WEEK
43
En verder:
03
on om ie
Cu ltu ur
06
Ec
05
/Recensie Leviathan: een meeslepende bloemlezing over onrecht
12
/Hoe de televisie langzaam verdwijnt
11
ha sc en W et
10
Te c
Po
hn
lit
ol
ie
k
og
ie
02
Op feestsafari met ecstasyexpert Ton Nabben
p
/Dichter Lévi Weemoedt: ‘Deze bundel had eigenlijk postuum moeten verschijnen’
/Leven
/Waarom u dik wordt van een jetlag
/Schrijnend: zo onveilig is de veiligste plek op internet
/In deze landen worden de leiders het meest gehaat
‘
/De muziek van moordenaar Hans Van Themsche wil ik niet horen.
ve Le
or
t
09
Sp
Le ve n
04
n
17
/We moeten op zoek naar de Henk de Jong in onszelf
/Afkickcen van internet Terug naar de eerste pagina
1
Deze landen haten hun leiders het meest
Cijfers Bron: Global States of Mind 2014, Gallup. De werkloosheidscijfers zijn uit 2013.
/Politiek 21 oktober 2013 door Nick Muller
I
n het pas verschenen rapport Global States of Mind 2014 beschrijft het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup hoe de bevolking van tal van landen tegen de regering aankijkt. Aan de hand van opiniepeilingen is een top-12 van meest ontevreden en wantrouwende burgers samengesteld. En wat blijkt? Met name in Zuidoost- Europa is men niet te spreken over de leiders. In het rapport staat vermeld hoeveel procent van de bevolking achter de regering staat, hoeveel procent van de bevolking denkt dat de regerende politici corrupt zijn en hoeveel procent van de werkende bevolking werkloos thuis zit. Spanje bijvoorbeeld scoort ontzettend hoog: een grote meerderheid van de mensen denkt er dat corruptie binnen het land wijdverbreid is. Daarnaast doet ook de werkloosheidsgraad, een van de hoogste percentages ter wereld, het vertrouwen in de regering weinig goed. Portugal zit in een vergelijkbare situatie, alleen zijn daar de werkloosheidscijfers een stuk lager dan in het buurland. In Roemenië, op plaats acht, zijn ze niet te spreken over hun eigen leiders, maar de Europese leiders waarderen ze dan weer bovenge-
12. Spanje
Positief over de regering: 20%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 89%
Werkloosheid: 26,1%
middeld hoog. Vijftig procent van de Roemenen heeft een goed gevoel over de Europese leiders, waarschijnlijk door de miljarden aan noodhulp die het land in 2009 ontving. Dan de topdrie. Meer dan 27 procent van de Griekse beroepsbevolking zit zonder werk thuis. Een record. De onvrede over de huidige regering mag dan ook geen verrassing heten. In Bulgarije, op plaats twee in de lijst, is slechts dertien procent tevreden met de regering. De slechte leefomstandigheden van de bevolking en de aanhoudende politieke onrust zijn daar debet aan. De bevolking van Bosnië-Herzegovina is het minst tevreden met hun leiders: 92 procent ziet ze liever vandaag danmorgen vertrekken. Ook hier is bijna 27 procent van de beroepsbevolking werkloos. Voorts zijn de etnische spanningen, twintig jaar na het eind van de oorlog, nog steeds voelbaar./
11. Portugal Positief over de regering: 20%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 86%
Werkloosheid: 16,2% 10. Jamaica
Positief over de regering: 20%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 86%
Werkloosheid: 15,3% 09. Costa Rica
Positief over de regering: 20%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 84%
Werkloosheid: 8,1% 08. Roemenië
Positief over de regering: 18%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 77%
Werkloosheid: 7,3% 07. Peru
Positief over de regering: 18%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 86%
Werkloosheid: 7,5%
Terug naar de eerste pagina
02
06.Pakistan
Positief over de regering: 18%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 81%
Werkloosheid: 6,2%
Hoe de televisie langzaam verdwijnt /Economie 22 oktober 2014 door Geert Poorthuis
05. Moldavië Positief over de regering: 18%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 86%
Werkloosheid: 5,1% 04. Tsjechië
Positief over de regering: 15%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 87%
Werkloosheid: 7,0% 03. Griekenland Positief over de regering: 14% Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 91%
Werkloosheid: 27,3% 02. Bulgarije Positief over de regering: 13% Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 79%
Werkloosheid: 13,03% 01. Bosnië-Herzegovina Positief over de regering: 8%
Gelooft dat corruptie wijdverspreid is: 91%
Werkloosheid: 27,0%
A
ls 1,8 miljoen mensen kijken naar Heel Holland Bakt beschouwen televisiemakers dat als een daverende kijkcijferhit, maar televisie is natuurlijk maar een van de vele media die, laten we zeggen, 15 miljoen mensen in dit land dagelijks tot zich nemen. Want behalve de televisie hebben we tegenwoordig ook de smartphone, de tablet en de laptop. In de Verenigde Staten gaan twee grote bedrijven nu ook dat andere mediagedrag meten, zodat te zien is wat werkelijk populair is. Ten behoeve van (uiteraard) de adverteerders. De Amerikaanse firma Nielsen is een reus op het gebied van kijkcijfers, maar werkt voor een deel nog met geselecteerde panels van kijkers, waarop niettemin veel grote Amerikaanse tv-zenders hun beleid baseren. En bijvoorbeeld hun advertentietarieven. In het snel wisselende landschap van mediaconsumptie begint dat te wringen. Volgens schattingen zal de advertentiemarkt voor internet in 2018 groter zijn dan die voor televisie. Nielsen is daarom deze week een strategische alliantie aangegaan met (daar zijn we weer) Adobe, dat wel methoden heeft om te meten wat consumen-
ten allemaal op al hun apparaten uitspoken – en dat is steeds meer. Dat Adobe in dat soort dingen goed is, wisten we al, want vorige week bleek dat het bedrijf de inhoud van uw harde schijf kan lezen als u zo onvoorzichtig bent een onschuldig lijkend stukje software van ze te installeren. Daarbij gaat het Adobe en Nielsen vooral om de combinatie van apparaten: er is een toenemend aantal mensen, ook in dit land, dat bij het kijken van ‘content’ (televisieseries bijvoorbeeld, of sport) begint met de smartphone, dan overstapt naar de laptop, en eindigt op de bank voor de traditionele buis. En misschien tussendoor ook nog even online gamet. U zal het wel herkennen. Door een doorwrochte analyse te maken van al die online-activiteiten is veel nauwkeuriger te bepalen wat welke individuele ‘kijker’ de hele dag kijkt, ondergaat en beleeft. En kunnen adverteerders nog preciezer mikken met hun boodschappen, tot op het individu. Dat mag u gerust eng vinden. De uiterste consequentie daarvan is natuurlijk dat het tv-landschap zoals we dat kennen langzaam zal
Terug naar de eerste pagina
03
verdwijnen. Het zal opgaan in de ons steeds meer verstikkende stroom aan media-uitingen die we, al dan niet mobiel, de hele dag opnemen. Het ‘avondje voor de buis’ hebben we vijftig jaar lang gekend, maar het einde is nabij en zelfs in veel huishoudens (nog zo’n ouderwets begrip, trouwens) al verleden tijd. Misschien zal het laatste restant een avondje Oranje zijn tijdens een EK. Als we dat tenminste halen./
De muziek van moordenaar Hans Van Themsche wil ik niet horen /Leven 23 oktober 2014 door Ann De Craemer
G
isteren ontstond in Vlaanderen ophef toen regisseur Nic Balthazar bekendmaakte dat Hans Van Themsche heeft meegewerkt aan zijn nieuwe documentaire B inneninzicht. Van Themsche is de man die in 2006 met een jachtgeweer twee mensen doodschoot in het centrum van Antwerpen: de zwangere Malinese vrouw Oulematou Niangadou en het tweejarige Belgische meisje Luna Drowart, dat bij haar was. Er ging een schok van verontwaardiging door het hele land om de moordpartij van de achttienjarige Van Themsche.
Balthazar volgde voor Binneninzicht twaalf veroordeelden die hun ervaringen en inzichten wilden delen om andere jongeren te behoeden voor een carrière in de criminaliteit. Van Themsche werkte
mee aan de muziek voor de documentaire. “Hoe onnoemelijk erg wat hij heeft gedaan, je kunt er niet omheen dat Hans Van Themsche vandaag een verstandige man is met uitzonderlijke talenten,” zei Nic Balthazar gisteren in de kranten van Mediahuis. In de documentaire zal onder meer een rapnummer van Van Themsche te horen zijn. Hij schreef het samen met een Marokkaanse medegevangene. Van Themsche: ‘een verstandige man’, ‘met uitzonderlijke talenten’. Het kan misschien kloppen, maar ik moest toch even slikken bij het aanhoren van een soort lofzang op een moordenaar van wie de daden nog vers in het collectieve Vlaamse geheugen liggen. ’s Avonds deed Balthazar bij Reyers laat zijn beklag over het feit dat hij in de loop van de dag aan de schandpaal werd genageld omdat Van Themsche mede de muziek voor zijn film maakte. Ik probeer ruimdenkend te zijn, maar ik vrees dat ik de vele negatieve en zelfs kwade reacties begrijp. Nee, van mij moet een gevangene als Van Themsche, die in Vlaanderen een gezicht van het onnoemelijk kwaad is geworden, niet wegrotten in zijn cel. Ja, van mij mogen zware criminelen begeleid worden, en hun ontspanning zoeken en krijgen, en dus ook muziek maken. Maar dat zoiets in de openbaarheid wordt gebracht door een regisseur die natuurlijk weet dat hij daarmee heel wat extra aandacht voor zijn film zal krijgen, gaat me een brug te ver. Ook Vlaanderens bekendste strafpleiter Jef Vermassen, die in Reyers laat in debat ging met Balthazar,
Terug naar de eerste pagina
04
had het er moeilijk mee. “Je mag zo’n mensen niet op een voetstuk plaatsen,” zei hij. “Als slachtoffer is het sowieso moeilijk om zulke zaken te verwerken, aangezien er constant berichten verschijnen over zo’n grote daders. Verwerk dat maar eens als ouder.” Balthazar zei nog dat we Van Themsche niet als louter een monster mogen zien, en dat hij een heel gevoelige jongen is. Dat kan best, maar als ook Balthazar een gevoelige jongen is, had hij het feit dat Van Themsche meewerkte aan zijn film moeten verzwijgen. Dan had die medewerking nog iets van een, nou ja, nobele daad gehad, terwijl het nu vooral naar sensatie riekt. Ook de slachtoffers hebben hun gevoelens, maar van hen wordt blijkbaar grenzeloze ruimdenkendheid verwacht. Eerlijk: als ik de kleine Luna had gekend, en ik hoorde in de auto het lied waarvan nu heel Vlaanderen weet dat Van Themsche eraan meewerkte, dan zou ik meteen van radiozender veranderen om niet van woede op mijn stuur beginnen te kloppen. Voor mij horen slachtoffers altijd meer rechten te hebben dan daders. Enggeestig? Nee, menselijk. Vorige week zag ik de film Het vonnis van Jan Verheyen, waarin hij de misstand aan de kaak stelt dat door het systeem van procedurefouten in onze justitie daders vaak meer rechten hebben dan slachtoffers. Op die complexiteit van de rechtspraak hebben burgers geen invloed, maar op hoe ze daarna met daders omgaan wél./
Leviathan: een meeslepende bloemlezing over onrecht en onmacht /Cultuur 23 oktober 2014 door Kevin van Vliet
T
oen Leviathan, de vierde film van de Russische regisseur Andrej Zvjagintsev, in mei in Cannes werd vertoond, dook al snel een gerucht op in de westerse media. De film, die zijn naam ontleent aan het ontembare zeemonster uit het Oude Testament, zou keiharde kritiek bevatten op de Russische staat. Een merkwaardig aantijging, aangezien het Russische ministerie van Cultuur de film voor 35 procent financierde.
Leviathan gaat over de burgerman Kolja, die met zijn vrouw Lilja en een zoon uit een eerder huwelijk aan de Barentszzee woont, in een huis dat hij met eigen handen heeft gebouwd. Hij leidt een vreedzaam bestaan, maar daar komt verandering in. Hij ligt namelijk al jaren in de clinch met de gemeente, die zijn grond wil gebruiken voor een ander bouwproject. Zvjagintsev, die in 2003 doorbrak als filmregisseur met het veelgeprezen The Return, raakte geïnspireerd door het waargebeurde verhaal van de Amerikaan Marvin Heemeyer, die in 2004 een ravage aanrichtte in zijn dorp. Hij stapte in een tot tank getransformeerde bulldozer, reed het gemeentehuis en de burgemeesterswoning binnen en beroofde zichzelf vervolgens van het leven. Het drama was het besluit van een slepende strijd met de gemeente, die de grond onteigende waarop hij jarenlang had gewoond en gewerkt. In Leviathan staat Kolja lijnrecht tegenover burgemeester Vadim Sergejetsj, een dictatoriale politicus die corruptie en uitbuiting tot kunst heeft verheven. De heren worden zeer overtuigend gespeeld door respectievelijk Aleksej Serebrjakov en Roman Madjanov. Het tête-à-tête tussen burger en burgemeester in beschonken toestand is een genot om te aanschouwen. Burgemeester Sergejitsj vertegenwoordigt een ambtelijk apparaat dat tot op het bot verrot is. In achterkamertjes bedreigt hij menige politiechef en rechter met ontslag, en wanneer zijn ambtenaren
Terug naar de eerste pagina
05
geen oplossing bieden voor een protere staatshoofden zijn meegebracht. bleem, dan schakelt Sergejitsj gewoon De vermeen- Het antwoord: “Daar is het nog te vroeg een bevriende knokploeg in. Hij is de de kritiek op voor. Hij (Poetin – KvV) heeft nog te Leviathan was de titel naar verwijst, weinig geschiedenis.” Poetin lijkt geheel volgens de politieke filosofie van een westerse Leviathan is een meeslepende bloemleThomas Hobbes, die het zeemonster zing over onrecht en onmacht. De prijs projectie op gebruikte als symbool voor de absolute voor het beste scenario, die Zvjagintsev een film die heerser die de wereld beschermt tegen en Negin in de wacht sleepten op het nu eenmaal complete chaos. filmfestival van Cannes, lijkt meer dan in Rusland En Kolja staat machteloos. Regisseur terecht. Het verhaal is tijdloos en universpeelt. Zvjagintsev heeft zich, behalve door de seel, zij het gegoten in een koud, Ruslotgevallen van Heemeyer, laten inspisisch jasje./ reren door het verhaal van de bijbelse figuur Job, die alles verliest wat hij liefheeft. De parallel wordt gelegd wanneer de wanhopige Kolja te rade gaat bij een vrome plaatsgenoot en het verhaal van zijn bijbelse lotgenoot voorgeschoteld krijgt. Een sterk aspect van het scenario, dat Zvjagintsev samen met Oleg Negin schreef, is dat een aantal cruciale gebeurtenissen buiten beeld plaatsvindt, /Cultuur 18 oktober 2014 door Nick Muller wat de kijker ruimte geeft voor eigen invulling. Daarnaast wordt veelvoudig gebruik gemaakt van an dichter Lévi Weemoedt (pseudoniem langdurige shots, iets wat je in het gemiddelde Holvan Izaäk van Wijk, 1948) verschijnt vollywooddrama zelden ziet. gende week, na een adempauze van meer De vermeende kritiek op Poetins Rusland lijkt een dan vijftien jaar, een nieuwe dichtbundel. Het westerse projectie op een verhaal dat zich nu eenhad niet veel gescheeld of hij had de publicatie maal in het Rusland van vandaag afspeelt. Wanneer van Met enige vertraging, zoals de bundel met Kolja en drie vrienden halverwege de film stoom enige ironie is genoemd, niet mee kunnen maken. afblazen door op portretten van oude Russische Drie maanden geleden werd hij getroffen door leiders als Gorbatsjov en Brezjnjev te schieten, een hartinfarct en moest hij twee zware operaties wordt zelfs de vraag gesteld waarom er geen recenondergaan. Weemoedt: “Eigenlijk best jammer
Lévi Weemoedt: ‘Deze bundel had eigenlijk postuum moeten verschijnen’
V
dat ze me op de operatietafel hebben gered, want mijn dood was voor de verkoop van dit bundeltje natuurlijk uitstekend geweest.” HP/De Tijd sprak met de dichter, onder meer bekend van Van harte beterschap, kleine trilogie van de treurigheid (1982), De ziekte van Lodestijn (1986) en zijn in 2007 verschenen verzameld werk: Vanaf de dag dat ik mensen zag, over de jaren tussen zijn voorlaatste en laatst verschenen dichtbundel. Wat opvalt: Weemoedt praat zoals hij schrijft. Tragikomisch, met de nodige ironie en af en toe schaterlachend orerend over het glas dat altijd half leeg is. In de folder van de uitgeverij las ik dat Lévi Weemoedt deze maand veertig jaar bestaat. Is dat iets om u mee te feliciteren?
“Nee, natuurlijk niet. Dat is toch ellendig? Als je bij een bedrijf werkt krijg je na veertig jaar een horloge of, zoals nu vaak het geval is, een schop onder je kont omdat je er al te lang zit. En ik krijg een eigen bundeltje.” Denkt even na: “Trouwens, Lévi Weemoedt bestaat al langer dan veertig jaar. Het klopt dat ik in 1974 onder deze naam ben begonnen met schrijven voor het Amsterdamse studentenblad Propria Cures, maar het allereerste Weemoedtsonnet verscheen al in ’72 of ‘73 in het clubblad van de zaterdagamateur waar ik voetbalde. Maar ach, laten we zeggen dat Lévi Weemoedt volgende week veertig jaar bestaat. Ze verzinnen bij zo’n uitgeverij altijd wel weer iets om een boek onder de aandacht te brengen.”
Terug naar de eerste pagina
06
Wie heeft dat pseudoniem destijds eigenlijk bedacht?
“Ik heb de naam zelf verzonnen, geloof ik. Maar waarom en hoe weet ik eigenlijk niet. Het zat gewoon ineens in mijn hoofd. ‘Lévi Weemoedt’, dat klonk wel goed. En dat de naam een joodse associatie heeft – mijn echte naam is Izaäk Jacobus en ik heb joods bloed van vaderskant – zal ook wel hebben meegespeeld.”
Met enige vertraging is uw eerste dichtbundel in vijftien jaar. Waarom heeft dat zo lang geduurd?
“Dat heeft allemaal te maken met externe factoren. Het simpele, banale feit van het overlijden van mijn vrouw – in 2002 was dat – is bijvoorbeeld een hele cesuur geweest. Toen was ik doodeenvoudig niet in de stemming om luchtige versjes te schrijven: ik had twee kinderen, waarvan de jongste nog geen elf jaar oud was, waarvoor ik moest zorgen. Dan beslis niet jij, maar dan beslist het leven of je wel of niet
achter de schrijftafel kunt zitten. Pas in 2005 ben ik weer sporadisch wat gedichtjes gaan schrijven. Als afleiding.” Andere mensen gaan misschien juist poëzie schrijven als het leven tegenzit.
“Ja, maar dat werkt voor mij niet. Ik ben ook niet zo’n poëet hoor. Ik ben niet iemand die zijn hele existentie in prachtige volzinnen weet te verwoorden. Ik rommel maar wat. Bij mij is het meer een soort van satire. En juist die luchtige gedichtjes, dat lukte toen niet meer. Ik kon niet voldoende afstand nemen van dingen.” Waarin vond u in die tijd dan wel afleiding?
“Mijn werk. Ik heb heel lang schrijvend de kost verdiend. Ik zat jaren op de grote vaart, was altijd bezig met het maken van reisverhalen en altijd veel van huis. Maar toen mijn vrouw ziek werd kon ik dat beroep niet meer uitoefenen, dus ging ik op zoek naar een andere manier om geld te verdienen. En toen ben ik in de bajes gaan werken. In de Grittenborgh. In Hoogeveen. Een plezierige tijd. Ik werd aangesteld als docent voor de buitenlandse gedetineerden, ik geloof dat we jongens hadden uit 162 landen, maar ik was vooral ook een vertrouwenspersoon voor die knapen. Maar goed, toen ik zestig werd moest ik weg omdat ik een zogenaamd ‘verzwaard beroep’ had. Soms werken regels tegen je.” Het motto voorin uw bundel luidt: “De dag is kort, de dood nabij, dus aan de slag, geen mijmerij!” Voelt de dood nabij?
Terug naar de eerste pagina
07
Na een korte stilte: “Nou… je bent er, maar je kunt er ook ineens niet meer zijn. Drie maanden geleden onderging ik een vrij serieuze hartoperatie. Niet dat ik dat zelf serieus neem hoor, ik moet er zelf altijd erg hard om lachen als ik eraan terugdenk, maar andere mensen vonden die operatie niet zo leuk.” Wat was er gebeurd?
“Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg een gebrokenhartaanval. De dokter noemt het een hartinfarct, maar met medische taal heb ik natuurlijk niets te maken – het moet voor ons mensen ook uitdrukken wat het eigenlijk is. Bij mij was het de resultante van ongelukkige liefdes, ellende, tegenslagen, enzovoort. Het verbaasde mij eigenlijk al dat mijn hart, door het bewogen leven dat ik heb gehad, niet al eerder was gebroken. En dat ik dat kreeg heeft helemaal niets met cholesterol of dichtgeslibde aderen te maken, zoals de medici je doen geloven, maar dat had te maken met mijn bewogen leven. Te veel ellende. Vroeger ging je dan gewoon dood, maar tegenwoordig word je opgelapt en moet je het maar weer zien te redden.” U had het bijna niet na kunnen vertellen, hoorde ik.
“Ja, dat klopt. Toen de zes uur durende operatie achter de rug was en ik op de intensive care lag bij te komen, kwamen ze er bij toeval achter dat er iets mis was gegaan. Het moest opnieuw. En dat is vervelend, want dan moet je nog eens zes uur geopereerd worden. Dan moeten ze je weer helemaal openmaken, en dan ontstaat er gerede twijfel
of iemand – zeker iemand van mijn leeftijd – dat de paperclip bedenken of iets dergelijks – dus als fysiek wel aan kan. En twee keer kort achter elkaar ik nu dood neer zou vallen zou dat oké zijn. Ik ben onder narcose worden gebracht is ook niet bepaald wat dat betreft wel klaar hier.” zegenrijk voor de geest. De kans bestaat dat je een Maar u leeft niet alleen voor uzelf neem ik aan, delier krijgt. En dat gebeurde dan ook. Een delier is ook voor anderen. een soort psychose: je ziet dingen die er niet zijn, “Precies, daar zeg je een waar woord. Ik heb natuuren dingen die er zijn zie je niet. Snap je? Dat je een lijk ook twee kinderen die het fijn vinden dat ik er soort vervreemding voelt van de werkelijkheid. Nu nog ben. Dat is dan misschien ook wel de reden dat leef ik eigenlijk mijn hele leven al met mij nog wat extra tijd is gegeven, om er dat gevoel, dus dat was voor mij niet zo voor hen te zijn.” bijzonder. Het is alleen wel lastig dat Dan, met een zekere ironie: “Maar als Schaterje in het begin geen contact kunt malachend: ‘Als ik wel dood was gegaan, had ik wel een ken met mensen. Jij begrijpt hen niet mooi postuum bundeltje gehad. Dat ik dood was en zij begrijpen jou niet. Dat geeft een gegaan, dan was immers al bijna klaar toen ik die heel eenzaam gevoel. Maar dan, na een was ik natuur- gebroken hartaanval kreeg. En voor de week of zo, vind je een modus waarverkoop was mijn heengaan natuurlijk lijk juichend door het lijkt alsof je weer normaal uitstekend geweest. Het is dus buitenvan de baar bent, en dan mag je naar huis. Kun je gewoon onverstandig wat ze daar in de opgestaan. daar gewoon weer raar gaan doen.” operatiekamer hebben gedaan. Ze hadEindelijk!’ Bent u toen op enig moment bang den me eindelijk eens een rijk man kungeweest voor de dood?
nen maken! Maar ik ben er nog. Voor mij “Nee, angst voor de dood heb ik niet.” Schaterlais dit eigenlijk alsnog een postuum bundeltje. Dat chend: “En als ik dood was gegaan, dan was ik nakomt door die associatie: ‘Dit had eigenlijk mijn tuurlijk juichend van de baar opgestaan. Eindelijk! laatste bundeltje moeten worden.’ Wat dat betreft Maar voor de nabestaanden zou mijn dood natuurklopt er iets niet. Ik wil niet klagen en mopperen lijk wat minder relaxed zijn. Kijk, ik heb al een heel over de artsen die mijn leven gered hebben, maar leven achter me. Het was geen slecht leven, maar literair gezien was het natuurlijk dé oplossing geook geen leuk leven. Maar ik heb gedaan wat ik weest om een punt achter mijn carrière te zetten.” wilde doen, en dat is goed. En ik heb niet het idee Beschouwt u dit ook als uw laatste dichtbundel?
dat ik nog een nieuw land ga ontdekken, of nog een “Nee, want ik ben alweer aan het schrijven voor een belangrijke uitvinding ga doen – een vervanger van nieuwe bundel. Maar ik denk niet in bundels hoor.
Terug naar de eerste pagina
08
Kijk, als je schrijft dan moet je af en toe publiceren. Maar eigenlijk vind ik dat onzin. En ik kan er ook steeds slechter tegen. Al dat gedoe.” Dan publiceert u toch niet meer?
“Dat zou je zeggen, maar aan de andere kant is het juist heel fijn om dichtbundels te maken. Mijn uiteindelijke streven is om een boek te maken met mijn allergrootste hits. The best of Lévi Weemoedt. Met daarin veertig of vijftig evergreens die iedereen mee kan zingen. Elke muzikant herkent dat: je maakt een cd met twaalf liedjes. Twee daarvan zijn evergreens, de rest is vulling. Een dichter heeft dat ook. Vijf of zes gedichten in een bundel stijgen boven de rest uit, de rest is vulling. Hoe meer dichtbundels je dus maakt, hoe meer evergreens er ontstaan. En, in mijn geval, is elke bundel die ik publiceer weer een trapje hoger dan de bundel daarvoor. Dus er komen steeds meer van die evergreens bij. Pas als ik dat heb bereikt, dat ik een boek maak waarin mijn beste gedichten zijn samengevat, is mijn leven geslaagd.” Maar dat boek zal dan waarschijnlijk pas na uw dood verschijnen, als er geen nieuwe ‘evergreens’ meer kunnen worden toegevoegd. “Precies. Zul je net weer zien: altijd als het feest wordt, ben ik weer niet van de partij.”/ ‘Met enige vertraging’ Nijgh en Van Ditmar. €14,99
We moeten op zoek naar de Henk de Jong in onszelf /Sport 20 oktober 2014 door Frank Heinen
O
peens was Henk de Jong overal. Hij stond groot in mijn krant, hij was op de radio, en ook de televisie was naar Drachten gekomen om Henk de Jong in zijn tuin te interviewen over Heerenveen-Cambuur, tegen zijn voormalige baas Dwight Lodeweges. Henk de Jong stond bij een schutting en zei dat hij zich op de wedstrijd verheugde.
Of ze nog veel contact hadden, wilde de verslaggever weten.
Laatst, zei Henk de Jong, kwamen ze elkaar tegen bij een interview. Toen hadden ze elkaar even vastgehouden.
(Ik zal wel een zacht ei zijn, maar ik vind dat dus ontroerend – Henk de Jong en Dwight Lodeweges die elkaar even vasthouden.)
Voor ik het wist, zat ik midden in het Henk de Jong-archief van de NOS. Het bleek een fust vol nuchtere levenswijsheid, waaruit ik onbeperkt quootjes kon tappen. Henk de Jong voor een zielig wandje met logo’s van Eredivisiesponsors: “Dit was een geweldig leermoment.”
Henk de Jong over vorm: “Of komt Barcelona hier, spelen we nog gelijk.” Henk de Jong over met 4-1 winnen van Dordrecht:
“Je kunt er nog meer maken, maar da’von’k niet nodig, want ik vind Dordrecht ook een prachtige ploeg.”
Henk de Jong over verliezen: “Sommige mensen proberen je in de put te praten omdat je een keer van PSV verliest. Tja… Het klopt ook: we hebben in veertien jaar maar één keer van PSV verloren, maar we hebben er ook maar een keer tegen gespeeld, volgens mij.”
Henk de Jong over aanvallend spel: “Je moet gewoon niet in de kont gaan hangen, dat vindt het publiek niet leuk.”
Henk de Jong over spanning: “Ik heb weinig last van spanning bij wedstrijden, alleen van wedstrijdspanning.”
Henk de Jong over hobby’s: “Ik vind vissen leuk.”
Henk de Jong over investeren: “Ik heb ooit een ton gewonnen bij de Staatsloterij. De eerste duizend gulden was al op na een avond stappen. Kocht ik drie Porsches, dacht ik met winst te kunnen verkopen. Daarna nog wat aangerommeld en toen was het op.”
Henk de Jong over sociaal gedrag: “Als mensen me aankijken, zeg ik goeiedag. Kleine moeite, goeiedag zeggen. Kost net zoveel moeite als geen gedag zeggen.”
Henk de Jong over mindere kantjes aan Henk de Jong: “Ik hou van stapp’n. Dan kan ik doorgaan tot zes, zeven uur, dat maakt me niks uit. Lekker dom lullen, zeg ik altijd.”
Terug naar de eerste pagina
09
verdampen van eigen geld zijn meer mensen bedreven dan je zou denken. De wereld die het meest baat zou hebben bij meer Henk de Jongs, is vanzelfsprekend de voetbalwereld. Het is natuurlijk niet voor niets dat alle journalisten zich op Henk de Jong storten als leeuwen in Artis op een achteloze reiger: na jaren opgeblazen gezanik aangehoord te hebben, lusten ze allemaal wel weer eens een brokje nuchterheid.
Stel je voor: Henk de Jong bij Manchester: “Je kunt je Dat is Henk de Jong: iemand die nuchterheid naar een heel nieuw niveau brengt – behalve als hij tot zeven uur uitgaat dus. Iedereen houdt van Henk de Jong, en de wereld zou baat hebben bij meer Henk de Jongs. Meer Henk de Jongs in de trein, die bij langdurige vertraging kunnen omroepen dat ‘er in principe geen vertraging is, maar dat de trein voorlopig nog niet kan vertrekken’. Meer Henk de Jongs ook voor de klas, die tegen vervelende pubers zeggen dat ze zulke vervelende pubers zijn en vervolgens een forel op het bord tekenen, omdat ze daar zin in hebben. Meer Henk de Jongs bij de kassa van de Albert Heijn, die iedereen gedag zeggen omdat dat geen extra energie kost. Meer Henk de Jongs in de wereld van motivatietrainingen, zodat teambuildingsweekends kunnen worden teruggebracht tot een halfuurtje, omdat Henk de Jongs genoeg hebben aan een schouderklopje en drie keer de zin “Da’s toch prachtig?”
De enige plek waar ik niet per se meer Henk de Jongs hoef te hebben, is in de top van bepaalde bedrijven en banken – in het laten
in de put laten praten omdat je met 4-0 van M.K. Dons verliest, en dat is terecht, want we hebben in de afgelopen veertien jaar maar een keer van M.K. Dons verloren, maar we hebben ook maar een keer tegen M.K. Dons gespeeld, dus dat valt weer mee.”
Henk de Jong bij Real Madrid: “Zo’n Cristiano Ronaldo, da’s toch prachtig?”
Henk de Jong bij Liverpool: “Ach, zo’n Balotelli… Die is gewoon een beetje ondeugend, da’s toch mooi? Ik houd ook van stapp’n.”
Henk de Jong als nieuwe presentator van Pauw: “Ach, lekker dom lullen, zeg ik altijd.” Spijtig dat er maar één Henk de Jong is, en dat hij zulk leuk werk heeft. Henk de Jong wordt nooit premier, nooit. Zo zit er maar één ding op: we moeten allemaal op zoek naar de Henk de Jong in onszelf. Het zal niet eenvoudig zijn, maar het moet – een betere wereld begint bij Henk de Jong.
Laten we beginnen met vandaag tegen iedereen goeiedag te zeggen. Kost net zoveel moeite als geen goeiedag zeggen. Henk de Jong zegt het, en die kan het weten./
Schrijnend: zo onveilig is de veiligste plek op internet /Technologie 18 oktober 2014 d oor Geert Poorthuis
V
erbazing wekt het allang niet meer, maar het is toch een klein schokje als blijkt dat een app die zich de ‘veiligste plek op het internet’ noemt zo lek als een mandje blijkt te zijn. Het gaat de om de app Whisper, intussen in gebruik bij miljoenen mensen wereldwijd. De makers, uiteraard Amerikaans, verzamelen alle informatie in een database en houden nauwkeurig de locatiegegevens van gebruikers bij, terwijl zij nadrukkelijk zeggen dat niet te doen.
Terug naar de eerste pagina
10
De Britse krant The Guardian ontdekte het schandaaltje nota bene toen de krant bezig was een journalistiek samenwerkingsproject met Whisper op te zetten. Journalisten van het dagblad werden drie dagen rondgeleid door de burelen van Whisper en kwamen daar tot de verbijsterende conclusie dat van de beloofde anonimiteit in het geheel geen sprake was. The Guardian heeft om die reden afgezien van de samenwerking, en in plaats daarvan een zeer kritisch stuk over de app gepubliceerd. Whisper profileert zich als een sociaal medium waaraan je dingen kunt toevertrouwen die je niet op bijvoorbeeld Twitter of Facebook durft te zetten, maar die je toch van het hart moeten. Een soort biechtstoel op het internet dus, waarbij de makers en beheerders zich aan een biechtgeheim beloven te houden. Maar waar een katholieke priester zich, behalve in noodgevallen, doorgaans wel aan dat geheim houdt, is daar bij Whisper geen sprake van: het heeft een groot team op de Filippijnen geïnstal-
leerd dat alle data nauwkeurig monitort. Vanwege die vermeende anonimiteit is Whisper zeer populair onder personeel van het Amerikaanse leger dat, zo kunnen wij ons voorstellen, nogal eens verhalen te vertellen heeft die je liever niet ziet op de Facebookpagina of in een tweet. Het zal dan ook geen verwondering wekken dat Whisper ook nauw samenwerkt met de staf van dat leger. Zelfs een gebruiker die zijn gps-gegevens uitzet, kan op andere manieren door het bedrijf redelijk precies worden gelokaliseerd. Weer een illusie aan scherven dus. Onderhand is wel duidelijk dat er op internet op geen enkele plek meer sprake is van anonimiteit en dat het overgrote deel van de internettende mensheid zich daar absoluut geen zorgen over maakt. Whisper geeft mijn diepste geheimen door aan iedereen die daarom vraagt, Adobe leest mijn harde schijf als ik een ebook lees en mijn provider weet meer over mij dan mijn eigen vrouw./
Waarom u dik wordt van een jetlag /Wetenschap 20 oktober 2014 EOS
E
en verstoorde biologische klok verandert de samenstelling van de darmbacteriën en verhoogt het risico op obesitas.
Er zijn heel wat mensen bij wie het dag- en nachtritme nogal eens wordt verstoord – denk maar aan nachtwerkers of mensen die dikwijls van de ene tijdzone naar de andere vliegen en daardoor vaak last hebben van een jetlag. Het was wetenschappers allang opgevallen dat zij een hoger risico dan normaal lopen op obesitas, diabetes, kanker en hart- en vaatziekten, ook al begrepen ze niet helemaal welke rol de verstoring van de biologische klok daarbij speelde. Wetenschappers van het Israëlische Weizmann Instituut der Wetenschappen onderzochten of onze darmmicroben daar op een of andere manier bij betrokken zijn. Ze namen staaltjes van de uitwerpselen van muizen en mensen op verschillende momenten van dezelfde dag, en ontdekten dat er ritmische schommelingen zitten in de hoeveelheid microben en in hun biologische activiteiten. Toen ze de muizen vervolgens aan een abnormaal dag- en nachtritme blootstelden – door met licht te spelen en door ze op ongewone tijdstippen van
Terug naar de eerste pagina
11
/Ecstasy
Carnaval in een pil door Rosanne Kropman beeld Ilvy Njiokiktjien
A
ls iemand alles weet van ecstasy, is het drugsonderzoeker Ton Nabben. Zo lang als het verbod op de pillen bestaat, doet hij er onderzoek naar: al een kwart eeuw. Een nacht lang op jacht naar chemisch geluk.
voedsel te voorzien – stelden ze vast dat de activiteit van de microbengemeenschap in hun darmen en hun samenstelling veranderde. Toen ze ook de uitwerpselen van reizigers analyseerden die van de Verenigde Staten naar Israël waren gevlogen en last hadden van een jetlag, stelden ze ook bij hen vast dat de samenstelling van de microben was veranderd, in het voordeel van bacteriën die in verband worden gebracht met obesitas en metabole aandoeningen. Volgens de wetenschappers moet verder onderzoek uitwijzen of preventieve probiotische of antimicrobiële behandelingen het risico op obesitas en daaraan verwante problemen kunnen verminderen of zelfs voorkomen./
‘Nee, vrijdag kan niet. Dan is daar een urbanfeest,” meldt criminoloog Ton Nabben aan de telefoon als we een afspraak maken om met hem mee naar een club te gaan. “Als je wat te weten wil komen over ecstasy, moet je niet naar een urban-avond gaan. Op urban feesten wordt weinig ecstasy gebruikt. Het ritme van de muziek leent zich er niet voor, en in de zwarte cultuur zit pillen slikken niet ingebakken, doordat er heel kritisch naar controleverlies wordt gekeken.” Nabben kent wel Surinaamse stappers die ecstasy gebruiken, maar die doen dat op een andere plek, bijvoorbeeld op een festival, en dan vaak ook nog met witte vrienden. Blowen en alcohol is weer wel bon ton, maar wie pillen in het veld wil bestuderen, kan beter naar een feest met digitale muziek. Het intrigeert Nabben. Waarom in de ene cultuur niet, in de andere wel? Nabben was afgelopen zomer nog in de hippe club,
die niet met naam in HP/De Tijd wil. Hij kent het er goed, er komen veel Amsterdammers, weinig toeristen. “Als je iets te weten wil komen over binnenlands gebruik, is dit een goeie locatie.” Geroutineerd gaat hij in de linker rij staan. De beveiliger rechts kent hij als kattig en uit de hoogte. “Geen zin in dat gezeik. Als mijn avond zo begint, wil ik direct weer naar huis. Dat is net zoiets als mijn schoenen uit moeten doen voor controle, daar begin ik niet aan.” Nabben is met zijn vijftig jaar twee keer zo oud als de gemiddelde bezoeker, maar het lijkt hem niet te deren. Hij is thuis in het nachtleven. Avonden als deze gebruikt Nabben als achtergrond voor zijn
Terug naar de eerste pagina
12
onderzoeken. Hij is net bezig met de afronding van het vijfjaarlijks clubonderzoek van het Bonger Instituut van de Universiteit van Amsterdam, zijn werkgever. Dit jaar is het de vijfde meting in 25 jaar. “Zo krijg je elke keer een snapshot van een subgeneratie. De focus ligt op de stand van zaken in het middelengebruik.”
cies genoeg voor een tevreden, eufoor gevoel, het mellow waar de Party Animals over zingen. Nabben: “75 tot 150 milligram is in de literatuur de – tussen aanhalingstekens – veilige dosis. Het is voor een mens hanteerbaar als je ongeveer binnen die hoeveelheid blijft.” Maar de moderne pillen bevatten de afgelopen drie jaar gemiddeld 130 milligram MDMA, met uitschieters naar 250 en zelfs 300 mg. Ecstasy kwam afgelopen zomer meerdere malen in Hoe meer geluk in een pil hoe beter, is de gedachte het nieuws nadat twee keer in korte tijd vervuilde van de huidige generatie gebruikers. “Deze generapillen opdoken in de drugstests van het Trimbos tie wil hoge hoeveelheden MDMA, dat is een opvatInstituut. Een onheilspellend uitziende roze pil met ting die er maar moeilijk uit gaat. Mensen die hun een vraagteken in spiegelbeeld erin gestanst bevatte pillen laten testen, reageren teleurgesteld als de geen MDMA, normaliter het hoofdbehoeveelheid MDMA gemiddeld is. Een standdeel in ecstasy, maar PMMA. Die hoge dosering is blijkbaar de norm.” Hoe meer stof werkt minder snel en minder hefHet risico op overdosis neemt daardoor geluk in tig dan MDMA, waardoor gebruikers toe, juist doordat de pillen zo zuiver een pil hoe denken dat ze een slappe pil hebben zijn. “Voor je het weet, heb je in plaats beter, is de geslikt en snel overdoseren. De clubs gedachte van van een halfje een hele pil op, soms met hingen vol waarschuwingen. zo’n dubbele dosis. Je gaat zweten, je kan de huidige Toch zijn er sterke aanwijzingen dat de agressief worden, hartkloppingen krijgeneratie meeste sterfgevallen door ecstasy niet gen, in paniek raken. Als je overgevoelig gebruikers. veroorzaakt worden door vervuilde pilbent, kan je er zelfs aan overlijden. Er is len, maar door de grote hoeveelheden niet zoiets als risicovrij gebruik.” MDMA die tegenwoordig in de drugs zitten. Zeker Toch is ecstasy al bijna een kwart eeuw een ‘maweet niemand het. Ecstasydoden worden niet apart gisch middel’. Nabben denkt dat dat komt doordat bijgehouden omdat het er, tot deze zomer in ieder de gebruiker door zo’n pil de verplichtingen van het geval, zo weinig waren dat ze in de restcategorie dagelijks leven makkelijker kan loslaten. “Zie het als van de statistieken belandden. een soort mini-carnaval, waarin je eigen verwachToen Nabben net met zijn onderzoek begon, zat er tingen en de gedachte aan de verwachtingen van gemiddeld 80 milligram MDMA in de pillen. Preanderen kan laten vieren.”
Ecstasy is een drug die zich als een kameleon aanpast aan de situatie. “Op een housefeest kan je erop dansen, bij rustige muziek heeft het een mellow effect, en in de kinky scene worden mensen er geiler van. De gemene deler is dat je er socialer van wordt; de expressie van mensen wordt makkelijker.” Ecstasy kwam op in de jaren negentig, toen de grimmige punksfeer plaatsmaakte voor hedonisme. De populariteit van house, de muziek waar ecstasy nog steeds onlosmakelijk mee verbonden is, liep parallel met het succes van de pillen. Eerst aan de rafelranden van Amsterdam, vervolgens ook in het centrum van de stad, waar drugs en de muziek vanuit de undergroundscene bovengronds kwamen in de populaire discotheek Roxy. Inmiddels is het middel wijdverbreid en is Nederland een van de grootste ecstasyproducenten ter wereld. Voor de toiletten van de club staan twee vrouwen innig met elkaar te zoenen. Een uurtje geleden hebben ze hun eerste ‘kwartje’ afgeknabbeld. De twee hebben afgelopen zomer voor het eerst een pil genomen. Beiden noemen het een onvergetelijke ervaring, die ze voor geen goud hadden willen missen. Voorheen waren zij altijd de enigen van hun vriendenclub die niet meededen. “Het was angst. Pure angst om in het ziekenhuis te belanden,” zegt de blonde Denise (37). “Maar het beviel heel erg goed, ik vergeet die avond nooit meer. Het is onvergelijkbaar met bijvoorbeeld drank. Het gevoel is zo
Terug naar de eerste pagina
13
nu de meest gebruikte drug. Ruim een half miljoen Nederlanders hebben weleens een pil geprobeerd, de helft van de Amsterdamse uitgaansscene heeft er ervaring mee. Op het feest waar we zijn, schat hij het percentage tussen de 25 en 30 procent. “Maar dit kan je zien als één grote vissenkom.”
eufoor, maar je visie blijft helder.” Ook nu voelen ze zich gelukkig, alsof ze de hele wereld aankunnen. Ze zijn al vijftien jaar vriendinnen, maar met een pilletje op zijn ze nog net iets liever voor elkaar dan anders. “We vinden eigenlijk iedereen heel lief.” Beide vrouwen hebben een gezin. Nabben: “Zou je het eerlijk tegen je kinderen zeggen als ze je zouden vragen of je weleens drugs gebruikt hebt?” Denise zegt van wel, mocht haar dochtertje, dat nu anderhalf is, er later naar vragen. “Als ze het later zelf ook eens wil proberen, wil ik wel dat ze het overdenkt. Je hebt maar één lichaam, daar moet je goed op passen.”
Die twee vrouwen zijn wel atypisch, zegt Nabben later. “Het zijn laatbloeiers. De meesten beginnen als ze tussen de twintig en de dertig zijn.” De leeftijd van beginnen en het feit dat ze het ook aan hun kinderen vertellen, zegt iets over de normalisering van ecstasy, vindt Nabben. “Steeds meer mensen komen ermee in aanraking of nemen het zelf niet maar kennen anderen die het gebruiken. Over ecstasy wordt vrij mellow gedacht, heel anders dan bijvoorbeeld over cocaïne.” Nabben sluit niet uit dat pillen dezelfde status krijgen als cannabis, een drug die al ruim veertig jaar in Nederland verkrijgbaar is. Na cannabis is ecstasy
Wie door de ogen van Nabben naar het uitgaansleven kijkt, ziet de feestgangers haast op een antropologische manier. Gebruikers pikt hij er zo uit. “Je ziet het aan alles: lossere bewegingen, zweten, vergrote pupillen.” De vrolijke Oscar, die aangetrokken wordt door de camera, ziet Nabben dan ook al ruim van tevoren aankomen. Hij is niet de enige die interesse heeft in het fototoestel. De hele avond springen er mensen voor de neus van de fotograaf, allemaal willen ze op de foto. “Wauw, mooi hoor, zal ik een foto van jullie maken, wel lachen hoor, wauw, wat een mooi ding,” ratelt Oscar. Net als Denise ziet ook hij er buitengewoon content uit. Een uur geleden is er een pil in gegaan. Hij slikt bijna altijd als hij uitgaat, want ecstasy maakt hem ‘lekker los’. Bovendien heeft hij chronisch moeie benen, een gevoel dat na een pilletje plaatsmaakt voor de drang om te dansen. Als Oscar weer terug drentelt richting dansvloer, zegt Nabben: “Vooral hoger opgeleiden zijn op dit moment calculerend in hun drugsgebruik. Ze kienen nauwkeurig uit met wie, waar en wanneer ze gebruiken. Het betekent voor hen loskomen van
Terug naar de eerste pagina
14
verplichtingen zoals werk en studie. Dat is trouwens belangrijk voor elke generatie.” Het publiek deze avond is hoogopgeleid, analyseert hij. “Het zijn mensen die weg willen van het idee van de klassieke club, met een voorkeur voor wat complexere muziek. Zeker de helft hier is student.”
drugs, lachgas en dopamines, zoals cocaïne, zal je hier minder aantreffen.”
Dat cocaïne wat uit de gratie lijkt te zijn, heeft te maken met de tijdsgeest: coke is duur – 50 tot 80 euro voor een gram – en bovendien snel uitgewerkt. Het zou ook kunnen dat cocaïne De laatste tien jaar zit er ‘s zomers een qua populariteit heeft ingeboet doordat ‘De huidige piek in het ecstasygebruik; vanwege de ecstasy de laatste jaren weer een oplefeesten en enorme opkomst van festivals, denkt ving heeft gehad, blijkt uit het jaarlijkse festivals Nabben. De huidige generatie beweegt Antenneonderzoek naar trends in alcod uren lang. zich langzaam uit de bestaande clubs hol-, tabaks- en drugsgebruik bij jonge Mensen en discotheken en zoekt het feest liever Amsterdammers. Twee keer per jaar inn emen dan buiten de gebaande paden. Rafelranterviewt Nabben voor dit onderzoek een eerder een den zijn in, gelikt is uit. groep gebruikers uit de uitgaanswereld. pil.’ Nabben schrijft de beweging naar buiAnoniem vertellen zij over hun waarneten deels toe aan de vele begrenzende mingen in het nachtleven. maatregelen van de afgelopen jaren: het rookverHet Antenneonderzoek is ook een van de belangbod, strenge sluitingstijden en het zerotoleranceberijkste pijlers onder Nabbens promotieonderzoek leid voor drugs. De vele festivals varen er, in tegenuit 2010 geweest. Het proefschrift High Amsterdam stelling tot nachtclubs, wel bij. “Dat zijn een soort – Ritme, roes en regels geldt als zijn magnum opus feestsafari’s. Die duren langer, ook qua tijdsbele– of zoals hij zelf zegt, zijn magnum dopus – van ving. Mensen zijn dan eerder geneigd om een pil te ruim twee decennia onderzoek. Nabben ondernemen. Als ze maar een uurtje hebben voor ze weer zocht daarvoor drugsgebruik in alle lagen van de naar huis gaan, doen ze het niet.” bevolking en in elke denkbare subcultuur. Hij begon met de heroïnehoertjes achter het Centraal De groep die in de club deint op het ritme van de Station in de jaren negentig, verlegde zijn ondertrage minimal techno, gebruikt een palet aan drugs, zoek naar de jongenshoeren in de Paardenstraat in hoewel ook in deze groep alcohol nog steeds de de Amsterdamse binnenstad, en van daaruit rolde boventoon voert. “Ik verwacht hier vooral stimulehij de kraakbeweging in. “Uitgaan is altijd de conrende middelen zoals ecstasy en speed. Designerstante geweest. Ik ga zelf al vanaf de jaren tachtig
uit. Ik heb het geluk gehad dat ik van mijn hobby mijn werk heb kunnen maken.” Nabben participeert tot op zekere hoogte in de scene waarin hij een onderzoek doet. Zo stond hij eind jaren negentig in een rubber pak op een seksfeest waar je zonder leer, lak of rubber niet binnenkwam. Het was de eerste ‘uitbraak’ van GHB. Zijn logboek bewaarde hij in de EHBO-ruimte. Alles in naam der wetenschap. Moeite met het aanspreken van mensen heeft Nabben niet. “Ik voel me er wel vrij in. Je moet bij sommige scenes even omschakelen. Het duurde bijvoorbeeld even voor ik gewend was op gabberfeesten, maar uiteindelijk word je geabsorbeerd in het feestgedruis en is het ook daar best wel leuk.” Nu bezoekt hij nog steeds feesten, maar lang niet meer zoveel als in de housejaren van weleer. In tegenstelling tot de jaren negentig heeft hij nu een groter netwerk van informanten die het uitgaansleven voor hem in de gaten houden. Zo volgt hij jonge gebruikers die net beginnen. Tweejaarlijks spreekt hij een aantal voorlopers uit het uitgaansleven die hem bijpraten. Ook gaat hij geregeld rond bij smartshops, die hem in contact brengen met experimentele gebruikers, en ten slotte houdt een aantal dj’s hem op de hoogte van de sfeer in het nachtleven. Zoals iedere brandweerman graag een fikkie stookt, zo probeerde Nabben zelf de nodige drugs uit. Hij loopt er niet mee te koop. Een zuinig ‘ik heb wel
Terug naar de eerste pagina
15
ervaring met middelen’ antwoordt hij op de vraag naar zijn eigen gebruik. “Als je drugs gebruikt, hangt het er erg van af wat je ermee wilt bereiken en met wie je het doet. Toen ik net in Amsterdam kwam wonen, in 1980, rookte ik heroïne van folie met een vriend, maar kwam er al vrij snel achter dat het niks voor mij was.” Nabben experimenteerde verder, gebruikte amfetamine en lsd. Die laatste psychedelische drug veroorzaakte een blijvende verandering. “Lsd was echt een eyeopener voor me. Vele ma-
len indrukwekkender dan heroïne.” Toen Nabben in de jaren tachtig, met lsd achter de kiezen, de Leidsestraat in keek, zag hij de lange rij kebabtenten waar de bezopen feestgangers in- en uitliepen. Nuchter was de overdaad aan fast food hem nooit opgevallen. “Opeens drong het tot me door dat de manier waarop we met eten omgaan, dat geïndustrialiseerde en het massale, me tegen de borst stuitte.” Na die trip was Nabben vijftien jaar lang vegetariër. “Als je onder invloed bent kunnen dingen zich enorm uitvergroten en je inzichten geven die je voorheen niet gehad had. Die Leidsestraat vol vlees en mayo – het riep een enorme walging bij me op.” En nee, hij propageert het gebruik van drugs niet, maar je moet er wel reëel over zijn, vindt hij. “Over de symbolische betekenis van drugsgebruik heb ik een andere opvatting dan de politie. Het gebruik van drugs kent een heel sociale component. Door de ongeremdheid zijn mensen ontzettend van het uitdelen. Dat is iets totaal anders dan de dealcultuur die de politie erin ziet.” Maar maakt een drug als ecstasy echt gelukkig of beperkt de euforie zich tot de lichamelijke reactie op de stof MDMA? “Nee, ik denk dat het ook op lange termijn best gelukkig kan maken. Al is het alleen al omdat veel mensen er heel leuke, gedeelde herinneringen aan overhouden.”/ Dit artikel verscheen eerder in HP/De Tijd 10 uit 2013
/Afkicken van internet
Dan maar vroeg naar bed.... door Kevin van Vliet illustraties Matthias Giesen
W
ie nu jong is, weet niet beter dan dat je voortdurend met alles en iedereen in contact staat via internet. Hoe is het om die digitale levensader af te sluiten? Je hoort weleens horrorverhalen van vrienden en collega’s die noodgedwongen even zonder smartphone moeten leven. Een zakkenroller, de wasmachine, de overstap naar een nieuwe provider – het kwaad is zo geschied. En dan zit je dagen, soms zelfs weken zonder mobiele communicatie. Afschuwelijk. Alsof je een vijfde ledemaat verliest. Wat zeg ik: een dierbare. Flauwekul, vond ik altijd. Zelf leefde ik in de veronderstelling dat het bezit van een mobiele telefoon niets bijdraagt of afdoet aan mijn levensgeluk. Ook al hoor ik tot de generatie die is opgegroeid met Pokémonkaarten en flippo’s, ik kocht mijn eerste smartphone pas twee jaar geleden. Daarmee liep ik achter op menige kleuter, die al een iPhone onderkwijlt voordat papa de zijwieltjes van zijn fiets verwijderd heeft. Mijn eigen vader heeft al vanaf het moment dat hij de zijwieltjes van mijn zwart-oranje kinderfietsje schroefde een heldere opvatting over
Terug naar de eerste pagina
16
de mobiele telefoon: “Als ik je er maar mee kan bellen.” En zo dacht ik er ook altijd over, tot ook ik twee jaar geleden overstag ging onder druk van mijn omgeving. Al gauw verklaarde ik mijn vader voor gek, hardop dan, want heimelijk bewonder ik zijn standvastigheid, verslaafd als ik inmiddels ben aan alle mogelijkheden die ik ooit versmaadde. Snel een spelletje bij de koffieautomaat, het nieuws lezen op de wc, muziekje aan in de badkamer. Ik heb zelfs ooit onder de douche mijn energieleverancier te woord gestaan. Nooit ga ik meer zonder de opladers van mijn smartphone en laptop de deur uit, zoals een alcoholist altijd een kurkentrekker bij zich heeft. Een dieptepunt bereikte ik toen ik laatst in een winderig bushokje mijn MacBook als oplaadpunt gebruikte voor mijn iPhone. Hoe overheersend de rol van de smartphone in ons leven is geworden, realiseerde ik me onlangs toen ik met een vriend nachtelijk Amsterdam afstruinde op zoek naar een zak chips. We raakten verzeild bij Kokkes Avondverkoop aan de Overtoom.
Wachtend op onze beurt merkte ik een briefje op achter de toonbank: “Als u aan het bellen bent, helpen wij vast iemand anders.” Dat vond ik de meest klantonvriendelijke mededeling die ik ooit had gezien, maar al snel begreep ik dat Kokkes gelijk had. Staan bellen terwijl een winkelier zijn best doet jou te helpen is inderdaad onbeschoft. Kennelijk doen we het zo vaak tóch dat zo’n briefje nodig is. We grijpen voor van alles en nog wat naar onze smartphone. Als hij rinkelt, lijkt niet opnemen niet eens een optie. En we gebruiken hem als opslagplaats van ons sociale leven: een groot deel van onze communicatie staat erin, plus onze contacten en afspraken. Op de weer-naar-school-afdeling van de HEMA zag ik een meisje haar moeder uitlachen. “Agenda? Ik heb toch een telefoon?” Het zou arrogant zijn om te beweren dat ik in staat ben in het eenentwintigste-eeuwse Nederland een bevredigend leven te leiden zonder de technologische geneugten die deze tijd biedt. Ik denk dat dat maar weinig generatiegenoten gegeven is. Toch was ik zo hoogmoedig om op de redactie van HP/De Tijd voor te stellen dat ik het zou proberen. Een week lang ging ik leven zonder smartphone. Zonder laptop. Zonder tablet. Zelfs zonder televisie. Ik ging, kortom, in digitale retraite.
COLOFON /Directeur J. De Leeuw /Uitgever Marianne Verhoeven /Chef webredactie Edwin van Sas /Eindredactie Cecilia Tabak /Art director Ellen van Rossum /Aan dit nummer werkten mee Ann De Craemer, EOS, Frank Heinen, Rosanne Kropman, Nick Muller, Ilvy Njokiktjien, Geert Poorthuis, Kevin van Vliet /Marketing & Advertentie-exploitatie Marlou van Uden (chef)
[email protected] /Contact HP/De Tijd
[email protected]
Meld u nu aan voor de nieuwsbrief en ontvang tevens het weekblad in uw mailbox! Sluit hier een abonnement af op HP/De Tijd
Het volledige artikel leest u in HP/De Tijd 09, die nu in de winkel ligt.
Terug naar de eerste pagina
17