afvalforum jaargang 15 • november 2011
4
English summary included
Hofstra: ‘Atsma’s ambitie is ook de onze: meer recycling’ Resource efficiency nestelt zich op politiek netvlies Recycling plastic áltijd lonend Veiligheid tussen de oren
WERKBEZOEK TWEEDE KAMERLID SAMSOM EN EUROPARLEMENTARIËR MERKIES Op uitnodiging van de Vereniging Afvalbedrijven brachten PvdA’ers Diederik Samsom van de Tweede Kamer en Judith Merkies van het Europees Parlement, alsmede Flip de Groot, D66-fractievoorzitter van de Provincie Noord-Holland, op 21 oktober een bezoek aan de haven van Amsterdam. In de haven worden vele activiteiten ontplooid die een bijdrage leveren aan de realisatie van een duurzame economie. Een streven waarin politici, Haven Amsterdam en afvalsector elkaar vinden. De parlementariërs werden vergezeld door ambtenaren uit Europa en Nederland. Eerst werd het industriële complex Greenmills bezocht. Aansluitend werd een rondvaart door de Amsterdamse industriële haven gemaakt. Het Amsterdamse havenbedrijf biedt gunstige randvoorwaarden voor bedrijven om te investeren in een biobased economy. In dit economisch model staat het gebruik van herwinbare grondstoffen of biomassa in de chemie, energie en andere bedrijfstakken centraal. Het Greenmills-concept past perfect in de roadmap to resource efficiency van de Europese Commissie. De Commissie presenteerde op 20 september haar plan dat streeft naar de realisatie van een duurzame economie in 2050. De Commissie is van mening dat de economie alleen kan groeien op basis van zeer efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen. De Commissie wil de economische groei ontkoppelen van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Daarvoor moeten industrie en milieusector samenwerken.
ATSMA STEEKT LICHT OP OVER GOEDE SCHEIDINGSRESULTATEN IN APELDOORN Nederlandse burgers moeten hun restafval de komende vier jaar beter gaan scheiden. Nu wordt gemiddeld 50 procent van het afval gescheiden. Staatssecretaris Atsma wil dat dit in 2015 is gestegen naar 65 procent. De vraag is hoe dat het beste kan gebeuren. Omdat in de regio Apeldoorn, Deventer, Zutphen en een deel van de Achterhoek opvallend goede resultaten worden geboekt, is Atsma geïnteresseerd in de aanpak van de Circulus en Berkel Milieu. Op 2 november bracht hij Apeldoorn een werkbezoek.
TAPIJTRECYLING DOOR SITA EN INTERFACEFLOR InterfaceFLOR en SITA slaan de handen ineen om oud tapijt terug te nemen en op een verantwoorde manier te verwerken of te hergebruiken. Het doel is om de hoeveelheid tapijt die aan het einde van de levensduur als afval wordt bestempeld te verminderen. SITA zorgt voor het retourhalen van oude tapijttegels bij interieurprojecten van InterfaceFLOR. InterfaceFLOR heeft sinds 1995 een tapijttegelterugnameprogramma (ReEntry), waarmee al meer dan 90 miljoen kilo aan tapijttegels en tapijtresten is verwerkt. Naast het hergebruik, door het tapijt schoon te maken, bestaan er binnen dit programma verschillende manieren om tapijttegels te recyclen. Met een in 2011 in gebruik genomen machine als onderdeel van ReEntry 2.0 is InterfaceFLOR er als eerste in geslaagd het garen volledig van
de onderkant van de tapijttegel te scheiden en gebruikt InterfaceFLOR de gescheiden grondstoffen voor nieuwe producten. De samenwerking tussen InterfaceFLOR en Circulus en Berkel Milieu verklaren de goede resultaten op basis van drie SITA moet het ReEntry 2.0-programma factoren. Ten eerste een sterke gerichtheid bij deze gemeenten op een afvalvrije verder optimaliseren en de regio, die daarin samenwerken met de afvalbeheerbedrijven. Veel aandacht gaat afvalstromen van InterfaceFLOR daarbij uit naar communicatie en voorlichting aan burgers. De tweede factor die verbeteren. Met deze bijdraagt aan het succes is nauwe samenwerking met sociale partners bij het ophalen van samenwerking wordt de stap het afval. Deze ‘service-aan-huis’ wordt uitgevoerd door mensen met een zwakke positie gezet naar het volledig op de arbeidsmarkt. De winst die deze samenwerking oplevert, is niet alleen in geld uit te sluiten van de kringloop. drukken, maar ook van groot maatschappelijk belang. De derde factor die bijdraagt aan de goede resultaten, is dat diverse inzamelmethoden op maat worden ingezet. Burgers die leven in hoog- of laagbouw of in een binnenstad zijn gebaat bij andere inzamelmethoden dan burgers die in een villawijk wonen of in het groene buitengebied. Daarbij is het van belang om de inzameling zodanig in te richten dat die een stimulans vormt tot verdere afvalscheiding.
2
afvalforum november 2011
En toch wordt de stortbelasting afgeschaft…
Colofon afvalforum november 2011 jaargang 15 nummer 4 verschijnt vier keer per jaar afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking. Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden. hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven ’s-Hertogenbosch Daniëlle van Vleuten redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
We zijn er absoluut niet voor om de reguliere stortbelasting af te schaffen. Het is een goede financiële prikkel om het storten van herbruikbaar en brandbaar afval tegen te gaan en recycling te bevorderen. Dit stimuleert innovatie. Aan de hand van de goede Nederlandse ervaringen is hetzelfde instrument in diverse andere Europese landen ingezet. En Nederland schaft het af per 1 januari 2012… Bij de politieke discussie staat niet centraal of het instrument goed werkt. Nee, het gaat om een ideologische en principiële discussie over een aantal kleine belastingen. En die willen Kabinet en Kamer afschaffen. De redenering is: de kleine opbrengsten rechtvaardigen niet de bij de Belastingdienst benodigde menskracht en regeltjes. Vanuit het bedrijfsleven is een dergelijke opvatting ook wel weer begrijpelijk. Zie de opvatting van het bedrijfsleven over de verpakkingenbelasting, die wellicht op 1 januari 2013 ook wordt afgeschaft. Wat staat ons nu te doen? Positief is dat we in goed overleg met de staatssecretaris van Financien, Frans Weekers, en zijn medewerkers hebben kunnen afspreken dat er een goede en rechtvaardige fiscale afrekening komt per ultimo 2011. Dan zal niet alleen rekening worden gehouden met wat op de inrichting aanwezig is, maar ook wat er met die materialen zal worden gedaan, en wat dus per saldo het reëele belastingbedrag moet zijn. Een dreigende onjuiste belastingheffing eind 2011 wordt hiermee voorkomen. En wat kan er misgaan? Staatssecretaris Joop Atsma gaat de stortverboden uitbreiden en de minimumstandaarden voor afvalstromen aanscherpen. En ook de handhaving wordt geïntensiveerd. Hoe dit zich verhoudt tot de voorgenomen bezuinigingen op het toezicht is nog niet duidelijk. Meer horizontaal toezicht juichen wij toe, waarbij de bonafide bedrijven slechts beperkt behoeven te worden gecontroleerd, en er meer gehandhaafd kan worden bij de minder betrouwbare bedrijven. En wij staan voor een goede verwerking volgens formele en ook informele regels, met als doel bescherming van milieu en duurzaamheid. Dat doen onze leden uiteraard ook zonder stortbelasting. En mochten er desondanks toch ongewenste situaties ontstaan door afschaffing van de financiële prikkel, dan zullen we in overleg met andere betrokkenen zien wat ons dan te doen staat. Maar we vrezen dat door het wegvallen van de stortbelasting ook de prikkel tot innovatie verdwijnt. Dat vinden we een slechte ontwikkeling. En dat terwijl we met zijn allen meer willen recyclen. En dan dreigt straks de verpakkingenbelasting ook nog te sneuvelen. Onze sector heeft behoefte aan duidelijkheid vanwege investeringen in scheidingsinstallaties en inzamellogistiek. Als de verpakkingenbelasting wordt afgeschaft, komen er wel geldmiddelen vrij. Daarmee moet het mogelijk zijn, in welke organisatievorm dan ook, om verpakkingsafval blijvend goed te recyclen en duurzaam te verwerken. De producenten dragen hiervoor de (financiële) verantwoordelijkheid. Wij vertrouwen erop dat het verpakkende bedrijfsleven en de betrokken overheden voor het eind van dit jaar tot een oplossing komen voor de toekomst van het verpakkingenbeleid, zodat onze leden hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering ervan kunnen nemen.
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar
ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover Net als staatssecrataris Atsma streeft de Vereniging Afvalbedrijven naar nog meer recycling. Lees verder op pagina 4 drukker S&B Druk, Oss abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378 adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
Inhoud 4
Reactie Vereniging Afvalbedrijven op Atsma’s Afvalbrief
8
Inzamelen en recyclen plastics loont altijd
10 Sectorbreed project om veiligheidscultuur te verbeteren 12 Dubbelinterview met Gerben-Jan Gerbrandy en Marieke van der Werf over resource efficiency 14 R1-status stuwt energie-efficiency omhoog 18 Atsma tijdens Afvalconferentie: ‘Ik wil belemmeringen wegnemen’ En verder: Korte berichten 2, 7, 17 en 20
English summary 21
www.verenigingafvalbedrijven.nl
DOOR ADDO VAN DER EIJK
Atsma’s Afvalbrief is een kloek boekwerk geworden van maar liefst 53 pagina’s. De brief bestrijkt breed het Nederlandse afvalveld: van storten tot recyclen, van voorlichting tot wetgeving. De titel klinkt de sector als muziek in de oren: ‘Meer waarde uit afval’. Toch viel het Hofstra bij de eerste lezing een beetje tegen. De torenhoge verwachtingen zijn niet waargemaakt, stelt hij. Hij mistte bij het doorbladeren onderdelen, en de ambities hadden van hem steviger gemogen. Maar niet getreurd, aldus Hofstra. “We kunnen met deze brief prima uit de voeten.” Atsma zet in op recycling. Belangrijkste ambitie die hij uitspreekt, is het verhogen van het percentage recycling van 80 procent naar 83 procent in 2015. Deze ambitie juicht Hofstra toe. “We bevinden ons al enige tijd
Pieter Hofstra (Vereniging Afvalbedrijven): ‘De gft-ambitie had wel wat concreter uitgewerkt mogen worden. Er kan zoveel meer dan nu gebeurt.’ (foto: iStockphoto)
REACTIE VERENIGING AFVALBEDRIJVEN OP ATSMA’S AFVALBRIEF
Plus- en minpunten Afvalbrief Eind augustus presenteerde staatssecretaris Joop Atsma zijn langverwachte Afvalbrief. Met Pieter Hofstra, voorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven, nemen we de brief door. Positief is hij over het opschroeven van de recycling, negatief klinkt hij over het afschaffen van de afvalstoffenbelasting en de besluiteloosheid rond het verpakkingendossier. Al met al is hij niet ontevreden. ‘We kunnen hiermee uit de voeten.’
4
afvalforum november 2011
in een transitie naar nog meer recycling. Dat Atsma deze kompasrichting benadrukt en verankert, is goed. Het zorgt dat iedereen dezelfde kant uitkijkt en oploopt.” Of 83 procent recycling haalbaar is, staat of valt bij de uitwerking. In de Afvalbrief staat een lange lijst met concrete actiepunten voor de komende twee jaar. Zo wil Atsma de administratieve lastendruk verminderen, eindeafval criteria opstellen voor puingranulaat en consumenten bewust maken van het belang van afvalscheiding.
GFT-AMBITIE De maatregelen overziend, concludeert Hofstra ‘dat het best wat concreter had gemogen’. Wat hij vooral mist, is een uitwerking van de gft-ambitie. “Atsma wil dat het percentage recycling van papier en gftafval uit huishoudelijk afval met vijf tot tien procent toeneemt. De brief geeft echter niet aan hoe. Als branche willen wij gemeenten laten zien hoe de inzameling verbeterd kan worden. Vroeger waren gemeenten verplicht om gft-afval gescheiden op te halen. Het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 en de wijziging van de Wet milieubeheer hebben die verplichting afgezwakt. Met als gevolg dat veel gemeenten hun scheidingsambitie hebben teruggeschroefd. Natuurlijk begrijp ik dat in een binnenstad op een flat, tien hoog, de ruimte hiervoor beperkt is en voor hoogbouw andere keuzes worden gemaakt. Maar er kan veel meer dan nu gebeurt. Gemeenten moeten beter van elkaar leren.” De potentie is enorm, benadrukt Hofstra. “In het restafval zit nog 1 tot 1,5 miljoen ton gft. Met deze stroom valt nog veel winst te behalen.”
OPHEFFEN AFVALSTOFFENBELASTING SCHAADT DE RECYCLINGSECTOR
MARC VAN BUIJTENE (VAN VLIET RECYCLING):
‘Opheffen van de afvalstoffenbelasting druist in tegen de ambitie om méér te recyclen.’
De recyclingsector ziet Atsma’s lat van 83 procent recycling in 2015 als een grote uitdaging. “Het doel is realistisch en haalbaar”, vertelt Marc van Buijtene, directeur van Van Vliet Contrans en voorzitter van de Afdeling Recycling en Inzameling van de Vereniging Afvalbedrijven. Drie procent stijgen vergt wel de nodige inspanning. Wat volgens Van Buijtene in de Afvalbrief mist, is de onderbouwing. “Atsma moet ons de handvatten aanreiken om de ambities te verwezenlijken. Met het afschaffen van de afvalstoffenbelasting doet zijn collega Weekers echter het tegenovergestelde. Het opheffen druist in tegen de ambitie om méér te recyclen. De stortbelasting geeft immers een behoorlijke zekerheid dat recyclinginitiatieven levensvatbaar kunnen zijn. Na onze acties van afgelopen jaar had ik niet verwacht dat Weekers het afschaffen zou doorzetten. Een tegenvaller. De maatregel gaat al komende jaarwisseling in. De ervaring leert dat sommige ontdoeners afval altijd op de goedkoopste manier willen laten verwerken. Atsma wil dat nu tegengaan met extra stortverboden en handhaving, maar de afgelopen jaren liet de controle te wensen over. Nu het kabinet bezuinigt op handhaving, zal de controle verder verslappen, vrees ik. Het niet naleven van spelregels schaadt de recyclingsector. Een gelijk speelveld is cruciaal om het doel van 83 procent recycling te halen.”
BELASTINGEN Hofstra mist in de brief nóg een uitwerking, namelijk van het verpakkingendossier. “Wij hoopten dat het dossier inmiddels uitgekristalliseerd was. Het blijkt van niet. Atsma schrijft dat hij met de VNG en het bedrijfsleven in overleg is. Hij wil meer tijd. De Raamovereenkomst verpakkingen loopt echter al eind volgend jaar af. De afvalbranche heeft behoefte aan duidelijkheid, bijvoorbeeld over het onderscheid tussen bron- en nascheiding, over statiegeld en over de financiering. Januari 2013 stopt immers de verpakkingenbelasting, onder de voorwaarde dat een alternatieve financiering is geregeld. Wat mij betreft was dit voortvarender aangepakt.” Heikel punt uit de brief is de afvalstoffenbelasting, waar Atsma’s collega Frans Weekers van Financiën eerder dit jaar een streep door trok. De Vereniging Afvalbedrijven kwam hiertegen met BRBS Recycling, NVPG, NVRD en TLN in het verweer. Tot dusver tevergeefs. “Dit kabinet wil kleine belastingen opheffen, vooral op ideologische gronden. Wij betreuren dat ook de stortbelasting sneuvelt, omdat het als sturingsinstrument uitstekend werkt.” Om te voorkomen dat de maatregel leidt tot méér storten, versterkt Atsma de handhaving en voert hij extra stortverboden in. Hofstra vindt deze acties niet afdoende, zeker niet omdat overheden tegelijkertijd bezuinigen op de milieuhandhaving. “Wij zeggen: schaf de hoge stortbelasting niet af, maar stel de lage stortbelasting wél op nul. Die stroom moet immers naar de stort. Mocht het kabinet haar plan doorzetten, en stopt in januari de stortbelasting, dan moet er in elk geval een rechtvaardige fiscale eindafrekening komen.”
KWART MINDER VERBRANDEN Atsma rekent de gevolgen van drie procent méér recycling voor: er zal aanzienlijk minder worden gestort, namelijk 250 duizend ton, en verbrand. Van de 6,3 miljoen ton die op jaarbasis in de ovens van afvalenergiecentrales (AEC’s) gaat, verdwijnt er volgens Atsma 1 tot 1,5 miljoen ton. Een afname van een kwart, terwijl de AEC’s reeds kampen met een capaciteitsprobleem. Over de consequenties voor de AEC’s rept de Afvalbrief niet. “Voor de AEC’s is dit geen klein bier”, erkent Hofstra. De dalende verbrandingspercentages passen volgens hem binnen de transitie. “Verbranden is van tijdelijke aard”, zegt hij. Toch vindt Hofstra het afnemen van de volumes richting de AEC’s ‘geen doel op zich’. “De hoeveelheden hoeven niet fors te dalen, als we brandbaar afval importeren. Engeland moet van Brussel minder storten. Met behulp van onze AEC’s kunnen ze de verbrandingsfase geheel of gedeeltelijk overslaan, en meteen vol inzetten op recycling. Het zou goed zijn als Atsma hierover nadere afspraken maakt met zijn Engelse collega.” Hofstra maakt een vergelijking met het aanleggen van telegraafpalen in Afrika, terwijl het mobiele tijdperk gloort aan de horizon. Toch stuit het ‘gesleep met afval’ - zoals criticasters het noemen - sommige politici tegen de borst. In dat licht ziet Hofstra heil in de grondstoffenrotonde, die een prominente plaats inneemt in Atsma’s Afvalbrief. Afval moet niet langer als afval worden beschouwd maar als grondstof. “Zien we
de volumes uit Engeland als grondstoffen - brandstof dat verwerkt wordt om energie op te wekken - dan brengt dat het zogeheten ‘gesleep met afval’ in een ander daglicht. We praten dan over transport van grondstoffen, niet van afval. Kolen, olie, biobrandstoffen en andere grondstoffen gaan ook de grenzen over, dus waarom de brandstofstroom uit Engeland niet?” vraagt hij zich retorisch af.
SERVICEGERICHT Toch is er ook voor Hofstra een grens. “Het kan niet de bedoeling van de grondstoffenrotonde zijn dat we materialen vanuit de hele wereld naar Rotterdam brengen”, zegt hij. Wat de rotonde dan wel behelst, blijft ongewis. Maar dat de kreet goed in het »
PIETER HOFSTRA (VERENIGING AFVALBEDRIJVEN):
‘We juichen Atsma’s ambitie toe. We bevinden ons al enige tijd in een transitie naar nog meer recycling.’
afvalforum november 2011
5
GFT-SECTOR PAKT HANDSCHOEN OP Als een steun in de rug. Zo omschrijft Ger de Jong Atsma’s Afvalbrief. Hij is directeur van De Meerlanden en voorzitter van de Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven. “Atsma wil méér gft-afval scheiden. De gft-sector ziet dat als een stimulans. Een nieuwe impuls is wenselijk, omdat de inzameling de afgelopen jaren langzaam terugloopt. Het is de hoogste tijd om de dalende trend om te buigen naar een stijgende lijn. Momenteel verwerkt de sector jaarlijks 1,35 miljoen ton huishoudelijk gft-afval. Een aantal jaar terug was dat nog 1,5 miljoen ton. Net als Atsma mikken wij op een groei van tien procent, dus naar 1,65 miljoen ton per jaar”, vertelt De Jong. Dat Atsma in zijn brief onvermeld laat hoe het scheidingspercentage moet gaan stijgen, deert hem niet. Integendeel zelfs. “Daar zitten we niet op te wachten. De politiek stelt doelen, vervolgens pakken wij de handschoen op, en nemen we concrete maatregelen. Met de Afdeling Bioconversie zijn we al enige tijd bezig om best practices van gemeenten in kaart te brengen; voorbeelden waarmee gemeenten aantoonbaar betere resultaten boeken. Andere gemeenten kunnen daarvan leren.” De Jong somt er een aantal op, zoals het vaker inzamelen tijdens de zomermaanden, het inzetten van bioplasticzakken om keukenafval eenvoudiger in de groene container te krijgen, en voor diftargemeenten: het gratis laten ophalen van groenafval. “Atsma heeft ons gevraagd of hij drempels kan slechten. Voorlopig hoeft dat niet. Eerst gaan wij gemeenten met de best practices overtuigen om hun inzameling te intensiveren. Lukt dat niet, dan helpt Atsma door gemeenten onder druk te zetten. Bij gemeenten die onvoldoende aan hun zorgplicht voldoen, kan hij bijvoorbeeld handhavend optreden. Wij zien Atsma als een stok achter de deur.”
GER DE JONG (DE MEERLANDEN):
‘Wij zien Atsma als een stok achter de deur.’
gehoor ligt; daar is iedereen het over eens. “De metafoor is prachtig. Om de rotonde handen en voeten te geven, wil Atsma innovatie stimuleren en kennis bundelen. Dat zijn ambities die wij van harte steunen.” Hofstra realiseert zich dat Atsma’s mogelijkheden beperkt zijn. Geld is er nauwelijks, gezien de huidige crisistijd, en zijn instrumentarium is gering. Hofstra: “Atsma is realistisch. Hij beseft dat niet de overheid, maar het bedrijfsleven de afvalambities moet gaan realiseren. Atsma wil de markt zijn rol laten spelen. Hij stelt nadrukkelijk dat hij ondernemers wil helpen door te stimuleren, en te faciliteren door belemmeringen weg te nemen. Atsma is erg servicegericht en nodigt ons uit om een top-10 van hindernissen op te stellen. Een leuke uitdaging.” Hofstra neemt de uitnodiging met beide handen aan. Eén van de hindernissen die Hofstra wil bespreken, is de vrije handel binnen Europa. Of beter: de onvrije afvalhandel. Hij geeft een
6
afvalforum november 2011
voorbeeld: “Vlaanderen weigert op het ogenblik met drogredenen om brandbaar bedrijfsafval in Nederland te laten verbranden, terwijl de grenzen open zijn voor installaties voor nuttige toepassing. Atsma zou deze kwestie in Brussel kunnen aankaarten.”
Eind augustus presenteerde staatssecretaris Joop Atsma zijn langverwachte Afvalbrief, onder meer aan de directeur van Sims Recycling Solutions (foto: Wecycle)
GREEN DEALS Positief is Hofstra over de Green Deals, die Atsma en Verhagen afsluiten met groene initiatiefnemers. Geld hebben de bewindslieden niet in de aanbieding, wel advies, contacten en knelpunten die ze trachten weg te nemen. Inmiddels zijn meer dan vijftig Green Deals ondertekend, waarvan een aantal afvalgerelateerd. Zo is er een Green Deal gesloten over gescheiden afvalinzameling, over de Bio Energie Centrale Cuijk en over de recycling van tapijt. Hofstra biedt Atsma een Green Deal aan over AEC-bodemassen. “Rijkswaterstaat laat momenteel kansen liggen om bodemassen toe te passen. Onze deal is als
om de afzet te verbeteren.” Atsma’s aanpak met Green Deals krijgt Hofstra’s goedkeuring. “Met een Green Deal zoom je in op een bepaald onderwerp, en ga je met de verantwoordelijke partijen aan de slag. Zo maak je afvalambities concreet.”
volgt: de afvalsector maakt zich sterk voor kwaliteitsverbetering van AEC-bodemas, overheden en Rijkswaterstaat maken zich sterk om AEC-bodemas als secundaire grondstof in te zetten in infrastructurele werken. Gezamenlijk spannen we ons in
‘De Afvalbrief had best wat ambitieuzer en concreter gemogen.’
PIETER HOFSTRA (VERENIGING AFVALBEDRIJVEN):
PLATFORM DUURZAAM GRONDSTOFFENBEHEER TU DELFT OPGERICHT Op 20 september heeft Milgro het platform Duurzaam Grondstoffenbeheer op de Technische Universiteit in Delft officieel opgericht. Milgro wil met de oprichting meer invulling geven aan haar ambities de oneindige kringloop van grondstoffen te realiseren. Het platform gaat kennis en onderzoek vanuit diverse Nederlandse organisaties verzamelen en delen met haar deelnemers. Bovendien gaat het platform een spilfunctie vervullen in het actief zoeken naar knelpunten in de keten, en hierbij naar de overheid aangeven waar de regelgeving knelt.
RESTSTOFFEN VERBRANDING VAN AFVAL, BIOMASSA EN ZUIVERINGSSLIB IN 2010
In Nederland is de kennis aanwezig voor de juiste stappen naar oplossingen voor de grondstoffenschaarste. Deze kennis ligt echter verspreid over de verschillende kennisinstellingen. De kennis moet nu worden verbonden en toegepast in de praktijk van de industriële netwerken. Hier gaat het platform een belangrijke rol in spelen. De oplossing voor het grondstoffentekort zit echter niet alleen in slimmere en betere technieken, het gaat hier tevens om een verandering van denken en doen. Een andere kijk op grondstof en afval is cruciaal. Deze visie wordt gedeeld door De Nederlandse afvalenergiecentrales (AEC’s) diverse prominenten uit bedrijfsleven, afvalmarkt, overheid en branchehebben in 2010 in totaal ruim 6,3 miljoen ton organisaties. huishoudelijk en daarmee vergelijkbaar afval Milgro is een zakelijke dienstverlener met kennis en expertise van afval verbrand. Daarbij zijn in totaal ruim 1,7 miljoen ton en grondstof. Milgro voorkomt bij haar opdrachtgevers verspilling van AEC-reststoffen vrijgekomen. Dat blijkt uit cijfers grondstof. die de Vereniging Afvalbedrijven in oktober heeft gepubliceerd. Van de reststoffen die overblijven na het verbranden van afval in een verbrandingsinstallatie, heeft bodemas veruit het grootste aandeel. In 2010 is circa 1,3 miljoen ton bewerkte bodemas geproduceerd. De afzet van AEC-bodemas blijft ook in 2010 onder het niveau van de productie, waardoor voorraden verder stijgen. Van de overige reststoffen is in 2010 71 procent nuttig toegepast. In dat jaar is slechts 1,3 procent van de totaal verbrande hoeveelheid afval gestort. In 2010 is bij de drie bij AEC’s gebouwde biomassaenergiecentrales (BEC’s) 490.000 ton biomassa verbrand. Daarbij zijn in totaal bijna 40.000 ton reststoffen vrijgekomen in de vorm van bodemas, ketelas, vliegas en rookgasreinigingsresidu. De twee slibverbrandingsinstallaties (SVI’s) die het zuiveringsslib afkomstig van rioolwaterzuiveringen verbranden, hebben in 2010 180 kiloton droge stof zuiveringsslib verbrand. Daarbij is 59 kiloton vliegas vrijgekomen. Meer cijfers over aanbod en bestemming van de reststoffen die vrijkomen bij het verbranden van afval, biomassa en zuiveringsslib zijn te vinden op www.bodemas.nl (onder Jaarverslag & cijfers).
PARTNERSCHAP ATTERO EN WINDESHEIM Het Lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim is een partnerschap aangegaan met Attero. Windesheim en Attero werken samen om een impuls te geven aan de kunststofsector in Nederland. Door de gezamenlijke inbreng van kennis, het uitvoeren van toepassingsgericht onderzoek en het versterken van de kunststoftechnologie op hbo-niveau wordt dit gerealiseerd. Voor Attero is de overeenkomst een manier om het netwerk uit te breiden en toegang te krijgen tot jong talent. Met speciale technieken wint Attero folies en vormvaste kunststoffen terug uit huishoudelijk restafval. Deze kunststoffen worden nu nog voor verdere verwerking vervoerd naar Duitsland. Attero overweegt stappen om de kunststoffen zelf te gaan opwerken. Windesheim richt zich met zijn onderzoek vooral op de verwerkingskant van kunststoffen, waarbij procesoptimalisatie en het toepassen van nieuwe materialen een belangrijke rol spelen.
NIEUW INZAMELCONVENANT VOOR E-WASTE
Wecycle en ICT~Milieu hebben namens de producenten en importeurs begin november een inzamelconvenant ondertekend met de VNG en de NVRD. Dit convenant regelt dat gemeenten tegen een kostenvergoeding van 81 euro per 1.000 kilo alle afgedankte elektrische apparaten en energiezuinige verlichting (e-waste) die zij ontvangen, afgeven aan Wecycle. Wecycle organiseert de inzameling en recycling van e-waste. De VNG en NVRD bevelen de gemeenten de afgiftecontracten aan. Daarnaast zetten zij zich in om zoveel mogelijk e-waste op de milieustraat te krijgen dat nu verdwijnt via bijvoorbeeld schroothandelaren. Wecycle heeft sinds 2009 afgiftecontracten gesloten met alle gemeenten. Deze lopen tot 1 januari 2012. De partijen hebben afgesproken de huidige afgiftecontracten met een jaar te verlengen, inclusief een optie voor verdere verlenging. De looptijd daarvan hangt af van het moment waarop nieuwe wetgeving van kracht wordt. De Europese regelgeving over de inzameling en recycling van e-waste is momenteel in herziening.
afvalforum afvalforum september november 2011 2011
7
INZAMELEN EN RECYCLEN PLASTICS LOONT ALTIJD
Plasticstudie verschaft helderheid Inzamelen en recyclen van kunststof verpakkingen loont. Dat concludeert de levenscyclusanalyse (LCA) die de Vereniging Afvalbedrijven afgelopen jaar liet uitvoeren. Nu rijst de vraag: welk systeem heeft de toekomst? Bron- of nascheiding? En wat te doen met het statiegeldsysteem?
De LCA maakt duidelijk dat het vanuit een brede milieuafweging altijd lonend is om plastics in te zamelen en te recyclen (foto: iStockphoto)
DOOR JOOP HAZENBERG
Al ver vóór de invoering van plasticrecycling bij huishoudens in 2009 waren de kunststof verpakkingen omgeven door controverses. Het systeem van bronscheiden zou duur en vervuilend zijn, nascheiden veel efficiënter, en volgens sommigen is het simpelweg verbranden in afvalenergiecentrales (AEC’s) veel makkelijker én duurzamer. Kunststof is immers olie, en olie is energie. Mede met het oog op het nadere einde van de huidige Raamovereenkomst tussen gemeenten, bedrijfsleven en de rijksoverheid liet de Vereniging Afvalbedrijven de milieuprestatie van het inzamelen en hergebruik van kunststof verpakkingsafval onder de loep nemen. Onderzoeksbureau CE Delft voerde daarvoor recent een levenscyclusanalyse (LCA) uit. Een kritische begeleidingscommissie en een onafhankelijke wetenschappelijke reviewer volgden de vorderingen op de voet. CE Delft bestudeerde de afgelopen maanden acht scenario’s: van een combinatie van bronscheiden en statiegeld, tot alleen nascheiding met trommelzeven, filmgrabbers, windzifters en infrarooddetectie. Het referentiescenario was het integraal verbranden van kunststof verpakkingen in een AEC. Om de scenario’s met elkaar te vergelijken, rekenden de onderzoekers met een ‘functionele eenheid’ van duizend kilo kunststof verpakkingsafval dat vrijkomt in huishoudens.
UITKOMSTEN Volgens Geert Bergsma, senior ketenonderzoeker bij CE Delft en uitvoerder van de LCA, schetst de studie een helder beeld. “Bij alle scenario’s levert recycling een duidelijk milieuvoordeel op.” Het maakt daarbij niet uit welk type plastic wordt gescheiden of welke methode wordt toegepast. “Hoe meer kilo’s je recyclet, des te beter het is voor het milieu, al zijn er verschillen tussen de methodes en fracties.”
ILSE VAN DER GRIFT (NVRD):
‘Het draagvlak voor statiegeld zal door deze studie versterken.’
8
afvalforum november 2011
Voor de LCA is getracht de totale milieuimpact van recycling in kaart te brengen. Alle relevante LCA-thema’s zijn meegenomen, zoals de klimaatimpact en complexe thema’s als landgebruik en biodiversiteit. Naast klimaat en landgebruik blijken vooral het uitputten van fossiele brandstoffen en het vrijkomen van fijnstof belangrijk in de analyse. Bergsma over deze brede aanpak: “Wij hopen met het onderzoek makkelijke verwijten over recycling definitief de wereld uit te helpen.” Met name de toepassing van het verwerkte plastic levert behoorlijke winst op. “Het maakt eigenlijk niet uit welke kunststof je recyclet en waar je het vervolgens voor gebruikt: alle toepassingen zijn relatief goed”, aldus de onderzoeker. Als voorbeeld noemt hij de bermpaaltjes die tegenwoordig van mixed kunststof zijn gemaakt in plaats van beton of hardhout. Deze toepassing verlicht vooral de druk op de biodiversiteit. Het produceren van hardhout heeft immers een grote milieu-impact. Andere slimme toepassingen zijn bielzen, speeltoestellen en windmolenwieken. Dick Hoogendoorn, directeur van de Vereniging Afvalbedrijven, benadrukt de duidelijkheid die de LCA verschaft. “Er was twijfel over het voordeel van laagwaardige recycling. De studie van CE Delft neemt deze onzekerheid weg. Vanuit een brede milieuafweging blijkt het altijd lonend om plastics in te zamelen en te recyclen.”
DICK HOOGENDOORN (VERENIGING AFVALBEDRIJVEN): uiteindelijk dat de gescheiden kunststofsoorten daadwerkelijk worden gerecycled. Wij pleiten niet voor middelvoorschriften, maar voor doelvoorschriften. Wanneer de vereiste kwaliteit voor recyclen wordt gehaald, is de wijze van scheiding niet belangrijk.” Ilse van der Grift, werkzaam bij de NVRD en lid van de begeleidingscommissie, sluit zich hierbij aan. “De LCA bevestigt waar we de afgelopen jaren voor hebben gestaan: het maakt niet zoveel uit of je aan bron- of nascheiding doet. De locatie is wel een bepalende factor voor de keuze van een systeem.” Van der Grift hoopt nu vurig dat de keuzevrijheid voor gemeenten tussen bron- en nascheiding er komt. “Met het huidige beleid kan dat nog niet. Alleen een paar gemeenten hebben die vrijheid. Hopelijk wordt dit snel geregeld.”
NEDERLAND OP KOERS Zit er een beleidsadvies aan de LCA gekoppeld? Bergsma: “Ja en nee. Alle vormen van recycling hebben een beduidend milieuvoordeel. Vanuit milieuoogpunt zou je daar zeker mee door moeten gaan. Wel zit in het rapport een grote disclaimer voor de kosten. Daar hebben we niet naar gekeken. Kostenverschillen moeten
‘Belangrijkste is dat de gescheiden kunststofsoorten daadwerkelijk worden gerecycled.’
natuurlijk ook meegewogen worden bij een maatschappelijke afweging.” De Vereniging Afvalbedrijven vindt het niet haar rol om met een specifiek beleidsadvies naar aanleiding van de LCA te komen. Hoogendoorn: “Wij leveren slechts bouwstenen voor het beleid. Wij zijn niet direct betrokken bij de komende Raamovereenkomst. Het is aan de politiek om keuzes te maken.” Wel plaatst Hoogendoorn gelijk een kanttekening bij de beleidsbrief inzake drankenkartons: “Bij de discussie over Tetra Pak gaf staatssecretaris Atsma aan dat de milieuvoordelen van recycling niet opwegen tegen de kosten. De vraag is of dat soort afwegingen wel consistent zijn. Levert de inzameling een milieuvoordeel op, dan moet het ook wat kunnen kosten.”
VOOR- OF NASCHEIDING? De grote vraag is wat deze studie nu betekent voor de keuze tussen bron- en nascheiding. Op grond van de LCA stelt onderzoeker Bergsma dat het verschil tussen beide systemen niet levensgroot is. “Per kilogram ingezameld materiaal levert bronscheiding iets meer op. De respons voor bronscheiding neemt flink toe, maar ook de nascheidingstechniek wordt verder ontwikkeld.” Volgens Hoogendoorn kunnen de twee systemen dan ook naast elkaar bestaan. “Beide zijn sterk in ontwikkeling. De kwaliteit van het brongescheiden materiaal is iets beter, maar het totale milieueffect hangt uiteindelijk af van de opbrengst. En voor bronscheiden dus van de respons van de burger. Nascheiden is minder afhankelijk van de sociale component, waardoor de opbrengst in kilogrammen in potentie hoger is. Het belangrijkste is
GEERT BERGSMA (CE DELFT):
WEL OF GEEN STATIEGELD OP PET FLESSEN?
‘Bij alle scenario’s levert recycling een duidelijk milieuvoordeel op.’
Over het nut van statiegeld lopen in Nederland de standpunten uiteen. Als we immers plastics apart inzamelen, heeft statiegeld voor PET flessen dan nog zin? Geert Bergsma van CE Delft stelt op grond van de LCA van wel. Hij wijst op het significante milieuvoordeel van het systeem van statiegeld. “PET met statiegeld vormt geen grote fractie, maar levert een kwart van het milieuvoordeel op. De respons van 95 procent is namelijk op dit moment veel hoger dan die van alternatieve inzamelsystemen. Bovendien is PET goed te recyclen. En levert verbranden van PET slechts een lage energiewaarde op.” Het opnemen van de kleine plastic flesjes in het statiegeldsysteem levert een milieuvoordeel op, maar minder dan voor de grote flessen. Dick Hoogendoorn van de Vereniging Afvalbedrijven ziet de voordelen van het huidige statiegeldsysteem. “Als Vereniging Afvalbedrijven pleiten we echter niet zozeer voor één onderdeel van een systeem. Liever zien we een duidelijke structuur die de komende tien jaar als een robuust systeem in de markt kan worden gezet.” De NVRD is blij met deze uitkomst, zegt Ilse van der Grift: “De LCA toont overduidelijk de milieuvoordelen aan. Het draagvlak voor statiegeld is al groot en zal door deze studie alleen maar versterken.”
afvalforum november 2011
9
SECTORBREED PROJECT OM VEILIGHEIDSCULTUUR TE VERBETEREN
Veiligheid moet vanzelfsprekend worden Veilig handelen moet binnen afvalbedrijven vanzelfsprekend zijn. Een tweede natuur, een onlosmakelijk onderdeel van de bedrijfscultuur. Zover is het vaak nog niet. Een sectorbreed project, waaraan 24 afvalbedrijven deelnemen, zet de veiligheidscultuur in de schijnwerpers. De uitdaging is straks om de aandacht vast te houden.
DOOR RENÉ DIDDE
De veiligheidscultuur binnen afvalbedrijven bepaalt in hoge mate of er veilig gewerkt gewordt. Binnen de afvalbranche loopt op het ogenblik een groot project om die cultuur te verbeteren. “Niet dat de veiligheidscultuur ronduit slecht is, maar er vinden ongeveer evenveel ongevallen met verzuim plaats als in de bouw”, zegt projectleider Pieter Ruigewaard van Dexis Arbeid. Hij begeleidt maar liefst 24 afvalbedrijven in het project waarvoor subsidie is verkregen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het project wordt sectorbreed opgepakt. Of het nu een afvalinzamelaar betreft, een composteerinrichting, rioolinspecteur, afvalenergiebedrijf of puinbreker: overal ligt gevaar voor de veiligheid op de loer.
PETER LOUWMAN (INDAVER NEDERLAND):
‘Kleine handelingen kunnen grote consequenties hebben.’
10
afvalforum november 2011
Ruigewaard wil dat iedereen binnen de bedrijven het veilig werken meer ‘tussen de oren’ krijgt. “Een cultuur binnen een bedrijf is als mensen stellen: zo doen we dat nu eenmaal. Een veiligheidscultuur neem je waar in het gedrag van mensen. Hangen er arboposters? Zijn de werkplekken schoon? Groeten mensen elkaar?” De gewenste veiligheidscultuur is volgens Ruigewaard meer dan alleen het naleven van veiligheidsvoorschriften op de werkvloer, zoals het dragen van veiligheidsschoenen en een helm. De cultuur gaat ook over het wel of niet aannemen van contracten met een hoger risico, het voor lief nemen dat het werk even stil ligt, en een sfeer waarbij werknemers zich veilig voelen om verbeteringen aan te dragen. De veiligheidscultuur neemt daarmee een cruciale plaats in tussen alle regels en voorschriften over de arbeidsomstandigheden. “Het heeft te maken met hoe mensen zich gedragen”, zegt Elias Nieuwenhuis, H&S manager van Shanks, dat met maar liefst vier bedrijven meedoet aan het project. “Het gaat om het besef dat je elk moment moet opletten en dat een kleine handeling grote consequenties kan hebben”, vult Peter Louwman, algemeen directeur van Indaver Nederland aan.
SERIE WORKSHOPS Het project startte in mei. Na een nulmeting van de veiligheidscultuur is een serie workshops verzorgd, waar zowel werknemers als leidinggevenden aanwezig waren.
PIETER RUIGEWAARD (DEXIS ARBEID):
‘Leidinggevenden moeten het goede voorbeeld geven.’
De workshops begonnen met een film over een dodelijk ongeval met een steiger op een bouwplaats in Engeland. De beelden misten hun uitwerking niet. “Al helemaal niet omdat geen van de betrokkenen voor honderd procent kon uitsluiten dat een dergelijke situatie bij ons niet kon plaatsvinden”, zegt H&S manager Nieuwenhuis van Shanks. “Een commercieel directeur realiseerde zich tijdens de workshop dat aandacht voor veiligheid kan betekenen dat je opdrachten aan je voorbij laat gaan omdat de veiligheid niet is gewaarborgd.” Veiligheid vraagt om continue aandacht. Als voorbeeld noemt Nieuwenhuis het zwaarder beladen van een vrachtwagen. “Hoe gemakkelijk lijkt het om een vrachtwagen van één extra ton lading te voorzien. Voor de vrachtwagen maakt het niets uit, maar de remweg wordt er subtiel door verlengd, waardoor de kans op een ongeval
door ze verantwoordelijker gaan handelen, aldus de projectleider. Mei volgend jaar worden de resultaten van de workshops en plannen van aanpak gepresenteerd tijdens een congres, gekoppeld aan de ledenvergadering van de Vereniging Afvalbedrijven.
WEGZAKKEN Met de presentatie stopt de aandacht niet. De bedrijven staan daarna voor de uitdaging om de sfeer en de resultaten vast te houden. De ervaring is dat na enige tijd de beste bedoelingen en verbeteringen toch wegzakken. De waan van de dag viert dan weer hoogtij. “Afwisseling van de werkvorm zoals foto’s, posters en prijsvraag, kan helpen om de aandacht vast te houden”, stelt Ruigewaard. Om elkaar scherp te houden, werken de betrokken afvalbedrijven aan een digitaal uitwisselingsplatform. “Deelnemers kunnen daar tips en materi-
Iedereen binnen de bedrijven moet veilig werken meer ‘tussen de oren’ krijgt (foto: iStockphoto)
toeneemt.” Speelt veiligheid een rol, dan zoekt de belader niet de grens op, maar voorkomt hij ongevallen door bewust te kiezen voor de veiligheid van de chauffeur en andere weggebruikers. De nulmeting vond plaats door middel van een enquête over het veiligheidklimaat binnen het bedrijf. De geënquêteerden moesten vragen beantwoorden als ‘ik heb het afgelopen jaar collega’s risico’s zien nemen die ik zelf niet zou nemen’ en ‘ik ben een risico tegengekomen dat ik nog niet kende’. Ruigewaard: “Veel bedrijven doen het goed. Dit neemt niet weg dat in talloze bedrijven het één en ander valt te verbeteren. Het is mooi dat we nu een referentie hebben waaraan alle bedrijven zich kunnen spiegelen.” Opvallend aan het project is de betrokkenheid van het hoger management tot en met de directie, zegt Pieter Ruigewaard. “Leidinggevenden moeten het goede voorbeeld geven. Als zij tijdens een rondleiding met gasten door het bedrijf zelf geen veiligheidshelm dragen, geven ze een slecht signaal af.” Peter Louwman zegt het zelfs nog iets scherper. “Zet je als leidinggevende je helm op, dan is dat niet direct een positief signaal. Maar als je het vergeet, is dat een slecht teken.” Kortom: de veiligheidscultuur moet ‘van hoog tot laag’ worden gedragen.
INVENTIEVE ACTIES In de workshops zijn de grondslagen gelegd voor een plan van aanpak, die de
deelnemende bedrijven gaan opstellen. De meeste plannen moeten nog verschijnen. Belangrijk aspect voor de plannen is het aanspreken van medewerkers. “Niet door ‘shaming and blaming’, maar door met elkaar van fouten te leren en de veiligheid naar een hoger plan te tillen”, stellen zowel Nieuwenhuis als Louwman. Voor veel bedrijven is het project vooral een manier om met posters en toolboxbesprekingen de aandacht voor veiligheid op peil te houden en waar mogelijk te verbeteren. Anderen hebben behoefte aan een inhaalslag, constateert projectleider Ruigewaard. “De afvalsector heeft de laatste tien jaar een enorme schaalvergroting en professionalisering doorgemaakt. Veel kleine afvalbedrijven zijn onderdeel geworden van grote bedrijven.” Het project prikkelt de deelnemers om zelf oplossingen te verzinnen. “Het zijn vaak hele inventieve acties”, zegt Ruigewaard. “Bij Indaver werken ze bijvoorbeeld met een maandelijks wisselende poster, die bij de loonstrook wordt gevoegd. In een ander bedrijf maakt een medewerker gedurende een maand foto’s van veilige en onveilige situaties. Die worden met elkaar besproken. Weer een ander bedrijf schreef een prijsvraag uit om de beste ideeën voor verbetering van de veiligheidscultuur boven tafel te krijgen.” Welke vorm ook wordt gekozen, het resultaat van de activiteiten is dat mensen zich meer bewust worden van risico’s, waar-
aal uitwisselen en ervaringen delen. Vooral specifieke bedrijven, zoals puinbrekers en composteerders, hoeven dan het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden.” Ruigewaard wil hierna met een tweede tranche van afvalbedrijven aan de slag. Voor afvalbedrijven die willen werken aan hun arbozorgsysteem stelt hij een handreiking op. Bij Indaver zal het management zich meer laten zien op de werkvloer, stelt directeur Peter Louwman. “Ik heb van het project geleerd dat we meer tijd voor veiligheid moeten nemen. Anders zakt het bewustzijn weg. Verder verwacht ik dat de benchmark tussen bedrijven de veiligheidscultuur op een hoger niveau kan brengen.” Bij Shanks is Elias Nieuwenhuis dezelfde mening toegedaan. “Volgend jaar willen we veiligheid op al onze 38 locaties hoger op de agenda krijgen.”
ELIAS NIEUWENHUIS (SHANKS):
‘Aandacht voor veiligheid kan betekenen dat je opdrachten aan je voorbij laat gaan.’
afvalforum november 2011
11
DUBBELINTERVIEW MET POLITICI GERBEN-JAN GERBRANDY EN MARIEKE VAN DER WERF
‘Resource efficiency en afvalbeheer gaan hand in hand’ De nijpende schaarste aan grondstoffen van Moeder Natuur heeft Europa tot een wake-up call geprikkeld in de gedaante van de Roadmap Resource Efficiency. Ook de vaderlandse politiek wil het Europese initiatief oppakken. DOOR PIETER VAN DEN BRAND
Tussen veelgebezigde termen als Cradle to Cradle, circulaire economie en grondstoffenrotonde werpt zich een volgende parapluterm op voor een duurzame omgang met grondstoffen en het terugwinnen van materialen: resource efficiency. Het begrip is eind september officieel de Brusselse beleidskeuken uitgeserveerd, op het moment dat Janez Potocˇnik zijn Roadmap
Resource Efficiency publiceerde. De eurocommissaris voor milieu wil de nijpende schaarste aan grondstoffen aanpakken. De gedachte dat meer economische groei automatisch een grotere consumptie van natuurlijke grondstoffen toestaat, is volgens hem niet meer van deze tijd. Zuinigheid is geboden in de overgang naar een koolstofarme, en dus een ‘groene’ economie. Medio oktober twitterde de multimediale Europoliticus gedreven over de start
GERBEN-JAN GERBRANDY (D66, EUROPARLEMENT):
‘Voor Europa is het zaak vaart te maken.’
van de campage: ‘Generation Awake. Your choices make a world of difference!’, schrijft Potocˇnik om zijn boodschap bij de Europese burger over het voetlicht te krijgen. Niet alleen op de meertalige website, maar ook op YouTube is de videoclip van ‘Generation Awake’ met zijn jengelende, op gitaren tokkelende, boodschappentassen terug te vinden. ‘…Think of the planet when you buy. Make sure the impact is not too high. Stay awake when you buy buy baby.’ D66Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy heeft de kersverse clip bekeken. “Een leuk en grappig filmpje. Prima om mensen bewust te maken van hun vermogen om met dagelijkse keuzes een verschil te maken. Prima bijdrage ook aan een zuiniger samenleving. Maar met de campagne zullen niet de grote stappen worden gezet die we nodig hebben. Het is vooral de industriële productie die duurzamer en efficiënter moet worden”, vertelt hij vanuit Straatsburg, waar het Europarlement deze week zitting houdt. Hij klinkt vol lof over Potocˇnik Roadmap: “Een uitstekend document met een stevige analyse. Potocˇnik heeft er veel moeite voor moeten doen om de Roadmap door het college van Eurocommissarissen te krijgen. Zijn collega’s zien vooral veel beren op de weg. Er zullen nog ettelijke veldslagen volgen. Ook onderkennen veel Europese politici de economische noodzaak niet, terwijl die evident is. De grondstoffenprijzen stijgen. Alle reden om efficiënt om te springen met onze grondstoffen.”
12
afvalforum november 2011
URGENTIE Gerbrandy is rapporteur van het Europese Parlement voor de Roadmap. Wat inhoudt dat hij het wetgevend proces kan sturen. “Wat ik vooral wil doen, is het proces versnellen. De urgentie is hoog.” In de Roadmap stelt Potocˇnik voor om tot indicatoren te komen waarmee de EU-lidstaten de kwaliteit van resource efficiency kunnen meten. “Dat is onmisbaar”, zegt Gerbrandy, “om kwantificeerbare doelen te kunnen stellen. Dit is een lastig onderdeel. De Roadmap gaat namelijk niet alleen over grondstoffen en materialen, maar ook over voedsel, water, schone lucht, bodem en biodiversiteit. Gelukkig zijn daarvoor in andere richtlijnen al goede indicatoren opgesteld.” Op termijn wordt de nieuwe Europese beleidsvisie ook verankerd in wetgeving. Regelgeving die vervolgens weer zijn weg moet vinden naar de EU-landen. De implementatie zal niet eenvoudig zijn, voorspellen critici. Dat leren de ervaringen met de alweer drie jaar oude Kaderrichtlijn Afvalstoffen. Deze is in Oost-Europa slechts in één lidstaat volledig geïmplementeerd, zo blijkt uit een onderzoek van de Europese afvalkoepel FEAD. Met de in de Kaderrichtlijn voorgeschreven afvalhiërarchie wordt door lokale overheden de hand gelicht. Te vaak krijgt storten de voorkeur boven verbranden. Europa zal nadrukkelijk moeten sturen om het storten van herbruikbaar materiaal terug te dringen ten gunste van materiaalhergebruik en energieterugwinning, luidt de conclusie van FEAD. Eenzelfde uitdaging geldt voor de implementatie van de Roadmap, beaamt Gerbrandy. Somber is hij daar niet over. “Economisch wordt het steeds rendabeler om grondstoffen te hergebruiken. Ook deze landen zullen inzien dat ze snel een goed geoutilleerde recyclinginfrastructuur op moeten zetten. De stijgende grondstoffenprijzen gaan deze ontwikkeling beslist een slinger geven. Voor Europa is het zaak vaart te maken. Andere landen als Japan en Brazilië zijn al heel ver. Als grote importeur van grondstoffen kan Europa niet achterblijven.”
MARIEKE VAN DER WERF (CDA):
‘Zuinigheid is niet de juiste reactie op schaarste.’
AFVALBELEID
uitput, wat nu volop gebeurt. Zuinigheid is niet de juiste reactie op schaarste. Tijd kopen is geen structurele oplossing. We moeten andere wegen bewandelen, zoals het gebruik van alternatieve bio-based materialen. Al moeten we oppassen dat deze alternatieven de productie van voedsel verdringen.” Nog onderbelicht in de Roadmap, vindt Van der Werf, is het opnieuw gebruiken van materialen en een slim productdesign. “Zorg ervoor dat producten later weer eenvoudiger uit elkaar te halen zijn en we materiaalstromen makkelijker opnieuw in kunnen zetten. Dan ga je richting de circulaire economie.” Ook pleit de CDA-politica ervoor om te onderzoeken hoe hoogwaardig het hergebruik is van de tachtig procent afval die nu wordt gerecycled. “Inzicht is nodig om te kunnen sturen op een hoogwaardiger hergebruik en het
prijs. Je kunt recycling bovendien stimuleren met duurzaam-inkoopbeleid.” Juist ons land kan volgens haar een uitstekende rol vervullen in het uitwerken van de ambities van de Roadmap. “Ecodesign is een Nederlands begrip. We hebben veel kennis op dat vlak en een goed georganiseerde afvalsector waar veel exportvernuft in zit. Wat mij betreft zou de afvalbranche tot een van de topsectoren mogen behoren.” Ook Gerbrandy ziet raakvlakken met het afvalbeleid. “Beide onderwerpen, resource efficiency en afvalbeheer, gaan hand in hand. Afval is niet langer een probleem om vanaf te komen. De nieuwe zienswijze is juist dat we afval heel hard nodig hebben. Alle reden om afval niet meteen als afval te definiëren, maar helder als grondstof te beschrijven. Al moeten we natuurlijk oog houden voor afval dat wel degelijk gevaarlijk kan zijn. Zeker is echter dat de betekenis van afval honderdtachtig graden gaat draaien. Gemeenten moeten nu bijvoorbeeld
Resource efficiency is een thema dat CDATweede-Kamerlid Marieke van der Werf zo snel mogelijk uitgewerkt wil zien in het Nederlandse beleid. “Resource efficiency houdt in dat je verstandig met grondstoffen omgaat en natuurlijke materialen niet
efficiënter terugwinnen van materialen.” Primaire kunststoffen met heffingen duurder maken om zo recycling te stimuleren, vindt Van der Werf geen goed idee. “Dat is ook niet nodig. Teruggewonnen materialen krijgen vanzelf een hogere
betalen om van hun afval af te komen. In de toekomst zou dat wel eens omgekeerd kunnen zijn en krijgen gemeenten geld van de afvalindustrie voor de grondstoffen die ze in huis hebben. Dat moment is dichterbij dan we denken.”
afvalforum november 2011
13
Twence realiseert maximale energiebenutting door de levering van stoom aan AkzoNobel in Hengelo, die het gebruikt voor haar zoutproductie (foto: Twence)
R1-STATUS STUWT ENERGIE-EFFICIENCY OMHOOG
Transformatie naar st(r)oomfabrieken Dat afvalforum niet meer spreekt van avi’s, maar van afvalenergiecentrales (AEC’s), is niet voor niets. De afvalbranche investeert al jaren in een hogere energie-efficiency. Met succes. Eén van de drijfveren om te investeren is de Europese R1-status. De felbegeerde status, waarvoor dit najaar de beslissing valt, krijgen AEC’s niet zomaar. Het is de kroon op het werk.
14
afvalforum november 2011
DOOR MARIEKE VOS
Afvalverbranders besloten in 2005 om het energetisch rendement van hun installaties verder te verbeteren, onder meer om de R1-status te verkrijgen. Die R1-status vloeit voort uit de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen (zie kader). Met de R1-status op zak stijgen afvalenergiecentrales (AEC’s) een trede op de afvalhiërarchie: de stap van verwijdering naar nuttige toepassing. Bovendien mogen ze afval uit het buitenland verbranden en tonen ze aan dat ze iets toevoegen, namelijk duurzame energie. De investeringen leiden tot resultaat. “Sinds 2005 is onze energie-efficiency gigantisch gestegen”, zegt Hugo Middelkamp, manager Projecten van Twence. Het verbeteren van het rendement van de installaties past in een trend die al langer gaande is. Door nationale afspraken - het VEREBA Convenant - met de sector steeg de efficiency tussen 1999 en 2001 al met 23 procent. De Europese R1-status was een volgende stimulans. “Zonder deze status tel je als AEC eigenlijk niet mee in Nederland”, vertelt Dick Spanjaard van Attero. Jan Peter Born, directeur Verwerking bij HVC, zegt daarover: “Een afvalbedrijf met de oude D10-status (afvalverwijdering) heeft nu wat uit te leggen. Aan de samenleving in het algemeen en aan aandeelhouders en klanten in het bijzonder. Onze aandeelhouders vragen ernaar.”
NIEUWE TECHNOLOGIE De gemiddelde temperatuur in een afvaloven is achthonderd tot duizend graden. Met die hitte kan elektriciteit worden opgewekt, mits de installatie daarop is ingericht. Installaties die elektriciteit
DICK SPANJAARD (ATTERO):
‘Zonder de R1-status tel je als AEC eigenlijk niet mee.’
opwekken, hebben min of meer hetzelfde ontwerp: door de verbrandingsoven lopen leidingen met water, dat door de hitte wordt omgezet in hogedrukstoom. Wordt die stoom door een turbine geleid, dan ontstaat er elektriciteit. De stoom kan ook direct worden gebruikt door kassen, stadsverwarming of industrie. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw lag de nadruk bij het verbranden van afval vooral op het voorkomen van schadelijke emissies. Veel oudere centrales zijn dus niet primair gebouwd om een zo hoog mogelijk energetisch rendement te behalen. De afgelopen periode zijn veel AEC’s onder handen genomen. Sommige zijn vervangen, andere verbouwd. HVC koos in Dordrecht voor vervanging. Er stond een centrale met vier oude installaties, waarvan twee geen elektriciteit opwekten. Die twee zijn inmiddels vervangen door één nieuwe met fors meer capaciteit, die wél elektriciteit opwekt. HVC verbeterde daarmee de elektriciteitsproductie van 9 naar 32 megawatt. Dat is genoeg voor 76.000 huishoudens. Verbouwen kan ook. Attero past momenteel in Wijster haar AEC aan om op een andere, energiezuiniger manier rookgassen te reinigen. Nu worden de rookgassen nog opgewarmd voordat ze door een filter gaan dat het stikstofdioxide eruit haalt. “Doodzonde”, stelt Spanjaard, “want die gassen zijn eerder in het proces al warm genoeg. Met nieuwe technologie halen we het stikstofdioxide er eerder uit. Dat verbetert het rendement en bespaart ons jaarlijks ruim 6 miljoen kuub aardgas.” Ook HVC zet dergelijke technologie in. In hun AEC in Alkmaar is één installatie reeds verbouwd. Voor 2012
HUGO MIDDELKAMP (TWENCE):
‘Sinds 2005 is onze energie-efficiency gigantisch gestegen.’
pakken ze de andere aan. In Dordrecht gaat het al op deze manier. Een andere maatregel om het rendement van bestaande installaties te verhogen, is het verbeteren van de interne processen. Als voorbeeld noemt Spanjaard het schoonhouden van de luchtgekoelde condensor, die ervoor zorgt dat het water uit de stoom neerslaat, zodat het opnieuw kan worden gebruikt. “Als het apparaat vuil is, kost het meer energie om het proces goed te laten werken.”
TACHTIG PROCENT Een AEC die met de modernste technologie elektriciteit opwekt, behaalt momenteel een rendement van maximaal dertig procent. Dat ligt lager dan de 46 procent van een moderne kolencentrale, of de circa 35 procent van een kerncentrale. Weet een AEC echter ook de warmte in de vorm van stoom te benutten, dan neemt het rendement enorm toe. Twence streefde bij haar nieuwe lijn, die in 2009 in gebruik werd genomen, naar “maximale energiebenutting”, zo stelt Hugo Middelkamp. Dat doel lijkt bereikt. Vanaf afgelopen januari levert Twence stoom aan AkzoNobel in Hengelo, die het gebruikt voor haar zoutproductie. »
KADERRICHTLIJN AFVALSTOFFEN EN DE R1-STATUS AEC’s krijgen de R1-status als ze een bepaald energetisch rendement behalen, dat wordt berekend op grond van een formule in de Europese R1-handreiking. Deze handreiking is afgelopen juni door de Europese Commissie gepubliceerd. De mogelijkheid om aan een AEC de R1-status toe te kennen, staat in bijlage II van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. De handreiking is hiervan een praktische vertaling, die in Nederland wordt meegenomen in de tussentijdse wijziging van het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP). De Nederlandse overheid heeft de R1-status, vooruitlopend op de regelgeving, aan een negental AEC’s toegekend. Dit najaar beoordeelt Agentschap NL welke AEC’s de R1-status krijgen en/of behouden. Naar verwachting krijgen alle AEC’s deze status.
afvalforum november 2011
15
JAN PETER BORN (HVC):
‘De grote klapper wordt behaald door het leveren van stoom.’
Daarmee bespaart AkzoNobel 40 miljoen kuub aardgas per jaar, vergelijkbaar met 72.000 ton CO2. Twence voorziet ook de RWE-energiecentrale in Enschede van warm water, voor het stadsverwarmingsnet. Ook voor HVC geldt dat “de grote klapper in rendementsverhoging wordt behaald door het leveren van stoom”, aldus Born. In Dordrecht is HVC eind maart begonnen met de aanleg van een warmtenet, dat naar verwachting eind 2013 operationeel is. In Alkmaar werkt HVC aan een vergelijkbaar project. De centrale verwarmt er reeds het naastgelegen bedrijventerrein en het veld van voetbalclub AZ met stoom. Op het leidingnet worden nu ook de eerste appartementencomplexen aangesloten. Levert een AEC alleen stoom en geen electriciteit, dan kan het rendement oplopen tot tachtig procent, stelt John Vernooij, directeur van Omrin. Omrin
bouwde een nieuwe Reststoffen Energie Centrale (REC) in Harlingen, omdat daar een energiegrootverbruiker aanwezig is met een energiebehoefte die overeenkomt met het aanbod van de installatie. De REC is eind maart in gebruik genomen en levert stoom aan Frisia Zout. Dat bedrijf haalt pekel naar boven dat wordt verdampt, een proces dat veel warmte nodig heeft. Dankzij de stoom van Omrin heeft het bedrijf nu geen aardgas meer nodig, een besparing van 75 miljoen kuub per jaar. “Wij zetten helemaal in op het leveren van stoom, omdat daarmee het hoogst mogelijke rendement wordt behaald”, vertelt Vernooij. Drijfveer voor Omrin is duurzaamheid: “Onze aandeelhouders, alle Friese gemeenten, vinden dat belangrijk. Met de REC hebben we dit jaar eenderde van de CO2-reductiedoelstellingen van Friesland ingevuld.”
PARTNERS GEZOCHT Het benutten van stoom uit AEC’s vereist afnemers in de nabije omgeving. Omrin kon voor haar REC de meest gunstige plek zoeken, maar de meeste afvalbedrijven zijn gebonden aan bestaande locaties. Dan is het zaak om buren te vinden die stoom willen afnemen, zoals Twence heeft gedaan met AkzoNobel. Ontbreken grootverbruikende buren, dan kan men partijen zoeken die zich in de buurt willen vestigen. Attero,
JOHN VERNOOIJ (OMRIN):
‘Het rendement kan oplopen tot tachtig procent.’
bijvoorbeeld, zoekt in Wijster samen met de provincie naar partners. De eerste is gevonden: diervoerderproducent Noblesse bouwt in Wijster een fabriekshal en gaat warmte van Attero afnemen. “We hopen dat er meer volgen”, zegt Spanjaard. Het verbeteren van interne processen, het aanpassen van de rookgasreiniging en het leveren van stoom en warm water aan partners in de omgeving zijn de belangrijkste maatregelen om het energetisch rendement van AEC’s verbeteren. Daarop wordt ook de komende jaren ingezet, zo verwachten de geïnterviewden. Het behalen en behouden van de R1-status is daarbij zeker een stimulans.
OPENING REENERGY AFVALENERGIECENTRALE SITA Op 12 oktober opende Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, de ReEnergy afvalenergiecentrale van SITA in Roosendaal. De centrale behoort tot de modernste afvalenergiecentrales in Europa. Met een capaciteit van 291 kiloton per jaar kan de centrale gemeentelijk en commercieel afval verwerken en 275.000 MWh aan elektriciteit opwekken. Op die manier levert de centrale elektriciteit voor 70.000 huishoudens. ReEnergy levert ook warmte aan kassen in de omgeving van de centrale, waardoor ongeveer 3,5 miljoen m³ aardgas wordt bespaard. De afvalenergiecentrale vergde een investering van €200 miljoen. Van Rompuy: “Deze installatie is een moedige investering waar gedurende jaren hard aan gewerkt is. Dit project is een geslaagd voorbeeld van de ‘groene economie’. Groene groei is één van de kernpijlers binnen de zogenaamde EU 2020 Strategie. Economie en ecologie zijn geen tegengestelden, maar kunnen elkaar wederzijds versterken. Voorwaarde voor groene groei is dat we efficiënter omgaan met natuurlijke hulpbronnen en materialen. Afval is een potentiële bron van energie en nieuw materiaal. In Europa moeten we hierop meer inzetten, temeer we voor onze grondstoffen sterk afhankelijk zijn van invoer. Zowel hergebruik, recyclage en verbranding van restproducten, met energierecuperatie hebben een rol te vervullen. Het feit dat bij dit project van de oorspronkelijke energie-inhoud van het afval bijna een derde wordt teruggewonnen in de vorm van elektriciteit, is dus een mooi voorbeeld van resource efficiency.”
16
afvalforum november 2011
GREEN DEALS IN DE AFVALSECTOR Bij de presentatie van hun Duurzaamheidagenda begin oktober hebben staatssecretaris Atsma (IeM) en minister Verhagen (EL&I) de eerste Green Deals gesloten. Het kabinet kiest voor een economische groei die samengaat met verduurzaming van de economie. Hiervoor is een gezamenlijke inspanning van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, burgers en overheid nodig. Het kabinet heeft daarom de agenda opgesteld om met de samenleving ‘groene groei’ te realiseren. De Green Deal is bij uitstek een voorbeeld van de Duurzaamheidagenda in de praktijk. Ook in de afvalsector zijn eerste Green Deals gesloten. Een greep hieruit. ECN, HVC en TAQA hebben Groen Gas Green Deal gesloten met de overheid. Hiermee bevestigen de organisaties het belang om overheid en marktpartijen te verbinden in het streven
DUSSELDORP INVESTEERT IN DUURZAME MOBILITEIT
de Nederlandse energievoorziening te verduurzamen en voor de toekomst zeker te stellen. HVC en ECN onderschrijven de ambitie om samen met de overheid te investeren in de ontwikkeling van de Groen-Gas-technologie, waarmee biomassa (hout- en snoeiafval) met een hoog rendement omgezet wordt in groen gas (Milena). Ook Gasunie ondersteunt dit voornemen en is constructief in gesprek met de projectpartners over een mogelijke deelname.
Sinds 11 november, de Nationale Dag van de Duurzaamheid, De Meerlanden en Stallingsbedrijf Glastuinbouw Nederland (SGN) heeft Dusseldorp een drietal nieuwe auto’s in het wagenpark hebben een Green Deal gesloten voor de levering van groene opgenomen om het testen met alternatieve brandstoffen/ warmte uit compostering en CO2 uit biogas. De Meerlanden levert aandrijvingen verder vorm te geven. Op steeds meer restwarmte uit compostering van digestaat aan de glastuinbouw en plaatsen in Nederland is het mogelijk om groengas te wil dit proces optimaliseren: in de zomer leveren bewoners meer tanken. Daarom heeft Dusseldorp een tweetal Volkswagen gft-afval aan (dan is er meer tuinafval) en wekt De Meerlanden Caddy’s aangeschaft die als brandstof aardgas hebben. dus meer warmte op. Omdat de warmtevraag van de glastuinbouw De tankstations waar deze auto’s hun aardgas tanken, juist in de winter hoog is, onderzoeken De Meerlanden en SGN of de zijn gecertificeerde tankpunten voor groengas. Bij de warmte in de zomer kan worden opgeslagen in de grond, om het in de vestigingen van Dusseldorp in Lichtenvoorde, Doetinchem, winter te kunnen gebruiken. Door de Green Deal gaat het rijk helpen Ermelo en Midwolde zijn zeer recent oplaadpalen de procedures voor wet- en regelgeving te versoepelen. Verder zal het geplaatst voor elektrische voertuigen. Vanaf heden ministerie helpen om de toepassing van groene CO2 mogelijk te maken maakt ook een Mercedes-Benz A-klasse E-cell deel in de glastuinbouw. uit van het wagenpark. Deze Mercedes is 100% elektrisch aangedreven. Omdat op de vestigingen Ook tapijtfabrikant Desso en Van Gansewinkel hebben een Green Deal van Dusseldorp groene stroom uit afvalverbranding gesloten met de overheid. Desso en Van Gansewinkel spreken met deze wordt geleverd, gaat de E-cell volledig op groene overeenkomst de intentie uit om tapijtstromen van onder andere gemeenstroom rijden. Dusseldorp onderzoekt continu telijke instellingen op de meest duurzame wijze te verwerken. Dit betekent de mogelijkheden om het wagenpark schoner, dat materiaal van de gemeentelijke milieustraten separaat verzameld wordt en zuiniger en stiller te laten rijden. In 2011 dat na sortering de beste oplossing voor verwerking wordt gezocht. Desso en Van was het bedrijf de eerste in Nederland die Gansewinkel vragen als tegenprestatie van de rijksoverheid om gescheiden inzamestartte met een lange zware voertuig ling van tapijtstromen te stimuleren of te verplichten. Het project loopt tot eind 2012. (LZV). In 2010 heeft Dusseldorp een Tot die tijd zullen Desso en Van Gansewinkel zich inspannen om met nieuwe, innovatieve vuilniswagen op aardgas getest en ontwikkelingen voor recycling te komen. het bedrijf investeert in schone dieselvoertuigen en training van het personeel op zuinig rijden.
afvalforum november 2011
17
ATSMA TIJDENS AFVALCONFERENTIE: ‘IK WIL BELEMMERINGEN WEGNEMEN’
Afvalconferentie = Grondstoffenconferentie Aan het slot van de Afvalconferentie in de Brabanthallen in ’s Hertogenbosch deed staatssecretaris Atsma een handreiking. Hij nodigde bedrijven nadrukkelijk uit om belemmeringen door te geven. ‘Wij gaan dan kijken wat we daar aan kunnen doen’, hield Atsma de zaal voor. De dag stond in het teken van grondstoffen. Grondstoffenconferentie was een betere benaming geweest.
DOOR HARRY PERRÉE
Alsof afvalbedrijven het niet al lang wisten: ‘Grondstoffen, volop kansen voor de afvalbranche’. Niettemin was deze slogan het thema van de Afvalconferentie op 5 oktober
2011. Voor de afvalbranche een mooie gelegenheid om zich in de oren te knopen dat ze niet aan het eind van de productketen zit, maar aan het begin. Vervolgens kan de branche met nieuw elan de grondstoffenmarkt bestormen. Dat nieuwe elan komt ook voort uit de grondstoffenrotonde, een metafoor die sinds kort in zwang is om hergebruik van afval onder de aandacht te brengen. Staatssecretaris Joop Atsma ziet de metafoor als een waardevol concept. Aan het
einde van de dag zegt hij: “Veel bronnen zijn eindig. Je moet naar alternatieven kijken. Dat kan door kringlopen sluitend te maken. De grondstoffenrotonde hoort daar bij.” Daar sluit naadloos de verhoging van het recyclingpercentage van 80 naar 83 procent op aan, die Atsma in zijn Afvalbrief heeft aangekondigd. Ter illustratie meldt hij en passant de verse Nedvangcijfers over recycling van kunststof verpakkingen in 2010: 48 procent. “Op alle terreinen doen wij meer dan afgesproken. Daarmee snoeren wij sceptici de mond.”
MARKTREVIEW
JOOP ATSMA (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU):
‘Je moet als overheid positieve prikkels geven.’
18
afvalforum november 2011
Als het goed gaat met de beleidsdoelen, heeft de afvalsector dan de wind in de zeilen? Daarover biedt Frank Hopstaken van FFact uitkomst. Gewoontegetrouw opent hij de conferentie met een marktreview. “In 2011 lijkt het best heel goed te gaan. De grondstofprijzen blijven hoog. Het resultaat van de sector is vrij stabiel”, aldus Hopstaken. Volgens de benchmark van FFact halen de vijf grootste afvalbedrijven gemiddeld een rendement van 8,6 procent, de plaatsen zes tot vijftien een rendement van 8,2 procent. Duurzaamheid - heeft het bedrijf bijvoorbeeld ISO 14001 in huis? - en maatschappelijk verantwoord ondernemen wegen mee in de benchmark. Hopstaken
foto’s: Robert Goddyn Photo
DIEDERIK GIJSBERS (VAN GANSEWINKEL):
‘De Afvalbrief vinden wij een beetje globaal.’
over duurzaamheid: “Nog steeds is Afvalzorg het bedrijf dat als enige in fase 3 zit, ondanks de prijzen die onder druk staan. Je zou kunnen zeggen dat ze roeien tegen de stroom in.” Die tegenstroom bestaat onder andere uit dalende tarieven. Daar bovenop komt het recycledoel van 80 naar 83 procent, te realiseren met hoofdzakelijk huishoudelijk afval. Hopstaken: “Het recyclingpercentage van huishoudelijk afval moet van 50 procent naar 60 of zelfs 65 procent. In onze afvalbak zit een kwart restafval, de rest bestaat uit bruikbare grondstoffen. Hoe krijgen we die de grondstoffenrotonde op?” vraagt hij zich af. “De ambitie ligt er,
maar hoe moeten we de transitie vormgeven? Tot dusver werd er voornamelijk gerecycled omdat de wet het voorschreef. In de toekomst recyclen we omdat er schaarste is. De afvalsector wil graag, maar er is ruggensteun nodig vanuit de politiek.” De afvalsector worstelt met het beleid, zo blijkt tijdens het grondstoffendebat. Erik Koldenhof van het Afval Energie Bedrijf Amsterdam (AEB) vraagt zich af welke gevolgen het verhoogde recycledoel heeft voor zijn bedrijf. Verbranden valt immers niet onder recyclen. “Dan is de vraag: wat gaan we met onze installatie doen? Daar moet een oplossing voor komen”, stelt Koldenhof. AEB haalt nu afval uit het Verenigd Koninkrijk. “Het is maar de vraag hoe lang dat duurt. Het Verenigd Koninkrijk bouwt verbrandingscapaciteit bij. Tegelijkertijd vraagt de Amsterdamse gemeenteraad zich af of het niet vreemd is om afval uit Engeland te halen.” In Apeldoorn, ook aan tafel bij het grondstoffendebat, leven andere problemen. De gemeente, en vooral de burgers, doen het goed met afvalscheiding. Maar de burger veert niet oneindig mee met de gemeentelijke drang om grondstoffen op te halen, heeft wethouder Olaf Prinsen ervaren: “Wij hebben in Apeldoorn de blauwe bak voor papier uitgerold. Mensen konden de bak
weigeren, wat een aantal heeft gedaan. Voor ons is dat een teken dat een grens is bereikt.” Koldenhof van AEB: “Je kunt erg focussen op de scheiding van materialen, maar het kan ook veel energie kosten om te recyclen. Dan levert verbranding met energieterugwinning in onze HR-installatie meer op.”
IMPORTEREN VAN AFVAL Aan het eind van de dag, als staatssecretaris Atsma is gearriveerd, komt het probleem van de afvalenergiecentrales (AEC’s) opnieuw op tafel. “Er is een struc-
»
FRANK HOPSTAKEN (FFACT):
‘Het resultaat van de sector is vrij stabiel.’
afvalforum november 2011
19
OLAF PRINSEN (GEMEENTE APELDOORN):
‘De grens qua aantal bakken is bereikt.’
turele overcapaciteit van 1 miljoen ton. Daar komt 1 tot 1,5 miljoen ton bij door het ophogen van het recyclingdoel. De overcapaciteit is een bedreiging voor recycling”, zo stelt Diederik Gijsbers, lid van de raad van bestuur van Van Gansewinkel. “Door de overcapaciteit dalen immers de afvaltarieven. AEC’s kunnen dan aan afval gaan trekken waardoor het niet in de recycling komt.” Moet importeren van afval makkelijker worden? Atsma: “Als wij in Nederland steeds meer recyclen, dan neemt het
aanbod om te verbranden af. Je ziet dat afval uit het buitenland hierheen komt. Daar is niet iedereen blij mee. Maar het kan niet zo zijn, dat je Europees praat over klimaat- en CO2-beleid en dan hekken om Nederland zet.” Verbranding in Nederland is veel verantwoorder dan in menig ander Europees land, vindt de staatssecretaris. Op dit soort knelpunten ziet Atsma onderhandelingsruimte tussen de rijksoverheid en het bedrijfsleven. “Met de green deals, de afspraken tussen de landelijke over-
heid en het bedrijfsleven om een groene economische groei te bevorderen, willen we elkaar uitdagen. Het bedrijfsleven kan ons daar op aanspreken. Je moet als overheid positieve prikkels geven. Dat kan met geld, maar ik doe het liever door belemmeringen weg te nemen.” “Dus u gaat regels schrappen?” wil dagvoorzitter Inge Diepman weten. Atsma reageert: “Ik zeg: kom met tien regels en geef aan waarom u daar last van heeft. Wij gaan dan kijken wat we daar aan kunnen doen.” En even later: “Alles wat uit de afvalketen komt, moet weer een economische waarde krijgen. Kijk naar papier. Als je ziet hoeveel papier wij ophalen, zonder dat van bovenaf op te leggen. Dat heeft alles te maken met grondstoffenschaarste.” Gijsbers is blij met deze wending: “Wij gaan graag op de uitnodiging in om met initiatieven naar de staatssecretaris te stappen. De Afvalbrief vinden wij een beetje globaal.”
TWEEWIELERS RECYCLEN
BRUG VAN GERECYCLED PLASTIC
Alle auto’s die in Nederland worden gesloopt, worden voor liefst 95% gerecycled. Vanaf maart 2012 worden ook brommers en snorfietsen gerecycled. Hiervoor slaan BOVAG, RAI Vereniging en AutoRecycling Nederland (ARN) de handen ineen. Recycling (of afdanken) van brom- of snorfietsen gebeurt momenteel vaak in een onduidelijk en ongecontroleerd circuit. Er zijn wel professionele recyclingbedrijven, maar daar gaan niet alle oude brom- of snorfietsen naar toe. Gevaarlijke stoffen als olie, koelvloeistof en loodaccu’s worden niet altijd verantwoord afgevoerd en ook waardevolle materialen worden lang niet altijd optimaal gerecycled. Het recyclen van afgedankte auto’s en scooters zorgt ervoor dat waardevolle metalen en andere stoffen niet verloren gaan, maar opnieuw gebruikt worden. Daardoor hoeven er geen nieuwe grondstoffen gedolven te worden. Bovendien wordt er minder afval geproduceerd.
In Groot-Brittannië is een brug gebouwd uit gerecycled plastic. Voor de 27 meter lange brug was 50 ton gerecycled plastic nodig. De brug bij het dorpje Easter Dawyck over de rivier de Tweed is de eerste plastic brug buiten de Verenigde Staten. Ze heeft wel de langste afzonderlijke segmenten ter wereld, deze zijn 9 meter per stuk. De brug is stevig genoeg om een vrachtwagen van 44 ton te dragen. De segmenten werden op voorhand gebouwd en in amper vier dagen in elkaar gezet. Een plastic brug heeft een groot aantal voordelen ten opzichte van een metalen constructie. In de eerste plaats de recycling van tonnen plastic, maar ze is ook goedkoper en de samenstelling van onderdelen verloopt sneller. Bovendien kan plastic niet roesten, hoeft het niet geverfd te worden en vergt het geen periodiek onderhoud.
20
afvalforum november 2011
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
DWMA RESPONSE TO THE WASTE WHITE PAPER DWMA chair Pieter Hofstra reviews the recent white paper on waste presented by Joop Atsma, the Dutch state secretary for the environment. Although in places lacking ambition and concrete measures, the white paper provides a good basis to work from, he says. He applauds the emphasis on recycling. The recycling target is raised from 80% to 83% in 2015, which is expected to cut waste incineration by 1–1.5 m tonnes per year. Although waste-to-energy is a temporary solution in the transition to materials recycling, Hofstra says reduction should not be a goal in itself and urges Atsma to facilitate imports of British combustible waste – as a ‘fuel’ – allowing the UK to bypass this stage and focus on recycling. The white paper promotes the ‘materials roundabout’, the proposed high-tech raw materials recovery and recycling hub in Rotterdam. With little government funding on offer, waste companies are invited to propose areas where regulations can be eased to stimulate innovation. Hofstra calls on Atsma to raise the problem of resistance to free trade in waste with the EU. He welcomes the ‘Green Deals’ to stimulate sustainable initiatives in which the government offers advice, contacts and simplified regulations. Some deals have already been agreed for waste-related initiatives, and Hofstra proposes a Green Deal to make more use of incineration bottom ash in infrastructure works. A sore point is the abolition of the landfill tax in January 2012, which will frustrate recycling initiatives. The DWMA says the proposed specific landfill bans and stricter enforcement will not prevent more landfilling and argues for retaining the high rate landfill tax. The recycling target for paper and household organic waste is increased by 5–10%, but is not backed by concrete measures. The DWMA bioconversion division is identifying and promoting best practices to help municipalities improve the collection of organic household waste and fully exploit its recycling potential.
More news from Europe and the Association can be found on our website: www.wastematters.eu
afvalforum november 2011
21
FROM WASTE INCINERATOR TO EFFICIENT ENERGY FACTORY In 2005 Dutch waste-to-energy (WtE) incinerators decided to raise their energetic efficiency and obtain R1 status under the EU Waste Framework Directive, moving them a step up the waste hierarchy from disposal to recovery, which also allows them to process foreign waste. Nine Dutch WtE plants already have provisional R1 status and the decision on which plants will receive or retain this status will be made this autumn. The efficiency of Dutch WtE facilities has been rising for more than ten years and R1 status has become the benchmark. Many Dutch WtE facilities have been replaced or modernised by upgrading internal processes and fitting more energy efficient flue gas cleaning technologies. Finding or attracting industrial partners and domestic heating schemes in the area is crucial for maximising electricity and heat delivery, and thus energetic efficiency. An efficiency of as much as 80% is possible by delivering energy only in the form of steam.
ANNUAL WASTE CONFERENCE MARKS TRANSITION TO RAW MATERIALS RECYCLING The slogan of this year’s waste conference was ‘Raw materials – ample opportunity for the waste sector’, stressing the sector’s role in closing materials cycles to counter growing raw materials scarcity. Its future lies at the beginning of the production chain rather than at the end. The market review by FFact showed that profitability in the sector is fairly stable, but the rise in the government recycling target from 80% to 83% (for household waste from 50% to 60–65%) presents a major challenge. The debate revealed signs that the public’s willingness to sort household waste for separate collection may be reaching its limit. Moreover, the structural waste-to-energy overcapacity of 1 m tonnes is set rise considerably as recycling rates go up. Tariffs are falling and importing waste is surrounded by uncertainties. In response, state secretary Joop Atsma invited waste companies suggest where the regulatory burden can be lightened to release innovative initiatives for recovering value from waste.
22
afvalforum november 2011
BUILDING SAFETY INTO COMPANY CULTURE A major project is currently underway to improve the safety culture within the waste sector, involving 24 companies from across the industry. The aim is to make safety a second nature in which employees are comfortable about proposing improvements to working conditions. The project began with a questionnaire survey to establish a baseline reference, followed by a series of workshops involving both workforce and management, including directors. The project stresses the importance of management setting a good example and embedding the safety culture throughout all layers of the organisation, and the need to maintain constant alertness to safety aspects. The workshops provide the basis for actions plans to be drawn up by each company. These will confront employees with situations from which they can learn, become more aware of risks and adopt appropriate behaviour. The project stimulates the participants to come up with solutions themselves, which are often highly inventive. The results of the project will be presented next May.
TWO DUTCH POLITICIANS ON RESOURCE EFFICIENCY ROADMAP Two Dutch politicians respond to the EU Roadmap to a Resource Efficient Europe, presented by environment commissioner Janez Potocˇnik in September. MEP GerbenJan Gerbrandy (ALDE Group) praises the document, but foresees resistance from within the Commission and from national politicians unconvinced of the economic necessity. As European Parliament rapporteur for the Roadmap, he wants rapid progress with identifying resource efficiency indicators and translating the policy vision into legislation. Despite slow progress with recycling in Eastern Europe, Gerbrandy believes rising raw materials prices will stimulate development of a good European recycling infrastructure to compete with the likes of Japan and Brazil. Dutch MP Marieke van der Werf (CDA) advocates the incorporation of resource efficiency into Dutch policies, emphasising alternatives such as biobased materials. She says the Roadmap neglects smart product design and believes the Netherlands, with its expertise in ecodesign and well-developed waste management industry, has much to offer. Gerbrandy agrees that the waste industry will have a key role as raw materials supplier. The time when waste commands a price as a commodity is sooner than we think, he says.
PLASTICS RECYCLING ALWAYS ENVIRONMENTALLY BENEFICIAL CONCLUDES LCA STUDY A life cycle assessment of plastic packaging recycling commissioned by the DWMA concludes that recycling is always environmentally beneficial, irrespective of the type of plastic and the methods used. The study examined eight scenarios, from a combination of separation by households and a deposit system for PET bottles to only post-separation. The reference scenario was incineration in an energy-to-waste facility. The study revealed little difference in environmental benefit between source- and post-separation, with source-separation delivering slightly more environmental benefit per kilogram collected. The key factor is the total amount collected and actually recycled rather than the method of separation. Source-separated plastic is of slightly better quality, but post-separation techniques are improving and are less reliant on public cooperation, and so in the long run may yield greater quantities. The DWMA therefore favours recycling targets rather than regulating collection and processing methods. Costs were not included in the analysis, but will clearly be a consideration in future decision making.
afvalforum november 2011
23
advertentie remondis 190x133 5 lPage 1 23-2-2007 10:20:15
C
M
Y
CM
MY
CY
MY
K
REGIO-ADVERTENTIES Smink Afvalverwerking BV
VO-10539
24-02-2009
10:24
Pagina 1
1 2 3 4 12
Postbus 2527 3800 GB Amersfoort T 033 – 455 82 82 F 033 – 456 26 60 E
[email protected] W www.smink-groep.nl
K
KOEWEIT OLIEHANDEL KOEWEIT BV
5 HET ADRES VOOR AL UW AFGEWERKTE OLIE Inname, opslag en/of bewerking van: • Avi bodemassen en Avi schroot • Secundaire bouwstoffen • Afvalstoffen • Industriëel afvalwater • Bulkgoederen
Faciliteiten:
Verhuur van mobiele kranen
• 45 hectare terrein • 500 meter kade aan het kanaal Gent - Terneuzen • Los- en laadinstallaties • Waterzuivering • Bewerkingsinstallaties • Opslagsilo
Oostkade 5 | 4541 HH Sluiskil | T: 0115 47 12 58 | E:
[email protected]
WWW.herOS.nL
Postbus 163 3880 AD Putten
T 0341 36 99 50 F 0341 35 68 14 E
[email protected] www.oliehandelkoeweit.nl