Wilt u voorlezing van deze preek in uw gemeente even melden via
[email protected]? ______________________________
[1]
HOE WORD JE EEN OVERTUIGD CHRISTEN? De les van Tomas, één van de twaalf * Gemeente van onze Opgestane Heiland,
Vandaag gaat de preek over Tomas.[2.1] Hij lijkt geen voorbeeld van een overtuigd christen. We noemen hem zelfs vaak ,,de ongelovige Tomas´´. Nu is dat achteraf makkelijk gezegd.[2.2] Maar hoe zou het met ons zijn geweest bij de opstanding van Jezus? Niet veel beter. Kijk maar eens naar de andere apostelen. Ook zij stonden niet open voor dit evangelie van de opstanding. Ze waren op de eerste dag er net zo aan toe als Tomas acht dagen later. De berichten van de vrouwen in die vroege morgen van de opstanding hadden ze niet serieus genomen. De lege lijkwade in het graf had hen niet overtuigd. Ook niet de verschijningen aan Maria van Magdala of aan de twee mensen die naar het land gingen of aan een andere groep vrouwen. Jezus moet uiteindelijk zelf verschijnen en aan hen allemaal zijn handen en zijn zijde tonen (u leest dat in Johannes 20:20). De leerlingen worden aan dit eerste en éigen ongeloof herinnerd in de daaropvolgende dagen. Ze vertellen dan aan Tomas over de verschijning van de Here Jezus. Maar dat helpt helemáál niet. En dat is niet zo vreemd. De andere apostelen hadden het woord van de vrouwen niet geloofd, waarom zou Tomas het woord van hen moeten geloven? De apostelen worden op deze manier dagenlang herinnerd aan de taaiheid van hun eigen kleingeloof. Ze Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
1 of 11
vinden die terug in de weerstand die zij ontmoeten bij Tomas. Hij echoot hun eigen stemming van de paasmorgen. Het beschaamt ze en geeft ze ook een machteloos gevoel. Het ongeloof van anderen maakt onszelf zo klein! Zo hardnekkig zijn we dus van onszelf! Zo weinig overtuigd![2.3] * Welk verschil is er dan eigenlijk tussen de andere apostelen en Tomas? Waarom praten we over de ongelovige Tomas en niet over de ongelovige Petrus of de ongelovige Johannes? Misschien zegt u: ja maar Tomas was afwezig op die eerste paasdag. Hij ontbrak. Dat is het grote verschil met de anderen. Maar weet u dan soms waarom hij er die eerste dag niet was? Misschien was het een kleinigheid, een samenloop van omstandigheden, een ziekte thuis of iets anders. In ieder geval maakt Jezus hem er later geen enkel verwijt over. En bovendien is Tomas de rest van de week gewoon bij de anderen en de volgende zondag zit hij als ,,een van de twaalf´´ in de kring. Hij is helemaal niet een ongelovige. Hij gelooft in de HERE, de God van Israël: vóór Pasen en ná Pasen. En hij blijft ook in de broederschap van de gelovigen verkeren. Dat is een goede zaak: dat je niet zomaar wegloopt maar trouw toont in het blijven binnen de gemeenschap waar je bent geplaatst, ook als er problemen zijn of onbegrip. En Tomas wil nog altijd ,,één van de twaalf´´ zijn. De aanduiding ,,twaalf´´ duidt op het college van de apostelen. Tomas hoort bij dat college, nog steeds. Hij heeft alleen een verlamde tong: hij kan niet met de anderen de paasliederen meezingen. Hij is geblokkeerd.[2.4] Tomas is dus niet een verloren schaap dat moet worden teruggebracht. Hij is een apostel met een spraakgebrek. Hoe wordt deze man nu een overtuigd christen? Dat zal nodig zijn: om aan anderen het evangelie te brengen, moet je eerst zelf overtuigd zijn en gewonnen. Maar wanneer dat de andere apostelen niet lukt, hoe moet het dan gebeuren? * Daarvoor moet Jezus zelf in de kring komen: om zijn apostel Tomas alsnog te repareren en tot een overtuigd getuige van de opstanding te maken. Wanneer God zich niet zelf met ons bezig houdt, zullen wij nooit echt overtuigde christenen kunnen worden. Je moet het niet hebben van elkaar, maar van Hém Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
2 of 11
alleen![2.5] Maar wanneer Jezus dan verschijnt, komt Hij niet apart bij Tomas thuis. Hij zoekt hem op in de kring van de anderen. Het is dus maar goed dat Tomas hier is. In de gemeenschap waarin hij zijn plaats had gekregen. Wanneer je een overtuigd christen wilt worden, moet je niet thuis blijven. Niet afwachten tot er iets gebeurt. Kom mét je zwakte en je kleingeloof naar de kerk, naar de gemeenschap. Dáár maakt Christus van Tomas een overtuigd christen. Binnen die gemeenschap moet hij immers ook functioneren. Christenen zijn geen potplanten, maar tuinplanten. En Christus verzorgt de tuin wanneer hij het plantje Tomas water geeft en doet opleven. Wij kunnen daarvan leren: [3] HOE WORD JE EEN OVERTUIGD CHRISTEN? Leer met Tomas drie dingen: 1.roemen in Jezus´ wonden 2.geloven op Jezus´ gezag 3.vertrouwen in Jezus´ macht
1. (Roemen in Jezus´ wonden)[4] Tomas, één van de twaalf leert een week later dan de anderen, geloven in de opstanding van de Gekruisigde. Maar wat moest hij nu eigenlijk leren? Waarom had hij het zo moeilijk? Waarom geloofde hij de anderen niet? Wat blokkeerde hem?[5.1] Oppervlakkig gezien ben je geneigd om te denken dat hij niet in een opstanding kon geloven. Maar als het zo simpel was geweest, dan zou reeds de verschijning van de levende Jezus genoeg zijn geweest om hem te overtuigen: een dode kan dus tóch wel levend worden![5.2] Maar dit is niet de diepste moeite van Tomas en eigenlijk geldt dat voor heel veel mensen. Er zijn mensen die best geloven dat een dode kan opstaan en dat Jezus opstond, maar toch zijn ze niet blij met de Heiland. In Jeruzalem zijn vandaag joodse geleerden die de opstanding van Jezus erkennen. Het lijkt geweldig. Maar ze worden geen christenen. Ze geloven dat een mens kan Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
3 of 11
opstaan, zoals ook in Elisa´s tijd gebeurde. En dat ook de mens Jozua van Nazaret opstond. En dat is het dan. Ze weigeren Hem te ontvangen als hun Meester en ze kunnen niet erkennen dat zijn lijden hun verzoening wil zijn. Iets vergelijkbaars is er - op een andere manier - bij Tomas. Hij weet van een opstanding van doden. Hij weet van de opstanding van Lazarus: daar is hij zelf bij geweest. Zijn probleem is niet het leven van Jezus, maar zijn sterven. Daarom zegt hij juist dat hij wel eens de wonden wil voelen. Hij kan geen plaats geven aan het kruislijden in het leven van Jezus. Wanneer Jezus leeft, dan moet Golgota een boze droom zijn geweest. Jezus kan wel leven, maar niet gelijktijdig gestorven zijn geweest. Tomas vindt het onverenigbaar: de levende Meester die zou zijn gewond en gehangen om dan toch weer de levende Meester te zijn. Niet het graf blokkeert Tomas, maar het kruis.[5.3] De eerste ketters in de christelijke kerk hadden daar ook hun problemen mee en al spoedig ontstond de dwaling dat Jezus slechts in schijn gekruisigd was. Tomas vervalt niet tot die ketterij. Hij heeft te goed gezien dat de Meester gewond raakte en dat zijn zij doorboord werd. Hij acht daarom nu juist de opstanding schijn. In ieder geval kunnen niet beide tegelijkertijd waar zijn. * En als u nu eens diep hierover nadenkt, is Tomas dan niet heel goed te begrijpen? Het is toch onvoorstelbaar. Nog niet zozeer dat Gods zoon mens werd en dat Hij de levende is in mensengedaante. In de Griekse wereld kende men ook wel verhalen over goden die in mensengestalte neerdalen en God de HERE verscheen aan Abraham als een vreemdeling die op reis was. Maar durf je dan werkelijk te geloven dat Hij - de eeuwige - aan het kruis zijn handen liet beschadigen door spijkers? Met al zijn koppigheid stond Tomas eigenlijk stijf stil voor de grondeloze diepte van Gods liefde. Laten we niet schamper spreken over Tomas als een laatkomer. Laten we liever erkennen hoe hij een diepdenker is geweest. En een diepvoeler. Hij heeft het heel diep doorleefd: en Gods gedachten werden hem te hoog, te wonderbaar. Het kan niet waar zijn, of ik moet al voelen dat de levende die wonden heeft.[5.4] Voor ons is het soms veel te vanzelfsprekend. We pakken het zomaar aan alsof het heel natuurlijk was: ,,Alzo lief had God de wereld dat Hij zijn eniggeboren zoon overgaf´´. Het is gemakkelijk opgezegd aan de hand van Johannes 3. Maar Tomas doet ons beseffen dat het de meest ongewone zaak ter wereld is. Het is niet te geloven! Hoe meer je er bij stil staat, hoe moeilijker je het over je tong krijgt.
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
4 of 11
Daarom zegt Tomas: ,,Tenzij ik aan de wónden voel dat de levende voor ons gekruisigd werd, geloof ik niet´´. Dat zegt een heel orthodoxe jood. Hij beseft dat we voor een afgrond van liefde komen te staan wanneer dit waar zou zijn: wonden in de handen en in de zij van de Levensvorst. * De moeite van Tomas heeft zijn wortels voor Pasen. In Johannes 11,16 is Tomas ook al aan het woord. Ook dan worstelt hij met de liefde van God. Het bericht komt dat Lazarus gestorven is. En dan wil Jezus daar heengaan. Naar Betanië, vlakbij Jeruzalem. In het hol van de leeuw, waar de leiders op Hem loeren! Wat wil Jezus toch? Wil Hij soms sterven? De leerlingen zijn in verwarring. Maar Tomas zegt het hardop, resoluut en verbonden aan Jezus: ,,Laten we maar meegaan om mét Hem te sterven.´´ Trouw tot in de dood. Trouw tot in de zinloze ondergang, als het dan moet. Tomas had Jezus natuurlijk al meer dan eens horen spreken over zijn sterven, maar net als de andere leerlingen kon hij daar niets mee. De boodschap van het kruis bleef hen vreemd. En dat is op Pasen nóg zo. En nu komt het God toe om te zeggen dat Tomas had moeten geloven dat God zó de wereld liefhad, maar het past niet aan ons om hier een goedkoop verwijt te maken. Wij zouden daar pas iets over mogen zeggen wanneer we ook zelf de mateloze diepte van Gods liefde enigszins gepeild hebben. En als je voor die afgrond hebt gestaan en daarin hebt gestaard, dan val je Tomas niet meer zo hard. Dan ga je wel begrijpen dat hij dichtsloeg. Dan begrijp je ook dat Christus zelf hieraan te pas moet komen om in ons de diepte van verwondering te openen die de weerspiegeling is van de diepte van Gods liefde. * Zo gebeurt het acht dagen na Pasen. De apostelen zijn weer bijeen. Binnen, met dichte deuren. Ook Tomas is er. Zijn ze nog in Jeruzalem? Of zijn ze in de afgelopen week uiteindelijk toch naar Galilea getrokken waarheen Jezus hen na zijn opstanding zou voorgaan? Dan zijn ze nu weer samen in Kafarnaüm. Ze waren in ieder geval, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling zegt, ,,weer bij elkaar´´. En dan verschijnt Jezus Christus. Hij is er zomaar. Als was Hij al binnen, maar onzichtbaar. Opeens wordt Hij zichtbaar. En dan ís Hij er. Hoe wonderlijk is dit komen. Dichte deuren. Jezus komt zomaar het gezichtsveld van de apostelen binnen. Het voelt heel bijzonder. Hij wás er dus al! Hij is dus bij ons, voordat wij Hem zien![6.1] Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
5 of 11
Zo is het ook. Wij hoeven Jezus niet te zien terwijl Hij toch bij ons is, in de kamer, op de plek waar wij twijfelen, zoeken of geblokkeerd zijn. Toen, zoveel eeuwen geleden, mochten de leerlingen Hem ook nog even zíen. Dat was een extra, om ze te bevestigen. Dat extra hebben we niet nodig: als Hij er maar is, in onze nabijheid. Dat beloofde Hij. Niet dat we Hem altijd zullen zien, maar wel dat Hij altijd bij ons is tot de voleinding van de wereld. De lucht om je heen is niet leeg: de Meester is nabij, elke dag, elk uur! Heilig is de grond waarop we staan in deze week.[6.2] * En dan klinkt daar de gebruikelijke groet tot allen in het meervoud: ,,Sjaloom!´´ ,,Vrede zij jullie allen samen!´´ Het krijgt een diepe klank nu Hij het zegt. ,,Goedemorgen´´ of ,,Goedenavond´´ gaat nu echt betekenen: ,,Góede morgen!´´ of ,,Góede avond!´´. Meteen richt Jezus zich vervolgens en direct tot één van de twaalf, tot Tomas. Jezus laat merken dat Hij alle dingen weet. Tomas had alleen maar tegen de leerlingen gezegd: ,,Tenzij ik mijn vingers leg in zijn wonden´´. Maar toch weet Jezus het! Hij reageert er direct op: ,,Kom maar´´.[6.3] Dat is ook een vreugde voor de andere apostelen en voor ons, gemeente, te merken dat we een levende Heiland hebben die alle zorgen en weerstanden kent. Hij luistert mee op het huisbezoek. Hij weet wat we tegen elkaar zeggen. Hij kent je sms´jes. Hij hoort wat mort in ons hart. Nog voordat u het aan Jezus vertelt, wéét Hij het. Wij moeten wel ons hart uitstorten en al onze behoeften met dankzegging en gebed bekend maken. Dat is nodig voor ons, om ons te oefenen in vertrouwen. Maar het is niet nodig voor Jezus. Hij doorgrondt en kent mij al vóór elk gebed uit. Hij doorgrondt en kent u als gemeente al voor elk huisbezoek uit. We leven op heilige grond en voor het aangezicht van Hem die ons tot in het hart doorgrondt! Hij kent ons ook als wij niet tot het gebed kunnen komen. Tomas voelt zich nu wel betrapt in zijn blokkering. Wij mogen er ook wel eens meer bij stilstaan dat Jezus ons betrapt op gedachten en woorden die we dachten voor onszelf te houden of alleen aan elkaar door te geven. Misschien piekerde u wel samen omdat u dacht dat Jezus hierin toch niet kan helpen. Maar u zou verlegen worden wanneer u wist hoe haarfijn Hij uw gedachten en woorden allang kent. En hoe verdrietig is het dan voor Hem en voor de heilige Geest is wanneer u net doet alsof Hij er toch niet van zou weten.[6.4] Jezus ként Tomas voordat Tomas Hem erkent. En dan is het wonder dat Jezus Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
6 of 11
hem kent in liefde. Hij gooit het Tomas niet voor de voeten. Hij treedt hem genadig tegemoet en komt zijn zwakheid te hulp. Hij zegt niet: ,,Hoe kón je toch!´´ Maar Hij gaat ín op de moeiten van Tomas en dat beschaamt hem meer dan verwijten ooit kunnen. Hierin is de Heiland ons een voorbeeld in het tegemoetkomen aan elkaars zwakheden en kleingelovigheden. Vangt elkaar op en valt elkaar niet af! Spreek met je kinderen over wat ze beweegt, ook als het teleurstellend is, maar snoer ze niet de mond met een snel verwijt![6.5] * Tomas moet naar voren komen. Jezus steekt zijn handen uit: ,,voelen, Tomas!´´ Niet alleen kijken, maar kom op, steek je hand uit en voel de lijnen van de littekens. Zijn dat de rafels van een spijkergat of niet?! En dan opnieuw je hand, Tomas. Voel! Jezus gordt zijn opperkleed los, neemt Tomas bij de pols en brengt zijn hand onder het kleed bij de snede in zijn zij. ,,Is dat de snede van een speerpunt, of niet?!´´ De soldaten waren niet zo teerhartig: Tomas kan hun werk duidelijk voelen aan het rafelige vlees, het gapende litteken. Nu voelt Tomas het ruwweg: Jezus lééft niet alleen maar Hij is ook écht en historisch voor ons aan het vloekhout gehangen. Golgotha is geen boze droom, maar een peilloos evangelie. Voel je, Tomas? En dan welt het antwoord op uit diepten die gesloten waren. Tomas´ woord is een antwoord. Niet een antwoord op Jezus´ verschijning, want dan had hij wel eerder gesproken op deze avond. Het is een antwoord op de samengang van littekens en leven, van overgave en verschijnen, het is een antwoord op de peilloze diepte van Gods liefde. Zo stamelt Tomas: ,,Mijn Heer, mijn God!´´ Voor het eerst horen we dat uit de mond van een leerling zo rechtstreeks: ,,mijn GOD!´´ De laatst komende apostel spreekt het hoogste woord uit. Littekens en de Levende: dat is niet menselijk meer, dat is zo hoog als God, zo diep als de Almachtige. Tomas buigt niet voor een leerstuk (de verzoening, het kruis, de opstanding), hij buigt voor een Persoon: Heer én God. Hij zegt niet meer: ,,Laten we met Hem sterven´´. Hij blijft nu staan aan de voet van de berg Sinaï en kijkt omhoog naar de vuurkolom op de berg en hij Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
7 of 11
beeft van verwarring voor de Levende. Zo leert Tomas roemen in de wonden van Jezus en hij stamelt zoiets als: ,,Om uw kruis Heer, bidden wij, om de speerstoot in uw zij: ga aan onze schuld voorbij, Kyrie Eleison´´. Dat is de kern van het geloof van de twaalf apostelen. Dat is heel persoonlijk voor u en voor mij. Met Tomas moeten we leren zeggen: ,,MIJN Heer en MIJN God´´. Misschien niet de Heer en God van je omgeving, maar altijd wel van JOU! De blokkering van een apostel is opgeheven. En er is een aanbidder gewonnen!
2. (Geloven op Jezus´ gezag)[7] Hoe is Tomas zo veranderd? Door zichzelf? Door een logische conclusie? Door een geweldige ervaring? Nee, verstand en ervaring brengen ons niet tot geloof, al ondersteunen zij het geloof wel. Het is niet Tomas die zichzelf tot de orde roept. Het is Christus die hem met gezag roept tot geloof: ,,Wees niet ongelovig, maar gelovig!´´ Dat is een bevel.[8.1] Wij leven in een tijd die niet van bevelen houdt. Ook de kerk lijdt daaronder. Je merkt dat vooral in prediking en evangelisatie. Het lijkt wel of mensen gepaaid, gelokt, geboeid moeten worden. Nu is het zeker belangrijk welke indruk christenen maken op hun medemensen. En het is niet goed wanneer wij drempels zouden opwerpen. Maar wat sterk ontbreekt in onze tijd is dat wat de Dordtse Leerregels noemen, de prediking ,,met bevel van geloof en bekering´´. Dat ontbreekt ook steeds pijnlijker in programma´s waarin gesprekken over geloof gevoerd worden, maar waar de oproep en het bevel van God om te geloven al te vaak ontbreken. Niet voor niets hebben de Dordtse Leerregels dit remonstrantisme krachtig afgewezen. Een mens kan niet geloven, wil niet geloven. En God gebíedt ons dat we terugkeren tot Hem. En dat bevel is nu niet afschrikkend, maar juist levenwekkend.[8.2] Kijk maar bij Tomas. God splijt de rots door zijn woord. Christus breekt het hart door het bevel: ,,Ophouden met je ongeloof, Tomas, Ik ben er, houd op Mij te miskennen.´´ Het geloof is niet een gunst van de mens, maar het ongeloof is wel een zonde van de mensen ook vandaag.
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
8 of 11
Jezus bepaalt Tomas bij die zonde. Hij had niet mogen aarzelen en weigeren. En Jezus opent door dit bevel zijn hart: Tomas wordt bepaald bij zijn weerstand en onwil.[8.3] * Zo is het ook de taak van de kerk vandaag om ongeloof als zonde te benoemen en twijfel als hoogmoed. Juist om de weg te openen tot terugkeer en verwondering: dat God onze Schepper zich nog inlaat met onwilligen en hardnekkigen! Het ongeloof heeft in het leven van de mensen vaak een lange voorgeschiedenis. Dat was ook zo bij Tomas. Hij was het die in de nacht voor Jezus´ sterven had gezegd, nogal brutaal: ,,Heer, wij weten niet waar U heengaat, hoe weten wij dan de weg?´´ (Joh. 14:5). En toen heeft Jezus geantwoord: ,,Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.´´ Tomas was gewaarschuwd: ,,Alleen wanneer hij Jezus volgde op de weg naar kruis en opstanding, zou hij tot de Vader kunnen komen.´´ Maar Tomas had juist geweigerd Jezus te aanvaarden als de gekruisigde. Daardoor blokkeerde hij bij voorbaat zelf de weg naar de Vader. Maar nu beveelt Jezus hem om op te houden met dit ongeloof. En vanaf dat moment vindt Tomas de weg naar de Vader: Jezus de Gekruisigde is God zelf. Wie Hem ziet als Heer en God, weet wie God is en wat de Vader met ons wil. Zo is het bevel van God in ons leven een kracht tot behoud. Het is niet aan de mens om te kiezen (,,Ik geloof, zij niet´´) maar het is aan God om ons te roepen en te gebieden. Ons ongeloof is een schuldig onvermogen. Alleen God kan het met zijn scheppend woord doorbreken. [8.4] Of is Hij niet onze Schepper en Redder, mijn Heer en mijn GOD? Het is niet voor niets dat de bijbel het geloof omschrijft als ,,gehoorzaamheid´´! Een gehoorzaamheid die Gods bevel in ons hart wil binnenbrengen. Laten wij ons maar niet verzetten tegen zijn scheppend bevel!
3. (Vertrouwen in Jezus´ macht)[9] Het slotwoord van Jezus is: ,,Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven´´. Het lijkt een compliment voor mensen die meer zullen presteren dan Tomas. Mensen die het er beter af zullen brengen dan hij. Maar zo is het niet bedoeld.
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
9 of 11
Het is veelmeer een bemoediging. Er zullen mensen komen die geloven zonder dat ze zelf Jezus te zien krijgen.[10.1] Dat lijkt niet erg waarschijnlijk.[10.2] Wanneer Tomas, één van de twaalf, al niet zonder zien kon geloven, hoe moet het dan later met de andere mensen, en met de heidenen? Zullen dat allemaal Tomassen worden die zeggen: ,,Eerst zien, eerst voelen en dan geloven´´? Je zou dat eigenlijk wel denken. Maar Jezus belooft dat er vele gelovigen zullen komen die niet zien en toch geloven. Dat wonder zal Hij bewerken.[10.3] We lezen in Johannes 20 hoe de Here al op de eerste opstandingsdag aangeeft dat de leerlingen getuigen zullen moeten zijn in de hele wereld. En we lezen hoe Jezus dan op hen blaast als symbool voor de indaling van de adem van de Geest. Zo lijfelijk voelden de leerlingen de adem van Jezus op hen blazen: zo wérkelijk is de heilige Geest in de apostelen en in de gemeente. Het gaat hier niet, zoals sommigen vandaag beweren, om iets overdrachtelijks, maar het gaat om een echt, lichamelijk blazen. De Geest wordt de wind-mee-kaart van de apostelen: Hij zal hen gehoor doen vinden in de wereld. Maar op Tomas heeft Jezus toen niet kunnen blazen. Hij was er niet op die avond van klein Pinksteren. En hij liet zich in de tussenliggende week ook niet door de andere apostelen inspireren. Integendeel: zijn eigen blokkering maakte hem ongeschikt om een getuige te zijn in de wereld. Hoe zou je kunnen spreken over wat je zelf niet goed kunt aanvaarden? Voor apostelen maar ook voor ons allemaal is het heel erg nodig dat wij van binnen zelf zijn aangeraakt door de Geest en dat wij gedreven door een hartelijke overtuiging en een grote liefde kunnen spreken met anderen. Wij moeten leven op de adem van de Heiland. Dat gold ook voor Tomas.[10.4] En nu spoort Jezus deze Tomas op een bijzondere manier aan. Hij zelf kon moeilijk geloven zonder te zien. Jezus moest zelf verschijnen en bevelen. Pas toen kwam de doorbraak. Is dat geen somber perspectief? Nee, want Jezus zal zorgen dat er velen gaan geloven zonder te zien. Een nog groter wonder dan bij Tomas zelf. Kort hierna bemoedigt Jezus de apostelen nogmaals voor dat wereldwijde werk door een wonderbare visvangst. We lezen dat in Johannes 21. En één Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
10 of 11
van de apostelen die bij deze bemoediging aanwezig is, is Tomas (21:2). Jezus belooft volle netten. Netten vol mensen die geloven zonder te zien. Dat is niet het werk van deze mensenvissers. Dat is het ongeziene wonderwerk van de Meester die onherkend op de hemelse kust staat en die de vissen beveelt om in de netten van de apostelen te zwemmen. Tomas zal nog ervaren wat het betekent wanneer de adem van Jezus werkt als de wind van de Geest en van vuur! Gelukkig de mensen die daardoor zullen worden aangeraakt! Wie overrompeld wordt door de macht van Christus, wie de diepte ervaart van zijn wonden en de macht van zijn bevel, die is een gelukkig mens. En wees maar gerust, Tomas: de wereld zal vol worden van zulke gelukkige mensen. Dankzij de geheimzinnige kracht van het evangelie dat harten openbreekt zonder dat mensen zien en tasten of ervaren. Gelukkig bent u gemeente: u bent gebouwd op het fundament van de apostelen, ook op het fundament van Tomas. Eén van de heipalen onder de kerk is Tomas. Hij voelde, u niet. Hij geloofde, u ook. En dan delen we samen met deze apostelen in de zaligheid en het geluk van de opgestane Heiland.[10.5] Laten we om die zaligheid en dat geluk bidden en moge de Here ook eens van ons allemaal zeggen in het eindgericht: ,,Wel gedaan, getrouwe dienaar en dienares, u hebt geloofd zonder Mij te zien: aanschouw nu uw Meester in zijn verrukkelijke hemelse majesteit.´´ Dan zal opnieuw opeens het doek opzij worden geschoven. En Hij zal ons verschijnen als de Aanwezige, Hij zal in ons midden staan als het Lam dat geslacht is en zijn woorden zullen als dauw op ons hoofd neerdalen: ,,Vrede zij jullie!´´ En bevend van geluk zullen we ervaren hoe waar het altijd al was: ,,Rabboeni: Mijn Heer en mijn Gód!´´ AMEN[11]
Copyright 2007 ? www.vanbruggenpreken.nl
Pagina
11 of 11