Hoe maak ik een werkstuk? Je gaat, misschien wel voor de eerste keer, een eigen werkstuk maken. Dat is leuk, maar ook best moeilijk. Je moet er namelijk een heleboel voor doen. Heb je al eens een eigen werkstuk gemaakt ? Zo ja ....waar ging dat dan over?
We gaan je in verschillende stappen helpen bij het maken van een eigen werkstuk. Het lijkt eigenlijk een beetje op een project. Alleen nu mag je het zelf helemaal verzinnen. Het eerste dat je moet weten is natuurlijk het onderwerp. Daarom beginnen we daarmee. 1.Onderwerp: waar gaat het over? Verplicht onderwerp Heb je van je leerkracht een speciale opdracht gekregen waar je werkstuk over moet gaan? Waar moet je werkstuk over gaan? Bijvoorbeeld: • Maak een werkstuk over een provincie van Nederland. • Maak een werkstuk over een dier. Wat is de opdracht die jij van je leerkracht gekregen hebt?
Bedenk dan waaruit je allemaal kunt kiezen. Schrijf dat hieronder op. 1________________________ 5_______________________ 2________________________ 6_______________________ 3________________________ 7_______________________ 4________________________ 8_______________________ Zet nu een rondje om het onderwerp dat je gaat kiezen. Bijvoorbeeld:
De koe 1 •Werkstuk maken basisonderwijs
Vrij onderwerp Heb je geen speciale opdracht gekregen bedenk dan een onderwerp dat je leuk vindt. Je kan ook een onderwerp bedenken waar je al wat vanaf weet en waarvan je het leuk zou vinden nog meer over te leren. Zomaar wat ideeën...
Mijn lievelingsdier vakantieland Hobby Sport
Mooiste
Wat vind ik leuk
Wat ik later wil worden
Muziek
Feesten Bedenk zelf een paar onderwerpen en schrijf die hieronder op. 1_______________________
5_______________________
2_______________________ 6________________________ 3_______________________ 7________________________ 4_______________________ 8________________________ Denk goed na en neem een beslissing. Zet nu een rondje om het onderwerp dat je gekozen hebt. Mijn eigen werkstuk gaat over: _______________________________________ Bijvoorbeeld:
<<
>>
2 •Werkstuk maken basisonderwijs
2. Wat weet ik al? Je hebt nu een onderwerp voor je werkstuk! Schrijf je onderwerp mooi en duidelijk midden in je woordveld. Wat weet je al over je onderwerp? • Bedenk allemaal woorden die met je onderwerp te maken hebben. • Schrijf ze in de hokjes om je onderwerp heen.
3 •Werkstuk maken basisonderwijs
3. Sorteren wat je al weet • Pak je woordveld en kijk welke woorden een beetje bij elkaar horen. • Rubriceer (sorteer) die woorden in de volgende vakjes. • Verzin voor ieder vakje een titel. Kun je de rijtjes langer maken met nieuwe woorden die ook in dat vakje horen? Succes! Titel:
Titel:
Titel:
Titel:
Titel:
Titel:
Titel:
Titel:
4 •Werkstuk maken basisonderwijs
4. Informatie zoeken Je weet wat je weet! En nu? Nu moet je op zoek gaan naar (nieuwe) informatie over je onderwerp. • Ga naar de bibliotheek en zoek informatie over je onderwerp. • Maak een keuze welke boeken je wilt lenen. • Vraag zo nodig advies aan de mensen van de bibliotheek. • Schrijf hieronder de boeken die je geleend hebt. Bladzijde:
Titel
Heb je thuis ook nog boeken die je kunt gebruiken? Schrijf die ook op. Bladzijde:
Titel
Blader in de boeken: • Welke hoofdstukken heeft het boek? • Lees stukjes. • Bekijk de plaatjes. • Welke informatie is belangrijk en welke kan je (nog) niet gebruiken.
Schrijf de bladzijden waarvan je denkt dat ze misschien belangrijk zijn hierboven op, achter de titel van het boek.
5 •Werkstuk maken basisonderwijs
5. Informatie lezen Nu moet je echt goed gaan lezen. Neem voor ieder boek een nieuw infoblad (bladzijde 7) om je informatie op te schrijven. Op het vorige blad (bladzijde 5) staan al wat boeken die je uitgekozen hebt met belangrijke bladzijden erbij. Gebruik dat blaadje. • Neem voor ieder boek of stuk een nieuw infoblad (bladzijde 7) • Schrijf in het kort op waar de stukjes over gaan. • Doe dit in korte zinnen. • Geen hele stukken overschrijven!! • Schrijf moeilijke woorden die je tegenkomt op en zoek ze op in het woordenboek.
6. Plaatjes en tekeningen verzamelen Zoek ondertussen naar foto’s en plaatjes die bij jouw onderwerp horen. Plak ze nog niet op. Dat komt later wel. Bewaar alles goed in je map!
6 •Werkstuk maken basisonderwijs
Infoblad • • • •
Neem voor ieder boek of stuk een nieuw infoblad. Schrijf in het kort op waar de stukjes over gaan. Doe dit in korte zinnen. Geen hele stukken overschrijven!!
Schrijf moeilijke woorden op en zoek ze op in het woordenboek. Titel boek: Bladzijden / hoofdstuk:
I N F O R M A T I E Moeilijke woorden:
7 •Werkstuk maken basisonderwijs
Betekenis:
Infoblad website • • • •
Neem voor iedere website een nieuw infoblad. Schrijf in het kort op waar de website over gaat. Doe dit in korte zinnen. Geen hele stukken overschrijven!!
Schrijf moeilijke woorden op en zoek ze op in het woordenboek. Webadres: Links:
I N F O R M A T I E Moeilijke woorden:
Betekenis:
Afbeelding(en) op deze website voor mijn verslag? Ja Nee
8 •Werkstuk maken basisonderwijs
7. Het maken van de hoofdstukken Je hebt nu al een heleboel gedaan aan je eigen werkstuk. • informatie gezocht • veel gelezen • samenvattingen gemaakt • plaatjes gezocht • tekeningen gemaakt Bewaar alle plaatjes, tekeningen en je eigen aantekeningen goed bij elkaar in je map. • •
Neem alle infobladen met je informatie bij elkaar. Probeer nu de informatie te verdelen in verschillende stukken (hoofdstukken). • Geef ieder hoofdstuk een naam. • Zet je hoofdstukken hieronder in volgorde. Er moet een begin (inleiding) en een soort middenstuk (kern) en een einde (slot) in je werkstuk te zien zijn. HOOFDSTUK 1. _____________________________________________ HOOFDSTUK 2. _____________________________________________ HOOFDSTUK 3. _____________________________________________ HOOFDSTUK 4. _____________________________________________ HOOFDSTUK 5. _____________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
_________________________________________
9 •Werkstuk maken basisonderwijs
Slot Aan het eind van je werkstuk als je alles hebt verteld eindig je met een laatste woord, het slot. In dit laatste stukje kun je vertellen wat je eigen mening is over je onderwerp. (als je dat nog niet gedaan hebt.) Je kunt ook zeggen hoe je het vond om een eigen werkstuk te maken.
Literatuurlijst Schrijf je op een apart blaadje nog eens alle boeken en websites die je gebruikt hebt. Dat zijn je informatiebronnen. Dit noem je een literatuurlijst. Je maakt dus een mooi lijstje van alle titels van boeken, schrijvers van boeken en makers van websites die je hebt gebruikt.
TENSLOTTE een laatste tip: Je werkstuk blijft het mooiste als je de voor- en achterkant van dik papier maakt.
Gefeliciteerd!
Je werkstuk is af!
10 •Werkstuk maken basisonderwijs
Je weet nu welke hoofdstukken er in je werkstuk moeten komen. Al je aantekeningen en/of samenvattingen horen bij een hoofdstuk. Laat alle blaadjes nakijken door je leerkracht of een andere volwassene. Misschien heb je dat al gedaan. • Schrijf nu alles netjes over. • Vergeet niet je tekeningen en plaatjes een plek te geven.
Kaft Je werkstuk is nu echt bijna af, maar nog niet helemaal! Wat moet nog??????? Er moet natuurlijk nog een mooie voorkant komen. Een kaft. Misschien heb je een mooie tekening of een paar plaatjes die je op je kaft kan plakken. Verder moet er natuurlijk opstaan hoe je werkstuk heet of waar het over gaat. Vergeet je naam niet.
Inhoudsopgave Op je eerste blaadje schrijf je de inhoudsopgave van je werkstuk. In alle boeken die je hebt bekeken en gelezen ben je vaak eerst naar de inhoud gegaan. Wat staat er in de inhoud?
Precies. In de inhoud vind je precies hoe de hoofdstukken van je werkstuk heten en op welke bladzijde elk hoofdstuk begint.
Inleiding Na de inhoud komt de inleiding. Een soort woordje vooraf. In je inleiding schrijf je waarom je je onderwerp gekozen hebt. In een paar zinnen vertel je waar je werkstuk over gaat. Je kan ook vertellen hoe je aan informatie bent gekomen en wie je heeft geholpen.
11 •Werkstuk maken basisonderwijs