Hoe beleven leerlingen de rechtsstaat? Workshop: rechtsstaat in de les; leerlingen activeren
Rollenspel Befje op Befje af
Hoger Lager
Dilemma’s
Hoe lossen we dit op?
Opgepakt, wat dan?
Rechtenteller
Landenspel
Machtenveld
Machtenscheidingquiz
Leerlingen over rechtspraak
1. Befje op Befje af Leerdoel: De leerlingen leren spelenderwijs over de rechtspraak en met name veelgehoorde misverstanden over de rechtspraak worden behandeld. Werkvorm: Quiz Waarom werkt het? • Spelelement zorgt voor enthousiasme • Iedereen doet mee • Aandacht voor het antwoord
Hoe oud moet je minimaal zijn om een strafrechtszaak bij te mogen wonen? Ik ben 12 jaar Befje op: 16 jaar
Befje af: 12 jaar
Wie is de president van de Hoge Raad? Befje op: Geert Corstens
Befje af: Beatrix
Ik ben de president van de Hoge Raad
Tot wie behoort deze toga? Befje op: Kantonrechter Befje af: Advocaat
Wie hebben meer vertrouwen in de rechtspraak?
Befje op: Mannen
Befje af: Vrouwen
Ik heb meer vertrouwen in de rechtspraak dan zij.
Hoeveel procent van de Nederlandse rechters is man? (2011)
47%
2. Rollenspel Leerdoel: Leerlingen leren in de praktijk hoe een rechtszaak verloopt. Werkvorm: Rollenspel Waarom werkt het? • Leerlingen krijgen een actieve rol • Praktijkgericht
De casus
Aanvullende info: Smaad? Alisha heeft ongeveer 20 1.vrienden; Is de tekst schadelijk voor Facebookpagina dehaar reputatie van Erik? is voor henvan zichtbaar. 2.alleen Was het doel Alisha om de reputatie van Erik te beschadigen? 3. Is Facebook een openbare plaats?
Opening Iedereen gaat staan. De rechter opent de zaak
en vraagt naar de personalia van de verdachte
Tenlastelegging De officier van justitie leest de tenlastelegging voor.
Ondervraging De rechter ondervraagt de verdachte.
Requisitoir De officier geeft aan waarom de verdachte schuldig is en formuleert een eis.
Pleidooi De advocaat geeft aan waarom de verdachte geen of minder straf verdient.
Laatste woord De verdachte heeft het laatste woord.
Uitspraak De rechter doet uitspraak
3. Hoger of Lager? Leerdoel: De leerlingen worden zich bewust van de overwegingen die een rechter bij een strafzaak betrekt. Werkvorm: De leerlingen geven hun mening door een kaart in de lucht te houden, gevolgd door klassikale discussie. Waarom werkt het? • Er wordt ingespeeld op de mening van de leerlingen.
Hoger of lager?
Alisha was dronken toen ze de tekst op Facebook postte.
Hoger of lager?
Alisha heeft een zeer laag IQ.
Hoger of lager?
Alisha kreeg veel nare sms’jes van Erik toen het net uit was.
Hoger of lager?
Alisha heeft een dag later het bericht op Facebook verwijderd en een nieuw bericht geplaatst “bericht over Erik weggehaald, was gister boos”
Hoger of lager?
Alisha is al een keer veroordeeld geweest voor winkeldiefstal.
Hoger of lager?
Alisha’s beste vriendin heeft nu Eriks kant gekozen. Ze wil niet meer met Alisha omgaan.
4. Hoe lossen we dit op? Leerdoel: Leerlingen weten hoe wij in Nederland conflicten vreedzaam oplossen en dat rechtspraak daar een van is. Werkvorm: Stemmen met je voeten Waarom werkt het? • Leerlingen kunnen actief meedoen door te lopen. • Voorbeelden die dicht bij de leerling liggen
Je hebt ruzie met de buren over de hoogte van de schutting.
Je vindt dat de uitkeringen in Nederland te hoog zijn en daar ben je boos over.
Een klasgenoot heeft je mobiele telefoon gestolen.
5. Opgepakt, wat dan? Leerdoel: Leerlingen weten wat er gebeurt als ze te maken krijgen met het strafrecht. Werkvorm: Klassikale uitleg Waarom werkt het? • Leerlingen kunnen actief meedoen door te lopen. • Voorbeelden die dicht bij de leerling liggen.
1: Een vechtpartij wordt op straat opgemerkt met de bewakingscamera. Wie komt er nu in actie? En wat doet deze persoon?
De agent komt nu in actie. Hij moet ervoor zorgen dat de vechtpartij stopt. De agent wordt bij de verdachte geplaatst.
2: De vechtpartij is gestopt. Wat doet de agent nu? Wat mag de agent met de verdachte doen?
De agent houdt de verdachte aan. Hij heeft immers een redelijk vermoeden van schuld. De verdachte mag 6 uur voor verhoor worden vastgehouden. De agent blijft dus bij de verdachte staan.
3: De verdachte is gearresteerd en meegenomen voor verhoor. Wie bepaalt of de verdachte langer vastgehouden mag worden? En wat doet deze persoon nog meer?
De hulpofficier van justitie. De agent brengt de verdachte naar de officier van justitie.
4: Wat gebeurt er nu met de verdachte? Wie komt er nu op voor de belangen van de verdachte?
De advocaat. De verdachte wordt in contact gebracht met de advocaat.
5: Het slachtoffer wil een verklaring afleggen. Waar moet het slachtoffer naartoe?
De politie. Het slachtoffer wordt in contact gebracht met de agent.
6: De officier heeft het onderzoek afgerond. De verdachte zou straf moeten krijgen. Waar moet de officier van justitie naartoe wanneer hij vindt dat de verdachte gestraft moet worden?
De rechter. De officier van justitie wordt nu in contact gebracht met de rechter.
6. Landenspel Leerdoel: Leerlingen vergelijken landen met elkaar en leren dat het niet vanzelfsprekend is dat we in een rechtsstaat leven. Werkvorm: Leerlingen nemen als regering van een land verschillende beslissingen. Waarom werkt het? • Inleven • Maakt nieuwsgierig • Zelfstandig werken
Uit het landenspel:
Jullie zijn de regering van ……… In dit land moeten vijf beslissingen worden genomen. Schrijf op welke beslissingen genomen worden en leg uit waarom jullie als regering in dit land deze beslissingen zouden nemen.
7. Rechtenteller Leerdoel: De leerlingen kennen de rechten die een verdachte heeft, of breder: de voorwaarden voor een eerlijk proces. Werkvorm In groepjes de casussen behandelen Waarom werkt het? • Leerlingen gaan zelf aan de slag • Praktijksituaties
Voorwaarden voor een eerlijk proces
Foto’s Benno van mag moet Benno veroordeeld een goede liegen in de mogen worden advocaat rechtszaal worden enkel op zijn krijgen. verspreid. bekentenis.
Het OM verdenkt zwemschoolhouder (Benno L) onder andere van een poging tot verkrachting, het plegen van ontuchtige handelingen met een aantal meisjes en het bezit van kinderporno. EENS ONEENS
8. Machtenscheidingquiz Leerdoel: Leerlingen leren spelenderwijs welke machten er zijn in een rechtsstaat. Werkvorm: Quiz met kennis- en blufvragen (Ren je Rot & Ik hou van Holland). Waarom werkt het? • Actief • Wedstrijdelement • Teamgevoel
Voorbeeldvraag
Bij welke macht hoort het Openbaar Ministerie?
B Wetgevende macht A Uitvoerende macht
C Rechterlijke macht
9. Dilemma’s Leerdoel: Leerlingen begrijpen dat er in de rechtsstaat lastige keuzes gemaakt moeten worden. Werkvorm: Leerlingen nemen een standpunt in en discussiëren over de uitkomsten. Waarom werkt het? • Debatteren • Actieve inbreng leerlingen
Voorbeeld
Voorbeeld
10. Machtenveld Leerdoel: Leerlingen leren wat de trias politica inhoudt. Werkvorm: Invuloefening Waarom werkt het? • Helder overzicht • Stimuleert abstractievermogen • Ideaal startpunt voor uitleg rechtsstaat
Spreekt ook recht over
Legt verantwoording af
Rechters
Politie Tweede Kamer Regering Eerste Kamer
Civiel Recht
Militairen
Bestuursrecht
Andere ambtenaren
Strafrecht
Klaagt verdachten aan Controleren Openbaar Ministerie Politiek verantwoordelijk voor
Maakt wetten
Voert wetten uit
Rechtspraak
Lesmateriaal op de website van ProDemos
Bedankt voor de aandacht en neem een reader mee!