W
Wie de resultaten van nationale (en internationale) crossen bekijkt, komt al vlug tot de vaststelling dat er ruiters zijn die telkens opnieuw de grootste moeite hebben om de tijd te halen, terwijl anderen daar veel minder problemen mee hebben. Natuurlijk, of je al dan niet snel door de cross gaat heeft voor een groot stuk met de omstandigheden, en met de aanleg van het paard te maken. Toch is er meer aan de hand. Wat kan een ruiter zelf doen om binnen de tijd te blijven ? PK vroeg het aan Raf Kooremans, Karin Donckers, en Nick Van Laer, drie ruiters die in het terrein snelheden halen, waarmee ze op de openbare weg zonder pardon geflitst zouden worden.
Hoe rij ik een cross binnen de tijd z o n d e r o n d e r w e g b ro k k e n t e m a k e n
Een foutloze cross rijden is geen eenvoudige opdracht. Paard en ruiter moeten een behoorlijke afstand overbruggen, en krijgen onderweg een reeks serieuze hindernissen voorgeschoteld. Dat vraagt op zich al een stevige inspanning, maar wat een cross écht moeilijk maakt, is de factor tijd. In een rustige trainingsgalop loopt een paard aan een tempo van ongeveer meter per minuut. Een twee sterren cross daarentegen wordt afgelegd aan meter per minuut. Dat maakt een wereld van verschil. Niet alleen vraagt de snelheid fysisch al veel meer van de paarden, maar hindernissen die aan meter nog heel eenvoudig lijken, zien er aan meter per minuut plots helemaal anders uit. Iedere seconde boven de toegestane tijd brengt extra strafpunten met zich mee, en dat kan aardig oplopen. Een snelle cross kan het verschil maken tussen het podium, en een plaats in de middenmoot van het klassement. Binnen de tijd rijden is voor een eventingruiter dan ook erg belangrijk. Wie de resultaten van nationale (en internationale) wedstrijden bekijkt, komt al vlug tot de vaststelling dat bepaalde ruiters altijd de optimale tijd halen, of toch minstens dicht in de buurt komen, terwijl anderen daar veel meer moeite hebben. Van mensen als Raf Kooremans, Karin Donckers, en Nick Van Laer bijvoorbeeld, is bekend dat ze doorgaans verschrikkelijk snel door het terrein gaan. Knap natuurlijk, maar hoe doen die mannen dat ?
Raf Kooremans werd dit jaar voor de tweede keer op rij Belgisch kampioen eventing. In Nokere was hij de enige die foutloos en binnen de tijd door de cross kwam. Wie hem wel eens met Izanetta aan het werk heeft gezien, weet dat Raf geen seconde laat liggen in het terrein. Toch is dat niet altijd zo geweest. Raf : ‘Wel, als ik de nationale wedstrijden bekijk, dan valt het mij ook op dat veel ruiters het moeilijk hebben om binnen de
PK, november-december 2006
FOTO © DIRK CAREMANS
Ritme
Bepaalde enkelvoudige hindernissen kun je direct uit de galop springen, zonder het paard terug te nemen, zegt Raf Kooremans. Raf is hier aan het werk met Positive Attitude, tijdens het Cic* Lummen.
49
49
FOTO © DIRK CAREMANS
tijd te rijden. Ik moet eerlijk zeggen, vroeger was ik ook niet zo snel in de cross. Integendeel zelfs. Daar was ik toen echt niet gelukkig mee. Ik heb altijd gedacht dat buiten de tijd blijven een zure manier was om strafpunten te krijgen. Voor mij is dat pas beginnen veranderen toen ik meer paarden kreeg, en op een hoger niveau begon te rijden. Of je al dan niet de tijd haalt, heeft veel met routine te maken. En die routine krijg je pas door een groot aantal wedstrijden te rijden. Kijk maar naar Karin Donckers. Meestal erg snel in de cross, maar in heel België is er niemand die meer fijne paarden op stal heeft, en meer internationale wedstrijden kan rijden dan Karin. Snel rijden in een cross moet je leren door het regelmatig te doen. Voor veel Belgische ruiters is dat een probleem. Het merendeel heeft maar één of twee competitiepaarden op stal, en dat is eigenlijk te weinig om regelmatig op serieus niveau te starten. De tijd halen in een cross begint eigenlijk bij de parcoursverkenning. Meestal zijn de paarden goed genoeg getraind om de snelheid aan te kunnen, maar veel ruiters laten links en rechts seconden liggen, omdat ze op voorhand niet de ideale lijn uitzoeken. Bij iedere hindernis, en bij iedere wending moet je grondig bekijken waar de kortste lijn ligt. Dat kan veel verschil maken. Daarbij is het belangrijk om het paard zoveel mogelijk in zijn ritme te houden. Een paard dat telkens moet terugkomen, en daarna weer snelheid maken, verliest niet alleen tijd, maar ook enorm veel energie. Aan het eind
Raf Kooremans met Marquis de Garazi in Schenefeld. Een snelle cross rijden heeft vooral met een gelijkmatig ritme te maken.
van de cross is zo’n paard leeg, terwijl de snelheid misschien niet eens zo hoog lag. Precies daarom is het belangrijk om van begin tot eind een mooi, gelijkmatig ritme aan te houden. Een gelijkmatig ritme aanhouden, betekent ook dat je bepaalde hindernissen uit het tempo moet springen, zonder het
50
50
paard terug te nemen. Dat kun je niet altijd en overal gaan doen. In combinaties bijvoorbeeld hoef je het niet te proberen, maar in iedere cross staan een aantal enkelvoudige hindernissen, die je in principe direct kunt springen. Vroeger nam ik op iedere hindernis even terug. Ik denk dat de meeste ruiters die reflex hebben, maar het gevolg was dat ik nauwelijks de tijd kon halen, en dat mijn paarden vermoeid aan de finish kwamen. Op die manier kun je nooit een scherpe tijd rijden. Laurent Bosquet, onze coach, heeft er hard op gehamerd. Neem overal waar mogelijk hindernissen direct uit het tempo. Als ruiter moet je daar heel consequent in zijn. Niet alleen internationaal, maar in eender welke reeks’.
Drie tips van Raf Kooremans : * Begin met een grondige parcoursverkenning. * Zorg voor een gelijkmatig ritme. * Spring bepaalde enkelvoudige hindernissen zonder terug te nemen.
Zelfredzamheid
Karin Donckers is al even ter sprake gekomen. De golden girl van de Belgische eventingsport werd met Gazelle de la Brasserie dertiende op de wereldruiterspelen van Aken. Met Gormley, Palmyra, Rose’s Merlin, Steelbrook, Nikita, en Qingling heeft ze nog een complete stal drie sterren paarden achter de hand. Karin is geen ruiter die op iedere wedstrijd het maximum van haar paarden vraagt, maar als het er echt op aankomt, snijdt ze als een mes door het terrein. Daarbij gaat ze zelden of nooit over de toegestane tijd. Dat heeft voor een stuk te maken met de manier waarop haar paarden gereden zijn, zegt Karin. ‘Al mijn paarden hebben van jongsaf geleerd om op hun eigen benen te lopen. Daarnaast krijgen ze tijdens hun opleiding de ruimte om zelf wat initiatief te nemen. Ik probeer een jong paard niet telkens opnieuw met veel druk super perfect bij een sprong te brengen. Nee, ze moeten hun eigen evenwicht zoeken, meedenken, en zichzelf leren behelpen. In het begin krijg je natuurlijk links of rechts wel een fout, maar later in hun carrière wordt die zelfredzaamheid een enorm pluspunt. Kijk, een drie sterren cross van begin tot eind perfect afwerken, dat kan ik niet. Dat kan geen enkele ruiter, zeker niet als je tegen de klok aan het rijden bent. Op tijd rijden wordt gemakkelijk onderschat. Een drie sterren binnen de tijd, of diezelfde drie sterren rustig rond rijden, kun je niet met elkaar vergelijken. Dat zijn twee totaal verschillende wedstrijden. Wie écht op tijd rijdt, komt vroeg of laat wel eens in een ongelukkige, of zelfs in een moeilijke situatie terecht. Op zo’n moment moet ik op mijn paard kunnen rekenen. Mijn paarden moeten zélf een probleem kunnen op-
november-december 2006,
PK
FOTO © DIRK CAREMANS
lossen, zonder dat ik telkens moet ingrijpen. Een paard dat meedenkt is niet alleen een plezier om te rijden, maar zo’n paard loopt ook veel sneller door de cross. De reden daarvoor is heel eenvoudig. Hoe meer een ruiter moet regelen en prutsen, hoe meer tijd de combinatie onderweg verliest. Het gaat trouwens niet alleen om de tijd. Trekken en sleuren voor iedere hindernis kost ook enorm veel energie. Ik probeer mijn paarden zoveel mogelijk puur op de zit te rijden, ook tijdens de cross. Een cross rij je in verlichte zit, en in principe wil ik mijn paarden al zien terugkomen zodra ik mijn schouders wat achteruit breng, en iets meer contact neem met het zadel. Met mijn been d’eraan, want ze moeten mooi in balans op het achterbeen blijven galopperen. Okee, dat is natuurlijk een ideaalbeeld. Af en toe zal ik ook wel eens mijn handen gebruiken, maar toch probeer ik dat tot een minimum te beperken. Hoe kun je een paard op de zit rijden ? Door daar in het basiswerk veel aandacht aan te besteden. Recht richten, schakelen, veel overgangen maken... En wat ik daarnet al zei, een paard op zijn eigen benen laten lopen. Ik heb een hekel aan
PK, november-december 2006
FOTO © DIRK CAREMANS
Karin Donckers met Palmyra, op een moeilijke punt tijdens het Cic*** Jardy. Een eventer moet op zijn eigen benen lopen, en als dat nodig is zelf een probleem kunnen oplossen.
paarden die constant op het bit hangen. Daar kun je in een cross weinig of niets mee aanvangen. Met zo’n paard heb je absoluut geen controle, terwijl controle aan hoge snelheden toch erg belangrijk is. Een jong paard moet je metéén duidelijk maken dat contact zoeken wel mag, maar op de hand hangen niet. Anders kom je in een straatje zonder eind terecht. Veel mensen geloven dat alleen paarden die van nature uit veel snelheid hebben, een cross binnen de tijd kunnen lopen. Dan denken ze aan volbloeden, of toch aan paarden die hoog in het bloed staan. Daar ben ik het niet mee eens. Integendeel zelfs. Pammie bijvoorbeeld lijkt op het eerste zicht niet overdreven snel in het terrein, maar ze is handig, extra voorzichtig, en laat zich super rijden. Op iedere hindernis wint de merrie één of twee seconden, en als er in een cross 25 hindernissen staan, maakt dat een verschil van 50 seconden aan de finish. Mijn ervaring is dat bloedpaarden dikwijls technisch wat minder safe zijn op de sprong. Als ruiter moet je dan zelf meer gaan sleutelen, wat hoe dan ook tijd kost. Vooral op korte crossen, waar de hindernissen elkaar heel snel opvolgen, is een paard als Pammie altijd in het voordeel. Dat we een kort en een lang formaat hebben, is trouwens een goede zaak voor de eventingsport. Op die manier komen verschillende soorten paarden aan bod, wat de sport voor meer mensen toegankelijk maakt. Om een snelle cross te rijden, moet je grondig het parcours verkennen, maar dat is iets wat iedereen ondertussen wel weet. Toch wil ik die verkenning een keer extra vernoemen, want er zijn nog altijd ruiters die daar te weinig aandacht aan besteden. Je moet op voorhand overal de ideale lijn uitzoeken, en die lijn ook écht aanhouden als je aan het rijden bent. De hindernissen zo kort mogelijk, de wendingen altijd tegen de koord... Zelfs in combinaties probeer ik nog tijd te winnen. Zo
Hoe meer een ruiter moet regelen en prutsen, hoe meer tijd de combinatie verliest. Daarom is het belangrijk om zoveel mogelijk met de zit, en zo weinig mogelijk met de handen te rijden. Karin Donckers op weg met Gazelle de la Brasserie in de drie sterren van Schenefeld.
51
51
kies ik hier en daar voor een foulée minder, als dat haalbaar is tenminste. Het is erg belangrijk dat je een cross op een positieve manier aanpakt. Dat je positief blijft denken en rijden. Kijk, in principe is iedere cross zó gebouwd, dat het perfect mogelijk is om binnen de tijd te blijven. Natuurlijk spelen de bodem en de weersomstandigheden een rol, maar waarom zou je dat niet proberen ? Veel ruiters durven niet snel rijden, omdat ze bang zijn hun paarden pijn te doen. Persoonlijk heb ik daar weinig slechte ervaringen mee. Integendeel, ik heb het idee dat paarden die snel door de cross lopen minder vlug geblesseerd raken dan omgekeerd’.
Drie tips van Karin Donckers : * Leer een paard op zijn eigen benen lopen. * Probeer zoveel mogelijk met de zit, en zo weinig mogelijk met de handen te rijden. * Blijf positief denken en rijden.
FOTO © DIRK CAREMANS
Weinig ruiters zijn zo veelzijdig bezig als Nick Van Laer. Nick is op alle fronten actief. Hij rijdt met evenveel gemak een springparcours als een dressuurproef. Ook als eventer heeft hij een sterke reputatie. Met Roxanne des Tilleuls (Prince Royal) zette Nick op twee sterren niveau een reeks opvallende resultaten neer, met onder andere een mooie tweede plaats op het EK voor Landelijke Ruiters in Minderhout (). Binnen de tijd rijden was daarbij zelden of nooit een probleem. Toch liep dat niet direct van een leien
De opbouw van een cross is belangrijk. Het is een goed idee om tijdens de eerste helft van de omloop iets voor te zijn op het schema. Nick Van Laer met Roxanne tijdens het Cic** Breda.
FOTO © DIRK CAREMANS
Vooruit corrigeren
Nick Van Laer met Roxanne des Tilleuls in Tongeren. Problemen moet je proberen vooruit te corrigeren, zegt Nick.
dakje. Bij zijn debuut als crossruiter had Nick wat tijd nodig om zich een andere manier van rijden eigen te maken. ‘Als je echt binnen de tijd wil blijven, dan moet je in een cross de problemen vooruit oplossen, in plaats van terug. Natuurlijk, de paarden moeten blijven luisteren, en je moet geen al te gekke dingen doen, maar toch is het een heel andere manier van rijden. In het begin had ik daar moeite mee. Ik reed mijn crossen teveel als een springruiter, maar dat is niet de bedoeling. Je verliest veel te veel tijd onderweg. Waar zit het verschil ? Wel, je komt bijvoorbeeld op een hindernis af, en je ziet niet direct een geschikte afstand. Als springruiter neem je dan even terug, maar een goede crossruiter blijft gewoon komen, tot alles op zijn plaats valt. Of niet natuurlijk. Karin Donckers doet dat bijzonder goed. Haar paarden hebben geleerd om op hun eigen benen te lopen, en Karin heeft genoeg lef en ervaring om rechtdoor naar
november-december 2006,
PK
een hindernis te rijden. Ik heb vroeger een paar keer Mark Todd aan het werk gezien, en die ging precies op dezelfde manier door de cross. Direct uit de galop naar een hindernis, maar daar heb je wel een paard voor nodig dat honderd procent betrouwbaar is. Okee, zelf blijf ik nog altijd iets meer kijken, want zo’n aanpak brengt hoe dan ook meer risico’s met zich mee. Als springruiter probeer je een paard ideaal voor een hindernis te brengen, en mooi van de grond te laten springen. In de cross kost dat alleen maar tijd en energie. Een crosspaard mag gerust iets vlakker en langer springen, en eventueel zelfs het achterbeen laten hangen, zolang de knie maar weg is. Die mooie, ronde sprongen heb je in een cross nergens voor nodig. Als springruiter moet je dan ook een knop omdraaien, voor je aan een cross begint. Ik denk dat het belangrijk is om een cross goed op te bouwen. Zelf probeer ik altijd om in de eerste helft van de omloop iets voor te zijn op het schema. Dat is handig, omdat je op die manier wat reserve opbouwt om te finishen. Nee, het is natuurlijk niet de bedoeling om van in de eerste kilometer je paard compleet leeg te rijden. Dat heeft ook geen zin. Gewoon rustig aan wat voorsprong opbouwen, en daar aan het eind van profiteren, dat is de bedoeling. D’er zijn nog wel een paar zaken waar je moet opletten. Als je bijvoorbeeld op een helling goed hebt doorgetrokken, is het niet verstandig om zodra je bovenkomt plankgas verder te gaan. Er bestaat geen betere manier om een paard compleet in het rood te rijden. Nee, geef dat dier
Drie tips van Nick Van Laer : * Probeer problemen vooruit op te lossen. * Zorg voor een goede opbouw van je cross. * Draai de knop om. Denk als een crossruiter.
dertig of veertig meter de tijd om te ademen, en schakel dan een tandje hoger. Dat zijn dingen die je op voorhand, tijdens de verkenning, goed moet bekijken. Wat ik over conditietraining denk ? Okee, een paard heeft natuurlijk snelheid en uithouding nodig om een goede tijd te lopen, daar bestaat geen discussie over. Als crossruiter moet je dan ook regelmatig een serieuze galoptraining doen, maar zolang je op twee sterren niveau blijft, geloof ik niet dat het nodig is om met vaste schema’s en hartslagmeters te werken. Ik heb eerlijk gezegd weinig vertrouwen in vaste schema’s. Ieder paard is anders, en volgens mij moet een ruiter zelf aanvoelen hoeveel en welke training zijn paard nodig heeft. Schema’s zijn gemaakt voor een gemiddeld paard, maar een gemiddeld paard bestaat niet. Maar goed, daar zal iedereen wel zijn eigen mening over hebben’.
Vandalux * BETAALBARE PAARDENBOXEN VOOR ZELFBOUWERS Zeer eenvoudig te plaatsen. Blijvend verplaatsbaar. Zwaar metalen frame, warm gegalvaniseerd. Massief tropisch hout, onverwoestbaar. Dakbedekking en bevestigingsmaterialen inbegrepen in het volledige pakket.
Altijd welkom, ook op zaterdag en zondag tussen 10 en 12 uur. Steeds na afspraak ! Voor meer informatie : Tel. + Fax : 055 / 30.18.40 Gsm : 0475 / 46.37.07 www.vandalux.com
➥
Afhaalprijzen (excl. b.t.w) :
• Volledige eerste box : 1.730 euro (4 wanden+dak)
• Volgende aanbouwbox : 1.440 euro (3 wanden+dak)
onmiddellijke levering uit stock ! * Door velen nagemaakt, maar nooit geëvenaard in prijs en kwaliteit !
PK, november-december 2006
53
53