HOLL ANDSCHE SCHOUWBURG voorstel voor een herdenkingsplek en Sjoa museum in Mokum.
Maarten van Kesteren
Van 1941 tot 1943 fungeerde de Hollandsche Schouwburg als de spil in het plan om de omvangrijke joodse bevolking van Amsterdam en omstreken te vervolgen. Tienduizenden joden werden gedeporteerd vanuit het eens populaire theater aan de weelderige Plantage Middenlaan, nabij het centrum van Amsterdam. Tegenwoordig is er binnen de overblijfselen van het theater plaats voor een herdenkingsplek en een klein museum. Het Joods Historisch Museum heeft nu plannen om de herdenkingsplek te vernieuwen en het museum te transformeren tot Sjoa museum waarin het complete verhaal van de Nederlandse Jodenvervolging verteld wordt. Ik ben gevraagd om hiervoor een vrijblijvend studie ontwerp te maken. In 2014 studeerde ik hier, met een 10 als eindcijfer, op af aan de Technische Universiteit Delft. Het ontwerp is tot stand gekomen aan de hand van een intensief onderzoek, gebundeld in een thesis. Het eerste deel van de thesis gaat over Amsterdam, Mokum, de Plantage en de te transformeren gebouwen. Het tweede deel over plekken van herinnering, de herinnering van plekken en de verwevenheid van het overbrengen van herinneringen met het joodse bestaan. Het architectonische doel van mijn voorstel is het creëren van een waardige sfeer van contemplatie. In lijn met de gedachte van de auteur W.G. Sebald gaat het plan niet over het choqueren van bezoekers middels een spectaculaire vormentaal, maar over leven, het persoonlijke aspect van herinnering en de plek zelf. Sebald schrijft dat het geen zin heeft om dat wat al verschrikkelijk is te overdrijven. Beelden vanen verhalen over de Jodenvervolging kunnen werken als het hoofd van Medusa. Bij een directe confrontatie versteent men. De enige manier om een beeld van de verschikkingen te krijgen, is om herinnerd te worden aan het ook mooie leven van de slachtoffers en vervolgens te extrapoleren. Het programma van eisen is te groot om in de Hollandsche Schouwburg te passen. Meer ruimte ontstaat door het programma aan te scherpen, vervallen ruimten te benutten en op strategische plekken bestaande elementen te vervangen voor nieuwe. Daarnaast stel ik, net als het Joods Historisch Museum, het gebruik van een tweede locatie voor. Hierbij blijkt de Hervormde Kweekschool de meest voor de hand liggende optie. Deze leegstaande school aan de overkant van de Plantage Middenlaan diende als ontsnappingsroute voor joodse kinderen tijdens de Duitse bezetting. De tussenliggende tramhalte, die werd gebruikt voor deportaties, is in het voorstel opgenomen als openbare expositie en verbindend element.
HERVORMDE KWEEKSCHOOL
HOLLANDSCHE SCHOUWBURG
Mokum De naam Mokum komt van het Hebreeuwse woord makom, hetgeen ‘plek’ betekent. Amsterdam was voor de Duitse bezetting dé plek voor joden, een veilige haven. Een op de tien Amsterdammers was joods. Dit veranderde drastisch tijdens de Sjoa. De stad is nu beladen met contrasterende herinneringen. De opdracht om in de Hollandsche Schouwburg een vernieuwd monument te creëren dat, onherroepelijk, verweven is met de plek zelf dient zich aan. Vanuit de ambitie om het nieuwe monument te laten resoneren met de plek, is de notie dat Amsterdam fundamenteel een a-monumentale stad is van belang. Geert Mak schrijft dat de mythe van Amsterdam er meer een is van de geest dan het monument. Om een relatie te creëren met de stad en te voorkomen dat herinneringen verstijven in monumentale vormen stel ik a-monumentale, intieme ruimtes voor die zich binnen bestaande structuren nestelen. - Ik sta op de Plantage Middenlaan. Het mat gelaagde glas in gevels van de Hollandsche Schouwburg en Hervormde Kweekschool schittert zacht. Achter de open deuren vervolgt de zwevende houtenvloer zich.
Eilanden en enclaves Zoals de andere plekken die herinneren aan het ooit bloeiende joodse leven in de buurt, zijn de expositie- en herdenkingsruimtes verbonden met elkaar door een binnen-buiten ritme. Tussen de binnen ruimten bevinden zich sculptuuren bloementuinen, een regeneratieve achtergrond. Men kan dwalen door deze herinneringsomgeving, er is geen vaste volgorde van ervaringen. Binnen zijn er momenten van concentratie. Buiten van reflectie. Het leven in de omgeving is altijd aanwezig, het verhaal niet geïsoleerd. Een membraan, dat geluid en licht doorlaat, markeert de plek door de historische kavelgrenzen te volgen. - Bleek licht valt door het gespannen membraan dat wiegt in de wind. Het geluid van voetstappen op de essenhoutenvloer terwijl ik loop. Het dreunende geluid van de tram in de verte.
Herinnering Het overbrengen van herinneringen is nauw verweven met het joodse bestaan. De middelen waarmee dit gebeurt zijn die van een volk dat eeuwenlang heeft gedwaald. Het vertellen van verhalen en uitvoeren van rituelen leidt tot een identificatie met het verleden. Deze middelen kunnen worden ingezet om de herinnering aan de Sjoa levendig te houden. Expositieruimten bevatten geoliede, massief larikshouten kabinetten gevuld met zonlicht uit het zuiden. Zwart gepigmenteerd cement wordt gemixt met verbrijzeld basalt van het bestaande monument en gebruikt om anderhalve meter hoge gepolijste voetstukken te maken die in een staccatoritme langs de verbindende route worden geplaatst. De houten ruimten en betonnen voetstukken zijn de enige nieuwe elementen die zwaar zijn. Ze dragen niet alleen verhalen in de vorm van persoonlijke voorwerpen maar ook de last van de gebouwen. - Een kind benadert het kleine object op het voetstuk en kan begrijpen: dit was van iemand.
Een stille plaats van reflectie Een meerderheid van mensen heeft een beeld van de Sjoa dat gevormd is door spectaculaire films. In het U.S. Holocaust Memorial Museum worden geuren, zoals die van leer, in ruimtes gespoten om de bezoeker te herinneren aan achtergelaten schoenen in Auschwitz. Als architect distantieer is mijzelf van deze ‘Disneyficatie’ en het spectaculaire. In plaats daarvan gaat de architectuur over eenvoud en het creëren van een waardige sfeer van contemplatie. De historische structuur van de gebouwen wordt gestript. Dit is een museum om je jas aan te laten in de winter. Ruimtes zijn alleen verhit waar en wanneer nodig. -
Het zonlicht verandert op de oude bakstenen, de geur van aarde.
Resonantie Herinnering gaat het hele lichaam aan. De door mij voorgestelde architectuur is eenvoudig van vorm, maar wordt verrijkt door texturen, overgangen, geur, geluid en het veranderende zonlicht dat valt door het membraan of gerecyclede glas. De gekozen materialen absorberen nieuwe sporen van leven zoals verwering, krasjes of voetstappen duidelijk maar elegant; nieuwe lagen van herinnering worden toegevoegd. Het larikshout wordt behandeld met glanzende olie, het thermisch gemodificeerde essenhout met matte olie. Langzaam oxiderend koper bedekt de daken en beschermd het hout voor regen. De gekozen inheemse beplanting wortelt het ontwerp verder in de plek. Onder de groeiende iepen en platanen zijn er grassen, jakobsladder en salie. - Een subtiele drempel markeert het binnengaan van het kabinet. De geur van larikshars; zelfs wanneer ik mijn ogen sluit is het gebouw waarneembaar. Geluiden verstommen op de massiefhoutenwanden.
Een hut Volgens de schrijver W.G. Sebald is de enige manier om een beeld van de verschikkingen van de Sjoa te krijgen, om te worden herinnerd aan het ook mooie leven (van de slachtoffers) en daarvanuit te extrapoleren. Mijn voorstel is om een voetstuk met een persoonlijk voorwerp of foto te plaatsen voor tastbare sporen van joods leven in de buurt. Elk jaar tijdens Soekot kan hier naast een kleine hut van takken, open naar de lucht, worden gebouwd. De hut dient als plek van reflectie en een herinnering aan het andere, vaak mooie joodse leven. - Beschermd door de takken zitten we in de hut op het oude plein en kijken hoe het leven buiten aan ons voorbijgaat.
Licht Het cyclisch verstrijken van liturgische tijd speelt een centrale rol in de joodse traditie. De levendigheid van herinneringen wordt hierdoor versterkt, er vindt een continue re-actualisatie van het verleden plaats. Tuinen, langzaam veranderende materialen, de temperatuur van ruimtes, maar bovenal het veranderende zonlicht, markeren de plaats, maar ook het cyclisch afwisselen van uren en seizoenen. Op de plek van de voormalige toneeltoren stel ik de ‘chapelle ardente’ voor. Hier kan men, net als de zon, de ovale namenwand volgen. 1040 roestvrijstalendraden, 100 gerecyclede glazenkralen aan elke draad, 1 naam op elke kraal. Ieder persoon van de 104.000 joodse slachtoffers in Nederland heeft hier zijn of haar eigen artefact.
- Ik draai de kraal om een naam te kunnen lezen. De zon projecteert een zachte groene gloed op mij terwijl het licht eindeloos door het glas schijnt.