EEN PARIJSCHE SCHOUWBURG.
299
EINDE VAN SHAKESPEARE'S „WINTERTAI.E". IN HET MIDDEN HERMHINE (BLANCHE AI.BANK).
cn werkzaam. Het verdiende geld. Het ver- buiten de süul, studeerden dezen onder het toonde meubelmakersfraaiigheid, naaisters- toezicht van Copeau. Met raad en met voorkunst en naakte vrouwen ; het bracht woord- beeld — want hij speelt zelf heel goed — spelige grappen en laf sentiment ten gehoore leidde Copeau diegenen op, die de vereischte voor een publiek dat niet beter waard was. kennis of routine nog misten. Een materieel belanghebbende critiek beEn toen 1 a c o m p a g n i e ( t r o u p e groette dit alles met geestige complimenten. wil ('opeau niet zeggen) in October 1913 te Het boulevard-theater triumfeerde. Parijs optrad, bleek zij in staat een nieuwe, een zuiverder tooneelkunst te geven. Het In de (i r a n d e R e v u e schreef ('opeau destijds tooneclcritiekcn. Streng werd er al decor was harmonisch, doch bescheiden, dit onschoone cn onware in afgekeurd. Maar de costuums doordacht. Allen waren ernstig Copeau zag in dat afkeuren niet genoeg is. en ijverig. Niemand blonk uit, maar allen Hij wilde scheppen wat goed is, liever dan waren goed: het gezelschap was homogeen. het leelijkc berispen. En in 1913 slaagde hij Allen hadden getracht het stuk te begrijpen. er werkelijk in een schouwburgje naar zijn Aan de gedachte, de poëzie, de schoonheid hart te stichten. Een zaaltje was gevonden van het stuk was alles ondergeschikt gein de rue du Yieux-Colombier, aan den maakt, zooals het behoort. rustigen linkeroever der Seine, in de buurt Slechts één seizoen heeft de stichting van der studenten, der intellectueelen en artisien; Jacques Copeau toen kunnen spelen. Maar een zaaltje met plaats voor een 500 bezoekers. het succes was groot en van zeer goed allooi. Eenvoudig, zuinig werd het ingericht. Een Opgevoerd werden o.a. Shakespeare, Molière, gezelschap jonge, geestdriftige en beschaafde Musset, als klassieken : van de modernen acteurs werd bijeengebracht. Maanden lang, onder meer Henri Becque, Jules Renard,
300
EEN PARIJS-JHE SCHOUWBURG. spreid, hei gemeenschappelijk huis werd gesloten. Maar toch bleek er nog werk te doen. De regeering — de regeering zelf! — koos Copeau en wie nog restten van zijn makkers om in Noord-Amerika Frankrijk's tooneelkunst met de daad te propageeren: zeldzaam voorbeeld van gestelde machten die in kunst geen verkeerde keus doen. Copeau aanvaardde de opdracht. Vijf en veertig weken — van 1917 tot 1918 — doorreisde hij de Vereenigde Staten en voerde er vijf en veertig verschillende stukken ten tooneele. In liet Fransch natuurlijk. . . . tot groote ontsteltenis, vertelde mij Copeau, der oude dames van goeden wille, die in de provincie-steden „Fransche clubs" hadden gesticht en nu haar deskundigheid moesten staven. Daar werd niet steeds op het goede oogenblik SICII.1K, IN SHAKESPEARE'S WINTERTALE gelachen, daar (PAUL OETTLV). werd menigmaal
Paul Claude!, Henri ('ihéon. Men ziet : een litterair dogma werd niet gevolgd, want, om maar één voorbeeld te noemen, grooter contrast dan tusschen Becque en Claudel valt niet te denken. Twee maal reisde liet gezelschap, eens in Engeland en eens in den Elzas. Vóór mij liggen de meest eervolle besprekingen, onderteekend met namen van gezag. Bovendien gaven niemand minder dan Verhacren, de Régnier, Claudel, (iide, Rosny Ainé, Suarès, Vielé-Grifiin onder de schrijvers; dan Rodin, Besnard, Maurice ] )enis onder de beeldende kunstenaars ; dan Debussy, Vincent d'Indy onder de musici; dan Bcrgson onder de filosofen schriftelijk van hun bewondering blijk. Al wat Frankrijk telde aan oprecht, oorspronkelijk talent was vóór de jonge onderneming. Jacques I.EOXTES, KONING VAN
Copeau was ; ;oed op weg. De oorlog bracht natuurlijk ook hier onderbreking. De spelers geraakten ver-
gezucht dat die Franschen ook zoo rad op de tong zijn ! Maar de couranten waren
EEN PARIJSCHE SCHOUWBURG. weer vol lof. Die plegen alles te begrijpen. stukken en elk bedrijf kunnen dienst doen Thans heeft Copeau, in hetzelfde Parijschc — een nieuw beginsel ook bij Copeau — en zaaltje en met bijna ongewijzigde begin- is daarom eenigszins streng en schematisch selen, deze onderneming hervat. De beide gehouden. Een voetlicht bestaat niet, het tot nu toe gegeven voorstellingen ben ik licht komt van boven. Als bij Gemier zijn gaan zien, den leider heb ik gesproken, ik de planken door een trap met de zaal verkan zeggen dat zoo goed als alles in dezen bonden. Van een souffleur is niets te beschouwburg symmerken. Twee verpathiek stemt of, schillende voorstelals nieuw, intereslingen wisselen elseert. De bureaux kaar gedurende zijn eenvoudig, bijeenige maanden na armelijk ingeom de paar dagen richt, niets is er af: dat houdt de ,,grootseh", onnoospelers lenig en stelt dige onkosten worin staat ook werden vermeden. De ken, die geen kascostuums maakt stukken zijn, een men op eigen atetijdlang op te voeliers: de goedkoopren. Het aangekonste manier. De digd repertoire is plaatsen 'zijn niet uitnemend: Shakeduur, studenten en speare, Molière, La onderwijzend perFontaine, Georges soneel hebben reDuhamel, Jules ductie ; op de proRomains, Henri gramma's wordt Ghéon, AndréGide, géén 300 % winst Rabindranath Tagemaakt, zooals elgore ; ongetwijfeld ders. De ouvreuses zal ook wel iets mogen geen fooien van Copeau zelf .aanvaarden en zijn worden gespeeld. toch voorkomend : En van de beide nooit was ik, wat voorstellingen, die dat betreft, a paik zag, heb ik ten reille fête geweest. zeerste genoten. De Op alle plaatsen eerste gaf een buiziet en hoort men tenlandsch stuk: de uitstekend ; nie- CAMILA PERICHOLE, COMKMENXE, IN ,,I.E CAKROSSE DU SAINTandere een tweetal SACREMENT" VAN MKRIMÉE (VALENTINE TESSIER). mand behoeft zich Fransche. in bochten te wringen of aan Het buitenlandsche was de \Y i n t e r t a 1 e hangen. Het publiek bestaat een paal te van Shakespeare. Men kent deze tegelijk naars, geletterden, studenten, uit kunstetragische en vroolijk-fantastische comedie het is een beschaafd en bedaard publiek, uit zijn laatsten tijd, rijk aan bekoorlijke dat tendeele ook toilet maakt. Het tooneel heeft een beelden, overvol van machtig gevoel. De vast decor, waarvan de afbeelding hier- hartstocht der jaloezie wordt er gebeeld als nevens een idee geeft. Het moet voor alle een alles verwoestende krankzinnigheid ; de
302
EEN PARIJSCHE SCHOUWBURG.
lijdende en lijdelijke onsehuid vervult het Van de twee Fransche stukken beviel stuk met een zoele verkwikking. Jeugdige mij het nieuwste het minst. Het heet Le liefde en maagdelijke zuiverheid gaan er P a q u e b o t T e n a c i t y , de schrijver is hand in hand. Herinneringen aan Daphnis Ch. Vildrac. De eerlijke en verzorgde veren Chloë, aan het (irieksche heidendom, aan tooning kon bij den toeschouwer toch niet middenecuwsch koningschap, beelden uit meer wekken dan achting, dan sympathie de Italiaanschc Renaissance — dit alles als men wil, voor den schrijver van deze wonderlijk gemengd — maken wel eventjes geestige, wel eens ook deze schepping van Shapakkende, maar tcch tamelijk kespeare tot een werk van sentimenteele „tranche de vie." unieke bekoring. Deze verruk's Schrijvers bedoeling was waarkelijke poëzie — door Copeau deerbaar: te illustreeren hoe en zijn kameraden o p n i e u w het lot ons allen leidt, meer gevoeld en doorleefd, volgens dan ons eigen willen; maar de hun beginsel en bestendig trachillustratie scheen te bleek. Kosten — werd den toeschouwer telijk daarentegen was weer on vermengd, volkomen zuiver Prosper Mérimée's L e Ca rovergebracht en voelbaar ger o s s e d u S a i n t S a c r emaakt. Het decor, dat bij den m e n t , op dcnzelfden avond aanvang te naakt had geschegespeeld. Een jichtigc, autoriLOUIS JOUVET, nen, bleek allengs geheel wat taire en verliefde Spaansche REGISSEUR EN ACTEUR het zijn moest : bescheiden, vice-koning in de 18e eeuw ; niet in 't oog springend, en toch bevallig een lichtzinnige, een heerlijk coquette cagenoeg om door de goddelijke fantasie van botine, zijn minnares; een paar zoetelijk zoo groot een dichter te worden bevolkt. glimlachende geestelijken; een bisschop in 't De costuums waren rijk, oorspronkelijk- paars, superbe van gehuichekle waardigheid, fantastisch — maar niet rijker, niet over- maar heimelijk wereldschgezind genoeg — dadiger dan paste bij den rijkdom en de dat waren de personen die Mérimée, pas pracht van de heerlijke verbeeldingen die 25 jaar oud, op een dag al spelend verzon, hier werden verwerkelijkt. Men vindt hier- toen de menschheid hem niet veel waard nevens den hoofdpersoon afgebeeld, den scheen en hij lust had zich eens goed met zinnelijken, heftigen koning Leontes, levend haar te vermaken. Die personen leefden voor beeld der Renaissancc-v i r t ü ; en in het ons op de planken, dank zij Jacques Copeau, midden van een groep vindt men Hermione, en met de hartstochtelijke, de luchtige, de de zachte, in haar onschuld, in haar ver- spottende, de vleiende woorden, die Mérimée gevensgezindheid. Maar door haar afzonder- hun had ingegeven, brachten zij ons in lij kheid kunnen deze afbeeldingen van de verrukking. schoonheid der vertooning niet dan een Om kort te gaan, het T h e a t r e du verwijderd denkbeeld geven ; want wat deze V i e u x-C o 1 o m b i e r is een bemoedigend vertooning kenmerkte, was juist de volverschijnsel. Georges Duhamel heeft gelijk maakte eenheid, waarin ieder beeld te onderte schrijven, zooals hij doet in den M e r c u r e scheiden bleef en waarin elk toch opging. d e F r a n c e van 1 Januari jl. : „Depuis Toen het enthousiast geworden publiek na que Copeau est revenu d'Amérique, je me de eerste opvoering den leider ten tooneele suis longuement, et a plusieurs reprises, riep, was het een vreugde, luide mee te entretenu avec lui. Ma certitude est proklappen en ijverig „Co-peau, Co-peau" mee fonde : si eet honime est seconde, il exercera te scandeeren. une grande, une heureuse et decisive in-
EEN PARIJSCHE SCHOUWBURG. fluence sur Ie theatre." Inderdaad, de hoop is geoorloofd dat door Copeau het Fransche tooneel blijvend zal worden verbeterd. Ook zullen door zijn toedoen, meer dan in den laatsten tijd, goede stukken geschreven worden ; want hoeveel talenten hadden zich niet, door het vooruitzicht op slechte vertolking ontmoedigd, van de tooncelschrijfkunst afgewend ? Maar zelfs zonder aan de toekomst te denken, mag men zich over de onderneming van Jacques Copeau reeds nu verheugen. Zijn streven is zuiver en belangeloos, het is van edel gehalte. Hij is een element van orde en echtheid in de verwarring" en den schijn der moderne wereld. Slechts één ding wil hij en dat wil hij goed: een der diepste behoeften van de menschelijkc ziel, de behoefte aan schoonheid, wil hij helpen bevredigen door een nieuwe tooneelkunst, een kunst die waarheid is, en oprechtheid, en vrome eerbied.
303
A t h l e t e s op, een nieuw stuk van Georges Duhamel. Deze athlcten zijn.. .. langharige, vaalbleeke en rondgerugte ,,genieën" welke de zorg voor niets minder dan de wedergeboorte der menscliheid op zich wenschen te nemen. Stichter van het o e u v r e is Belceuf, type van den „imbecile solennel" in de litteraire wereld. Een rake, zeer geestige satire, nog te kostelijker omdat Belneuf en zijn athleten evolueeren ten huize van een aartsburgerlijk apothekersgezin. Het stuk is van een sterke komische werking en men overdrijft niet door te zeggen dat het een Molière waardig zou zijn.
J)c costuums hebben dit bijzondere dat ze wan onzen tijd zijn, maar niet precies van de laatste jaren. Een costuum vereenigt soms b.v. elementen van 1S90 met andere van zeer recenten dagteekening; sommige onderdeden zijn daarbij geheel vrij verzonnen. Copeau, de regisseur Jouvet en Duhamel hopen aldus een aantal costuums geschapen te hebben, die voortaan elk bij één emplooi zullen blijven behooren. Men NASCHRIFT. denke aan de vroegere conventioneele Terwijl dit nummer ter perse gaat, voert costuums van Scapin, Sganarclle, Pantaleon, het V i e u x-C o 1 o m b i e r 1' OEu v r c d e senz.