Position Paper Werkplaats Herstelondersteuning Dienke Boertien, Marianne van Bakel, Martijn Kole maart 2012 I Inleiding Herstel is binnen de GGz een vernieuwend concept dat heeft geleid tot een steeds breder wordende beweging waarbinnen de GGz instellingen samen met andere partijen een groeiende ambitie hebben om herstelondersteunende zorg te bieden. Deze ambitie is ook vastgelegd in het visiedocument van GGZ Nederland van 2009.1 Ervaringsdeskundigheid staat vaak hoog op de agenda's. Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen om herstelondersteuning vorm te geven. Maar al deze ontwikkelingen zijn nog versnipperd en zoeken nog naar houvast in een groter geheel van een vernieuwende en samenhangende organisatie van herstelondersteunende zorg. Een initiatiefgroep bestaande uit een aantal personen uit verschillende instellingen2 heeft de stand van zaken rondom herstelondersteuning in de instellingen opgemaakt en geconcludeerd dat er nog veel werk verzet moet worden om herstelondersteuning te verbreden en te verdiepen.3 Om dit vorm te geven richt een aantal instellingen de Werkplaats op. Centrale vraag voor de Werkplaats is: 'Hoe geven wij herstelondersteuning vorm in onze organisaties en wat zijn daarbij de noodzakelijke voorwaarden?' De Werkplaats gaat daarbij uit van de definitie van herstel zoals geformuleerd door William Anthony: Herstel is een intens persoonlijk, uniek proces van verandering in iemands houding, waarden gevoelens, doelen, vaardigheden en/of rollen. Het is een manier van leven, van het leiden van een bevredigend, hoopvol en zinvol leven met de beperkingen die de psychische klachten met zich meebrengen. Herstellen betreft het ontgroeien van de catastrofale gevolgen van de aandoening en de ontwikkeling van nieuwe betekenis en een nieuw doel in iemands leven. 4 Deze definitie klinkt als een klok. Het 'wat' van herstel staat dan ook niet ter discussie, maar het 'hoe' ervan des te meer. Steeds meer blijkt dat het inrichten van herstelondersteunende zorg vraagt om een fundamentele transformatie van de bestaande zorg. Het is niet voor niets dat in verband met herstelondersteuning vaak van een paradigmashift gesproken wordt. In 'Herstelondersteuning. Van kans naar realiteit' is de volgende visie geformuleerd: De betekenis die mensen met een langdurige psychische kwetsbaarheid aan herstel en herstelondersteuning geven, biedt kansen. Kansen voor henzelf om de regie over hun leven in eigen 1
Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap. Visie op de (langdurige) zorg aan mensen met ernstige psychische aandoeningen. GGZ Nederland, Amersfoort, 2009 2 SBWU, Riwis Zorg & Welzijn, GGZ Nederland, HEE, SoSe, Kwintes, Mensana, Kenniscentrum Phrenos 3 Publicatie van 'Herstelondersteuning. Van kans naar realiteit' boekje en folder. 4 Anthony, WA.; 1993 'Recovery from mental illness: the guiding vision of the mental health system in the 1990s' Psychosocial Rehabilitation Journal, 16, 4, 11-23 1
hand te nemen en aan hun eigen toekomst te werken. Kansen voor de samenleving om hen als gewone mensen daarbij adequaat te ondersteunen. Kansen voor de GGZ om zich te ontwikkelen tot herstelondersteunende organisatie. Wat is ervoor nodig om deze kansen tot realiteit te maken? (pag 8) Het antwoord zal in de praktijk 'gemaakt' moeten worden. Er zijn op veel plaatsen initiatieven ontwikkeld die bij kunnen dragen aan het transformatieproces. Gaandeweg zal in beeld komen waar het oude paradigma mank gaat en op welke kantelpunten een nieuw vorm kan krijgen en hoe voldoende kritische massa kan ontstaan om het nieuwe paradigma tot levende praktijk te maken. In dit stuk willen we zicht geven op hoe de Werkplaats mede richting zal geven en ondersteuning zal bieden bij dit transformatieproces. II Samenwerkingsverband in open Werkplaats De deelnemende instellingen zijn instellingen die zich verbinden om in een Werkplaats met elkaar te zoeken naar een antwoord op dat 'hoe' van die transformatie en naar dat wat nodig is om te realiseren dat herstel op alle niveaus van de organisatie het leidend principe is. De deelnemende GGz instellingen hebben al de nodige stappen gezet op deze weg en zich verbonden aan het herstelconcept en de centrale rol van ervaringsdeskundigheid daarbij. Er is een duidelijke praktijkervaring op dit gebied en er is bereidheid om deze kennis te delen en middelen en mensen vrij te maken om verdere kennis en implementatie strategieën te ontwikkelen. Zij willen voortbouwen op de bestaande kennis van peer support en de herstelbeweging. De instellingen stellen middelen beschikbaar voor een expertteam van de Werkplaats. De instellingen brengen hun praktijkkennis, ervaringen en vragen in de vorm van een project in de Werkplaats in. Het personeel van de Werkplaats verbindt en draagt kennis en expertise aan. Door van meet af aan de expertise van buiten de GGz-instellingen te betrekken wordt aansluiting gezocht voor maatschappelijke verbreding. Zie verder hoofdstuk IV. Om de samenwerking werkbaar te maken stellen de deelnemende GGz instellingen voor het project dat zij inbrengen minimaal twee contactpersonen voor de Werkplaats aan. Eén van hen is ervaringsdeskundig en vertegenwoordigt de bestaande herstelbeweging binnen de instelling. De andere contactpersoon heeft een sleutelpositie in de organisatie en kan vandaar implementatie ondersteunen. Het bestuur van de instelling is aanspreekbaar voor overleg. Zoals geformuleerd in de opdrachtomschrijving 'Werkplaats Herstelondersteuning' ontstaat via deze kernactiviteiten de Werkplaats waarin '… ontmoeting plaats vindt, geëxperimenteerd, geleerd, informatie gedeeld, geoefend wordt en onderzoek verricht wordt, ten behoeve van het antwoord op de vraag hoe Herstelondersteuning eruit kan zien in Nederland in 2020. Er is sprake van één (overkoepelende) Werkplaats die de input van verschillende lokale initiatieven deelt en combineert.' Daarbij '[levert] Iedere betrokken organisatie […] een aandeel, alle partijen nemen hierin hun verantwoordelijkheid, best practices helpen bij het leren van elkaar en inzichten worden uitgewisseld.'5 Er zal voortgebouwd worden op bestaande kennis o.a. vanuit LIVE, HEE!, Trimbos-instituut, Kenniscentrum Phrenos, Transitie-project Eindhoven, Anoiksis, Ypsilon, LPGGz, GGzNL, de deelnemende GGz-instellingen, relevante maatschappelijke partijen, kenniscentra, scholen en universiteiten etc. Vooroplopende internationale cliënten- en herstelbewegingen zal gevraagd worden hun kennis en ervaringen in te brengen. 5
Uit de opdrachtomschrijving 'Werkplaats Herstelondersteuning' dd. 5 april 2011
2
Herstelondersteuning krijgt zo vorm in de praktijk van de (O)GGz instellingen en daarbuiten. III Samenhangende ontwikkeling Herstelondersteuning langs vier lijnen Binnen de Werkplaats draait het om de ondersteuning van het herstelproces van cliënten. De kern is daarbij om ruimte te maken voor herstel en empowerment van cliënten. Herstel omvat het herstel van de aandoening en van de ontwrichtende gevolgen die dit kan hebben op het eigen leven. Niet voor niets wordt bij herstel vaak een onderscheid gemaakt tussen herstel van gezondheid, van rollen en van persoonlijke identiteit6. Deze aspecten zijn met elkaar verweven en herstel van persoonlijke identiteit is het omvattende geheel waarin de andere aspecten samenkomen. Herstel van persoonlijke identiteit zal dan ook leidend zijn in de Werkplaats. Dit herstel vraagt om ruimte om te komen tot het eigen verhaal, de eigen ervaringskennis te ontwikkelen, het eigen welbevinden te herstellen. Daarmee wordt de basis gelegd om minder afhankelijk te worden van de geestelijke gezondheidszorg en voor het hervinden van betekenisvolle (maatschappelijke) rollen. In de Werkplaats zal gewerkt worden aan het concretiseren van de herstelondersteuning bij herstel van persoonlijke identiteit en van daaruit bij alle aspecten die daarbij komen kijken, zowel die van gezondheid als van (maatschappelijke) rollen. De Werkplaats heeft nadrukkelijk ook een maatschappelijke focus. Afbeelding 1 verbeeldt hoe alle aspecten van herstel samenkomen in het herstel van persoonlijke identiteit.
Afbeelding 1. 7(Kole, 2011)
6
Dröes J. & Plooy A (2010) Herstelondersteunende zorg in Nederland: vergelijking met Engelstalige literatuur Tijdschrift voor Rehabilitatie en herstel 19 2 6-16 7 Uit een presentatie van Martijn Kole gehouden voor een projectleidersbijeenkomst van LIVE 3
Herstellen: Spanning verdragen
Spanning: •
Naastbetrokkenen
•
Hulpverlening (maatschappelijke org)
•
Cliënten
Gevaren: Rechtsongelijkheid Dwang/drang > Empowerment Agenda bepalen Focus op problemen Zorg mijden
Eigen ruimte: Herstellen • Eigen normen en waarden • Empowerment • Zingeving/betekenisgeving • Regie (eigenaarschap/eigen weg) • Actieve acceptatie/ervaringskennisopbouw • Identiteitsverandering
Geen toegang tot behandeling
Ten eerste laten de pijlen zien hoe een herstelproces een interne spanning teweeg kan brengen. Het proces van verandering en empowerment gaat gepaard met twijfel en onzekerheid. Het vraagt moed om die ruimte in te gaan nemen. Ten tweede geven de pijlen aan waar het herstelproces op gespannen voet kan staan met de omgeving. Het is nog niet vanzelfsprekend dat op de goede manier ruimte gemaakt wordt. Er is al veel in gang gezet om cliënteninitiatieven de ruimte te bieden maar vaak blijken initiatieven ook weer te stokken. De noodzakelijke vrije ruimte wordt niet zelden ingevuld en vormgegeven vanuit maatschappij, naastbetrokkenen en hulpverleners omdat zij het moeilijk vinden de spanning te verdragen die dit soms weifelende proces oproept. Daarmee verliest de cliënt de vrije ruimte en wordt teruggedrongen in zijn zorgafhankelijke positie. Van daaruit is de aansluiting naar buiten de instellingen steeds moeilijker te maken. In de Werkplaats zal gewerkt worden aan alles wat het herstelproces ruimte geeft en aan dat wat de omgeving kan ondersteunen bij het verdragen van de spanning zodat de omgeving het herstel ondersteunt en niet in de weg zit. Doel is een antwoord te formuleren op de centrale vraag: 'Hoe geven wij herstelondersteuning vorm in onze organisaties en wat zijn daarbij de noodzakelijke voorwaarden? met een zo omvattend en concreet mogelijke geheel van producten, implementatietrajecten en voorwaarden waarmee de instellingen herstelondersteunende zorg kunnen bieden en aansluiting vinden bij het maatschappelijke veld. Dit zal langs vier hoofdlijnen gaan: A. Cliënten B. Medewerkers C. Organisatie D. Maatschappelijke veld 4
Hieronder volgt een korte beschrijving van wat dat globaal in kan houden. De gekozen voorbeelden zijn niet limitatief. Immers, alle vragen kunnen in de Werkplaats als vrijplaats ingebracht worden waarbij de uitgangspunten geformuleerd in eerdere documenten van de Werkplaats leidend zijn. In alle vrijheid zal er voortgebouwd worden op de kennis en ervaringen tot nu toe. A. Cliënten. Het herstelconcept wortelt in de noodzaak van - en het recht op - zelfbeschikking. Dat wil zeggen dat zij ook zelf bepalen wat hen wel en niet helpt. Dit is de basis voor vraagsturing in de zorg. Om dit te ondersteunen zal voortgebouwd worden op bestaande initiatieven van zelfhulp en verbinding worden gemaakt met o.a. de beproefde methoden van de Herstel Werkgroepen van HEE, Herstellen Doe Je Zelf 8 en de WRAP (Wellness Recovery Action Plan)9. Uitgangspunt is dat bij methodische zelfhulp mensen meer inzicht krijgen in wat zij zelf willen en kunnen met hun leven. Hierbij zal de nationale en internationale expertise op het gebied van ervaringsdeskundigheid en emancipatie van cliënten van de psychiatrie leidend zijn. Verder zal gewerkt worden aan de verdere ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid tbv alle lagen van de zorg. Gewerkt wordt aan het bevorderen van implementatie van o.a. Shared Decision Making (SDM) en rehabilitatiemethodieken die cliënten houvast geven om op de aspecten van herstel van gezondheid en van (maatschappelijke) rollen daadwerkelijke kennis en een stem te krijgen. Hierbij wordt betrokken op welke wijze tot dan toe binnen de instelling is gewerkt aan de beoogde doelen, wat dit aan kennis en methodieken heeft opgeleverd Voorbeelden: Methodische ondersteuning van ervaringsdeskundigheid bij zelfhulp Scholing ervaringsdeskundigen Vaststelling Peer Support Values Scholing ervaringsdeskundigen in SDM wvttk B. Medewerkers Zelfhulp maakt hulp niet overbodig maar kan wel op gespannen voet staan met hulp. In de werkplaats zal onderzocht worden waar en hoe dat aan de orde is en onder welke voorwaarden deze spanning productief kan worden ten faveure van herstelondersteunende zorg die zich niet beperkt tot de muren van de instelling maar maatschappelijke verbinding heeft Een samenwerking en afstemming van bewezen en beproefde behandel- en rehabilitatiemethoden en individuele herstelondersteuning levert beide het best mogelijke resultaat. Gewerkt wordt aan de verdere ontwikkeling van inzet van ervaringsdeskundigheid bij de hulpverlening en ondersteuning van medewerkers en organisatie om de genoemde afstemming te bevorderen. Voorbeelden: Shared Decision Making OMPA (Omgaan met Mensen met Psychiatrische Aandoeningen)10 Scholing rondom eigen herstelkennis Voorwaarden voor herstelintervisie 8
Van Gestel, H. 2011 Recovery is up to you; Evaluation of a peer-run course Universiteit van Tilburg, Tilburg Cook e.a. (2011) Results of a Randomized Controlled Trial of Mental Illness Self-management Using Wellness th Recovery Action Planning. Schizophrenia Bulletin Advance Access. (march 14 2011) 10 Cursus voor medewerkers, ontwikkeld binnen de SBWU door Dröes en Kole 9
5
Implementatietrajecten vanuit de handreiking Herstelondersteunende Zorg11 wvttk C. Organisatie De noodzaak om ruimte te maken voor herstel en zelfbeschikking kan op gespannen voet staan met de verantwoordelijkheid van de instelling voor haar cliënten. Daarnaast kan de bestaande inrichting van de organisatie vraagsturing in de weg staan. In de werkplaats zal gezocht worden naar de voorwaarden waaronder de genoemde spanning gethematiseerd kan worden en opgelost ten faveure van vraagsturing en een herstelondersteunende organisatie. In de Werkplaats zullen derhalve hindernissen aan het licht worden gebracht en oplossingen worden gezocht. Voorbeelden: Inrichting van een vrijplaats voor cliënten Wat betekent iets als ‘dignity of risk’ voor de af te leggen verantwoording van de instelling. Verhouding van ervaringsdeskundigheid met de eisen gesteld aan een DBC Stigmatisering binnen de GGz wvttk D. Het maatschappelijk veld Het meeste herstel vindt plaats buiten de GGz. Een eigen woonplek, een baan vinden, zich weer deel voelen van een sociaal netwerk etc. ondersteunen sterk het herstel van persoonlijke identiteit. Het hervinden van een plaats in de maatschappij vanuit een situatie van ontwrichting van veel rollen, gebeurt echter niet vanzelf. Vaak hebben mensen afgeleerd om wensen ten aanzien van maatschappelijke participatie te formuleren en zijn de ambities sterk naar beneden bijgesteld. De weg naar buiten is door veel belemmerd, niet de laatste plaats door geïnternaliseerd stigma. Herstelondersteunende zorg begeleidt bij de aansluiting naar het brede maatschappelijke veld en stelt zich open voor de expertise die er buiten de eigen instelling is. De herstelondersteunende organisatie heeft expliciete verbanden met andere maatschappelijke partners. Voorbeelden: Overleg met woningcorporaties over mogelijkheden voor geoormerkte woningen Overleg met opleidingsinstituten voor mogelijk maatwerk Overleg met uitkeringsinstanties over voorwaarden rond behoud van uitkering bij hervatten werk Verdere uitrol van IPS trajecten Kwartiermaken: ruimte en gastvrijheid creëren voor wat 'vreemd' is, of afwijkt van de norm. Anti stigma activiteiten opzetten of ondersteunen. creëren van plaatsen waar mensen gelijkgestemden kunnen ontmoeten en gesteund worden in hun vaak moeizame weg hun leven op poten te krijgen. wvttk Productieve samenhang Uiteraard grijpen A, B, C en D in elkaar. Een ontwikkeling in A, bijvoorbeeld de introductie van een zelfhulp workshop, roept vragen op voor B en C. Een aanpassing in C heeft effect voor B, de werkelijkheid van D stelt eisen aan A en dus aan B en C, etcetera Juist het creëren van een productieve samenhang tussen A, B en C en D is doel van de Werkplaats. Al deze ontwikkelingen worden in de praktijk van de Werkplaats op de voet gevolgd en ondersteund. Deelnemende instellingen zijn een onmisbaar onderdeel van dit proces. Zij brengen immers hun 11
6
Uitgave van het Trimbos-instituut en Stichting Rehabilitatie ’92 (in press)
eigen kennis en praktijk in, stellen zich open voor verdere ontwikkeling. De deelnemende instellingen zijn bereid om het vergezicht van herstelondersteuning en een ander perspectief te bewaken en van daaruit te zoeken naar mogelijkheden om dit te realiseren en te toetsen. Zij vormen de Werkplaats waarin de herstelondersteunende zorg ontwikkeld en onderzocht wordt. De organisaties bieden structureel plaats aan cliënteninvloed op alle niveaus. Daarnaast zal de maatschappelijke oriëntatie van herstelondersteuning leiden tot samenwerking met andere maatschappelijke partijen. De Werkplaats heeft nadrukkelijk een maatschappelijke oriëntatie. IV Gestructureerde activiteiten In de Werkplaats wordt gezocht naar de werkzame bestanddelen en de randvoorwaarden voor een maatschappelijk georiënteerde herstelondersteunende zorg. De beschreven processen, methoden en implementatietrajecten zijn een deelantwoord op de centrale vraag: 'Hoe geven wij herstelondersteuning vorm in onze organisaties en wat zijn daarbij de noodzakelijke voorwaarden?' Om tot antwoorden te komen zullen 1) alle deelnemende instellingen een project of een veranderdoel uit de eigen instelling in de Werkplaats inbrengen vanuit de ambitie om aan de hand hiervan zicht te krijgen op de fundamentele voorwaarden voor de inrichting van brede en duurzame herstelondersteuning. Daarbij worden alle vragen, punten van weerstand en onduidelijkheid tegen het licht gehouden. 2) De kennis en ervaring van de ingebrachte projecten worden toegevoegd aan de Body of Knowledge van een brede en duurzame inrichting van herstelondersteuning. Daarbij zijn de volgende vragen zijn leidend: 1) 2) 3) 4) 5)
Wat weten we van het project? Wat werkt in het licht van herstelondersteuning? Wat weten we nog niet? Wat moeten we doen om verder te komen? Wat moet er anders?
Om iets meer beeld te krijgen van hoe dat dan in de praktijk kan werken een korte toelichting. 1.Wat weten van dit project? a. de uitgangssituatie b. welke ervarings- praktijk- en wetenschappelijke kennis hebben we rondom de verschillende aspecten rond dit project met het oog op herstelondersteuning? 2. Wat zijn de werkzame bestanddelen? Dat wil zeggen, welke elementen van het project lijken goede ingrediënten en basis voor herstelondersteunende zorg. Met welke elementen valt niet te marchanderen.
3. Wat weten we nog niet? Er is al wel een notie van wat en hoe van herstel en de passende ondersteuning maar over samenhang en voorwaarden is nog vaak veel onduidelijk. Dat heeft alles te maken met het feit dat de ‘harde’ kern van herstel nog niet is uitgekristalliseerd. 7
4. Wat zijn randvoorwaarden? Om herstelprocessen te ondersteunen moeten de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. Het is niet altijd meteen duidelijk welke dat zijn en hoe verstrekkend ze moeten zijn. Dit wordt in de werkplaats onderzocht. 5. Wat moet er anders? In de voorbereidende stukken over de in te richten werkplaats wordt gesproken over een ‘herontwerp’ van de zorg. Door per project te kijken naar wat er anders moet om het goede te doen krijgt dit herontwerp organisch vorm. Dit zal overigens niet gaan zonder conflict met de bestaande orde. Door aan elk project telkens deze 5 deelvragen te stellen zal zo goed mogelijk in beeld komen hoe herstelondersteuning in de praktijk optimaal wordt. Er zal getoetst worden aan kernwaarden. Er zijn verschillende nationale en internationale lijsten die daarbij als uitgangspunt kunnen dienen12. Het streven is deze kernwaarden steeds scherper te formuleren en te concretiseren. Met deze kernwaarden en het groeiende pakket herstelondersteuning zal binnen de werkplaats tevens gebouwd worden aan een meetinstrument dat instellingen zicht geeft op de nieuwste state of the art herstelondersteuning. Herstelondermijnende werkwijzen zullen dan moeten wijken ten faveure van beschikbare bewezen en beproefde herstelondersteunende behandel- en rehabilitatiemethoden Het is belangrijk dat activiteiten en programma's van de Werkplaats begeleid worden met wetenschappelijk onderzoek om zo tot een groeiende praktijk van beproefde en bewezen herstelondersteuning te komen. De Werkplaats biedt zo de mogelijkheid tot Kennisuitwisseling rondom en vanuit de projecten Kennisvermeerdering door die uitwisseling en door de inbreng van de expertise van en via het personeel van de Werkplaats van alles wat nodig is om te komen tot een groeiend Body of Knowledge van herstelondersteuning. Bevindingen en resultaten worden beschreven in publicaties en gedeeld op bijeenkomsten. Zo moet de Werkplaats een vrijplaats worden om, op enige afstand van de bestaande orde, voorwaarden en hindernissen voor herstelondersteuning aan het licht te brengen. V Resultaat van de Werkplaats De Werkplaatsprojecten hebben kennis en praktijkervaring van herstelondersteuning opgegeleverd en deze kennis en praktijkervaring zijn vastgelegd in een body of knowledge. Concrete resultaten: 1. Aantoonbare eigen regie van zorgvragers bij de betrokken instellingen waarbij o Zorgvragers gefaciliteerd worden richting te geven aan hun eigen herstel en de zorg is ingericht om cliënten te ondersteunen bij het zich bewust worden van eigen kracht, eigen verhaal en vermogen om het eigen leven richting te geven. o De zorg houvast heeft om haar methoden en programma's bij te stellen en af te stemmen op het herstelproces van cliënten aan de hand van een zo omvattend 12
8
Copeland Center; Waarden van de SBWU; ten points of recovery
mogelijk geheel van beproefde, bewezen en beschreven producten en voorwaarden voor herstelondersteuning. o Er maatschappelijke betrokkenheid bij herstelondersteuning gerealiseerd is waarbij duurzame contacten gelegd zijn met de WMO, gemeenten en relevante maatschappelijke partijen. 2. Een voorstel voor een richtlijn herstelondersteunende zorg waarin maatschappelijke partners betrokken zijn. 3. Een voorstel voor een organisatie van herstelondersteunende zorg. 4. Een voorstel voor financiering en bekostiging van herstelondersteunende zorg. VI Ten slotte: succesfactoren en risico's De Werkplaats biedt een uitgelezen kans om alle benodigde expertise bij elkaar te brengen. De deelnemende partijen ervaren urgentie om verandering in de (langdurige) zorg daadwerkelijk vorm te geven. De aanhoudende ambitie getuigt van een grote bereidheid om over de eigen praktijk verantwoording af te leggen en het vergezicht van herstelondersteuning te bewaken en als cultuurdragers zich te profileren. Deze ambitie getuigt ook van moed en leiderschap. Dit zijn belangrijke succesfactoren. In de voorbereidende stukken wordt een aantal risico’s voor het slagen van de werkplaats genoemd: 1. dat instellingen door omstandigheden meer komen halen en minder tijd en middelen kunnen brengen dan noodzakelijk. 2. Bezuinigingen kunnen aanleiding zijn voor verschillende instanties om herstelondersteuning lager op de agenda te plaatsen. Daar willen we een niet onbelangrijk risico aan toevoegen: Als het gaat over herstel en herstelondersteuning valt zoals gezegd vaak het woord paradigmashift. Om van paradigma te veranderen is het noodzakelijk zicht te hebben op het oude zowel als het nieuwe. Van te voren valt niet te overzien wat dat teweeg brengt en hoe diep je moet graven voor fundering van het nieuwe paradigma en het genoemde ‘herontwerp van de zorg’. Dit vraagt van deelnemende instellingen een grote bereidheid kritisch na te denken, ook over mogelijke veranderingen. Om dat te doen zullen we met elkaar buiten de gebaande kaders moeten durven denken en mogelijk inspiratie opdoen bij elkaar en andere takken van wetenschap en andere disciplines. Natuurwetenschappelijke- en geesteswetenschappelijke inzichten kunnen elkaar mogelijk versterken. Financiering van de begeleiding van activiteiten van de Werkplaats met wetenschappelijk onderzoek vanuit beide richtingen naar de waarden en effecten van herstelondersteuning is dan ook van belang. Inrichting van herstelondersteuning betreft een taai proces zoals vastgesteld tijdens het voorwerk13. Hoe taai moet blijken maar als het risico van verandering goed in beeld is en er geen taboe op rust kan de werkplaats een hele belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van herstelondersteuning in de organisatie en daarmee aan de emancipatie van psychiatrie. maart, 2012 Dienke Boertien, Kenniscentrum Phrenos Marianne van Bakel, HEE-team, Trimbos-instituut Martijn Kole, SBWU en HEE-team
13
Zie de twee publicaties 'Herstelondersteuning. Van kans naar realiteit' (2011) en de voorbereidende notitie 'Plan van aanpak 'Werkplaats Herstelondersteuning' juni 2011 9