Nieuwsbrief 28 / oktober 2009
Inhoud
1 1 2 3 4 5 6
Voorwoord Hoe warm is uw landbouwgrond? Belastingplan 2010: Meer en makkelijker ondernemen? Hoe warm is uw landbouwgrond? (vervolg blz. 1) Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Meststoffenwet 2010 - 2013 Succesvol ondernemen met tegenwind
7 8 9
Erosieverordening - wat te doen na de oogst? Vereenvoudiging Milieueffectrapportage Aelmans ROM maakt eerste digitale bestemmingsplan gemeente Voerendaal 10 Nieuwe trends en technieken in website-ontwerp 11 Actieplan ammoniak 12 Fromberg: exclusieve topwijnen van de Limburgse heuvels
Voorwoord
Hoe warm is uw landbouwgrond?
Het jaar 2009 laten we weer snel achter ons. Velen zullen zeggen: maar goed ook. Het heeft ons weinig goeds gebracht. Natuurlijk wordt 2009 beheerst door de diepe monetaire crisis en de recessie waarin we ons nog steeds bevinden. Het einde daarvan is -ondanks lichtpuntjes- nog niet in zicht.
Dit is een van de titels waaruit studieclubs kunnen kiezen om invulling te geven aan hun winterprogramma. De titel is de opmaat naar een interessant programma over waardeontwikkeling van grond en de factoren welke daarbij een rol spelen.
Het jaar 2009 heeft ons toch zeker meer gebracht dan alleen maar kommer en kwel? Zo werd de graai, bonus en declaratiecultuur veelvuldig aan de kaak gesteld; naar mijn smaak is dit punt echter nog niet echt opgelost. Verder ging menigeen die in loondienst werkt er netto op vooruit; de zorg voor de toekomst en dus onzekerheid blijft echter. Ook de rente maakte een aanzienlijke duikeling. Dit heeft vervolgens geleid tot hogere opslagpercentages bij banken en -in vergelijking met kortlopende leningen- een vrij hoge vaste rente. Feit blijft verder dat de (agrarische) ondernemers tot nu toe flink het gelag betalen. Door afnemende vraag dalen de prijzen. De kosten blijven veelal onverminderd hoog. Op veel plaatsen is inmiddels een schier onoverbrugbaar gat geslagen. De politiek blijft echter ‘slap’ acteren als het om duidelijke maatregelen gaat en stelt commissies in die de problemen moeten onderzoeken! Hoe het verder ook zij, de meesten komen beslist sterker uit de huidige crisis dan voorheen; er vallen echter rake klappen. Aan ons de taak om dit te voorkomen, te verzachten of om u te helpen tijdig in te spelen op veranderende omstandigheden. Wij staan ondanks alles graag voor u klaar, ook al weten we dat het betalen van onze nota in een aantal situaties wel eens wat langer op zich zou kunnen laten wachten.
De laatste jaren is er veel veranderd in de regelgeving rondom ‘warme’ grond: Zo is er per 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) ingevoerd. Daarin zijn met name de aspecten als de gemeentelijke verplichting tot het opstellen van een structuurvisie, de systematiek rondom bestemmingsplanvrijstellingen en de digitalisering van bestemmingsplannen in het oog springende zaken. Ook is de Grondexploitatiewet (Grex) ingevoerd. Dit geeft gemeenten meer mogelijkheden om kosten welke door haar gemaakt worden in verband met te realiseren plannen te verhalen op initiatiefnemers en ontwikkelaars. Een knap ingewikkeld stuk regelgeving, waar de komende jaren nog veel over geprocedeerd zal worden. (lees verder op blz. 3)
Jo Aelmans
AelmanScoop 28.indd 1
19-10-2009 9:57:10
Belastingplan 2010... Tijdens Prinsjesdag 2009 presenteerde staatssecretaris Jan Kees de Jager het Belastingplan voor 2010 met bovenstaande titel. Om álle punten uit het Belastingplan 2010 aan de orde te stellen voert in dit kader wat ver, we hebben een aantal in het oog springende zaken voor u op een rij gezet. Vervolgens gaan we nog kort in op een paar praktische zaken die u nu al -vooruitlopend op de invoering van de nieuwe Successiewet- kunt regelen.
Belastingplan 2010 •
Een deeltijdondernemer kan voortaan ook gebruik maken van de MKB vrijstelling. Thans is het zo dat slechts gebruik kan worden gemaakt van de MKB vrijstelling als wordt voldaan aan het urencriterium van 1.225 uur. Deze voorwaarde komt te vervallen. Dit speelt vooral bij ondernemers die naast hun bedrijf nog een andere baan hebben. Ongeacht het aantal uren werken in het bedrijf is de MKB vrijstelling van toepassing. Het vervallen van het urencriterium geldt niet voor de zelfstandigenaftrek. Hiervoor blijft het urencriterium gehandhaafd.
•
•
•
•
De MKB vrijstelling wordt verhoogd van 10,5 naar 12%. Met name indien sprake is van het staken van een onderneming zou het te overwegen kunnen zijn om dit over te hevelen naar 2010. De zelfstandigenaftrek kan alleen nog worden verrekend met winstinkomen en niet meer met loon of een uitkering. Dus als de onderneming geen winst maakt dan is er geen voordeel meer van de zelfstandigenaftrek. Overigens kan de ‘nog niet gebruikte’ zelfstandigenaftrek 9 jaar daaropvolgend alsnog worden verrekend met de winst.
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is bedoeld om investeringen van een beperkte omvang te bevorderen en is hierdoor vooral gericht op het middenen kleinbedrijf. De KIA wordt berekend aan de hand van een percentage van de investering: naarmate de investering hoger is, daalt het percentage. In 2010 wordt de KIA fors verhoogd en loopt deze door tot investeringen van € 300.000,in plaats van € 240.000,-. Bovendien gaat het maximale percentage van 25% naar 28%. Er worden een aantal fiscale maatregelen geïntroduceerd ten behoeve van de verbetering van de liquiditeitspositie van bedrijven:
- -
Verruimen verliesverrekening in de vennootschapsbelasting Verlenging versnelde mogelijk- heid tot afschrijving. Dit betekent dat ook investeringen die gedaan zijn in 2010 in 2 jaar kunnen worden afgeschreven.
•
Er vindt structurele verruiming van de budgetten van de energie en milieu investeringsaftrek plaats. Het is dan ook goed om te overwegen (bij overschrijding van de budgetten van 2009) om wellicht te wachten met investeren tot 2010.
•
Stimuleringsmaatregelen voor de DGA (directeur groot aandeelhouder).
- - -
Doorschuifregeling bij schenken en vererven aanmerkelijkbelangaandelen Verbetering terbeschikkingstellingsregeling Versoepeling gebruikelijkloonregeling
Dit zijn in een notendop de belangrijkste maatregelen voor u als ondernemer. Op andere fronten zoals bijvoorbeeld ‘minder regels’, ‘zuinige auto’s’, ‘BTW’ en ‘in en om het huis’ worden nog tal van maatregelen afgekondigd.
2
AelmanScoop 28.indd 2
19-10-2009 9:57:16
M
Meer en makkelijker ondernemen? Nieuwe Wet schenk- en erfbelasting (Successiewet) In het kader van de invoering van de nieuwe Wet schenk- en erfbelasting, die naar verwachting per 1 januari 2010 ingaat, zijn er een aantal zaken die u nu alvast kunt regelen om zo (nog) optimaal gebruik te kunnen maken van de vrijstellingen en tarieven. 1.
De nieuwe Successiewet biedt een hoge vrijstelling voor de echtgenoot van € 600.000,-. Deze vrijstelling geldt ook voor ongehuwde samenwoners mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo moeten de partners o.a. een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd op hetzelfde adres en een wederzijdse zorgverplichting hebben neergelegd in een notarieel samenlevingscontract. Bij samenwonen zonder samenlevingscontract kan geen aanspraak worden gemaakt op deze hoge vrijstelling. Op dit moment (oude wet) is sprake van fiscaal partner als gedurende een aaneengesloten periode van vijfjaar een gemeenschappelijke huishouding is gevoerd. In de nieuwe wetgeving is dit dus niet meer voldoende. In het geval van overlijden moet gedurende een periode van zes maanden voorafgaande aan het overlijden aan alle voorwaarden zijn voldaan. De eis van het notariële samenlevingscontact gaat overigens in per 1 juli 2010. Dus zorg dat
u alles goed geregeld heeft uiterlijk aan het eind van dit jaar! 2.
De tarievenstructuur wordt weliswaar drastisch gewijzigd c.q. vereenvoudigd doch dat wil niet zeggen dat dit in alle gevallen gunstiger zal zijn. Dit in tegenstelling tot de suggesties die door de staatssecretaris worden gewekt, nl.: “dat de belasting op erven en schenken flink omlaag gaat”. In de nieuwe wetgeving is het laagste tarief 10%. In de huidige oude wetgeving hebben we nog te maken met de lagere tariefschijven van 5% en 8% (tarief ouders/kinderen). Kleinere schenkingen welke geregeld voorkomen tussen ouders en kinderen worden dus flink duurder. Dit geldt eveneens voor de schenkingen aan kleinkinderen. Deze worden van verhoogd van 5% en 12,8% naar 18%.
Ik kan mij voorstellen dat u na het doornemen van al deze informatie wellicht behoefte heeft aan een verdere verdieping gebaseerd op uw eigen (fiscale) positie. We kunnen dit in een gezamenlijk overleg verder bespreken. Fabienne van Hoven-Beusmans / Jo Aelmans
Rekenvoorbeeld
Stel ouders wensen een bedrag van totaal € 75.000,te schenken aan hun twee kinderen. Kunnen ze dit beter in 2009 doen of moeten ze wachten tot 2010? Een schenking van € 37.500,- per kind in 2009 kost per kind € 1.952,- aan schenkingsrecht. Totaal dus € 3.904,-. Als de ouders wachten tot 2010 dan zal per kind € 3.250,- aan schenkingsrecht moeten worden afgedragen. Een totaal verschil van ruim € 2.500,- ten gunste van 2009. Dit spreekt natuurlijk voor zich. Voor bedragen tot ruim € 100.000,- doet u er verstandig aan om nog in 2009 werk te maken van de schenkingen. 3
AelmanScoop 28.indd 3
Hoe warm is uw landbouwgrond? (vervolg artikel pagina 1)
Verder is de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) flink aangepast. Kenners blijven van mening dat de wet in de uitvoering veel te complex is. Daarnaast wordt het gemeentelijk voorkeursrecht (ook door bijvoorbeeld de provincie) te pas en te onpas ingezet om grote gebieden ‘lam te leggen’. Inmiddels wordt de wet in de markt ook ervaren als prijsdempend; dit laatste is nimmer de bedoeling geweest. De wet is bedoeld om grondtransacties te reguleren, de gemeenten een sterkere positie te geven en speculaties (handel) tegen te gaan. De ervaring leert echter dat in veel gebieden de Wvg een jaar of tien grondtransacties onmogelijk maakt. Als daarna deskundigen (al dan niet benoemd via de Rechtbank) een waardeoordeel dienen te geven ontbreekt het aan goed vergelijkingsmateriaal. Bij gebrek aan ‘iets beters’ wordt dan de exploitatieopzet genomen om tot prijsbepaling te komen. Deze is echter door de gemeente opgesteld en staat vaak vol van arbitraire keuzen. Tot slot houdt het fenomeen Landbouwvrijstelling de gemoederen goed bezig. U weet vast wel dat dit de winstvrijstelling voor landbouwgrond is welke reeds een aantal malen flink is ingeperkt. In crisistijd is blijkbaar alles geoorloofd, dus het afschaffen van deze vrijstelling kon wel eens dichtbij zijn. Er zijn mogelijkheden om voor te sorteren op de gevolgen van een afschaffing. Kortom, de regelgeving rondom warme grond heeft onze volledige aandacht en we kunnen u daarover veel vertellen! Jo Aelmans
19-10-2009 9:57:19
Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer
In een eerdere uitgave van de AelmanScoop hebben wij u geïnformeerd over het feit dat Programma Beheer (PB) weer op de schop gaat. Per 1 januari 2010 is het zover. Het nieuwe subsidiestelsel voor natuurregelingen gaat dan Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer heten, kortweg SNL. De reden van wijziging is dat PB als te complex werd ervaren, daarom is het nieuwe SNL hiervoor in de plaats gekomen. Dit stelsel wordt omschreven als eenvoudiger en gaat uit van effectiever en efficiënter agrarisch natuurbeheer. Of dit werkelijk zo is zal de toekomst ons leren; ik ben niet al te optimistisch. Hieronder geef ik u een opsomming en plaats kanttekeningen bij de verschillen tussen het oude PB en het nieuwe SNL-stelsel. 1.
De afrekening binnen PB was gericht op het behaalde resultaat, bijvoorbeeld 20 verschillende soorten planten per hectare. Deze resultaatverplichting komt te vervallen. Binnen SNL krijgt u voortaan een vergoeding voor het beheer dat u voert. In ieder geval betekent dit een verbetering en geeft voor de deelnemer meer duidelijkheid omtrent de opbrengsten van zijn inspanningen.
2.
De beheerspakketten in het SNL stelsel zijn aangepast en vereenvoudigd t.o.v. PB. Dit is niet negatief, al zijn niet alle pakketten verbeterd.
3.
Binnen SNL is er, zoals de provincie aangeeft, meer maatwerk per gebied. Dit betekent echter dat u niet overal hetzelfde pakket aan kunt vragen. De opengestelde pakketten zijn per gebied/perceel op kaartniveau weergegeven. Deze zijn aangeduid op het provinciale Natuurbeheerplan. Wilt u een ander beheer voeren dan dat op kaart staat, dan ontvangt u hiervoor geen subsidie. Vaak is het ook zo dat deze gebieden vanachter het bureau
4
AelmanScoop 28.indd 4
zijn ingetekend en deze dus niet met de werkelijkheid overeen hoeven te komen. Binnen PB was er meer keuzemogelijkheid. Daarnaast is het, tot nog toe, niet eenvoudig om het Natuurbeheerplan te “lezen”. Volgens de provincie Limburg wordt dit echter nog verbeterd. 4.
Binnen SNL kunt u de aanvraag alleen nog digitaal indienen. Dit is niet altijd eenvoudiger en vraagt enige extra kennis en kunde. Daarnaast kan alleen diegene die een aanvraag gecombineerde opgave indient beheerssubsidie verkrijgen. De beheerssubsidie wordt uitbetaald aan degene die op 15 mei (teldatum van de Gecombineerde Opgave) het gebruiksrecht heeft over de beheereenheid. Binnen PB was het ook mogelijk om subsidie te verkrijgen voor aanvragers die géén gecombineerde opgave indienden. Deze mensen worden nu geconfronteerd met een extra jaarlijkse opgave willen zij subsidie verkrijgen.
Aangezien de regeling nog niet is opengesteld moeten we afwachten hoe een en ander daadwerkelijk uitpakt. Ondernemers zijn de ruggengraat van de economie. Ze zijn de motor achter werkgelegenheid, productiviteit en groei. Daarom zet ik voor 2010 stevig in op het eenvoudiger en aantrekkelijker maken van ondernemen. Inmiddels is gebleken dat het niet mogelijk is de oude beheerspakketten om te zetten naar het SNL-stelsel. U bent verplicht binnen PB uw tijdvak van zes jaar uit te dienen. De nieuwe regeling gaat 16 november 2009 open tot en met 15 januari 2010. Het mag voor zich spreken dat u met vragen of voor het indienen van een aanvraag bij ons terecht kunt. Ook kan dan bezien worden of de maatregelen praktisch inpasbaar zijn of dat er nog (andere) mogelijkheden zijn om beheerssubsidie te verkrijgen. Ettien Eijssen
19-10-2009 9:57:22
Meststoffenwet 2010 - 2013 Begin 2009 is het 4e Actieprogramma Nitraatrichtlijn gepubliceerd. In dit Actieprogramma staan de aanpassingen van de mestregelgeving voor de periode 2010 tot en met 2013 beschreven.
Derogatie Nu Nederland weer toestemming heeft gekregen voor derogatie blijven de voorwaarden zeer waarschijnlijk gelijk. Wel is al aangegeven, dat de uiterste aanmelddatum wordt verschoven naar 1 februari van het betreffende jaar en dat ieder bedrijf dat opteert voor derogatie, vooraf kosten moet gaan betalen. Wanneer de betaling van deze kosten niet vóór 1 februari binnen is, kan het bedrijf voor dat betreffende jaar geen gebruik meer maken van derogatie. Fosfaatgebruiksnormen Vanaf 2010 worden de fosfaatgebruiksnormen afhankelijk van de fosfaattoestand van de bodem. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de fosfaattoestand hoog, neutraal of laag. Ieder perceel valt in principe in de fosfaatklasse hoog, tenzij u kunt aantonen dat de fosfaattoestand van het desbetreffende perceel neutraal of laag is. Het bepalen van de fosfaattoestand moet middels grondbemonstering gebeuren. De fosfaattoestand van deze percelen moet uiterlijk 15 mei bij Dienst Regelingen (DR) middels de Gecombineerde opgave (GO) worden gemeld. De grondmonsters zijn maximaal vier jaar geldig en moet u per perceel nemen.
Grondbemonstering voor derogatie Een grondmonster dat u heeft genomen voor het bepalen van de fosfaatklasse kunt u ook gebruiken voor derogatie. Uiteraard moet dan ook het stikstofleverende vermogen van de grond worden bepaald. Grondbemonstering bij graslandvernietiging Een grondmonster dat u heeft genomen voor het bepalen van de fosfaatklasse mag u ook gebruiken voor de vernietiging van de graszode. Onduidelijk is echter welke bemonsteringsdiepte u in dat geval dient aan te houden, gezien het feit dat in het bemonsteringsprotocol voor graslandvernietiging een bemonsteringsdiepte van 25 cm is opgenomen. Fosfaatarme gronden Voor fosfaatarme- en fosfaatfixerende gronden blijft de extra gebruiksruimte bestaan. De maximale fosfaatgebruiksnorm gaat terug van 160 kg naar 120 kg per hectare. Op grasland mag deze ruimte met alle soorten meststoffen worden ingevuld. Op bouwland mag van de 120 kg maximaal 85 kg worden ingevuld met organische meststoffen. Stikstofnorm bij hoge opbrengst Bedrijven met in hun bouwplan suikerbieten en bepaalde rassen consumptieaardappelen op kleigrond kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een verhoging van de stikstofgebruiksnorm van respectievelijk 15 kg en 30 kg stikstof per hectare.
Excretieforfaits In de ontwerpwijziging staan wijzigingen van een aantal excretieforfaits van stikstof en fosfaat, mestproductieforfaits (in m3) en dierforfaits. Daarnaast is opgenomen dat biologische graasdierenhouders van andere forfaits gebruik mogen gaan maken dan gangbare graasdierenhouders. Forfaitaire gehalten dierlijke meststoffen Voor het bepalen van de afvoer van de kilogrammen stikstof en fosfaat bij onbemonsterde mestafvoer moeten de vastgestelde forfaitaire gehalten worden gebruikt. In de ontwerpwijziging zijn van een aantal mestsoorten nieuwe forfaits opgenomen. Deze aanpassing is gedaan, omdat de huidige forfaits van deze mestsoorten niet overeen komen met de gemiddelde gehalten zoals deze bij DR zijn geregistreerd. Werkingscoëfficiënten De werkingcoëfficiënt van aangevoerde rundveemest op zand- en lössgronden wordt verlaagd naar 60%. De werkingscoëfficiënt van aangevoerde drijfmest exclusief rundveedrijfmest op zand- en lössgronden wordt verhoogd naar 70%. Uit de ontwerpwijziging blijkt niet welke werkingscoëfficiënt gaat gelden voor op het eigen bedrijf geproduceerde staldieren-drijfmest. Marita Kreuels
5
AelmanScoop 28.indd 5
19-10-2009 9:57:25
Succesvol ondernemen met tegenwind Wie kent niet het bekende motto: “Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus”? In economisch zware tijden wordt de essentie van dit motto steeds vaker onderstreept. Vrijwel in de volledige breedte van het bedrijfsleven, inclusief de meeste agrarische sectoren, hebben we momenteel te maken met resultaten die achter blijven bij de verwachtingen. Juist dan komt het steeds meer aan op ondernemerschap. Voor een belangrijk deel zit ondernemerschap in de genen. Anderzijds zijn er aspecten die men kan leren. Of zaken waarvan men gebruik kan maken om met succes te ondernemen. Kernwoorden die hierbij om de hoek komen kijken zijn: visie, strategie en het hebben van een plan. Een doordachte visie. In onze adviespraktijk hebben we steeds meer ondernemers die zich terdege afvragen waar ze over 5 of 10 jaar willen staan met hun bedrijf. Een succesvolle ondernemer heeft daarbij zicht op relevante ontwikkelin-
gen. Enerzijds de kansen vanuit de mondiaal groeiende vraag naar gezond, gevarieerd en voldoende voedsel. Anderzijds weet de boer en tuinder met visie dat de maatschappij eist dat er geproduceerd wordt met respect voor landschap, natuur en cultuur. Denk daarbij voor de glastuinbouw bijvoorbeeld aan het energievraagstuk. Bovendien weten deze visionairs of ze kunnen groeien op de plaats waar ze zitten of realiseren zich dat er andere kansen of bedreigingen op hun pad komen vanwege bijvoorbeeld bestemmingswijzigingen. Groeistrategie is niet heilig. De ontwikkelingen die van invloed zijn op de visie van een boer of tuinder zorgen voor de nodige veranderingen in de land- en tuinbouw. De laatste jaren springt daarbij het meest in het oog de voortdurende schaalvergroting van primaire bedrijven. Bedrijven groeien en specialiseren: om de kostprijs te verlagen én omdat kennis en
marktinformatie steeds specifieker worden. Maar niet alle bedrijven nemen toe in omvang. Een deel van de ondernemers kiest bewust voor verbreding. Ze stappen in recreatie of toerisme, ontwikkelen zorgactiviteiten, beheren natuur of gaan duurzame energie produceren. Een plan is steeds vaker ‘een must’. Het maakt niet uit of u kiest voor een groeiscenario, verbreding of een combinatie hiervan. Wanneer u ingrijpende keuzes moet maken in verband met bedrijfsovername, U VERLAAT DE BEBOUWDE KOM omschakeling naar biologische landbouw, andere teelten of investeringen in machines of nieuwbouw, biedt een bedrijfsplan u een belangrijke ondersteuning. Als adviseur van individuele ondernemers ben je vaak een sparringpartner om samen met de ondernemer zijn ideeën en eventuele plannen te formuleren. Hierna wordt er een analyse gemaakt van de huidige situatie en worden de meest kansrijke opties doorgerekend. We brengen de sterke en zwakke punten in beeld. In deze moeilijke tijden maken we zo nodig een
Garantieregeling land- en tuinbouw Op 1 oktober 2009 heeft de minister van LNV Gerda Verburg een garantieregeling opengesteld voor land- en tuinbouwers die de komende tijd geld moeten lenen om hun bedrijf voort te kunnen zetten. De regeling is bestemd voor land- en tuinbouwbedrijven die in de kern gezond zijn, maar door de economische crisis geen geld meer kunnen lenen als werkkapitaal voor bijvoorbeeld het kopen van plantmateriaal. Agrarische ondernemers kunnen één keer een beroep doen op de garantieregeling. Veel tuinders starten op dit moment een nieuw teeltseizoen en moeten
nu investeren in onder andere plantmateriaal, energie en arbeid. Normaal gesproken kunnen tuinbouwbedrijven zo’n periode overbruggen, maar door de crisis ontbreekt geld voor deze investering. Veel banken stellen ook striktere eisen aan het eigen vermogen van de bedrijven. De garantstelling geldt voor leningen van maximaal € 850.000,- per bedrijf. De overheid staat voor 50% garant voor deze leningen. Voor de andere 50% staat de bank garant.
Subsidie bedrijfsadvisering Naast de regeling voor de garantstelling is er een subsidie voor bedrijfsadvisering opengesteld. Bedrijven met liquiditeitsproblemen kunnen een onafhankelijke adviseur in de arm nemen om het bedrijf door te lichten en oplossingen te presenteren voor het bedrijf. Uit de vele gesprekken die er zijn gevoerd blijkt dat veel land- en tuinbouwers te weinig zicht hebben op hun bedrijf en de huidige en toekomstige marktsituatie.
6
AelmanScoop 28.indd 6
19-10-2009 9:57:26
Erosieverordening wat te doen na de oogst?
liquiditeitsprognose om inzicht te krijgen over de te verwachten ontwikkelingen op de rekening courant. Het goed doorspreken van de resultaten en het geven van een helder advies op basis van de uitkomsten is de laatste stap voordat we de zaken verwerken in een overzichtelijk plan. Belangrijk is dat het om uw plan gaat. Een plan dat u zelf het noodzakelijke inzicht verschaft en u ook heel goed kan gebruiken bij uw overleg met externe financiers. Kortom, de huidige tijd is goed om zaken eens extra tegen het licht te houden en de gekozen of te kiezen strategie te ontwikkelen of te herijken. Om de drempel te verlagen biedt de overheid regelmatig subsidies voor het laten opstellen van een plan. Deze subsidie bedraagt in de regel 50% tot een maximum van € 1.500,- (50% van € 3.000,-). Laat u echter niet verleiden door de subsidie, maar doe het vooral voor u zelf en uw eigen toekomst! Adrie van Oerle
Wilt u gebruik maken van deze subsidieregeling? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Marita Kreuels (06-23504009) of Adrie van Oerle (06-22854951).
Sinds 1 januari 2009 gelden nieuwe voorschriften voor de erosiebestrijding in ZuidLimburg. Gebleken is dat er nogal veel vragen rijzen over welke handelingen in het kader van de erosieverordening moeten worden uitgevoerd. Algemene voorschriften De erosieverordening bevat algemene voorschriften die uitgevoerd moeten worden op alle percelen binnen het gebied. Deze gelden dus ook voor “vlakke” percelen. Zo dient u op alle percelen in het gebied uiterlijk op 1 december een najaarsbewerking met een minimale diepte van 15 cm uit te voeren. Specifieke voorschriften Bent u voornemens om volgend jaar een erosiebevorderend gewas te telen op percelen steiler dan 2% of met een hellingslengte van meer dan 50 meter, dan moet u voldoen aan één van de volgende voorwaarden: •
•
na de oogst van het hoofdgewas (van dit jaar) en vóór 1 december een groenstrook of een groenvlak aanleggen waardoor u het perceel in het voorjaar kunt ploegen;
•
na de oogst van het hoofdgewas (van dit jaar) ploegen en vóór 1 december een bodembedekker inzaaien. De gewasresten van die bodembedekking mogen voorafgaande aan het poten/zaaien/ planten van het erosiebevorderende gewas hooguit 12 cm niet-kerend worden ingewerkt.
Indien u bij het indienen van de gecombineerde opgave eveneens subsidie heeft aangevraagd voor PGV (€ 94,-) of nkg (€ 50,-) dan moet u verplicht aan voorwaarde 1 voldoen! Marita Kreuels
na de oogst van het hoofdgewas (van dit jaar) nkg (niet kerende grondbewerking) toepassen en een bodembedekker inzaaien. De bodembedekker dient u vóór het inzaaien, planten of poten van het erosiebevorderend gewas middels nkg te bewerken;
7
AelmanScoop 28.indd 7
19-10-2009 9:57:28
In november 2008 heeft de regering het wetsvoorstel ‘modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage’ (mer) aan de Tweede Kamer aangeboden. Naar aanleiding van de discussie in de Tweede Kamer is een gewijzigd wetsvoorstel naar de Eerste Kamer gestuurd. Het wetsvoorstel voorziet in een wijziging van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, waarin de mer is geregeld. In dit artikel lichten wij deze wijziging toe.
Vereenvoudiging
Milieueffectrapportage Uitgangspunten Een belangrijke reden voor het wetsvoorstel was het verminderen en vereenvoudigen van het aantal regels. Verder wordt er in beginsel niet meer geregeld dan de Europese Unie verplicht stelt. Een ander uitgangspunt bij de wijziging is dat deze niet ten koste mag gaan van het doel van de milieueffectbeoordeling: het geven van een volwaardige plaats aan milieu, natuur en cultuurhistorisch erfgoed in de besluitvorming. Verder wil de wetgever met de wijziging één samenhangend systeem voor milieubeoordeling van plannen en projecten creëren. Naast het onderscheid in plannen en projecten heeft dit geleid tot een nieuwe tweedeling, die in projecten waarvoor geen passende beoordeling nodig is in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet) en projecten waarvoor op grond van de Nb-wet een passende beoordeling moet worden gemaakt. Voor de eerste categorie projecten geldt een ‘beperkte mer-procedure’ en voor de tweede categorie projecten een ‘uitgebreide mer-procedure’.
te stellen mer. Het bevoegd gezag zal daartoe adviseurs en bestuursorganen met betrokkenheid bij de te verlenen milieuvergunning raadplegen. Het bevoegd gezag geeft kennis van het voornemen tot nemen van het besluit en biedt daarbij de gelegenheid tot indienen van zienswijzen. De voorfase eindigt met een advies van het bevoegd gezag dat in beginsel uiterlijk zes weken na het kenbaar maken van het voornemen wordt uitgebracht. De voorfase kan parallel lopen met de voorbereiding van de milieuvergunningaanvraag.
Beperkte mer-procedure In de beperkte mer-procedure wordt, in tegenstelling tot de huidige regeling, geen startnotitie opgesteld. Het opstellen van de startnotitie en het openbaar maken daarvan door het bevoegd gezag komen sowieso te vervallen, ook in de uitgebreide procedure. In de beperkte procedure vervalt verder de advisering door de Commissie mer. In de eerste fase van de beperkte procedure begint de initiatiefnemer met het kenbaar maken, aan het bevoegd gezag, van zijn voornemen om een milieuvergunningaanvraag in te dienen. Het bevoegd gezag brengt al dan niet advies uit over reikwijdte en detailniveau van de op
Uitgebreide mer-procedure De uitgebreide procedure is bedoeld voor drie gevallen. Allereerst voor plannen. Nu geldt de regeling plan-mer. Deze regeling is juist minder uitgebreid dan de regeling voor projecten. In het wetsvoorstel is dit dus andersom. Daarnaast zal de uitgebreide mer-procedure gaan gelden voor grote infrastructurele projecten zoals landinrichting, nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen. Hierbij is geen sprake van een milieuvergunning, maar geldt wel de mer-plicht. Als laatste is de uitgebreide mer-procedure van toepassing op activiteiten waarvoor wel een milieuvergunning dient te worden aangevraagd en waarvoor ook een
Na de voorfase kan de mer definitief worden opgesteld. Dit kan parallel lopen met het definitief maken van de vergunningsaanvraag. Aansluitend zal de mer, gelijktijdig met de ter inzage legging van het ontwerpbesluit milieuvergunning, worden gepubliceerd en bestaat de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. In het besluit op de vergunningaanvraag wordt gemotiveerd op welke wijze de in de mer geschetste milieueffecten worden meegenomen.
vergunning nodig is op grond van de Nb-wet 1998. Hiervoor is op grond van de Nb-wet 1998 een passende beoordeling nodig welke wordt opgenomen in de mer. Een voorbeeld hiervan kan zijn het uitbreiden van een varkensbedrijf nabij een Natura 2000-gebied. De drempelwaarden voor een mer-plicht worden in het wetsvoorstel niet gewijzigd. Aanvullend op de beperkte mer-procedure houdt de uitgebreide mer-procedure in dat in de voorfase, naast een melding van het project of plan, het bevoegd gezag moet aangeven of de Commissie mer of een andere instantie wordt geraadpleegd. Daarnaast moet worden aangegeven of de activiteit plaatsvindt in de ecologische hoofdstructuur en of tevens een passende beoordeling moet worden uitgevoerd. De startnotitie komt ook in de uitgebreide procedure te vervallen. In de fase van besluitvorming over de uitgebreide mer-procedure dient de Commissie mer altijd te worden geraadpleegd over de mer. Dit is een uitbreiding ten opzichte van de huidige plan-mer-regeling. Overige wijzigingen Met het wetsvoorstel is de verplichting komen te vervallen om in de mer een beschrijving op te nemen van het meest milieuvriendelijke alternatief. De minister beargumenteerd dat het meest milieuvriendelijk alternatief als niet realistisch wordt gezien. Uitvoering hiervan blijkt in de praktijk vaak niet haalbaar. Verder is in de voorfase van het wetsvoorstel door de minister aangegeven dat het streven erop is gericht om bij samenhang van een plan en een project te volstaan met één mer. De minister wil voorkomen dat dezelfde acti-
8
AelmanScoop 28.indd 8
19-10-2009 9:57:29
Aelmans ROM maakt eerste digitale bestemmingsplan gemeente Voerendaal Het eerste digitale bestemmingsplan van de gemeente Voerendaal is een feit! De gemeente heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om via de pilot van het Ministerie van VROM haar eerste digitale bestemmingsplan beschikbaar te stellen. viteiten onnodig meerdere keren, zowel op plan- als op projectniveau, beoordeeld moeten worden op milieueffecten. In het wetsvoorstel is hierover echter geen regeling opgenomen. Dit is een gemiste kans. Voor een aantal gevallen biedt het wetsvoorstel grote voordelen ten opzichte van de huidige systematiek. Met name voor de gevallen die kunnen volstaan met een beperkte mer-procedure. Nu dient de volledige mer-procedure te worden doorlopen, inclusief startnotitie, voorafgaand aan de milieuvergunningprocedure. Bij het in werking treden van de wetswijziging kunnen de termijnen van de mer-procedure en de milieuvergunning grotendeels gelijktijdig worden doorlopen. Verder is de procedure fors ingekort, waardoor er waarschijnlijk geen of slechts beperkt extra proceduretijd nodig is als gevolg van de mer. Is het bedrijf gelegen nabij een Natura 2000-gebied, dan geldt de uitgebreide mer-procedure en is wel extra proceduretijd nodig. Door het vervallen van de startnotitie zal ook deze procedure korter zijn dan in de huidige situatie. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Naar verwachting treedt de wetswijziging eind dit jaar in werking. Johan van Selst / Ton Crasborn
De partiële herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Voerendaal” is opgesteld en uitgewerkt door Aelmans Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu. Het plan is te raadplegen via de volgende link: http://pilot.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0986. B4-1001.
ren. Door het aanklikken van een perceel op de kaart, kunnen de ter plaatse vigerende bestemming, aanduidingen en regels eenvoudig worden achterhaald.
Vanaf 1 januari 2010 moeten gemeenten alle nieuwe ruimtelijke plannen digitaal beschikbaar stellen. Verouderde plannen moeten binnen een periode van 5 jaar worden geactualiseerd en recent vastgestelde bestemmingsplannen moeten binnen uiterlijk 10 jaar online zijn te raadplegen. De website www.ruimtelijkeplannen.nl vormt vanaf 1 januari 2010 de toegangspoort tot de digitale plannen. Gemeenten zijn druk doende zich voor te bereiden op de digitaliseringsverplichting en kunnen deelnemen aan het pilotproject van het Ministerie van VROM. Ons kantoor beschikt over de vereiste kennis en programmatuur om ruimtelijke plannen digitaal te produceren c.q. om te digitaliseren. Het eindproduct voldoet dan ook aan alle eisen die de Wet ruimtelijke ordening (SVBP2008, IMRO2008 en STRI2008) stelt. Zowel de verbeelding (de vroegere plankaart) als de regels (de vroegere voorschriften) zijn digitaal raadpleegbaar en onderling gekoppeld, zodat de gemeenten de plannen via de raadpleegomgeving van www.ruimtelijkeplannen.nl kunnen publice-
Het is -zoals gezegd- uiteindelijk de bedoeling dat alle bestemmingsplannen binnen Nederland via een druk op de knop te achterhalen zijn. Voordat het zover is, valt er nog een grote hoeveelheid werk te verrichten, maar het begin in Voerendaal is mede door Aelmans ROM gemaakt. René Sleutel / Simone Dusch
9
AelmanScoop 28.indd 9
19-10-2009 9:57:29
Nieuwe trends en technieken in website-ontwerp Een website kent een relatief korte levensduur. Door technische ontwikkelingen, grafische trends en diverse omgevingsfactoren is een site veelal na 4 tot 5 jaar verouderd. De meeste bedrijven trachten ‘bij te blijven’ door updates en uitbreidingen van de website. Het toevoegen van nieuws, het actualiseren van tekst en beeld of het geven van de inschrijvingsmogelijkheid voor een digitale nieuwsbrief zijn goede voorbeelden van site-uitbreidingen. Echter na verloop van tijd is het onvermijdelijk; de jas past niet meer en er moet over een nieuwe worden nagedacht. De huidige aelmans.com Zo is het ook met de website van Aelmans. De eerste versie dateert uit 1998. De volgende grote vernieuwing vond plaats in 2004. Bij de lancering van de nieuwe huisstijl, in 2006, werd een facelift doorgevoerd. Regelmatig zijn er functionaliteiten toegevoegd, waardoor de site niet meer lijkt op die van 2004. Momenteel verkeert de nieuwe versie in de voorbereidingfase.
Trends in webdesign Ontwikkelingen in internetland volgen elkaar snel op. De een spreekt over ‘internetjaren’ die een maand duren. Anderen spreken over het Web 2.0 en Web 3.0, om de overgang naar nieuwe trends en technieken als wisseling van tijdperk te symboliseren. Verschillende ontwikkelingen hebben zonder meer weerslag op bedrijfswebsites. Zie de kolom aan de rechterzijde van deze pagina voor een opsomming.
•
Grafische en technische trends Websites worden anders vormgegeven, zowel grafisch als onder de motorkap. Een belangrijk punt voor de nieuwe aelmans.com.
•
Mobiele toegang Steeds meer bezoekers komen via kleine laptop-schermen, iPhones en overige mobiele apparatuur.
•
Slimme koppelingen In plaats van zelf huizen toe te voegen, wordt voor de makelaardij een directe koppeling met Funda.nl gerealiseerd. Geen landkaartje maar een interactieve Google Maps functie op de contactpagina. Waarom informatie dubbel toevoegen wanneer een koppeling informatiebronnen verbindt?
•
Een toegankelijke en gebruiksvriendelijke website Mens én machine eisen een functionele website. Geen lange animaties of zoektochten door een brei aan informatie; enerzijds wil de bezoeker vinden wat hij zoekt, anderzijds zorgt o.a. Google voor optimale indexering wanneer de site helder is.
•
Social networking De opkomst van sociale netwerken is niet meer te stuiten. Denk aan LinkedIn, Twitter, Facebook en Youtube. Mensen praten over bedrijven op deze sites -en bedrijven kunnen via dergelijke netwerken informatie ventileren dan wel in contact treden met de consument.
De nieuwe aelmans.com Verschillende trends worden meegenomen voor de nieuwe versie van aelmans.com. Het belangrijkste blijft echter de ontwikkeling van een functionele, gebruiksvriendelijke en informatieve website welke grafisch in het oog springt. Met mooie typografie, grote beelden en de juiste informatie voor de doelgroep. Als alles volgens planning verloopt zullen we de website rond de jaarwisseling 2010 lanceren. Heeft u ideeën, tips of opmerkingen? Laat even iets weten, we zijn erg benieuwd naar uw input. Martijn Hoes
10 10
AelmanScoop 28.indd 10
19-10-2009 9:57:31
Actieplan
ammoniak Op 1 april 2009 is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) in werking getreden. Het Besluit bepaalt dat, met ingang van 1 januari 2010. bestaande stallen van pluimveehouderijen en varkenshouderijen moeten voldoen aan maximale emissiewaarden. Deze eisen zijn in het Besluit huisvesting opgenomen als onderdeel van een pakket maatregelen om Nederland aan de verplichtingen op grond van de Europese NEC-richtlijn te laten voldoen. Actieplan Na overleg in de Tweede Kamer is besloten om de datum 1 januari 2010 op te schuiven naar 1 januari 2013. Voorwaarde is wel dat het NEC-plafond voor ammoniak in 2010 moet worden gehaald. Hiervoor wordt momenteel een actieplan opgesteld. Dit actieplan houdt in dat er onder voorwaarden tot uiterlijk 1 januari 2013 uitstel komt voor veehouderijen om aan de maximale emissiewaarden voor bestaande stallen te voldoen. Voorwaarden Op de eerste plaats mag het NEC-plafond niet alleen in 2010, maar ook daarna niet worden overschreden. Op de tweede plaats mag het
uitstel er niet toe leiden dat veehouders achterover gaan leunen en tot eind 2012 wachten met het aanpassen van bestaande stallen. Het actieplan is erop gericht de vergunningverlening en het realiseren van de stalaanpassingen over de komende twee tot drie jaar te spreiden. De inhoud van het actieplan staat nog niet geheel vast. Vooruitlopend op het actieplan kunt u toch al een aantal stappen ondernemen. Intern salderen U kunt gebruik maken van intern salderen door bij één of meerdere stallen verdergaande technieken toe te passen, waardoor het niet nodig is om andere (traditionele) stallen met een hogere emissiefactor dan de drempelwaarde aan te passen. De hogere emissie van de bestaande stal wordt op deze manier gecompenseerd door een verdergaande reductie in een andere stal. Het resultaat moet zijn dat de vergunde ammoniakemissie van het gehele bedrijf niet hoger is als de ammoniakemissie die wordt berekend op basis van de maximale emissiewaarden uit het Besluit huisvesting.
Bedrijfstoets U kunt nu al toetsen of uw bedrijf aan het Besluit huisvesting voldoet en zo beoordelen of u van de mogelijkheid tot uitstel gebruik moet maken. Tevens kunt u een keuze maken welke stalsystemen het beste bij uw bedrijf passen. Inmiddels is er een Excel programma ontwikkeld waarmee de bedrijfsemissie van ammoniak eenvoudig is te berekenen. In één oogopslag ziet u of uw bedrijf voldoet aan het Besluit huisvesting. Behoort intern salderen tot de mogelijkheden, dan is eenvoudig te bepalen welk systeem nodig is om aan het Besluit huisvesting te kunnen voldoen. Mocht u vooruitlopend op het definitieve actieplan al willen toetsen of uw bedrijf voldoet aan het Besluit huisvesting dan kunnen wij u daarbij uiteraard van dienst zijn. Tevens kunnen wij samen met u bepalen welke stalaanpassingen nodig zijn, eventueel in combinatie met een uitbreiding, om te voldoen aan het Besluit huisvesting. Johan van Selst
11
AelmanScoop 28.indd 11
19-10-2009 9:57:33
Fromberg
Colofon
Overnemen met bronvermelding is toegestaan. Deze uitgave van AelmanScoop is met veel zorg samengesteld. De lezer dient er echter rekening mee te houden dat de regel- en wetgeving bijzonder gecompliceerd is. Bovendien is deze voortdurend aan verandering onderhevig. Wij kunnen dan ook geen enkele verantwoordelijkheid aanvaarden voor hetgeen men zonder deskundig advies naar aanleiding van de inhoud van deze publicatie onderneemt.
AelmanScoop is een periodieke uitgave voor relaties van Aelmans Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal Tel (045) 575 32 55, Fax (045) 575 15 09 Kerkstraat 2, 6095 BE Baexem Tel (0475) 45 92 60, Fax (0475) 45 92 82 www.aelmans.com,
[email protected]
Redactie M&O Guus Queisen Vof, Sittard Fotografie Aelmans iMedia, Voerendaal Imre Csany / Studio Csany Vormgeving Aelmans iMedia, Voerendaal Druk Drukkerij Kuypers, Weert
exclusieve topwijnen van de Limburgse heuvels
In 1991 ruilde Paul Wiertz zijn titel ‘akkerbouwer’ in voor ‘wijngaardenier’. Op de Fromberg in Ubachsberg startte hij zijn eigen wijngaard. Wiertz was toen een van de pioniers. In Nederland en Zuid-Limburg in het bijzonder was nog weinig ervaring met de druiventeelt en het maken van wijn. De situatie is nu drastisch veranderd. De Fromberger wijn behoort reeds jaren tot de meest toonaangevende wijnen van Nederland. De bodem van de wijngaard bestaat uit mineraalrijke kalksteen en de helling is puur zuidelijk gelegen. Dit zorgt ervoor dat het mogelijk is in het zuiden van Limburg een mooie droge witte wijn te vervaardigen. Jaarlijks produceert Wijngaard de Fromberg circa 12.000 liter verschillende wijnen. Het zijn droge witte wijnen met een aangenaam zacht karakter. Gezien de exclusiviteit worden deze uitsluitend op het wijngoed verkocht en in gespecialiseerde streekproducten winkels. Daarnaast staan ze bij een groot aantal betere restaurants op de wijnkaart. De wijngaard is inmiddels uitgegroeid tot bijna drie hectare. Daarnaast beschikt de familie Soomers / Wiertz over een schitterende professionele accommodatie aan de rand van Ubachsberg. Mousserende wijnen Zoals reeds geschreven geniet het bedrijf naam en faam met haar topwijnen. Niet alleen met de zogenaamde stille wijnen, maar sinds enkele jaren ook met de mousserende. Marcel vertelt: „In 1995 waren we toe aan een nieuwe uitdaging in ons bedrijf. De bodem van de wijngaard, toont grote overeenkomsten met de bodemstructuur in de Franse Champagnestreek. Dit bracht ons
op het idee een mousserende wijn te maken”, verklaart Marcel. De ‘Limburgse Champagne’ is als “Ophrys” op de markt. De naam verwijst naar de zeer zeldzame orchidee Ophrys Apifera (bijenorchidee). Deze groeit onder meer in het beschermd natuurgebied aan de voet van de Fromberg. „Het is niet verwonderlijk dat deze zuivere natuur haar weergave vindt in ons product.” De mousserende wijn slaat aan. Dit jaar nog brengt Wijngoed Fromberg onder eigen label ook nog een mousserende Rosè wijn uit. De Fromberg wijngaardeniers maken ook enkele mousserende wijnen onder private label. Zoals een Mousserende wijn voor Hotel Derlon in Maastricht, een “Champagne” voor Jack Poels van Rowen Héze. Daarnaast zal in 2010 de wijngaard van Dhr. Oostwegel bij Chateau St.Gerlach door Wijngoed Fromberg geoogst worden, waarna door Wijngoed Fromberg de druiven verwerkt zullen worden tot een exclusieve Rosè “Champagne” een “Clos du St’Gerlach” geheten. Maar voor dat het zover is zal eerst nog gewerkt gaan worden aan een wijn speciaal voor de Aelmans Adviesgroep. Bijzonder is dat de druiven voor deze wijn uit de eigen wijngaard van Jo Aelmans komen. Deze is gelegen op een mooie helling in de “achtertuin” van de thuishaven van de Aelmans Adviesgroep. De eerste oogst heeft inmiddels plaatsgevonden. Er wordt een mooie Rosé wijn alsook een Rosé “Champagne” vervaardigd welke vanaf 2010 op dronk is. Deze zal door de Aelmans Adviesgroep vooral worden gebruikt als relatiegeschenk. Guus Queisen
12
AelmanScoop 28.indd 12
19-10-2009 9:57:34