vervolgens het uitgangspunt voor het in kaart brengen van scenario’s. Bosch: “Ook dit gaat anders dan bij ontwerpen vanuit alleen use cases. De scenario’s omschrijven namelijk het denkproces van iemand die zijn taak uitvoert. Alleen door dit in kaart te brengen, kun je een interface ontwerpen die past bij de manier waarop de persona denkt en werkt.” Read.me nr. 31 Zomer 2011
Ingeburgerde termen Vonkeman geeft een voorbeeld: “Veel ziekenhuisafdelingen gebruiken planborden. Interaction design houdt zich bijvoorbeeld bezig met het vertalen van zo’n bord in een geautomatiseerd systeem. Maar dan op zo’n manier dat het logisch werkt, herkenbaar is en termen gebruikt die zijn ingeburgerd in het ziekenhuis. Zo gebruikt men de term ‘koppelen’ voor het toewijzen van een bed, zorgteam of apparaat aan een patiënt. Als je hier een andere uitdrukking voor verzint, redeneer je niet vanuit de eindgebruiker. Als het ontwikkelde systeem ook een concrete toegevoegde waarde biedt ten opzichte van een plan-
Er is nog veel te winnen op het vlak van gebruikersinterfaces. Dit kan alleen als organisaties zich het belang ervan realiseren. Vonkeman: “En dit belang is groot. Het heeft tenslotte geen zin om een perfect systeem te ontwikkelen als het aan de voorkant niet prettig werkt. Mensen gaan het dan omzeilen.” Bosch besluit: “Bovendien is de kans op fouten kleiner als je logische invoermogelijkheden biedt. Het systeem ondersteunt dan de bedrijfsvoering of zorgverlening optimaal. En dat resulteert uiteindelijk in bijvoorbeeld een betere zorgkwaliteit.”
Wetmatigheden van GUI’s (gebaseerd op de wet van Quesenbery) ● Effectief
en efficiënt – hoe accuraat en snel is het systeem? ● Engaging – aantrekkelijk en prettig in gebruik. ● Fouttolerant – een gebruiker moet eenvoudig een stap terug kunnen doen in het systeem. ● Eenvoudig te leren, zo min mogelijk stappen en slimme suggesties.
9
Column
Gezond verstand en een nuchtere kijk op zaken weet hij doorgaans te combineren met een verrassende visie, een vlijmscherp inzicht in (ICT-)vraagstukken en - nog belangrijker weten wat nodig is voor een oplossing. In de wereld van management, organisatie en ICT heeft Rob Mulders, directeur Furore, jarenlang ‘rondgelopen’. In zijn vrije tijd verplaatst hij zich graag op een andere manier: op de fiets en op de schaats.
Foto: Fotoshoot
Rob Mulders
Het EPD van onderop uit het slop Na jaren onderzoek en ontwikkeling, is het landelijk EPD alsnog afgeblazen. Een blamage voor de politiek en een nieuwe aanwinst in het rijtje dure, mislukte prestigeprojecten. Ondanks een redelijk goede technische opzet kon polderend Nederland het niet eens worden over de randvoorwaarden, zoals beveiliging, privacy en eigenaarschap van de gegevens. Zelfs al had VWS alle neuzen dezelfde kant op gekregen, dan had daarna een nog grotere hobbel genomen moeten worden. Het meeste werk is namelijk de standaardisatie van zowel de inhoudelijke semantiek als de context van medische (gerelateerde) gegevens. Die standaardisatie is nodig om met succes de uitgewisselde gegevens te kunnen interpreteren. De momenteel beschikbare (internationale) standaarden, zoals HL7, CCD/CCR en EN13606 en de EDIFACT-standaarden, zeggen niets over
de semantiek en context van digitale medische gegevens. Hiermee leg je bijvoorbeeld het gewicht van een patiënt altijd in kilogrammen vast, maar zijn meerdere metingen niet met elkaar te vergelijken omdat de context niet bekend is. Zoals wanneer de patiënt gewogen is, voor of na het eten, of dat hij/ zij wel of geen kleding aan had. En zo zijn er duizenden medische rubrieken, waarvan de registratie niet uniform plaatsvindt. En dus bij uitwisseling tussen partijen risico’s opleveren. Er zijn meerdere initiatieven in Nederland die hard werken aan het op elkaar afstemmen van gebruikte rubrieken, termen en coderingen om patiëntgegevens van context en semantiek te voorzien. Het Parelsnoer Initiatief, een samenwerking van de acht academische ziekenhuizen (UMC’s) in Nederland, is hier een van. Parelsnoer verzamelt op interuni-
versitair niveau klinische patiëntgegevens en biomaterialen, met als doel het verder ontwikkelen van wetenschap in Nederland en het verbeteren van de zorg voor de patiënt. Tussen de UMC’s onderling zijn strikte afspraken gemaakt over het registreren, verzamelen, opslaan en bevragen van gegevens. De infrastructuur die nu staat kan hierdoor breder worden toegepast. En precies op dat gebied zit de link met het EPD. De aangesloten UMC’s zijn druk bezig met het modelleren van een zogenoemd ‘Basis-EPD’. In dit model worden honderden entiteiten, gebeurtenissen en eigenschappen tot in detail beschreven. De overzichtelijkheid en de samenhang wordt gewaarborgd door het model op te bouwen uit klinische bouwstenen. Een klinische bouwsteen bestaat uit een beschrijving van de gegevens die het resultaat zijn van een bepaling of
Integraal gegevensmanagement Zorggegevens worden al steeds vaker tijdens de zorg digitaal geregistreerd, maar vervolgens gefragmenteerd bewaard en beheerd, waardoor het volle potentieel van de gegevens niet volledig benut wordt. Met systeemintegratie ontstaat een geïntegreerd patiëntendossier, waardoor de uitwisseling van gegevens gemakkelijker wordt, stuurgegevens beschikbaar zijn voor het aansturen van de organisatie en eenvoudiger aangesloten kan worden op ketens. Systeemintegratie vereist een visie, architectuur en concrete invulling. Dit is de koninklijke route voor efficiënte en beheersbare gegevensuitwisseling. In het kort komt het neer op het ont-
10
wikkelen van een visie op de bedrijfsgegevens, daarop een consistente architectuur vaststellen en vervolgens concrete koppelingen ontwikkelen volgens deze architectuur. In het artikel Integraal gegevensmanagement heeft Furore beschreven wat de koninklijke route is voor efficiënte en beheersbare gegevensuitwisseling. Dit artikel kunt u aanvragen door een mail te sturen naar
[email protected]. Voor meer informatie over systeemintegratie kunt u contact opnemen met Yvonne Goorman, manager Software Engineering, telefoonnummer (020) 346 71 71 of e-mailadres
[email protected]. Read.me nr. 31 Zomer 2011
onderzoek, inclusief de contextinformatie die belangrijk is om de gegevens correct te interpreteren. Een belangrijk punt is dat een klinische bouwsteen op een generieke manier is beschreven. Hierdoor kunnen alle partijen, die zich kunnen vinden in de overeengekomen standaardisatie, het Basis-EPD model gebruiken bij de implementatie van processen en informatiestromen in de door hen geselecteerde softwarepakketten. Het Basis-EPD model van de UMC’s lijdt minder onder politieke gevoeligheden,
...zorgt de door de UMC’s ingezette standaardisatie van gegevensopslag voor bouwstenen...
naar elkaar toe en wordt de interpretatie van de gegevens steeds eenduidiger. De randvoorwaarden, die nu nog als barrières gebruikt worden, zullen naar de achtergrond verdwijnen, omdat iedere burger, medisch specialist en wetenschappelijk onderzoeker kan vertrouwen op de juistheid, tijdigheid en nut van goede informatie. Het EPD van onderop uit het slop.
Meer informatie over Parelsnoer is te vinden op www.parelsnoer.org
...voor een veel degelijker fundament van het nieuwe EPD!
Cartoon: Pim Schots
Met het omverblazen door de 1e kamer van het eerdere EPD ‘bouwsel’...
de kennis is vrij herbruikbaar, het project dwingt niet tot een keuze van een bepaald systeem en last but not least vult het model het aanwezige gat, dat iedere zorgketen waar informatie wordt uitgewisseld vroeg of laat tegenkomt. Een ideaal uitgangspunt voor zorgorganisaties om gezamenlijk klinische bouwstenen toe te passen. De softwareleveranciers, de consultants die systemen implementeren en de eigen ontwikkelaars van de ziekenhuizen zullen steeds vaker gaan putten uit de klinische bouwstenen. Hierdoor groeien de databases
TestSlim-tool ondersteunt gestructureerd testen van ChipSoft Furore heeft voor het testen van het ziekenhuisinformatiesysteem ChipSoft de testtool TestSlim ontwikkeld. TestSlim ondersteunt gestructureerd testen door slim hergebruik van ontwikkelde testscripts en het geautomatiseerd uitvoeren van de (regressie)testen. Hierdoor verkort de tool de tijd die nodig is voor het uitvoeren van ChipSoft-tests aanzienlijk. Bovendien zijn testprocessen eenvoudig te herhalen. Vooral de herhalingsmogelijkheid kan veel tijdwinst opleveren, aangezien er regelmatig een nieuwe versie van ChipSoft uitkomt. TestSlim maakt gebruik van de architectuur van het ChipSoft-systeem. Hierdoor is herbruikbaarheid van testscripts Read.me nr. 31 Zomer 2011
mogelijk, zelfs wanneer ChipSoft de gebruikersinterface aanpast. Een groot deel van de functionaliteit is geautomatiseerd te testen. Door deze werkwijze besparen eindgebruikers – de zorgverleners – die vaak voor de testen worden ingezet, kostbare tijd. ChipSoft bestaat uit meerdere modules die veelal het primaire proces ondersteunen. Implementaties van ChipSoft worden daarom specifiek per dossier of specialisme uitgevoerd. Het is belangrijk om deze specifieke implementaties bij elke oplevering van het systeem te testen op hun correcte werking. Als dat niet goed gebeurt, kan de nieuwe versie een potentieel risico vormen voor de patiëntveiligheid. Gestructureerd testen kan dit
risico wegnemen. Bovendien stelt de NEN7510-norm een adequate toets voor ingebruikname verplicht. Consequente, handmatige uitvoering van gestructureerd testen is echter een zeer tijdrovende bezigheid die er vaak bij inschiet. Daarnaast levert ChipSoft regelmatig nieuwe versies op (circa twee keer per maand een hotfix en vier keer per jaar een major release). Met TestSlim kan de tijd die gestructureerd testen kost worden ingekort. Voor meer informatie over TestSlim kunt u contact opnemen met Ilse Verstappen, Manager Quality Assurance, telefoonnummer (020) 346 71 71, of stuur uw vraag naar
[email protected].
11
Vijf vragen aan...
Arjen Brussaard
Wat is naar uw mening de belangrijkste trend in uw sector? “In mijn functie heb ik het privilege om zowel met dokters als met preklinische onderzoekers te mogen werken. Het vakgebied van de neurosciences is door de koppeling tussen deze twee disciplines een belangrijke en translationele kennisindustrie geworden. We richten ons op de levering van grensverleggende bijdragen aan het begrip van het menselijk brein, het centrale zenuwstelsel en de strijd tegen hersenziekten. Onze campusbrede integratie van neurowetenschappers is uniek in Nederland. Wij richten ons vooral op de oorzaken en mechanismen die ten grondslag liggen aan hersenziekten, waaronder neuropsychiatrische afwijkingen, dementie en wittestofziekten. We gebruiken daarbij een systeembiologische benadering en proberen bewijs te leveren voor radicaal nieuwe benaderingen in de vroege diagnose van hersenziekten en het doorgronden van de onderliggende mechanismen, waarmee we proberen nieuwe perspectieven voor behandeling te verschaffen.” Met welke voor uw organisatie belangrijke ICT-ontwikkelingen heeft of krijgt u te maken? “De belangrijkste ontwikkelingen voor de onderzoeksorganisatie op onze VUcampus zijn toegang tot databases, inclusief het elektronisch patiënten dossier (EPD). Maar ook toegang tot databases van onze biobanken, onderzoeksdata van proefdiermetingen, epidemiologische studies en dergelijke is van groot belang. Beveiligde databases waarin complexe verbanden via nieuwe algoritmen zijn te verbinden en in perspectief van multifactoriële verbanden zijn te bestuderen. Vaak gaat het daarbij om – in de tijd – longitudinaal verzamelde gegevens,
12
Foto: Photoworkx
De redactie van Read.me legt vijf vaste vragen voor aan iemand die werkt op het snijvlak van informatievoorziening en informatietechniek in één van de sectoren waarin Furore opereert. Deze keer: Arjen Brussaard, wetenschappelijk directeur van de Neuroscience Campus Amsterdam – VU Universitair Medisch Centrum.
Arjen Brussaard, wetenschappelijk directeur van de Neuroscience Campus Amsterdam – VU Universitair Medisch Centrum
welke via niet-lineaire interacties tussen de verschillende parameters onderling tot stand komen.” Wat is uw grootste uitdaging? “De grootste uitdaging binnen een universitaire campus en een universitair ziekenhuis is het centraal inrichten van infrastructurele voorzieningen zoals ICT, biobanking en bijvoorbeeld genomics en bioinformatics en ook te borgen via centrale investeringen. Een grote organisatie als het VUmc worstelt met zo’n dossier; niet alleen als het gaat om patiëntenzorg, maar ook met de vraag om centrale ondersteuning bij bioinformatica en dataopslag en analyse vanuit onderzoeksinstituten. Dit zijn bijvoorbeeld de Neuroscience Campus en bijvoorbeeld het Cancer Center Amsterdam (VUmc).” Wat was uw grootste misser? “De grootste misser bij de oprichting van de Neuroscience Campus Amsterdam (VUmc en VU) is geweest dat we niet gelijk een adequate ICT-infrastructuur hebben ingericht. Bijvoorbeeld met een Intranet-portal en beeldtelefoonverbindingen tussen onderzoekers op de campus en daarbuiten. Ik zie bij grote
bedrijven als IBM dat men door de internationalisering al veel meer gewend is aan de nieuwe manier van werken. Ook op onze eigen VU-campus zijn een paar goede voorbeelden, zoals in het nieuwe Alzheimercentrum VUmc, dat zich als partner binnen de Neuroscience Campus Amsterdam manifesteert. Hier is een boardroom ingericht met videoconferencing-mogelijkheden; een uitzondering in de universitaire wereld, waar men op gebied van infrastructuur en ICT-ondersteuning vaak achter loopt.” Wat is uw favoriete website? “Mijn favoriete websites zijn – behalve natuurlijk onze eigen websites www. neurosciencecampus-amsterdam.nl en www.enc-network.eu – pubmed en de NCBI-websites voor genoomdatabases. Daarnaast, maar dat is mijn voormalige beroepsdeformatie, bezoek ik nog regelmatig de websites van The Jackson laboratory op www.jax.org, van The Blue Brain Project op bluebrain.epfl.ch (een project van Henry Markram over een virtueel brein in een supercomputeromgeving) en websites van concullega-instituten zoals the Brain Riken Science Institute in Japan (www.brain.riken.jp).” Read.me nr. 31 Zomer 2011
Samenwerking Avedas en Furore in de Nederlandse onderzoeksinformatie De Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten maken momenteel gebruik van het systeem Metis van de Radboud Universiteit. In Metis registreren de onderzoekers hun onderzoeksprojecten en publicaties. Metis stamt nog uit de jaren negentig van de vorige eeuw; reden voor Stichting SURF, het ICT-innovatiecentrum van de Nederlandse universiteiten en hogescholen, een Europese aanbesteding uit te schrijven voor de vervanging van Metis.
In de markt zijn twee serieuze kandidaten voor het leveren van een oplossing: het Deense bedrijf Attira met PURE en de Duitse firma Avedas met Converis. Converis draait al succesvol bij het LUMC voor het publicatiemanagement. De modules voor projectmanagement en de graduate school (voor promovendi) worden momenteel uitgerold. Ook CWTS, onderdeel van de Universiteit Leiden en van wereldfaam op het gebied van wetenschapsanalyse, werkt met
Avedas. Met Converis krijgt het LUMC inzicht in de mensen en middelen in het onderzoek, en kan het deze relateren aan de wetenschappelijke impact van het onderzoek. Reden voor Furore om al in 2009 contacten te leggen met Avedas en CWTS, wat in 2010 heeft geresulteerd in een partnership, gericht op de Nederlandse wetenschappelijke markt. Samen wilden Avedas en Furore graag invulling geven aan de SURF-aanbesteding. De Europese aanbesteding van SURF is onder de naam NLRIS (Nederlands research information system) gepubliceerd. Onderdeel van de aanbesteding was een zeer uitgebreid en doortimmerd bestek. Desalniettemin zagen Avedas en Furore geen kans een goede aanbieding in te dienen. Een niet te voorspellen hoeveelheid werk in combinatie met een vaste prijs, plus een al te enthousiaste planning, waren voor Avedas en Furore reden zich terug te trekken. Momenteel onderzoeken Avedas en Furore andere manieren om de Nederlandse onderzoeksinformatiemarkt van dienst te zijn met oplossingen. Hierbij wordt ook de dialoog met SURF gezocht.
Kort nieuws
Carante Groep wil gezamenlijke visie op ECD-project
Carante Groep wil met de gezamenlijke organisaties een visie ontwikkelen op het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). Carante Groep is een samenwerkingsverband van elf zelfstandige organisaties. Die zijn, verspreid over Nederland, regionaal actief in zorg en dienstverlening aan mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, de psychiatrie, de ouderenzorg, de jeugdhulpverlening en de welzijnssector. Carante Groep is al vele jaren actief op het terrein van gezamenlijke ontwikkeling en visie op de uitvoering van informatisering en automatisering in de zorg. Het Elektronisch Cliënten Dossier is een mogelijk middel om de kwaliteit van zorg verder te verbeteren en kosten te beheersen. Behandelaars en begeleiders beschikken zo over een actueel totaalbeeld van een cliënt en over gegevens om de zorg beter te sturen en te monitoren. Dat is voor Carante Groep Read.me nr. 31 Zomer 2011
een reden om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op het Elektronisch Cliënten Dossier. Deze gezamenlijke ontwikkeling maakt maximale kwaliteit op informatiseringsgebied mogelijk, waarbij voor de cliënten die gekozen hebben voor de zorg en dienstverlening van organisaties aangesloten bij Carante Groep, het rendement van het beschikbare budget voor de dagelijkse zorg zo optimaal mogelijk is. De Carante groep heeft Furore ingeschakeld voor de begeleiding van het project. Doel van het project is om alle eisen en wensen van de elf bij Carante Groep aangesloten organisaties vast te stellen. Daarnaast zal de projectgroep in kaart brengen hoe de bij de groep aangesloten organisaties hun processen rondom zorgadministratie, zorglevering en planning kunnen standaardiseren.
13
Foto: archief Joris van Wijngaarden
Bijzondere mensen. Bijzondere prestaties. Joris van Wijngaarden
Joris van Wijngaarden
land. Toen Joris, inmiddels 31 jaar geleden, in dienst kwam bij de voorloper van Carante Groep, had de organisatie zo’n 500 medewerkers. Intussen zijn dat er 18.000. Zij bieden zorg, begeleiding en ondersteuning op maat aan 20.000 cliënten.
Joris van Wijngaarden werkt bij Carante Groep, een samenwerkingsverband van elf zelfstandige organisaties in de zorgsector. Carante Groep helpt mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en is actief in de psychiatrie, ouderenzorg, welzijn en jeugdhulpverlening. De organisaties zijn verspreid over verschillende regio’s in Neder-
Troost
14
Foto: Joris van Wijngaarden
Een ‘bijzondere prestatie’. Zo omschrijven wij soms het werk dat wij voor onze opdrachtgevers leveren. We streven naar kwaliteit en dagen onszelf voortdurend uit om nog beter te presteren, ook als het even tegenzit. Tegelijkertijd realiseren we ons dat er mensen zijn die bijzondere prestaties leveren van een totaal ander kaliber. Neem Joris van Wijngaarden. Naast zijn functie als Directeur Financiën & Informatisering bij Carante Groep is hij oprichter van de stichting United by Music. Deze stichting geeft muzikale talenten met een verstandelijke beperking letterlijk een podium. In verschillende samenstellingen treden de artiesten van United by Music op met bluesmuziek. Wat zijn voor Joris de belangrijkste beweegredenen om bijna al zijn vrije tijd te besteden aan de stichting? Welke voldoening haalt hij eruit? En wat wil hij nog bereiken met United by Music?
Blues zit Joris in het bloed. Hij reisde verschillende keren naar het zuiden van de Verenigde Staten, waar deze muziek zijn oorsprong heeft. Van oorsprong is blues muziek van kansarme mensen, waaronder slaven, die veelal werkten op de katoenplantages. Muziek was een afleiding om het lijden te verzachten. Te-
genwoordig is blues een muziekstijl die vertelt over het dagelijks leven, en dan vooral over verdrietige gebeurtenissen. Bluesmusici zoeken troost in hun muziek en proberen hierdoor de kracht te vinden om er weer bovenop te komen. Tijdens zijn trips naar de Verenigde Staten kwam Joris in contact met veel bluesartiesten. Een van hen is de Amerikaanse blueszangeres Candye Kane. “In 2005 was ik betrokken bij de organisatie van het South West Festival voor ASVZ”, memoreert Joris. “Deze organisatie helpt mensen met een verstandelijke handicap. Op dit festival speelde een band met ASVZ-cliënten met een verstandelijke beperking. Ook Candye Kane trad hier op. Het festival was een groot succes en Candye was zo onder de indruk van de band, dat we samen besloten hier meer mee te doen. Dit betekende het startpunt van United by Music.” Joris en andere vrijwilligers van United by Music begonnen een zoektocht naar muzikaal talent. Overal in Nederland werden audities gehouden voor mensen met een verstandelijke beperking. De eerste echte tournee was in 2006 een feit. United by Music deed elf optredens in twee weken. Na deze tour was de Read.me nr. 31 Zomer 2011
Foto: Joris van Wijngaarden
Gevoel van eigenwaarde
Foto: Joris van Wijngaarden
Waarom is eigenlijk gekozen voor blues als muziekgenre? “Bij muziek voor mensen met een verstandelijke beperking denk je al snel aan Nederlandstalig”, aldus Joris. “Blues heeft echter grote parallellen met deze groep. Net als de oorspronkelijke bluesvertolkers willen zij als normaal gezien worden. United by Music laat zien dat ze beschikken over grote talenten. In dit initiatief komen de blues en het leven van onze cliënten samen in de vorm van een uniek muziekfestijn. Het is dan ook hartverwarmend om te zien dat de artiesten enorm trots zijn op wat ze doen op het podium. Deze mensen krijgen vaak niet veel waardering voor wat ze doen. Met United by Music geven we ze gevoel voor eigenwaarde. Door ze te laten optreden, geven we deze mensen iets wat niemand ze kan
Read.me nr. 31 Zomer 2011
afpakken. En dat is precies waarom ik dit zo graag doe.”
Talentvolle muzikanten United by Music heeft er bewust voor gekozen om een stichting op te richten en geen aanspraak te doen op AWBZbudgetten. “Dat geld is bestemd voor primaire zorg”, zegt Joris stellig. “Wij proberen onszelf te financieren, bijvoorbeeld met sponsoren en het geld dat we verdienen met optredens. Het blijft lastig om voldoende geld bij elkaar te krijgen, maar dankzij de bereidheid van
“Met United by Music geven we mensen met een verstandelijke beperking gevoel voor eigenwaarde” een dertigtal vrijwilligers redden we het net.” De artiesten doen graag mee en geven zichzelf op voor audities. Joris: “De laatste anderhalf jaar worden we steeds bekender binnen de sector. We hebben nu genoeg artiesten om maandelijks op te kunnen treden en één keer per jaar op tournee te gaan.” Joris noemt ook het Veronica-programma van Johnny de Mol, ‘Down met Johnny Rocks!’, waarin hij een rockband vormt van mensen met een verstandelijke beperking. “Albertine, de zangeres van deze band, is een van de artiesten van United by Music. En ook de drummer en gitarist hebben zich aangemeld bij ons initiatief. Hieruit blijkt duidelijk dat United by Music bestaat uit talentvolle muzikanten”, zegt Joris trots. United by Music begeleidt de artiesten ook bij andere zaken. Joris: “We werken met een systeem van buddy’s, die gekoppeld zijn aan de artiesten. Zij begeleiden ze bijvoorbeeld bij het op papier zetten van hun gevoelens. Zo schrijven ze hun eigen songteksten. Maar ook op het vlak van kleding en hygiëne brengen we ze dingen bij. Zo komen ze een stapje verder in de maatschappij.”
Stralend op het podium Joris krijgt nog geregeld tranen in zijn ogen tijdens optredens. “Als ik zie hoe
Foto: Joris van Wijngaarden
conclusie dat het initiatief moest doorgaan. Joris: “Het plezier van de artiesten, de professionele manier waarop ze zich voorbereiden en de bereidheid van veel vrijwilligers om belangeloos mee te werken, maakten het besluit gemakkelijk.”
goed ze zijn op het podium en hoe natuurlijk ze optreden, raak ik echt ontroerd. Deze artiesten zijn zo puur en genieten er enorm van om op te treden voor een publiek. Ze staan op het podium echt te stralen.” Is dat ook de reden dat hij zijn activiteiten voor United by Music kan combineren met een fulltime baan bij Carante Groep? “Het feit dat ik er zoveel voldoening uit haal, draagt er zeker aan bij dat ik bijna al mijn avonden en de zaterdag bezig kan en wil zijn met dit initiatief. Het helpt dat mijn vrouw, zoon en dochter ook vrijwilligers zijn bij United by Music. Het kost veel tijd, maar dat heb ik er heel graag voor over.”
Wereldwijd Tot slot: heeft Joris nog een droom voor United by Music? “Momenteel zijn we bezig met het oprichten van eenzelfde stichting in de Verenigde Staten. Dit initiatief is perfect te kopiëren in andere landen. Daar streven we dan ook naar. Mijn droom is om United by Music wereldwijd op te zetten, naar voorbeeld van de Special Olympics. Het liefst zou ik ieder jaar een week lang ergens ter wereld concerten geven met bands met mensen met een verstandelijke beperking. Als je ziet hoe goed deze mensen zich voelen door hun optredens, wil je niet anders dan dit initiatief wereldwijd uitrollen. Dat zou echt de kroon zijn op United by Music.”
United by Music is altijd op zoek naar nieuwe artiesten, sponsors en vrijwilligers. Meer weten? Kijk dan op www.unitedbymusic.org. 15
Liesbeth
van Erp - functioneel applicatiebeheer
Foto: Fotoshoot
De week van...
Maandag In het Leids Universitair Medisch Centrum, kortweg LUMC, ben ik met verschillende collega’s betrokken bij de implementatie van het EPD. Het gaat hier om een enorm project. Vandaag hou ik me bezig met het testen van het SEHdossier en de dossiers van kindergeneeskunde. De testen betreffen de dossieronderdelen, maar ook de integratie tussen de verschillende onderdelen binnen EZIS en daarbuiten, zoals lab en röntgen. Dat laatste vergt extra voorbereiding, omdat je de integratietesten moet afstemmen met de betreffende afdelingen.
Studiereis naar Kaiser Permanente
Net als voorgaande jaren organiseert Microsoft Health samen met Furore en Imtech een studiereis naar de Verenigde Staten. De studiereis is opgebouwd rondom het thema: de patiënt als change agent en omvat een tweedaagse workshop bij Kaiser Permanente en een driedaagse workshop op het Microsoft hoofdkantoor. Tijdens deze studiereis krijgen de deelnemers onder meer de kans om te spreken met bestuursleden van Kaiser Permanente en de meest papierloze kliniek van de Verenigde Staten te bezoeken. Interactie met de patiënt is hier volledig geïntegreerd met de werkprocessen van de zorgverleners.
Dinsdag Op basis van de testresultaten heb ik een afspraak met een medewerker van de werkgroep autorisaties van het LUMC. Samen nemen we de rechten en de daaraan gekoppelde lay-out door voor de verschillende functies. Als dat goed is uitgewerkt, kan iedereen zijn werk doen. ’s Middags heb ik een afspraak met de medewerkers van kindergeneeskunde om de klinische en poliklinische werkprocessen door te nemen. Tijdens deze sessie kijken we meteen hoe alle rollen, zoals artsen, verpleegkundigen en secretariaat, het best in het EPD zijn in te passen om deze processen optimaal te ondersteunen.
Woensdag Woensdag is mijn vaste parttime dag. Vandaag heb ik met een vriendin een muziekafspraak en gaan we quatremains piano spelen. ’s Avonds heb ik bostraining met oefeningen die gericht zijn op de spiergroepen die je het meest gebruikt bij het schaatsen. Zo zijn onze spieren optimaal voorbereid als in het najaar het schaatsseizoen weer begint.
Donderdag De dag start met een bespreking bij Kruiswerk West-Veluwe, onderdeel van Icare. We gaan onder andere in op het aanpassen van de werkprocessen aan de mogelijkheden die het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg biedt. Het digitaal registreren van kindgegevens heeft een andere dimensie en biedt dus ook andere mogelijkheden die niet meer vanzelf-
16
Kort nieuws
Informatie en aanmelden sprekend de oorspronkelijke werkprocessen ondersteunt. Vervolgens naar het kantoor van Furore in Amsterdam. Daar overleg ik met een aantal collegae over onze ervaringen met verschillende applicatiebeheer-opdrachten. We bekijken hoe we deze ervaringen kunnen vertalen naar een artikel in een vaktijdschrift. Ik vertrek redelijk op tijd naar huis, want vanavond ga ik naar een theatervoorstelling van een voor mij onbekende cabaretier, Jochen Otten. Op basis van wat ik op YouTube heb gezien, verwacht ik een leuke avond.
De reis is gericht op raad van bestuur, divisiebestuur en stafvoorzitters in de zorg en is van 17 t/m 24 september 2011. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mirjam Bos, telefoonnummer (020) 346 71 71 of e-mailadres
[email protected]. U kunt zich ook direct voor deze studiereis aanmelden bij Convention Company, telefoon (035) 538 15 50.
Vrijdag Nu alle medewerkers van het LUMC met EZIS werken, is er meer overleg tussen de verschillende specialismen en andere afdelingen. Vandaag is er een overleg gepland met de kinderarts MDL (MaagDarmLever-aandoeningen) en onderzoeksmedewerkers waarin we kijken wat er nodig is om metingen voor de prestatie-indicatoren uit EZIS te kunnen halen. Op basis van die informatie kunnen we aanpassingen in het EPD doorvoeren.
Reacties op Read.me kunt u sturen naar
[email protected]
Read.me nr. 31 Zomer 2011