UITGAVE 2 | 2015
Hoe start ik een leerlijn cultuureducatie? Hester maij: je wordt rijker van kunst en cultuur TEKEN eens een vis? Vrijdag cultuurdag! Nieuwe leerlijn kunstzinnige oriëntatie ‘Jufwerkjes’maken plaats voor eigen creativiteit Het magazine voor cultuureducatie in Overijssel
Voorwoord
Colofon
GeenKunst is het cultuureducatie magazine voor Overijsel en een uitgave van Rijnbrink Groep. Doel is om de projecten die binnen het project Cultuureducatie met Kwaliteit in Overijssel vallen, onder de aandacht te brengen bij iedereen die zich met cultuureducatie bezighoudt. Zo willen we scholen inspireren cultuureducatie verder te integreren in hun curriculum. Dit is de tweede editie van GeenKunst. Het volgende magazine verschijnt in 2016. De projecten zijn onderdeel van het programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit in Overijssel 2013 - 2016’. Rijnbrink Groep voert dit programma in de 21 kleine en middelgrote Overijsselse gemeenten uit in opdracht van provincie Overijssel. Het programma wordt mogelijk gemaakt door het Fonds voor Cultuurparticipatie en provincie Overijssel.
Coördinatie Sonja Paauw
Tekst
Sonja Paauw, Karlijn van Onzenoort
Ontwerp & eindredactie Rijnbrink Groep slagbijalmelo
Fotografie Margreet Vloon
Drukwerk
Drukkerij Roelofs
Oplage 1.200
MET DANK AAN: Hester Maij, Karin Kotte, Ineke van Balen, Constant Buursen Historisch Museum Vriezenveen, Gert Kuipers, directeur basisschool de Regenboog, Wilja Jurg, Conny Kuilboer en Jacomijn Schellevis van TETEM kunstruimte, Dirk Monsma, Jasper Kok, directeur OBS Stedeke Diepenheim, Klaasje Everts, beleidsmedewerker cultuur bij gemeente Aa en Hunze, Jocelyn Bos, ICC’er basisschool Het Galjoen in Wierden, Inge van de Louw van Scala, Nicole Pot, directeur van de PCB Matzerschool in Wijhe, Martine Bauhuis, Iris Offringa, Evelien Kemink en Meriam de Kanter. Ook een exemplaar ontvangen? Stuur een e-mail naar
[email protected]
Van proberen kun je leren “Van proberen kun je leren”, zei de juf van mijn dochter in groep 2. Het is al bijna 15 jaar geleden dat zij deze uitspraak deed, maar hij is nog steeds treffend en toepasbaar voor iedereen. Niet alles hoeft in één keer 100 procent goed te zijn.
Hoge eisen
Toch zijn in onze maatschappij veel systemen en procedures gericht op het vermijden van fouten. Ook de samenleving en de arbeidsmarkt stellen hoge eisen. Het is dan juist noodzakelijk om probleemoplossend te denken, en creatief te handelen. Door te doen, te reflecteren en te experimenteren, komen deze skills tot ontwikkeling. In dit nummer van GeenKunst vind je een artikel over procesgericht onderwijs dat dit heel mooi laat zien.
Een eigentijds curriculum
In ons land speelt het onderwijs een belangrijke rol in het voorbereiden van jonge mensen op een samenleving die hoge eisen stelt. Om deze rol goed te kunnen vervullen, pleit de Onderwijsraad in haar advies ‘Een eigentijds curriculum’ (mei 2014) voor curriculumvernieuwing. Vernieuwing die erop gericht is jongeren een stevige basis te bieden voor hun persoonlijk, maatschappelijk en beroepsmatig functioneren. Terecht geeft de Onderwijsraad aan dat het bij de tijd houden van het onderwijs vooral een taak is van leraren, school-, team- en afdelingsleiders en besturen. Hun betrokkenheid en professionaliteit vormen de sleutel voor vernieuwing.
Onderzoeken, improviseren en doorbreken
Wat mij betreft ontstaat er dan een omgeving waar leerlingen fouten mogen maken, mogen dromen en groots mogen handelen. Een creatieve omgeving waarin zij onderzoeken, improviseren en vaste gewoonten en routines doorbreken. Een uitdagende omgeving waar ruimte is om tegenslag te verwerken. Een omgeving waar je al doende leert, waar leren en motivatie samengaan en waar je van elkaar leert. Een omgeving waar de uitspraak “van proberen kun je leren” volledig tot zijn recht komt.
Al 20.000 leerlingen
Van Alpenstraat 11 | 7442 TW Nijverdal + 31 (0)88 19 70 301 |
[email protected] rijnbrinkgroep.nl
In deze omgeving wordt geleerd door cultuur, met cultuur en van cultuur. Met gepaste trots kan ik dan ook vertellen dat in 2015 in Overijssel 156 scholen starten met een project Cultuureducatie met Kwaliteit. Dat betekent dat bijna 20.000 leerlingen cultuur aangeboden krijgen vanuit het onderwijs waarmee onderwijsdoelstellingen gerealiseerd worden. Ik wens hen heel veel succes! Natuurlijk delen we graag de ervaringen die in 2013 en 2014 zijn opgedaan. Daarover lees je in dit nummer. Veel leesplezier!
Geny Nijboer Programmacoördinator Cultuureducatie met Kwaliteit
Inhoud
04
06
04 In gesprek met Hester Maij van provincie Overijssel 06 De procesgerichte aanpak binnen cultuureducatie 10 Cultureel erfgoed voor alle leeftijden in Vriezenveen 13 Basisschool Wijhe dolblij met doorgaande leerlijn kunstzinnige oriëntatie 16 Vliegende verbinders: de adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep 18 Als een pilot niet soepel loopt 20 Het Land van Scala 22 Hoe start ik een leerlijn cultuureducatie? 24 Gemeenten, cultuuraanbieders, scholen: wie heeft welke rol? 28 Succesvolle pilot beeldende vorming op basisschool Wierden
10
30 Zoek en vind met AliceMoves.nl
24 20
28 3
“Je wordt rijker van kunst en cultuur.”
In gesprek met
Hester Maij
Hester Maij is gedeputeerde Cultuur bij de provincie Overijssel.Wij spraken met haar over cultuureducatie en haar ambities voor alle kinderen in Overijssel. 4
Wat is de rol van de provincie voor cultuureducatie?
Wat is volgens jou de grootste uitdaging voor scholen?
“De provincie zit tussen het Rijk en de gemeenten in. Onze rol ligt met name in het bij elkaar brengen van mensen en netwerken. Ontmoeting tussen scholen, gemeenten en cultuuraanbieders is essentieel voor het succes van de verankering van cultuureducatie. Alleen zo ontstaat de kwaliteit die we met z’n allen willen bereiken. De behoefte aan ontmoeting blijkt iedere keer groot. Iedereen heeft zijn eigen ervaringen, manier van werken en uitdagingen. Door deze te delen krijg je een frisse blik, het werkt inspirerend.”
“Cultuureducatie integreren in hun programma’s.”
Welke successen kunnen we vieren als we kijken naar de inzet van de provincie de afgelopen twee jaar? “Sinds 2013 werken we aan de verankering van cultuureducatie. Inmiddels zijn er 80 pilots ontwikkeld, doen 24 gemeenten mee en starten 156 scholen in 2015 met een nieuw project. Het betekent dat heel veel kinderen een cultureel programma krijgen. Dat vind ik fantastisch!”
Hoe ziet cultuureducatie in Overijssel er in 2016 uit? Wat is jouw stip op de horizon? “Het zou prachtig zijn als we alle scholen in Overijssel bereiken, en dat dus alle kinderen in de provincie een cultureel programma krijgen dat is opgenomen is in het curriculum van de school.”
Wat leren kinderen van cultuureducatie en waarom is dat belangrijk? “Kinderen leren altijd, je wordt rijker van kunst en cultuur. Cultuureducatie ontwikkelt creativiteit en flexibel denken. En het zoeken van oplossingen. Eigenschappen die ontzettend belangrijk zijn, nu en in de toekomst. Daarnaast wordt het totale curriculum sterker door cultuureducatie, creativiteit is immers bij alle vakken onontbeerlijk.”
Waar hoort cultuureducatie volgens jou meer thuis: binnen onderwijs of cultuurbeleid? “Binnen cultuur. Het moet geen apart vak worden, het moet een cross-over blijven. Dat is juist zo waardevol.”
Zouden er verbindingen gelegd moeten worden met bijvoorbeeld economie, het bedrijfsleven of met sociaal-maatschappelijke doelen vanuit de school? “Ik zou het geweldig vinden als er bijvoorbeeld maatschappelijke doelen bereikt worden door cultuureducatie. Dat zie je vaak al vanzelf gebeuren. Bijvoorbeeld op scholen die cultureel erfgoed koppelen aan verhalen van opa’s en oma’s. Voor zowel de kinderen als de grootouders heeft dit grote waarde. Dat zie ik ook als het gaat om een thema zoals ‘bevrijding’. Het uitbeelden daarvan verrijkt kinderen. Ze hebben daar later mooie herinneringen aan en onthouden het beter.”
Wat was een sleutelervaring voor jou? “Een musical, op de planken staan voor een grote groep op de lagere school. Het was het begin van de ontwikkeling van vaardigheden die ik nu als bestuurder nodig heb, zoals spreken in het openbaar.”
Waar gaat jouw hart sneller van slaan? Dans, drama, muziek, erfgoed of media? “Ik vind alles geweldig en ga ook overal naartoe. “
Wat heb je liever: scholen die de onderzoekende houding van kinderen stimuleren of scholen die opbrengstgericht werken? Waarom? “Het onderzoekend werken heeft een opbrengst als resultaat. Het één sluit het ander dus niet uit. Juist het onderzoeken, experimenteren en het proberen zijn erg belangrijk.”
Zouden scholen allemaal hetzelfde ambitieniveau moeten hebben? “De maximale ambitie is natuurlijk het mooist: alle kinderen die in een verscheidenheid aan kunst en cultuur krijgen in doorgaande leerlijnen, volledig geïntegreerd in het curriculum. Maar dat wil ik scholen absoluut niet opleggen. Iedere stap wordt gewaardeerd, hoe klein ook.”
5
vis
Teken eens een
Karin Kotte
De procesgerichte aanpak binnen cultuureducatie Meestal stelt de interviewer de vragen, maar tijdens het gesprek over procesgericht werken stelt Karin Kotte, trainer en adviseur Cultuureducatie, zelf de eerste vraag: teken eens een vis?
6
De meeste mensen zullen een ovaalvormig beest met staart en eventueel vinnen aan de onder- en bovenkant schetsen. Dit laat zien hoe makkelijk ons brein bij kunstopdrachten de laatjes met clichéoplossingen opent. En hoe weinig van het brein we dan gebruiken. Als leerkrachten die procesgericht werken met hun klas een vis maken, dan zie je heel wat anders. Procesgericht werken is een didactiek; een manier waarop je kinderen iets leert, of eigenlijk, laat ontdekken. Een manier waarop je kinderen uitdaagt om persoonlijke keuzes te maken. Het is toe te passen bij kunstonderwijs, maar zeker ook bij andere vakken. Bij procesgericht werken is het eindresultaat minder belangrijk. Het gaat om de weg daarnaartoe. “Door kinderen te inspireren en mogelijkheden te laten creëren die ze weer mogen loslaten, stimuleer je hun hersenen om creatief te denken. En er komt ook nog een kwalitatief product uit,” aldus Karin. Waarom is dat zo belangrijk, dat creatieve proces? Karin vertelt dat in Nederland, maar ook in andere landen, steeds meer het besef ontstaat dat het belangrijk is in oplossingen te kunnen denken (ook oplossingen die misschien niet direct voor de hand liggen). Door procesgericht onderwijs leert een kind om zelfverzekerd een voor hem of haar nog onontgonnen pad in te slaan. Het kind krijgt lef en leert te vertrouwen op zijn inventiviteit en creativiteit. Het durft een eigen route te nemen, zoekt zelf oplossingen en geeft zelf betekenis aan de wereld. Het leert dat dingen fout mogen gaan en dat je verder kunt zoeken. Loslaten, kritisch denken, keuzes maken en doorzetten: het gaat om deze skills die kinderen zich eigen maken om een weerbaar en flexibel mens te worden. “Helaas is dit nog geen gemeengoed op scholen in Nederland,” zegt Karin, “maar we werken er hard aan.”
Creatief denken kun je leren
Rekenen leren we allemaal, sommige kinderen wat sneller of makkelijker dan anderen, maar we zetten door. Echter, bij kunst wordt al snel de conclusie getrokken: hij heeft het talent gewoon niet, geeft niets, niet zo belangrijk. Uitspraken als “ik kan niet tekenen” en “ik ben niet creatief” zijn veelgehoord in Nederland. Logisch, want kunsteducatie wordt al jarenlang op zo’n manier aangeboden dat de ontwikkeling stagneert. Echter, “kunst heeft niks meer of minder met talent te maken dan rekenen,” vindt Karin. “Kunst en daarbij het creatieve proces kun je aanleren en hoort gewoon onderwijs te zijn.”
Experimenteren en loslaten
Het lijkt soms of kunstenaars organisch werken, dat kunst zomaar ontstaat. Veel kunstenaars werken ook zo. Toch kun je, als je goed kijkt naar wat zij doen, een proces herleiden. Dat proces verschilt per kunstenaar, maar componenten zijn universeel. In het leerplankader kunstzinnige oriëntatie, ontwikkeld door het SLO, gaat de generieke leerlijn over de competenties die kinderen laten zien in het creatieve proces. Het proces wordt opgedeeld in fasen: oriënteren,
onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Dit proces is cyclisch: een goede evaluatie geeft je weer input voor een volgend proces.
Meer dan kunstzinnige oriëntatie
In diverse methodes (ook bij andere leerlijnen dan kunst) worden onderzoekende processen verwerkt. Karin ziet vaak dat leerkrachten dit proces overslaan als zij niet overtuigd zijn van het belang ervan. Ook kinderen hebben tijdens zelfstandig werken de neiging om het proces dat aangegeven is in de opdracht over te slaan. Even knippen en plakken en de muurkrant is klaar. “Je ziet dan dat ze onderzoek, mogelijkheden creëren en van daaruit keuzes maken overslaan. Het brein moet dat leren. En dat gaat alleen maar door veel te oefenen. Dit moet een attitude worden die start bij de leerkrachten”, aldus Karin.
Nu starten
Het is voor scholen een uitdaging om over te gaan op procesgericht werken. Dat is best een zoektocht. Waar ligt het evenwicht tussen de kinderen vrijlaten en sturing geven? Wanneer is er sprake van creativiteits- of een vakmatige ontwikkeling? Procesgericht werken kun je zien als een eerste stap richting Cultuureducatie met Kwaliteit. In het proces zit namelijk een verbinding met andere leergebieden, extern cultureel aanbod en de leerplankaders kunstzinnige oriëntatie en Cultuur in de Spiegel.
Het lef om fouten te maken
Je kunt als leerkracht of als team getraind worden. “En begin makkelijk”, zegt Karin. Zij raadt leerkrachten aan om te starten met eenvoudige (bestaande) lessen. De kinderen zorgen er vanzelf voor dat zij overtuigd raken van de waarde van het creatieve proces. Er ontstaat rust, betrokkenheid, hard werken en trots. Freekje en Doortje werken als leerkracht op de Guido de Bresschool in Ommen, een CMK-pilot van TETEM kunstruimte. Freekje: “Naar aanleiding van de studiedag met Karin Kotte ben ik met twee tekenlessen op deze manier aan het werk gegaan. Wat een heel andere manier van werken en wat een bewustwording bij de kinderen. Dit kun je dus heel goed ontwikkelen. De kinderen genoten van de middag.” Haar collega Doortje vult aan: “Erg leuk om te zien dat de kinderen de omslag maken van ‘ik kan niet tekenen’ tot ‘ik ben trots op mezelf’.” Volgens Karin gaat het daarna om uren maken, lef hebben, fouten durven maken en doorzetten. Ervaringen delen met collega’s en je kwetsbaar opstellen. “Dat ‘uren maken’ wordt vaak vergeten door de waan van de dag. Daar ligt een taak voor de ICC’er en de directeur: reflectietijd in vergadering plannen, aanmoedigen en een gevoel van urgentie uitdragen. “En,” zo zegt ze, “cultuuraanbieders zoals TETEM kunstruimte, helpen door het procesgericht aanbod voor scholen te ontwikkelen. Ook coachen zij leerkrachten in de klas.”
7
Training
Procesgericht werken met kwaliteit Met de training Procesgericht werken met kwaliteit helpt Karin Kotte scholen bij het bewust inzetten van een creatief proces, bijvoorbeeld in het kader van Cultuureducatie met Kwaliteit. De training is bedoeld voor schoolteams, maar wordt ook gegeven aan culturele instellingen en als onderdeel van ICC-trainingen en in ICC-netwerken. “Kinderen gaan gemotiveerd aan de slag, doorlopen een creatief proces en maken persoonlijk werk.” Niet meer de focus op het product, maar op het proces! De leerkracht geeft kinderen binnen een opdracht ruimte om eigen keuzes te maken, maar neemt daarnaast ook ruimte. Dit doet hij door in te kaderen: door het beschouwen van inspirerende voorbeelden (kunst, beelden uit de wereld), het geven van instructie en door de kinderen onderzoek en experimenten te laten doen.
Scholen die de training willen volgen kunnen contact opnemen met Rijnbrink Groep of rechtstreeks met Karin Kotte via
[email protected]. 8
Op internet zijn verschillende inspirerende filmpjes te vinden over cultuureducatie en procesgericht werken. Kunsteducatie broodnodig voor het kinderbrein Kunstgebouw maakte een film met wetenschapsjournalist Mark Mieras over hoe kinderen wijzer worden van kunstprojecten. Scan de QR-code
Hoe cultuureducatie ook een sociaalmaatschappelijke plek heeft Merel ten Elzen van Loveland Film & Photography maakt voor Rijnbrink Groep een prachtige film over de pilot Muziektalent in Enter en Oldenzaal. Scan de QR-code
Juf Mirjam, de leerkracht maakt het verschil! Over de waarde van cultuureducatie voor het ontdekken van talent met Ali B. Scan de QR-code
Beeldend vermogen van kleuters Over het beeldend vermogen van kinderen en procesgericht werken. Een leerkracht vertelt en begeleidt kinderen. Scan de QR-code
9
Een stevige
identiteit Cultureel erfgoed voor alle leeftijden in Vriezenveen
In de gemeente Twenterand ligt het dorp Vriezenveen én het Historisch Museum Vriezenveen. Om de maatschappelijke betekenis en de samenwerking tussen het onderwijs en museum nóg meer waarde te geven, was verdere ontwikkeling nodig. Constant Buursen van het museum en Gert Kuipers, directeur van basisschool De Regenboog, vertellen.
“Wat veel mensen niet weten, is dat de handelsrelaties die Nederland vanaf 1750 had met St. Petersburg, ontzettend belangrijk waren voor Vriezenveen,” zegt Buursen. “Leerjongens van 12 tot 15 jaar gingen met paard en wagen naar Rusland om ‘stage’ te lopen in bijvoorbeeld de Nevski Prospekt, de hoofdstraat van St. Petersburg. Het museum bezit zo’n 300 brieven over hoe het leven van deze jongens er ongeveer uitzag tussen 1750 en 1917, de tijd van de Oktoberrevolutie.” Het ‘Ruslandjaar’ 2013 werd in Vriezenveen uitgebreid gevierd. Precies in dat jaar kwam Rijnbrink Groep met de vraag of het Historisch Museum wilde aansluiten bij het project Cultuureducatie met Kwaliteit. Buursen: “Prachtig, want dat bood ons de kans om
10
niet alleen lessen te ontwikkelen voor groep 5 en 6, maar voor alle kinderen.” Hij vertelt dat geschiedenislessen soms best moeilijk liggen op scholen en dat het Historisch Museum het vak meer onder de aandacht wil brengen, omdat het zo belangrijk is voor de vorming van de eigen identiteit van kinderen. Het museum zag in dat ze het de scholen gemakkelijk moest maken. Men ontwikkelde zelf lesbrieven en (fysiek en digitaal) materiaal voor groep 7 en 8 over de handel met Rusland en alles wat daarbij hoorde, zoals armoede en textiel. Dankzij persoonlijk contact met alle 22 basisscholen in Twenterand kreeg men voor elkaar dat bijna alle scholen lesgaven over de historische banden met Rusland. Dit viel nog niet onder Cultuureducatie met Kwaliteit. “Maar”, zo zegt Buursen, “we waren al leuk bezig.”
“Kinderen moeten bij het verlaten van de school blijk kunnen geven van inzicht in eigen talenten. Ze moeten weten wat ze kunnen en intrinsiek gemotiveerd zijn om hun talent in te zetten en verantwoordelijkheid te nemen.” Gert Kuipers, basisschool De Regenboog
11
“Zonder Cultuureducatie met Kwaliteit waren deze lessen er niet gekomen”
Cultuureducatie met Kwaliteit zorgt voor verdieping
Om ook voor de lagere groepen lessen te maken en omdat het projectmatige toch altijd een beetje ‘los’ blijft, besloot het museum - op advies van Rijnbrink Groep - een doorgaande leerlijn te ontwikkelen via Cultuureducatie met Kwaliteit. Buursen: “Ons doel was om de kinderen niet alleen op school les te geven, maar ze ook naar het museum te trekken.” De voornaamste reden voor De Regenboog om mee te doen was dat de leerlijn goed aansloot op de visie van de school. Gert Kuipers: “De leerlijn Cultureel Erfgoed draagt daar overtuigend aan bij. Het brengt de sociaalculturele en economische geschiedenis en kenmerken van de eigen leefomgeving dichter bij de belevingswereld van de kinderen.”
Liefde voor geschiedenis
“Het is erg lastig om jonge kinderen te interesseren voor erfgoed. Hoe breng je hen de liefde voor geschiedenis bij? Hoe sluit je aan bij hun belevingswereld?” Dit soort vragen hielden Gert Kuipers aan het begin van het project bezig. Zowel het museum als de school hadden onvoldoende kennis in huis om alle lesstof te bundelen in een goede leerlijn. Men werkte daarom samen met Kirsten Bos, een historica met expertise op dit gebied. Bos ging aan de
12
slag met de vele suggesties en lesideeën van de leerkrachten en museummedewerkers. Gert: “Zonder Cultuureducatie met Kwaliteit waren deze lessen er niet gekomen. Dan volg je een methode en dat blijft altijd wat oppervlakkig. Nu hebben we ieder jaar een projectweek met lessen op school en in het museum. Doordat we de lessen samen hebben ontwikkeld was het niet nodig om de leerkrachten apart te trainen.” Museum en school kozen samen een thema voor de leerlijn. Dit werd ‘textiel’, omdat de handel met Rusland daarop gebaseerd was. De zolder van het museum werd ingericht als educatieve plek. Voor alle groepen werden daarnaast leskisten gemaakt met daarin bijvoorbeeld weefraampjes. Binnen de leerlijn Cultureel Erfgoed, die voor groep 1 tot en met groep 8 is ontwikkeld, hebben ook bestaande projecten een vaste plaats gekregen. Doordat kinderen nu in elke groep leren over de geschiedenis van hun dorp, blijft de kennis en ervaring beter bewaard dan wanneer er met losse projecten wordt gewerkt. De Regenboog heeft de primeur van de leerlijn. In 2015 kunnen ook andere scholen ermee gaan werken. Rijnbrink Groep hielp met de begroting, het projectplan, verantwoording en advies over evaluatie en onderzoek.
Vrijdag cultuurdag!
Nieuwe leerlijn kunstzinnige oriëntatie
Een doorgaande leerlijn voor kunstzinnige oriëntatie – dat was de wens van Nicole Pot, directeur van de PCB Matzerschool in Wijhe. Samen met de projectleider van TETEM kunstruimte werden lessenreeksen (modules) ontwikkeld rondom drie cultuurterreinen. Sindsdien staat kunstzinnige oriëntatie elke vrijdagmiddag op het rooster van de bovenbouwers. 13
“Op onze school deden we weliswaar al veel aan cultuur,” vertelt directeur Nicole Pot, “maar dat was versnipperd. Continuïteit ontbrak. Ook wisten leerkrachten van elkaar niet goed wat ze er precies aan deden. Bovendien vroegen we ons als team af of wát we deden voldoende was in de ogen van de onderwijsinspectie.” Daarom had Pot medio 2013 wel oren naar het voorstel van een gemeenteambtenaar om mee te doen aan het project Cultuureducatie met Kwaliteit. “Mijn belangrijkste motivatie was om voor onze school een doorgaande leerlijn voor kunstzinnige oriëntatie op te zetten.”
Elke vrijdagmiddag cultuur
Inmiddels krijgen de kinderen in de groepen 5 t/m 8 van de Matzerschool elke vrijdagmiddag een les kunstzinnige oriëntatie. “De lessen zijn verdeeld over drie cultuurterreinen, namelijk kunst & techniek, erfgoed & drama en muziek & dans”, vervolgt Kuilboer. “In die laatste module maken kinderen kennis met muziek- en dansvormen uit alle delen van de wereld. Zo leggen we de link met aardrijkskunde en wereldoriëntatie.” De lessenreeksen bevatten ook gevarieerde opdrachten en suggesties voor excursies. “We gingen altijd al met school naar de Oudheidkamer in Wijhe en naar andere historische gebouwen in het dorp, maar nu krijgen de leerlingen meer theoretische context”, aldus Pot.
Procesgericht werken
Nieuw binnen de leerlijn is dat gekozen is voor procesgericht werken. Niet het uiteindelijke werkstuk (het product) is het belangrijkste, maar het proces: hoe je tot het product komt. Om leerkrachten goed toe te rusten gaf Kuilboer bij de start van het project de training ‘Procesgerichte didactiek’. “Ook voor kinderen is deze manier van werken anders”, legt Pot uit. “Het gaat minder om kennis en kunde, maar meer om zelf onderzoeken, problemen oplossen, met elkaar sparren en een aanpak kiezen. Vroeger deelden we bij een creatieve opdracht een pot verf en kwasten uit in de klas en zeiden we: ‘Ga maar een mooi paasei schilderen.’ Nu geven we leerlingen de opdracht iets te maken wat een link heeft met Pasen en moeten ze eerst met elkaar bespreken wat ze gaan maken, waarom en hoe. Zo ontwikkelen ze andere vaardigheden.”
“Cultuur moet je Inspelen op wat gaande is warmhouden” Kerndoelen als onderlegger
Conny Kuilboer van TETEM kunstruimte – een cultuuraanbieder uit Enschede – begeleidde het project. Zij begon met een nulmeting: het beschrijven van wat er al gebeurde op kunst- en cultuurgebied. “Die nulmeting bevestigde het vermoeden van Pot,” aldus Kuilboer, “want een aantal cultuurterreinen bleek inderdaad onderbelicht. Nadat we de einddoelen tegenover de nulmeting hadden gezet, konden we de lessen ontwikkelen. De kerndoelen van SLO, het expertisecentrum leerplanontwikkeling, vormen dus de onderlegger van alle lessen.” Steeds als een lessenreeks klaar was, besprak Kuilboer die met de leerkrachten, zodat zij van meet af aan betrokken waren bij de inhoud. Daarna volgden de proeflessen – die tegelijk dienden als training van het team – en de aanpassingen.
“Kinderen moeten hieraan wennen,” vervolgt Pot, ”maar leerkrachten natuurlijk ook. Dit verklaart waarom tijdgebrek het belangrijkste probleem is waar we tegenaan lopen. Leerkrachten zijn nog erg geneigd om in producten te denken en willen meer tijd geven voor het maken van een werkstuk. Maar dat hoeft niet meer, want de nadruk ligt nu veel meer op het proces.” Nu de doorgaande leerlijn op papier staat, is cultuureducatie beter ingebed in het curriculum, volgens Pot. “Maar cultuur moet je warmhouden. Het is niet alleen iets van vroeger, het is ook van vandaag en van de toekomst. Je moet weten wat er gaande is in de omgeving en daarop inspelen. Ik wil het onderwerp daarom op de agenda blijven zetten, want alleen zo houden we het levend.”
Nicole Pot
14
Conny Kuilboer
Cultuureducatie
op de Matzerschool De Matzerschool in Wijhe telt 160 leerlingen, van wie 91 in de bovenbouw. Voor elke groep van de bovenbouw (5 t/m 8) zijn drie modules ontwikkeld. Elke module telt 13 lessen. Er zijn 3 typen modules ontwikkeld: (1) kunst & techniek, (2) erfgoed & drama en (3) muziek & dans. Aan een lessenreeks voor de onderbouw wordt momenteel gewerkt.
15
Vliegende verbinders
De adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep vertellen 16
Meriam de Kanter en Evelien Kemink werken als adviseur Cultuureducatie voor Rijnbrink Groep. Hun doel is cultuureducatie te verankeren in het onderwijs op alle Overijsselse scholen. Ze werken hierbij samen met collega-adviseur Iris Offringa en gemeenten. Meriam en Evelien over hun aanpak, de uitdagingen en de ontwikkeling van hun rol.
Rijnbrink Groep biedt ondersteuning en advies aan bibliotheken en culturele partners in Gelderland en Overijssel. In 2013 kreeg de organisatie de kans om invulling te geven aan de cultuureducatieopdracht van Overijssel. Doel is om cultuureducatie te verankeren op scholen, bij gemeenten en culturele instellingen in deze provincie. De adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep geven op verschillende manieren invulling aan deze taak, voornamelijk door gemeenten te adviseren en ondersteunen. Daarnaast organiseren zij cursussen en netwerkbijeenkomsten voor bijvoorbeeld combinatiefunctionarissen of beleidsmedewerkers. Ook sturen de adviseurs de selectiegroep voor AliceMoves Overijssel (pagina 31) aan.
De praktijk
Meriam vertelt dat zij, om gemeenten te ondersteunen, per gemeente uren krijgen van de provincie. Met elke gemeente maken zij specifieke afspraken over de besteding daarvan. Onderdeel van de ondersteuning kan bijvoorbeeld zijn het voeren van gesprekken met de plaatselijke culturele commissies om hen bewust te maken van hun veranderende rol door de invoering van Cultuureducatie met Kwaliteit. Meriam: “Uiteindelijk gaat het altijd over de borging van cultuureducatie op scholen.” Evelien geeft aan dat het soms best lastig is om in te zetten op cultuureducatie. “Door de decentralisaties van het sociaal domein krijgen gemeenten veel minder geld en meer verantwoordelijkheden. Dat zijn wettelijke verplichtingen. Cultuureducatie is dat niet. Gelukkig kunnen wij goed uitleggen dat cultuureducatie juist bijdraagt aan die wettelijke taken. Creatieve, oplossingsgerichte denkers zorgen immers voor meer innovatie. Juist dat is nodig.” Evelien Kemink en Meriam de Kanter
Continuïteit
Gemeenten krijgen geld van de provincie voor cultuureducatie. Echter, als zij zelf niet bijdragen, dan vervalt dat. Dit moet de borging zekerder maken. “Als de gemeente stopt met financiering, mist er immers wel een heel groot bedrag,” aldus Evelien. Inmiddels heeft zij het idee dat het inbedden van cultuureducatie, ook als het geld zou wegvallen, blijft doorgaan. Meriam is daar minder optimistisch over. “Dat geldt alleen voor scholen met een stevige visie op onderwijs. Scholen die zelf regie voeren. Wil je de kwaliteit bieden die zo nodig is, dan is er continu professionele aandacht en bijsturing nodig. Wij zorgen ervoor dat de neuzen van de gemeenten, scholen en cultuuraanbieders dezelfde kant op staan. Dan kom je inhoudelijk ergens. Scholen zijn natuurlijk autonoom, maar gemeenten met een stevige visie hebben invloed op scholen. En daar zit onze toegevoegde waarde.”
Onafhankelijk en bevlogen
Meriam en Evelien werken in verschillende gemeenten. Als adviseur Cultuureducatie hebben zij specifieke kennis die bij beleidsmedewerkers soms ontbreekt. De adviseurs richten al hun aandacht en energie op één ding: de verankering van cultuureducatie. Hier hangen allerlei activiteiten waar een onafhankelijke, professionele blik voor nodig is mee samen: het schrijven van een cultuurnota, tevredenheidsonderzoek, evaluatie van de pilots et cetera. Ze zitten bovenop de processen. Iets waar gemeenten zelf vaak geen tijd voor hebben. Ten opzichte van twee jaar terug zien Meriam en Evelien duidelijk een verschuiving. “Scholen pakken bewuster hun regierol en culturele instellingen spelen beter in op de wensen en behoefte van het onderwijs. De verschillende samenwerkingspartners weten elkaar beter te vinden. Twee werelden zijn zichtbaar bij elkaar gebracht.” Een droom voor de toekomst? “Dat vakdocenten en reguliere docenten integraal werken op alle scholen in Overijssel!”
17
Is er een sleutel tot succes? Als een pilot niet soepel loopt
Martine Bauhuis werkt als muziekdocente en afdelingshoofd muziekonderwijs bij Fundament in Losser. Eind 2012 deed zij namens de Losserse muziekschool een aanvraag voor een pilot Cultuureducatie met Kwaliteit op de 12 basisscholen. Er gaat veel goed en succesvol, maar soms verlopen pilots ook wat minder soepel. Martine is niet bang om haar ervaring te delen “want daar kan iedereen wat van leren.”
18
Naast haar werk voor Fundament, een nieuwe fusieorganisatie (zorg, welzijn en bibliotheek) die momenteel in ontwikkeling is, geeft Martine fluitles op muziekschool De Sleutel in Losser. Ook was zij als vakdocente fluit verbonden aan het ArtEZ conservatorium te Enschede. Martine vertelt over haar motivatie om mee te doen met Cultuureducatie met Kwaliteit. “Cultuuraanbieders hebben te maken met teruglopende aantallen leerlingen. Muziek hoort niet meer standaard bij de opvoeding. Door muziek op de scholen een plek te geven, krijgt ieder kind weer de keus en vinden zij ook de weg naar de muziekschool. Muziekscholen helpen zo mee aan het algemene muziekonderwijs dat op de scholen wordt gegeven. De scholen hebben baat bij onze expertise en wij krijgen daardoor (hopelijk) meer leerlingen voor individuele lessen.” Tot Martine’s teleurstelling zat er erg veel tijd tussen haar aanvraag en de daadwerkelijke start van de pilot. Allerlei redenen lagen hieraan ten grondslag. Het werkte in ieder geval niet bevorderlijk. “De reden voor de moeizame start, was eigenlijk puur de communicatie, het duurde te lang voordat daar gevolg aan werd gegeven na de aanvraag. Terwijl je er juist continue persoonlijk aandacht aan moet geven,” aldus Martine. Haar advies is dus om na afstemming en goedkeuring van het plan direct te beginnen. Ook is het belangrijk dat een pilot aansluit bij wat scholen nodig hebben; dé pijler van Cultuureducatie met Kwaliteit. Dit maakte het niet gemakkelijker, want aan deze pilot doen 12 scholen mee met elk een eigen behoefte en dus vraag. Martine: “Tijd en geld zijn schaars. Scholen ervaren cultuureducatie vaak toch als iets dat er extra bijkomt.” Daarnaast is het besef dat scholen en aanbieders het samen moeten doen cruciaal. Niemand mag de houding aannemen van ‘wij weten het allemaal wel’.”
Administratieve rompslomp
Een ander aspect om rekening mee te houden, is dat scholen verplicht zijn om bijvoorbeeld een verslag te maken. “Vaak wordt dat ervaren als administratieve rompslomp. Je hebt dan directeuren nodig die doorpakken,” zegt Martine. Er is relatief veel geld beschikbaar voor cultuureducatie, maar een vakleerkracht op alle groepen is toch vaak te duur. Martine: “Samen lessen ontwikkelen en trainen kan wel. Dat is belangrijk, want dan blijft de basis overeind. Noten lezen en instrumenten spelen is voor alle kinderen belangrijk.” De leerkrachten zijn inmiddels wel gestart met workshops. Deze worden gegeven door een vakdocent. Tijdens de workshops schrijven zij samen lessen en worden de leerkrachten de grondbeginselen van muziek bijgebracht. “Veel docenten denken dat ze niet muzikaal zijn, maar net als rekenen kun je het leren,” aldus Martine. Zo komen alle kinderen in aanraking met muziek en is de pilot ondanks de moeizame start zeker geslaagd.
“Noten lezen en instrumenten spelen is voor alle kinderen belangrijk.”
Martine Bauhuis
19
“Als centrum voor de kunsten verzorgen wij het cultuuronderwijs voor kinderen en jongeren in delen van Drenthe en Overijssel”, stelt Inge van de Louw, medewerker cultuureducatie bij Scala.“Dit gebeurt zowel binnen als buiten de school en bestrijkt alle disciplines van beeldende kunst, dans, media, muziek en theater tot erfgoed.” Mooi gezegd, maar wat betekent dit in de praktijk?
Kunst- en cultuuronderwijs belangrijk voor elk kind
“ We willen méér dan leuk”
20
Kunstencentrum Scala biedt scholen in delen van Drenthe en Overijssel een gevarieerd aanbod van workshops en lessen op het gebied van kunst en cultuur. Niet alleen voor het basis- en voortgezet onderwijs, maar ook voor peuterspeelzalen, mbo en hbo. Van de Louw: “Dit aanbod is per gemeente opgenomen in het zogenoemde Cultuurmenu: een compleet programma waarin ook bibliotheken, theaters, musea en andere culturele instellingen hun activiteiten op het gebied van kunst en cultuur onder de aandacht brengen. Scholen kunnen de onderdelen kiezen die bij hen passen. Bijvoorbeeld de voorstelling Wiplala, met daaraan gekoppeld een workshop en/of een lessenserie waarin dezelfde thema’s worden uitgewerkt.”
Het Land van Scala
Maar om te zorgen voor goed kunst- en cultuuronderwijs is eigenlijk meer nodig, aldus Van de Louw. “Kinderen en jongeren vinden de workshops natuurlijk leuk, maar wij willen méér dan leuk. En ‘wij’ zijn niet alleen Scalamedewerkers, maar ook de leerkrachten en docenten. Om scholen voor basis- en voortgezet onderwijs te laten zien wat binnen de verschillende disciplines mogelijk is en om hiervoor handvatten te bieden, hebben we een doorgaande leerlijn cultuureducatie ontwikkeld: Het Land van Scala. Dit programma omvat kennismakingslessen op het gebied van beeldende kunst, dans, muziek, media, theater en erfgoed voor alle groepen van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs.”
muziek op een school in Staphorst verzorgt een Scalamedewerker bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering en coaching van leerkrachten om het muziekonderwijs te verbeteren”, legt Van de Louw uit. “Hierbij werkt Scala vraag gestuurd. De wensen van de school zijn dus leidend.” De ondersteuning kan bestaan uit deskundigheidsbevordering van de leerkrachten en het ontwikkelen van educatieve producten en programma’s.
Bijdragen aan vorming
Heeft Van de Louw nog tips voor scholen die meer willen met cultuureducatie? “Doe niet van alles wat, maar bepaal als team een richting en werk daar naartoe. Op die manier zorg je dat er lijn in zit, waardoor kinderen er meer van opsteken.” Voor gemeentelijke en provinciale overheid heeft ze ook een advies. “Er zou beter gekeken moeten worden naar wat kunst en cultuur met een kind doen, voordat wordt bezuinigd op de kosten voor cultuuronderwijs. Natuurlijk, taal en rekenen zijn belangrijke vakken, maar kunst en cultuur dragen zeker ook bij aan de vorming. Voor een kind dat minder goed is in de cognitieve vakken, is het een opsteker als hij een kei in muziek blijkt te zijn. Daar groeit hij ook van.”
Heeft uw school wensen op het gebied van cultuureducatie? Neem vrijblijvend contact op met een van de medewerkers cultuureducatie van Scala. Kijk op ontdekscala.nl.
Projecten cultuureducatie
Op verzoek van scholen ondersteunt Scala ook bij cultuureducatieprojecten. Veelal gebeurt dit tegenwoordig binnen de subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit. “Bij de pilot
Inge van de Louw
21
O m rië og nt el er ijk en he o de p n
• W p e • W as lke at sen mo do b ge en ij o lij w ns khe e a be d l a le en an id? op le he ss tg en eb en ie cu d va ltu n re cu le ltu ac ur tiv ed ite uc ite at n? ie
Visie en beleid educatie cultueur ultuuronderwijs manier past cultuureducatie/c
•W
ol hoool? en? sc n schde jar id mij en le e van e kom bestvisvi oor d etnoekomoelen sie de de d V•iWat iast zijn
• Op welk school? bij de visie en doelen van onze en? ambities en doelen versterk • Kan cultuureducatie onze
Hoe start ik een leerlijn cultuureducatie?
vlak Draag kenen worden g ik ervoor dat betrok
• Hoe zor en? nieuwe ontwikkeling meegenomen in de ing n bij de totstandkom me ene me ik wil ie • W bod (leerkrachten, van het nieuwe lesaan of ouders) en/ gen rlin lee directie,
Evaluatie
• Hoe en wanneer gaan we de nieuwe lessen/ activiteiten evalueren? • Wat vinden we belangrijk om te evalueren?
Con cree tm ake n
• Ho • Ga e zette an w n w e m e alle et h ode s om in s ge c bru oncre iken te le sse ? n?
en mak
22
n nge indi Verb
g rin e vo Uit
Ke uz es ma ke n
• H o v em • W oor ake elk cult n w e k uu e o eu red nz ze e s m ucat keu ak ie? ze su en it a we lle op mo ba ge sis lijk wa he ar va de n? n
en/ akk re v nde et a em ? aan en w lijn mak leer gen nde ndin rgaa erbi doo lke v een • We a’s? n we them renge eb • Ho
n? ere vo t i u e ten n t tei lesse i v ti e /ac m d sen ig o s e d l o lke en n we at ining ? a ie g tra ven • W ijn er n ge e Z • nn ku
Wat is een doorgaande leerlijn cultuureducatie? SLO, het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, zegt over doorlopende leerlijnen: ‘Het is belangrijk dat de leerling (in het primair (PO) en in het voortgezet onderwijs (VO)) zo min mogelijk overlap, breuken of lacunes in het leerproces ervaart’. Voor scholen en culturele instellingen kan een doorlopende of doorgaande leerlijn daarbij als hulpmiddel dienen. Een school kan vervolgens kiezen wat voor soort leerlijn cultuureducatie het beste past bij het beleid en schooltype:
een verticale leerlijn een horizontale leerlijn een van binnen- naar buitenschoolse leerlijn een leerlijn van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), naar PO naar VO Een verticaal doorlopende leerlijn wil zeggen dat er opeenvolgend aan tussendoelen of competenties wordt gewerkt, van het ene leerjaar naar het andere. Een activiteit bouwt voort op reeds opgedane doelen en competenties. Dit kan gaan over zowel kennis en vaardigheden als pedagogiek en didactiek. Deze continuïteit in programmatische aspecten wordt gewaarborgd door aan te sluiten bij de kerndoelen van kunstzinnige oriëntatie (PO), kunst en cultuur (onderbouw VO) en examenprogramma’s van CKV en kunst (tweede fase VO). Horizontale leerlijnen gaan over de samenhang tussen de vakken en leergebieden. Dit wordt de vakoverstijgende benadering genoemd. In dit horizontale onderwijs zit de verankering van cultuureducatie in het onderwijs (een doelstelling van de subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit). Bijvoorbeeld de integratie van de kunstvakken met overige leerlijnen en de verbinding tussen het externe cultuuraanbod (kunstenaar, voorstelling etc.) met het onderwijs. Als leerlingen de kennis die zij onder schooltijd hebben opgedaan na schooltijd kunnen verdiepen door workshops, voorstellingen, repetities, presentaties etc., spreken we van ‘een van binnen- naar buitenschoolse leerlijn’. Ten slotte is er de leerlijn die kan doorlopen van PO naar VO en/of van VVE naar PO. Dit is eigenlijk tegelijk een verticale leerlijn, omdat het hier ook gaat om continuïteit in kennis, vaardigheden, pedagogiek en didactiek. Deze leerlijn kan al starten in de VVE en eindigen bij een eindexamen CKV. Hulp nodig? De adviseurs van Rijnbrink Groep helpen graag.
Een school kan vervolgens kiezen wat voor soort leerlijn cultuureducatie het beste past bij het beleid en schooltype.
23
Gemeenten, cultuuraanbieders, scholen:
Wie heeft welke rol? “Hoe kan de overheid, met name op lokaal niveau, haar verantwoordelijkheid nemen voor de ontplooiing van iedere Nederlander? Dat is de vraag die Dirk Monsma, adviseur voor de Raad van Cultuur, op 25 november 2014 stelde aan gemeenteambtenaren tijdens een bijeenkomst bij Rijnbrink Groep.
24
Dirk is betrokken bij de totstandkoming van het advies Meedoen is de kunst (maart 2014), een advies over actieve cultuurparticipatie gericht aan Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tijdens een geanimeerd gesprek over de verschillende rollen van gemeenten, cultuuraanbieders en scholen legt Dirk uit dat, om de waarde van kunst en cultuur te laten bloeien, een basis nodig is. De overheid is daar medeverantwoordelijk voor. De basis bestaat uit: 1. Locatie: waar kan ik kunst beleven? 2. Programma: wat is het aanbod? 3. Promotie: hoe weet ik dat dat aanbod er is? 4. Vindbaarheid: is het aanbod makkelijk vindbaar? 5. Toegankelijkheid: kan ik ernaartoe? Voor gemeenten is het van belang om na te gaan of deze vijf randvoorwaarden op orde zijn. Daarnaast kan de gemeente kiezen uit een aantal toekomstscenario’s: 1. Creatieve gemeente: breed en divers aanbod 2. Talentvolle gemeente: de talenten in de gemeente laten bloeien, alles koppelen aan onderwijs 3. Sociale gemeente: kunst als middel om sociale doelen te halen 4. Vitale gemeente: alleen als burgers niet zelf doen, heeft de gemeente een rol Tijdens het gesprek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de Overijsselse gemeenten. Zowel qua structuur als qua toekomstvisie. Sommige gemeenten zijn nogal behoudend. Het is moeilijk om daar een breed aanbod te realiseren. Soms heerst er een erg gesloten verenigingsleven, waar weinig ruimte is voor anderen of iets nieuws. Maar er zijn ook gemeenten, zoals Raalte, die een breed programma met veel festivals hebben, waar verbindingen gelegd worden. Ook is er een aantal gemeenten dat inzet op talent. Welke gemeente ook, iedereen herkent dat het een uitdaging is om aan te sluiten bij de behoeften en vaak ook de taal van de doelgroep. Dirk: “Vraag je aan jongeren of ze aan kunst doen, dan is hun antwoord ‘nee!’ Vraag je of ze muziek maken, dan is het antwoord ja!”
Meer lezen over Meedoen is de kunst? Scan de QR-code:
Dirk Monsma
25
Cultuur
aanbieders Wilja Jurg, directeur TETEM kunstruimte Volgens Wilja Jurg start een goed cultuureducatieaanbod met het uitspreken van de wederzijdse verantwoordelijkheden en visie, en vervolgens met de daarbij passende rollen. Elke speler heeft een specifieke rol: het onderwijs heeft de primaire verantwoordelijkheid, de hoofdrol. Cultuuraanbieders zijn dienstbaar en ondersteunen het onderwijs. Zij kunnen helpen bij het ontwikkelen van een visie, impulsen geven en ondersteunen bij het opbouwen van een netwerk binnen het culturele veld. Gemeenten hebben volgens Wilja de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er een goede infrastructuur ligt waarbinnen onderwijs, buitenschoolse activiteiten en cultuur goed kunnen opereren. Tijd, aandacht en geld zijn de ‘mogelijkmakers’.” Scholen moeten zich volgens Wilja afvragen wat leerlingen nodig hebben. Wat sluit aan bij de situatie op de school? Wat wil je als school bereiken? “Een continue vraag, waarover je in gesprek moet blijven.” Een andere vraag noemt Wilja de kaders qua kwaliteit, tijd en geld. “Het onderwijs moet nadenken over goed opdrachtgeverschap. Alleen dan zullen cultuurinstellingen in staat zijn te
Wilja Jurg
26
leveren wat nodig is voor goed onderwijs.” Bij culturele instellingen speelt de vraag hoe zij hun kennis kunnen delen. “Hun uitdaging is om efficiënt en kostenbewust te werken. Ze moeten een betaalbaar product kunnen maken.” De gemeente zou volgens Wilja moeten onderzoeken waar hiaten zitten in de lokale culturele structuur en hoe zij deze kan ondersteunen. “Randvoorwaarde is dat er een visie is, anders blijft het los zand.” Geen gemeente is gelijk en binnen de gemeente zijn weer verschillende spelers. Het gaat dus altijd om maatwerk. “Soms is het nodig om regievoerder te zijn, maar als een school of culturele instelling dat zelf kan en doet, dan moet de gemeente die rol niet nemen.” Tot slot geeft Wilja aan dat gemeenten keuzes moeten maken. Zij hoeven er niet per se naar te streven om alle lokale aanbieders overeind te houden. Het is van belang dat ieder kind zich breed kan ontwikkelen. Daarin kunnen ook keuzes gemaakt worden die de gemeentegrens overstijgen. “Alleen als de breedheid van het aanbod, de kwaliteit en kosten in balans zijn, ontstaat er een duurzaam evenwicht. Nu is het moment om het goed te doen, het goed te borgen.”
“Belangrijk is dat nu het moment is om het goed te doen, het goed te borgen.”
“Cultuureducatie met Kwaliteit bleek een mooie doorontwikkeling op wat er al was”
Gemeenten Klaasje Everts, beleidsmedewerker Cultuur bij gemeente Aa en Hunze Klaasje vertelt dat haar gemeente een echte plattelandsgemeente is. Aa en Hunze behoort tot de P10 (de tien grootste plattelandsgemeenten in ons land.) De basis voor cultuureducatie begon in 2002 – 2003. De kunstencentra zochten samenwerking met onderwijs en gemeente om kinderen te laten kennismaken met theater, dans, muziek, etc. in de vorm van een kunstmenu. Er kwam een cultuur-educatief aanbod dat structuur, continuïteit en kwaliteit in de scholen bracht met als bijkomend voordeel dat het gemakkelijk werd gemaakt voor het onderwijs. De gemeente stelde kaders vast, nam het op in het cultuurbeleid en ondersteunde het onderwijs en de cultuursector. Cultuureducatie met Kwaliteit bleek een mooie doorontwikkeling op wat er al was. Het triggerde het onderwijs om vraaggerichter te gaan werken. Klaasje vertelt dat alle scholen meedoen met de regeling en dat hun ambitieniveau zichtbaar stijgt. Ook in Aa en Hunze speelt de cultuurcoach een belangrijke verbindende rol, zeker met het lokale aanbod buiten school. De gemeente is inmiddels meer op de achtergrond en heeft een ondersteunende rol als dat nodig is, en een kaderstellende rol. “Voor wat betreft de verdeling van het geld is het goed dat niet alles naar culturele activiteiten gaat. Voor het borgen van de kwaliteit en de verbinding met het lokale aanbod is ondersteuning erg belangrijk.”
Het
onderwijs Jasper Kok, directeur OBS Stedeke Diepenheim Jasper vertelt dat de CuBaHof cultuureducatie verzorgt voor alle 22 basisscholen in de gemeente Hof van Twente. Omdat alle middelen van de 22 scholen voor culturele vorming gebundeld zijn met het geld van de gemeente, Cultuureducatie met Kwaliteit, sponsorgeld en subsidie voor de cultuurcoach is er veel meer slagkracht en een rijker aanbod. Zijn visie is dat kinderen heel vaak niet weten wat er in hun omgeving te zien en te doen is, hoe rijk de samenleving eigenlijk is als het gaat om cultuur. “Dit heeft ook te maken met overvolle lesprogramma’s.” Zijn idee is dat je die programma’s moet integreren met cultuur zodat het er niet bij komt maar in de plaats van. Hij vindt het ook belangrijk dat het Europees burgerschap wordt bevorderd, dat kinderen een open blik naar buiten hebben. Dat kan juist in Diepenheim, omdat daar veel buitenlandse kunstenaars komen. Jasper geeft aan dat de cultuurcoach een heel belangrijke rol speelt. De CuBaHof verzorgt een breed aanbod zoals Kunstmenu, Veldtocht, AMV in groep 5, Instrumentencarrousel en veel andere activiteiten. De CuBaHof heeft een bestuur en legt verantwoording af aan alle scholen en de gemeente.
Jasper Kok
“We moeten programma’s integreren met cultuur, zodat het er niet bij komt maar in plaats van.”
Klaasje Everts
27
‘Jufwerkjes’ maken plaats voor eigen creativiteit Pilot beeldende vorming op Wierdense basisschool groot succes ‘Aan de slag met beeldende kunst’ is de titel van de doorgaande leerlijn kunstzinnige oriëntatie die basisschool Het Galjoen in Wierden samen met TETEM kunstruimte – cultuuraanbieder uit Enschede – ontwikkelt. De leerlijn is ingebed in de handvaardigheidslessen en prikkelt de creativiteit van kinderen. “Voorheen maakten ze allemaal min of meer identieke werkjes, nu komen ze met eigen producten.”
28
enzovoort. Door die vragen gaan kinderen anders kijken en daarna anders werken. De resultaten zijn ook beter, gevarieerder. Tijdens deze opdracht hoorde ik een meisje zeggen: ‘Ik geef mijn schildpad hoge poten, want het is een landschildpad.’ Kortom: vroeger maakten ze allemaal ‘jufwerkjes’, nu zijn ze veel creatiever en komen meer eigen producten tot stand.”
Leren reflecteren
Jocelyn Bos kan het niet vaak genoeg zeggen: ze is rázend enthousiast. Jocelyn is ICC’er (interne coördinator cultuur) op Het Galjoen en hoorde tijdens een bijeenkomst met andere ICC’ers een voordracht van cultuureducatieadviseur Karin Kotte over procesgericht werken bij beeldende vakken. Dít is het, dacht ze, zó moet het. Daarna bracht ze het spreekwoordelijke balletje aan het rollen. Gesprekken volgden, met haar eigen schooldirecteur, met Rijnbrink Groep, met TETEM kunstruimte – totdat de pilot in september 2013 van start kon gaan.
Doorgaande leerlijn beeldende vorming
“De school wilde een doorgaande leerlijn ontwikkelen voor beeldende vorming,” vertelt projecteider Jacomijn Schellevis van TETEM kunstruimte. “Alle leerkrachten gaven al beeldende vakken, maar zochten verdieping.” Vanuit TETEM is gewerkt volgens het vaste format. “We begonnen met een training procesgericht werken voor de leerkrachten”, vervolgt Schellevis. “Daarna hebben we geïnventariseerd hoe het team de thema’s, materialen en technieken binnen de leerlijn aan elkaar wilden koppelen. Die wensen zijn voor ons leidend. Vervolgens hebben we de lessen ontwikkeld en tussentijds aangepast. Inmiddels is het materiaal voor de bovenbouw af, voor de onderbouw is het nog in ontwikkeling.”
Het met elkaar nabespreken is ook een wezenlijk onderdeel van deze vorm van werken – en een heel belangrijke bij beeldende vorming. “Na de opdracht beschouwen we nu klassikaal de werkstukken. Kinderen vertellen dan waarom ze iets op een bepaalde manier hebben gemaakt. Heel anders dan vroeger, toen ze het afgeronde werkstuk gelijk mee naar huis namen.” Deze nabespreking maakt de beeldende vorming completer, volgens Jocelyn, want “die is immers meer dan alleen techniek.” In de reader voor de leerkrachten wordt dan ook niet alleen aandacht besteed aan hoe ze de techniek moeten overbrengen, vult Schellevis aan. “We geven hen ook handvatten hoe ze kinderen kunnen leren te beschouwen, eigen keuzes te maken en te reflecteren.”
Passend bij de school
Het mooie van de opzet van het project is dat TETEM op basis van de input van onze leerkrachten de lessen heeft ontwikkeld, vindt Jocelyn terugkijkend. “Daardoor is het iets van henzélf geworden, niet iets wat van bovenaf is opgelegd.” Scholen hoeven volgens haar niet huiverig te zijn voor een te zware belasting. “Je kunt het project zo klein of groot maken als je wilt, passend bij je school en de wensen van het team. Bovendien spreekt TETEM vooraf een strak tijdspad af, zodat niemand voor verrassingen komt te staan.” Al met al is ze dik tevreden. “Zoals het nu vorm heeft gekregen, dat had ik vooraf niet durven dromen!”
Anders kijken, anders werken
Het is leuk om te zien hoe anders kinderen nu bezig zijn, aldus Jocelyn Bos. “Voorheen legde de leerkracht een gerichte opdracht uit, bijvoorbeeld: klei een schildpad. En daarna was het: hup, allemaal aan het werk. Nu gaan we eerst met elkaar onderzoeken welke soorten schildpadden er zijn, hoe ze anatomisch in elkaar zitten,
Jocelyn Bos
Jacomijn Schellevis
29
Creëer draagvlak met
Veldtochten Vaak zorgt een Veldtocht ervoor dat er draagvlak ontstaat voor kunst en cultuur. Het helpt bij het creëren van het klimaat dat nodig is voor succesvolle cultuureducatie. Wat is een Veldtocht?
Een Veldtocht is een krachtig instrument om een hele woonkern te overspoelen met kunst en cultuur. Iedereen wordt betrokken, van jong tot oud, verenigingen en individuen, cultuuraanbieders en amateurkunstenaars, scholen, verzorgingshuizen, et cetera. In de Veldtocht worden bewoners uitgedaagd om te participeren. Daarbij gaan we uit van de kracht van burgers.
Wat is het doel van een Veldtocht?
Doel van de Veldtocht is om leerlingen van het primair onderwijs, ouders, leerkrachten, belangstellenden en amateurverenigingen in een woonkern in Overijssel in een week tijd te laten kennismaken met kunst en cultuur. Hierbij wordt zoveel mogelijk de expertise en het aanbod van Overijsselse en lokale kunst- en cultuuraanbieders ingezet. Ook professionele cultuuraanbieders uit Overijssel reizen af naar de locatie om samen te werken. Zowel het culturele klimaat als de sociale kwaliteit van een plek worden versterkt.
Wat is de aanpak?
In elke woonkern waar een Veldtocht plaatsvindt, is een lokale werkgroep (in wisselende samenstelling) die het programma op maat maakt voor die kern. De werkgroep bestaat in ieder geval uit de provinciale projectleider, de lokale projectleider en de werkgroepleden. Deze laatsten worden geworven bij het onderwijs, de bibliotheek, zorgcentra, kinderopvang, de gemeente, sociaalcultureel werk, amateurverenigingen (verschillende disciplines), ouders, lokale omroep, lokale pers et cetera. Het thema van de
30
Elin Groot Rouwen
Veldtocht bepaalt men zelf. De Veldtocht wordt financieel mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel, er worden fondsen geworven en er wordt een lokale bijdrage gevraagd. De Veldtochtweek wordt afgesloten met een groot feest waarbij alle deelnemers laten zien wat ze hebben gedaan. In het voorjaar van 2015 vinden er drie Veldtochten plaats in Oldenzaal, Deventer en Heino.
Nieuwsgierig geworden en meer weten? Mail dan naar Elin Groot Rouwen, projectleider voor de Veldtocht via
[email protected]. Zij neemt dan contact met u op.
Cultuuronderwijs heeft alleen zin als het goed is. Overijssel.AliceMoves.nl helpt daarbij. Deze community is opgezet om scholen en cultuuraanbieders te helpen met de ontwikkeling van goed cultuuronderwijs en om van elkaar te leren. Het is een online platform waarop scholen en cultuuraanbieders met elkaar in contact kunnen komen, ook onderling. Een ontmoetingsplaats, zeg maar.
Zoekenvindmet
ALICEMOVES
Iris Offringa
Op AliceMoves.nl vind je heel veel tips en feedback waarmee je de kwaliteit van cultuureducatie kunt verbeteren. Speciaal voor Overijssel is er www.overijssel.alicemoves.nl. Rijnbrink Groep werkt continu, samen met Webvertising Studios, aan de verdere verbetering van de site. Iris Offringa, adviseur bij Rijnbrink Groep, beantwoordt vier vragen: 1. Waarom is het zo belangrijk dat alle scholen en cultuuraanbieders een profiel hebben op AliceMoves Overijssel? “Omdat scholen en cultuuraanbieders elkaar hier snel kunnen vinden. Scholen kunnen direct met aanbieders contact opnemen. En aanbieders kunnen hun aanbod bij alle scholen in Overijssel onder de aandacht brengen.” 2. Kost het scholen niet erg veel tijd om actief te zijn op AliceMoves? Als je even googelt vind je toch ook cultuuraanbieders of andere scholen? “Op AliceMoves Overijssel zoek je heel gericht met behulp van filters. Je kunt bijvoorbeeld aangeven dat een voorstelling in een sportzaal of spellokaal moet kunnen plaatsvinden. Maar ook voor welke doelgroep je iets zoekt, voor welke kunstdiscipline et cetera. Hierdoor vind je heel snel allerlei concrete activiteiten die passen bij jouw wensen en zoekvragen. Deze informatie vind je niet via Google.”
3. Kunnen scholen en cultuuraanbieders die hulp willen bij de ontwikkeling van een doorgaande leerlijn en verankering in hun beleid, ook terecht op AliceMoves? “Onder het tabblad ‘Doen’ van AliceMoves Overijssel kun je ter inspiratie voorbeelden van ontwikkelde leerlijnen in Overijssel bekijken. Voor hulp en advies op maat over leerlijnen en beleidsontwikkeling kunnen scholen contact opnemen met een van de adviseurs Cultuureducatie van Rijnbrink Groep.” 4. Er zijn zo veel activiteiten en projecten, hoe bepaal je als school wat je moet zoeken? “Voordat je gaat zoeken op AliceMoves is het handig om een aantal kaders vast te stellen. Bepaal bijvoorbeeld voor welke groep je iets zoekt, in welke kunstdiscipline, of het lesstofvervangend moet zijn en waar het plaats mag vinden. Hoe specifieker de zoekcriteria, hoe concreter je zoekresultaat en hoe makkelijker het wordt om iets uit te kiezen. Je kunt natuurlijk ook met weinig zoekcriteria een zoekopdracht uitvoeren. Je krijgt dan veel resultaten, waardoor je wellicht nieuwe aanbieders ontdekt die je nog niet kende.” Noot: AliceMoves is een gezamenlijk initiatief van het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), het Fonds voor Cultuurparticipatie en Webvertising Studios.
31
Het magazine voor cultuureducatie in Overijssel Mede mogelijk gemaakt door: